Spotlight Special: Pensioenen Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants Jaargang uitgave 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "www.pwc.nl Spotlight Special: Pensioenen Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants Jaargang 19-2011 uitgave 2"

Transcriptie

1 Spotlight Special: Pensioenen Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants Jaargang uitgave 2

2 Bij PwC in Nederland werken ruim mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen en drie verschillende invalshoeken: Assurance, Tax & HRS en Advisory. We leveren sectorspecifieke diensten en zoeken verrassende oplossingen, niet alleen voor nationale en internationale ondernemingen, maar ook voor overheden en maatschappelijke organisaties. PwC is het merk waaronder member firms van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL) handelen en diensten verlenen. Samen vormen deze firms het wereldwijde PwC-netwerk. Elke firm in het netwerk is een afzonderlijke juridische entiteit en handelt voor eigen rekening en verantwoording en niet als vertegenwoordiger van PwCIL of enige andere member firm. PwCIL verricht zelf geen diensten aan cliënten. PwCIL is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor het handelen of nalaten van welke van haar member firms dan ook, kan geen zeggenschap uitoefenen over hun professioneel oordeel en kan hen op geen enkele manier binden. 2 Spotlight Jaargang uitgave 2

3 Inhoud Woord vooraf: Pensioen in perspectief 4 Pensioen is een hot topic. Er is de afgelopen tijd veel overlegd in de pensioenwereld. In een aantal ondernemingen zijn de gesprekken over de heroverweging van de pensioensituatie opgestart. Dat is goed, want niets doen is voor niemand een optie. Mischa Borst Ontwikkelingen in Nederlandse pensioenverslaggevingregels 6 In de afgelopen tien jaar zijn er twee fundamentele veranderingen geweest in de Nederlandse pensioenverslaggeving regels. Een overzicht van de ontwikkelingen in het laatste decennium. Wim Schoonderbeek Nieuwe IAS 19: gevolgen voor ondernemingen 10 De nieuwe IAS 19 bevat een aantal wijzigingen op het gebied van opname, presentatie en toelichting, die de pensioenverslaggeving minder complex en beter vergelijkbaar moet maken. De wijzigingen hebben gevolgen voor de pensioenverslaggeving, treasury, risk management en governance. Een goed moment om de pensioenstrategie te heroverwegen. Michiel Lohman en Dirk Symon Siesling Het verschil in commerciële en fiscale waardering van pensioenen 14 De commerciële waardering van pensioenkosten verschilt aanzienlijk van de fiscale waardering, zodat de onderneming in de vennootschapsbelastingaangifte van de jaarrekening moet afwijken. Dit artikel gaat in op de verschillen en kansen die dit met zich meebrengt. Bastiaan Starink en Dirk-Symon Siesling Aansturing en bewaking uitbestede pensioenfondsadministraties cruciaal 22 Ook administratieve werkzaamheden worden steeds vaker uitbesteed aan pensioenuitvoerders en vermogensbeheerders. Het beheersen van de verschillende informatiestromen en het bewaken van de kwaliteit van de dienstverlening van de externe partijen is van groot belang. Peter Nieuwenhuizen en Mark Brouwer Ageing en het nieuwe pensioenakkoord van de STAR 28 Het STAR-akkoord (Stichting van de Arbeid) moet leiden tot een stabiele pensioenpremie voor werkgevers en werknemers. Bovendien benoemt STAR het ouderenbeleid als onlosmakelijk onderdeel van het akkoord. Zonder ouderenbeleid geen nieuw pensioencontract is het devies. Alfred Lagendijk en Bastiaan Starink Het begint met de governance 32 De eisen die aan pensioenfondsen worden gesteld zijn snel toegenomen. Toezichthouders, deelnemers en gepensioneerden, en de maatschappij als geheel verwachten steeds meer van pensioenfondsen. Voor het functioneren van pensioenfondsen is de kwaliteit van het bestuur bepalend. Wim Koeleman Pensioenrisico s bij fusies en overnames 36 Het laatste artikel van deze special gaat in op de waardering van pensioenen en de pensioenrisico s bij fusies en overnames. Wat zijn bijvoorbeeld belangrijke aandachtspunten voor de onderneming en welke voorzorgsmaatregelen kan zij nemen inzake pensioenen zodat haar deals nog succesvoller worden? Wim Holterman en Eko Loijenga De controle van pensioenen in de jaarrekening 18 Bij de controle van de pensioenverplichtingen op basis van IAS 19 Personeelsbeloningen schakelt de accountant veelal een actuaris in. Het is van belang dat de accountant vooraf de reikwijdte van de werkzaamheden van de actuaris goed afspreekt volgens de COS-verplichtingen. Mark Ferwerda en Henk van der Rijst

4 Woord vooraf Pensioen in perspectief Er zijn tijden geweest dat men mij op feestjes meewarig aankeek: pensioenactuaris, hoe heb je dat beroep toch kunnen kiezen? Maar de tijden zijn veranderd. Pensioen is een hot topic. Er is de afgelopen tijd veel overlegd in de pensioenwereld en in een aantal ondernemingen zijn de gesprekken over de heroverweging van de pensioensituatie opgestart. Echter veel bedrijven die ik spreek reageren op de pensioendiscussie met Ja, maar Wij hebben een top 10 gemaakt met wat er dan aan argumenten volgt. Een willekeurige selectie: We kunnen het pensioenfonds toch niet beïnvloeden, De bonden zijn vast tegen of We hebben andere prioriteiten. Al met al heel veel redenen om niets te doen, veelal ingegeven door mogelijke meningen van andere belanghebbenden bij het pensioendossier. Echter, aan de hand van een aantal verschillende invalshoeken, schets ik u waarom niets doen voor niemand een optie is. Werkgever Allereerst de invalshoek van de werkgever. Pensioen is geen core business voor een onderneming, dat is namelijk ondernemen. Toch besteden veel ondernemers veel tijd aan pensioen, omdat zij zich realiseren dat het een risicovol onderdeel is van hun onderneming. Immers, als je pensioen niet goed regelt, kunnen de kosten van pensioen onverwacht hoog worden, iets waar ondernemers niet op zitten te wachten. Daarnaast zullen de nieuwe boekhoudregels voor pensioenen onder IFRS (IAS 19) voor grote fluctuaties in het eigen vermogen zorgen (zie ook het artikel van Michiel Lohman en Dirk Symon Siesling over de wijzigingen in IAS 19). Een volatiel eigen vermogen kan weer gevolgen hebben voor de kredietwaardigheid, het dividendbeleid en zelfs de bestuurdersbeloningen van de onderneming. Al met al een aantal goede redenen voor ondernemers om de pensioensituatie te moeten willen verbeteren. Pensioenfonds De tweede belangrijke belanghebbende is het pensioenfonds. Die wordt geconfronteerd met kritische vragen over zijn performance de afgelopen jaren, de lage dekkingsgraad en het niet indexeren van de pensioenaanspraken. Ook krijgt het pensioenfonds te maken met aangescherpte eisen op het gebied van financieel toezicht (aanhouden van hogere buffers) en governance. Daarnaast dient het pensioenfonds zijn risicomanagement verder te ontwikkelen en te voldoen aan de eisen die gesteld zijn aan transparantie en communicatie. De pensioenfondsbestuurder heeft de afgelopen jaren steeds meer verantwoordelijkheden gekregen en zal er nog meer krijgen. Van een pensioenfondsbestuurder wordt eigenlijk verwacht dat hij een (kleine) financiële onderneming aanstuurt; een taak waar maar weinig pensioenfondsbestuurders zich senang bij voelen. Verder neemt de druk bij het pensioenfonds toe omdat het financieel steeds moeilijker is om de pensioenregeling van de werkgever uit te voeren. Door de lage rente zijn de marges in de premie afgenomen en zijn dekkingsgraden gedaald waardoor het pensioenfonds de in het vooruitzicht gestelde indexatieverwachting niet waar kan maken. Daarbij komt dat, door de vergrijzing van veel pensioenfondsen, het aantal financiële sturingsmiddelen van deze fondsen om de financiële huishouding van het fonds te beïnvloeden, afneemt. Al met al een aantal goede redenen voor pensioenfondsen om hun situatie te moeten willen veranderen. Werknemer Ook voor de werknemer staat er veel op het spel. Uiteraard zijn de stijgende pensioenkosten in eerste instantie een probleem van de werkgever. Echter, de werkgever kan elke euro maar één keer uitgeven en vaak schat de werknemer de euro die aan pensioen wordt uitgegeven niet op waarde. De werknemer waardeert een goede pensioenregeling, maar als deze 20% tot 30% van het salaris kost, is het maar de vraag of hij er zo veel waarde aan toekent. Verder zorgt de solidariteit in veel pensioenregelingen ervoor dat voor jonge werknemers veel geld voor pensioenen betaald wordt, maar dat dit voor oudere werknemers wordt aangewend. Daarnaast hebben de afgelopen jaren laten zien dat de zekerheid van de pensioenuitkering en de bijbehorende indexatie zeker geen 100% is. Al met al een aantal goede redenen voor de werknemer om zijn pensioensituatie, maar ook zijn totale beloningspakket, te moeten willen verbeteren. Gepensioneerde Als laatste belanghebbende noem ik de gepensioneerde. Op dit moment zijn niet in alle pensioenfondsbesturen de gepensioneerden vertegenwoordigd. De zorg voor de pensioenen voor deze groep wordt derhalve door andere belanghebbenden ingevuld. Dit is niet gemakkelijk omdat de belangen van een werknemer en werkgever vaak anders zijn dan de belangen van een gepensioneerde. En ook hier geldt dat we de afgelopen jaren hebben gezien dat de zekerheid van de pensioenuitkering en de bijbehorende indexatie zeker geen 100% meer is. De 4 Spotlight Jaargang uitgave 2

