Kwaliteitstraject AZR definitief april 2011

Transcriptie

1 Kwaliteitstraject AZR definitief april 2011 Inleiding Het Kwaliteitstraject vindt plaats onder regie van VWS en in samenwerking met ZN en het CVZ. Het Kwaliteitstraject heeft als doel om vast te stellen welke kwaliteitseisen aan AZR gesteld moeten worden om ervoor te zorgen dat zowel de implementatie van AZR3.0 als het declareren in de AWBZ probleemloos gerealiseerd worden en de data in de keten consistent is. In dit document is de scope van het kwaliteitstraject vastgelegd en zijn de onderwerpen waarop actie ondernomen dient te worden, voor en na de migratie van AZR 2.2 naar AZR 3.0, benoemd. Bijlage 1 bevat een nadere uitwerking van Zorgverzekeraars Nederland. Deze bijlage bevat de uitwerking van het Kwaliteitstraject vanuit het gezichtspunt van de zorgkantoren. De implementatie van AZR 3.0 vindt plaats op 1 juli Het Kwaliteitstraject is geen belemmering voor de implementatie van AZR3.0. Voor het kwaliteitstraject zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Voor intramuraal is er 1 taal (ZZP) in de keten; - Het berichtenverkeer wordt bij het kwaliteitstraject tot een minimum beperkt; - Ketenpartijen zijn zelf verantwoordelijk voor de conversie van de eigen database van AZR 2.2 naar AZR 3.0; - Migratie van AZR 2.2. naar AZR 3.0 vindt plaats conform een basisset van gezamenlijk vastgestelde migratieregels; - Ketenpartijen streven naar maximale betrouwbaarheid en consistentie van data in de keten; - Initiële vulling leveringsstatussen voor intramurale indicaties met een ZZP toewijzing; voor extramurale indicaties vindt de vulling van de leveringsstatus geleidelijk plaats. Randvoorwaarde - Systemen van ketenpartijen zijn vóór de implementatiedatum voorbereid op de overgang naar AZR 3.0. Vóór implementatiedatum AZR 3.0 (1 juli 2011) Voorbereiding voor omzetting naar zorgzwaartepakketten Voor wat betreft de migratie van verblijfsindicaties van AZR2.2 naar AZR3.0 is het onderscheid van belang tussen ZZP-besluiten en functiegerichte besluiten: ZZP besluiten Bij ZZP-besluiten is de activiteitcode gelijk aan de ZZP-code. Omzetting van functies naar zorgzwaartepakket vindt plaats volgens conversieregels (Document AZR3.0 Migratie en Conversie). Functiegerichte besluiten Bij functiegerichte besluiten is geen activiteitcode aanwezig die overeenkomt met een ZZP-code. Hierbij is op grond van de activiteitcodes niet vast te stellen welk ZZP het betreft. Deze besluiten worden omgezet naar een onbepaald zorgzwaartepakket. Activiteitcode 998 Om de conversie naar een onbepaald zorgzwaartepakket voor te bereiden, wordt ten behoeve van ZZPX (Onbepaald zorgzwaartepakket, zorgzwaartepakketcode 998, COD163-CIZ)) de activiteitcode 998 opgenomen in de activiteitcodetabel van AZR2.2 (COD743-VEKT). Activiteitcode 998 wordt alleen opgenomen ten behoeve van functie 72 verblijf langdurig. Zorgkantoren, zorgaanbieders en het CAK nemen een activiteit met deze code op bij de functies langdurig verblijf, waaraan geen zzp-activiteitcode gekoppeld is. Dit is van toepassing op zowel indicatiebesluit, zorgtoewijzing als melding aanvang zorg en is ook van toepassing op bovenregionale cliënten. Het toevoegen van genoemde activiteit geldt voor alle actuele besluiten. Het opnemen van activiteitcode 998 heeft als resultaat dat ook de functiegerichte besluiten op grond van de gekoppelde zzp-activiteitcode na de implementatiedatum volgens de conversieregels geconverteerd kunnen worden naar een zorgzwaartepakket Kwaliteitstraject AZR definitief 1/20

