B Managementinformatie 41 Van DFDJ aan Justitie 41 Aantallen rapportages 41 Tijdigheid rapportages 41 Kwaliteit rapportages 41 Financiering 42
|
|
- Hendrik Aerts
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 A Handreiking wegingsinstrument noodzaak Pro Justitia rapportage en beslisboom soort onderzoek (strafrecht) 30 Schema: Wegingen rechtsplegers nee/ja pj-onderzoek jeugd 30 Elementen 30 Eindafweging 32 Schema: Wegingen adviesgevers nee/ja pj-onderzoek jeugd 34 Elementen 34 Indicatiestelling 35 Schema: Indicaties pj-onderzoeksvariant jeugd 36 Schema: Indicaties pj-onderzoeksvariant jeugd 37 B Managementinformatie 41 Van DFDJ aan Justitie 41 Aantallen rapportages 41 Tijdigheid rapportages 41 Kwaliteit rapportages 41 Financiering 42 C Format vraagstelling en rapportage strafrecht 43 Vraagstelling rapportage Pro Justitia jeugdigen 44 PSYCHIATRISCH PRO JUSTITIA RAPPORT 45 PSYCHOLOGISCH PRO JUSTITIA RAPPORT 52 D Criteria aan de forensisch strafrechtelijk rapporteur 59 E Handreiking bepaling noodzaak civielrechtelijk forensische diagnostiek 60 Civielrechtelijk kader 60 Beslissinggerichte en behandelingsgerichte diagnostiek 60 Informatie 61 Tabel richtlijnen geen FD aanvragen - mogelijk FD aanvragen 62 F Criteria aan de forensisch civielrechtelijke rapporteur 63 G Format vraagstelling civielrechtelijke forensische diagnostiek 64 H Format rapportage civielrechtelijke forensische diagnostiek 77 I Procesbeschrijvingen forensische diagnostiek voor jeugdigen 81 29
2 A Handreiking wegingsinstrument noodzaak Pro Justitia rapportage en beslisboom soort onderzoek (strafrecht) 1 Het besluit om een gedragsdeskundig onderzoek te laten verrichten bestaat uit twee deelbesluiten:- (a) wel of geen gedragsdeskundig onderzoek laten verrichten; (b) welke onderzoeksvariant te kiezen. Schema: Wegingen rechtsplegers nee/ja pj-onderzoek jeugd 2 Dit schema bestaat uit 6 elementen die gewogen kunnen worden en die elk tot drie mogelijke uitkomsten kunnen leiden. De eerste vijf elementen zijn meer inhoudelijk van aard, waarbij de weging bestaat uit het zich vormen van een kwalitatief oordeel op basis van feiten en omstandigheden, die op het moment van de weging bekend zijn. Het zesde element betreft de afweging van de eerste vijf in het licht van de vraag of een pj-onderzoek (ondanks eerdere positieve wegingen) wel nodig is voor een optimale strafrechtelijke afdoening. 3 De drie mogelijke uitkomsten van de wegingen zijn: (a) een negatief signaal voor een pj-onderzoek (linkerkolom) (b) een positief signaal voor een pj-onderzoek (rechterkolom) (c) een behoefte aan nader advies c.q. een DFDJ-consult (middenkolom). Elementen Strafbaar feit 4 Nagegaan kan worden tot welk cluster het strafbare feit behoort. 1 Uit onderzoek is gebleken dat delicten uit de clusters opium, licht geweld en vermogen & profijt doorgaans een negatieve signaalwaarde hebben voor een pj-onderzoek. Delicten uit de clusters zwaar geweld, zeden, brandstichting en leven hebben een positieve signaalwaarde. De signaalwaarde van delicten uit de clusters vermogen met geweld en midden geweld is sterk afhankelijk van de feitelijke ernst van de strafbare feiten. Kenmerken delict-as 5 In dit element zijn aard en ernst van het strafbare feit geplaatst, alsmede delictomstandigheden. Hierbij geldt dat naarmate de impact van het feit ernstiger is, er een positieve indicatie ontstaat voor een pj-onderzoek. Ook ongewone delictomstandigheden, in de zin van veel en/of onduidelijke constituerende factoren dan wel een complex samenspel van factoren, leveren een positieve indicatie op. 1 Voor de indeling van de diverse wetsartikelen in de genoemde clusters zie W.F. van Kordelaar, Beslissingsondersteuning onderzoek Geestvermogens. Deventer: Kluwer 2002 (in druk) 30
3 Recidivekenmerken 6 Uit onderzoek in het strafrecht voor volwassenen zijn recidivekenmerken geen éénduidige voorspellers gebleken voor het instellen van een pj-onderzoek. Vuistregel in het jeugdstrafrecht is dat snelle en/of veelvuldige recidive eerder aanleiding zou kunnen geven tot een pj-onderzoek (tenzij overwegingen uit het zesde element dat weer ontkrachten). Verder geeft een van-kwaad-tot-erger ontwikkeling met betrekking tot recidivegedrag aanleiding om een pj-onderzoek te overwegen. 7 Met betrekking tot first-offenders kan gesteld worden dat het uitgangspunt is: geen pj-onderzoek tenzij wegingen uit de andere elementen (gewelddadig, ernstig, ongewoon, niet-passend delict) juist wel aanleiding geven om een pj-onderzoek te overwegen. Persoons-as 8 Dit element bevat kenmerken van de persoon van de jeugdige. Hierbij moet gedacht worden aan gedragskenmerken, waarbij sprake is van ontgrensd gedrag zoals blijkt uit vormen van controleverlies en impulsiviteit. Verder bevat dit element signalen die kunnen wijzen op ernstige emotionele problemen en uitingen, en op bijzondere contactkenmerken zoals ontoegankelijkheid en oninvoelbaarheid. Ook wordt binnen dit element de passendheid van het strafbare feit bij de persoon van de jeugdige gewogen. Daarnaast geldt dat naarmate er méér twijfels bestaan aan de geschiktheid van de jeugdige om zich te kunnen handhaven in detentie, de indicatie voor een pj-onderzoek sterker wordt. Strafrechtelijke opties 9 Als er een reële verwachting is dat de strafrechtelijke vervolging kan uitlopen op de strafrechtelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJmaatregel) dan levert dat de indicatie op voor een pj-onderzoek. Opportuniteit/utiliteit PJ-onderzoek 10 In dit element moet afgewogen worden of een pj-onderzoek onnodig of nodig is voor een optimale strafrechtelijke afdoening (het laatste is bijvoorbeeld zeker het geval als er een reële PIJ-optie is). Verder bevat dit element zaken, die betrekking hebben op de afweging of de rechtspleger de beschikking heeft (of via Raad en Jeugdreclassering de beschikking kan krijgen) over die informatie en adviezen die het mogelijk maken om tot een goede afdoening te komen. 31
4 Eindafweging 11 Als de verschillende elementen gewogen zijn, kan een eindafweging plaatsvinden. Deze komt niet tot stand door het optellen of aftrekken van de wegingen op de afzonderlijke elementen. Die deelafwegingen kunnen wel behulpzaam zijn bij de eindafweging. 32
5 1 2 Elementen Wegingen rechtsplegers nee/ja pj-onderzoek jeugd Negatief signaal pj-onderzoek nader wegen c.q. consult FPD vragen positief signaal pj-onderzoek Opium vermogen met geweld zwaar geweld licht geweld midden geweld zeden Strafbaar feit vermogen & profijt brand leven weging Kenmerken delict-as niet tegen personen gevaar personen gericht tegen personen materiële schade zeer grote materiële schade grote immateriële schade gewone delictomstandigheden ongewone delictomstandigheden weging 3 first offender (1) recidive < 6 mnd recidive < 3 mnd (1) Recidivekenmerken recidive vaak > 3 recidive zeer vaak > 6 delicten zelfde kaliber toenemende ernst weging 4 gedrag binnen grenzen gedrag (in)adequaat? ontgrensd gedrag stemming adequaat twijfels detentiegeschiktheid zeer angstig/depressief Kenmerken persoons-as contact normaal oninvoelbaar/ontoegankelijk delict past bij persoon delict slecht passend bij persoon. detentie-ongeschiktheid delict past niet bij persoon weging 5 Strafrechtelijke opties geen maatregel maatregel denkbaar maatregel reëel mogelijk weging 6 pj onnodig voor afdoening pj nodig voor afdoening Opportuniteit/utiliteit pj onnodig voor prognose pj nodig voor prognose? pj nodig voor prognose pj-onderzoek pj onnodig voor advies pj nodig voor advies? pj nodig voor advies Weging eindafweging geen pj-onderzoek advies vragen/afwachten pj-onderzoek Nota Bene: (1) is ook spiegelbeeldig te wegen: een ernstig feit begaan door een first-offender levert de een indicatie voor een pj-onderzoek; meer van hetzelfde bij een van A tot Z bekende recidivist kan leiden tot een negatieve indicatie voor een PJ-onderzoek. 33