5 zakken van de werknemers en werkgevers zijn niet eindeloos diep om de tekorten te blijven dekken, dus de vraag is of de zekerheid van de uitkering en indexatie wel geborgd moet blijven. Al met al een aantal goede redenen voor de gepensioneerde om zijn situatie te moeten willen veranderen. Niets doen is geen optie Vanuit alle invalshoeken zijn er dus goede argumenten om iets te veranderen, want de huidige situatie is niet houdbaar. Daar is iedereen het wel over eens. Veel ondernemingen zijn al met hun werknemers en/of pensioenfonds in gesprek, soms al vergevorderd. Het is een complex proces, want er zijn vele standpunten én vele mogelijke oplossingen. Het is dus zaak om de problemen helder te maken, de achtergrond en aandachtspunten van alle belanghebbenden in kaart te hebben en de mogelijke oplossingsrichtingen te schetsen. En dat alles tezamen met heldere en duidelijke communicatie. Deze enorme berg met politiek gevoelige onderwerpen is een excuus om niets te doen, maar ja, niets doen lijkt voor niemand een optie Mischa Borst, partner Pensions, Actuarial & Insurance Services - Tax & Human Resource Services, PwC Spotlight Jaargang uitgave 2 5

6 Ontwikkelingen in Nederlandse pensioenverslaggevingregels In de afgelopen tien jaar is er veel discussie geweest over de wijze waarop in Nederland de pensioentoezeggingen aan werknemers in de jaarrekening van de onderneming/ werkgever moeten worden verwerkt. In die periode zijn er twee fundamentele veranderingen geweest in de regelgeving op dit gebied. Wim Schoonderbeek, vaktechnisch bureau (National Office) - Assurance 1. Kenmerken pensioentoezeggingen Pensioen is een recht dat een werkgever aan werknemers kan toezeggen. Dit recht omvat het doen van een uitkering vanaf pensioendatum, na het einde van het dienstverband, zolang de (dan ex-) werknemer leeft. Deze toezegging heeft een aantal bijzondere kenmerken. Zo bouwt de werkgever het bedrag dat op de pensioendatum nodig is om het pensioen te kunnen uitkeren, op in de periode dat de werknemer arbeidsprestaties levert. Dit betreft veelal een zeer lange periode en is mede daardoor omgeven met veel onzekerheden. De werknemer kan het recht op pensioen toegezegd krijgen vanaf het begin van zijn arbeidzame leven. Hij ontvangt het opgebouwde pensioen vanaf de pensioendatum tot het moment dat hij overlijdt. Deze gehele periode (opbouw en uitkering) kan in sommige gevallen 80 jaar beslaan. In die periode kan heel veel gebeuren. De werknemer kan vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd uit dienst gaan, trouwen, kinderen krijgen, arbeidsongeschikt raken, overlijden of na pensioendatum juist heel lang blijven leven. Ook zal het pensioengevend loon aan het begin van de opbouwperiode (veel) lager zijn dan op pensioendatum, door het carrière maken met bijpassende loonontwikkeling en door inflatie. Daarnaast is er onzekerheid over de waardeontwikkeling van de gestorte pensioenpremies. De premies worden belegd om hier uiteindelijk de pensioenuitkeringen uit te voldoen. Het hiervoor beschikbare bedrag is afhankelijk van het rendement (rente, beleggingen) op de gestorte premies gedurende de hele periode. Deze onzekerheden leiden tot bijzondere vraagstukken op het gebied van verslaggeving. Op welke wijze neemt de onderneming de pensioentoezeggingen aan werknemers op in haar jaarrekening? Is er sprake van een verplichting voor de werkgever en zo ja, hoe waardeert de onderneming deze? Het opstellen van verslaggevingregels, zowel nationaal als internationaal, waarmee recht gedaan wordt aan deze onzekerheden, blijkt dan ook een bijzonder lastig proces te zijn. Eenmaal geformuleerde verslaggevingstandaarden blijven een bron van discussie. In Nederland leidde dat in het afgelopen decennium tot twee ingrijpende veranderingen in de pensioenrichtlijn. Eerst is aangesloten op de internationale regelgeving; later is dat weer losgelaten en is een eigen invulling gekozen. 2. Regelgeving tot 2005 Omdat de wet (Boek 2 BW titel 9) zich niet uitlaat over de wijze van verslaggeven over pensioenen, anders dan dat pensioenposten in de balans en de resultatenrekening afzonderlijk moeten blijken, heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) een nadere invulling gegeven in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving. RJ 271 paragraaf 3 had tot 2005 de titel Pensioenvoorzieningen. Volgens deze Richtlijn baseerden ondernemingen zich op bedrijfseconomisch aanvaardbare 6 Spotlight Jaargang uitgave 2

7 grondslagen wanneer ze pensioenlasten toerekenden aan de achtereenvolgende verslagperioden. De uitwerking van dit principe in de Richtlijn was beperkt. Als de onderneming aanspraken niet had gefinancierd met een premiebetaling, vormde zij een voorziening. De waardering geschiedde naar actuariële grondslagen en tegen contante waarde. Ook voor andere dan door financieringsachterstanden ontstane tekorten bij de pensioenuitvoerder (ondernemingspensioenfonds, bedrijfstak - pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij) waarvoor de onderneming kon worden aangesproken, vormde de onderneming een voorziening. Tevens moest zij de toereikendheidtoets uitvoeren. Hiermee werd beoordeeld of de voorziening toereikend was om aan de verplichtingen uit de opgebouwde pensioenaanspraken, berekend volgens de grondslagen van de toenmalige toezichthouder (de Verzekeringskamer), te kunnen voldoen. Als dat niet het geval was moest de onderneming bij het bepalen van haar voorziening daar rekening mee houden. In de toelichting gaf de onderneming beperkte informatie over de gehanteerde grondslagen, de berekeningswijze en andere van belang zijnde elementen. Tot die van belang zijnde elementen behoren onder meer informatie over de aard van de pensioenregeling en de relatie met de pensioenuitvoerder. 3. Regelgeving Rond de eeuwwisseling begon de RJ met het bespreken van mogelijke aanpassingen van de toen bestaande pensioenrichtlijn. Een van de redenen was dat de overtuiging gegroeid was dat de bestaande pensioenverslaggeving leidde tot een onvoldoende weergave van de risico s en verplichtingen uit hoofde van pensioentoezeggingen in de jaarrekeningen van ondernemingen. Vooral bij de toen nog veel voorkomende eindloonstelsels (de hoogte van het pensioen is afhankelijk van het laatstverdiende loon) werden lasten naar toekomstige jaren geschoven. De backservice die bij een loonsverhoging ontstaat, nam de onderneming immers pas als last op, op het moment van de loonstijging. Zeker bij oudere werknemers leidde dat tot hoge lasten die voor een groot deel betrekking hadden op perioden die al verstreken waren. Voorts was in die tijd het beleid van de RJ om de Richtlijnen zoveel mogelijk in lijn te brengen met de internationale verslaggevingstandaarden. Dit leidde tot een nieuwe Richtlijn die nauw aansloot op IAS 19. Daarmee werd het internationaal al langer bekende onderscheid tussen toegezegd-pensioenregelingen en toegezegde-bijdrageregelingen (Defined Benefit respectievelijk Defined Contribution Plans) in de Nederlandse regelgeving ingevoerd. Bij de totstandkoming van deze Richtlijn heeft de RJ uitgebreid overleg gevoerd met de verschillende partijen die bij de jaarverslaggeving zijn betrokken, zoals werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in de Stichting voor de Arbeid. Ook zijn in 2002 de voorstellen voor een nieuwe Richtlijn via een Discussiememorandum Pensioenen verspreid en hebben belangstellenden en belanghebbenden de gelegenheid gehad commentaar te leveren. Na deze lange voorbereidingsperiode, waarin veel partijen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hun visie te geven, is in 2003 de nieuwe Richtlijn (hierna aangeduid als RJ 271 (2003)) definitief vastgesteld. De ingangsdatum was 1 januari 2005, zodat de ondernemingen de tijd hadden voor een soepele overgang naar de nieuwe regelgeving. RJ 271 (2003) paragraaf 3, Beloningen in de vorm van uitkeringen na afloop van het dienstverband (pensioenen en dergelijke), vertoonde grote gelijkenis met IAS 19. Zo verantwoordt de onderneming de premie die over het verslagjaar verschuldigd is, als last indien sprake is van een toegezegdebijdrageregeling. Als echter de werkgever meer verplichtingen heeft dan het betalen Samenvatting Tot ongeveer tien jaar geleden stonden in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving bedrijfseconomisch aanvaardbare grondslagen centraal voor het toerekenen van pensioenlasten aan de opeenvolgende verslagperioden. Omdat die Richtlijnen onvoldoende ingingen op de risico s en verplichtingen uit hoofde van pensioentoezeggingen in de jaarrekeningen van ondernemingen, heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) ze aangepast. De nieuwe Richtlijn, RJ 271 (2003) paragraaf 3, Beloningen in de vorm van uitkeringen na afloop van het dienstverband (pensioenen en dergelijke), vertoonde grote gelijkenis met IAS 19, maar ondernemingen bleken de uitkomsten in de resultatenrekening en de balans niet te kunnen plaatsen. Bovendien was de risicobenadering niet langer goed toepasbaar in de Nederlandse situatie. Dit heeft geresulteerd in RJ 271 (2009) paragraaf 3 Pensioenen, die geldt voor boekjaren die op of na 1 januari 2010 beginnen. van de pensioenpremie is sprake van een toegezegd-pensioenregeling. Actuariële berekeningen bepalen dan de hoogte van de pensioenverplichting. Daarbij maakt de onderneming veronderstellingen over de verwachte levensduur van de werknemers en de verwachte loonontwikkeling, en zij bepaalt de disconteringsvoet. Tegenover de pensioenverplichting staan dan de beleggingen die gevormd zijn uit de gestorte pensioenpremies en de daaruit behaalde beleggingsopbrengsten. De onderneming waardeert de beleggingen op actuele waarde. De actuele waarde van niet-beursgenoteerde beleggingen moet worden geschat. Ook formuleert de onderneming veronderstellingen over het verwachte rendement van deze beleggingen. Spotlight Jaargang uitgave 2 7

