STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Privé Coiffures Vakopleiding

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO Privé Coiffures Vakopleiding Plaats : Hoorn Nh BRIN nummer : 25VA Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 30 september 2014 Datum vaststelling : 20 januari 2015

2 Pagina 2 van 25

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT Conclusie Vervolgtoezicht TOELICHTING OP DE BEOORDELING Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico's op relevante indicatoren Resultaat Kapper (Kapper) BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Kapper (Kapper), 25VA Pagina 3 van 25

4 Pagina 4 van 25

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in september 2014 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Privé Coiffures Vakopleiding (hierna PCV). Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. PCV is een niet-bekostigde instelling met 47 studenten in twee erkende middelbare beroepsopleidingen. De instelling heeft twee onderwijslocaties. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten en docenten. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het management deel uit van het onderzoek. De volgende opleiding is onderzocht: Gebied Opbrengsten 25VA Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten 25VA 91182, Kapper (Kapper) Gebied Examinering en diplomering 25VA 91182, Kapper (Kapper) Leerweg, niveau, locatie leerweg bol niveau 3, locatie Nieuwsteeg 1B, Hoorn De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Pagina 5 van 25

6 In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de resultaten van de analyse en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de onderzochte opleiding vindt u in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 25

7 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. Voorts geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen wij tot de conclusie dat er veel risico s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico s komen naar voren bij de kwaliteit van het onderwijsproces en de kwaliteit van de examens. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteitsborging bij PCV onvoldoende is. Wij gaan er op basis van deze conclusie vanuit, dat de instelling de kwaliteitsborging zo spoedig mogelijk verbetert en de bestaande risico's voor de onderwijskwaliteit verhelpt. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er veel risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er normaalgesproken toe dat we beperkt aanvullend toezicht uitvoeren. We voeren echter geen aanvullend vervolgtoezicht uit omdat de risico s reeds in beeld zijn en aanvullend toezicht geen nieuwe informatie oplevert. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we één opleiding onderzocht. Bij deze opleiding zijn tekortkomingen geconstateerd. In paragraaf 2.2 is het vervolg beschreven. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij PCV is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art ) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege Pagina 7 van 25

8 niet naleving van wettelijke vereisten. PCV krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleiding Het vervolgtoezicht voeren we bij voorkeur en voor zover mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is genoemde termijn in de waarschuwingsbrief van de minister leidend. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Kapper (Kapper), 25VA 91182, Nieuwsteeg 1B, Hoorn Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces is vanwege zwak onderwijs. naar kwaliteitsverbetering. Aangepast toezicht Na circa een jaar onderzoek onvoldoende (zwak De opleiding dient per direct onderwijs). onderwijs in Nederlands en rekenen te verzorgen. Kwaliteit examinering is onvoldoende. Kwaliteitsborging is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. Pagina 8 van 25

9 Bij niet naleven van wet- en regelgeving. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten in de WEB: artikel van de WEB betreffende het instellen van een examencommissie. artikel van de WEB betreffende het uitreiken van diploma s. De instelling herstelt de tekortkoming. Na 3 maanden onderzoekt de inspectie het herstel. artikel van de WEB betreffende de onderwijsovereenkomst. De instelling herstelt binnen 3 maanden na vaststellingsdatum rapport de wijze van inschrijving en de onderwijsovereenkomst. De inspectie onderzoekt het herstel bij de start van een nieuwe groep studenten. Pagina 9 van 25

10 3 TOELICHTING OP DE BEOORDELING In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging van PCV is onvoldoende omdat sturing, beoordeling en verbetering en verankering als onvoldoende zijn beoordeeld. De dialoog en verantwoording zijn wel als voldoende beoordeeld. Binnen PCV is het streven naar kwaliteit zichtbaar maar het ontbreekt vooralsnog aan een goed werkend kwaliteitszorgsysteem waardoor het systematisch werken aan kwaliteitszorg niet verankerd is in de organisatie. Zo ontbreekt het aan actuele kennis van wet- en regelgeving en wordt de kwaliteit van het onderwijs en de examinering niet periodiek door een onafhankelijke deskundige beoordeeld. Deskundigheidsbevordering krijgt op het moment ook te weinig prioriteit. Het ontbreekt aan een onafhankelijke blik van buiten naar binnen. Hierna geven we aan wat de tekortkomingen en de oorzaken zijn, welke zaken goed gaan en welke onderdelen beter kunnen. Wat betreft de sturing zien wij dat PCV een missie en doelstellingen heeft geformuleerd en hierover in verschillende documenten verantwoording aflegt. Pagina 10 van 25

