Eigen schuld bij letselschade in het verkeeraansprakelijkheidsrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eigen schuld bij letselschade in het verkeeraansprakelijkheidsrecht"

Transcriptie

1 Eigen schuld bij letselschade in het verkeeraansprakelijkheidsrecht Jurisprudentieonderzoek in welke mate inconsistentie voorkomt bij de toekenning van eigen schuld in de rechtspraak Student: Marcia Lemmens Administratienummer: Opleiding: Master Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Instelling: Tilburg University Scriptiebegeleider: D.J.B. Op Heij Tweede lezer: R. Jansen Afstudeerdatum:

2 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding Probleemstelling Afbakening Methodiek Onderzoeksvragen... 7 Hoofdstuk 2 Eigen schuld Verkeersaansprakelijkheid Het wetsartikel 6:101 BW Toerekening van de eigen schuld Billijkheidscorrectie Conclusie Hoofdstuk 3 Jurisprudentieonderzoek art. 6:162 BW Geen eigen schuld Verkeersovertredingen Geen voorrang verlenen Te hard rijden Meerijden met een niet bevoegde bestuurder Veroorzaker creëert een gevaarlijke situatie Het laten stilstaan van een auto Overige verkeersovertredingen Verkeersgedragingen Onvoldoende anticiperen Niet goed opletten Overige verkeersgedragingen Eigen schuldtoekenning De billijkheidscorrectie in verhouding tot de eigen schuld Uitspraken in hoger beroep Conclusie Hoofdstuk 4 Jurisprudentieonderzoek art. 185 WVW Geen eigen schuld Verkeersovertredingen Geen voorrang verlenen Het onder invloed zijn van alcohol Het niet voeren van verlichting

3 4.2.4 Overige verkeersovertredingen Verkeersgedragingen Niet goed opletten Overige verkeersgedragingen Eigen schuld toekenning Billijkheidscorrectie Uitspraken in hoger beroep Analyse Conclusie Hoofdstuk 5 Conclusie en aanbevelingen Eigen schuld Billijkheidscorrectie Aanbevelingen Literatuurlijst

4 Hoofdstuk 1 Inleiding De rechter kan de vergoedingsplicht verminderen op grond van artikel 6:101 BW als de schade mede een gevolg is van de aan de benadeelde toe te rekenen omstandigheden. Eigen schuld heeft de reputatie een ongrijpbaar leerstuk te zijn, omdat het moeilijk is vast te stellen in welke mate de benadeelde aan de schade heeft bijgedragen. 1 De rechter mag de verdeling van de schade intuïtief vaststellen en er gelden beperkte motiveringseisen Probleemstelling Doordat rechters de eigen schuld intuïtief mogen vaststellen en dit niet uitgebreid hoeven te motiveren bestaat er mogelijk inconsistentie tussen uitspraken omtrent het oordeel van de eigen schuld. In de literatuur is hierover al langere tijd een discussie gaande. Volgens Keirse is de voorspelbaarheid van de uitkomst een probleem wanneer intuïtie en billijkheidsoverwegingen de leidraad vormen. 3 Spier toont aan dat de uitspraken in vergelijkbare zaken ver uiteen lopen en dat de uitkomst in een zaak op deze manier het karakter van een loterij krijgt. 4 Volgens Spier maken rechters zelden de juiste afweging, omdat de causale maatstaf van art. 6:101 BW vaak een niet intuïtief oordeel eist. Deskundigen kunnen vaak beter dan rechters aangeven hoe de verschillende oorzaken tot de schade hebben bijgedragen, bijvoorbeeld bij het niet dragen van veiligheidsgordels en het rijden met hoge snelheid. 5 Tjong Tjin Tai beschrijft de jurisprudentie omtrent de eigen schuld als grillig en onvoorspelbaar en Barendrecht betoogt dat de consistentie tussen de leerstukken eigen schuld en onrechtmatige daad voor de Hoge Raad een probleem is. 6 De wetgever geeft de feitenrechter een vrijbrief om te beslissen hoe de vergoedingsplicht moet worden vastgesteld en welk criterium daarbij moet worden gehanteerd. 7 Volgens Hartlief ontbreekt de eenheid en consistentie in de rechtspraak omtrent de eigen schuld en 1 Keirse 2006, p.1, Barendrecht 1997, p. 153 en p Asser/ Hartkamp & Sieburgh 6-II*2013, nr. 124 en HR 1 juni 1990, NJ 1990, 578, HR 19 november 2004, NJ 2005, Keirse 2006, p.1. 4 Spier 1997, p Spier 1997, p Tjong Tjin Tai 2006, p. 28 en Barendrecht 1997, p Weyts 2013, paragraaf 23. 4

5 de toepassing van billijkheidscorrectie van art 6:101 BW. 8 Dat de billijkheidscorrectie niet consistent wordt toegepast werd ook later in een uitgebreid onderzoek aangetoond. 9 Het ontbreken van de eenheid en consistentie in de jurisprudentie is niet wenselijk, omdat dit in strijd is met de rechtszekerheid. Uitspraken waarbij de omstandigheden vergelijkbaar zijn dienen met elkaar in overeenstemming te zijn, tenzij er een goede motivering voor de afwijking bestaat. Als uitspraken in gelijksoortige gevallen niet in overeenstemming zijn bestaat de kans op willekeur. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of en in hoeverre de jurisprudentie omtrent de eigen schuld inconsistent is. Volgens de hiervoor geciteerde auteurs is dit het geval, maar er is nog nooit kwantitatief onderzoek gedaan naar in hoeverre de percentages van de eigen schuld daadwerkelijk uiteenlopen. Spier komt tot de conclusie dat er sprake is van inconsistentie op grond van enkele uitspraken en Hartlief vergelijkt twee uiteenlopende uitspraken met elkaar. Doordat er nog geen kwantitatief onderzoek is gedaan zijn er geen exacte cijfers bekend over in hoeverre er inconsistentie bestaat in de vaststelling van de eigen schuld in de rechtspraak. De bijdrage van dit onderzoek is dat een groot aantal uitspraken wordt geanalyseerd en vergeleken. De beperking is dat een fractie van de uitspraken wordt gepubliceerd. Door het grote aantal uitspraken en de veronderstelling dat de gepubliceerde uitspraken representatief zijn kan een inzichtelijk beeld gegeven worden omtrent de mate van inconsistentie omtrent de eigen schuld. 1.2 Afbakening Dit onderzoek richt zich op de eigen schuld bij letselschade in het verkeer. Om een volledig beeld te krijgen van de uiteindelijk toegekende schadevergoeding wordt naast de eigen schuld ook de billijkheidscorrectie bestudeerd. Eén van de belangrijkste redenen om deze toe te passen is de ernst van het letsel en de gevolgen die het letsel heeft voor het slachtoffer. 10 Om deze reden is de keuze gemaakt om enkel uitspraken met letselschade te onderzoeken. De meerderheid van de letselschadegevallen bestaat uit verkeers- en arbeidsongevallen. 11 Letselschade bij arbeidsongevallen is in het kader van dit onderzoek niet relevant, omdat de eigen schuld van de werknemer op basis van art. 7:658 BW enkel 8 Hartlief 2007, p Roth en Smit 2013, p. 15 en 16 en zie voor het vervolgonderzoek Beukers HR 24 september 2004, NJ 2005, Bloembergen 1997, p. 8. 5

6 wordt aangenomen bij opzet of bewuste roekeloosheid. Het onderzoek zal plaatsvinden binnen het wettelijk kader van artikel 6:162 BW en artikel 185 WVW, omdat een vordering voor verkeersaansprakelijkheid kan worden gebaseerd op basis van deze wetsartikelen. Art. 185 WVW is van toepassing als er een motorrijtuig is betrokken bij een verkeersongeval met ongemotoriseerde verkeersdeelnemers en art. 6:162 BW bij een ongeval tussen gemotoriseerde verkeersdeelnemers of tussen ongemotoriseerde verkeersdeelnemers. Door een vergelijking tussen art. 6:162 BW en art. 185 WVW kunnen mogelijke verschillen in de beoordeling van de eigen schuld binnen deze twee artikelen worden geanalyseerd. 1.3 Methodiek Het grootste gedeelte van dit onderzoek bestaat uit een jurisprudentieonderzoek. Het oordeel omtrent de eigen schuld is een feitelijk oordeel en daarom worden enkel uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven bestudeerd. Van de volgende drie databanken wordt gebruik gemaakt: rechtspraak.nl, het tijdschrift verkeersrecht en het tijdschrift Nederlandse Jurisprudentie Feitenrechtspraak. De drie databanken tezamen geven een goed overzicht van de relevante uitspraken met betrekking tot de verkeeraansprakelijkheid. Er is gezocht onder de ruime term eigen schuld in de periode van 1 januari 2005 tot 1 oktober 2016, zodat een groot aantal uitspraken vergeleken kan worden en de uitspraken actueel zijn. Er bleken 110 uitspraken voor dit onderzoek bruikbaar door de volgende criteria toe te passen: - Ten eerste moet de onrechtmatigheid worden vastgesteld, want zonder deze onrechtmatigheid komt men niet toe aan de beoordeling van de eigen schuld. - Ten tweede moet de beoordeling van de eigen schuld worden besproken in de uitspraak. Een tussenvonnis waarin er geen beoordeling omtrent de eigen schuld heeft plaatsgevonden wordt niet meegenomen. - Ten derde gaat het enkel om de gedragingen tussen twee weggebruikers. Uitspraken gebaseerd op wegbeheerders- of werkgeversaansprakelijkheid zijn hierdoor niet bruikbaar. Er is een onderverdeling gemaakt tussen uitspraken gebaseerd op art. 6:162 BW en art. 185 WVW. Dit is gedaan zodat kan worden onderzocht of de eigen schuld anders beoordeeld wordt bij deze twee artikelen. Van de 110 uitspraken zijn er 71 gebaseerd op art. 6:162 BW en 39 op art. 185 WVW. 6

