Werkplekleren: Contract. Studiegebied Mechanica-elektriciteit Opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur BO ME 20

Transcriptie

1 CVO VIVO Scheutistenlaan Kortrijk Tel Werkplekleren: Contract Studiegebied Mechanica-elektriciteit Opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur BO ME 20 Module Werkplekleren M ME 152

2

3 De opleidingsinstelling: VZW VRIJE T ECHNISCHE SCHOLEN, Sche utis tenla an 12, B Kortrij k Telefoon : Begeleider : Naam : Telefoon : adres : Werkplek : Naam van het bedrijf : Activiteiten van het bedrijf : Naam van de zaakvoerder : Adres van het bedrijf : Telefoon : Gsm : adres : Mentor : Naam : Telefoon : Gsm : adres :

4 OVEREENKOMST WERKPLEKLEREN Module: Werkplekleren Tussen 1. De vzw Vrije Technische Scholen: waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te Oudenaardsesteenweg 168, 8500 Kortrijk, vertegenwoordigd door de heer Dimitri Hallaert, directeur voor de opleidingsinstelling CVO / VIVO Kortrijk, Scheutistenlaan Kortrijk, hierna genoemd de opleidingsinstelling. 2. Het bedrijf: Naam van het bedrijf: Adres van het bedrijf: Vertegenwoordigd door (naam en functie) : Ondernemingsnummer: Behorend tot het paritair comité: RSZ-nummer: De onderneming is een éénmanszaak of een vennootschap (onder om het even welke juridische vorm: N.V., B.V.B.A., ) hierna genoemd de werkplek. 3. De cursist Naam van de cursist: Adres van de cursist: Rijksregisternummer: ingeschreven in de opleiding Residentieel Elektrotechnisch Installateur van de opleidingsinstelling, hierna genoemd de cursist.

5 wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1 Opzet en periode 1 De werkplek aanvaardt de cursist om de module Werkplekleren van de opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur (BO ME 20) in het bedrijf te laten doorlopen. 2 De cursist volbrengt deze modules als cursist van de opleidingsinstelling. 3 De opleidingsperiode vindt plaats tussen en. Artikel 2 Vergoeding Indien de cursist geen personeelslid is van de werkplek, ontvangt de cursist geen bezoldiging of vergoeding voor de opdrachten verricht in het kader van werkplekleren. Onkosten verbonden aan opdrachten gegeven door de werkplek kunnen niet worden verhaald op de cursist of de opleidingsinstelling. Artikel 3 Rol van de begeleider en van de werkplek -(vak)mentor 1 De opleidingsinstelling stelt voor deze toepassing van werkplekleren een begeleider aan. De werkplek stelt voor deze stage een mentor aan. In overleg kunnen zowel de begeleiding als het mentorschap opgenomen worden door andere begeleiders en/of mentoren. Alle partijen worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. 2 Voor alle besprekingen en problemen aangaande het werkplekleren wendt de cursist zich tot de begeleider van de opleidingsinstelling of tot de mentor van de werkplek. 3 De mentor, de begeleider en de cursist regelen in onderling overleg waar, wanneer en hoe de onderdelen van de opdracht, opgelegd door de opleidingsinstelling worden uitgevoerd. De opdracht kan pas worden aangevat na goedkeuring van het overzicht van de activiteiten (project) door de coördinator en de begeleider. 4 De begeleider, de mentor en de cursist maken onderling de nodige afspraken voor de bespreking en de evaluatie van het werkplekleren. De opleidingsinstelling is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de cursist. Hierbij wordt rekening gehouden met het beoordelingsadvies van de werkplek. 5 De begeleider, de mentor en de cursist verklaren het Werkplek reglement VIVO (zie bijlage) te kennen en het te zullen naleven of te laten naleven.