2 Acties 1. Activiteitcode toevoegen t.b.v. ZZP onbepaald (998) aan de activiteitcodetabel actie CVZ; zo spoedig mogelijk (is gerealiseerd) 2. Functiegerichte besluiten (niet ZZP) omzetten naar ZZP onbepaald: activiteit koppelen (toevoegen) aan functie langdurig verblijf; actie ZK, ZA en CAK 3. Bestandsvergelijking zorgkantoren en CAK. Afspraken: - er vindt géén berichtenverkeer plaats - aanvulling functie 72 met activiteit 998 vindt plaats vóór de implementatiedatum AZR3.0 - berichten die activiteitcode 998 bevatten worden op grond van deze activiteitcode niet afgekeurd Toelichting: vulling vindt geleidelijk plaats. Langzamerhand zal activiteitcode 998 ook in het berichtenverkeer voorkomen. Berichten die deze code bevatten, mogen niet afgekeurd worden. Voorbereiding overige zaken Gelijktijdig met de voorbereiding op de omzetting naar zorgzwaartepakketten dienen de zorgkantoren in overleg met de betrokken zorgaanbieders een oplossing te zoeken met betrekking tot de volgende onderwerpen: - Samenvoegen gesplitste zorgtoewijzingen (1 hoofdaannemer verantwoordelijk/geen onderaannemers meer zichtbaar in AZR); - ZZP VG5/VG8; - ZZP (onbepaald); uitzoeken situaties waarbij verblijf wordt geleverd, maar op overige functies geen MAZ is ontvangen; - OB/AB; omzetten naar BG-GRP; (dit komt terug in het coördinatieoverleg) - Cliënten zonder indicatiebesluit in AZR Kwaliteitstraject AZR definitief 2/20

3 Ná implementatiedatum AZR3.0 Vastleggen soort zorgtoewijzing Alternatieve zorgtoewijzing/overbruggingszorg zorgtoewijzing. Zowel zorgkantoor als ook zorgaanbieder: - Als VBLDU ingetrokken is, en er daarna aansluitend extramurale zorg is toegewezen, dan is deze extramurale zorg Alternatieve zorg; - Als VBLDU niet is ingetrokken, èn geen zorglevering op het verblijf gemeld is, èn tegelijkertijd extramurale zorg geleverd is, dan is deze extramurale zorg Overbruggingszorg; - Geen berichtenverkeer. Vastleggen leveringsstatussen - Betreft initiële vulling die wordt uitgevoerd door zorgkantoor en zorgaanbieder; - Start zodra de zorgaanbieder gereed is om over te gaan op AZR3.0; - Vindt plaats in overleg met de betreffende zorgaanbieder; - Er vindt géén berichtenverkeer plaats; - Wordt alleen voor intramurale besluiten uitgevoerd; extramurale besluiten niet omdat deze een korte geldigheidsduur hebben; leveringsstatus hiervan wordt vanzelf op relatief korte termijn goed gevuld (bijv. door herindicatie) ZZP volledig in zorg Cliënt is opgenomen, waarbij de toegewezen klasse van het verblijf = geleverde klasse van het verblijf. Zowel zorgkantoor als ook zorgaanbieder: Converteren naar leveringsstatus In zorg ; Geen berichtenverkeer. ZZP geen zorg Cliënt is (nog) niet opgenomen (cliënt is niet in zorg of ontvangt extramurale zorg). Zowel zorgkantoor als ook zorgaanbieder: - Als meest actuele bericht van zorgaanbieder = MUT met Code reden mutatie 12 (Cliënt wil de zorg nu (nog) niet), dan vastleggen van leveringsstatus Einde zorgvraag ; - Als meest actuele bericht van zorgaanbieder = MUT met Code reden mutatie 18, dan vastleggen van leveringsstatus Wens wachtend ; - Geen berichtenverkeer. Wanneer de geconverteerde leveringsstatus niet juist is, dan kan de zorgaanbieder contact opnemen met het zorgkantoor om dit te laten corrigeren. Motivatie van de gemaakte keuzes: Zowel bij MUT12 als bij MUT18 bestaan twee mogelijke leveringsstatussen. Bij MUT12 zijn de mogelijke leveringsstatussen Slapend wachtend en Einde zorgvraag. In AZR2.2 wordt de zorgtoewijzing na ontvangst van een MUT 12 altijd ingetrokken. Hier hoort de leveringsstatus Einde zorgvraag bij. Bij MUT18 zijn de mogelijke leveringsstatussen Actief wachtend en Wenswachtend. Hier is gekozen voor de leveringsstatus die in deze situatie het meest waarschijnlijk is. ZZP onvolledig in zorg Cliënt is opgenomen, maar voor minder etmalen per week (lagere klasse) dan toegewezen. Zowel zorgkantoor als ook zorgaanbieder: - Converteren naar leveringsstatus Actief wachtend ; - Geen berichtenverkeer Ook hier is, om berichtenverkeer te voorkomen, een keuze gemaakt. Gekozen is voor de leveringsstatus die het meest in het belang van de cliënt is. Wanneer de geconverteerde leveringsstatus niet juist is, dan kan de zorgaanbieder contact opnemen met het zorgkantoor om dit te laten corrigeren Kwaliteitstraject AZR definitief 3/20

