STAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
|
|
- Nele Timmermans
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 STAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Mevr. mr W. Sorgdrager Minister van Justitie Postbus EH 's-gravenhage 's-gravenhage, 18 april 1997 Excellentie, Bij brief van 1 oktober 1996 (Uw kenmerk /96/9) is de Staatscommissie verzocht advies uit te brengen omtrent voor te stellen wijzigingen van bepalingen van het Verdrag van Brussel 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX) en van het Verdrag van Lugano 1988 betreffende hetzelfde onderwerp (EVEX). Eenzelfde verzoek is gericht aan de Adviescommissie voor het Burgerlijk Procesrecht. De voorzitter van deze Adviescommissie, de heer mr J.L.R.A. Huydecoper, heeft de Staatscommissie voorgesteld een gezamenlijk overzicht van prioriteiten verdienende punten aan U voor te leggen en heeft daartoe bij brief van 21 januari 1997 de Staatscommissie een lijst van knelpunten toegezonden. De Staatscommissie heeft ingestemd met dit voorstel. Met de hiernavolgende uiteenzetting, waarin rekening is gehouden met de opmerkingen van de Adviescommissie voor het Burgerlijk Procesrecht, moge U als volgt worden bericht. Knelpunten EEX 1. Algemeen 1.1 Het formele toepassingsgebied van de bevoegdheidsregeling De regeling van het formele toepassingsgebied van de bevoegdheidsregeling is gebrekkig. Uit art. 2 t/m 4 laat zich afleiden dat de bevoegdheidsregeling formeel van toepassing is, indien de verweerder, ongeacht zijn nationaliteit, woonplaats heeft op het grondgebied van een verdragsluitende staat. Maar hierop bestaan kennelijk nogal wat uitzonderingen. Art. 4 noemt er maar één: art. 16. Maar het is duidelijk dat ook art. 17 en mogelijk art. 18 en art. 24 een uitzondering vormen. Mede met het oog op het voornemen van de Haagse Conferentie om een mondiaal jurisdictie- en executieverdrag tot stand te brengen, is het wenselijk meer duidelijkheid te scheppen ten aanzien van het toepassingsgebied van het EEX. Het verdient daarbij aanbeveling het formele toepassingsgebied van de bevoegdheidsregeling in één algemene bepaling te regelen, zoals ook het geval is met
2 - 2 - het formele toepassingsgebied van de erkennings- en tenuitvoerleggingsregeling (art. 25). Een minderheid in de Staatscommissie is van oordeel dat de aanvaardbaarheid van de bevoegdheidsregels van het EEX niet afhangt van de vraag of de verweerder al dan niet woonplaats heeft in het verdragsgebied en dat er ook overigens geen overtuigende grond is om voor de toepasselijkheid van die regels onderscheid te maken tussen verweerders met woonplaats in, en verweerders met woonplaats buiten het verdragsgebied. 1.2 Samenloop van het EEX met bijzondere verdragen De in art. 57 neergelegde regeling van de samenloop van het EEX met bijzondere verdragen is lacuneus en onduidelijk. Over deze samenloopregeling (tot stand gekomen bij gelegenheid van het eerste Toetredingsverdrag) is reeds veel te doen geweest. De huidige regeling is nog steeds een bron van verwarring en verdient een grondige herziening. Zie o.a. L. Strikwerda, Brunner-bundel (1994), blz. 389 e.v. Met name de regel dat bij samenloop van een executieverdrag over een bijzonder onderwerp met het EEX het eerstbedoelde verdrag vóór gaat (art. 57, lid 2, onder b, tweede alinea), strijdt met de thans zowel in Nederland als elders heersende opvatting dat bij samenloop van executieverdragen niet het lex specialis-beginsel, maar het beginsel van de favor executionis beslist. Zie HR 5 januari 1990, NJ 1991, 591 nt. JCS. 1.3 Woonplaats en