6 Schema: Wegingen adviesgevers nee/ja pj-onderzoek jeugd 12 Dit schema bestaat uit een viertal te wegen elementen, waarbij de Raad en de DFDJ ieder vanuit hun eigen bron (basisonderzoek Raad c.q. voorgeleidingsconsult DFDJ) informatie inbrengen. Bij elk element is voorzien in een middenpositie waarop het overleg zich vaak zal concentreren. Als in die kolom uiteindelijk de vraagtekens blijven overheersen, levert dat een indicatie op voor een pj-onderzoek en bovendien casusspecifieke aandachtspunten voor de pj-onderzoeker c.q. het vervolgonderzoek van de Raad (indien daartoe besloten wordt) of de rapportage van de jeugdreclassering (in het geval van schorsing onder voorwaarden). Elementen Delict 13 Sommige onderdelen van dit element zijn niet goed te wegen, als er te weinig gegevens beschikbaar zijn betreffende het strafbare feit en de delictpleging. Het wegen van delictkenmerken is dan ook eerst en vooral een zaak voor de rechtsplegers. Niettemin is denkbaar dat bij het ad hoc of regulier indicatieoverleg al zoveel bekend is dat een weging mogelijk is. 14 Delicten met een directe (potentiële) inbreuk op de integriteit van personen (geweld, zeden, brandstichting) geven een indicatie voor een pj-onderzoek. Naarmate de impact van een delict groter is, geldt hetzelfde. 15 Het alleen of samen met anderen plegen van delicten levert een bijzondere situatie op, waarbij de stelregel is dat het alléén plegen van een ernstig delict een positieve indicatie oplevert. Het samen met anderen plegen van delicten levert geen indicatie op, tenzij er aanwijzingen zijn dat sprake is van gecompliceerde groepsinteractie of groepsbeïnvloeding. 16 Naarmate een delict beoordeeld wordt als minder passend bij de persoon van de jeugdige ontstaat een indicatie voor pj-onderzoek. Historie/achtergrond 17 Dit element bevat een aantal gebieden uit de geschiedenis of achtergrond van de jeugdige. Recidiverend delictgedrag levert als vuistregel de vraag op of er sprake is van een van-kwaad-tot-erger ontwikkeling. Is dat het geval dan moet nader pjonderzoek overwogen worden. Veel, relatief mild, recidivegedrag door een jongere die al van A tot Z bekend is, hoeft daarentegen niet te leiden tot een pj-indicatie. 34
7 18 Voor first-offenders geldt dat in beginsel geen sprake is van een pj-indicatie, tenzij sprake is van een onverwacht en (relatief) ernstig feit, dat moeilijk te plaatsen is. 19 Voor het overige geldt binnen dit element een afweging van signalen die indicatief zijn voor problemen in de drie levensgebieden (thuis, school en vrije tijd) en voor problematisch middelengebruik en gokken. Actualiteit 20 Dit element bevat onderdelen betreffende de actuele ervaringen opgedaan in het contact met de jeugdige. Deze onderdelen betreffen de beoordeling of het delictgedrag (nog) passend is bij de ontwikkelingsfase van de jongere, en verder beoordelingen van het fysieke voorkomen en de motoriek, aanwijzingen voor het bestaan van problemen betreffende het gedrag, cognitie, emotie, contactname, en realiteitstoetsing. Opportuniteit/utiliteit pj-onderzoek 21 In dit element moet afgewogen worden of een pj-onderzoek (als de eerdere afwegingen al in die richting leiden) wel nodig is. Is er voldoende informatie of is de verwachting dat de benodigde informatie goed te verkrijgen zal zijn door middel van een vervolgonderzoek van de Raad of via rapportage door de jeugdreclassering dan hoeft niet geadviseerd te worden om een pj-onderzoek in te stellen. Dat geldt ook als niet de verwachting is dat een pj-onderzoek een wezenlijke (en te verzilveren) bijdrage kan leveren aan prognose en advies. Indicatiestelling 22 De wegingen op de vier elementen leveren een onderbouwde indicatiestelling voor wel of geen pj-onderzoek en casusspecifieke aandachtspunten voor de pjonderzoeker c.q. de raadsonderzoeker of de jeugdreclassering. Hierbij geldt niet dat de afzonderlijke wegingen van de vier elementen optelbaar of aftrekbaar zijn. Zo kunnen de wegingen op de eerste drie elementen een loepzuivere indicatie opleveren, maar als blijkt dat er voldoende informatie bestaat dan kan zeker overwogen worden om te adviseren géén pj-onderzoek in te stellen. De beoordelingen zijn, kortom, kwalitatief van aard! 35
8 Wegingen adviesgevers nee/ja pj-onderzoek jeugd Elementen Delict Historie/achtergrond Actualiteit Opportuniteit/utiliteit pj-onderzoek weging weging weging weging geen pj-onderzoek indicatieoverleg & casuspecifieke aandachtpunten pj-onderzoek Goederen gevaar personen gericht personen geringe impact groepsbeïnvloeding? (1) grote impact groepsdelict (1) slecht passend bij alleenpleger (1) passend bij persoon persoon vreemd, onbegrijpelijk first offender (2) eerder politie/justitie (2) niet bekend bij Raad gezin bekend bij raad betr. bekend bij raad geen hulpverlening. eerdere verwijzingen eerdere hulpverlening geen systeemproblemen systeemproblemen? systeemproblemen! geen schoolproblemen schoolproblemen? schoolproblemen! geen 3 e milieuproblemen 3 e milieuproblemen? 3 e milieuproblemen! geen middelen/gokken middelen/gokken? middelen/gokken! Fasespecifiek fasespecifiek? niet-fasespecifiek! geen problemen fysiek/motoriek problemen fysiek/motoriek? problemen fysiek/motoriek! geen gedragsproblemen gedragsproblemen? gedragsproblemen! geen cognitieve cognitieve problemen? cognitieve problemen! problemen adequate gevoelsuitingen gevoelsuitingen inadequaat? inadequate gevoelsuitingen! adequate contactname contactname inadequaat? inadequate contactname! Realiteitstoetsing realiteitstoetsing inadequate adequaat adequaat? realiteitstoetsing! er bestaat voldoende informatie Informatie is goed te verkrijgen pj-onderzoek niet nodig voor prognose of advies informatie is fragmentarisch informatie zal slecht te verkrijgen zijn pj-onderzoek nodig voor prognose of advies? er bestaat te weinig informatie pj-onderzoek nodig voor prognose of advies! indicatiestelling geen pj-onderzoek pj-onderzoek (1) ook spiegelbeeldig afwegen: alléén-plegen van gering feit doorgaans geen indicatie pj- Nota Bene: onderzoek. (2) idem, ernstig delict door first-offender levert pj-indicatie op; recidive door een van A tot Z bekende jongere kan pj-onderzoek overbodig maken. 36
9 Schema: Indicaties pj-onderzoeksvariant jeugd 23 Dit schema bestaat uit een beslisboom, die stap voor stap kan worden afgewerkt. 24 De boom begint met de vraag of sprake is van een maatregeloptie. Hierbij is informatie gewenst van de kant van de rechtspleger, namelijk of het betreffende strafbare feit de (vanuit juridisch oogpunt) reële mogelijkheid oplevert dat de strafzaak zou kunnen uitmonden in een PIJ-maatregel. Is dat het geval dan komt meteen een multidisciplinaire onderzoeksvariant in zicht. 25 Als er géén maatregeloptie is, volgt een drietal afwegingen die onderling niet in een hiërarchisch verband staan namelijk: (a) Is betrouwbare informatie goed te verkrijgen? Indien nee overweeg dan of een multidisciplinaire variant daarin wel kan voorzien. (b) Volstaat een beperkt milieuonderzoek (heteroanamnese) door de deskundige zelf? Indien nee overweeg dan of een multidisciplinaire variant daarin wel kan voorzien. (c) Maakt de casus het op vakinhoudelijke gronden noodzakelijk dat zowel psychiatrische als psychologische expertise geboden is? Indien ja overweeg dan een multidisciplinaire variant. 26 Als bovenstaande items niet alsnog leiden tot de indicatie voor een multidisciplinaire variant, is een enkelvoudige onderzoeksvariant aan de orde. Er volgt dan nog een zevental items die behulpzaam kunnen zijn voor de differentiatie naar enkelvoudig psychiatrisch respectievelijk enkelvoudig psychologisch onderzoek. 27 Denk aan psychiatrie: (a) als er aanwijzingen zijn voor psychiatrische problematiek in de familie van de betrokkene en/of bij de betrokkene zelf; (b) als in de casus sprake is van (de verwachting dat) het gebruik van psychofarmaca aan de orde is of zal komen; (c) als in de casus sprake is van (de verwachting) dat een toegeleiding naar een voorziening voor (kinder- en jeugd)psychiatrie aan de orde is of zal komen; (d) als er eerder een pj-onderzoek werd gedaan zonder inbreng vanuit psychiatrische deskundigheid. 28 Denk aan psychologie: (a) als er aanwijzingen zijn dat opvoedingsproblematiek een centraal thema is in de casus; (b) als de verwachting is dat een gestandaardiseerd onderzoek (cognitie, hersenorganiciteit, persoonlijkheid) belangrijke informatie zal opleveren; (c) als er een eerder pj-onderzoek werd gedaan zonder inbreng vanuit psychologische deskundigheid. 37