8 De balanspost die uit de berekeningen komt, is het saldo van de actuarieel berekende pensioenverplichtingen en de beleggingen. Ook kan hierin begrepen zijn het verschil tussen de verwachte gegevens (zoals over de levensverwachting, de loonontwikkeling, het rendement van de beleggingen) en de feitelijke uitkomsten. De onderneming kan deze verschillen gespreid in de tijd als resultaat verantwoorden (volgens de corridormethode). De pensioenlast in het resultaat bestaat dan vooral uit het saldo van de pensioenlast, de verwachte beleggingsopbrengsten, de effecten van het contant maken van de pensioenlast en eventuele mutaties uit hoofde van de corridormethode. 4. Regelgeving vanaf 2009 De ervaringen met de toepassing van RJ 271 (2003) zorgden voor veel discussie. Uit een in 2007 gehouden enquête van de RJ over het gebruik van de Richtlijn bleek dat de uitkomsten in de resultatenrekening en de balans niet werden begrepen. De gepresenteerde pensioenlast week (soms sterk) af van de verschuldigde premie en de resulterende pensioenverplichting kwam niet overeen met het beeld dat verwacht werd na het voldoen van de verschuldigde premies. Ook het strikte onderscheid tussen toegezegd-pensioen- en toegezegde-bijdrageregelingen stuitte op veel onbegrip, vooral omdat in de praktijk dit onderscheid niet altijd duidelijk was te maken. Daarnaast bracht het maken van de actuariële berekeningen extra kosten met zich mee. Ook werd genoemd dat de wijze van verslaggeven zoals die voortkomt uit de internationale verslaggevingstandaard, onvoldoende aansluit op de Nederlandse pensioenvormen. Het Nederlandse stelsel, waarbij de pensioenrechten worden ondergebracht in een los van de onderneming staande pensioenuitvoerder, is immers tamelijk uniek. Op grond van de Pensioenwet financiert de onderneming alle onvoorwaardelijk geworden pensioenaanspraken af en brengt zij ze onder bij een pensioenuitvoerder. Door dit stelsel en het toezicht op de pensioenuitvoering door De Nederlandsche Bank (DNB), liggen de risico s en verplichtingen voor de ondernemingen anders dan in het buitenland. Voorts zijn in de loop van de tijd steeds meer risico s bij de pensioengerechtigden komen te liggen. Pensioenregelingen zijn aangepast, eindloonregelingen zijn omgezet in middelloonregelingen en meer en meer regelingen zijn toegezegdebijdrageregelingen (beschikbaar premiestelsel). Zeker in de afgelopen tijd is duidelijk geworden dat de werknemers tegenvallende beleggingsopbrengsten niet altijd kunnen verhalen op de werkgevers en dat dit gevolgen kan hebben voor de hoogte van het pensioen. In de druk bezochte RJ-pensioenbijeenkomst van 4 juli 2008 werden de hierboven genoemde enquête-uitkomsten door de deelnemers onderschreven. Ten slotte speelt nog mee dat de RJ in 2005 een beleidswijziging heeft doorgevoerd. In de op 8 april 2005 gepubliceerde Strategienota is aangegeven dat het eerdere standpunt om nauwlettend de internationale verslaggevingregels te volgen, is losgelaten. In plaats daarvan geldt dat de internationale verslaggevingregels worden beoordeeld en worden overgenomen in de Richtlijnen voor zover deze als adequaat worden beschouwd. Uitgangspunt is dat er zo min mogelijk strijdigheden mogen zijn tussen IFRS (International Financial Reporting Standards) en de Nederlandse wet- en regelgeving. Eventueel worden alternatieven en vrijstellingen toegestaan, ook als deze niet mogelijk zouden zijn onder IFRS. RJ 271 (2009) paragraaf 3 Pensioenen Tegen deze achtergrond heeft de RJ de pensioenverslaggeving weer op zijn agenda gezet. Hij paste RJ 271 (2003) aan om op korte termijn enkele geconstateerde knelpunten uit de Richtlijn weg te nemen. Daarnaast is de RJ aan de slag gegaan met een meer fundamentele herziening van de pensioenrichtlijn omdat de risicobenadering niet langer goed toepasbaar was in de Nederlandse situatie. De verplichtingenbenadering die uitgaat van de verplichting die de onderneming heeft uit hoofde van de aangegane verplichtingen en gedane toezeggingen, paste beter bij de Nederlandse situatie. Dit heeft geresulteerd in RJ 271 (2009) paragraaf 3 Pensioenen, die geldt voor boekjaren die op of na 1 januari 2010 beginnen waarbij de RJ aantekende dat eerdere toepassing werd aanbevolen. Onderscheid toegezegd-pensioen- en toegezegde-bijdrageregeling losgelaten In de nieuwe Richtlijn is het onderscheid tussen toegezegd-pensioen- en toegezegdebijdrageregeling losgelaten. Uitgangspunt is nu de verplichting die de onderneming heeft uit hoofde van de pensioentoezegging aan de werknemers. Die bestaat in elk geval uit het voldoen van de verschuldigde pensioenpremie. Daarnaast kan sprake zijn van andere verplichtingen, zoals die voort kunnen komen uit toezeggingen aan werknemers of pensioenuitvoerder. Een voorbeeld van een verplichting uit een toezegging aan werknemers is de backservice die voortkomt uit een per balansdatum al toegezegde salarisverhoging indien sprake is van een eindloonregeling. Een verplichting tegenover de pensioenuitvoerder kan bijvoorbeeld voortkomen uit een bepaling in de uitvoeringsovereenkomst dat de onderneming extra stortingen in het pensioenfonds doet als de dekkingsgraad onder een bepaald percentage komt. De onderneming bepaalt de omvang van een mogelijke voorziening zoals RJ 252 Voorzieningen aangeeft. De onderneming neemt de beste schatting op van de verwachte uitstroom van middelen om de verplichting af te wikkelen. Actuariële berekeningen zijn niet altijd nodig. Samen met een uitgebreide toelichting over de pensioenafspraken en eventuele verplichtingen stelt de RJ dat deze wijze 8 Spotlight Jaargang uitgave 2

9 van verslaggeving recht doet aan de Nederlandse pensioensituatie. 5. Tot slot De Nederlandse pensioenverslaggevingrichtlijnen zijn de afgelopen jaren twee keer belangrijk gewijzigd. Vooral de Richtlijn die nauw aansloot bij IAS 19 werd als (te) complex ervaren. Alleen al de naamgeving van paragraaf 3 van RJ 271 geeft dit weer: Pensioenvoorzieningen veranderde in Beloningen in de vorm van uitkeringen na afloop van het dienstverband (pensioenen en dergelijke), en deze werd kortweg Pensioenen. Het uitgangspunt van de huidige Richtlijn is de verplichtingenbenadering, zoals die ook in de Richtlijn over voorzieningen wordt gehanteerd. Daarmee lijkt de RJ weer teruggegaan naar de Richtlijn Pensioenvoorzieningen. Vergelijken wij die oude Richtlijn met de nieuwe Richtlijn dan zien wij echter duidelijke verschillen. Hoewel de principes vergelijkbaar zijn is de uitwerking in de nieuwe Richtlijn duidelijk dwingender geformuleerd. Wat verder opvalt, is dat de toelichtingeisen in de nieuwe Richtlijn uitgebreider zijn. Dit is geheel in lijn met de ontwikkeling in verslaggevingstandaarden in die periode, waarin, ook in de Nederlandse Richtlijnen, sprake is van een striktere formulering van de vereisten en waarin meer aandacht is voor de toelichting van de jaarrekening. Spotlight Jaargang uitgave 2 9