vestigingsplaats Uit art. 52 en 53 volgt dat de uitleg van de begrippen woonplaats en vestigingsplaats geen verdragsautonome begrippen zijn, doch zijn overgelaten aan het nationale recht c.q. het ipr van de aangezochte rechter. Aangezien deze begrippen een belangrijke rol vervullen in de bevoegdheidsregeling van het verdrag is het gewenst, mede met het oog op de eenvormige toepassing van de verdragsregeling, dat het verdrag het begrip woonplaats en vestigingsplaats definieert en dus tot verdragsautonome begrippen maakt. Wat de vestigingsplaats van vennootschappen en rechtspersonen betreft is de Staatscommissie van oordeel dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen de exclusieve bevoegdheidsregel van art. 16 aanhef en sub 2 en de overige bevoegdheidsregels. Ten aanzien van de exclusieve bevoegdheidsregel zou, nu deze regel betrekking heeft op geschillen inzake de geldigheid, de nietigheid of de ontbinding van vennootschappen of rechtspersonen, de huidige verwijzing naar het ipr van de rechter gehandhaafd dienen te blijven, zulks met het oog op de door deze bevoegdheidsregel beoogde "Gleichlauf" van bevoegdheid en toepasselijk recht. Ten aanzien van de overige bevoegdheidsregels zou voor de omschrijving van het begrip vestigingsplaats aansluiting
3 - 3 - gezocht kunnen worden bij art. 3 EU-Insolventieverdrag en wellicht bij art. 4 EVO. 2. De bevoegdheidsregeling (Titel II) 2.1 Art. 5 sub 1 (het forum contractus) De Staatscommissie is van oordeel dat de alternatieve bevoegdheidsregel van art. 5 sub 1 inzake geschillen over verbintenissen uit overeenkomst geschrapt dient te worden, althans in zijn reikwijdte beperkt dient te worden. Het Hof van Justitie van de EG is reeds vele malen geroepen om uitleg te geven aan art. 5 sub 1, maar nog steeds vormt de bepaling een bron van onzekerheden. Met name is niet duidelijk wat verstaan moet worden onder "overeenkomst", wat geldt bij pluraliteit van verbintenissen, of de bepaling kan worden toegepast bij verbintenissen om niet te doen en andere moeilijk localiseerbare verbintenissen enz. Bovendien pakt de bepaling in de praktijk uit als een forum actoris, hoewel dit forum blijkens art. 3 als exorbitant moet worden aangemerkt. In de literatuur, met name ook in Nederland (H.E. Ras, TvP 1975, blz. 867/868; J.P. Verheul, NILR 1976, blz. 349; P. Vlas, Heemskerk-bundel, 1991, blz. 307 e.v., blz. 314), bestaat een duidelijke voorkeur om de bepaling te schrappen. Zie met name Vlas t.a.p. Bij handhaving van art. 5 sub 1 dient ernaar gestreefd te worden de thans bestaande verschillen tussen het EEX en het EVEX met betrekking tot de regeling inzake de arbeidsovereenkomst weg te werken. Overigens zou het aanbeveling verdienen de regeling van de bevoegdheid met betrekking tot geschillen over individuele arbeidsovereenkomsten (art. 5 en art. 17) te verplaatsen naar afdeling 3 van titel II. 2.2 Art. 5 sub 3 (het forum delicti) De alternatieve bevoegdheidsregel van art. 5 sub 3 inzake geschillen over verbintenissen uit onrechtmatige daad behoeft herziening. Het begrip "plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan" is onduidelijk. Het Hof van Justitie heeft reeds een aantal malen uitspraak gedaan over de uitleg van dit begrip (Kalimijnen, Dumez France, Marinari, Shevill). Scherpe contouren heeft het begrip echter nog niet gekregen. Voorts zou in de bepaling moeten worden aangegeven of het forum delicti ook gebruikt kan worden in geval van een dreigende onrechtmatige daad. 2.3 Art. 13 t/m 15 (door consumenten gesloten overeenkomsten)