10 29 Wanneer eerder in de beslisboom de afslag naar een multidisciplinair onderzoek werd genomen, heeft de eerstvolgende afweging betrekking op de vraag of een milieuonderzoek (heteroanamnese) door de onderzoekers zelf kan volstaan om (in combinatie met reeds beschikbare gegevens) tot voldoende informatie te komen. Is dat niet het geval overweeg dan een triple-onderzoek, waarbij door een medewerker van de Raad in samenspraak met de onderzoekers een uitvoerig milieuonderzoek wordt gedaan. Eenzelfde overweging dient zich aan als het zich laat aanzien dat de problematiek zéér complex en/of ernstig is. 30 Datzelfde item geldt echter ook als één van de punten van overweging bij het indiceren van een multidisciplinair residentieel onderzoek in en door de justitiële jeugdinrichting waar de jongere in het kader van de inbewaringstelling en gevangenhouding wordt geplaatst. Voor die variant gelden verder nog de volgende weegpunten: (a) is sprake van een residentiële hulpverleningsgeschiedenis, die onvoldoende soelaas heeft geboden? (b) is het in deze casus aangewezen dat bevindingen worden verzameld gedurende een periode (geen foto, maar een film)? (c) is het in deze casus aangewezen om nauwkeurig na te gaan hoe de betrokkene zich verhoudt tot leeftijdgenoten in de (observatie)groep? (d) is sprake van een verminderde onderzoekbaarheid, bijvoorbeeld door communicatieproblemen veroorzaakt door taaldrempels of een zeer beperkte toegankelijkheid van de jeugdige? (e) is sprake van een weigerende of zeer weigerachtige opstelling ten opzichte van het pj-onderzoek, terwijl het justitiële belang een dergelijk onderzoek vergt? 31 Als voorgaande vragen bevestigend worden beantwoord, is het van groot belang om (zo mogelijk in samenspraak met de rechtsplegende opdrachtgever en de betreffende JJI) na te gaan of in het betreffende geval de strafbare feiten van voldoende ernst zijn om een preventieve hechtenis te rechtvaardigen waarbinnen het multidisciplinaire residentiële onderzoek ook verricht kan worden en dus ook of de planning van de betreffende JJI daarop aansluit. Indien dat niet het geval is, overweeg dan alsnog een triple-onderzoek. 32 De laatste stappen in de beslisboom kunnen leiden tot de indicatie voor een klinisch onderzoek. Daarvoor gelden de volgende overwegingen: (a) is sprake van een (zeer) ernstig delict en/of een ernstige recidive tijdens of na het ondergaan (hebben) van een PIJ-maatregel? (b) is een zeer uitvoerig milieuonderzoek aangewezen om de ontwikkelingsgeschiedenis gedetailleerd in kaart te brengen? (c) is sprake van een uitgesproken onderzoeksweigering, terwijl het justitiële belang een onderzoek vergt? 2 2 Nota Bene: een onderzoek bij een weigerende observandus leidt niet vanzelfsprekend tot een rapport, dit hangt onder meer sterk af van de vraag of de weigering door de onderzoekende instantie beoordeeld wordt als samenhangend met de pathologie. 38
11 (d) is sprake van (een) ernstig(e) delict(en), waarbij sprake is van (een) meerderjarige mededader(s) die eveneens worden onderzocht? 33 Ga na of de betrokkene 16 jaar of ouder is. Is dat niet het geval dan is klinische observatie niet mogelijk. Overweeg dan een multidisciplinair residentieel onderzoek of triple onderzoek. 39
12 Indicaties pj-onderzoeksvariant jeugd maatregeloptie ja multidisciplinair onderzoek (dubbel) nee betrouwbare info goed te verkrijgen nee, overweeg standaard milieuonderzoek volstaat nee multidisciplinair onderzoek (triple) beperkt milieuonderzoek volstaat psychiatrie èn psychologie nodig nee, overweeg ja, overweeg problematiek zéér complex/ernstig ja, overweeg mislukte residentiële geschiedenis procesdiagnostiek noodzakelijk enkelvoudig pjonderzoek groepsdiagnostiek noodzakelijk beperkte onderzoekbaarheid psychiatrie familie of zelf opvoedingsproblematiek centraal onderzoeksweigering medicamenteuze componenten gestandaardiseerd onderzoek nodig toegeleiding psychiatrie aan de orde eerder onderzoek niet-psychiatrisch eerder onderzoek niet-psychologisch voldoende preventieve hechtenis ja nee, overweeg enkelvoudig psychiatrisch enkelvoudig psychologisch multidisciplinair residentieel JJI overweeg ernstig delict of recidief in of na PIJ zeer uitvoerig milieuonderzoek onderzoeksweigering meerderjarige mededader(s) 16 jaar of ouder nee ja Diverse centra 40
13 B Managementinformatie Van DFDJ aan Justitie 1 Ten behoeve van de sturende en beleidsvormende taak die Justitie heeft, dient de DFDJ via de reguliere P&C cyclus (viermaandsrapportages, jaarverslag) bepaalde gegevens aan DGPJS aan te leveren. Voor Justitie is het van belang om zicht te hebben op:- (a) de omvang van forensische diagnostiek voor jeugdigen; (b) de kwaliteit van de rapportages; (c) de tijdigheid van de rapportages; (d) de financiering. 2 Om inzicht te geven in de omvang van forensische diagnostiek voor jeugdigen, de kwaliteit en de tijdigheid van de rapportages, dient de DFDJ de volgende gegevens aan te leveren:- Aantallen rapportages 3 Ten behoeve van de monitoring van de aantallen rapportages:- (a) Aantal aanvragen per aanvrager Voor straf Voor civiel (b) Werkvoorraad + aantal rapportages in uitvoering; (c) Aantal afgeronde rapportages; (d) Aantal onderzoeken per uitvoerder 4 Een beschouwing/ interpretatie van deze gegevens (eventuele knelpunten en oorzaak hiervan met eventuele oplossingen). Tijdigheid rapportages 5 Ten behoeve van de tijdigheid:- (a) Aantal rapportages dat binnen de gestelde norm wordt aangeleverd (absoluut en procentueel). 6 Een interpretatie en beschouwing van deze gegevens. Kwaliteit rapportages 7 Ten behoeve van de kwaliteit van de rapportages:- (a) Aantal rapportages dat kwalitatief voldoende is (absoluut en procentueel). 41
14 8 Beschouwing van deze gegevens, met name wat de oorzaak is van de te lage kwaliteit van de rapportages die niet voldoen (vraagstelling, kwaliteit rapporteur, hanteerbaarheid formats etc.) en wat hieraan te doen is. Financiering 9 Stand van zaken uitbetaling rapportages (aantallen en bedragen) en verwachtingen voor de rest van het jaar. 42
15 C Format vraagstelling en rapportage strafrecht 1 Format vraagstelling Pro Justitia rapportage 2 Pro Justitia rapportage Psychiatrisch deel 3 Pro Justitia rapportage Psychologisch deel De formats zijn ontwikkeld door de landelijke werkgroep FPD-jeugd. Ze zijn afgestemd op het door de landelijke werkgroep rapportage FPD-PBC ontwikkelde format voor volwassenen. Beide formats kennen een lang ontwikkelingstraject dat is gebaseerd op uitgebreide ervaring met de praktijk en (wetenschappelijke) theorievorming. Het doel van het format is om meer uniformiteit en herkenbaarheid te verkrijgen in de jeugdrapportage. Het verbetert de aandacht voor de inhoud zowel voor de rapporteur als voor de gebruiker(s). Het format heeft geen absoluut of dwingend karakter. Het moet gezien worden in het licht van de dynamiek rondom en de ontwikkelingsgang naar een verbetering van de kwaliteit van de rapportage door onafhankelijke gedragsdeskundigen zoals dat in de wet staat omschreven. Aandacht is besteed aan de specifieke juridische - en pedagogische aspecten die gelden voor jeugdigen die met het jeugdstrafrecht in aanraking komen. Het format en de korte vragenlijst maken het mogelijk dat specifieke aspecten over een jeugdige verdachte in de inhoud van de rapportage aan de orde kunnen komen. Een te specifieke vraagstelling voor de rapportage Pro Justitia is niet werkzaam en beantwoordt niet aan de doelstelling van de opdrachtgevers c.q. de rechtbank. Via het indicatie-overleg Raad-DFDJ en de navolgende bemiddeling via de FPD is het mogelijk om bepaalde specifieke aspecten over een jeugdige of het ten laste gelegde te accentueren in de rapportage. 43