11 Het ontbreekt echter aan voldoende scherp geformuleerde kwaliteitsdoelstellingen waardoor het systematisch volgen of deze doelstellingen worden gerealiseerd niet goed mogelijk is. Kennis van wet- en regelgeving schiet tekort. De wijze waarop PCV actuele informatie vergaart en binnen de instelling deelt is weinig gestructureerd en effectief. De instelling is onvoldoende op de hoogte van externe ontwikkelingen buiten het eigen vakgebied. Hierbij denken wij voornamelijk aan ontwikkelingen in wet- en regelgeving en op het gebied van de eisen voortvloeiend uit en passend bij de vernieuwde kwalificatiestructuur. PCV hanteert nog veelvuldig verouderde begrippen en benamingen. Het niet op de hoogte zijn van actuele onderwijsontwikkelingen en ontwikkelingen in wet- en regelgeving is een risico omdat er in onvoldoende mate op de juiste zaken gestuurd kan worden. De beoordeling is onvoldoende omdat monitoringsgegevens niet structureel worden geanalyseerd en vertaald naar concrete acties of maatregelen. Ook beoordeelt PCV niet regelmatig en betrouwbaar met behulp van een onafhankelijke deskundige, de kwaliteit van het onderwijs en de examinering. De instelling volgt wel de tevredenheid van de studenten en de trend van toetsscores. Hiernaast bevraagt PCV regelmatig studenten en docenten over de kwaliteit van het onderwijs. De verbetering en verankering van kwaliteitszorg is onvoldoende omdat het werken aan kwaliteit nog onvoldoende systematisch, gestructureerd en diepgaand plaatsvindt. Wij missen de blik van buiten naar binnen. PCV is onvoldoende alert op het ontvangen van externe signalen en mist hierdoor wijzigingen in wet- en regelgeving en onderwijsontwikkelingen. Zo wordt er geen onderwijs in Nederlands en rekenen aangeboden en het onderdeel Nederlands wordt niet geëxamineerd. Hiernaast krijgt ook de deskundigheidsbevordering van het personeel te weinig aandacht. Het management is informeel op de hoogte van de kwaliteit van de docenten en assessoren. Er zijn te weinig maatregelen en instrumenten in werking gesteld om de kennis en de bekwaamheid van de medewerkers te verhogen en te onderhouden. De dialoog en verantwoording is voldoende. De studenten, docenten en medewerkers van de onder eigen beheer vallende PC kapsalons (Privé Coiffures Haarmode) worden regelmatig geïnformeerd en geraadpleegd. Een aandachtspunt voor PCV is om gebruik te maken van de input van de verschillende praktijkbegeleiders vanuit kapsalons die niet onder de eigen organisatie vallen. Pagina 11 van 25

12 3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Kwaliteit onderwijs. Het risico voor de onderwijskwaliteit zien we als matig tot hoog omdat de instelling geen onderwijs in Nederlands en rekenen aanbiedt en omdat de beroepspraktijkvorming tekortkomingen vertoont. De tekortkomingen vormen een herkenbaar patroon. De studenten krijgen voldoende onderwijs in de beroepsgerichte onderdelen maar geen onderwijs in de generieke vaardigheden. Ook de begeleiding en voorbereiding vanuit de instelling tijdens de beroepspraktijkvorming schiet te kort. Kwaliteit examinering. Wij beoordelen het risico voor de kwaliteit van de examinering als matig tot hoog. De beroepsgerichte examens worden via het samenwerkingsverband STEBB ingekocht. In het beroepsgerichte exameninstrumentarium en de wijze van beoordeling en afname zien we geen noemenswaardige risico s. De risico s komen voort uit het niet examineren van het onderdeel Nederlands en het proces van diplomering. Behalve dat er geen wettelijk vereiste examencommissie is, beslist PCV op ondeugdelijke gronden tot het verstrekken van een diploma. Ook geeft het management, dat optreedt als informele examencommissie, in onvoldoende mate invulling aan haar verantwoordelijkheid. Het bevordert de eigen deskundigheid en die van docenten en assessoren in onvoldoende mate. Opbrengsten. In dit onderzoek is geen beoordeling over opbrengsten mogelijk omdat er nog geen opbrengstgegevens van de opleiding beschikbaar zijn. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers. Studenten, ouders en verzorgers en medewerkers zijn over het algemeen tevreden. Dit blijkt uit de ingevulde enquêtes en uit de gesprekken. Het risico wordt als geen of gering beoordeeld. Pagina 12 van 25