4 - 4 - De bevoegdheidsregeling inzake consumentenovereenkomsten (art. 13 t/m 15) moet in overeenstemming worden gebracht met art. 5 EVO. De definitie van het begrip consumentenovereenkomst in art. 13 EEX wijkt af van het overeenkomstige begrip in art. 5 van het EVO. Aangezien het EVO mede tot doel heeft het EEX beter tot zijn bestemming te laten komen verdient het aanbeveling de definitiebepalingen op elkaar af te stemmen. 2.4 Art. 17 en 18 (forumkeuze) De artt. 17 en 18 inzake de forumkeuze zijn voor de rechtspraktijk belangrijke bepalingen. Bij gelegenheid van de verschillende Toetredingsverdragen is art. 17 meermalen gewijzigd. Gevolg is dat het artikel een lappendeken van bepalingen is geworden. Vereenvoudiging is gewenst. Bovendien is het formele toepassingsgebied van de bepalingen onduidelijk. Zie L. Strikwerda, "25 jaar Offerhauskring"-bundel, 1987, blz. 197 e.v. en Th.M. de Boer, Voskuil-bundel, 1992, blz. 27 e.v. Het effect van forumclausules in algemene voorwaarden verdient nadere aandacht en, mede in verband met de bescherming van particulieren, nadere, algemene regeling in afdeling 3 van titel II. 2.5 Art. 21 en 22 (litispendentie en connexiteit) Het begrip "het gerecht, waarbij de zaak het laatst is aangebracht" als bedoeld in de artt. 21 en 22 dient een verdragsautonome betekenis te krijgen. In de zaak Zelger-Salinitri (HvJ 7 juni 1984, zk 129/83, NJ 1985, 331) heeft het Hof van Justitie beslist dat het nationaal procesrecht van ieder der gerechten waarbij een zaak is aangebracht, bepalend is voor het tijdstip van aanbrengen van de zaak. De verschillende rechtsstelsels lopen nogal uiteen. Van die ongelijkheid kan misbruik worden gemaakt door eisers die bij een forum voor hetwelk een vroeg moment geldt naar deszelfs nationale recht te shoppen, indien van dat forum een gunstige uitspraak wordt verwacht. Het instrument daarvoor is de vordering tot een declaratoir van niet-aansprakelijkheid. Dit heeft zich voorgedaan in de Tatry-zaak (HvJ 6 december 1994, zk C-406/92, NJ 1995, 659, r.o. 37 e.v.) Voorts is de Staatscommissie van oordeel dat de onduidelijkheid die ten gevolge van de uitspraak van het Hof van Justitie inzake Gubisch tegen Palumbo (8 december 1987, zk 144/86, NJ 1989, 420) is ontstaan over de onderlinge verhouding van art. 21 en 22 weggenomen zou dienen te worden. Zie de noot van J.C. Schultsz onder het arrest in de NJ. 2.6 Art. 24 (voorlopige en bewarende maatregelen)
5 - 5 - Art. 24 bevat een lacune: de bepaling geeft niet aan op welke gronden de rechter zich bevoegd mag achten een voorlopige of bewarende maatregel te geven. Mede gezien de Denilauler-uitspraak van het Hof van Justitie (21 mei 1981, zk 125/79, NJ 1981, 184), waarin werd beslist dat ex parte beslissingen niet onder het EEX kunnen worden erkend en ten uitvoer gelegd, verdient het volgens enkele leden van de Staatscommissie aanbeveling dat in art. 24 wordt opgenomen dat slechts bevoegd is de rechter van het land waar de maatregel uitgevoerd moet worden. In ieder geval is gewenst dat in het kader van art. 24, mede in verband met art. 5 sub 3 en art. 6 sub 1, nader wordt aangegeven in welke gevallen bevoegdheid bestaat om geboden of verboden met extraterritoriale werking te geven. Vgl. HR 24 november 1989, NJ 1992, 404 nt. DWFV. 3. De erkennings- en tenuitvoerleggingsregeling (Titel III) 3.1 Bevoegdheid als erkenningsvoorwaarde Uit art. 28 lid 1 en 3 volgt dat schending van de bevoegdheidsregels in beginsel geen grond voor weigering van erkenning oplevert. Op dit belangrijke beginsel wordt een aantal uitzonderingen gemaakt. Een deel van deze uitzonderingen betreft de