16 Vraagstelling rapportage Pro Justitia jeugdigen 1. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? 2. Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 3. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 4. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde b. In welke mate het geschiedde c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? 5a. Welke factoren, voortkomend uit de eventuele stoornis of gebrekkige ontwikkeling van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? 5b. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s) of de groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? 5c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? 6. Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? 7. Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: a. Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte? b. Welke inrichting de voorkeur heeft? 8. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen? 3 9. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de jeugdige en/of bij eventueel te nemen beslissingen? 3 Geldt alleen voor de verdachte die ten tijde van het plegen van het strafbaar feit de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt 44
17 PSYCHIATRISCH PRO JUSTITIA RAPPORT Betreffende: Piet BOER [voornamen kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren : Te : Parketnummer : Opdrachtgever : Rapporteur : Datum : 45
18 PRO JUSTITIA In opdracht van mr.. rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te. [of: in opdracht van de officier van justitie te.], heeft ondergetekende Jan Klaassen (Kinder- en jeugd)psychiater, vast gerechtelijk deskundige [of: beëdigd op...], na inzage van de gerechtelijke stukken een onderzoek ingesteld omtrent de geestvermogens van Piet BOER [voornamen kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren te op. Wonende te Nationaliteit. Ten tijde van dit onderzoek verblijvend in. Wordt verdacht van: [Korte omschrijving van verdenking/delict en gevolgen in de woorden van de deskundige. Dit is om het concreter te maken en de impact te beschrijven, welke gevolgen voor slachtoffer. Dit moet in enkele regels. Pas op voor interpretatie ] Tenlastelegging [Anonimiseren naam slachtoffer(s)] 1. hij/zij op of omstreeks.. art.. ; wetboek van strafrecht [Letterlijk overnemen in klein lettertype! Hierdoor wordt duidelijk over welke zaken men rapporteert. Soms zijn er andere zaken waar de rapporteur niet van weet en worden deze pas op zitting gevoegd] Vraagstelling: Alle vragen van de (kinder)rechter hier noemen in klein lettertype: 1. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? 2. Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 3. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 4. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde b. In welke mate het geschiedde c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? 46
19 5a. Welke factoren, voortkomend uit de stoornis van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? 5b. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s)/ groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? 5c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? 6. Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? 7. Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte? Welke inrichting de voorkeur heeft? 8. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen (geldt alleen voor de verdachte die ten tijde van het plegen van het strafbaar feit de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt)? 9. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de jeugdige en/of bij eventueel te nemen beslissingen? Beschikbare en geraadpleegde stukken - Proces verbaal politie nr. - Proces verbaal rechter commissaris d.d. - Basisonderzoek Raad voor de Kinderbescherming d.d. - Uittreksel algemeen documentatieregister d.d. - (Oude) rapportages pro justitia, voorlichtingsrapportages reclassering, consultbrieven FPD, correspondentie psychiatrische behandelingen. In de onderhavige zaak werd tevens een onderzoek gedaan door, psycholoog. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in het onderstaand Rapport I. VERANTWOORDING ONDERZOEK EN ONDERZOEKSOPZET Data, plaats en tijdsduur gesprekken en met wie is gesproken Gebruik welke vragenlijsten Indien van toepassing: Rolverdeling/overleg psychiater/psychiater in opleiding Rolverdeling/overleg psychiater/psycholoog Referenten (toestemming vermelden) Opgevraagde informatie [GGZ, huisarts, FPD, reclassering, etc] Gevoerd overleg [reclassering, mederapporteur, GGZ, FPD,etc.] Verricht aanvullend onderzoek [somatisch/lab./eeg, etc] Kort vermelden of onderzochte/betrokkene meewerkte. Vermelding van eerdere contacten met politie/justitie uit stukken. Het onderzoek beantwoordt de gestelde vragen en het advies is aan betrokkene (en ouders) meegedeeld. Er was overleg over conclusie en advies met mederapporteur X. met wie herhaaldelijk is overlegd. Er vond (al of niet) een eindbespreking plaats op Tevens is contact gelegd met reclassering/behandelinstituut/riagg etc. 47
20 II. SAMENVATTING GERECHTELIJKE STUKKEN Vermelding van de voor de rapporteur relevante informatie uit de stukken III. WEIGERING, INDIEN HIER SPRAKE VAN IS Redenen weigering. Motivatie waarom wel/niet III. ONDERZOEK NAAR HET FUNCTIONEREN Informatie betrokkene [maak aparte kopjes voor het overzicht] Zelfbeschrijving en ontwikkelingsanamnese Beschrijving anderen (door betr. van gezin, ouders, naasten zoals vrienden en vriendinnen Relatievorming (Aangaan en duren van relaties, seksuele anamnese). Psychopathologie (uitvragen psychopathologische kenmerken). Vrije tijd en belangstellingen (derde milieu met o.a. sport en clubs, geldgebruik). School en werk (functioneren en bijbanen) Middelengebruik (wat en hoeveel, sinds wanneer, geldgebruik). Informatie anderen (Allen apart vermelden) Ouders (ontwikkelings- en pedagogische anamnese en biografische anamnese ouders, functioneren ouders en functioneren sibs met school, Justitie en GGZ ) [Gebruik FPD-vragenlijsten!] Leraren (gedrag en functioneren) [Gebruik FPD-vragenlijsten!] Evt. Werkgever, Evt. Therapeut Informatie huisarts en somatische anamnese Inclusief mening huisarts over gezin van herkomst (dit soms niet vermelden). Informatie (jeugd)inrichting [Van sommige jeugdinrichtingen krijgt de FPD standaard een korte observatierapportage] Hoe wordt betr. ervaren. Let op: verantwoordelijke vragen! Beheersproblemen? Zelfverzorging. Celverzorging. Gedrag en contact met leiding/medegedetineerden. Deelname activiteiten? Bezoek naasten? 48