10 Nieuwe IAS 19: gevolgen voor ondernemingen Zeer binnenkort wordt de nieuwe IAS 19 gepubliceerd. De veranderingen in deze richtlijn voor personeelsbeloningen hebben grote gevolgen voor Nederlandse ondernemingen die rapporteren onder IFRS. Dit maakt een heroverweging van de pensioenstrategie noodzakelijk. Michiel Lohman, Pensions, Actuarial & Insurance Services - Tax & Human Resource Services Dirk Symon Siesling, Pensions, Actuarial & Insurance Services - Tax & Human Resource Services 1. Inleiding Pensioenregelingen leiden voor veel ondernemingen (die onder IFRS (International Financial Reporting Standards) rapporteren) tot hoge en volatiele kosten die alleen met complexe berekeningen zijn in te schatten. De werkelijke kosten en risico s in pensioenregelingen zijn voor investeerders, analisten en anderen moeilijk in te schatten op basis van (de toelichting in) de jaarrekening. Ook de IASB (International Accounting Standards Board) is van mening dat de pensioenverslaggeving op basis van de huidige IAS 19 te complex is. Daarnaast wordt de vergelijkbaarheid van resultaten bemoeilijkt door de vele keuzemogelijkheden die de huidige IAS 19 biedt. Om dit te verbeteren heeft de IASB in 2008 een discussiedocument gepubliceerd met daarin tal van voorstellen voor verandering van de huidige richtlijn. Door tijdgebrek (de zittingstermijn van een aantal IASB-leden is immers binnenkort verstreken) heeft de IASB besloten om zich vooralsnog te richten op de verbeteringen die gemakkelijk zijn door te voeren. Een meer fundamentele aanpassing van IAS 19, met daarin onder meer een herziening van de berekening van de pensioenverplichting, is uitgesteld (tot waarschijnlijk 2018). De aankomende tussenoplossing heeft echter wel grote gevolgen voor ondernemingen. Nederlandse ondernemingen worden relatief hard geraakt, omdat ze grote pensioenverplichtingen hebben en nu veelal nog gebruik maken van de mogelijkheid in IAS 19 om de verwerking van actuariële resultaten uit te smeren over toekomstige jaren. 2. Belangrijkste wijzigingen en directe gevolgen In de huidige IAS 19 hoeft de onderneming actuariële resultaten (die ontstaan als werkelijke ontwikkelingen afwijken van eerdere inschattingen of bij wijzigingen in aannames) niet direct te verwerken in de balans en in de winst-en-verliesrekening; de onderneming mag deze resultaten uitsmeren over toekomstige jaren. In de nieuwe richtlijn is deze zogenoemde Corridormethodiek, die veel Nederlandse ondernemingen toepassen, niet meer toegestaan; de onderneming erkent de actuariële resultaten dan direct in het eigen vermogen. Hierdoor komt de volatiliteit van de pensioenverplichting en -beleggingen direct tot uitdrukking Belangrijkste wijzigingen De nieuwe IAS 19 bevat wijzigingen op het gebied van onder andere opname, presentatie en toelichting. De belangrijkste nieuwe verplichtingen zijn: De onderneming verwerkt alle mutaties in de pensioenverplichting en -beleggingen in het jaar waarin deze ontstaan. De onderneming past de berekening van het verwachte beleggingsrendement aan. De onderneming licht toe aan welke specifieke risico s ze is blootgesteld. 10 Spotlight Jaargang uitgave 2

11 op de balans en in het eigen vermogen. Vooral voor ondernemingen waarbij de pensioenverplichting en -beleggingen groot zijn in relatie tot het eigen vermogen, kan dit tot aanzienlijke schommelingen op de balans leiden. Ook op het gebied van de pensioenlast komt een belangrijke wijziging. Onder de huidige IAS 19 stelt de onderneming het verwachte beleggingsrendement vast op basis van de werkelijke beleggingen die zij aanhoudt ter dekking van de pensioenverplichting. Ondernemingen gebruiken in de praktijk uiteenlopende methodieken om dit rendement vast te stellen. Hierdoor hanteren ondernemingen met een identieke beleggingsmix soms toch sterk afwijkende verwachte beleggingsopbrengsten. In de nieuwe situatie bestaan deze verschillen niet meer, omdat de nieuwe richtlijn uitgaat van een financierings benadering; het verwachte beleggingsrendement wordt - net als de interestkosten op de pensioenverplichting - berekend op basis van de IAS 19-rekenrente (die wordt afgeleid van het rendement op hoogwaardige ondernemingsobligaties). Deze aanpak heeft als voordeel dat het de subjectiviteit bij het vaststellen van de verwachte beleggingsopbrengst wegneemt. Nadelen zijn dat het verwachte rendement geen verband meer houdt met de onderliggende beleggingsportefeuille en dat ondernemingen niet meer worden beloond voor het aanhouden van meer risicovolle beleggingen. Voor veel ondernemingen is het verwachte langetermijnbeleggingsrendement hoger dan de IAS 19-rekenrente. Op de lange termijn leidt een overstap naar de nieuwe methodiek in veel situaties dus tot een daling van de verwachte beleggingsopbrengst en dus tot een stijging van de pensioenlast. Tot slot worden ook op het gebied van toelichting in de jaarrekening belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Onder de huidige richtlijn hoeft de onderneming alleen een globale beschrijving op te nemen van de pensioenregelingen die zij haar medewerkers aanbiedt. In de nieuwe IAS 19 worden de toelichtingvereisten sterk uitgebreid. Zo moet een onderneming onder andere aangeven: aan welke specifieke risico s ze is blootgesteld; welke asset-liabilitymatchingstrategieën worden toegepast; hoe gevoelig de pensioenverplichting is voor wijzigingen in aannames; en welke financieringsafspraken zijn gemaakt, om bijvoorbeeld een eventueel tekort in te lopen. Dit moet leiden tot meer inzicht in de pensioensituatie en -risico s van een onderneming. Vooral ondernemingen die actief zijn in verschillende landen of veel verschillende regelingen aanbieden, zullen (veel) moeite moeten doen om deze informatie te verzamelen. 3. Indirecte gevolgen voor ondernemingen De invloed van de aankomende wijzigingen in IAS 19 beperkt zich echter niet alleen tot de pensioenverslaggeving. Vooral de toegenomen volatiliteit in het eigen vermogen zal ook zijn uitwerking hebben op andere aspecten van de onderneming, zoals risk management, treasury en governance. Het eigen vermogen is een van de belangrijke kengetallen in het vaststellen van de financiële positie van een onderneming. Het eigen vermogen is daarmee van invloed op bijvoorbeeld: de kredietwaardering van een onderneming; de voorwaarden waaronder een onderneming externe financiering kan aantrekken; en de toekenning van dividend. Daarnaast speelt het eigen vermogen soms ook in andere zaken een rol, bijvoorbeeld als een van de criteria waarop de beloning van het management wordt vastgesteld. Een onderneming zal vast moeten stellen Samenvatting De nieuwe IAS 19 bevat een aantal wijzigingen op het gebied van opname, presentatie en toelichting, die de pensioenverslaggeving minder complex en beter vergelijkbaar moet maken. De wijzigingen hebben niet alleen gevolgen voor de pensioenverslaggeving zelf, maar raken ook zaken op het gebied van treasury, risk management en governance. Naast de wijzigingen in IAS 19, zullen ook het nieuwe Pensioenakkoord en de verzwaring van de financieringseisen in het Financieel Toetsingskader de bereidheid om toegezegdepensioenregelingen aan te bieden, verder verminderen. Derhalve is dit een goed moment om de pensioenstrategie te heroverwegen. wat de invloed van de nieuwe IAS 19 is op het eigen vermogen en de daaraan gekoppelde zaken. Onder de nieuwe richtlijn wordt de volatiliteit in het eigen vermogen als gevolg van de pensioenvoorziening bepaald door twee factoren: de mate van volatiliteit in (het saldo van) de pensioenverplichting en de beleggingen; en de grootte van de pensioenverplichting en beleggingen ten opzichte van de totale balans en het eigen vermogen in het bijzonder. De volatiliteit in de pensioenverplichtingen en beleggingen hangt voornamelijk af van de kenmerken van de regeling en de mate van afstemming van de beleggingen op de pensioenverplichting. De onderneming stelt de volatiliteit vast op basis van een scenarioanalyse. Verder geldt uiteraard: hoe groter de pensioenverplichting en beleggingen zijn ten opzichte van het eigen vermogen, hoe groter de mogelijke volatiliteit in dit eigen vermogen. Dit geldt bijvoorbeeld bij ondernemingen met een Spotlight Jaargang uitgave 2 11

12 arbeidsintensief productieproces en/of met een lange historie. Als de mogelijke schommelingen in het eigen vermogen te groot lijken om te kunnen of willen accepteren, dan kan een onderneming deze verkleinen door de volatiliteit in de pensioenvoorziening te verminderen en/of de hoogte van de pensioenvoorziening te verkleinen. Overigens moet een onderneming bij het bepalen van de volatiliteit in het eigen vermogen zich niet alleen beperken tot de pensioenvoorziening, maar de balans in zijn totaliteit beschouwen. Mogelijk heeft de onderneming immers een post op de balans die (deels) een natuurlijk tegenhanger vormt voor de pensioenvoorziening. Een effectieve manier om de volatiliteit in de pensioenvoorziening te verminderen is door de beleggingen af te stemmen op de pensioenverplichting (matching), zodat wijzigingen in de marktomstandigheden niet alleen leiden tot een wijziging in de pensioenverplichting, maar daarnaast in een even grote tegengestelde wijziging in de waarde van de pensioenbeleggingen. Een probleem hierbij is echter dat de beleggingsstrategie soms moeilijk door een onderneming te sturen is, omdat die beslissing bij het pensioenfondsbestuur ligt of wordt beperkt door de verzekeraar. Een ander probleem is dat er geen perfecte afstemming tussen de beleggingen en verplichting kan bestaan op zowel lokaal financieringsniveau (onder het Financieel Toetsingskader) als op verslaggevingniveau (onder IAS 19), door het verschil in berekeningswijze van de pensioenverplichting. Hierdoor is het niet mogelijk om alle risico s geheel te elimineren. Overigens kan de verandering in de berekening van het verwachte beleggingsrendement ook een aanleiding zijn voor ondernemingen om de beleggingsstrategie te herzien; ze worden in de nieuwe methodiek immers niet meer beloond voor het aanhouden van meer risicovolle beleggingen, terwijl ze wel de risico s blijven lopen. Een andere optie om de schommelingen in het eigen vermogen te verminderen, is het verkleinen van de pensioenvoorziening, door de risico s hierin over te dragen naar andere partijen zoals een verzekeraar of een bedrijfstakpensioenfonds, of naar de deelnemers. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen aanpassingen voor de toekomst en voor het verleden. Een aanpassing voor de toekomst (dat wil zeggen: een aanpassing in de pensioenregeling voor de toekomstige opbouw) leidt ertoe dat de pensioenvoorziening niet verder toeneemt. Door de lange horizon van de pensioenverplichtingen kan het echter een behoorlijke tijd duren voordat de pensioenvoorziening substantieel afneemt. Om alle volatiliteit te elimineren moet de onderneming dus ook de risico s over in het verleden opgebouwde aanspraken overdragen naar een andere partij. 4. Andere pensioenontwikkelingen In de afgelopen jaren hebben ondernemingen hun risico s geleidelijk overgedragen naar andere partijen. Dit is niet alleen gebeurd in de vorm van een overstap naar beschikbare premieregelingen, maar ook door de introductie van zogenoemde IFRSproofregelingen (overdracht van risico s naar een verzekeraar) en Collectieve Defined Contribution (CDC) regelingen (overdracht van risico s naar het collectief van deelnemers). Verder sluiten ook meer ondernemingen zich aan bij een bedrijfstakpensioenfonds (overdracht van risico s naar het collectief van aangesloten ondernemingen). Het Pensioenakkoord van de Stichting van de Arbeid en de aangekondigde verzwaring van het Financieel Toetsingskader leidt waarschijnlijk tot een verdere daling in de bereidheid om toegezegdpensioenregelingen aan te bieden. De introductie van de nieuwe IAS 19 zal deze druk alleen maar vergroten. Derhalve is dit een goed moment om de pensioenstrategie te heroverwegen. Wat kan de onderneming doen? Om zich goed voor te bereiden op de nieuwe IAS 19 moet de onderneming: bepalen wat de impact en gevoeligheid is op de winst-enverliesrekening, de balans en het eigen vermogen; bepalen wat de invloed is op de kredietwaardering, convenanten, dividend, beloningsregelingen en andere zaken die door het eigen vermogen worden beïnvloed; haar beleid en procedures op het gebied van pensioenverslaggeving waar nodig aanpassen; haar pensioenstrategie heroverwegen op basis van de gevolgen van de nieuwe IAS Spotlight Jaargang uitgave 2