7 De beoordeling van de mate waarin partijen hebben bijgedragen aan het ongeval is afhankelijk van de omstandigheden in een bepaald geval. Op basis van de uitspraken is een schematisch overzicht opgesteld waarin is aangegeven van welke omstandigheid sprake is, aan welke partij deze omstandigheden werden toegerekend en welke invloed dit heeft op de causale verdeling. 12 De feitelijke omstandigheden zijn onderverdeeld in verkeersovertre- dingen en verkeersgedragingen. Onder verkeersgedragingen worden gedragingen verstaan die de rechter meeneemt in de beoordeling van de eigen schuld, maar die geen verkeersovertreding zijn, zoals het onvoldoende anticiperen of het niet goed opletten. Deze verdeling is gemaakt omdat de verwachting is dat verkeersovertredingen zwaarder worden toegerekend dan verkeersgedragingen. Verder is in het hierboven genoemde schematisch overzicht het toegekende percentage eigen schuld en een eventuele billijkheidscorrectie weergegeven. Daarnaast is er een onderverdeling gemaakt tussen uitspraken die zijn gedaan door rechtbanken en uitspraken die zijn gedaan door gerechtshoven. Bij de uitspraken in hoger beroep is ook aangegeven of het vonnis van de rechtbank werd bekrachtigd en in hoeverre de uitspraak anders was bij vernietiging van het vonnis. Op basis van bovenstaand jurisprudentieonderzoek wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord. 1.4 Onderzoeksvragen De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: In welke mate is er sprake van inconsistentie in de rechtspraak bij de toekenning van eigen schuld bij letstelschade in het verkeersaansprakelijkheidsrecht? Deze onderzoeksvraag zal beantwoord worden aan de hand van de volgende deelvragen: 1. Wat zijn de grondslagen van de verkeersaansprakelijkheid en hoe wordt de schade op grond van art. 6:101 BW vastgesteld? In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de achtergrond van de eigen schuld. Eerst wordt het wettelijk kader van de verkeersaansprakelijkheid beschreven en daarna het wettelijk kader van de eigen schuld. Verder zal worden onderzocht wat de criteria zijn voor de toerekening van de eigen schuld. Tot slot komt de billijkheidscorrectie aan bod. Door middel van een literatuuronderzoek zal deze vraag worden beantwoord in hoofdstuk Zie bijlage 1 en 2. 7

8 2. In welke mate verschillen de toegekende percentages eigen schuld bij vergelijkbare uitspraken bij art. 6:162 BW? Bij deze vraag wordt gekeken hoe de rechters het percentage eigen schuld bij de uitspraken op grond van art. 6:162 BW vaststellen. Daarbij worden uitspraken vergeleken waarbij dezelfde omstandigheden werden toegerekend en onderzocht wordt of de toegekende percentages eigen schuld overeenkomen of dat er afwijkingen zijn. Bij deze vraag wordt gebruik gemaakt van het eerder beschreven jurisprudentieonderzoek en deze vraag zal in hoofdstuk 3 worden beantwoord. 3. In welke mate verschillen de toegekende percentages eigen schuld bij vergelijkbare uitspraken bij art. 185 WVW en hoe verhoudt zich dit tot art. 6:162 BW? Bij deze vraag wordt gekeken hoe de rechters het percentage eigen schuld bij de uitspraken op grond van art. 185 WVW vaststellen. De vraag wordt behandeld in hoofdstuk 4 en daarbij zal dezelfde opzet worden gehanteerd als bij hoofdstuk In welke mate is er sprake van inconsistentie in de rechtspraak met betrekking tot eigen schuld bij verkeersaansprakelijkheid? Op basis van de uitkomst van de vorige twee hoofdstukken kan worden bepaald of en in hoeverre er sprake is van inconsistentie. Indien de percentages eigen schuld verschillen wordt ook onderzocht of uit de bestudeerde jurisprudentie één of meerdere patronen achterhaald kunnen worden waardoor de rechtspraak niet consistent is. Eventuele aanbevelingen worden ook in dit hoofdstuk besproken. Deze vraag wordt beantwoord in hoofdstuk 5. 8

9 Hoofdstuk 2 Eigen schuld In dit hoofdstuk wordt eerst het wettelijk kader van de verkeersaansprakelijkheid uitgewerkt (par. 2.1) en vervolgens het wettelijk kader van de eigen schuld (par. 2.2). De toerekening van de eigen schuld komt aan bod in paragraaf 2.3 en de billijkheidscorrectie wordt besproken in paragraaf 2.4. Dit leidt tot de conclusie in paragraaf 2.5 en daar wordt de deelvraag van dit hoofdstuk Wat zijn de grondslagen van de verkeersaansprakelijkheid en hoe wordt de schade op grond van art. 6:101 BW vastgesteld? beantwoord. 2.1 Verkeersaansprakelijkheid Een vordering tot schadevergoeding bij verkeersaansprakelijkheid kan worden ingesteld op grond van art. 6:162 BW of art. 185 WVW. Om een beroep op art. 6:162 BW te laten slagen moet aan de criteria voor een onrechtmatige daad zijn voldaan. Bij de schending van verkeersnormen is een hoge mate van zorgvuldigheid vereist, zodat het voldoende is dat er enig verwijt kan worden gemaakt. 13 Zo kan het voorkomen dat iemand heel weinig te verwijten valt, maar juridisch gezien toch een onrechtmatig daad heeft gepleegd. 14 Art. 185 WVW legt een risicoaansprakelijkheid op de eigenaar van een motorrijtuig. Lid 1 bepaalt dat de eigenaar van het bij een ongeval betrokken motorrijtuig verplicht is de schade van ongemotoriseerde verkeersdeelnemers, of niet door dat motorrijtuig vervoerde zaken te vergoeden, behoudens overmacht. Dit is het geval indien de bestuurder geen enkel verwijt kan worden gemaakt van de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen. De eventuele fouten van andere weggebruikers, waaronder het slachtoffer zelf, zijn alleen van belang wanneer zij voor de bestuurder zo onwaarschijnlijk waren dat deze daar geen rekening mee hoefde te houden met het bepalen van zijn verkeersgedrag. 15 Een beroep op overmacht wordt in de jurisprudentie niet snel aangenomen. 16 Overmacht werd wel aangenomen bij een bestuurder van een passagiersbus die op een kruispunt in aanrijding kwam met een door rood rijdende fietser. 17 De fouten van kinderen beneden de 14 jaar die hebben bijgedragen aan de aanrijding leveren voor de bestuurder geen overmacht op, tenzij 13 Giesen 2001, p Boom 2000, p HR 26 maart 1971, NJ 1971, 262 en HR 22 mei 1992, NJ 1992, Van Dam, nr HR 16 februari 1996, VR 1996,