bevoegdheidsregels waaraan het beschermingsbeginsel ten grondslag ligt (afd. 3 van titel II). Echter niet alle bevoegdheidsregels die gebaseerd zijn op het beschermingsbeginsel zijn uitgezonderd, met name niet die met betrekking tot arbeidsgeschillen. Deze zouden ook onder de uitzondering moeten worden gebracht. Een minderheid in de Staatscommissie is van oordeel dat schending van de bevoegdheidsregels nimmer grond voor weigering van erkenning behoort op te leveren en pleit dus voor het schrappen van de leden 1 en 2 van art. 28. De Staatscommissie vertrouwt dat hiermee is voldaan aan Uw verzoek inzake mogelijke herzieningen van het Verdrag van Brussel 1968 (EEX) en het Verdrag van Lugano 1988 (EVEX). Teneinde een tijdige voorbereiding door de Nederlandse delegatie mogelijk te maken, is een afschrift van dit advies d.d. heden naar de behandelend ambtenaar van Uw departement, de heer mr F.J.A. van der Velden, gezonden. Namens de Staatscommissie voor het Internationaal Privaatrecht tekenen met de meeste hoogachting,
6 - 6 - E.N. Frohn wnd. Secretaris A.V.M. Struycken Voorzitter
Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur
Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13 Verkort geciteerde literatuur 17 Inleiding 21 Hoofdstuk 1. Het Nederlandse internationaal bevoegdheidsrecht: eex-verordening ii, eex-verdrag en Lugano Verdrag
Nadere informatie4. De voorzieningenrechter heeft bij beschikking van 28 maart 2007 het verzoek van AXA ingewilligd.
Conclusie 07/12652 Mr L. Strikwerda Parket, 5 sept. 2008 conclusie inzake TNT Express Nederland B.V. tegen AXA Versicherung AG Edelhoogachtbaar College, 1. Inzet van deze exequaturprocedure is een vraag
Nadere informatie***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening
Nadere informatiewww.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur
Cursusaanbod Onderhoud Vakbekwaamheid (PO) voor de advocatuur T.M.C. Asser Instituut 6 dec 2013 IPR Familierecht. Echtscheiding en nevenvoorzieningen inzake boedelscheiding en alimentatie gewezen echtgenoten
Nadere informatieGrensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal
Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging mr. dr. M. Freudenthal Sdu Uitgevers Den Haag, 2009 Inhoud Afkortingen / XI Woord vooraf/xiii 1. Historische ontwikkelingen / 1 1.1. Inleiding/l 1.1.1.
Nadere informatieBELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
A.J.T. - MEMO'S - nr. 1. BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Ingrid D'HAEYER Adjunct-hoofdadviseur Juridische Zaken NV KBC Bank INHOUD DEEL I. BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELUK PROCESRECHT Hoofdstuk
Nadere informatie» Samenvatting. Internationale kinderalimentatie, Internationale bevoegdheid. [EEX-Verordening - 2; 5 lid 2]
JPF 2009/152 Gerechtshof 's-hertogenbosch 20 mei 2009, HV 200.018.789/01; LJN BI6353. ( Mr. Pellis Mr. Smeenk-van der Weijden Mr. Waaijers ) [De man] te [woonplaats], appellant, hierna te noemen: de man,
Nadere informatieHET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT
HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT Europees internationaal bevoegdheidsrecht Brussel I verordening in burgerlijke en handelszaken (Br I Vo) * Toepassingsgebied Br I Vo - temporeel : rechtsvorderingen
Nadere informatieONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 30.8.2011 2010/0383(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie juridische zaken over het
Nadere informatie» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.
JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.