13 Spotlight Jaargang uitgave 2 13

14 Het verschil in commerciële en fiscale waardering van pensioenen Sinds 2004 verschilt de commerciële waardering van pensioenkosten aanzienlijk van de fiscale waardering zodat de onderneming in de vennootschaps belastingaangifte van de jaarrekening moet afwijken. Dit artikel gaat in op de verschillen en kansen die dit met zich meebrengt. Bastiaan Starink, Pensions, Actuarial & Insurance Services - Tax & Human Resource Services Dirk-Symon Siesling, Pensions, Actuarial & Insurance Services - Tax & Human Resource Services 1. Commerciële waardering De wijze waarop een onderneming de kosten van een pensioenregeling in de jaarrekening verwerkt hangt sterk af van het toepasselijke regime: RJ 271 onder Dutch GAAP, IAS 19 onder IFRS (International Financial Reporting Standards) of ASC onder US GAAP. De verwerking onder RJ 271 is sinds 2009 weer betrekkelijk eenvoudig: de feitelijk betaalde pensioenpremies vormen de pensioenlast; de onderneming hoeft alleen een voorziening op de balans op te nemen als het een verplichting heeft die nog niet is gefinancierd. Wezenlijk anders is de verwerking onder IAS 19 en ASC Voor pensioenregelingen waarin de werkgever actuariële of beleggingrisico s loopt, stelt de onderneming onder deze richtlijnen de pensioenlast en pensioenverplichting vast op basis van een pensioenwaardering. De verwerking onder IAS 19 en ASC is overigens gebaseerd op dezelfde berekeningsmethodiek. De precieze verwerking in de jaarrekening wijkt op enkele punten af. Dit artikel gaat niet in op de specifieke verschillen tussen de regimes. Matchingprincipe De verwerking van een pensioenregeling in de jaarrekening op basis van IAS 19 is gebaseerd op het matchingprincipe. De waardering heeft tot doel om de kosten uit pensioenregelingen te matchen aan de opbrengsten van werknemers door het leveren van arbeid. In de eerste stap van deze matching van kosten aan opbrengsten maakt de actuaris van de onderneming een inschatting van de totale kosten die voortvloeien uit de pensioenregeling die de onderneming en haar werknemers hebben afgesproken. In een dergelijke berekening maakt de actuaris een prognose van de salarisontwikkeling van werknemers, de bijbehorende pensioenopbouw, en de hieruit voortvloeiende kosten. Hierbij houdt de actuaris niet alleen rekening met de opbouw van het pensioen tijdens actief dienstverband, maar ook met de kosten na het dienstverband, zoals indexatie. Van deze totale pensioenkosten, die per werknemer worden ingeschat, wordt vervolgens een evenredig deel aan elk arbeidsjaar toegerekend. Het gevolg is een ultieme uitwerking van het matchingprincipe: ook toekomstige kosten die gerelateerd zijn aan een beloning van arbeid die in het verleden is verricht, rekent de onderneming toe aan de periode waarin de arbeid is verricht. 14 Spotlight Jaargang uitgave 2

15 Figuur 1: Toerekeningmethodiek van IAS 19 Feitelijke pensioenpremies Toerekening onder IAS 19 Dienstjaren In een eindloonregeling is het opgebouwde pensioen afhankelijk van het laatstverdiende salaris. Dit houdt in dat een salarisverhoging niet alleen leidt tot een hogere pensioenopbouw in het jaar zelf, maar ook tot de toekenning van aanvullende pensioenaanspraken over verleden dienstjaren ( backservice ), zie ook de figuur links. Een gevolg hiervan is dat salarisstijgingen in een eindloonregeling tot steeds hogere pensioenpremies leiden. De onderneming moet immers over steeds meer jaren backservice verlenen. Onder IAS 19 stijgen de pensioenkosten niet. De kosten die ontstaan door de toekenning van backservice na salarisstijgingen zijn onder deze methodiek al toegerekend aan het jaar waarin de arbeid is geleverd, zie de figuur rechts. Dit leidt tot een stabieler verloop van de pensioenlast. In het figuur is de toerekeningmethodiek van IAS 19 beschreven. Hieruit volgt niet alleen de jaarlijkse pensioenlast, maar ook de pensioenvoorziening die een onderneming op haar balans opneemt. Deze bestaat namelijk uit dat deel van de totale pensioenkosten dat aan verleden dienstjaren is toe te rekenen. Hierop brengt de onderneming nog wel de beleggingen in mindering die zij ter dekking van de Salarisontwikkeling Salarisontwikkeling Dienstjaren pensioenverplichting bij een externe pensioenuitvoerder heeft ondergebracht. 2. Fiscale waardering In tegenstelling tot de commerciële waardering van pensioenen onder IFRS gaat de fiscale winstbepaling op basis van goedkoopmansgebruik in beginsel uit van cash accounting. Naast de aftrekbaarheid van daadwerkelijk betaalde pensioenpremies kan de onderneming in bepaalde gevallen een fiscale voorziening vormen. 2.1 Aftrekbaarheid De werkelijk in rekening gebrachte pensioenpremies zijn fiscaal aftrekbaar. De voornaamste reden waarom hierbij wordt afgeweken van de IFRS-waardering is dat de onderneming fiscaal geen rekening mag houden met toekomstige loon- en prijsstijgingen tenzij zij deze daadwerkelijk heeft betaald. En deze toekomstige loon- en prijsstijgingen zijn nu juist een belangrijk onderdeel van de IFRS-waardering. Om die reden verschilt de IFRS-waardering vrijwel altijd van de fiscale waardering zodat een commercieel-fiscaal verschil ontstaat. 2.2 Voorziening De fiscale voorziening is aan de orde wanneer een onderneming verplicht is tot toekomstige pensioenbetalingen die Samenvatting Er zijn grote verschillen tussen de commerciële waarderingsmethodiek onder IAS 19 en de fiscale waarderingsmethodiek. De verschillen hebben betrekking op onder meer het betrekken van toekomstige salarisstijgingen en de rekenrente die de onderneming hanteert voor het contant maken van toekomstige betalingsverplichtingen. Ook het moment waarop de onderneming een waardering uitvoert verschilt. Door deze verschillen kunnen er contraintuïtieve situaties ontstaan. Het is dan ook goed wanneer de onderneming het doel en de onderliggende grondslagen van de waarderingsregimes goed voor ogen houdt. gerelateerd zijn en worden opgeroepen door arbeid die in het verleden is verricht. De bekendste vorm van een dergelijke voorziening is een backservicevoorziening. Sinds 2001 is het echter niet meer toegestaan om een reguliere pensioenpremie schuldig te blijven door de wettelijke financieringsverplichting. Backservicevoorzieningen komen dus bijna niet meer voor. Daarnaast kennen we VUTvoorzieningen en voorzieningen in verband met voorwaardelijke nog niet gefinancierde pensioenen (ook wel 15-jaarspensioen genoemd). Een voorziening die sinds 2009 veelvuldig voorkomt, is die voor herstelbetalingen aan het pensioenfonds. Een veelvoorkomende solvabiliteitsverbeterende maatregel is, naast het tijdelijk niet verlenen van toeslag, het verhogen van de inkomsten van het pensioenfonds. Dit kan via een verhoging van de reguliere premie, maar ook door extra bijstortingen van de werkgever aan het pensioenfonds. Eventuele afspraken tussen werkgever en pensioenfonds over een premieverhoging of bijstortverplichting in verband met een tekort zijn veelal Spotlight Jaargang uitgave 2 15