13 Stabiliteit organisatie en management. Het risico voor de stabiliteit van de organisatie en het management wordt als geen tot gering beoordeeld. De organisatie kent geen vacatures en lijkt stabiel. Samenvattend Wij zien veel risico's voor de onderwijskwaliteit. We hebben namelijk bij de onderzochte opleiding tekortkomingen geconstateerd op het gebied van het onderwijs en de examinering. Binnen PCV is het streven naar kwaliteit zichtbaar evenals de mentaliteit om aan verbeteringen te werken. Het ontbreekt op het moment echter aan de benodigde structuren om de kwaliteitszorg te verankeren binnen de organisatie. Zo ontbreekt het aan actuele kennis van wet- en regelgeving en wordt de kwaliteit van het onderwijs en de examinering niet periodiek door een onafhankelijke deskundige beoordeeld. Ook wordt de deskundigheid van het personeel onvoldoende bevorderd. 3.3 Resultaat Kapper (Kapper) Het kwaliteitsonderzoek bij Kapper (Kapper), 25VA 91182, niveau 3, locatie Hoorn heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs, onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de onderzochte kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma Pagina 13 van 25

14 Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Privé Coiffures Vakopleiding (PCV) is een niet-bekostigde instelling die opleidt tot het beroep van kapper. Studenten worden zowel op niveau 2 als niveau 3 ingeschreven en krijgen na afronding twee diploma s. Studenten volgen het eerste leerjaar op niveau 2 en leren dan de basisvaardigheden van het kappersvak. In het tweede leerjaar volgen de studenten het onderwijs op niveau 3 en dienen zij meer zelfstandigheid te tonen. Studenten gaan vier dagen in de week naar school en lopen in het tweede leerjaar één of twee dagen in de week stage. Studenten krijgen in relatief kleine groepen intensief onderwijs in de benodigde beroepsvaardigheden en worden degelijk voorbereid op de beroepsgerichte praktijkexamens. De praktijkexamens worden ingekocht bij het samenwerkingsverband STEBB en worden door externe assessoren afgenomen. Pagina 14 van 25

15 Er wordt geen onderwijs in de generieke vakken als Nederlands en rekenen gegeven. Ook worden deze onderdelen niet geëxamineerd. Het management heeft te weinig zicht op de ontwikkelingen in wet- en regelgeving waardoor de kwaliteit onvoldoende gewaarborgd is. Daarnaast zien wij op het terrein van de beroepspraktijkvorming verschillende tekortkomingen. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is onvoldoende omdat de samenhang en de beroepspraktijkvorming (bpv) onvoldoende zijn. Hierna geven we aan wat de tekortkomingen en de oorzaken zijn en welke zaken goed gaan. De samenhang is onvoldoende omdat Nederlands en rekenen geen onderdeel uitmaken van het onderwijsprogramma. Ook is er in onvoldoende mate een wisselwerking tussen het onderwijs binnen de instelling (waaronder de theorie) en de ervaring uit de beroepspraktijk. Studenten missen hiernaast een overzicht van de planning die ook buiten school te raadplegen is. Dit is een aandachtspunt. Maatwerk, leertijd en didactisch handelen beoordelen we als voldoende. Studenten kunnen in principe op verschillende momenten in het jaar instromen. Afhankelijk van de kennis en het niveau van de student kan deze sneller door de opleiding. Verdieping, vertraging of extra begeleiding is ook mogelijk. De praktijkdocent heeft goed zicht op de vorderingen en op het niveau van een student en kan aan de hand hiervan gepaste maatregelen nemen. De leertijd wordt voldoende benut en de opleiding is voor een gemiddelde student uitvoerbaar. Studenten zijn vier dagen per week van 9 tot 17 uur bezig met het trainen en inslijpen van de beroepsvaardigheden. De geobserveerde leeractiviteiten zijn gestructureerd. De groep is klein en de mate van individuele begeleiding is hoog. De interactie tussen studenten en docenten is adequaat en gericht op overdracht van kennis, houding en vaardigheden. Er is voldoende ruimte om vragen te stellen. Docenten kennen de studenten en hun niveau of zorgbehoefte en spelen hier in voldoende mate op in. De student krijgt tijdens de praktijklessen in voldoende mate instructie, uitleg of aanwijzingen. Ook hoeven studenten niet lang te wachten voordat het gemaakte werk wordt nagekeken of gecontroleerd. Hiernaast krijgen studenten ook feedback op gemaakte theoretische opdrachten en klassikaal worden uitslagen van toetsen besproken. Studenten zijn tevreden over de docenten en de wijze van begeleiden. Volgens de studenten is de sfeer en begeleiding goed en wordt initiatief beloond en gestimuleerd. Pagina 15 van 25