10 er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid aan de zijde van het kind. 18 Hierbij valt te denken aan gevaarlijke spelletjes zoals het vlak voor naderend verkeer oversteken of in het donker op de middenstreep van de weg gaan liggen. 19 De strekking van art. 185 WVW is de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer te beschermen tegen de ingrijpende gevolgen van een aanrijding met een motorvoertuig. De bescherming van de kwetsbare verkeersdeelnemers blijkt ook uit een tweetal arresten van de Hoge Raad. Zo moet het begrip vervoerd worden van art. 185 WVW niet ruim worden uitgelegd. 20 Personen die het voertuig hebben verlaten dienen te worden aangemerkt als voetganger, omdat zij als kwetsbare verkeersdeelnemer beschermt dienen te worden tegen de gevaren die het gemotoriseerde verkeer met zich meebrengt. De Hoge Raad breidde de 50%-regel en de strenge zorgvuldigheidsnorm uit door deze ook voor het tramverkeer toe te passen. 21 Deze strenge zorgvuldigheidsnorm houdt in dat de trambestuurder bij het bepalen van zijn rijgedrag rekening moet hou den met de fouten van fietsers en voetgangers, tenzij die fouten zo onwaarschijnlijk zijn dat hij daarmee in redelijkheid geen rekening behoefde te houden. 2.2 Het wetsartikel 6:101 BW Er bestaan meerdere opvattingen over de rechtsgrond van de eigen schuld. 22 Eén hiervan is de billijkheid. Het wordt als onredelijk gezien dat de schadeveroorzaker voor de gehele schade aansprakelijk is, terwijl een deel van de schade te wijten is aan het gedrag van het slachtoffer. 23 De twee uitgangspunten die over het algemeen worden gezien als de grondslag van het recht op en van de verplichting tot schadevergoeding zijn: ieder draagt zijn eigen schade en berokken een ander geen schade. 24 Men moet de geleden schade in principe zelf dragen, tenzij er een rechtsgrond is om de schade op iemand anders af te wentelen. Op grond van art. 6:101 BW kan de vergoedingsplicht worden verminderd als de schade mede een gevolg is van de aan de benadeelde toe te rekenen omstandigheden. De schade 18 HR 1 juni 1990, NJ 1991, 720 (IZA/Vrerink) en HR 31 mei 1991, NJ 1991, 721 (De Backer/ Van Uitregt). 19 Hartlief 1996, p HR 25 februari 2000, NJ 2000, HR 14 juli 2000, RvdW 2000, Keirse en Jongeneel 2013, p Keirse en Jongeneel 2013, p Asser-Hartkamp 4-III, p

11 wordt verdeeld over de schadeveroorzaker en de benadeelde in de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot het ontstaan van de schade hebben bijgedragen. Bij deze causale verdeling gaat het uitsluitend om de afweging van de wederzijdse causaliteit. De verwijtbaarheid van de gedragingen speelt hierbij geen rol en dit komt pas aan de orde bij de billijkheidscorrectie. De rechter mag de wettelijke verplichting tot schadevergoeding niet ambtshalve verminderen als er naar zijn oordeel sprake is van schuld aan de zijde van de benadeelde. 25 Hij mag pas tot vermindering overgaan als de aansprakelijk gestelde persoon een voldoende gemotiveerd beroep op de eigen schuld van de benadeelde heeft gedaan. 26 De rechter mag de eigen schuld zelf aan de orde stellen indien hij de partijen in de gelegenheid stelt het processuele debat aan te gaan en als partijen dit debat niet willen voeren dient hij zich van een beslissing te onthouden. 27 De billijkheidscorrectie mag de rechter wel ambtshalve toepassen. In de literatuur en rechtspraak worden bij art. 6:101 BW onderscheid gemaakt tussen twee stadia. Het eerste stadium bestaat uit de causaliteitsafweging waarbij moet worden beoordeeld in welke mate de verschillende omstandigheden hebben bijgedragen aan de schade. In het tweede stadium vindt er een eventuele billijkheidscorrectie plaats wanneer de rechter de uitkomst van de causale verdeling onredelijk acht. 28 Keirse onderscheidt vier stadia bij de ontleding van art. 6:101 BW: het causale verband, toerekenbaarheid, de primaire verdelingsmaatstaf en de billijkheidscorrectie. 29 Ten eerste moet worden bekeken of de schade mede een gevolg is van de omstandigheden aan de zijde van de benadeelde. Deze omstandigheden moeten in causaal verband staan met de schade. Voor het vaststellen van een causaal verband moet minimaal sprake zijn van een conditio sine qua non verband, hetgeen inhoudt dat de schade zonder deze omstandigheden niet zou zijn ontstaan. 30 De tweede stap is dat het gedrag aan de benadeelde moet kunnen worden toegerekend. Hiervoor is beslissend of gezien de omstandigheden een ander gedrag van 25 HR 26 september 2003, NJ 2004, Boonekamp 2016, p Ibid, r.o Frenk 2006, p Keirse 2003, p. 84 en Asser/ Hartkamp & Sieburgh 6-II*2013, nr

12 benadeelde kon worden gevergd, bijvoorbeeld als deze onvoldoende zorg voor eigen persoon of goed heeft gehad. 31 Daarna wordt de primaire verdelingsmaatstaf toegepast. Daarbij wordt gekeken in welke mate de aan ieder toe te rekenen omstandigheden aan de schade hebben bijgedragen. Daarbij is de veroorzakingswaarschijnlijkheid, dus de mate waarin de omstandigheden van beide kanten het gevaar voor de schade hebben gecreëerd belangrijk. 32 Als laatste moet bekeken worden of dit tot een billijk resultaat heeft geleid. Indien dit niet het geval is staat het de rechter vrij de schade op een meer rechtvaardige manier te verdelen. In principe komt de verdeling in twee stadia en de verdeling in vier stadia op hetzelfde neer. De verdeling van Keirse geeft weer dat voor de vaststelling van eigen schuld ten eerste sprake moet zijn van een causaal verband tussen een handelswijze of omstandigheid aan de zijde van benadeelde en de schade zelf en dat dit moet worden toegerekend aan de benadeelde voordat er sprake is van eigen schuld. Dat een omstandigheid moet worden toegerekend wordt volgens sommige auteurs in de praktijk nog wel eens vergeten Toerekening van de eigen schuld Eigen schuld kan de benadeelde worden toegerekend als de benadeelde in de gegeven omstandigheden onvoorzichtig, onzorgvuldig, foutief of verkeerd heeft gehandeld en daardoor mede aan de schade heeft bijgedragen. 34 Hierbij is van belang of men zich anders heeft gedragen dan een zorgvuldig, redelijk handelend mens in de gegeven omstandigheden zou hebben gedaan. 35 Tevens rust op de benadeelde een schadebeperkingsplicht. Dit houdt in dat de benadeelde de schade zoveel mogelijk dient te beperken. Indien hij dit niet doet kan dit hem onder omstandigheden als eigen schuld worden toegerekend en dit kan een vermindering van zijn vergoedingsplicht betekenen. 36 Gedragingen in het kader van de eigen schuld hoeven niet te voldoen aan de vereisten die gelden indien het om aansprakelijkheid jegens een ander zou gaan. Zo hoeft de gedraging van de benadeelde niet onrechtmatig in de zin van laakbaar te zijn om eigen schuld aan te nemen. Bij het verkeersrecht zal de als 31 Keirse 2006, p Keirse 2006, p Zie onder meer Frenk 2006, p. 25 die om deze reden de voorkeur geeft aan het systeem van Keirse en Jansen 1997, p Boonekamp GS Schadevergoeding, hoofdstuk Parl. Gesch. Boek 6, p Keirse en Jongeneel 2013, p

13 eigen schuld toe te rekenen gedraging vaak ook onrechtmatig zijn, omdat er verkeersnormen overtreden zijn. 37 De zorgvuldigheidsnorm die kan worden toegepast om de onrechtmatige daad vast te stellen geldt niet bij de eigen schuld. 38 Onder deze zorgvuldigheidsnorm wordt verstaan het doen of nalaten in strijd met het ongeschreven recht op grond van art. 6:162 BW lid 2. De toestand waarin de benadeelde verkeert en die bijgedragen heeft aan de schade kan ook aan de benadeelde worden toegerekend. Over het algemeen kan gezegd worden dat niet de toestand zelf aan de benadeelde wordt toegerekend, maar de manier waarop de benadeelde daarmee omgaat. 39 Zo kan een blinde voetganger eigen schuld hebben aan het ontstaan van zijn schade, door onvoorzichtig oversteken wat te wijten is aan zijn blindheid Billijkheidscorrectie Na het vaststellen van de mate van eigen schuld moet de rechter onderzoeken of de billijkheid wegens de uiteenlopende ernst van de fouten en andere omstandigheden van het geval een andere verdeling eist. Daarbij zijn de verwijtbaarheid van de fouten en de ernst van de gevolgen van het letsel voor het slachtoffer van belang. 41 Wanneer de rechter gezien de omstandigheden van het geval tot een ander oordeel komt dan men in eerste instantie op basis van de billijkheid zou verwachten dient hij dit nader te motiveren. 42 De billijkheidscorrectie werd in het kader van de verkeersaansprakelijkheid voor het eerst toegepast in het arrest Ebele Dillema. 43 Een vierjarig kind werd aangereden door een auto nadat het plots de weg overstak en liep ernstig letsel op. De Hoge Raad achtte het onbillijk om de schade die het kind door het ongeval lijdt, geheel of ten dele voor zijn rekening te laten, op de enkele grond dat het ongeval mede een gevolg is van het eigen onvoorzichtige verkeersgedrag van het jeugdige kind. In 1990 formuleerde de Hoge Raad op grond van de billijkheid een standaardregel voor verkeersdeelnemers beneden de 14 jaar: de 100%- 37 Boonekamp GS Schadevergoeding, hoofdstuk Smits 1997, p. 15 en Keirse 2003, p Rechtbank Amsterdam 4 december 1985, VR 1989, HR 10 november 2000, NJ 2000, 718 (Levob/ Van den Bos) en HR 24 september 2004, NJ 2005, 466 (Stad Rotterdam/ Stam). 42 HR 8 december 1989, NJ 1990, 778 (Lars Ruröde). 43 Zie Kamerstukken, tweede kamer nr , nr. 1 Brief 1989 Verkeersaansprakelijkheid, p. 5 en HR 30 juni 1978, NJ 1978, 685 (Ebele Dillema). 13