16 vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. Het komt echter ook voor dat dit niet in de uitvoeringsovereenkomst is vermeld en dat afspraken hierover pas bij het opstellen van het herstelplan worden overeengekomen. Het herstelplan wordt overigens opgesteld met behulp van een continuïteitsanalyse, waarin het effect op de dekkingsgraad van bepaalde solvabiliteitsverbeterende maatregelen wordt weergegeven. Voorziening voor herstelbetalingen aan een pensioenfonds De dekkingsgraad van pensioenfondsen was eind 2008 gemiddeld gedaald tot een niveau van 95%. Vóór 1 april 2009 moesten enkele honderden pensioenfondsen daarom zowel hun korte- als langetermijnherstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). In zo n herstelplan geven pensioenfondsen aan op welke wijze het minimaal vereist eigen vermogen - oftewel een dekkingsgraad van circa 105% - binnen vijf jaar en het vereist eigen vermogen - oftewel een dekkingsgraad van circa 125% - binnen vijftien jaar weer wordt bereikt. Fiscale aspecten voorziening Aangenomen kan worden dat de tussen pensioenfonds en werkgever overeengekomen betalingen aftrekbaar zijn van de totaalwinst. Het pensioenfonds is immers ten opzichte van de werkgever een onafhankelijke zakelijke partij. De vraag is echter in welk jaar de (toekomstige) betalingen in verband met het herstel van het tekort fiscaal aftrekbaar zijn. Op basis van goedkoopmansgebruik en het matchingbeginsel als onderdeel van het realiteitsbeginsel, is een betaling in enig jaar aftrekbaar als het geen vooruitbetaling op toekomstige lasten betreft. Kosten moeten dan ook worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Voor pensioenkosten betekent dit in zijn algemeenheid dat de kosten voor de pensioenopbouw moeten worden toegerekend aan de jaren waarin de corresponderende arbeid is verricht. Omdat het (minimaal) vereist eigen vermogen van een pensioenfonds per definitie ziet op pensioenen die al in het verleden zijn opgebouwd, moeten ook de kosten die de onderneming maakt om dat vermogen te herstellen, worden toegerekend aan datzelfde verleden. Dit is slechts mogelijk door hier een voorziening voor te treffen. Uiteraard mogen de herstelbetalingen dan ook slechts zien op het herstel van het (minimaal) vereist eigen vermogen. Dit moet actuarieel worden vastgesteld. Voorwaarden voorziening De voorwaarden voor het vormen van een fiscale voorziening zijn door de Hoge Raad onder andere uitgewerkt in het zogenoemde Baksteenarrest. Voorwaarde 1. Oorsprong De oorsprong van de betalingsverplichting die voortvloeit uit het herstelplan, is het wegvallen van het (minimaal) vereist eigen vermogen van het pensioenfonds. Dit heeft zich meestal vóór 31 december 2008 voorgedaan. Aan de voorwaarde dat de toekomstige uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich in de periode vóór balansdatum hebben voorgedaan, is dus voldaan. Voorwaarde 2. Toerekening Zoals gezegd is het (minimaal) vereist eigen vermogen gerelateerd aan de pensioenaanspraken die per de balansdatum zijn opgebouwd, en dus aan de arbeidsprestaties die in het verleden verricht zijn. Om die reden kan worden gesteld dat de onderneming de toekomstige uitgaven toerekent aan de periode voorafgaand aan de balansdatum. Voorwaarde 3. Redelijke mate zekerheid Voor het vormen van een voorziening is een redelijke mate van zekerheid voldoende om tot het vormen van een voorziening over te gaan. Hieraan is per definitie voldaan. Immers, de werkgever heeft zich via de uitvoeringsovereenkomst, dan wel via een nadere overeenkomst in verband met het herstelplan verplicht om de betalingen te gaan verrichten. Een tweede argument waarom per definitie aan de redelijke mate van zekerheid is voldaan, is dat dit blijkt uit de continuïteitsanalyse op basis waarvan het pensioenfonds het herstelplan heeft opgesteld. Een van de uitkomsten van de continuïteitsanalyse is een overzicht van de ontwikkeling van de dekkingsgraad in een groot aantal doorgerekende scenario s. Het herstelplan, met daarin de afgesproken additionele betalingen, baseert het pensioenfonds vervolgens op het meest waarschijnlijke pad, ook wel basispad genoemd. Er is daarmee sprake van een redelijke mate van zekerheid dat de onderneming de betalingen daadwerkelijk verricht. De hoogte van de voorziening Zoals gezegd kan een voorziening worden gevormd zodra vaststaat dat een redelijke mate van zekerheid aanwezig is dat de onderneming alle betalingen daadwerkelijk doet. Hieraan is voldaan zodra de herstelbetalingen voorkomen in het herstelplan dat het pensioenfonds bij DNB heeft ingediend en dus gaat uitvoeren. Een belangrijke factor die de hoogte van de voorziening bepaalt, is de rekenrente waarmee de onderneming de reeks betalingen contant maakt. Op basis van jurisprudentie dienen langlopende Voorwaarden Baksteenarrest De toekomstige uitgaven vinden hun oorsprong in feiten en omstandigheden die zich in de periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan. Ze kunnen overigens aan die periode worden toegerekend. Er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat ze zich in de toekomst zullen voordoen. 16 Spotlight Jaargang uitgave 2

17 verplichtingen op de winstbepalende balans te worden gewaardeerd tegen de geldende marktrente voor langlopende verplichtingen. En op basis van het marktrentebesluit dat de Staatssecretaris van Financiën jaarlijks uitbrengt bedraagt de toegestane rekenrente per ultimo ,9%, per ultimo ,2% en per ultimo ,2%. Het loont in bepaalde situaties echter de moeite om niet de rente uit het marktrentebesluit te hanteren, maar de feitelijke marktrente die hoort bij de looptijd van de verplichting. Zo bedroeg de marktrente voor een verplichting met een looptijd van bijvoorbeeld vijf jaar per ultimo 2008 circa 2,5%. Het gebruik van deze lagere rekenrente leidt ertoe dat de onderneming een hogere voorziening mag vormen. Let wel: op basis van het eenvoudbeginsel als onderdeel van goedkoopmansgebruik en de jurisprudentie is contant maken niet noodzakelijk als de contante waarde minder dan 10% afwijkt van de nominale waarde. Voordeel voorziening Het kenmerk van een voorziening is dat geen fiscale aftrek wordt gecreëerd; er is slechts sprake van een verschil in tijdstip waarop de aftrek plaatsvindt. In plaats van dat de onderneming een reeks betalingen aftrekbaar maakt in het jaar waarin zij deze betaalt, saldeert de onderneming de reeks betalingen en brengt ze ineens in aftrek. Het voornaamste voordeel hiervan is een rentevoordeel. Immers, belastinggelden die nu niet hoeven te worden betaald, c.q. nu worden ontvangen, kunnen gedurende een langere tijd in de onderneming blijven en zo renderen. Naast een rentevoordeel is er nog een ander voordeel, en dat is het potentieel nog grotere voordeel: de mogelijkheid tot verliesverrekening. 3. Conclusie Zoals hierboven al is beschreven, zijn er grote verschillen in de waardering van pensioen onder het commerciële en fiscale regime. Ten eerste zijn er grote verschillen in waarderingsgrondslagen. In de fiscale waardering mag geen rekening worden gehouden met toekomstige salarisstijgingen en is de rekenrente waarmee toekomstige betalingen contant worden gemaakt, gebonden aan fiscale grenzen. In de commerciële waardering zijn toekomstige ontwikkelingen, zoals salarisstijgingen, een essentieel onderdeel van de waardering van de pensioenverplichting. Daarnaast mag een hogere rekenrente worden gehanteerd, op basis van het rendement op hoogwaardige ondernemingsobligaties. Verder is ook het moment waarop een waardering wordt uitgevoerd verschillend. Een waardering voor de commerciële jaarrekening dient elk jaar te worden uitgevoerd, om vast te stellen wat de jaarlijkse pensioenlast is en welke voorziening op de balans moet worden opgenomen. Anders is het bij de fiscale waardering: deze hoeft alleen te worden uitgevoerd als een onderneming een verplichting heeft tot het betalen van aanvullende bedragen, die zien op arbeid die in het verleden is verricht. Dergelijke fiscale voorzieningen zijn niet altijd bekend bij ondernemingen zodat onderzoek hiernaar voordelig kan zijn. Door deze verschillen kunnen in de praktijk contra-intuïtieve situaties ontstaan. Bijvoorbeeld een situatie waarin een onderneming verplicht is tot het doen van herstelbetalingen en op grond daarvan een fiscale voorziening heeft getroffen, terwijl op IAS 19-grondslagen een overschot te zien is (beleggingen zijn groter dan de pensioenverplichting). In het algemeen en in dergelijke situaties in het bijzonder is het zaak het doel en de onderliggende grondslagen van de waarderingsregimes goed voor ogen te houden. Alleen dan is het mogelijk om de uitkomsten hiervan goed te kunnen beoordelen. Spotlight Jaargang uitgave 2 17