4 Schematische weergave ten behoeve van het vaststellen van de leveringsstatus: In zorg Actief wachtend Einde zorgvraag Wens wachtend Definities leveringsstatussen Ter verduidelijking van bovenstaande volgen hieronder de definities van de verschillende leveringsstatussen zoals deze zijn opgenomen in BEP en in het Handboek Zorgregistratie AWBZ: In zorg Status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg volledig ontvangt. Slapend wachtend Status die aangeeft dat de cliënt de geïndiceerde zorg nu nog niet wil ontvangen. Wens wachtend Status die aangeeft dat de cliënt de geïndiceerde zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder. Actief wachtend Cliënt wil geïndiceerde zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil). Einde zorgvraag Status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg niet (meer) ontvangt en de zorgtoewijzing is afgesloten. Bijvoorbeeld door overlijden of zorgweigering Kwaliteitstraject AZR definitief 4/20

5 Bijlage 1 Kwaliteitstraject AZR In het kwaliteitstraject AZR, zoals dat is gepubliceerd op de site van CVZ, zijn een aantal onderwerpen benoemd die dienden te worden opgepakt door een of meerdere ketenpartijen teneinde te komen tot een verbetering van de data in AZR 2.2. Vanuit het gezichtspunt van de zorgkantoren is in dit document de uitwerking van die onderwerpen gemaakt. Deze onderwerpen spelen een rol tijdens de conversie en migratie van AZR 2.2 naar AZR 3.0. Deze onderwerpen raken ook de conversie en migratie bij de zorgaanbieders/softwareleveranciers en het CAK. Alle zorgkantoren hebben zich gecommitteerd om de hier beschreven uitwerking te volgen. Van belang is dat de zorgaanbieders/softwareleveranciers en het CAK dit ook doen om te komen tot een gelijke set aan data in alle databases. Auteurs: Johan Boonstra/Peter Everloo Zorgverzekeraars Nederland Versie 1.0 Datum: 6 april Kwaliteitstraject AZR definitief 5/20

6 Inhoud Minimale dataset...7 Indicatiebesluiten...8 Zorgtoewijzingen...8 Leveringsstatus...10 Omzetten VG5-oud naar VG5/VG Cliënten in zorg met IB, maar niet in AZR...15 Gesplitste functies in de zorgtoewijzingen...16 Omzetten OB/AB naar BG-Grp...17 MUT 11 conversie...18 Activiteiten na 1 juli Initieel vullen partnerverblijf Initieel vullen Volledig Pakket Thuis (VPT) Sectorvreemd Persoonsgebonden budget (PGB) Kwaliteitstraject AZR definitief 6/20

7 Minimale dataset AZR wordt al meerdere jaren gebruikt door de ketenpartijen. In de loop van de afgelopen jaren zijn een aantal acties uitgevoerd om alle cliënten die zorg krijgen ook geregistreerd te krijgen in de AZR systemen. Als voorbeeld noemen we o.a. de het traject Ultieme Vulling. Verder zijn er diverse wijzigingen geweest in de taal in de keten. AZR begon met een registratie van zorgproducten. Deze werden later vervangen door functies en klassen. Met de komst van AZR 2.2 vindt er ook een registratie plaats van de zorgzwaartepakketten. De implementatie van AZR 3.0 is een natuurlijk moment om een opschoning uit te voeren van de vastgelegde data en een bewuste keuze te maken van de data die meegenomen wordt vanuit de oude omgevingen naar AZR 3.0. Ter bepaling van de minimale dataset hebben we ons de volgende twee vragen gesteld: 1. Wat moet geconverteerd worden om de reguliere werkzaamheden van zorgregistratie te kunnen voortzetten? 2. Welke informatie (cliënten en data) willen/moeten zorgverzekeraars minimaal overgedragen krijgen t.b.v. Uitvoering AWBZ voor Eigen Verzekerden? Op basis van de antwoorden komen we tot de volgende afbakening: Alle indicatiebesluiten met een datum geldigheid (einde) indicatiebesluit liggend op of na 1 januari 2011 van op 1 januari 2011 in leven zijnde cliënten. Alle PGB cliënten waarvan het PGB over 2010 nog niet definitief is afgerond (zitten nog in de intensieve controle, er loopt een bezwaarprocedure e.d.) Hoewel deze set op zich voldoende aanknopingspunten biedt voor AZR 3.0 vinden de zorgkantoren deze periode als basis voor een verantwoorde uitvoering van AZR iets te krap. Om die reden heeft men besloten dat de minimale te converteren dataset de volgende is: Alle indicatiebesluiten, inclusief de bijbehorende berichten, met een datum geldigheid liggend op of na 1 januari De overige data (historie) kan worden gearchiveerd Kwaliteitstraject AZR definitief 7/20