14 regel. 44 Deze regel houdt in dat de eigenaar van het motorvoertuig in beginsel voor de gehele schade aansprakelijk is tenzij er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid in de gedragingen van het kind. De motivering voor deze regel is dat kinderen door hun impulsiviteit en onberekenbaarheid extra kwetsbaar zijn voor het gemotoriseerde verkeer en dat art. 31 WVW (nu art. 185 WVW) mede tot strekking heeft om kinderen te beschermen tegen de risico s die het gemotoriseerde verkeer voor hen meebrengt. De 50%-regel heeft de Hoge Raad ontwikkeld voor fietsers en voetgangers boven de 14 jaar. 45 Wanneer art. 185 WVW van toepassing is en er aan de zijde van de voetganger of fietser geen sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, is de eigenaar van het motorrijtuig voor ten minste 50% van de schade aansprakelijk. Voor de andere helft van de schade is beslissend in hoeverre de gedragingen van de eigenaar van het motorrijtuig en de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer tot de schade hebben bijgedragen en of de billijkheidscorrectie een andere verdeling vereist. De grond van deze regel is dat de billijkheid dit eist wegens de verwezenlijking van het aan het motorrijtuig verbonden gevaar. Bij de 50%- en 100%-regel is het Betriebsgefahr meegenomen: het gevaar dat een motorvoertuig voor met name zwakkere verkeersdeelnemers met zich meebrengt. Het Betriebsgefahr kan wel als aparte factor worden meegenomen als de 50%- of de 100%- regel niet worden toegepast. 46 De 50%-regel is niet van toepassing bij opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, maar dit wordt in de rechtspraak niet snel aangenomen. De Hoge Raad bepaalde dat er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid als het slachtoffer zich bewust is geweest van het gevaar, maar zich ondanks deze bewustheid niet van dit gevaarlijke gedrag heeft weerhouden. 47 Dit was het geval bij de voetganger die onder invloed van alcohol, met donkere kleding, zo schuin een onverlichte weg overstak dat hij geruime tijd op deze weg verbleef waar de maximumsnelheid 80 km per uur was. Hij had zich ervan bewust moeten zijn dat een auto met deze snelheid hem niet dusdanig op tijd kon opmerken om een aanrijding te voorkomen, aldus de Hoge Raad. 44 HR 1 juni 1990, NJ 1991, 720 (Ingrid Kolkman). 45 HR 28 februari 1992, NJ 1993, 566 (IZA/Vrerink). 46 HR 3 juni 2005, NJ 2005, HR 30 maart 2007, NJ 2008, 64 (Pesti/Noordhollandsche). 14

15 De 50%- en 100%-regel gelden niet voor regresvorderingen van verzekeraars die de schade aan de slachtoffers hebben vergoed. Het argument dat het onbillijk is als het slachtoffer een groot deel van de schade niet vergoed krijgt, geldt niet als de schade wordt gedekt door de verzekering. 48 Tot vorig jaar was het uitgangspunt dat de hoogte van de billijkheidscorrectie bij een regresvordering doorgaans tot een beperkte bijstelling van de causale verdeling leidde. 49 Hierin kwam verandering door het arrest van de Hoge Raad van 10 juli 2015 waarbij de Hoge Raad oordeelde dat de verzekeraar ook subrogeert in de billijkheidscorrectie die verband houdt met de subjectieve omstandigheden van het geval (in dit geval de ernst van het letsel) Conclusie In dit hoofdstuk werd de volgende deelvraag onderzocht: Wat zijn de grondslagen van de verkeersaansprakelijkheid en hoe wordt de schade op grond van art. 6:101 BW vastgesteld? Een vordering tot schadevergoeding bij verkeersaansprakelijkheid kan worden ingesteld op grond van art. 6:162 BW of art. 185 WVW. Voor art. 6:162 BW gelden de criteria voor de onrechtmatige daad en art. 185 WVW legt een risicoaansprakelijkheid op de eigenaar van een motorrijtuig. De strekking van art. 185 WVW is om de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer te beschermen tegen de ingrijpende gevolgen van een aanrijding met een motorvoertuig. Op grond van art. 6:101 BW kan de vergoedingsplicht worden verminderd als de schade mede een gevolg is van de aan de benadeelde toe te rekenen omstandigheden. Hiervan is sprake als de benadeelde onvoorzichtig, onzorgvuldig, foutief of verkeerd heeft gehandeld en deze daardoor mede aan de schade heeft bijgedragen. Voor de vaststelling van de eigen schuld is van belang in hoeverre de aan ieder toe te rekenen omstandigheden aan de schade hebben bijgedragen. De rechter kan de causale verdeling bijstellen als de uitkomst als niet billijk kan worden gezien. Factoren die hierbij een rol spelen zijn de verwijtbaarheid van de gedragingen, de ernst van het letsel en andere omstandigheden van het geval. Op grond van de billijkheid is de eigenaar van het motorrijtuig in beginsel voor de gehele schade aansprakelijk bij 48 HR 28 februari 1992, NJ 1993, 566 en HR 2 juni 1995, NJ 1997, voor de 100%-regel. 49 HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 (Terminus/ZAO). 50 HR 10 juli 2015, NJ 2016,26 en Zieten 2016, p

16 ongemotoriseerde verkeersdeelnemers onder de 14 jaar en voor ten minste 50% bij ongemotoriseerde verkeersdeelnemers boven de 14 jaar. Deze 50%- en 100%-regel gelden niet als er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid bij de fietser of voetganger. 16

17 Hoofdstuk 3 Jurisprudentieonderzoek art. 6:162 BW In dit hoofdstuk staat de toekenning en de motivering van de mate van eigen schuld op grond van art. 6:162 BW centraal. Voor dit hoofdstuk zijn 45 uitspraken van rechtbanken en 26 uitspraken van gerechtshoven bestudeerd. Eerst worden de uitspraken behandeld waarbij geen eigen schuld werd toegekend (par. 3.1). Vervolgens komen de uitspraken aan bod waarbij wel sprake is van eigen schuld en daarbij is onderscheid gemaakt tussen verkeersovertredingen (par. 3.2) en verkeersgedragingen (par. 3.3). Hierna wordt globaal gekeken welke percentages werden toegekend (par. 3.4). Behalve de eigen schuld speelt ook de billijkheidscorrectie een rol bij de uiteindelijke bepaling van de schadevergoeding (par. 3.5). In paragraaf 3.6 worden de uitspraken in eerste aanleg vergeleken met de uitspraken van de gerechtshoven. Het hoofdstuk eindigt met een conclusieparagraaf (par. 3.7) waarin de deelvraag van dit hoofdstuk wordt beantwoord: In welke mate verschillen de toegekende percentages eigen schuld bij vergelijkbare uitspraken bij art. 6:162 BW? 3.1 Geen eigen schuld Bij zestien van de 71 uitspraken van art. 6:162 BW werd geen eigen schuld toegekend. Bij negen uitspraken was onvoldoende motivering of bewijs hiervoor de reden. 51 Degene die een beroep doet op de eigen schuld dient dit te motiveren door concreet bewijs te leveren, maar dit was in deze uitspraken onvoldoende gedaan. Bij vier uitspraken werden de omstandigheden niet aan benadeelde toegerekend. 52 Deze hoefde bijvoorbeeld niet bedacht te zijn op fouten van de veroorzaker of het ongeval was geheel te wijten aan de gedragingen van de veroorzaker. Bij twee uitspraken was de bestuurder van het voertuig aansprakelijk en werd geen eigen schuld toegekend aan de passagier. 53 Dit was bij rechtbank Arnhem het geval omdat het niet dragen van een veiligheidsgordel niet in verband stond met het letsel en bij de uitspraak van rechtbank Zutphen hoefde de 15-jarige passagier de bestuurder die 51 Hof Amsterdam 8 september 2005, VR 2006, 127, Rechtbank Roermond 10 januari 2007, VR 2007, 139, Rechtbank Rotterdam 7 juli 2010, VR 2012, 53, Rechtbank Assen 8 februari 2012, NJF 2012, 124, Rechtbank Breda 6 augustus 2012, ECLI:NL:RBBRE:2012:BX3739, Rechtbank Groningen 5 februari 2016, VR 2016, 84, Hof Amsterdam 26 april 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1720, Rechtbank Den Haag 28 april 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:4718, Rechtbank Amsterdam 26 mei 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016: Hof Amsterdam 11 januari 2007, VR 2007, 166 en Rechtbank s-gravenhage 26 april 2006, VR 2007, 135, Rechtbank Zutphen 10 september 2008, VR 2009, 46, Rechtbank Den Haag 7 mei 2013 VR 2014, Rechtbank Arnhem 21 september 2005, VR 2005, 160, Rechtbank Zutphen 22 oktober 2010, VR 2012,