6 Artikel 4 Verplichtingen van de opleidingsinstelling 1 De werkplek krijgt van de opleidingsinstelling informatie over het opzet en de organisatie van het werkplekleren, evenals over de verwachte competenties die de cursist moet nastreven. 2 De opleidingsinstelling eerbiedigt de missie, de visie en de belangen van de werkplek. 3 Gedurende de uitvoering van deze overeenkomst blijft de cursist verzekerd door de opleidingsinstelling als volgt: tegen lichamelijke ongevallen zowel tijdens het werkplekleren als op de weg van en naar de werkplek, volgens de waarborgen opgenomen in de polis van het Interdiocesaan Centrum te Brussel. 4 De opleidingsinstelling bewaart met het oog op wettelijke controle het dossier van de cursist op een centrale plaats. Dit is scheutistenlaan 12, 8500 Kortrijk. Artikel 5 Verplichtingen van de lerende 1 De cursist eerbiedigt de missie en de visie, het intern reglement en de belangen van de werkplek. 2 De cursist leeft de voorschriften na inzake veiligheid, hygiëne en gezondheid, zoals bepaald in de Welzijnswet en de uitvoeringsbesluiten, alsook de reglementen inzake arbeidsorganisatie en andere relevante reglementeringen. De bedoelde voorschriften worden voor de aanvang van het werkplekleren aan de cursist bekendgemaakt. 3 De cursist verbindt zich ertoe aanwezig te zijn bij elke geplande activiteit in de werkplek. In geval van gewettigde afwezigheid, of bij het hernemen van de opdracht na een periode van afwezigheid, verwittigt de cursist vooraf de begeleider van de opleidingsinstelling en de mentor van de werkplek. 4 De cursist draagt zorg voor alle zaken en materialen die de werkplek hem/haar in het kader van deze opdracht ter beschikking stelt. 5 De cursist is gebonden aan geheimhouding van alles wat hij/zij vertrouwelijk tijdens de opdracht te kennen heeft gekregen en alles waarvan hij het vertrouwelijke karakter moet begrijpen. 6 Elk ongeval tijdens de opdracht of op weg van en naar de werkplek moet onmiddellijk gemeld worden aan de Verzekeringsdienst van de opleidingsinstelling CVO VIVO (056 / ) Artikel 6 Verplichtingen van de werkplek 1 Voor de aanvang van de opdracht informeert de mentor van de werkplek de cursist over het intern reglement van de werkplek. 2 De werkplek evalueert de cursist en bezorgt de evaluatie aan de opleidingsinstelling. De werkplek gebruikt daarvoor de evaluatie documenten die door de opleidingsinstelling opgemaakt worden. 3 De werkplek verklaart de nodige verzekeringen te hebben afgesloten tot dekking van de risico s en voor de duur van deze overeenkomst. De werkplek verbindt zich ertoe inzage te verlenen aan alle betrokkenen die hierom verzoeken.

7 4 De werkplek past de bepalingen van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en in het bijzonder het KB van 21 september 2004 toe. De werkplek stelt de opleidingsinstelling en de cursist in kennis van de resultaten van de risicoanalyse door het invullen van de werkpostfiche en deelt eveneens de gegevens mee van de preventieadviseur - arbeidsgeneesheer die aan de werkplek verbonden is. Indien uit deze analyse blijkt dat er een gezondheidstoezicht noodzakelijk is, geeft de werkplek aan de opleidingsinstelling expliciet de opdracht dit gezondheidstoezicht te laten uitvoeren door de preventiedienst waarbij de opleidingsinstelling aangesloten is. Het formulier voor de gezondheidsbeoordeling wordt door de cursist overhandigd aan de werkplek. Artikel 7 Betwistingen 1 De eindverantwoordelijkheid voor het werkplek-programma van de cursist ligt bij de opleidingsinstelling. Indien de werkplek of de cursist de verplichtingen van deze overeenkomst niet naleven, zal de andere partij de coördinator of de begeleider hiervan op de hoogte brengen. Noch de opleidingsinstelling, noch de werkplek, noch de cursist kan de stage zonder overleg eenzijdig voortijdig afbreken. 2 Bij betwistingen wordt getracht in onderling overleg tot een oplossing te komen. Als dit niet lukt, stellen de drie partijen in onderling overleg een extern bemiddelaar aan. In drie exemplaren opgemaakt te. op.., waarbij elke partij verklaart een afschrift te hebben ontvangen. Voor de opleidingsinstelling, De cursist, Voor de werkplek, Dhr. D. Hallaert Naam en Handtekening Naam en Handtekening Directeur

8 Bijlage INTERN REGLEMENT WERKPLEKLEREN CVO VIVO Artikel 1: Dit reglement is van toepassing op alle cursisten van de opleiding Interieurbouwer die de module Plaatsing interieurprojecten volbrengen in een bedrijf binnen de modaliteiten van het werkplekleren. Artikel 2: De cursist is onderworpen aan het gezag van het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde van het bedrijf. Artikel 3: De cursist voert stipt de opdrachten uit die voortspruiten uit de voorgelegde en door het bedrijf en CVO goedgekeurde projecten, onder leiding en toezicht van de opdrachtgever in het betrokken bedrijf. Hij/zij heeft het recht de uitvoering te weigeren die zijn/haar fysische mogelijkheden te boven gaan, of die strijdig zijn met onderhavig reglement. Hij/zij maakt hiervan omstandig melding in zijn/haar verslag. Bij betwistingen ter zake is het oordeel van de begeleider van de onderwijsinstelling (of zijn directie) doorslaggevend. De cursist en opdrachtgever binnen het bedrijf mogen steeds contact opnemen met de begeleider of directie van de onderwijsinstelling. Artikel 4: De prestaties van de cursist worden niet bezoldigd voor zover de cursist geen werknemer is van het bedrijf. Artikel 5: De cursist dient zich naar de werkplaats te begeven op de gestelde dagen vermeld in de overeenkomst. Hij/zij verwittigt onmiddellijk het centrum, de begeleider van het centrum en de opdrachtgever binnen het bedrijf van de feiten die de afwezigheid op de werkplek kunnen rechtvaardigen. De cursist staat zelf in voor de verplaatsingskosten naar en van de werkplek. Artikel 6: De cursist dient zich gepast en voorkomend te gedragen tegenover de verantwoordelijke van het bedrijf en diens werknemers.