21 IV. ONDERZOEK NAAR HET TENLASTEGELEGDE & VERBLIJF IN HECHTENIS Wat meldt verdachte over de aanloop tot, de totstandkoming van en het verdere beloop met betrekking tot het tenlastegelegde; wat zijn betrokkenes gevoelen/denken/handelen t.a.v. het tenlastegelegde. Wat is verklaring en houding over tenlastegelegde ten tijde van gebeuren en achteraf. Idem ten aanzien van eventuele slachtoffers. Let op achterhouden info en houding bij confrontatie. Dynamiek met medeverdachten, relatie met hen, rol betr. in groep of mededader Had het anders kunnen lopen? Hoe in toekomst te voorkomen? Mening/verwachting over afdoening rechtbank. Wat vindt betr. zelf nodig? Mening/verwachting over toekomst (werk/school/vrienden/mededaders). Hoe wordt detentie ervaren? Aanwezigheid reactieve problemen dienaangaande? Mening over eerdere contacten met Justitie/politie/justitiële voorgeschiedenis V. PSYCHIATRISCH ONDERZOEK IN ENGERE ZIN Beschrijving betr. in voorkomen en eerste indrukken. Houding t.a.v. onderzoek. Verloop van onderzoek. Contactkenmerken en (tegen)overdrachtskenmerken. Anamnestische gegevens psychische klachten (momenteel en ten tijde van tenlastegelegde) (zie eerder). Functioneel onderzoek (bewustzijn, concentratie, geheugen, oriëntatie, waarneming, denken, stemming, affect, objecrelaties, gehechtheid, antisociale identificaties en idealen, gewetensontwikkeling & Ik-ideaalontwikkeling, (seksuele) identiteit, gevoel van eigenwaarde, afweermechanismen, coping). VI. AANVULLEND PSYCHIATRISCH EN SOMATISCH ONDERZOEK (Evt.) Algemeen lichamelijk onderzoek, neurologisch onderzoek, laboratoriumonderzoek, beeldvormend onderzoek, (semi-) gestructureerde vragenlijsten VII. DIAGNOSTISCHE OVERWEGINGEN Beschrijvende diagnose (en evt. differentiaaldiagnose). Beschouwing over eventueel aanwezige/afwezige psychiatrische problematiek al of niet reactief door detentie met visie op toekomst. Beperking van onderzoek vermelden. DSM-IV classificatie vermelden in voetnoot of klein: Classificatie DSM-IV (Classificatiesysteem psychische stoornissen) As I (Klinische stoornissen of reden van zorg): As II As III As IV As V (Persoonlijkheidsstoornissen): (Somatische aandoeningen): (Psychosociale en omgevingsproblemen): (Algehele beoordeling van het functioneren): Huidig: Hoogst afgelopen jaar: 49
22 VIII. FORENSISCH PSYCHIATRISCHE BESCHOUWING Beschrijft samenhang: hoe leidt de stoornis tot het tenlastegelegde en hoe is de reactie van betrokkene op de daad. Hier komt alles tezamen in relatie tot het tenlastegelegde. Verbinding van verklaringen, psychiatrische/psychologische diagnostiek en hetero-anamnestische gegevens. Met behulp van aanhalen van (pars pro toto) uitspraken moet dit vanzelfsprekend leiden naar de uiteindelijke mening van de onderzoeker. (Grenzen aan) de onderzoekbaarheid van verdachte Wie en wat is de verdachte voor een persoon, vanuit de aangetroffen bevindingen? Mankeert hij/zij iets en zo ja wat? Is daar een etiologie bij gevonden? Is er een verband met de tenlastegelegde feiten? Hoe reageerde hij op doorvragen en confrontatie Hoe ziet dit verband er uit (gelijktijdigheidsverband, betekenisverbanden, causaal verband)? Hoe is de prognose, met name ten aanzien van de risico-inschatting? IX. BEANTWOORDING VAN DE VRAAGSTELLING Herhaling vragen rechtbank, waarbij in de beantwoording nog kort wordt ingegaan op diagnostiek, beschouwing tenlastegelegde. [keuze 1: [keuze 2: Vraagstelling opdrachtgever] Bij ontbreken heldere vraagstelling is overleg met opdrachtgever over vraagstelling noodzakelijk; onderstaande vraagstelling is een optie] Vraagstelling 0. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? 1. Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 2. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 3. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? De toerekeningsvatbaarheid wordt gedifferentieerd beantwoord. Let op als er verschillende tenlasteleggingen zijn; deze moeten alle onderscheiden worden! In hoeverre worden door gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis denken en gevoelsmatig beleven belemmerd ten tijde van het tenlastegelegde en veranderden deze wezenlijk? Kon betr. zich wel/niet rekenschap geven van de aard van zijn handeling en had betr. wel/niet het besef van de gevolgen, hoewel mogelijk vertekend. Had betr. weet van het maatschappelijk ontoelaatbare? Beschouwde en beschouwt betr. wel/niet de daad/daden (ten dele) als verkeerd? Let hier ook goed op middelenmisbruik en culpa in causa. 4. Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde b. In welke mate het geschiedde c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? 5a. Welke factoren, voortkomend uit de stoornis van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? Duidelijk beantwoorden en beargumenteren. 50
23 5b. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s)/ groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? 5c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? Gebruik ook items actuariële risicotaxatie bij klinische beoordeling 6. Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? Uitwerken. Simpelweg stellen dat behandeling of begeleiding nodig is, kan niet. Dat betekent dus: contact opnemen met eventuele begeleiders/behandelaars en (on)mogelijkheden peilen, afspreken en beschrijven. 7. Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: a. Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte? Indien advies tot maatregel inhoud van eventuele behandeling of begeleiding specificeren en motiveren. b. Welke inrichting de voorkeur heeft? 8. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen (geldt alleen voor de verdachte die ten tijde van het plegen van het strafbaar feit de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt)? Zie richtlijnen N.B. Van belang bij de beantwoording van vragen over interventies is of de praktische haalbaarheid van de aanbevelingen getoetst zijn (wat is wenselijk, maar ook wat is mogelijk), dan wel wie nog meer uitsluitsel over de haalbaarheid zal kunnen geven (bv. jeugdreclassering) X. OVERLEG MEDERAPPORTEUR/JEUGDRECLASSERING/RAAD VOOR DE KINDERB. [indien van toepassing] XI. ADVIES REACTIE BETROKKENE/OUDERS OP CONCLUSIE EN Dagtekening (plaats,datum) Naam en handtekening deskundige (NB. handtekening niet vergeten!) 51
24 PSYCHOLOGISCH PRO JUSTITIA RAPPORT Betreffende: Piet BOER [voornamen kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren : Te : Parketnummer : Opdrachtgever : Rapporteur : Datum : 52
25 PRO JUSTITIA In opdracht van mr.. rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te. [of: in opdracht van de officier van justitie te.], heeft ondergetekende Katrijn Klaassen Gezondheidszorgpsycholoog, vast gerechtelijk deskundige [of: beëdigd op...], na inzage van de gerechtelijke stukken een onderzoek ingesteld omtrent de geestvermogens van Piet BOER [voornamen kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren te op. Wonende te Nationaliteit. Ten tijde van dit onderzoek verblijvend in. Wordt verdacht van: [Korte omschrijving van verdenking/delict en gevolgen in de woorden van de deskundige. Dit is om het concreter te maken en de impact te beschrijven, welke gevolgen voor slachtoffer. Dit moet in enkele regels. Pas op voor interpretatie ] Tenlastelegging [Anonimiseren naam slachtoffer(s)] 1. hij/zij op of omstreeks.. art.. ; wetboek van strafrecht [Letterlijk overnemen in klein lettertype! Hierdoor wordt duidelijk over welke zaken men rapporteert. Soms zijn er andere zaken waar de rapporteur niet van weet en worden deze pas op zitting gevoegd] Vraagstelling: Alle vragen van de (kinder)rechter hier noemen in klein lettertype: 1. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? 2. Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 3. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 4. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde b. In welke mate het geschiedde c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? 5a. Welke factoren, voortkomend uit de stoornis van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? 5b. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? 53