18 te hard reed hier niet op te wijzen. Bij één uitspraak oordeelde het gerechtshof dat de kantonrechter ambtshalve en ten onrechte een beroep had gedaan op eigen schuld Verkeersovertredingen Vanaf deze paragraaf worden de uitspraken besproken waarbij er eigen schuld werd vast- gesteld. Uit de bestudering van de jurisprudentie bleek dat bepaalde omstandigheden vaak aan de benadeelde werden toegerekend. Deze omstandigheden zijn onderverdeeld in de subcategorieën: geen voorrang verlenen (par ), te hard rijden (par ), meerijden met een onbevoegde bestuurder (par ), het creëren van een gevaarlijke situatie (par ) en het laten stilstaan van een auto (par ). Onder de categorie overig (par ) vallen de uitspraken met omstandigheden die zeer weinig voorkwamen en hierdoor kon geen goede vergelijking gemaakt worden. Sommige uitspraken komen voor in meerdere categorieën, omdat aan benadeelde meerdere omstandigheden werden toegerekend Geen voorrang verlenen Het geen voorrang verlenen werd bij zeven uitspraken aan benadeelde toegerekend. Bij vijf uitspraken hiervan verleende benadeelde geen voorrang en reed verzekerde te hard. De toegekende percentages eigen schuld komen met elkaar overeen omdat bij drie uitspraken 50% eigen schuld werd toegekend en bij de uitspraak met het hogere percentage van 67% werd de benadeelde ook niet goed opletten toegerekend. 55 Bij het minder hoge percentage van 30% eigen schuld werd veroorzaker behalve te hard rijden ook onvoldoende anticiperen toegerekend, waardoor ook deze uitspraak in overeenstemming is met de andere zes uitspraken in deze categorie Te hard rijden Bij vijftien uitspraken werd benadeelde te hard rijden toegerekend. Percentages variëren van 20 tot 80% eigen schuld. Bij zeven van deze vijftien uitspraken werd veroorzaker het niet verlenen van voorrang toegerekend en daarvan is één uitspraak afwijkend. 57 Bij deze uitspraak werd veroorzaker een extra verkeersgedraging (niet goed opletten) toegerekend. Ter vergelijking werd bij de uitspraak van de rechtbank Utrecht een extra verkeersgedraging 54 Hof s-hertogenbosch 8 september 2009, VR 2010, Rechtbank Arnhem 17 januari 2007, VR 2007, 110, Rechtbank Haarlem 24 mei 2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:BW8587, Hof s-gravenhage 21 september 2010, NJF 2010, 463 en Rechtbank Rotterdam 17 maart 2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BL Hof Amsterdam 22 september 2005, VR 2006, Rechtbank Zutphen 30 december 2009, VR 2010,

19 aan benadeelde toegerekend (onvoldoende anticiperen). 58 De verwachting is dat de causale verdeling in het nadeel uitpakt voor degene aan wie de meeste omstandigheden worden toegerekend. De rechtbank Zutphen kende echter 30% eigen schuld toe en de rechtbank Utrecht 20% eigen schuld. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de benadeelde in het laatste geval enkel te hard reed voor de situatie en de benadeelde bij de uitspraak van rechtbank Zutphen reed 12 tot 20 kilometer te hard. Dit verklaart echter niet waarom de uitspraak van rechtbank Zutphen ook niet overeenkomt met de uitspraken van gerechtshof Arnhem en rechtbank Oost-Brabant. 59 Gerechtshof Arnhem rekende benadeelde te hard rijden (circa 20 kilometer per uur) en niet goed opletten toe en veroorzaker werd door rood rijden toegerekend. Rechtbank Oost-Brabant rekende benadeelde ook het te hard rijden van circa 20 kilometer per uur toe en de veroorzaker geen voorrang verlenen. Er werd respectievelijk 20% en 25% eigen schuld toegekend. Het relatief hoge percentage eigen schuld corrigeerde de rechtbank Zutphen wel door de schadevergoeding met 20% te verhogen wegens de verwijtbaarheid van de fouten en de ernst van het letsel. Indien er een percentage eigen schuld in overeenstemming met de andere uitspraken was toegekend, was een dergelijke billijkheidscorrectie niet nodig geweest om de uitkomst rechtvaardig te laten zijn. Ten slotte zijn er twee uitspraken waarin dezelfde omstandigheden werden toegerekend die niet met elkaar in overeenstemming zijn. 60 De benadeelde werd te hard rijden op een voor hem verboden weg toegerekend en veroorzaker werd geen voorrang verlenen toegerekend. Het gerechtshof s-hertogenbosch rekende daarnaast zowel benadeelde als veroorzaker niet goed opletten toe. De rechtbank s-gravenhage kende 80% eigen schuld toe en gerechtshof s-hertogenbosch kende 50% eigen schuld toe. Voor twee uitspraken waarbij dezelfde verkeersovertredingen werden toegerekend is een verschil van 30% eigen schuld erg hoog. Ten opzichte van de uitspraken waarin benadeelde te hard reed en veroorzaker geen voorrang verleende ligt de uitspraak van gerechtshof s Hertogenbosch in lijn der verwachting. Bij deze uitspraken werd 20% tot 30% eigen schuld toegekend en het gerechtshof s Hertogenbosch kende 50% eigen schuld toe, maar rekende benadeelde wel een extra verkeersovertreding toe. Het toegekende percentage door rechtbank s- 58 Rechtbank Utrecht 21 maart 2012, ECLI:NL:RBUTR:2012BY Hof Arnhem 31 maart 2006, VR 2007, 12 en Rechtbank Oost-Brabant 11 december 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015: Hof s-hertogenbosch 15 juli 2008, VR 2009, 77 en Rechtbank s-gravenhage 7 maart 2012, VR 2012,

20 Gravenhage van 80% is echter onevenredig hoog. Zowel deze uitspraak als de uitspraak van rechtbank Zutphen zijn afwijkend en daarmee zijn twee van de vijftien uitspraken inconsistent Meerijden met een niet bevoegde bestuurder De Hoge Raad oordeelde in een arrest uit 1991 dat het meerijden met een kennelijk onder invloed verkerende bestuurder en het hiervan op de hoogte zijn of behoren te zijn niet betekent dat de aanspraak op schadevergoeding geheel vervalt. 61 Het beslissende criterium is of en in hoeverre de aan de passagier toe te rekenen omstandigheden aan de schade hebben bijgedragen. Het percentage eigen schuld van 25% dat door de rechtbank en het gerechtshof werd vastgesteld, werd in dit arrest bevestigd door de Hoge Raad. In overeenstemming met dit arrest werd er bij de arresten van de gerechtshoven s- Hertogenbosch en Leeuwarden ook 25% eigen schuld toegekend aan de passagier die wist dat de bestuurder onder invloed was. 62 Het door het gerechtshof s-gravenhage vastgestelde percentage van 10% eigen schuld in vergelijkbare omstandigheden is in vergelijking met deze twee uitspraken aan de lage kant. 63 Bij twee uitspraken werd er geen veiligheidsgordel gedragen en dit leverde 40% en 67% eigen schuld op. 64 Het percentage van 67% is erg hoog, zelfs indien er rekening gehouden wordt met de omstandigheden dat de passagier het uitdrukkelijk goedkeurde dat de bestuurder onder invloed was. In deze categorie zijn twee van de zes uitspraken afwijkend Veroorzaker creëert een gevaarlijke situatie Bij zes uitspraken werd de veroorzaker aansprakelijk gesteld omdat deze voor de overige weggebruikers een gevaar had gecreëerd door een object op de weg te plaatsen. Of het creëren van een gevaarlijke situatie onrechtmatig is hangt af van de omstandigheden van het geval, maar een gedraging kan een dermate gevaarlijke situatie creëren dat die gedraging jegens de andere weggebruikers zonder meer onrechtmatig is. 65 Bij alle uitspraken werd eigen schuld toegerekend aan degene die tegen het object aanreed, met als onderbouwing dat men het voertuig niet of te laat had opgemerkt. De uitspraken zijn 61 HR 12 oktober 1999, VR 1991, Hof s-hertogenbosch 29 november 2011, ECLI:NL:GHSHE:2011:BU8575 en Hof Leeuwarden 23 oktober 2012, ECLI:NL:GHLEE:2012:BY Hof s-gravenhage 19 juni 2008, VR 2010, Rechtbank Oost-Brabant (kanton s-hertogenbosch) 13 januari 2013, VR 2014, 177 en Rechtbank Zwolle 7 november 2007, ECLI:NL:RBZLY:2007:BD HR 23 juni 1995, VR 1996,