9 Artikel 7: 1 De opdrachtgever van het bedrijf zal de cursist het nodige materiaal en materieel ter beschikking stellen en laten gebruiken overeenkomstig de modaliteiten van onderhavig reglement. 2 De cursist is verplicht het hem/haar overeenkomstig dit artikel toevertrouwde materieel en ongebruikte materiaal in goede staat terug te geven. Hij/zij is niet verantwoordelijk voor de beschadigingen of de sleet toe te schrijven aan het regelmatig gebruik van het materieel. Hij/zij is evenmin verantwoordelijk voor het mogelijks gebrekkig werk te wijten aan zijn/haar onervarenheid. De in deze bedoelde schadegevallen zijn ten laste van de verantwoordelijke van het bedrijf. 3 De cursist is persoonlijk verantwoordelijk voor de schade ontstaan uit zijn/haar daartoe opzettelijk gestelde daden. De overtreding van het reglement wordt met opzet gelijkgesteld. 4 Voor andere dan in de 3 vermelde beschadigingen die door toedoen van de cursist zijn veroorzaakt, dient een verzekering afgesloten te worden voor de aanvang van de werkperiode en waarvan de kosten gedragen worden door de onderwijsinrichting. Artikel 8: De cursist houdt een WPL-verslag bij dat door de opdrachtgever binnen het bedrijf en de begeleider van de onderwijsinstelling op elk ogenblik ingekeken mag worden. Artikel 9: De opdrachtgever binnen het bedrijf staat in voor het onthaal van de cursist op de werkplek. De cursist is verplicht het arbeidsreglement en de voorschriften eigen aan de onderneming en/of de sector na te leven. De opdrachtgever van het bedrijf ziet hierop nauwgezet toe. Artikel 10: 1 De opdrachtgever binnen het bedrijf is persoonlijk verantwoordelijk ingevolge overtredingen van zijnentwege van het reglement. 2 De opdrachtgever binnen het bedrijf dient in de sector vigerende bepalingen inzake arbeidsduur te respecteren in hoofde de cursist. Artikel 11: De opdrachtgever binnen het bedrijf doet het algemeen toezicht van de cursist op het werkverloop en verstrekt hem noodzakelijke informatie op de overeengekomen wijze voor de evaluatie van de cursist. Artikel 12: De verantwoordelijke van het bedrijf heeft het recht om:

10 Artikel 13: 1. te informeren naar de reden van de afwezigheid van de cursist op de werkplek 2. een verantwoordelijke binnen het bedrijf naar zijn keuze aan te stellen 3. de overeenkomst te verbreken bij wangedrag of zware inbreuken tegen het reglement vanwege de cursist bij zijn/haar herhaalde onwettige afwezigheid of veroorzaking van zware schade. De directie van de opleidingsinstelling dient een mentor aan te duiden die belast is met de begeleiding en het toezicht op de werkperiodes van de cursist. Artikel 14: De directie van de opleidingsinstelling dat verplicht is de nodige verzekeringen af te sluiten tot dekking van de risico s van de werkperiode, dient onmiddellijk in kennis te worden gesteld van ongevallen overkomen aan of veroorzaakt door de cursist. Artikel 15: Het inrichtingshoofd kan, op eigen initiatief of op vraag van de begeleider van de school, het programma opschorten: - bij zware inbreuken van de opdrachtgever binnen het bedrijf tegen het reglement; - wanneer de gezondheid van de cursist gevaar loopt; - wanneer de werkperiode inefficiënt of onnuttig blijkt te zijn. - wanneer de cursist een ongepaste attitude vertoont t.o.v. de mentor binnen het bedrijf en in school. De directie van de opleidingsinstelling beslist na de opschorting over het al dan niet verbreken van de overeenkomst. Artikel 16: De verbreking van de overeenkomst is slechts geldig indien zij gemotiveerd en schriftelijk geschiedt. Artikel 17: De cursist kan de overeenkomst niet eigenmachtig verbreken. Artikel 18: Bij verbreking van de overeenkomst beslist de kwalificatiecommissie 1 over de wijze van beoordeling van de reeds (deels) uitgevoerde opdrachten in het kader van het werkplekleren. Artikel 19: 1 De kwalificatiecommissie bestaat uit de directeur van het CVO en de begeleider

11 De opdrachtgever binnen het bedrijf mag alle nuttige inlichtingen betreffende de cursist inwinnen bij de begeleider van de school. Artikel 20: In geval van staking, technische of economische werkloosheid, of overmacht dient de verantwoordelijke binnen het bedrijf de cursist hiervan op de hoogte te stellen. Hij meldt dit aan begeleider. Artikel 21: De betrokken partijen verklaren via de overeenkomst kennis te hebben genomen van het reglement en verbinden zich ertoe het reglement na te leven.