18 De controle van pensioenen in de jaarrekening Pensioenverplichtingen en de daarbij horende fondsbeleggingen zijn materiële posten in de jaarrekening op basis van IFRS. Opstellers en gebruikers van jaarrekeningen vinden deze posten complex. Hoe kan de accountant van de onderneming afdoende comfort verkrijgen over deze posten en welke rol heeft de actuaris in dit geheel? Mark Ferwerda, Public Interest Entities - Assurance Henk van der Rijst, Public Interest Entities - Assurance 1. Pensioenen zijn materieel in de jaarrekening IAS 19 regelt de verwerking en toelichting van personeelsbeloningen. Personeelsbeloningen omvatten een breed scala aan beloningen. Dit artikel gaat specifiek in op de pensioenverplichtingen zoals genoemd in IAS 19. Zonder in te gaan op alle vereiste toelichtingen van IAS 19 geldt in het bijzonder dat de onderneming de fondsbeleggingen en de pensioenverplichtingen toelicht in de jaarrekening. Zij presenteert het saldo van de fondsbeleggingen en de pensioenverplichtingen (per saldo een vordering of een schuld) op de balans. (Dit artikel gaat niet verder in op het toepassen van de corridormethode.) Tabel 1 illustreert voor vijf ondernemingen de fondsbeleggingen, de pensioenverplichting, het eigen vermogen en het balanstotaal per jaareinde Uit de tabel blijkt duidelijk dat de bedragen op de balans en in de toelichting op de jaarrekening materieel zijn. Het is daarom voor de accountant van belang om comfort te verkrijgen over het bestaan en de waardering van de fondsbeleggingen en volledigheid van de pensioenverplichting. Hieronder wordt ingegaan op de werkzaamheden die de accountant moet verrichten. 2. De werkzaamheden van de actuaris Bij de controle van de pensioenverplichtingen wordt, gezien de complexe materie en de actuariële berekeningsmethode, veelal een actuaris ingeschakeld door de accountant. Het is van belang dat de accountant vooraf de reikwijdte van de werkzaamheden van de actuaris goed afspreekt. Afhankelijk van de reikwijdte Tabel 1: Pensioenverplichtingen in de jaarrekening 2009 gelden verschillende COS-verplichtingen. Taken actuaris De reikwijdte van de controle werkzaamheden van de actuaris is een belangrijke factor voor de accountant om te bepalen welke werkzaamheden hij zelf aanvullend dient uit te voeren. De actuaris geeft een oordeel over de juistheid van de berekening van de pensioenverplichtingen en de actuariële verwerking. De actuariële verwerking betreft de pensioenkosten en actuariële resultaten. De actuaris beoordeelt hierbij tevens de actuariële veronderstellingen. miljoen Unilever Philips Shell Aegon Ahold Totaal fondsbeleggingen Totaal pensioenverplichting (16.346) (17.720) (62.718) (2.545) (3.167) Saldo (1.940) 750 (3.293) (453) (78) Totaal eigen vermogen Balanstotaal Spotlight Jaargang uitgave 2

19 Dit zijn de disconteringsvoet, toekomstige rendementen en loonontwikkelingen. De actuaris licht in zijn rapportage aan de accountant de beperkingen in de reikwijdte van zijn werkzaamheden toe. De actuaris voert bepaalde werkzaamheden niet uit: De actuaris voert geen werkzaamheden uit om de juistheid en volledigheid van de onderliggende basisadministratie vast te stellen. De basisadministratie bestaat uit de gegevens van actieve en passieve deelnemers (dit zijn de uitkeringsgerechtigden en premievrije deelnemers) aan de pensioenregeling. De relevante gegevens bestaan per deelnemer onder meer uit de op balansdatum opgebouwde pensioenaanspraken, leeftijd en sekse. De actuaris controleert ook niet het bestaan en de waardering van de fondsbeleggingen. De fondsbeleggingen bestaan uit beleggingen, overige activa zoals vorderingen en overige passiva zoals schulden. Door de beperkingen in de reikwijdte van de actuaris dient de accountant zelfstandig aanvullende werkzaamheden uit te voeren. Welke aanvullende werkzaamheden de accountant uitvoert en op welke wijze, wordt behandeld in hoofdstuk 3. COS-vereisten bij gebruikmaken van een deskundige Het is van belang voor de accountant om de reikwijdte van de werkzaamheden van de actuaris vooraf goed af te spreken. Afhankelijk van de reikwijdte van zijn werkzaamheden gelden verschillende COSverplichtingen. Wanneer de accountant een actuaris inschakelt vanwege diens actuariële deskundigheid geldt COS 620 Gebruikmaken van de werkzaamheden van een door de accountant ingeschakelde deskundige. Bij de controle van de berekening van de pensioenverplichting geldt dan ook deze COS. De werkzaamheden van de ingeschakelde actuaris bestaan uit het evalueren van de onderliggende veronderstelling en methoden, met inbegrip van modellen die de leiding van de onderneming gebruikt. De accountant evalueert vervolgens of de actuaris die veronderstellingen en methoden adequaat heeft beoordeeld. Als de accountant een actuariële deskundige inschakelt, gelden volgens COS 620 de volgende vereisten: De accountant beoordeelt de vakbekwaamheid van de actuariële deskundige. Zo gaat de accountant na of de deskundige een diploma of een vergunning heeft dan wel ervaring en goede naam heeft op zijn vakgebied. De accountant beoordeelt de objectiviteit van de actuariële deskundige. De objectiviteit neemt toe indien de deskundige niet in dienst is bij en niet financieel afhankelijk is van de betreffende onderneming. De accountant wint controle-informatie in waarmee hij kan vaststellen dat de werkzaamheden die de actuariële deskundige uitgevoerd heeft, toereikend zijn voor zijn controle van de waardering en toelichtingen inzake pensioenen (IAS 19). En: De accountant beoordeelt of de werkzaamheden van de actuariële deskundige toereikend zijn om als controle-informatie voor de jaarrekening te kunnen dienen. Zo beoordeelt de accountant het betreffende dossier en de rapportage die de deskundige heeft opgesteld en bespreekt deze met hem. Wanneer de actuariële deskundige in dienst is bij de accountantspraktijk, zijn de gegevens over de aanstelling en opleiding, die bepalend zijn voor de capaciteiten en de deskundigheid van de deskundige, bekend bij die accountantspraktijk (volgens COS 220 Kwaliteitsbeheersing voor controles van historische financiële informatie ). In dit geval hoeft de accountant deze Samenvatting Bij de controle van de pensioenverplichtingen op basis van IAS 19 Personeelsbeloningen schakelt de accountant veelal een actuaris in. Het is van belang dat de accountant vooraf de reikwijdte van de werkzaamheden van de actuaris goed afspreekt volgens de COS-verplichtingen. Omdat de accountant onvoldoende zicht heeft op de waardering van de fondsbeleggingen en de juistheid en volledigheid van de basisgegevens van de voormalige werknemers, gebruikt hij de opgave van de fondsbeleggingen en de basisgegevens van de voormalige werknemers. Ook gebruikt de accountant schattingen. Voor de jaarrekening 2011 houdt de accountant bij de berekening van de pensioenverplichtingen rekening met de toegenomen levensverwachting. eigenschappen van de deskundige niet voor iedere controleopdracht te evalueren. 3. Controlewerkzaamheden accountant Zoals eerder gesteld sluit de actuarieel deskundige de controle van de juistheid en volledigheid van de basisgegevens en het bestaan en waardering van de fondsbeleggingen uit; de accountant verricht derhalve deze werkzaamheden. Bij de calculatie van de pensioenverplichtingen dienen zowel de actieve deelnemers als de voormalige werknemers (de uitkeringsgerechtigden en premievrije deelnemers) betrokken te worden. De juistheid en volledigheid van de basisgegevens voor de actieve deelnemers controleert de accountant op basis van de personeelsadministratie van de onderneming. De accountant van de onderneming heeft onvoldoende kennis van de risico s en Spotlight Jaargang uitgave 2 19

20 maatregelen van interne beheersing van het pensioenfonds om zelfstandig een oordeel te vormen over de betrouwbaarheid van deze posten. Omdat de accountant onvoldoende zicht heeft op de waardering van de fondsbeleggingen en de juistheid en volledigheid van de basisgegevens van de voormalige werknemers, maakt hij gebruik van de opgave van de fondsbeleggingen en de basisgegevens van de voormalige werknemers. Deze informatie krijgt hij van de uitvoerder van de pensioenregeling (het pensioenfonds of de verzekeraar). Voor het verkrijgen van controlezekerheid over de fondsbeleggingen zijn de volgende specifieke aandachtspunten voor de accountant van belang: Bestaan Een aansluiting dient te worden vastgesteld tussen beleggingen volgens de onderneming met externe opgaven van derden (bijvoorbeeld externe vermogensbeheerders, kadaster en custodian (bewaarder van waardepapieren)). Waardering Er dient inzicht te zijn in de aard en de samenstelling van de beleggingen (zijn deze beursgenoteerd of nietbeursgenoteerd). Vastgesteld dient worden of er actieve markten zijn voor de beursgenoteerde beleggingen en of er betrouwbare schattingen met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen zijn. Indien de accountant van de onderneming geen directe toegang heeft tot de uitvoerder van de pensioenregeling, dan benadert de leiding van de onderneming de accountant van de betreffende uitvoerder om voldoende comfort te verkrijgen. 4. Controle van schattingen Bij de controle van de pensioenverplichtingen gebruikt de accountant schattingen. De schattingen betreffen de levensverwachting van de deelnemers, de inflatieverwachting, loonontwikkelingen en toekomstige rendementen op beleggingen. De fondsbeleggingen worden volgens IAS 19 gewaardeerd op basis van reële waarde. Niet-beursgenoteerde beleggingen (derivaten en direct vastgoed) kunnen onderdeel uitmaken van de fondsbeleggingen. COS 540 behandelt de controlewerkzaamheden van schattingen. Zo gebruikt de leiding van de onderneming de voorgeschreven veronderstellingen- en schattingsmethoden, en verricht de accountant een groot aantal controlewerkzaamheden om voldoende zekerheid te krijgen omtrent de gehanteerde schattingen. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden is de accountant afhankelijk van de informatie die hij van de leiding van de onderneming ontvangt. De accountant beoordeelt en valideert het proces dat de leiding van de onderneming heeft ingericht voor het bepalen en monitoren van de schattingen: Welke controlemaatregelen waarborgen dat de onderneming de schatting juist en/of volledig bepaalt? Welke data gebruikt de onderneming en hoe waarborgt zij dat deze data betrouwbaar zijn? Daarnaast dient de account per schattingselement de volgende informatie te verkrijgen: Welke aannames heeft de onderneming gehanteerd en wat zijn de eventuele wijzigingen van aannames ten opzichte van voorgaand jaar? Heeft de onderneming de onzekerheden van de aannames beschreven? En wat zijn de effecten van deze onzekerheden op de uitkomst van de schatting? Deze effecten kunnen vertaald worden in een maximale bandbreedte waarbinnen de schatting ligt. Welke alternatieven met betrekking tot de aannames en berekeningsmethoden heeft de onderneming beschouwd en waarom heeft zij deze alternatieven afgewezen? Welke beschrijving van eventuele modellen heeft de onderneming gehanteerd? Welke interne en externe specialisten heeft de onderneming ingeschakeld? Heeft de onderneming beoordeeld of de verwerking en de toelichting van de schatting in overeenstemming is met de wet- en regelgeving (COS 540)? Wat is de werkelijke uitkomst van de schatting versus de schatting van voorgaande jaren? 5. Attentiepunten jaarrekening 2010 Bij de calculatie van de pensioenverplichtingen is de levensverwachting van de deelnemers een belangrijke actuariële veronderstelling. Het Actuarieel Genootschap (AG) publiceert leidraden en richtlijnen voor het omgaan met de inschattingen van de levensverwachting. In de markt zijn meerdere richtlijnen beschikbaar voor het inschatten van levensverwachting (bijvoorbeeld CBS en verzekeringstafels). Ongeacht welke overlevingsverwachting wordt gehanteerd, onderbouwt de onderneming de gemaakte keuze (zie hoofdstuk 4). Zij maakt de levensverwachting specifiek voor de eigen populatie (afhankelijk per bedrijfstak) en voor eigen sterftewaarnemingen uit het verleden. In augustus 2010 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) geactualiseerde verwachtingen van levensverwachtingen gepubliceerd; dit zijn de AG-prognosetafels In deze prognosetafels is op basis van historische gegevens de levensverwachting gemodelleerd van de gehele Nederlandse bevolking over de periode 2010 tot en met In de prognosetafels is rekening gehouden met toekomstige trends in de levensverwachting. De uitkomsten van deze nieuwe prognose laten een duidelijke verbetering van de levensverwachting zien ten opzichte van de uitkomsten uit de AG-prognose Het nieuwe prognosemodel maakt onderscheid tussen een lange- en een kortetermijntrend. Het 20 Spotlight Jaargang uitgave 2