8 Indicatiebesluiten De conversieregels voor indicatiebesluiten zijn opgenomen in het document Migratie en Conversie AZR 3.0 maart 2011 ( Zorgtoewijzingen Uitgangspunten 1. Er is alleen sprake van overbruggingszorg bij een verblijfsindicatie. 2. Iemand overbrugt alleen als de cliënt de verblijfszorg nog wel wil ontvangen ( VB-LDU is nog niet volledig gerealiseerd, wel een toewijzing) 3. Zaken m.b.t. overlap in tijdslijnen lost elk zorgkantoor in overleg met zorgaanbieders op voor de eigen database. 4. Het gehele ZZP wordt door één zorgaanbieder geleverd, met eventueel een uitzondering voor BG-GRP. De uitzondering BG-GRP geldt niet voor V&V ZZP s. 5. Toewijzingen van delen van een ZZP naar andere AGB s moeten vooraf worden opgelost door zorgkantoren, met uitzondering van bovengenoemde situatie met betrekking tot BG-GRP. 6. Levering van een lagere klasse op een onderliggende functie van een ZZP heeft geen invloed. Het ZZP wordt als geleverd beschouwd indien er ten minste een volledige MAZ op functie 72 is. 7. De sleuteldatum wordt niet geconverteerd. 8. Extramurale functies die worden geleverd voor of na de tijdlijnen van geïndiceerd verblijf langdurig worden, indien de activiteitcodes van deze extramurale functies overeenkomen met de activiteitcode van de geïndiceerde verblijfsfunctie, opgeknipt langs de tijdlijnen van de geïndiceerde verblijfsfunctie. 9. Extramurale functies met een activiteitcode die afwijkt van de activiteitcode van de geïndiceerde verblijfsfunctie worden niet langs de tijdslijnen van de geïndiceerde verblijfsfunctie opgeknipt. N.B.: hierbij is dan sprake van een indicatiebesluit met zowel een ZZP, alsook extramurale zorg geïndiceerd. 10. Extramurale functies met een activiteitcode die afwijkt van de verblijfsfunctie worden niet langs de tijdslijnen van de verblijfsfunctie opgeknipt. 11. De extramurale functies die buiten de tijdlijn van het geïndiceerde verblijf vallen krijgen de ZTW-soort regulier, en volgen de reguliere conversie van extramurale functies. Op de volgende pagina kunt u de beslisboom vinden die door zorgkantoren wordt gebruikt bij de conversie van zorgtoewijzingen. De beslisboom dient voor elke separate zorgtoewijzing te worden toegepast Kwaliteitstraject AZR definitief 8/20