Nadere informatieDen Haag, 3 december Betreft: Adviesaanvraag ter uitvoering van de motie-dijkstra (34 102, nr. 5) Excellentie,
COMMISSIE VAN ADVIES voor de za ken betreffende DE BURGERLIJKE STAAT en de NATIONALITEIT Aan de Minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Directie Wetgeving en Juridische Zaken Sector
Nadere informatieNoot bij HR 7 november 2008, Realchemie / Agrar
Noot bij HR 7 november 2008, Realchemie / Agrar Samenvatting: Rechterlijke beslissingen die (a) betrekking hebben op voorlopige of bewarende maatregelen, (b) worden gegeven zonder dat de partij tegen wie
Nadere informatieRechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken
Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 293 (R 1379) Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de ten uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocollen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 413 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter
Nadere informatieProductaansprakelijkheid en de consument in het internationaal privaatrecht
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Productaansprakelijkheid en de consument in het internationaal privaatrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988*
KALFEUS / SCHRÖDER ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988* In zaak 189/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 40 Wet van 22 januari 2014 tot wijziging van de Wet van 2 juli 2003 tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese
Nadere informatieEEX wordt omgezet in een verordening
Europees internationaal privaatrecht 1 Van J.J. Haersolte-van Hof en L.F.A. Steffens, 30 jaar EEX Tijd voor herziening?, NTER 1998, p. 122-128. IV Voorgenomen besluitvorming EU EEX wordt omgezet in een
Nadere informatieINHOUD. Woord vooraf VII. Inhoud XVII. Afkortingen
INHOUD Woord vooraf Afkortingen V VII XVII Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1. Begrip en functie van het internationaal privaatrecht 1 1. Literatuur 1 2. Bestaansvoorwaarden; doel 1 3. Hoofdonderdelen 2 4. Aangrenzende
Nadere informatieEuropese IPR-verdragen
Hans Van Houtte en Marta Pertegas Sender (red.) Europese IPR-verdragen Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Voorwoord Personalia Bronnen die verkort aangehaald worden 9 1. Het toepassingsgebied van de Verdragen
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 994 Haags Bevoegdheids- en Executieverdrag Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieGEWOGEN RECHTSMACHT IN HET IPR. Over forum (non) conveniens en forum necessitatis. mr. F. Ibili
GEWOGEN RECHTSMACHT IN HET IPR Over forum (non) conveniens en forum necessitatis mr. F. Ibili Kluwer - Deventer - 2007 LUST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Verkenning onderzoeksterrein 1 1.2 Afbakening
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De
Nadere informatieCOMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT
COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,
Nadere informatieVerdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken
Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangende gemeenschappelijke bepalingen
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese
Nadere informatieForumshoppen voor een negatieve verklaring voor recht bij een dreigende schadeclaim?
Forumshoppen voor een negatieve verklaring voor recht bij een dreigende schadeclaim? M r. J. S. K o o i j * 1. Inleiding Een partij die een schadeclaim boven haar hoofd heeft hangen heeft een keuze: stilzitten
Nadere informatieThe Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag
Nadere informatieNieuw Europees bevoegdheids- en tenuitvoerleggingsrecht
418 advocatenblad 10 17 mei 2002 EEX-verordening in werking sinds 1 maart jl. Nieuw Europees bevoegdheids- en tenuitvoerleggingsrecht De 1 maart jl. in werking getreden Europese verordening betreffende
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese
Nadere informatieAfkortingen. Inleiding
Inhoud Afkortingen 11 I 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Deel 1 II 12 III 13 14 15 16 Inleiding Inhoud internationaal privaatrecht (ipr) Bestaansgrond ipr Primair doel ipr Hoofdonderdelen ipr Internationale rechtshulp
Nadere informatieSAMENVATTING EN CONCLUSIE: FORUMKEUZE IN HET NEDERLANDSE INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
SAMENVATTING EN CONCLUSIE: FORUMKEUZE IN HET NEDERLANDSE INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT 1 Het onderwerp van deze dissertatie is forumkeuze in het internationale privaatrecht op het gebied van burgerlijke
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1142 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE
Nadere informatiecollegebanken Het grensoverschrijdend GAT/LUK en ROCHE Prof. Willem A. Hoyng
Leiden Revisited: een middag terug in de collegebanken Het grensoverschrijdend verbod in IE zaken na GAT/LUK en ROCHE Prof. Willem A. Hoyng Crossborders Historie Tot 1986 Octrooi (IE recht) is geldig voor
Nadere informatieInhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding J 5