26 Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s)/ groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? 5c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? 7. Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? 10. Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: c. Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte? d. Welke inrichting de voorkeur heeft? 11. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen (geldt alleen voor de verdachte die ten tijde van het plegen van het strafbaar feit de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt)? 12. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de jeugdige en/of bij eventueel te nemen beslissingen? Beschikbare en geraadpleegde stukken - Proces verbaal politie nr. - Proces verbaal rechter commissaris d.d. - Basisonderzoek Raad voor de Kinderbescherming d.d. - Uittreksel algemeen documentatieregister d.d. - (Oude) rapportages pro justitia, voorlichtingsrapportages reclassering, consultbrieven FPD, correspondentie psychiatrische behandelingen. In de onderhavige zaak werd tevens een onderzoek gedaan door, kinder- en jeugdpsychiater. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in het onderstaand Rapport I. VERANTWOORDING ONDERZOEK EN ONDERZOEKSOPZET Data, plaats en tijdsduur gesprekken en met wie is gesproken Gebruik welke vragenlijsten Indien van toepassing: Rolverdeling/overleg psychiater/psychiater in opleiding Rolverdeling/overleg psychiater/psycholoog Referenten (toestemming vermelden) Opgevraagde informatie [GGZ, huisarts, FPD, reclassering, etc] Gevoerd overleg [reclassering, mederapporteur, GGZ, FPD,etc.] Verricht aanvullend onderzoek [somatisch/lab./eeg, etc] Kort vermelden of onderzochte/betrokkene meewerkte. Vermelding van eerdere contacten met politie/justitie uit stukken. Het onderzoek beantwoordt de gestelde vragen en het advies is aan betrokkene (en ouders) meegedeeld. Er was overleg over conclusie en advies met mederapporteur X. met wie herhaaldelijk is overlegd. Er vond (al of niet) een eindbespreking plaats op Tevens is contact gelegd met reclassering/behandelinstituut/riagg etc. 54
27 II. SAMENVATTING GERECHTELIJKE STUKKEN Vermelding van de voor de rapporteur relevante informatie uit de stukken III. WEIGERING, INDIEN HIER SPRAKE VAN IS Redenen weigering. Motivatie waarom wel/niet IV. ONDERZOEK NAAR HET FUNCTIONEREN Informatie betrokkene [maak aparte kopjes voor het overzicht] Zelfbeschrijving en ontwikkelingsanamnese Beschrijving anderen (door betr. van gezin, ouders, naasten zoals vrienden en vriendinnen Relatievorming (Aangaan en duren van relaties, seksuele anamnese). Psychopathologie (uitvragen psychopathologische kenmerken). Vrije tijd en belangstellingen (derde milieu met o.a. sport en clubs, geldgebruik). School en werk (functioneren en bijbanen) Middelengebruik (wat en hoeveel, sinds wanneer, geldgebruik). Informatie anderen (Allen apart vermelden.) Ouders (ontwikkelings- en pedagogische anamnese en biografische anamnese ouders, functioneren ouders en functioneren sibs met school, Justitie en GGZ ) [Gebruik FPD-vragenlijsten!] Leraren (gedrag en functioneren) [Gebruik FPD-vragenlijsten!] Evt. Werkgever, Evt. Therapeut Informatie huisarts en somatische anamnese Inclusief mening huisarts over gezin van herkomst (dit soms niet vermelden). Informatie (jeugd)inrichting [Van sommige jeugdinrichtingen krijgt de FPD standaard een korte observatierapportage] Hoe wordt betr. ervaren. Let op: verantwoordelijke vragen! Beheersproblemen? Zelfverzorging. Celverzorging. Gedrag en contact met leiding/medegedetineerden. Deelname activiteiten? Bezoek naasten? 55
28 V. ONDERZOEK NAAR HET TENLASTEGELEGDE & VERBLIJF IN HECHTENIS Wat meldt verdachte over de aanloop tot, de totstandkoming van en het verdere beloop met betrekking tot het tenlastegelegde; wat zijn betrokkenes gevoelen/denken/handelen t.a.v. het tenlastegelegde. Wat is verklaring en houding over tenlastegelegde ten tijde van gebeuren en achteraf. Idem ten aanzien van eventuele slachtoffers. Let op achterhouden info en houding bij confrontatie. Dynamiek met medeverdachten, relatie met hen, rol betr. in groep of mededader Had het anders kunnen lopen? Hoe in toekomst te voorkomen? Mening/verwachting over afdoening rechtbank. Wat vindt betr. zelf nodig? Mening/verwachting over toekomst (werk/school/vrienden/mededaders). Hoe wordt detentie ervaren? Aanwezigheid reactieve problemen dienaangaande? Mening over eerdere contacten met Justitie/politie/justitiële voorgeschiedenis V. PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK Beschrijving betr. in voorkomen en eerste indrukken. Houding t.a.v. onderzoek. Verloop van onderzoek. Contactkenmerken en (tegen)overdrachtskenmerken. Anamnestische gegevens psychische klachten (momenteel en ten tijde van tenlastegelegde) (zie eerder). Klinisch psychologische indrukken en bevindingen. Functionele screening (bewustzijn, concentratie, geheugen, oriëntatie, waarneming, denken, stemming, affect) Testpsychologisch onderzoek. Eerder onderzoek (voor zover bekend en relevant). Houding t.a.v. dit onderzoeksdeel. Capaciteitenonderzoek. Intelligentieonderzoek. Organiciteitsonderzoek (indien nodig). Persoonlijkheidsonderzoek. Gestandaardiseerde middelen. Projectieve technieken. VI. DIAGNOSTISCHE OVERWEGINGEN Beschrijvende diagnose (en evt. differentiaaldiagnose). Beschouwing over eventueel aanwezige/afwezige psychische problematiek al of niet reactief door detentie met visie op toekomst. Beperking van onderzoek vermelden. DSM-IV classificatie vermelden in voetnoot of klein: Classificatie DSM-IV (Classificatiesysteem psychische stoornissen) As I (Klinische stoornissen of reden van zorg): As II As III As IV As V (Persoonlijkheidsstoornissen): (Somatische aandoeningen): (Psychosociale en omgevingsproblemen): (Algehele beoordeling van het functioneren): Huidig: Hoogst afgelopen jaar: VII. FORENSISCH PSYCHOLOGISCHE BESCHOUWING Beschrijft samenhang: hoe leidt de stoornis tot het tenlastegelegde en hoe is de reactie van betrokkene op de daad. Hier komt alles tezamen in relatie tot het tenlastegelegde. Verbinding van verklaringen, /psychologische diagnostiek en hetero-anamnestische gegevens. Met behulp van aanhalen van (pars pro toto) uitspraken moet dit vanzelfsprekend leiden naar de uiteindelijke mening van de onderzoeker. (Grenzen aan) de onderzoekbaarheid van verdachte Wie en wat is de verdachte voor een persoon, vanuit de aangetroffen bevindingen? 56
29 Mankeert hij/zij iets en zo ja wat? Is daar een etiologie bij gevonden? Is er een verband met de tenlastegelegde feiten? Hoe ziet dit verband er uit (gelijktijdigheidsverband, betekenisverbanden, causaal verband)? Hoe is de prognose, met name ten aanzien van de risico-inschatting? VIII. BEANTWOORDING VAN DE VRAAGSTELLING Herhaling vragen rechtbank, waarbij in de beantwoording nog kort wordt ingegaan op diagnostiek, beschouwing tenlastegelegde. [ keuze 1: vraagstelling opdrachtgever] [ keuze 2: Bij ontbreken van heldere vraagstelling is overleg met opdrachtgever over vraagstelling noodzakelijk; onderstaande vraagstelling is een optie] 5. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? 6. Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 7. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 8. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? De toerekeningsvatbaarheid wordt gedifferentieerd beantwoord. Let op als er verschillende tenlasteleggingen zijn; deze moeten alle onderscheiden worden! In hoeverre worden door gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis denken en gevoelsmatig beleven belemmerd ten tijde van het tenlastegelegde en veranderden deze wezenlijk? Kon betr. zich wel/niet rekenschap geven van de aard van zijn handeling en had betr. wel/niet het besef van de gevolgen, hoewel mogelijk vertekend. Had betr. weet van het maatschappelijk ontoelaatbare? Beschouwde en beschouwt betr. wel/niet de daad/daden (ten dele) als verkeerd? Let hier ook goed op middelenmisbruik en culpa in causa. 9. Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde b. In welke mate het geschiedde c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? 5a. Welke factoren, voortkomend uit de stoornis van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? Duidelijk beantwoorden en beargumenteren. 5b. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s)/ groep betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? 5c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? Gebruik ook items actuariële risicotaxatie bij klinische beoordeling rondom de 9. Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? 57