9 Kwaliteitstraject AZR definitief 9/20

10 Leveringsstatus In dit deel zijn twee beslisbomen opgenomen om de leveringsstatus bij het ZZP-record en de functies in AZR3.0 te kunnen vullen. Deze beslisbomen zijn een nadere uitwerking van de beslisboom op pagina 4 van het definitieve document Kwaliteitstraject AZR van april Belangrijk: Alvorens de beslisbomen uit dit hoofdstuk toe te passen dient eerst de conversie naar het ZZP record uitgevoerd te zijn. Beslisboom 1: Leveringsstatus ZZP, Verblijf Kortdurend (fc 71) en Begeleiding Groep (fc 82) Beslisboom 2: Leveringsstatus extramurale functies Deze uitwerkingen wijken op details af van de uitwerking op pagina 4. ZN heeft hier in overleg met de zorgkantoren bewust voor gekozen. Door af te wijken worden de administratieve lasten bij de zorgaanbieders bij de overgang van AZR 2.2 naar AZR 3.0 zoveel mogelijk beperkt. Het betreft dan ook alleen de reeds bestaande cliëntsituaties in AZR 2.2. De afwijkingen in de uitwerking betreffen concreet de volgende situaties: 1. Beslisboom 1 en 2, onderdeel MAZ: als de geleverde klasse kleiner is dan de toegewezen klasse wordt de leveringsstatus slapend wachtend in plaats van actief wachtend; 2. Beslisboom 1, onderdeel MUT: MUT 12 leidt tot leveringsstatus slapend wachtend in plaats van einde zorgvraag. Ter illustratie: Uit de praktijk blijkt dat in een situatie waarin de cliënt volgens de klasse niet volledig in zorg is, deze vaak niet meer actief wachtend is. In verreweg de meeste situaties is de klant namelijk tevreden met de geleverde zorg. Mocht dit onverhoopt toch niet het geval zijn, dan kan de zorgaanbieder alsnog de leveringsstatus gewijzigd aanleveren. Voor nieuwe situaties geldt uiteraard de leveringsstatus actief wachtend (tenzij de klant aangeeft tevreden te zijn) Kwaliteitstraject AZR definitief 10/20

11 Kwaliteitstraject AZR definitief 11/20

12 Kwaliteitstraject AZR definitief 12/20

13 Omzetten VG5-oud naar VG5/VG8 Deze omzetting wordt door zorgkantoren uitgevoerd: voorafgaande aan de implementatie van AZR 3.0. We hebben geconstateerd dat bij een aantal zorgkantoren deze actie pas mogelijk is na de omzetting naar AZR 3.0. Daarom is de afspraak gemaakt om uiterlijk in de maand juli deze omzettingen te voltooien. Aanleiding Met ingang van 2011 is het oude ZZP VG5 gesplitst in een ZZP VG5 nieuw en een ZZP VG8. In de zomerperiode 2010 is door zorgaanbieders via het ZZP registratiesysteem van bureau HHM aangegeven welke klanten in VG8 horen. De declaraties op klantniveau (AW319) worden getoetst op basis van de zorgtoewijzing in AZR. Belangrijk is dat alle klanten met indicatie voor VG5 en die gescoord zijn op VG8 in AZR worden omgezet naar een toewijzing voor VG8. Procedure: Zorgkantoren selecteren cliënten uit hun eigen systeem met een VG5 indicatie met een ingangsdatum liggend voor 1 januari 2011 Van de groep cliënten die in de periode 1 augustus 2010 tot 1 januari 2011 een indicatie met VG5 hebben gekregen en een VG8 zouden moeten hebben en aan 2 randvoorwaarden voldoen 1 dient de zorgaanbieder een herindicatie aan te vragen bij het CIZ Zorgkantoor stuurt de cliëntenlijst naar de zorgaanbieders Zorgaanbieders geven aan op de lijst welke cliënten omgezet dienen te worden naar VG8 De zorgaanbieder stuurt de lijst naar het zorgkantoor Het zorgkantoor maakt voor de gekenmerkte cliënten een nieuwe zorgtoewijzing aan met VG8 en de verdere afhandeling is conform regulier berichtenverkeer Op de volgende pagina ziet u een processchema waarin de werkwijze nader wordt toegelicht. 1 Zie CIZ nieuwsbrief 26 (Het gaat om cliënten die voorheen geen ZZP of een ander ZZP dan VG5 hadden) Kwaliteitstraject AZR definitief 13/20