21 volledig met elkaar in overeenstemming. In de drie uitspraken waar benadeelde enkel onvoldoende anticiperen werd toegerekend werd 25% eigen schuld toegekend. 66 Bij de twee uitspraken waar tevens te hard rijden werd toegerekend werd 50% eigen schuld toegekend. 67 Bij de laatste uitspraak werd benadeelde het niet dragen van een gordel en het gedeeltelijk ijsvrij maken van de ruit toegerekend en daardoor werd een hoger percentage eigen schuld toegekend (70%) Het laten stilstaan van een auto Bij drie uitspraken werd de benadeelde het laten stilstaan van de auto op de autoweg toegerekend. Bij alle uitspraken werd de veroorzaker niet goed opletten toegerekend. De toegekende percentages eigen schuld variëren sterk. Bij gerechtshof Arnhem was er sprake van een technisch mankement bij benadeelde en dit leverde 70% eigen schuld op. 69 Bij twee uitspraken was te weinig brandstof de reden van stilstaan en werd 25% en 50% eigen schuld toegekend. 70 Het lagere eigen schuldpercentage van 25% kan gedeeltelijk worden verklaard doordat veroorzaker naast niet goed opletten ook onvoldoende anticiperen werd toegerekend. Deze omstandigheid verklaart echter niet het verschil tussen de ver uiteen lopende percentages Overige verkeersovertredingen In deze paragraaf komen de verkeersovertredingen aan bod die weinig voorkomen en hierdoor moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Bij achttien uitspraken werd benadeelde een overige verkeersovertreding toegerekend. Hieronder volgen enkele bevindingen. Een strafrechtelijke veroordeling van veroorzaker leidde in twee gevallen tot hoge percentages schadevergoeding voor benadeelde. 71 Een percentage eigen schuld werd in beide gevallen niet gegeven. Uit de uitspraak van het gerechtshof s-gravenhage blijkt dat het begaan van een misdrijf strenger werd toegerekend dan een verkeersovertreding. Het rijden onder 66 Rechtbank Arnhem 12 maart 2008, NJF 2008, 249, Hof Arnhem 1 juni 2010, VR 2011, 115 en Rechtbank Alkmaar 6 juni 2012, ECLI:NL:RBALK:2012:BX Hof s-hertogenbosch 10 mei 2005, VR 2006, 56 en Hof Arnhem 7 april 2009, VR 2010, Rechtbank Den Haag 6 september 2013, VR 2014, Hof Amsterdam 4 oktober 2007, VR 2008, Rechtbank Arnhem 3 mei 2006, NJF 2006,409 en Rechtbank Breda 6 februari 2012, VR 2012, Rechtbank 8 juli 2009, VR 2010, 82 (100% schadevergoeding) en Rechtbank Rotterdam 13 februari 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:BZ2713 (90% schadevergoeding). 21

22 invloed van alcohol werd strenger toegerekend dan het rijden zonder bromfietscertificaat (65%-35%) Verkeersgedragingen In deze paragraaf worden de verkeersgedragingen besproken. De verkeersgedragingen worden onderverdeeld in drie subcategorieën: onvoldoende anticiperen (par ), niet goed opletten (par ) en overig (par ). Er is voor een categorie overig gekozen omdat bepaalde omstandigheden zeer weinig voorkwamen en er hierdoor geen goede vergelijking gemaakt kon worden Onvoldoende anticiperen Bij acht uitspraken werd benadeelde onvoldoende anticiperen toegerekend. Het onvoldoende anticiperen werd minder streng aan de benadeelde toegerekend dan een verkeersovertreding. Bij de enige uitspraak van rechtbanken waarbij benadeelde enkel onvoldoende anticiperen werd toegerekend werd 25% eigen schuld toegekend. 73 Rechtbank Amsterdam kende 40% eigen schuld toe voor het niet dragen van een autogordel en onvoldoende anticiperen. De rechter gaf aan dat het niet dragen van de veiligheidsgordel voor 25% heeft bijgedragen aan de eigen schuld en dat betekent dat het onvoldoende anticiperen voor 15% heeft bijgedragen. 74 Voor het te hard rijden in combinatie met onvoldoende anticiperen werd bij rechtbank Utrecht 20% en bij rechtbank Arnhem 40% eigen schuld toegekend, afhankelijk van wat er aan veroorzaker werd toegerekend. 75 Enkel de uitspraak van gerechtshof s-hertogenbosch wijkt af van de rest van de uitspraken in deze categorie, omdat er aan benadeelde enkel onvoldoende anticiperen werd toegerekend en daarbij werd 50% eigen schuld toegekend Niet goed opletten Bij twintig uitspraken werd benadeelde niet goed opletten toegerekend. De verkeersgedraging niet goed opletten werd over het algemeen minder streng toegerekend dan een verkeersovertreding. Bij twee uitspraken van rechtbanken werd bij het enkel niet 72 Hof Arnhem 28 augustus 2007, VR 2008, Rechtbank Arnhem 12 maart 2008, NJF 2008, Rechtbank Amsterdam 25 oktober 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BY Rechtbank Utrecht 21 maart 2012, ECLI:NL:RBUTR:2012:BY0648 (veroorzaker werd geen voorrang verlenen toegerekend) en Rechtbank Arnhem 5 september 2007, ECLI:NL:RBARN:2007:BB3674 (veroorzaker werd een overige verkeerovertreding en overige verkeersgedraging toegerekend). 76 Hof s-hertogenbosch 4 januari 2005, VR 2005,

23 goed opletten van benadeelde een laag percentage eigen schuld toegekend. 77 Bij rechtbank s-gravenhage leverde het niet goed opletten een hoger percentage eigen schuld op van 40%. 78 De twee uitspraken van gerechtshoven waarbij benadeelde enkel niet goed opletten werd toegerekend leverden lage percentages op van 15% en 25%. 79 Twee uitspraken weken af van de bevinding dat niet goed opletten niet streng werd toegerekend. De rechtbank Rotterdam rekende het enkel niet goed opletten van benadeelde erg streng toe met 80% eigen schuld. 80 Rechtbank s-hertogenbosch rekende zowel aan benadeelde als aan veroorzaker niet goed opletten toe en rekende veroorzaker ook te hard rijden en geen voorrang verlenen toe. 81 Ondanks dat aan veroorzaker twee zware verkeersovertredingen werden toegerekend werd er 35% eigen schuld toegekend. Dit werd gecorrigeerd door een zeer hoge billijkheidscorrectie van 35% toe te passen, maar als er in lijn met de andere uitspraken een lager percentage eigen schuld was toegewezen was deze hoge billijkheidscorrectie niet nodig geweest om de uiteindelijke schadetoekenning als billijk te beschouwen Overige verkeersgedragingen Bij drie uitspraken van rechtbanken werd benadeelde een verkeersgedraging uit de categorie overig toegerekend. Er werden verschillende omstandigheden toegerekend waardoor er geen uitspraak gedaan kan worden of deze uitspraken consistent zijn. Bij de uitspraak waarbij zowel benadeelde als veroorzaker een verkeersgedraging uit de categorie overig werd toegerekend werd 50% eigen schuld toegekend. 82 Bij de uitspraak waar aan benadeelde en veroorzaker een verkeersgedraging uit de categorie overige werd toegerekend en aan veroorzaker te hard rijden werd toegerekend werd 25% eigen schuld toegekend Rechtbank Rotterdam 14 maart 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BV9560, liet zich niet uit over een schuldpercentage, maar kwam tot een volledige schadevergoeding en Rechtbank Alkmaar 6 juni 2012, ECLI:NL:RBALK:2012:BX5734, kende 25% eigen schuld toe. 78 Rechtbank s-gravenhage 2 mei 2012, NJF 2012, Hof s-gravenhage 22 november 2007, VR 2008, 140 en Hof Arnhem 1 juni 2010, VR 2011, Rechtbank Rotterdam 15 juni 2011, NJF 2011, Rechtbank s-hertogenbosch 14 maart 2007, NJF 2007, Rechtbank Roermond 15 mei 2012, ECLI:NL:RBROE:2012:BW Rechtbank Utrecht 17 oktober 2012, ECLI:NL:RBUTR:2012:BY