16 De intake, plaatsing, studieloopbaanbegeleiding en de zorg zijn voldoende. De intake en plaatsing worden bondig vormgegeven; studenten krijgen een kennismakingsgesprek en intake in één. Tijdens het gesprek wordt naar de motivatie, vooropleiding en specifieke zorgbehoeftes gevraagd. Plaatsing vindt bijna altijd plaats. Het niveau van Nederlands en rekenen wordt niet getest. De informatievoorziening tijdens de opleiding is voornamelijk informeel en mondeling. Een punt van aandacht is dat in de studiegids en in andere documenten nog steeds verouderde begrippen worden gebruikt waardoor de informatie niet actueel is. De vorderingen van studenten houdt de docent bij en op het gemaakte werk in Lespas wordt feedback gegeven. Voor zorgvraagstukken kunnen studenten in eerste instantie bij de docent terecht en worden indien nodig doorverwezen naar een professionele hulpverlener. Positief is dat de instelling sinds kort een vertrouwenspersoon heeft aangesteld. Opmerkelijk is wel dat de vertrouwenspersoon gelieerd is aan een personeelslid van de instelling. Het is de vraag of deze persoon voldoende onafhankelijk kan opereren. De beroepspraktijkvorming is onvoldoende omdat de opleiding in onvoldoende mate studenten en leerbedrijven voorbereidt op de beroepspraktijkvorming en in onvoldoende mate de uitvoering van de gemaakte afspraken volgt, bewaakt en zorgt voor reflectie op de leerervaringen. De plaatsing en begeleiding door het bedrijf achten wij wel voldoende. Studenten lopen in het tweede studiejaar één of twee dagen per week stage bij een bpv-bedrijf. Studenten dienen zelf te solliciteren naar een stageplek. Positief is dat uiteindelijk elke student een plek vindt aangezien de instelling ook verschillende kapsalons in eigendom heeft in de regio. Het nadeel van het plaatsen van studenten bij een PC kapsalon is dat studenten in een vrij beschermde en minder realistische omgeving stage lopen. Dit is een aandachtspunt. PCV neemt adequaat maatregelen wanneer een student aangeeft dat de stageplek niet bevalt of het proces niet goed verloopt. De opleiding reageert echter voornamelijk reactief en niet proactief op zaken aangaande de beroepspraktijkvorming. De kwaliteit kan aan kracht winnen indien PCV hierin een meer proactieve houding aanneemt en het contact met de opleidingsbedrijven intensiveert. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om de bpv adequaat vorm te kunnen geven. De informatie vooraf over de beroepspraktijkvorming is summier en biedt weinig houvast voor de invulling van de beroepspraktijkvorming voor studenten én voor de bedrijven. De schriftelijke informatie bestaat uit een lijst met vaardigheden die op vier momenten tijdens de bpv-periode afgetekend dient te worden en een strippenkaart waarop de dagen worden genoteerd. De tussentijdse sturing of controle hierop is beperkt. Het gevolg is dat de begeleiding door het Pagina 16 van 25

17 opleidingsbedrijf sterk afhankelijk is van het desbetreffende bedrijf en niet bewaakt wordt door de opleiding. De contacten tussen opleiding en externe bpvbedrijven zijn beperkt en vindt sporadisch telefonisch plaats. De voortgang van de student wordt niet structureel besproken door de opleiding en het bedrijf en de student wordt in dit proces te weinig betrokken. De opleiding kan hierdoor onvoldoende signaleren of een student voldoende leert tijdens de beroepspraktijkvorming. De houding van de opleiding ten aanzien van de beroepspraktijkvorming is ook enigszins ambivalent: Alles wat op stage wordt geleerd, is mooi meegenomen. Een duidelijk leerdoel ontbreekt. Examinering en diplomering De kwaliteit van de examinering en diplomering is onvoldoende doordat Nederlands niet geëxamineerd wordt. Daarmee worden de eisen uit het kwalificatiedossier niet gedekt en vindt diplomering op onterechte gronden plaats. Hieronder zullen wij de tekortkomingen nader toelichten en aangeven wat goed gaat en wat beter kan. Het beroepsgerichte exameninstrumentarium is ontwikkeld door de Stichting Examens in de Beauty Branche (STEBB). Dit materiaal wordt ongewijzigd ingezet en is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De volgende argumenten zijn hiervoor gebruikt: het materiaal is transparant en het beoordelingsvoorschrift is eenduidig. Het instrumentarium dekt alle werkprocessen uit het kwalificatiedossier. De afname en beoordeling hebben wij als voldoende beoordeeld. Dit oordeel is met name gebaseerd op de betrouwbare wijze waarop het beroepsgerichte examen wordt afgenomen. Er zijn tijdens een beroepsgericht examen altijd twee assessoren aanwezig voor de beoordeling; één van de assessoren komt van buiten de instelling en uit de assessorenpool van STEBB en de andere assessor wordt door PCV geleverd. Hiernaast treedt op de dag van het examen een medewerker van PCV op als secretaris en iemand als bedrijfsleider. De twee assessoren dienen tot een gezamenlijk eindoordeel te komen, wanneer dit niet lukt neemt de bedrijfsleider een beslissing. Bij twijfel kan ook een evaluatiegesprek met de student ingepland worden. De diplomering is onvoldoende door het ontbreken van een examen Nederlands. Opvallend is dat PCV formeel geen examencommissie heeft maar dat de taken in de praktijk wel door de twee onderwijsmanagers worden ingevuld. Beide personen controleren of studenten kunnen opgaan voor de Proeve van bekwaamheid en of er een diploma verstrekt kan worden. De beide onderwijsmanagers overleggen niet op vaste tijdstippen of via een vastgestelde structuur maar overleggen wanneer nodig. De besluitvorming aangaande de Pagina 17 van 25

18 diplomering is desondanks onvoldoende omdat het de verantwoordelijkheid van de examencommissie is om toe te zien dat aan alle exameneisen (uit het kwalificatiedossier) is voldaan. Binnen PCV heeft dit niet plaatsgevonden en zijn er diploma s verstrekt zonder dat Nederlands is geëxamineerd. De examencommissie had hier op moeten toezien. PCV zal een examencommissie in moeten stellen en diploma s door de examencommissie dienen uit laten reiken. Doordat de twee onderwijsmanagers betrokken zijn bij de beroepsgerichte examinering heeft PCV zicht op de afname en beoordeling van de examens. De onderwijsmanagers denken na over welke verbeteringen in het examenproces mogelijk zijn. Wat betreft de generieke examenvereisten geeft PCV onvoldoende invulling aan haar verantwoordelijkheid omdat Nederlands en rekenen niet worden geëxamineerd. De in te stellen examencommissie zal zich grondiger, frequenter en door verschillende of meer betrouwbare bronnen dienen te laten informeren over examenontwikkelingen, ook wat betreft de generieke onderdelen. Ook de deskundigheidsbevordering van de assessoren en docenten is niet toereikend op dit gebied. Opbrengsten In dit onderzoek is geen beoordeling over opbrengsten mogelijk omdat er nog geen opbrengstgegevens van de opleiding beschikbaar zijn. Kwaliteitsborging Het oordeel over de kwaliteitsborging van de opleiding valt samen met de beoordeling van kwaliteitsborging op instellingsniveau en is reeds in paragraaf 3.1 beschreven. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen. Allereerst kan er tussen het bevoegd gezag en de student niet één onderwijsovereenkomst worden aangegaan voor twee beroepsopleidingen. Dit is in strijd met de doelstelling van de wetgever, zoals verwoord in artikel van de WEB. Zowel de onderwijsovereenkomst als de inschrijving dient in beginsel aangegaan te worden voor één beroepsopleiding of een deel daarvan. Studenten die weten voor welk beroep en welk diploma ze willen worden opgeleid, dienen direct ingeschreven te worden voor de betreffende kwalificatie en sluiten hiervoor een onderwijsovereenkomst met het bevoegd gezag. Indien een student twee opleidingen tegelijkertijd wil volgen dan dienen er ook twee Pagina 18 van 25