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding J 5 1.1 Karakter van het rechtsgebied; grensoverschrijdend 15 1.2 Rechtsverscheidenheid en grensoverschrijdend rechtsverkeer 17 1.3 Internationaal privaatrecht is geen
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende
Nadere informatieSTAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
STAATSCOMMISSIE VOOR HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Secretariaat: Spui 186-2511 BW 's-gravenhage tel (070) 3460974 - fax (070) 3625235 - e-mail iji@worldonline.nl Zijne Excellentie de heer Mr. A.H. Korthals
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.7.2013 COM(2013) 554 final 2013/0268 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijzigng van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende
Nadere informatie(Echt)scheiding en internationaal privaatrecht
(Echt)scheiding en internationaal privaatrecht mr. dr. A.R. van Maas de Bie 5e gewijzigde druk S d u U itg ev ers D e n H aag, 2014 Inhoudsopgave Voorwoord / 11 Afkortingenlijst / 17 i ï.i 1.2 1. 2.1 1.2.2
Nadere informatieB E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:
Nadere informatieEur Civil Law brochure NL 17/6/2004 14:43 Page 1 www.eurocivil.info
www.eurocivil.info Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken in de Europese Unie Een leidraad voor de beoefenaars van juridische beroepen www.eurocivil.info Het domein van vrijheid, veiligheid en justitie
Nadere informatieVreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017
Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG aan Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heet mr. F. Teeven contactpersoon doorkiesnummer datum ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Postadres Postbus 20301
Nadere informatieRechtsmacht volgens de Erfrechtverordening
Rechtsmacht volgens de Erfrechtverordening De Europese Erfrechtverordening in de praktijk Seminar d.d. 8 september 2016 Mr. J.G. (Jan-Ger) Knot Belang 1. Bevoegdheid gerechten tot beslechting grensoverschrijdende
Nadere informatieBetreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie
(7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken
Nadere informatieEenheid en verdeeldheid in Europa: EEX- Verordening versus CMR en het vrij verkeer van vonnissen
Europees Internationaal Privaatrecht Eenheid en verdeeldheid in Europa: EEX- Verordening versus CMR en het vrij verkeer van vonnissen Mr. P.H.L.M. Kuypers* De EEX-Verordening laat regels in verdragen over
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 Inleiding
1 Inleiding 1.1 Inleiding Het internationale privaatrecht maakt onderscheid tussen het internationale bevoegdheidsrecht en het conflictenrecht. Dit onderscheid laat zien, dat het internationale privaatrecht
Nadere informatieArbeidshof Antwerpen, tweede kamer, arrest van 12 april 2002
Arbeidshof Antwerpen, tweede kamer, arrest van 12 april 2002 Arbeidsovereenkomst overeenkomst gesloten vóór 1 januari 1988 - bevoegdheid en toepasselijk recht Contrat de travail contrat conclu avant le
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE
Nadere informatieHof van Cassatie van België
1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,
Nadere informatieL. Strikwerda. Inleiding tôt het Nederlandse internationaal privaatrecht. vijfde druk
L. Strikwerda Inleiding tôt het Nederlandse internationaal privaatrecht vijfde druk Wolters-Noordhoff Groningen Inhoud Afkortingen 16 I Inleiding 19 A Begrip en functie van het internationaal privaatrecht
Nadere informatieLJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak
LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, 90360 / HA ZA 03-161 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2004 Datum publicatie: 24-08-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: / HA ZA
vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 325461 / HA ZA 08-3967 Vonnis in het incident van in de zaak van de rechtspersoon naar publiek recht UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM
Nadere informatieVerdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed
Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel
Nadere informatieHof van Cassatie, arrest van 6 oktober 2006
Hof van Cassatie, arrest van 6 oktober 2006 Onrechtmatige daad Verkeersongeval Vordering tot schadevergoeding Internationale bevoegdheid EEX-verdrag Artikel 5.3 Forum delicti commissi Plaats waar het schadebrengende
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 oktober 2002 *
ARREST VAN 1. 10. 2002 ZAAK C-167/00 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 oktober 2002 * In zaak C-167/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging
Nadere informatieZaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Nadere informatieherschikking Brussel I.
Europees internationaal privaatrecht Herschikking Brussel I over Italiaanse torpedo s, de afschaffing van het exequatur en andere wijzigingen in het Europese IPR-procesrecht in burgerlijke en handelszaken
Nadere informatieVerdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen
Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.
Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor
Nadere informatieDe minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag. Geachte heer Opstelten,
De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 juli 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Advies EU-voorstel tot
Nadere informatieDe erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten
De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten EXEQUATURRECHT Vroeger onduidelijkheid omtrent begrippen art. 22 31 WbIPR geeft definities + moet er een rechtelijke
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 27 oktober 1998 *
ARREST VAN 27.10.1998 ZAAK C-51/97 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 27 oktober 1998 * In zaak C-51/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging
Nadere informatieEuropees Economisch en Sociaal Comité ADVIES
Europees Economisch en Sociaal Comité ECO/360 Belastingheffing - Richtlijn moedermaatschappij / dochteronderneming Brussel, 25 maart 2014 ADVIES van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING
Nadere informatieHof van Cassatie, eerste kamer, Franse afdeling, arrest van 29 maart 2001 (nr. C F)
Hof van Cassatie, eerste kamer, Franse afdeling, arrest van 29 maart 2001 (nr. C.00.00190.F) EEX-verdrag toepassingsgebied artikel 1, tweede lid, 1 - hoofdeis die de staat van personen betreft neveneis
Nadere informatieARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*
ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september
Nadere informatieWIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/07/2016
Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatiePUBLIC 9703/1/10 REV 1
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 mei 2010 (19.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) PUBLIC 9703/1/10 REV 1 LIMITE JUSTCIV 94 CODEC 425 NOTA van: het voorzitterschap
Nadere informatieVerdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken
Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 16/09/2013
Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 2006*
ROCHE NEDERLAND E.A. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 2006* In zaak C-539/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens het protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging
Nadere informatie2.2. Op 4 december 2007 is Ortho King opgericht. Oprichters zijn Amecas Beheer B.V. (van welke B.V. [C] directeur is), [Y] en de heer [Z].
Ortho King Voxel Works DomJur 2010-644 Rechtbank s-hertogenbosch Zaak-/rolnummer: 202180 / HA ZA 09-2577 Datum: 13-10-2010 in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ORTHO
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 924 Regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap) B ADVIES
Nadere informatieDe arbeidsovereenkomst in internationaal privaatrechtelijk perspectief. Drie kernvragen voor de Nederlandse jurist 1
De arbeidsovereenkomst in internationaal privaatrechtelijk perspectief. Drie kernvragen voor de Nederlandse jurist 1 Z. Even en E. van Kampen* Een Duitse werknemer werkt ten behoeve van een Schots bedrijf
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 28/02/2013
Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap
Nadere informatieGehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.
Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 582 EU-voorstel: Verordening jurisdictie, erkenning en afdwinging van rechterlijke uitspraken op civiel en handelsgebied (Brussel I) (COM(2010)748)
Nadere informatieKroniek. 76 T C R 2 0 1 1, n u m m e r 2. IPR-procesrecht
Kroniek IPR-procesrecht In deze kroniek zal aandacht worden besteed aan een aantal arresten van het Hof van Justitie over de uitleg van de EEX- Verordening (PbEG L 12/2001, p. 1; hierna: EEX-Vo). In het
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 *
BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * In zaak C-518/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden, zaak 09/01115, arrest van 7 mei 2010
Hoge Raad der Nederlanden, zaak 09/01115, arrest van 7 mei 2010 Internationale bevoegdheid op grond van artikel 24 EEX-verdrag EEX-verdrag prevaleert, ingevolge art. 69, aanhef en tweede gedachtestreepje
Nadere informatiede Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG
Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21221 Algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 december 1990 Het voorstel van wet wordt
Nadere informatieDe Rome II-Verordening
tschap eming De Rome II-Verordening Inleiding Sinds het verdrag van Amsterdam op 1 mei 1999 in werking is getreden, behoort het zorg dragen voor de bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten
Nadere informatieARREST VAN HET HOF 19 januari 1993 *
SHEARSON LEHMAN HUTTON ARREST VAN HET HOF 19 januari 1993 * In zaak C-89/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 28/12/2015
Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 januari 1997 *
ARREST VAN 9.1.1997 ZAAK C-383/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 januari 1997 * In zaak C-383/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging
Nadere informatieVerdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Ondertekend te Lugano op 30 oktober 2007 Preambule De hoge
Nadere informatieVOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN
VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 824 Aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste
Nadere informatie15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.
Nadere informatie