24 3.4 Eigen schuldtoekenning In de bovenstaande paragrafen zijn de gronden voor schuldtoekenning besproken en tot welke eigen schuldpercentages dit leidt. In deze paragraaf worden enkel de eigen schuldpercentages zelf geanalyseerd. De onderstaande tabel toont de toegewezen eigen schuldpercentages verdeeld in vier categorieën van 25%. De uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven zijn apart weergegeven en de uitspraken met een onbekend percentage eigen schuld zijn weggelaten. Tabel 1 uitspraken art. 6:162 BW Uitspraken rechtbanken Uitspraken gerechtshoven Percentage Aantal Categorie Percentage Aantal Categorie 0% 9 0% 3 20% 1 I 10% 1 25% 5 15% 1 I 30% 1 20% 1 33% 1 II 25% 3 35% 1 30% 2 II 40% 5 35% 1 50% 5 50% 9 67% 4 III 60% 2 III 70% 2 70% 1 75% 1 100% 1 IV 80% 3 IV Totaal 25 Totaal 38 Uit bovenstaande tabel blijkt dat voor de rechtbanken het percentage van 0% eigen schuld het meest werd toegekend, gevolgd door 25%, 40% en 50%. Bij de gerechtshoven werd 50% het meest toegekend, gevolgd door 0% en 25%. Daarnaast is te zien dat de gerechtshoven eerder dan de rechtbanken geneigd zijn tot schulddeling over te gaan als beide partijen fouten hebben gemaakt. 84 Tevens kan uit de tabel worden afgeleid dat de bandbreedte van de percentages schuldtoekenning bij gerechtshoven groter is dan bij rechtbanken. Bij de rechtbanken liggen de percentages eigen schuld tussen de 25% en 40% erg dicht bij elkaar (zie de reeks: 25%, 84 Van de 24 uitspraken van de gerechtshoven zijn er 9 uitspraken waarbij 50% eigen schuld is toegekend (38% van de uitspraken) tegenover 5 van de 36 uitspraken van de rechtbanken (14% van de uitspraken). 24

25 30%, 33%, 35% en 40%). Dit lijkt afhankelijk te zijn van welke maatstaf de rechtbank hanteert. De rechtbank Rotterdam en de rechtbank Zwolle-Lelystad hanteren een maatstaf van 1/3 e en 2/3 e deel eigen schuld. 85 De uitspraken van de rechtbank Rotterdam waarin 80% en 40% eigen schuld werd toegekend wijken hier vanaf. 86 Zowel de rechtbank Amsterdam als het gerechtshof Amsterdam hanteren intervallen van 20% eigen schuld. 87 Gerechtshof s-hertogenbosch lijkt een maatstaf van één vierde te hanteren, maar de twee recentste uitspraken wijken hiervan af. 88 De uitspraken van rechtbank Arnhem en gerechtshof Arnhem tonen ook een duidelijk beeld. De schuldpercentages tussen de 20% en 40% zijn in kleine intervallen opgedeeld, namelijk: 20%, 25%, 35% en 40%. De kleinere rechtbanken lijken vaak een maatstaf van een vierde deel eigen schuld hanteren. 89 De rechtbank Zutphen wijkt hier als enige vanaf met een uitspraak waarin 30% eigen schuld werd toegekend De billijkheidscorrectie in verhouding tot de eigen schuld Wanneer de schadevergoeding door de rechter op basis van de causale verdeling als onbillijk wordt gezien, heeft de rechter de mogelijkheid om de verdeling bij te stellen. Uit de bestudeerde jurisprudentie blijkt dat als motivering om de billijkheidscorrectie toe te passen wordt gebruikt: de ernst van het letsel, de verwijtbaarheid van de fouten, het betriebsgefahr, de jonge leeftijd van benadeelde en het niet hebben van een verzekering. Er wordt onderzocht of de billijkheidscorrectie consistent werd toegepast en als dit niet het geval is worden de afwijkende uitspraken besproken. De billijkheidscorrectie werd door de rechtbanken toegepast bij 18 van de 31 uitspraken waarbij eigen schuld werd toegekend (57% van de uitspraken). Bij twee uitspraken werd de 85 Percentages van 33% en 67% werden toegekend door rechtbank Zwolle-Lelystad en rechtbank Rotterdam kende twee keer een percentage van 67% toe. Verder kende geen enkele rechtbank deze percentages toe. 86 Rechtbank Rotterdam 27 mei 2009, ECLI:NL:RBROT:2009:BL1535 en Rechtbank Rotterdam 15 juni 2011, NJF 2011, De uitspraken laten een eigen schuldpercentage van 30%, 50% en 70% zien. De enige uitspraak die hiervan afwijkt, met een eigen schuldpercentage van 40%, is die van Rechtbank Amsterdam 25 oktober 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BY Percentages van 25%, 50% en 100% werden toegekend, maar de uitspraken Hof s-hertogenbosch 4 februari 2014, VR 2015, 32 en Hof s-hertogenbosch 15 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3594 wijken hiervan af met percentages van 60% en 30%. 89 Zie de uitspraak(en) van rechtbank Alkmaar (25%), Breda (0 en 25%), Middelburg (75%) en Roermond (0 en 50%). 90 Rechtbank Zutphen 30 september 2009, VR 2010,

Artikel 185 WW. Spoorboekje

Artikel 185 WW. Spoorboekje Artikel 185 WW Spoorboekje Wanneer is art. 185 WVW van toepassing? Er moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan wil art. 185 WVW van toepassing zijn. Allereerst zal er sprake moeten zijn van een ongeval

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Reflexwerking artikel 185 WVW

Reflexwerking artikel 185 WVW Reflexwerking artikel 185 WVW Een praktijkgericht juridisch onderzoek naar de doorslaggevende factoren om het recht op en de omvang van de schadevergoeding van een gemotoriseerde op een ongemotoriseerde

Nadere informatie

Roliene Fluit S760688. Privaatrechtelijke scriptie ter afronding van de master Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht

Roliene Fluit S760688. Privaatrechtelijke scriptie ter afronding van de master Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Waarborgen van de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid bij de rechterlijke toepassing van art. 6:101 BW Een jurisprudentie- en rechtseconomisch onderzoek binnen het kader van de aansprakelijkheid bij ongevallen

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.2384 (064.02) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Artikelen. I 279 I De toepassing van de billijkheidscorrectie in verkeerszaken. Letsel & Schade 2013 nr. 4. mr. J.F. Roth en mr. R.W.

Artikelen. I 279 I De toepassing van de billijkheidscorrectie in verkeerszaken. Letsel & Schade 2013 nr. 4. mr. J.F. Roth en mr. R.W. Artikelen I 279 I De toepassing van de billijkheidscorrectie in verkeerszaken mr. J.F. Roth en mr. R.W. Smit 1 Na een theoretische inleiding over schulddeling en de billijkheidscorrectie bij verkeersongevallen

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn. 100%- en 50-% regel? Eigen...

NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn. 100%- en 50-% regel? Eigen... NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/... pagina 1 van 26 NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn.

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 Instantie Datum uitspraak 28-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860388-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 759 Vaststelling en invoering van afdeling 8.14.1 (verkeersongevallen) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 5 HERDRUK 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer M. van der Bijl wonende te Amstelveen verder te noemen: Van der Bijl tegen: mevrouw E.A. Rozendaal

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Verkeersaansprakelijkheid verkeersfout tram; eigen schuld; uitbreiding 50% regel tot tramverkeer

Verkeersaansprakelijkheid verkeersfout tram; eigen schuld; uitbreiding 50% regel tot tramverkeer Verkeersaansprakelijkheid verkeersfout tram; eigen schuld; uitbreiding 50% regel tot tramverkeer HR 14 juli 2000, RvdW 2000, 177 C (Geertsema / De Niet en Haagsche Tramwegmaatschappij) [verschenen in:

Nadere informatie

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen 13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

185 WVW mogelijkheden en onmogelijkheden. We zijn de gezichten vergeten van de zes vrouwen in het verkeer!

185 WVW mogelijkheden en onmogelijkheden. We zijn de gezichten vergeten van de zes vrouwen in het verkeer! 185 WVW mogelijkheden en onmogelijkheden We zijn de gezichten vergeten van de zes vrouwen in het verkeer! Bepaling Artikel 185 WVW Indien een motorrijtuig waarmee op de weg wordt gereden, betrokken is

Nadere informatie

Jurisprudentieregister

Jurisprudentieregister Jurisprudentieregister De uitspraken van het gerechtshof en de rechtbank zijn, tenzij anders vermeld, niet gepubliceerd. Om controle van deze ongepubliceerde rechtspraak mogelijk te maken zijn telkens

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 09/797150-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Convenant met UWV inzake verjaring en de regeling van enkele discussiepunten

Convenant met UWV inzake verjaring en de regeling van enkele discussiepunten Convenant met UWV inzake verjaring en de regeling van enkele discussiepunten Partijen: Verbond van Verzekeraars te Den Haag, vertegenwoordigd door R.R. Latenstein van Voorst MBA, en mr. R. Weurding, algemeen

Nadere informatie

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent Artikel 7:952 B.W. De verzekeraar vergoedt geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 09-12-2011 Datum publicatie 20-03-2012 Zaaknummer 21-002592-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:877

ECLI:NL:GHDHA:2016:877 ECLI:NL:GHDHA:2016:877 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 12-04-2016 Zaaknummer 200.158.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit activiteiten als schoonmaakwerkzaamheden, koken, boodschappen

Nadere informatie

Wegvallen fiscale bijtelling auto is ook schade

Wegvallen fiscale bijtelling auto is ook schade Wegvallen fiscale bijtelling auto is ook schade Wegvallen fiscale bijtelling auto is ook schade Een leaseauto met een fiscale bijtelling van 0% gaat bij een ongeval totaal verloren. Dit ongeval wordt veroorzaakt

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit bijvoorbeeld de activiteiten schoonmaken, koken, boodschappen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147 Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/147 2 Aanleiding Op 7 april 2013 om 16.52 uur komt er bij de regionale eenheid

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 759 Vaststelling en invoering van afdeling 8.14.1 (verkeersongevallen) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave

Nadere informatie

Juridische Aspecten van het Autonoom Rijden

Juridische Aspecten van het Autonoom Rijden Juridische Aspecten van het Autonoom Rijden 1 Wettelijke regelingen Internationaal Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens (1968) - VN (Int. Wegencongres -1908/ Verdrag van Genève -1931) Haags verkeersongevallenverdrag

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Convenant Regres zorg-/aansprakelijkheidsverzekeraars

Convenant Regres zorg-/aansprakelijkheidsverzekeraars Convenant Regres zorg-/aansprakelijkheidsverzekeraars De partijen: Verbond van Verzekeraars, gevestigd te Den Haag, en Zorgverzekeraars Nederland, gevestigd te Zeist, in aanmerking nemende dat: 1. zorgverzekeraars

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 Instantie Datum uitspraak 16-10-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-001900-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Aansprakelijkheid op het ijs

Aansprakelijkheid op het ijs Aansprakelijkheid op het ijs KNSB verenigingsdag voor bestuurders 3 november 2007 Bart Bendel Wouter Vermaas Inhoud workshop Aansprakelijkheid van: Schaatsers Verenigingen Trainers Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

Gelet op artikel 21b, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van

Gelet op artikel 21b, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van Besluit van houdende aanwijzing van zittingsplaatsen van rechtbanken en gerechtshoven (Besluit zittingsplaatsen gerechten) Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2012, nr., Gelet

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 Instantie Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 27-08-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860096-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 19-09-2012 Datum publicatie 19-09-2012 Zaaknummer 05/700235-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Datum 28-02-2014 1 WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Jurisprudentie Actualiteiten Datum 28-02-2014 2 Rb. Gelderland 15 oktober 2014, C/05/253886 / HA ZA 13-753 (Zurich-Gem. Nijmegen)(niet

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-693 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp.

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp. De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Versie 3: normbedragen en termijn aangepast per 1 juli 2009 Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande

Nadere informatie

Arbeidsrecht 2014. Juridische wegwijzer

Arbeidsrecht 2014. Juridische wegwijzer Arbeidsrecht 2014 Juridische wegwijzer Inhoudsopgave 1 Inleiding Nederlandse arbeidsrechtspraak 1.1 De organisatie van de rechtspraak 1.2 De kantonrechter 1.3 De dagvaardingsprocedure 1.4 De verzoekschriftprocedure

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden. Rechtbank Amsterdam, 06 juni 2012; de hondenbezitter is aansprakelijk voor de letselschade van een vrouw die tijdens het uitlaten van de hond ten valt komt doordat de hond plotseling hard aan de lijn trok.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Prioritaire voertuigen

Prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting De auto van Consument is beschadigd geraakt

Nadere informatie

Hoge Raad, 12 januari 2001

Hoge Raad, 12 januari 2001 Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. ANWB en verkeersslachtoffers Naast de inzet voor meer verkeersveiligheid is de ANWB ook betrokken bij de afwikkeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 15-12-2005 Datum publicatie 15-12-2005 Zaaknummer 02/801139-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

NJ 1998, 400, Verkeersaansprakelijkheid; jong kind aangereden door automobilist / geen overmacht / regresvordering verzekeraar

NJ 1998, 400, Verkeersaansprakelijkheid; jong kind aangereden door automobilist / geen overmacht / regresvordering verzekeraar NJ 1998, 400, Verkeersaansprakelijkheid; jong kind aangereden door automobilist... pagina 1 van 23 NJ 1998, 400, Verkeersaansprakelijkheid; jong kind aangereden door automobilist / geen overmacht / regresvordering

Nadere informatie

Voetangels en klemmen in het letselschade-bewijsrecht. Ivo Giesen Ucall / UU

Voetangels en klemmen in het letselschade-bewijsrecht. Ivo Giesen Ucall / UU Voetangels en klemmen in het letselschade-bewijsrecht Ivo Giesen Ucall / UU Drie thema s A) Anticiperen op de stelplicht en de (gemotiveerde) betwistingsplicht B) Vooruit denken over de bewijslastverdeling

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2182

ECLI:NL:RBOVE:2017:2182 ECLI:NL:RBOVE:2017:2182 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Wetsverwijzingen Vindplaatsen

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit activiteiten als schoonmaakwerkzaamheden, koken, boodschappen

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies.

De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies. De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies Pauline Ernste Maatstaven voor aansprakelijkheid Handelen Arbiter Bindend adviseur

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Toezicht en aansprakelijkheid

Toezicht en aansprakelijkheid Toezicht en aansprakelijkheid Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van toezichthouders ten opzichte van derden PROF. MR. I. GIESEN Hoogleraar

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2011 C.10.0242.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0242.F AXA BELGIUM nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. MERCATOR VERZEKERINGEN nv, 2. ETHIAS nv.

Nadere informatie

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 1 - Mr. L.F. Kloppenburg is advocaat bij Groenendijk & Kloppenburg Advocaten te Leiden. 30 Magna Charta ~ Leergang contractenrecht

Nadere informatie

Inleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998,

Inleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998, W. Dijkshoorn & S.D. Lindenbergh, Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld. HR 21 september 2007, RvdW 2007, 789 (Manege Bergemo), Maandblad voor Vermogensrecht 2007, p. 252-256. Buitengerechtelijke

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen

Lijst van gebruikte afkortingen Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen IX 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond: causaliteitsonzekerheid in het aansprakelijkheidsrecht 1 1.2 Relevantie en afbakening van het onderzoek 3 1.2.1 Relevantie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht Louis Visscher Boom Juridische uitgevers Den Haag 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Communicerende vaten 1 1.2 De rechtseconomische

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ5454

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ5454 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ5454 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 13-05-2009 Datum publicatie 18-08-2009 Zaaknummer 310816 / HA ZA 08-1724 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 759 Vaststelling en invoering van afdeling 8.14.1 (verkeersongevallen) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

t twaalfuurtje van deze week 9 april 2014

t twaalfuurtje van deze week 9 april 2014 t twaalfuurtje van deze week 9 april 2014 Makelaar adviseert te hoge vraagprijs; wel beroepsfout, geen schadeplichtigheid Op 26 maart 2014 heeft de rechtbank Den Haag een interessant vonnis gewezen met

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Aanbestedende diensten vaak de winnaar in rechtszaken over aanbestedingen

Aanbestedende diensten vaak de winnaar in rechtszaken over aanbestedingen ARTIKELEN Aanbestedende diensten vaak de winnaar in rechtszaken over aanbestedingen Theo van der Linden 1 Aanbestedende diensten zijn in 56% van de gevallen de winnende partij in rechtszaken over aanbestedingen.

Nadere informatie