19 onderwijs- overeenkomsten afgesloten te worden. In ieder geval dient de student in de gelegenheid te worden gesteld om twee inhoudelijke onderwijsprogramma s te volgen en het bevoegd gezag dient twee onderwijsprogramma s te verzorgen. Op dit moment volgen studenten maar één onderwijsprogramma, maar krijgen zij aan het einde van twee jaar wel twee diploma s. Behalve de strijdigheid met de WEB is het niet in lijn met het gestapelde karakter van de huidige kwalificatiestructuur. Studenten die aan de vooropleidingseisen van een niveau 3 opleiding voldoen, zoals verwoord in artikel 8.2.1, derde lid, van de WEB, kunnen direct ingeschreven worden op een niveau 3 opleiding, zij dienen dan aan het einde van de opleiding alleen een niveau 3 diploma te ontvangen en niet tevens een diploma voor niveau 2. Studenten die niet aan de vooropleidingseisen van een niveau 3 opleiding voldoen, dienen ingeschreven te worden voor een niveau 2 opleiding en kunnen pas na afronding en diplomering van de niveau 2 opleiding opstromen naar een niveau 3 opleiding. Niveau 3 kan vervolgens verkort afgerond worden. Ten tweede ontbreekt er binnen de instelling een examencommissie. Hiermee is niet voldaan aan artikel van de WEB. Op basis van de WEB dient het bevoegd gezag van een instelling een examencommissie in te stellen ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens. Ten derde, door het ontbreken van een examencommissie worden de diploma s niet op correcte wijze uitgereikt. Op grond van artikel van de WEB dient de examencommissie ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd een diploma uit te reiken. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten Er kan geen oordeel worden gegeven ten aanzien van het naleven van de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier weken voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Er kan tevens geen oordeel worden gegeven ten aanzien van het naleven van de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Beide onderwerpen zijn weliswaar onderzocht, er waren echter geen studenten die voor melding in aanmerking kwamen zodat niet kan worden vastgesteld of de instelling de geldende termijn hanteert. Gezien de methode van registreren van verzuim hebben wij er echter vertrouwen in dat indien wettelijke meldingen of vervolgmeldingen aan de orde zouden zijn, dit juist en tijdig gebeurt. Wij zullen daarom geen vervolgonderzoek uitvoeren. Pagina 19 van 25

20 De opleiding voldoet aan de wettelijke verplichting om in de onderwijsovereenkomst het verzuimbeleid kenbaar te maken. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.3, derde lid, onderdeel f, van de WEB. In de onderwijsovereenkomst staat een verwijzing naar de studiegids waarin de regels aangaande verzuim staan vermeld. Punt van aandacht is dat de opleiding de wettelijke regels aangaande verzuim scherper in de studiegids dient te verwoorden. Pagina 20 van 25

21 4 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Pagina 21 van 25

22 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Pagina 22 van 25

23 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Pagina 23 van 25

24 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Kapper (Kapper), 25VA Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang Inhoud Programmering 1.2 Maatwerk Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd Benutting Werkdruk 1.5 Leeromgeving Schoolklimaat Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing Voorlichting Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door leerbedrijf Begeleiding door de opleiding Pagina 24 van 25

25 Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering Dekking van het kwalificatiedossier Cesuur Beoordelingswijze Transparantie 2.2 Afname en beoordeling* Authentieke afname Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* Besluitvorming diplomering Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * Plannen Informatie Continuïteit 4.2 Beoordeling * Monitoring Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * Verbeteraanpak Deskundigheidsbevordering Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording Intern Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten Pagina 25 van 25