14 Kwaliteitstraject AZR definitief 14/20

15 Cliënten in zorg met IB, maar niet in AZR Zorgkantoren hebben afgesproken voor de implementatie AZR 3.0 bij de zorgaanbieders te inventariseren welke cliënten in zorg zijn op een geldig indicatiebesluit maar niet in AZR voorkomen. Hieronder vindt u de in de keten gemaakte afspraken rond de procedure. Nr. Beschrijving actie Wie voert uit 1. Zorgkantoren informeren zorgaanbieders Zorgkantoor over dit proces. 2. Zorgaanbieders inventariseren op in zorg Zorgaanbieder zijn klanten met een CIZ indicatie die niet in AZR aanwezig zijn. 3. Zorgaanbieder meldt deze klanten bij het Zorgaanbieder zorgkantoor en stuurt een kopie van het papieren indicatie besluit mee. 4. Zorgkantoor controleert de gegevens t.o.v. Zorgkantoor de AZR database. 5. Zorgkantoor levert de gegevens aan bij ZN. Zorgkantoor 6. ZN levert de verzamelde papieren indicatiebesluiten aan bij het CIZ. ZN overlegt hierbij met CIZ over de wijze van aanvragen en herindiceren voor de aangeleverde cliënten. ZN/CIZ Overwegende dat het bij deze groep cliënten gaat om kleine aantallen is het volgende afgesproken: a) De zorgaanbieder meldt de cliënt via de Aanmeld Functionaliteit aan voor een herindicatie. De zorgaanbieder kan hierbij zelf een voorstel doen voor de te indiceren ZZP. b) De cliënt geeft toestemming aan de zorgaanbieder voor het aanvragen van een herindicatie. 2 c) Het CIZ voert de herindicatie uit en communiceert via regulier berichtenverkeer met de zorgkantoren. Vervolg is regulier AZR proces (IO31 AW33 Proces AW35) 2 Indien de cliënt geen toestemming geeft ontstaat er een probleem voor de zorgaanbieder omdat de cliënt dan niet in AZR komt te staan en niet gedeclareerd kan worden Kwaliteitstraject AZR definitief 15/20

16 Gesplitste functies in de zorgtoewijzingen Het splitsen van functies is in AZR 3.0 niet meer toegestaan. De situaties in AZR 2.2 waarin een splitsing heeft plaatsgevonden dienen daarom gerepareerd te worden voor de conversie naar AZR 3.0. Zorgkantoren kijken in de eigen systemen om welke situaties het gaat en voeren, in overleg met de betreffende zorgaanbieders, correcties door. De herstelactie heeft als gevolg voor zorgaanbieders dat gesplitste zorgtoewijzingen worden ingetrokken en dat er één zorgaanbieder verantwoordelijk wordt voor de gehele zorglevering op een specifieke functie. Zorgaanbieders dienen middels hoofd- en onderaannemerschap onderling te regelen dat deze reparatieactie voor de cliënt geen gevolgen heeft Kwaliteitstraject AZR definitief 16/20

17 Omzetten OB/AB naar BG-Grp Landelijk is in 2009 bij PGB afgesproken om AB-alg en OB-alg op te tellen. Diezelfde werkwijze wordt ook binnen het kwaliteitstraject AZR gevolgd bij het converteren van de zorgtoewijzingen. Het onderstaande voorstel is voorgelegd aan CVZ en deze hebben daarop akkoord gegeven. Deze afspraak is bevestigd in de Stuurgroep AZR van 29 maart OB-dag en AB-dag: OB-dag en AB-dag optellen tot BG-Groep met die totaal klasse, met een maximum van klasse KD09. OB-alg en AB-alg: AB-alg en OB-alg optellen. Dit is van toepassing voor alle jaren / indicaties van vóór de invoering van BG ind/bg groep ( ) en wordt uitgevoerd voor de groep die valt onder de afgesproken set te converteren data. De volgende situaties worden uitgelijst en handmatig beoordeeld: - situaties waarop bovenstaande regels niet kunnen worden toegepast, òf - waarbij de gesommeerde volumina van OB en AB groter zijn dan de geïndiceerde gesommeerde volumina o.b.v. de vertaaltabel van het betreffende jaar (o.b.v. datum afgifte indicatiebesluit). Veelal zullen deze situaties betrekking hebben op de toepassing van het protocol Bijzondere zorgsituaties (overbruggingszorg/alternatieve zorg). Technische uitwerking De volgende formule geldt: Als (Klasse OBALG + Klasse ABALG) > K8 dan o Klasse BG-IND = K8; o Opslag BG-IND = 3 x ((Klasse OBALG + Klasse ABALG) K8) Als (Klasse OBALG + Klasse ABALG) <= K8 dan o Klasse BG-IND = (Klasse OBALG + Klasse ABALG) Als (Klasse OBDAG + Klasse ABDAG) > KD09 dan o Klasse BG-GRP = KD09 Als (Klasse OBDAG + Klasse ABDAG) <= KD09 dan o Klasse BG-GRP = Klasse OBDAG + Klasse ABDAG In alle gevallen waarbij sprake is van een omzetting van OB/AB naar begeleiding ontvangen aanbieders een nieuwe zorgtoewijzing Kwaliteitstraject AZR definitief 17/20