FORENSISCH PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY
Jeugd/civiel/ouders/psychologie/schrijfwijzer FORENSISCH PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK Betreffende: xx XX [voornamen kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren Te Wonende : (plaats, land)
Nadere informatiePSYCHIATRISCH ONDERZOEK PRO JUSTITIA
Straf/jeugd/psychiatrie/schrijfwijzer/2010a PSYCHIATRISCH ONDERZOEK PRO JUSTITIA Betreffende: Voornamen TUSSENVOEGSEL(s) ACHTERNAAM Geboren: [dag.maand.jaar] Te: [plaats], [land] Wonende: [straat, nr.,
Nadere informatieFORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY. zz ZZ
Jeugd/civiel/ouders/psychiatrie/schrijfwijzer FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK Betreffende: xx XX Geboren Te Wonende : (plaats, land) : (straat, nr, postcode, plaats) en yy YY Geboren Te Wonende : (plaats,
Nadere informatie7 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK
LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker,
Nadere informatieP R O J U S T I T I A
Psychologisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land wonende : straat nr, postcode, plaats parketnummer
Nadere informatie8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK
LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker,
Nadere informatieFORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK P..VAN XXXX
Jeugd/civiel/kind/psychiater/schrijfwijzer FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK Betreffende: P..VAN XXXX [voornamen voluit met kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren: Te: Wonende:
Nadere informatieP R O J U S T I T I A
Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling
Nadere informatieWegingslijst adolescentenstrafrecht
Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie
Nadere informatieWegingslijst adolescentenstrafrecht
Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig
Nadere informatieInhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3
Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2
Nadere informatieP R O J U S T I T I A
straf volwassenen psychologie schrijfwijzer 2014 documentbeheer NIFP Psychologisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand
Nadere informatieForensisch onderzoek in civielrechtelijk kader
Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader René Zijlstra, kinder- en jeugdpsychiater NIFP Midden Nederland Kenniscafé 14 januari 2014 Grens van zorg en gedwongen kader Rol van wet- en regelgeving Voorbeeld:
Nadere informatie(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes
(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst
Nadere informatieInformatie voor betrokkenen
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc
Nadere informatieNRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht
NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht Toetser 1: Toetser 2: Toetser 3: Datum schriftelijke toetsing: Strafrecht volwassenen psychiatrie
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF
Nadere informatieLandelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg
Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, financiering en wet- & regelgeving Eindversie Almere, 29 juli 2002 Inhoud Inleiding
Nadere informatieSAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek
SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen
Nadere informatieBruikbaarheid nogmaals belicht
04_hoofdstuk (57 t/m 70) 08-02-2006 16:27 Pagina 57 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS Bruikbaarheid nogmaals belicht 4 De rapportage pro Justitia van jongeren in de ogen van de rapporteurs
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieRapportage pro Justitia
state-of-the-art-artikel Rapportage pro Justitia w.j. canton, w.f. van kordelaar samenvatting0in dit artikel wordt een beeld geschetst van de huidige state of the art van de rapportage pro Justitia. De
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieLeidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens
Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:
Nadere informatieMr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten
Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
Nadere informatieStelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering
Nadere informatieHandleiding weigerende verdachten
Handleiding weigerende verdachten Indicatiestelling weigerende verdachten Inleiding Per 1 mei 2010 heeft het Pieter Baan Centrum (PBC) een nieuw beleid Moeilijk Onderzoekbaren geformuleerd waarbij er
Nadere informatieObservatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren
Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor jongeren Je bent geplaatst op observatieafdeling De Ven van Teylingereind of je komt hier binnenkort naartoe. Deze informatie is bedoeld om je een idee
Nadere informatieDe uitvoering van het jeugdstrafrecht
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze
Nadere informatieRaad voor Strafrech tstoepassing
Parkstraat 83 Den Haag Raad voor Strafrech tstoepassing Correspondentie: en Jeugdbescherming ~ 2500 Gc Den Haag ~ Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 9310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan
Nadere informatieVVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs
Inventarisatie van de toegenomen eisen aan pro justitia rapportages sinds 2008 door: Vereniging van Pro Justitia rapporteurs, 13 juli 2017 Algemeen Sinds de laatste inventarisatie van de normtijden voor
Nadere informatieLangdurige Forensische Psychiatrie
Risicomanagement Checklijst Langdurige Forensische Psychiatrie Drs. Peter C. Braun, Dr. Erik Bulten Persoonlijke gegevens van de patiënt: Naam tbs-gestelde: Geboortedatum: TBS nummer: Verblijfplaats ten
Nadere informatieStelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering
Nadere informatiePsychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte
Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date:
Nadere informatieObservatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders
Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor ouders Uw kind is geplaatst op afdeling De Ven van Teylingereind of komt hier binnenkort naartoe. Wij kunnen ons indenken dat u hier veel vragen over heeft.
Nadere informatieBedoeling van dit werkcollege:
PSYCHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK Veld Klinische en Gezondheidspsychologie Oktober 2005 Cécile Vandeputte- v.d. Vijver Bedoeling van dit werkcollege: Bespreking van de stappen van het psychodiagnostisch proces
Nadere informatieHet Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van
Nadere informatieSamenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies
Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na
Nadere informatieHet Pieter Baan Centrum. Algemene informatie
Het Pieter Baan Centrum Algemene informatie 1 Deze brochure is bedoeld om algemene informatie te geven over het Pieter Baan Centrum (PBC). Het PBC is de forensisch psychiatrische observatiekliniek van
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieSamenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier
Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond
Nadere informatieHoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?
Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de
Nadere informatieSamenvatting. Aanleiding onderzoek
Samenvatting Aanleiding onderzoek Weigerende observandi zijn verdachten van een ernstig misdrijf die in opdracht van de rechter(-commissaris) of officier van justitie (OvJ) gedragskundig moeten worden
Nadere informatieFrequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ
Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ Staat uw vraag er niet bij of heeft u aanvullende vragen? Neem dan contact met ons op. 1. Wie kan een indicatie aanvragen bij NIFP/IFZ? - De 3 Reclasseringsorganisaties
Nadere informatieBruikbaarheid belicht
03_hoofdstuk (43 t/m 56) 08-02-2006 16:25 Pagina 43 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS 3 Een onderzoek onder gebruikers van de rapportage pro Justitia van jongeren Dit hoofdstuk is gepubliceerd
Nadere informatieRooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016. ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: 09.30 13.00 uur Lestijden middag: 13.30 17.
Modulenummer en naam Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016 1. Introductie Opzet en doelen van de opleiding Praktische zaken De positie van de deskundige als rapporteur Domeinwisseling Kwaliteit
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048
ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 30-09-2009 Datum publicatie 30-09-2009 Zaaknummer 06/460261-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieUitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht
Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient
Nadere informatieAls uw kind in aanraking komt met de politie
Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en
Nadere informatieP. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ
P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ Dilemma s bij risicotaxatie Risicotaxatie is een nieuw en modieus thema in de GGZ Veilige zorg is een illusie Hoe veiliger de zorg, hoe minder vrijheid voor
Nadere informatieLangdurige Forensische Psychiatrie
Zorgzwaarte Checklijst Langdurige Forensische Psychiatrie Drs. Peter C. Braun, Dr. Erik Bulten Persoonlijke gegevens van de patiënt: Naam tbs-gestelde: Geboortedatum: TBS nummer: Verblijfplaats ten tijde
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date:
Nadere informatieHET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE
HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Inhoudsopgave hoofdstuk 1 Het Nederlands Instituut voor Forensische
Nadere informatieFactsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht
Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering
Nadere informatieIII. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1.
Jaarcijfers NIFP 2014: Inhoud I. Zorg 1. Zorg Gevangeniswezen (bladzijde 2) 1.1 Productie 1.2 Populatie 2. Zorg Directie Bijzondere Voorzieningen (bladzijde 5) 2.1 Productie 2.2 Populatie II. Rapportage
Nadere informatieLandelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd. Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen
Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen Den Haag 1 september 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1
Nadere informatieZorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis
Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding
Nadere informatieAdolescentenstrafrecht
Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.324 ECLI:NL:TGZCTG:2017:54 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.324 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieAlgemene toelichting bij de rapportage-formats psychiatrische, psychologische en triple rapportages Pro Justitia
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Algemene toelichting bij de rapportage-formats psychiatrische, psychologische en triple rapportages Pro Justitia volwassenen versie 2014
Nadere informatieJuridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging
TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling
Nadere informatieJEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE-
4. JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- ZONDHEmSZORG. Soms rijst bij hulpverleners binnen de sector van de jeugdhulpverlening een vermoeden dat een kind slachtoffer is (geweest) van ritueel
Nadere informatieAanmeldingsformulier. voor. Zorgprogramma Doen wat werkt
Aanmeldingsformulier voor Zorgprogramma Doen wat werkt Dit formulier na invulling indienen bij: Meldpunt Doen wat werkt Postbus 70013 9704 AA Groningen telefax: 050-5331667 NB: Alleen de (gezins)voogd
Nadere informatieVacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog
Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog Jeugd 2012-2014 bij - het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), locatie Den Haag en - Stichting
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date:
Nadere informatieInformatie voor betrokkene(n)
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc
Nadere informatieForensische Diagnostiek. in de Jeugdzorg
Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg een nulmeting naar de forensische stand van zaken in 2003, in de arrondissementen Rotterdam, Den Haag, Dordrecht en Utrecht Woerden, maart 2004 J.J. van den Braak
Nadere informatieDatum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw,
1 > Retouradres Postbus 13369 3507 LJ Utrecht Herman Gorterstraat 5 3511 EW Utrecht Postbus 13369 3507 LJ Utrecht www.nifpnet.nl Contactpersoon A.J. de Groot Portfeuillehoduer Rapportage nifp@dji.minjus.nl
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieRisicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren
Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren dr. Henny Lodewijks hlodewijks@lsg-rentray.nl Kijvelanden conferentie 1-12-2011 SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder
Nadere informatieNIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek!
OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! Jaargang 2009-2010 NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Een forensisch psychiater
Nadere informatieSamen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie
Samen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie Beschadigd en wantrouwend. Relationele gezinstherapie Relationele gezinstherapie probeert relaties binnen het gezin te verbeteren. De systeemgerichte
Nadere informatieGedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist
Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Deel 1: Wet op de gedwongen opname Deel 2: problematisch middelengebruik Toetsing van de wet bij verslaving Geesteszieke
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:6331
ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992
ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)
Nadere informatieInformatie voor betrokkene(n)
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc
Nadere informatieZIKOS Indicatieformulier
ZIKOS Indicatieformulier Doelgroep Op de afdeling ZIKOS (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie- en Stabilisatieafdeling) worden jongens en meisjes tot een leeftijd van 18 ar opgenomen bij wie sprake is
Nadere informatieInhoud. H.E. van der Horst. T.C. olde Hartman en P.L.B.J. Lucassen. A.H. Blankenstein. H. Woutersen-Koch
VII 1 Inleiding SOLK in de huisartsenpraktijk: begrippen en epidemiologie... 1 H.E. van der Horst 1.1 Wat is SOLK?... 2 1.2 Andere (veel)gebruikte termen.... 3 1.3 Relatie tussen SOLK en somatisatie....
Nadere informatieDe regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis
De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De Wet langdurige zorg (Wlz) wordt ook toegankelijk gemaakt voor cliënten vanaf 18 jaar met
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieP R O J U S T I T I A
straf volwassenen triple nietjesvariant schrijfwijzer 2014 documentbeheer NIFP Triple onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date:
Nadere informatieEerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn
Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Praat erover: 1. Je hoeft niet alles te weten of te begrijpen over euthanasie bij
Nadere informatieInformatie Piet Roordakliniek. Tactus
Informatie Tactus Behandelaanbod Forensische Verslavingskliniek De is een forensische verslavingskliniek en biedt behandeling aan cliënten die veelvuldig met justitie in aanraking zijn gekomen, langdurig
Nadere informatieRegistratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003
Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003 Versie 1.0 (Juni 2010) Pagina - 1 - van 7 Registratie-eisen en toetsingsprocedure
Nadere informatieGERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2016:382 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01533
ECLI:NL:PHR:2016:382 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 12-04-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer 15/01533 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieZIKOS Indicatieformulier
ZIKOS Indicatieformulier Doelgroep Op de afdeling ZIKOS (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie- en Stabilisatieafdeling) worden jongens en meisjes tot een leeftijd van 18 ar opgenomen bij wie sprake is
Nadere informatieZIKOS Indicatieformulier
ZIKOS Indicatieformulier Doelgroep Op de afdeling ZIKOS (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie- en Stabilisatieafdeling) worden jongens en meisjes tot een leeftijd van 18 ar opgenomen bij wie sprake is
Nadere informatieHet adolescentenstrafrecht
Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel
Nadere informatieLandelijke bestemming voor klinische observatie. Een beter beeld dankzij de diepgang. Ontwikkelingen rondom adolescenten
7 weken klinische observatie voor jongeren Forensisch Centrum Teylingereind Landelijke bestemming voor klinische observatie Interview mr. Ronny van de Water Een beter beeld dankzij de diepgang Vooruit
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieProeftuin Kleinschalige Voorziening Screening & Diagnostiek
Proeftuin Kleinschalige Voorziening Screening & Diagnostiek 1 Het Roer Om POO0844_FLD_Proeftuin_A5_fc_03_KJ.indd 1 21-06-17 16:27 Zorg en beveiliging op maat Justitiële jeugdinrichting (JJI) Juvaid, onderdeel
Nadere informatieVoorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging
Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876
ECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 25-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer 008231-04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatie