Leerlijnenpakket Leerlijnen peuters (DE)
|
|
- Mathijs Simons
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Leerlijnenpakket Leerlijnen peuters (DE) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Motoriek Grote motoriek - Stap 1 SPRINGEN: Springt met twee voeten tegelijk op van de vloer GOOIEN EN VANGEN: Rolt een bal met 1 hand ALANCEREN : Staat op de tenen, gesteund of kortdurend zonder steun, bijvoorbeeld om iets hoog uit de kast te pakken *ALANCEREN : Loopt en trekt speelgoed achter zich aan. Hij kan dit ook achteruitlopend en zowel met de linker als rechter hand RENNEN: Rent met het lichaam licht naar voren gebogen. Mogen nog dribbelpasjes zijn Grote motoriek - Stap 2 KLIMMEN EN KLAUTEREN: Loopt een trap op en af, mag nog met twee voeten op één trede GOOIEN EN VANGEN: Kan een kleine bal bovenhands met één hand in een bepaalde richting gooien Doe meer met as: 4 ALANCEREN: Loopt in beide richtingen om bijvoorbeeld een speeltoestel (linksom en rechtsom) RENNEN: Maakt bochten links- en rechtsom tijdens het rennen Grote motoriek - Stap 3 SPRINGEN: Maakt twee sprongen voorwaarts op één of beide voeten KLIMMEN EN KLAUTEREN: Loopt een trap afwisselend met rechter- en linkervoet op en af, met steun aan leuning of hand(en) van pedagogisch medewerker *GOOIEN EN VANGEN: Kan een bal bovenhands met twee handen gooien zonder het evenwicht te verliezen ALANCEREN: Legt een voorwerp boven zijn eigen hoofd weg in bijvoorbeeld de kast of op het aanrecht RENNEN: Vermindert vaart of versnelt tijdens het rennen Grote motoriek - Stap 4 SPRINGEN: Maakt meerdere sprongen achter elkaar voorwaarts en op de plek met twee voeten tegelijk *SPRINGEN: Springt over een lijn (loopspringen) *KLIMMEN EN KLAUTEREN: Loopt een trap afwisselend met rechter- en linkervoet op en af zonder steun *GOOIEN EN VANGEN: Kan een grote zachte bal of ballon vangen, met twee handen, maar mag nog tegen de borst komen ALANCEREN: Loopt over een bank RENNEN: Verandert tijdens snel rennen van richting Grote motoriek - 1a * SPRINGEN: Springt met 2 benen vooruit. SPRINGEN: Landt op zijn voeten en kan meteen weer verder gaan. * KLIMMEN EN KLAUTEREN: Klimt via een schuine ladder omhoog en weer naar beneden (of in een wandrek in schuine stand). GOOIEN EN VANGEN: Vangt een grote, zachte bal. ALANCEREN: Loopt over de bank waarbij hij over een hindernis van 10 cm hoog kan stappen. * ROLLEN: Rolt om zijn lengte- as tegen een schuin vlak omhoog. ROLLEN: Maakt een koprol met hulp. * TIKSPELEN: Rent bij tikkertje door de zaal heen. * TIKSPELEN: Tikt regelmatig een loper. Grote motoriek - 1b ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 1
2 SPRINGEN: Springt met aaneengesloten voeten een paar maal achter elkaar op een kleutertrampoline. SPRINGEN: Hinkelt enkele sprongen. * GOOIEN EN VANGEN: Gooit een grote, zachte bal met twee handen richting een ander. ALANCEREN: Staat op één been, zowel links als rechts. * ROLLEN: Maakt een koprol op een (schuine) dikke mat. * TIKSPELEN: Kiest een goed moment om weg te lopen/ over te steken. Kleine motoriek - Stap 1 Stapelt twee voorwerpen, bijvoorbeeld blokken *Slaat bij het voorlezen gericht de (harde) bladzijde om Houdt tijdens het tekenen het potlood met de volle hand vast in het midden van het potlood Pakt kleine voorwerpen tussen duim en wijsvinger beet Kleine motoriek - Stap 2 *Plaatst vijf ringen op een stok of piramide Plaatst een stukje in een knoppenpuzzel Houdt tijdens het tekenen het potlood vlak boven het papier vast met de vingertoppen *Gebruikt een lepel om zelf te eten of prikt met een vork en houdt met de andere hand het bord vast Doe meer met as: 9.6, 2, 9.8, 9.9, 9.10 eide handen werken goed samen om kleine opdrachten uit te voeren Doe meer met as: 9.2, 2, 9.11 Kleine motoriek - Stap 3 ouwt een toren van acht blokken Maakt een puzzel van 4 stukjes *Tekent een cirkel en lijnen na van een voorbeeld *Schenkt, bijvoorbeeld, limonade in een bekertje Kan preciezere bewegingen maken met handen en vingers, bijvoorbeeld met kleine blokjes spelen Kleine motoriek - Stap 4 ouwt een hoge toren van verschillende vormen blokjes Kan papier scheuren met twee handen Doe meer met as: 9.7 Gebruikt een enkele vinger voor diverse handelingen, zoals kleine knoppen indrukken (telefoon, toetsenbord, deurbel) *Eet met een lepel zonder te knoeien Kleine motoriek - 1a * Verft, kleurt en tekent op kleine en grote oppervlakken Doe meer met as: 5 Plaatst duim tegen de vingers, bijv. een brilletje maken.(opponeren) Oefent daardoor om het potlood vast te houden met een driepuntsgreep. Doe meer met as: 9.16 Rijgt grote kralen aan een koord * Maakt een ritssluiting dicht * Knipt langs een rechte lijn Doe meer met as: 9.19 * Houdt zijn lippen gesloten tijdens het voorlezen/ vertellen en kan met gesloten mond eten. Kleine motoriek - 1b * Tekent een kruis, schuine lijn naar rechts en naar links, een vierkant, een schuin kruis. Maakt een open guirlande en open arcade ( zgn. schrijfpatronen) als ontspannen oefening in het vrije vlak. Doe meer met as: 9.17 ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 2
3 * Prikt op een lijn. Scheurt kleine stukken papier Spel Spel - Stap 1 Kijkt met interesse naar het spel van een ander kind of speelt naast een ander kind hetzelfde spel Speelt onder begeleiding samen met een ander kind een eenvoudig spelletje, bijvoorbeeld de bal naar elkaar toerollen, blokjes stapelen Doe meer met as: 3 Spel - Stap 2 Speel met één of twee andere kinderen grof-motorische spelletjes met elkaar nadoen, bijvoorbeeld achter elkaar door de kruiptunnel, van de glijbaan, één op de kar en de ander duwt, elkaar aan het lachen maken door 'kiekeboe' of 'gek doen'. Spel - Stap 3 Probeert met andere kinderen te spelen, meestal doen-alsof-spelletjes. Doe meer met as: 3 Spel - Stap 4 Speelt onder begeleiding met andere kinderen een eenvoudig beurtspelletje (bijvoorbeeld kleurenlotto, memorie) Speelt samen met een ander kind of in een klein groepje. Maakt vriendjes met kinderen die van hetzelfde soort spel houden Spel - 1a Losse rolgebonden handelingen, rollendialoog, rollenspel, bijv. doet alsof het kookt en het eten opeet. De handelingen worden veelvuldig herhaald. Speelt naast andere leerlingen zijn eigen rol. Doet uit zichzelf mee met het spel van anderen. Spel - 1b Neemt meer initiatief tot samenspelen in een rollenspel. Taal eginnende geletterdheid - Stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om VERHAALEGRIP: ekijkt prenten in boekjes samen met de PM'er eginnende geletterdheid - Stap 2 VERHAALEGRIP: Wijst genoemde woorden aan op plaatjes in een boek Doe meer met as: 1.1, 1.7, 2.7, 3.1, 3.10, 4.1, 4.2, 4.9 VERHAALEGRIP: Luistert geboeid naar een voorleesverhaal in een één op één situatie Doe meer met as: 9.1, 9.11 TAALEWUSTZIJN: Zingt of praat mee bij het zingen van liedjes en het opzeggen van rijmpjes eginnende geletterdheid - Stap 3 VERHAALEGRIP: Luistert geboeid naar een voorleesverhaal in een groepje Doe meer met as: 9.4, 2 TAALFUNCTIES: Gebruikt de begrippen: 'verhaal'/ 'boek lezen' TAALEWUSTZIJN: Zingt liedjes of zegt versjes op waarbij de woorden herkenbaar zijn Doe meer met as: 9.2, 3 eginnende geletterdheid - Stap 4 OEKORIËNTATIE: ladert door (prenten)boeken en speelt alsof hij eigen en andermans teksten kan lezen *OEKORIËNTATIE: Kiest aan de hand van het plaatje op de omslag zelf de boeken uit die hem aanspreken VERHAALEGRIP: Vertelt een verhaal na aan de hand van de plaatjes in een boek Doe meer met as: 9.4, 9.12 *VERHAALEGRIP: Doet de PM er na als ze stukjes uit het boek uitbeeldt TAALFUNCTIES: Ervaart dat dingen die je zegt, opgeschreven kunnen worden Doe meer met as: 9.5, 9.11 ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 3
4 *TAALEWUSTZIJN: Doet mee met spelletjes rondom taal (bijvoorbeeld het afmaken van het laatste woord in een liedje) TAALEWUSTZIJN: enoemt symbolen (bijv. picto van wc, kaartje in de kast waar bepaalde spullen moeten opgeruimd worden) Doe meer met as: 9.5 eginnende geletterdheid - 1a OEKORIENTATIE: Weet dat de boekomslag iets laat zien van het verhaal. * OEKORIENTATIE: Weet dat je vragen kunt stellen over een boek. Geeft antwoord op wie en wat vragen. VERHAALEGRIP: Vertelt een kort voorgelezen verhaal na met behulp van plaatjes en eenvoudige waarnemingsvragen. * VERHAALEGRIP: Vertelt de kern van een verhaal of een gebeurtenis. * TAALFUNCTIES: egrijpt waar geschreven teksten, zoals een boodschappenbriefje, voor dienen. eginnende geletterdheid - 1b OEKORIENTATIE: Weet dat je een verhaal globaal kunt voorspellen aan de hand van een boekomslag. * OEKORIENTATIE: eantwoordt een luistervraag na het voorlezen van een verhaal. * VERHAALEGRIP: Geeft oorzaak- gevolgverbanden aan en bedenkt oplossingen. * TAALFUNCTIES: Weet dat geschreven taal een permanent karakter heeft. TAALFUNCTIES: Herkent tekensystemen zoals pictogrammen, gebarentaal en mimiek. TAALFUNCTIES: Herkent letters van zijn eigen naam. TAALEWUSTZIJN: Onderscheidt woorden in zinnen. * TAALWUSTZIJN: Voegt woorden samen tot één woord (deur-bel). * TAALEWUSTZIJN: Herkent een trefwoord in een reeks of verhaal. TAALEWUSTZIJN: Herkent een klank in reeks losse klanken. * TAALEWUSTZIJN: Herkent dezelfde klank in twee woorden. TAALEWUSTZIJN: Verdeelt woorden in lettergrepen, zoals kin-der-wa-gen. Doe meer met as: 9.15 * TAALEWUSTZIJN: Zegt samen en individueel rijmpjes op. Interactief taalgebruik - Stap 1 enoemt zijn eigen naam Kijkt gericht naar de PM er als deze vertelt wat ze gaan doen. enoemt en wijst mamma, pappa, broer en zus, opa en oma aan op een afbeelding egrijpt eenvoudige opdrachten en voert deze uit (bijvoorbeeld pak je jas maar, zet de beker op tafel ) Gebruikt tweewoordzinnen (Tom drinke, Sanne spelen) Interactief taalgebruik - Stap 2 Gebruikt zelfstandige naamwoorden en werkwoorden enoemt de namen van enkele groepsgenoten egrijpt dubbele, bij elkaar horende, opdrachten (bijvoorbeeld pak je jas en trek hem aan ) Doe meer met as: 9.5, 9.7 *Maakt met enkele woorden duidelijk wat hij wil zeggen (plassen) Gebruikt de ontkenning "niet" Interactief taalgebruik - Stap 3 Maakt driewoord-zinnen in tegenwoordige tijd met onderwerp en werkwoord (hoeft nog niet altijd correct) (Erik spelen niet) Reageert op begrippen die de PM er aanleert (zeg: rode auto en het kind rijdt de rode auto in de garage) Geeft antwoord als een ander kind iets aan hem vraagt Doe meer met as: 9.1 ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 4
5 Verzint nieuwe woorden voor woorden die hij nog niet kent (bijv. waterschieter of brommerboot ) Geeft antwoord op een vraag als die direct aan hem gesteld wordt Doe meer met as: 9.4, 9.5 Interactief taalgebruik - Stap 4 *Kent het verschil tussen ik, jij, hij/zij Gebruikt bijvoeglijke naamwoorden (kleine, rode) *Gebruikt het woordje er (bijv. Er zit een poes in de tuin ) *Luistert naar een op de leeftijd afgestemd radiofragment/ televisiefragment/ gesproken tekst op internet Vertelt wat hij die dag heeft gedaan ("Ik heeft buitenspeelt"of "Kijk eens wat ik heb gemaakt") Doe meer met as: 9.7 Voert een gesprekje met een ander kind ("Heb jij ook een jas? "Welke jas is dat?") Maakt vierwoord-zinnen Gebruikt de persoonlijke voornaamwoorden 'ik' en 'jij' *Stelt 'wie-', 'wat-', 'waar-' en 'waarom-' vragen om ergens meer over te weten te komen Interactief taalgebruik - 1a Houdt zich aan gespreksregels, zoals afwachten, uit laten spreken, stil zijn, de ander aankijken en blijft bij het onderwerp van het gesprek. Doe meer met as: 9.17 Interactief taalgebruik - 1b Voert een gesprekje met de leerkracht en/ of een ander kind; met behulp van gesloten en open vragen. Luistert naar een ander en reageert op een ander en kijkt de ander aan. Doe meer met as: 9.23 * Maakt uitgebreide zinnen en past grammaticale regels meestal goed toe, denk aan het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. * Probeert een eigen mening te geven. Rekenen Tellen en getalbegrip - Stap 1 Zegt samen met de PM-er en andere kinderen de telrij tot en met 3 op, bijv. in de context van een telliedje enoemt de begrippen meer en minder op basaal niveau (ik wil meer koekjes) Tellen en getalbegrip - Stap 2 *Telt terug met behulp van 'akoestisch terugtellen' aan de hand van een aftelversje in getallengebied tot en met 3 (bijv. drie, twee, één: start) *Herkent het begrip hoeveel als aanduiding om een aantal te bepalen Kan zeggen hoe oud hij is *Weet dat een verzameling uit één, twee, drie of meer kan bestaan Tellen en getalbegrip - Stap 3 Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling Doe meer met as: 4 Telt hardop (akoestisch tellen) Doe meer met as: 9.8 Weet binnen een context wat bedoeld wordt met begrippen als niets-alles (allemaal), veelweinig, meer-minder, evenveel, samen Kan met de vingers aangeven hoe oud hij is Tellen en getalbegrip - Stap 4 Vergelijkt kleine hoeveelheden op het eerste gezicht op meer, minder, meeste, minste, evenveel, Herkent groepjes van twee en drie zonder te tellen Kan voorwerpen eerlijk verdelen over verschillende kinderen/bakjes of in groepjes Doe meer met as: 9.9, 9.10, 9.12 *Haalt steeds een voorwerp/persoon eraf of telt er één bij op in bijvoorbeeld versjes (tien kleine kikkertjes) en beseft dat het er eentje meer of minder wordt ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 5
6 *Kan tot en met drie de aantallen weergeven met zijn vingers Tellen en getalbegrip - 1a Zegt de telrij tot 10 op Telt voorwerpen tot en met 5; synchroon. Doe meer met as: 9.8 * Haalt erbij en eraf van steeds een voorwerp of persoon, zoals in telversjes. eseft dat het er eentje meer of minder wordt * Ontdekt dat hoeveelheden verschoven of bedekt kunnen worden zonder dat het totaal verandert Praat over getallen en hoeveelheden in betekenisvolle situaties Tellen en getalbegrip - 1b Telt voorwerpen tot en met 10; synchroon Doe meer met as: 9.15, 9.18, 9.20 Vergelijkt en ordent hoeveelheden tot tenminste 5 door het leggen van 1-1 relatie op meer, minder, evenveel, meeste, minste Doe meer met as: 9.15, 9.24 * Zegt in betekenisvolle contextsituaties bij aantallen tot 5 wat er gebeurt als er één bij komt of één weg gaat ( of weet wat één meer of één minder is) Meten - Stap 1 Maakt stapels met blokken en maakt deze hoger of lager Legt rijtjes met blokken en maakt deze langer of korter Maakt kennis met begrippen als kopen en betalen Meten - Stap 2 Oriënteert zich op eenvoudige groottebegrippen ( groot-klein, warm-koud ) Vergelijkt twee lengtes met een groot verschil op het eerste gezicht Speelt met vormen en water/zand: vormen vullen, overgieten, vol maken, leeg maken Doe meer met as: 9.6, 2, 9.8 Meten - Stap 3 Wijst het juiste voorwerp aan bij begrippen als groot-klein, lang-kort, hoog-laag, dik-dun Herkent situaties waarin vergelijken op inhoud voorkomt: wie heeft meer limonade, welke doos is groter? In welke vaas zit meer water? Tilt en weegt verschillende voorwerpen en vergelijkt wat zwaarder is en wat lichter is Speelt situaties na waarin kopen en betalen voorkomt (zoals winkeltje spelen) Verkent de indeling en het verloop van de dag en de namen die we voor de verschillende momenten gebruiken: ochtend, middag, avond, nacht Doe meer met as: 9.11 *Maakt in betekenisvolle situaties kennis met de klok Meten - Stap 4 Wijst binnen een context aan wat bedoeld wordt met groot-groter-grootst, klein-kleinerkleinst, lang-langer-langst, kort-korter-kortst, hoog-hoger-hoogst, dik-dikker-dikst, dundunner-dunst Kan een paar voorwerpen op basis van één eigenschap (vorm, kleur) of functie sorteren Doe meer met as: 9.3, 9.5 Vergelijkt op lengte en oppervlakte: wie/wat is groter of langer, welke schoen is kleiner, welke tekening of puzzel is groter, welke toren is hoger? Meet zijn eigen lengte, bijvoorbeeld met behulp van een ander, met streepjes op de muur of met één of meerdere strook/stroken Vergelijkt op inhoud: waar zit het meeste/minste in? Herkent en gebruikt begrippen als vol, leeg, in, uit, veel, weinig *Onderzoekt: wat is zwaar, heel zwaar, heel licht. En leert deze begrippen herkennen egrijpt in betekenisvolle context begrippen als kopen, betalen, geld, duur enoemt de begrippen kort, lang, even, snel, nu, straks, vroeg, laat Meten - 1a Kent het dagritme: ochtend, middag, avond, nacht. ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 6
7 Meten - 1b * Ordent voorwerpen van kort naar lang. * Vergelijkt op het oog of via overgieten twee inhouden (weet daarbij waar meer of minder in past). * Meet een inhoud met een betekenisvolle maat, zoals een beker of een fles. Doe meer met as: 8 * Vergelijkt twee voorwerpen op gewicht. egrijpt dat gewicht niet een op een samenvalt met omvang. Ordent voorwerpen van kort naar lang; van licht naar zwaar en inhoud van minder naar meer. * Herkent tijdsbegrippen in betekenisvolle, dagelijkse situaties: dag, nacht, vandaag, morgen Meetkunde - Stap 1 ouwt een toren van blokken Kijkt naar zichzelf in de spiegel Meetkunde - Stap 2 Kan een eenvoudig bouwwerk maken met bouw- en constructiemateriaal (duplo, blokken, rails, kapla, etc.) Kijkt in de spiegel en onderzoekt wat hij kan zien Kan op platen aanwijzen wat waar te zien is Doe meer met as: 9.6 *Weet waar voorwerpen hun vaste plaats hebben Kan voorwerpen in de ruime met de ogen open aanwijzen Meetkunde - Stap 3 *Speelt met vouwblaadjes Herkent de basiskleuren rood, blauw, groen en geel Speelt met kralen en mozaïek Leert meetkundige begrippen kennen in relatie tot zijn eigen lichaam, zoals voor, achter, naast, in, op, boven, onder, dichtbij, ver Kan voorwerpen in de ruimte met ogen dicht aanwijzen Meetkunde - Stap 4 Luistert naar en denkt na over meetkundige begrippen als: voor, achter, naast, in, op, boven, onder, dichtbij, ver (bijvoorbeeld in voorleesverhalen en prentenboeken) Luistert naar en denkt na over meetkundige begrippen in relatie tot zichzelf en ten opzichte van zichzelf (het eigen lichaam) enoemt de basiskleuren rood, blauw, groen en geel *Praat over concrete voorwerpen en situaties die niet direct zichtbaar zijn *Vouwt met vouwblaadjes Weet waar iets zich bevind ten opzichte van het eigen lichaam ( voor, achter, naast, in, op, boven, onder, dichtbij, ver ) * Herkent basisvormen als driehoek, cirkel en vierkant Meetkunde - 1a Kent de basiskleuren rood, blauw, groen, geel. Doe meer met as: 9.15 Herkent basisvormen als driehoek, rondjes (cirkels) en vierkant Meetkunde - 1b enoemt waar iets zich bevindt door middel van voor, achter, naast, in, op, boven, onder, dichtbij, ver. * Doet ervaring op met eenvoudige plattegronden. * ouwt iets eenvoudigs na met blokjes * Kent de kleuren rood, blauw, groen, geel, zwart, wit * Vouwt met vouwblaadjes: schuine vouw, recht kruis, schuin kruis en vouwpatroon dat zestien vierkantjes oplevert ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 7
8 * enoemt de vormen driehoek, vierkant, cirkel, rechthoek * Groepeert op basis van één kenmerk, bijvoorbeeld kleur of vorm.. * Maakt eenvoudige meetkundige patronen na Sociaal-emotioneel etrokkenheid - Stap 4 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Werkt rustig voor een kortdurende periode Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een moeilijke puzzel Taakgerichtheid en zelfstandigheid - Stap 2 Kan een bekende opdracht die duidelijk is zelfstandig uitvoeren, bijvoorbeeld bakjes fruit uitdelen Doe meer met as: 9.6, 9.8, 9.9, 9.10 *Voert een korte, nieuwe handeling uit (2 stappen) als een ander deze heeft voorgedaan, bijvoorbeeld schoenen aantrekken en klittenband dichtmaken Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Taakgerichtheid en zelfstandigheid - Stap 4 Kan zich grotendeels zelf aankleden en gaat (eventueel onder begeleiding) naar de wc Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een moeilijke puzzel Werkt rustig voor een kortdurende periode *Volgt aanwijzingen van de pedagogisch medewerker op als hij moet opruimen, iets moet aanof uittrekken, moet stoppen met een bezigheid Welbevinden - Stap 4 Doet mee in de kring (vertelt iets, geeft antwoord, laat iets zien of gaat iets pakken) Doet mee in een klein groepje (vertelt iets, geeft antwoord, laat iets zien of gaat iets pakken) Durft te experimenteren Doe meer met as: 1, 3 Probeert nieuwe dingen uit om grenzen te ontdekken Doe meer met as: 1, 3 Weet dat het niet alles even goed kan Sociaal initiatief - Stap 2 Weet wat hij (niet) leuk vindt en kan dit vertellen, bijvoorbeeld ik houd (niet) van spelen met de auto s Doe meer met as: 4 Probeert met andere kinderen te spelen, meestal doen-alsof-spelletjes Doe meer met as: 9.6 *Gaat gemakkelijk in op de vraag van de pedagogisch medewerker in een klein groepje (om iets te vertellen, antwoord te geven of wat te pakken) Voert een gesprekje met de pedagogisch medewerker Sociaal initiatief - Stap 4 Vraagt soms om hulp als iets hem alleen niet lukt (aan en uitkleden) Doe meer met as: 4 *Zegt tegen een ander wat hij wil spelen *Maakt vriendjes met kinderen die van hetzelfde soort spel houden Speelt samen met een ander kind of in een klein groepje Doe meer met as: 1 *Voert een gesprekje met een ander kind *Laat de ouder/ verzorger zien wat hij gemaakt heeft of vertelt wat hij die dag heeft gedaan *Praat met de pedagogisch medewerker over iets dat ze net samen hebben meegemaakt of over iets wat om hen heen gebeurt, wat ze allebei zien * Gaat gemakkelijk in op de vraag van de pedagogisch medewerker in de kring (om iets te vertellen, antwoord te geven of wat te pakken) Durft te experimenteren/ probeert nieuwe dingen uit om grenzen te ontdekken ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 8
9 Doe meer met as: 6 Sociale flexibiliteit - Stap 2 Weet dat nee zeggen een reactie oplevert van de ander Sociale flexibiliteit - Stap 4 Is (op verzoek van de pedagogisch medewerker) tijdens het oplossen van een conflict stil, zodat het andere kind kan praten Kan van tijd tot tijd op zijn beurt wachten, legt zich er gemakkelijk bij neer als hij op zijn beurt moet wachten of speelgoed moet delen of afstaan Doe meer met as: 9.1 Kan soms al met andere kinderen iets delen, bijvoorbeeld speelgoed. Neemt een afwachtende houding aan bij het samenspel *Staat speelgoed af als een ander kind het wil gebruiken *Houdt in het spel rekening met wat een ander wil *Accepteert dat het niet alles even goed kan Sociale autonomie - Stap 2 *Weet wat hij leuk vindt en kan dit vertellen, bijvoorbeeld ik houd van spelen met de auto s. Leert ervaren wat hij al kan en wat hij nog niet kan, is bijvoorbeeld trots als hij een puzzel heeft gemaakt, maar merkt dat hij nog niet zonder zijwieltjes kan fietsen Gaat in tegen een verzoek van een ander en toont zijn eigen wil, bijvoorbeeld zeggen dat hij de boterham niet opeet omdat hij geen pindakaas lust Probeert zelf problemen op te lossen tijdens het werken, bijvoorbeeld punt (laten) slijpen Sociale autonomie - Stap 4 Kiest zelf, zonder hulp, bijvoorbeeld waarmee hij wil spelen of wat hij wil eten of drinken Durft te experimenteren/ probeert nieuwe dingen uit om grenzen te ontdekken. Maakt aan een ander kind duidelijk wat hij wel/ niet wil Toont non-verbaal eigen gevoelens Impulsbeheersing - Stap 2 Is stil als iemand iets vertelt Impulsbeheersing - Stap 4 Is (op verzoek van de pedagogisch medewerker) tijdens het oplossen van een conflict stil, zodat het andere kind kan praten. Inlevingsvermogen - Stap 2 Zorgt voor andere kinderen, bijvoorbeeld aaien over het hoofdje van een baby Weet dat een ander iets anders leuk kan vinden dan jij Kan anderen al een beetje helpen en vindt dat ook fijn om te doen Doe meer met as: 9.9, 9.10 Weet dat een ander zich anders kan voelen dan jij *Troost een ander wanneer die verdrietig bijvoorbeeld door te vragen gaat het? *Zegt sorry als hij iemand pijn heeft gedaan en dit kind moet huilen *Merkt op dat een ander iets moois, leuks of nieuws heeft, zegt bijvoorbeeld ik wil ook die Inlevingsvermogen - Stap 4 *Weet dat een ander iets anders leuk kan vinden dan hijzelf Toont belangstelling en sympathie voor andere kinderen Helpt actief mee met het opruimen van de gebruikte materialen, zet de spullen terug als hij klaar is met een taak en helpt andere kinderen daarbij Doe meer met as: 9.12 Geeft een complimentje over het uiterlijk of een werkje (mooie jas, mooie tekening) Kan eenvoudige gevoelens bij anderen waarnemen (inschatten), bijvoorbeeld hij huilt, hij zal wel verdrietig zijn *Helpt een ander kind bijvoorbeeld zijn schoenen of jas uittrekken als de pedagogisch medewerker daar om vraagt *Zegt sorry als er door hem per ongeluk iets misgaat (drinken valt om, tekening raakt zoek) ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 9
10 *Zegt sorry wanneer dit gevraagd wordt ParnasSys - Leerlijnenpakket (P1.1) Pagina: 10
Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Rekenen Tellen en getalbegrip
Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip-fase 5 Zegt samen met de PM-er en andere kinderen de telrij tot en met 3 op, bijv. in de context van een telliedje enoemt de begrippen meer en minder
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5
Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie mei 2016. Naam leerling. Motoriek Grote motoriek. Grote motoriek-stap 1
Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie mei 2016 Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-stap 1 Naam leerling SPRINGEN: Springt met twee voeten tegelijk op van de vloer -20--20 GOOIEN
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 4 Loopt stabiel -20--20 Loopt achteruit -20--20 Kruipt ergens op -20--20 Gooit/rolt een bal in een richting -20--20 Grote motoriek-fase 5 SPRINGEN: Springt met
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie mei Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip
Leerlijnen peuters en jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie mei 2016 Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip-stap 1 Zegt samen met de PM-er en andere kinderen de telrij tot en met 3 op,
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie juli Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip. Tellen en getalbegrip-stap 1
Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie juli 2015 Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip-stap 1 Naam leerling Zegt samen met de PM-er en andere kinderen de telrij tot
Nadere informatieLeerlijnen Peuters. Registratie observatiegegevens
Leerlijnen Peuters Registratie observatiegegevens 1. Rekenen Tellen en getalbegrip Beh. niveau Zegt samen met de PM-er en andere kinderen de telrij tot en met 3 op, bijv. in de context van een telliedje
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging eweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek-fase 2 Kan zitten met rechte
Nadere informatieMotoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek - 0 SPRINGEN: Springt van een bank af, met beide voeten tegelijk. GOOIEN EN VANGEN: Slaat een aangegooide ballon weg. BALANCEREN: Staat op één been. Grote motoriek
Nadere informatieDoelen groep 1 augustus tot januari
SPRINGEN: Landt op zijn voeten en kan meteen weer verder gaan. GOOIEN EN VANGEN: Vangt een grote, zachte bal. BALANCEREN: Loopt over de bank waarbij hij over een hindernis van 10 cm hoog kan stappen. Plaatst
Nadere informatieDe motorische ontwikkeling van het jonge kind
De motorische ontwikkeling van het jonge kind Balanceren Loopt en trekt speelgoed achter zich aan. Hij kan dit ook achteruitlopend en zowel met de linker als rechter hand Draagt tijdens het lopen in zowel
Nadere informatieLeerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens
Leerlijnen Jonge Kind Registratie observatiegegevens 1. Rekenen Tellen en getalbegrip planning Beh. niveau Zegt de telrij op vanaf 1 als een opzegversje. -19--19 0 Telt voorwerpen tot en met 5; asynchroon.
Nadere informatieLeerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens
Leerlijnen Jonge Kind Registratie observatiegegevens 1. Rekenen Tellen en getalbegrip planning Beh. niveau Zegt de telrij op vanaf 1 als een opzegversje. -19--19 0 Telt voorwerpen tot en met 5; asynchroon.
Nadere informatieLeerlijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie juli Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip. Tellen en getalbegrip - 0
Leerlijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie juli 2015 Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip - 0 Naam leerling Zegt de telrij op vanaf 1 als een opzegversje. -19--19 Telt voorwerpen
Nadere informatieDe sociaal emotionele ontwikkeling van het jonge kind
De sociaal emotionele ontwikkeling van het jonge kind Samen spelen en werken Kijkt met interesse naar het spel van een ander kind of speelt naast een ander kind hetzelfde spel Voert dezelfde handeling
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - Fase 8 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging -20--20 eweegt hoofd mee om te volgen -20--20 Kijkt met opgeheven hoofd -20--20 Rolt van rug naar buik -20--20 Grote motoriek-fase
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie augustus Naam kind. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging eweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek-fase 2 Kan zitten met rechte
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging eweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek-fase 2 Kan zitten met rechte
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam kind. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - Fase 8 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een
Nadere informatieGetallen: omgaan met de telrij
De rekenkundige De rekenontwikkeling van van het jonge het kind jonge kind Getallen: omgaan met de telrij Omgaan met de telrij Zegt samen met de leidster/ PM-er en andere kinderen de telrij tot en met
Nadere informatieTaalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat
Thema Bobbi in de zomer Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat Wijst de juiste persoon aan als een bepaalde naam wordt genoemd (papa, mama). Wijst bij het benoemen van twintig
Nadere informatieTussendoelen Ontluikende gecijferdheid (inclusief logisch denken vanaf 3;6 jaar)
Tussendoelen Ontluikende gecijferdheid (inclusief logisch denken vanaf 3;6 jaar) 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Ontwikkelt een besef van getalsnamen door rijmpjes en versjes. (bijvoorbeeld: een- twee..klaar
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug 2018 Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - 0 eleeft plezier in het ontdekken van nieuwe dingen Laat heel
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip
Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip - 0 Zegt de telrij op vanaf 1 als een opzegversje. -19--19 Telt voorwerpen tot en met 5; asynchroon. -19--19 Vergelijkt kleine en grote hoeveelheden
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (ZONDER extra doelen) - versie augustus Naam kind. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging eweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek-fase 2 Kan zitten met rechte
Nadere informatieherkent dagelijkse routines en weet dat er een activiteit volgt (bijv. het zien van de slaapzak: het is tijd om te slapen, pakt de knuffel)
1 Tijd Baby blauw herkent dagelijkse routines (bijv. het klaarzetten van een bordje: het is tijd om te eten, reageert door aandacht te vragen) herkent dagelijkse routines en weet dat er een activiteit
Nadere informatieLeerlijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie juli 2015. Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Leerlijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie juli 2015 Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - 0 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Zet door, blijft het een tijdje proberen
Nadere informatieTussendoelen Cognitieve ontwikkeling
Tussendoelen Cognitieve ontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Experimenteert graag: brengt opzettelijk allerlei variaties in zijn handelen aan en kijkt wat voor een effect dat heeft. 2. Bedenkt zelf
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 4 Loopt stabiel Loopt achteruit Kruipt ergens op Gooit/rolt een bal in een richting Grote motoriek-fase 5 SPRINGEN: Springt met twee voeten tegelijk op van de
Nadere informatieLeerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens
Leerlijnen Jonge Kind Registratie observatiegegevens 1. Rekenen Tellen en getalbegrip planning Beh. niveau Zegt de telrij op vanaf 1 als een opzegversje. -19--19 0 Telt voorwerpen tot en met 5; asynchroon.
Nadere informatie1. Hele getallen/ Tellen en getalbegrip. Peuters BP MP EP. Streefdoelen/ leerlijn Rekenontwikkeling (peuters)
1. Hele getallen/ Tellen en getalbegrip Omgaan met de telrij - Zeggen de telrij vanaf 1 op als liedje of versje* - Beginnen hardop te tellen (=akoestisch tellen) - Oriënteren zich op de telrij t/m 5 -
Nadere informatieLeerlijnenpakket Leerlijnen peuters en jonge kind (DE)
Leerlijnenpakket Leerlijnen peuters en jonge kind (DE) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Motoriek Grote motoriek - Stap 1 B Bi SPRINGEN: Springt met twee voeten tegelijk op van de vloer GOOIEN
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek. Grote motoriek-fase 4
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 4 Loopt stabiel Loopt achteruit Kruipt ergens op Gooit/rolt een bal in een richting Grote motoriek-fase 5 SPRINGEN: Springt met twee voeten tegelijk op van de
Nadere informatieLeerlijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie november Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Leerlijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie november 2016 Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - 0 eleeft plezier in het ontdekken van nieuwe dingen Laat heel korte intense
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - Fase 8 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een
Nadere informatieAanpassingen Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind SEO
Aanpassingen Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind SEO Juni 2018 verdeling in basisdoelen en extra doelen In onderstaande tabel zijn de basisdoelen groen gekleurd. Voor Betrokkenheid en Welbevinden is
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging eweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek-fase 2 Kan zitten met rechte
Nadere informatiePlanning leerlijnen jonge kind
Leerlijnen (MET extra doelen) - versie nov 2016 Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip - 0 Planning leerlijnen Komt overeen met onderstaande activiteit uit Gecijferd bewustzijn Zegt de telrij
Nadere informatietoont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)
1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als
Nadere informatieTussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling
Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar - versie november Naam kind. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek - 0-6 maanden Draait met hoofd in buikligging Beweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek - 7-12 maanden Kan zitten
Nadere informatiemaakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen
Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - fase 8 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een
Nadere informatieTussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf
Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf 1. Wijst dingen aan die het wil, herkent zichzelf in de spiegel, is zich bewust waar het wel en niet van houdt. (Het kind wordt bewust
Nadere informatieLeerlijnenpakket Leerlijnen jonge kind (DE)
Leerlijnenpakket Leerlijnen jonge kind (DE) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Motoriek Grote motoriek - 0 B Bi SPRINGEN: Springt van een bank af, met beide voeten tegelijk. * KLIMMEN EN KLAUTEREN:
Nadere informatieTussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7
1 Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling Zelfbeeld 1. Gebruikt en begrijpt het woord wij. 2. Ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de anderen in de groep. 3. Toont non-verbaal
Nadere informatieOmgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar
Omgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar Eigen wil wordt sterker. Ontdekt dat het invloed op de omgeving kan uitoefenen. Zegt bij alles nee. Wil alles zelf doen. Is blij als het iets kan. Wordt driftig als iets
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek
Motoriek Grote motoriek Grote motoriek-fase 1 Draait met hoofd in buikligging eweegt hoofd mee om te volgen Kijkt met opgeheven hoofd Rolt van rug naar buik Grote motoriek-fase 2 Kan zitten met rechte
Nadere informatieDe taalontwikkeling van het jonge kind. De taalontwikkeling van het jonge kind
De taalontwikkeling van het jonge kind De taalontwikkeling van het jonge kind PO 1 PO 2 Woordenschat en woordgebruik: Passieve schat Wijst de juiste persoon aan als een bepaalde naam wordt genoemd (mamma,
Nadere informatieTussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen
Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid
Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - Fase 8 Heeft plezier in het leren van nieuwe dingen Zet door, blijft het een tijdje proberen als iets niet direct lukt, bijvoorbeeld bij een
Nadere informatieObservatielijst Mini Mars rekenen Naam:
Observatielijst Mini Mars rekenen Naam: behaald twijfel niet behaald Leerstof lijn Leerdoel Vaardigheden Het kind 13 wkn 26 wkn 39 wkn Tellen en getalbegrip Opzeggen telrij (akoestisch tellen) kan de telrij
Nadere informatieLeerlijn en tussendoelen rekenen groep 1 en 2 basisonderwijs* 1
Leerlijn en tussendoelen rekenen groep 1 en 2 basisonderwijs* 1 1. Tellen en getalbegrip 1.1 Kennis van de telrij Telrij opzeggen t/m 5-10 Telrij opzeggen t/m 10 Telrij opzeggen t/m 20 Vanuit verschillende
Nadere informatieOntwikkelschema Rekenen Groep 1
Ontwikkelschema Rekenen Groep 1 Getallen tellen Kent de namen van de cijfers (in liedjes en boekjes) Kan tot 10 tellen hoeveelheden Kan met vinger aanwijzen hoeveel die telt Kan aanwijzen wat minder/meer/meest
Nadere informatiegraait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar
Fijne motoriek 1 Oog-handcoördinatie Baby blauw graait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar kijkt naar de voetjes en pakt deze vast
Nadere informatieTussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 2
Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 20. kan vanuit elk getal tot 20 verder tellen en vanuit elk getal onder 10 terugtellen. herkent en gebruikt rangtelwoorden
Nadere informatieHet Bas overdrachtsformulier
Het Bas overdrachtsformulier peuters volgen in hun ontwikkeling Naam peuterspeelzaal: Ingevuld door: Eerste afname d.d.: Tweede afname d.d.: algemene gegevens van het kind Naam kind: Geboortedatum: Geslacht:
Nadere informatieAanpassingen Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (4-7 jaar)
Aanpassingen Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (4-7 jaar) Juni 2018 Rekenen In onderstaande tabellen is te zien welke wijzigingen er zijn in het leergebied Rekenen. Ongewijzigde doelen staan niet
Nadere informatieHet Bas overdrachtsformulier
Het Bas overdrachtsformulier peuters volgen in hun ontwikkeling Naam peuterspeelzaal: Ingevuld door: Eerste afname d.d.: Tweede afname d.d.: algemene gegevens van het kind Naam kind: N E Geboortedatum:
Nadere informatieSpelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?
Spelend leren Kleuters spelen toch alleen maar? Wat gaan we doen Spelenderwijs leren Spel en cognitieve ontwikkeling de appel Vragen stellen Zelf aan de slag met spelmateriaal! Spelenderwijs leren Kinderen
Nadere informatieVan observatie naar overdracht
Van observatie naar overdracht (Kijk op ontwikkeling) tussen voorschoolse voorziening en basisschool Kindgegevens: Voornaam... Achternaam... Geslacht... Geboortedatum... - geboorteplaats... - geboorteland...
Nadere informatiePeuterestafette. Gegevens peuterspeelzaal / kinderdagverblijf. Kindgegevens. Peuterspeelzaal/kinderdagverblijf. Adres. Telefoon
Dit document is tot stand gekomen in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer, Onderwijsadvies en vertegenwoordigers van het primair onderwijs en de kinderopvang (incl. VE). versie 1.3 maart 2018 Gegevens
Nadere informatiePeuterestafette. Peuterestafette
Peuterestafette Peuterestafette Dit document is tot stand gekomen in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer en Onderwijsadvies, versie okt 2014 1 Gegevens peuterspeelzaal / kinderdagverblijf Peuterspeelzaal/kinderdagverblijf
Nadere informatieTaalontwikkeling: vloeiend en verstaanbaar vertellen en gesprekjes voeren
Thema Bobbi in de winter Taalontwikkeling: vloeiend en verstaanbaar vertellen en gesprekjes voeren Trekt met geluid, gebaar of mimiek actief aandacht als hij/zij iets wil zeggen. Reageert zichtbaar op
Nadere informatieRekenontwikkeling van het jonge kind: de doelen
GETALLEN Omgaan met de telrij noemen van namen van telwoorden (in liedjes, prentenboeken) opzeggen van de telrij vanaf 1 (als liedje of versje) de telrij (akoestisch) kunnen opzeggen tot en met tenminste
Nadere informatie1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van
Tussendoelen van het domein TAAL Tussendoelen Visuele Waarneming 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 1. Kan aantal details aanwijzen op een plaat. 1. Kan meerdere (10) details aanwijzen op een plaat. 1. Ziet de kleine
Nadere informatieHoe gaat het in groep 1/2 b
Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje
Nadere informatieTussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid
Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes. 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes door
Nadere informatieThema 6. Thema 1. Thema 8. Thema 2. Thema 5. Thema 3. Thema 7. Thema 4
Aanbod Inhoudskaart Rekenen-wiskunde jonge kind fase (in acht kleuterthema s) Getallen: doelen eind groep Getalbegrip Telrij telwoorden kennen telrij opzeggen (akoestisch tellen) doortellen en terugtellen
Nadere informatieAuditief geheugen Begrippen Cijfers Dans en beweging
Auditief geheugen Lessen met als doel het oefenen van het auditief geheugen zijn bedoeld om leerlingen te helpen, informatie die ze horen goed op te slaan. Het geven van enkelvoudige (pak de bal) en meervoudige
Nadere informatieKIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.
KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig
Nadere informatieTussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 3
Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2, ook op het niveau van groep 3 en HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 100 en kan vanuit elk getal verder tellen en
Nadere informatieRapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum
Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn
Nadere informatieBobbi in de lente 1. Thema. Taalontwikkeling: mening uiten en vragen stellen
Thema Bobbi in de lente Taalontwikkeling: mening uiten en vragen stellen Trekt met geluiden, gebaren of mimiek actief aandacht als hij iets wil vragen. Vraagt een bekende met losse woorden gericht om een
Nadere informatieBeste ouder(s)/verzorger(s),
Beste ouder(s)/verzorger(s), U vraagt zich soms af wat uw kind in groep 1 en 2 leert m.b.t. het vak rekenen. Rekenen is één van de basisvaardigheden die jonge kinderen goed onder de knie moeten krijgen.
Nadere informatieObservatielijst groep 1: Sociaal-emotioneel
Observatielijst groep 1: Sociaal-emotioneel Naam kind: Schooljaar: Groep: Sociaal-emotioneel Het kind 1 2 3 Eigen gevoelens herkennen, benoemen en uiten Gevoelens van anderen herkennen en benoemen Omgaan
Nadere informatieBetrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.
Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede
Nadere informatieWat is een normale ontwikkeling?
Wat is een normale ontwikkeling? Van een normale ontwikkeling is sprake als een kind alle fasen doorloopt naar de volwassenheid op het gebied van fijne en grove motoriek, groei, sociale emotionele vaardigheden
Nadere informatieBijlage 1. Dagritmekaarten. Eten en drinken aan tafel. Zelfstandig lezen tot iedereen klaar is met eten.
Bijlage 1 Dagritmekaarten Binnenkomst: jas ophangen Spelen of een activiteit Kring Eten en drinken aan tafel Zelfstandig lezen tot iedereen klaar is met eten. Spelen in de grote hal. Buiten spelen Naar
Nadere informatieObservatielijst Puk & Ko
Observatielijst Puk & Ko Naam van de peuterspeelzaal:.. Naam van het kind:.... Naam van de leidster:.... Ingevuld op: l e observatie:...... 2 e observatie:... 3 e observatie:.... 4 e observatie:.... (1/4)
Nadere informatieLeerlijn Spelontwikkeling. Leerlijnen voor leerlingen met een IQ tot 35
Leerlijn Spelontwikkeling Stamlijn Spelontwikkeling Niveau A Merkt zintuiglijke stimulatie op (aanraking, vibratie, smaken, muziek, licht) Uit lust- en onlustgevoelens Kijkt gericht enkele seconden naar
Nadere informatieInformatie voor de ouders van groep 1 en 2 van de Triangel
Informatie voor de ouders van groep 1 en 2 van de Triangel Hoe ziet een dag in onze kleutergroepen eruit? De kinderen komen binnen en kiezen hun plekje in de kring, ze mogen kort iets vertellen of iets
Nadere informatiemet vouwblaadjes: schuine en vouwpatroon dat zestien vierkantjes oplevert. basisvormen zoals vierkant, rechthoek, cirkel) voorwerpen na.
14. Minishirtjes Tijdens deze activiteit: maken de kinderen een papieren voetbalshirt. Rekenen Meetkunde Groep 1 Groep 2 Construeren Construeert door (na)vouwen Sorteert voorwerpen op met vouwblaadjes:
Nadere informatieGaat naar kinderopvang/peuterspeelzaal
Overdrachts verdrachtsformulier Naam kind: Gaat naar kinderopvang/peuterspeelzaal Geboortedatum: Locatie: Geplaatst sinds: Aantal dagdelen: Gaat naar (naam) basisschool: Naam pedagogisch medewerker: Gaat
Nadere informatieTAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren
TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak
Nadere informatieActiviteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering
Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend
Nadere informatieTussendoelen ontwikkeling van het logisch denken
Tussendoelen ontwikkeling van het logisch denken 3 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 7;6 1. herkent begrippen als lang-korthoog-laag- klein-groot 1. kan verschillende grootheden onderscheiden en in betekenisvolle 1.
Nadere informatieObservatieformulier (Kijk op ontwikkeling) in de voorschoolse voorziening
Observatieformulier (Kijk op ontwikkeling) in de voorschoolse voorziening Kindgegevens: Voornaam... Achternaam... Geslacht... Geboortedatum... - geboorteplaats... - geboorteland... Nationaliteit... Nationaliteit
Nadere informatieHerkent en gebruikt begrippen oppervlakte. aansprekende context bedoeld. omtrek en oppervlakte in kort, groot, klein, breed, smal,
13. Versieren maar! Tijdens deze activiteit: maken de kinderen verschillende slingers voor het feest. Rekenen Meten Groep 1 Groep 2 Lengte, omtrek, Begrijpt wat binnen een Herkent en gebruikt begrippen
Nadere informatieGezinssituatie: - woont bij... - broers... - zussen...
Observatieformulier (Kijk op ontwikkeling) Voorschoolse voorziening Kindgegevens Voornaam... Achternaam... Straat... Woonplaats... Telefoon... Geslacht... Geboortedatum... - geboorteplaats... - geboorteland...
Nadere informatieLESBRIEF. Grote Anna leert lezen en rekenen. Digibordles lezen : Digibordles rekenen : Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.
Samenvatting: Grote Anna heeft een bijzondere dag vandaag! Ze gaat voor het eerst naar de grote school. Anna heeft er veel zin in. Ze heeft zelfs een nieuwe boekentas en schrijfspulletjes gekregen! Het
Nadere informatieBSO Observatielijst Kreta en Madagascar
Gegevens BSO BSO: Het Strand Groep: Kreta/ Madagascar Postadres: Burg. Amersfoordtlaan 59 1171DM Badhoevedorp Telefoon: 020-8230628 Ingevuld op:. Ingevuld door:. aanwezig op: ma/ di/ wo/ do/ vrij Het kind
Nadere informatieLeeswijzer individueel rapport KIJK! 0-4 jaar voor ouders
Het individuele rapport geeft u een beeld van de totale ontwikkeling van uw kind. De vaste pedagogisch medewerkers van uw kind hebben een half jaar observaties bijgehouden. Deze observaties zijn verwerkt
Nadere informatie(naam/plaats school) Achternaam : Roepnaam : Geboortedatum: :. Nationaliteit : Adres (straat/nr) :. Postcode:. Telefoonnummer : Telefoonnummer 2:.
Stichting penbaar nderwijs Kampen Noordweg 87 8262 BP Kampen Tel: (038) 333 22 43 www.ookkampen.nl Dit aanmeldformulier is opgesteld ten behoeve van de zorgvuldige aanmelding van uw kind bij één van de
Nadere informatiePapa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.
Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.
Nadere informatieRekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling
Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Rekenzeker Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau
Nadere informatie