18 MUT 11 conversie Mutatiecode 11 (zorgaanbieder weigert functie) komt in AZR 3.0 niet meer voor. Zorgkantoren controleren hun systemen of er actuele mutaties zijn op een indicatiebesluit met mutatiecode 11. Indien dat het geval is dan treedt het zorgkantoor in contact met de zorgaanbieder om de situatie vóór implementatie AZR 3.0 om te zetten naar een geldige mutatiecode. De omzetting naar een andere mutatiecode is niet nodig ingeval de ondernomen actie, op basis van mutatiecode 11, een intrekking tot 1 dag is Kwaliteitstraject AZR definitief 18/20

19 Activiteiten na 1 juli 2011 Een aantal onderdelen uit het kwaliteitstraject liggen na de implementatiedatum van ARZ 3.0. Hieronder volgt een beschrijving daarvan. Initieel vullen partnerverblijf De mogelijkheid om partnerverblijf (de zogenaamde meeliftende partner in het verzorgingshuis) te indiceren is nieuw in AZR 3.0 De aanmelding van deze meeliftende partners wordt gedaan door de zorgaanbieder. Hiervoor is bij het CIZ de Aanmeld Functionaliteit beschikbaar. Het aanmelden van deze meeliftende partners kan starten op het moment dat de zorgaanbieder over is op AZR 3.0, doch uiterlijk 1 januari 2012 dienen al de meeliftende partners te beschikken over een AZR indicatie. Partnerverblijf (ZZP0) wordt pas ondersteund met AZR 3.0. Om die reden kan het CIZ de aanvragen voor deze ZZP, t.b.v. de initiële vulling, alleen indiceren met terugwerkende kracht vanaf 1 juli Initieel vullen Volledig Pakket Thuis (VPT) Het Volledig Pakket Thuis is een leveringsvorm die in AZR 2.2 buiten het formele berichtenverkeer om geregeld werd. AZR 3.0 biedt de mogelijkheid om de registratie via berichtenverkeer te laten verlopen. Op het moment van overgang naar AZR 3.0 is er een groep cliënten die een ZZP in de vorm van een VPT geleverd krijgen, maar die niet op die wijze zichtbaar zijn in AZR bij de zorgkantoren. Het initiatief om de initiële vulling vanaf 1 juli 2011 voor deze groep in AZR te realiseren ligt bij de zorgaanbieders. Dit kan pas op het moment dat de zorgaanbieder over is op AZR 3.0 (dus niet via de conversiesite van CVZ). Om deze groep in beeld te krijgen dient minimaal de volgende actie uitgevoerd te worden: De zorgaanbieders bieden voor al hun cliënten die een VPT gebruiken een MAZ aan bij het zorgkantoor, met 1 juli 2011 als startdatum zorg en de leveringsvorm VPT. Sectorvreemd Het behandelen van sectorvreemde zorgtoewijzingen is al sinds het begin van berichtenverkeer in AZR een issue. In AZR 2.2 gaan zorgkantoren hier verschillend mee om. AZR 3.0 stelt een aantal duidelijke regels m.b.t. de relatie tussen zorgtoewijzing en melding aanvang zorg. Indien een aanbieder geen productieafspraken heeft voor een sectorvreemd ZZP en toch met de klant een bestpassend sectoreigen ZZP is overeengekomen, dan dient de toewijzing aangepast te worden naar het bestpassende sectoreigen ZZP. In AZR 3.0 is de mogelijkheid gekomen voor de zorgaanbieder om zelf een aanvraag hiervoor te doen via een aangepaste zorgtoewijzing Kwaliteitstraject AZR definitief 19/20

20 Persoonsgebonden budget (PGB) Algemeen Iedere concessiehouder heeft een eigen administratief systeem voor het uitvoeren van de PGB regeling. De koppeling tussen deze systemen en AZR is per concessiehouder verschillend. Hierdoor is het niet mogelijk om voor alle situaties algemeen geldende migratieregels op te stellen. De indicatiebesluiten waarbij zorgtoewijzingen deels uit de leveringsvormen PGB en/of ZIN bestaan worden conform het conversieschema behorende bij het onderdeel Zorgtoewijzingen geconverteerd Kwaliteitstraject AZR definitief 20/20