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen

Nadere informatie

Pensioenverplichtingen

Pensioenverplichtingen Pensioenverplichtingen Het nieuwe IAS 19R: commercieel vs. fiscaal Sebastiaan Reenders Jurjen Bevers Pensioenen: IAS 19R en fiscaal Wijzigingen IAS 19R Hoofdlijnen IAS 19 en belangrijkste wijzigingen per

Nadere informatie

Pensioenrisico s bij fusies en overnames

Pensioenrisico s bij fusies en overnames Pensioenrisico s bij fusies en overnames Pensioenverplichtingen zijn risicovol en ze beïnvloeden de waarde van een aan te kopen of te verkopen bedrijf(sonderdeel). De onderneming kan zelf invloed uitoefenen

Nadere informatie

gemeenschappelijke leiding is

gemeenschappelijke leiding is Transacties onder gemeenschappelijke leiding: veel keuzes, maar niet allemaal beschikbaar Sinds kort hebben we in Nederland regelgeving over transacties onder gemeenschappelijke leiding. De nieuwe Richtlijn

Nadere informatie

Revenue recognition: praktische implicaties

Revenue recognition: praktische implicaties Revenue recognition: praktische implicaties De IASB en de FASB hebben een ontwerpstandaard gepresenteerd voor een nieuw model van omzetverantwoording. Het is zaak om niet te lang te wachten met het evalueren

Nadere informatie

Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige jaarrekening

Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige jaarrekening Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige Beursgenoteerde ondernemingen stellen volgens IFRS een geconsolideerde op. Daarnaast is ook een enkelvoudige verplicht. Vaak

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-4 Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting 2014-4 Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder RJ-Uiting 2014-4 Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder Algemeen RJ-Uiting 2014-4 bevat aanpassingen inzake de verwerking van de pensioenvoorziening van directeuren-grootaandeelhouder in Richtlijn

Nadere informatie

Aandachtspunten bij de controle van pensioen. Samenwerking tussen controleteam en specialist.

Aandachtspunten bij de controle van pensioen. Samenwerking tussen controleteam en specialist. Aandachtspunten bij de controle van pensioen. Samenwerking tussen controleteam en specialist. Momenteel is pensioen volop in het nieuws. Door het huidige economische klimaat staan verschillende pensioenfondsen

Nadere informatie

RJ-Uiting : 'ontwerp-richtlijn Personeelsbeloningen - Pensioenen'

RJ-Uiting : 'ontwerp-richtlijn Personeelsbeloningen - Pensioenen' RJ-Uiting 2009-2: 'ontwerp-richtlijn 271.3 Personeelsbeloningen - Pensioenen' Inleiding In deze RJ-Uiting is een geheel vernieuwde ontwerp-richtlijn Personeelsbeloningen Pensioenen opgenomen. Aanleiding

Nadere informatie

IFRS: vanaf 2013 weer volop

IFRS: vanaf 2013 weer volop IFRS: vanaf 2013 weer volop wijzigingen De veranderingen op het gebied van IFRS zijn dit jaar zeer beperkt. Deze adempauze kan goed gebruikt worden, want voor de boekjaren 2013 en 2014 worden weer veel IFRSwijzigingen

Nadere informatie

RJ-Uiting 2009-6: 'Richtlijn 271.3 Personeelsbeloningen - Pensioenen'

RJ-Uiting 2009-6: 'Richtlijn 271.3 Personeelsbeloningen - Pensioenen' RJ-Uiting 2009-6: 'Richtlijn 271.3 Personeelsbeloningen - Pensioenen' Inleiding Op basis van de op 2 februari jl. gepubliceerde ontwerp-richtlijn in RJ-Uiting 2009-2 is in deze RJ-Uiting de definitieve

Nadere informatie

Voorstel tot wijziging van Nederlandse pensioenrichtlijn RJ 271: een eerste stap

Voorstel tot wijziging van Nederlandse pensioenrichtlijn RJ 271: een eerste stap Voorstel tot wijziging van Nederlandse pensioenrichtlijn RJ 271: een eerste stap Lilian van Duijnhoven, Pensions Actuarial and Insurance Services Over verslaggeving over pensioenen lijkt het laatste woord

Nadere informatie

Heeft IFRS 13 Fair value measurement toegevoegde waarde?

Heeft IFRS 13 Fair value measurement toegevoegde waarde? Heeft IFRS 13 Fair value measurement toegevoegde waarde? De recent gepubliceerde IFRS 13 bevat geen nieuwe voorschriften over wanneer reële waarde toegepast moet worden, maar legt uit hoe de reële waarde

Nadere informatie

BIJLAGE. Raad voor de Jaarverslaggeving T.a.v. de voorzitter, de heer H. de Munnik RA Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM. 14 maart 2007 PN/AVs

BIJLAGE. Raad voor de Jaarverslaggeving T.a.v. de voorzitter, de heer H. de Munnik RA Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM. 14 maart 2007 PN/AVs RJ-Comm. 1034 Raad voor de Jaarverslaggeving T.a.v. de voorzitter, de heer H. de Munnik RA Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM Datum BIJLAGE Onze 14 maart 2007 PN/AVs Betreft: pensioenlast uit hoofde van richtlijn

Nadere informatie

Aansturing en bewaking uitbestede pensioenfondsadministraties

Aansturing en bewaking uitbestede pensioenfondsadministraties Aansturing en bewaking uitbestede pensioenfondsadministraties cruciaal Pensioenfondsbestuurders besteden hun administratieve werkzaamheden steeds vaker uit aan pensioenuitvoerders en vermogensbeheerders.

Nadere informatie

Ballast Nedam Pensioenfonds. Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden. Theo Bruijninckx 1 november 2004

Ballast Nedam Pensioenfonds. Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden. Theo Bruijninckx 1 november 2004 Ballast Nedam Pensioenfonds Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden Theo Bruijninckx 1 november 2004 Onderwerpen Agendapunt 1: Jaarverslag 2003 Overzicht 2003 Herstelplan 2002 Agendapunt

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-1: Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting 2014-1: Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder RJ-Uiting 2014-1: Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder Belangrijkste wijziging Tot nu is door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) toegestaan om de verplichting voor pensioenregelingen

Nadere informatie

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan. Waardeoverdracht bij indiensttreding Meer weten? www.kpnpensioen.nl Wat is waardeoverdracht? 4 Zoek en vind 11 Een nieuwe baan 3 Is waardeoverdracht verstandig? Goed om te weten 6 Zo vraagt u aan 10 9

Nadere informatie

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder RJ-Uiting 2017-3: ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder Inleiding Op 27 maart 2017 is de gewijzigde Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige

Nadere informatie

Participatieregelingen: beloning of investering?

Participatieregelingen: beloning of investering? Participatieregelingen: beloning of investering? Participatieregelingen zijn een veel voorkomend instrument om management te binden en te belonen, zowel in corporate- als privateequity-omgevingen. Ondernemingen

Nadere informatie

Een nieuwe baan pensioen meenemen naar ABP

Een nieuwe baan pensioen meenemen naar ABP Een nieuwe baan pensioen meenemen naar ABP Inhoudsopgave pagina Nieuwe baan, nieuw pensioenfonds 4 Uw pensioen meenemen naar ABP 7 Pensioen meenemen: ja of nee? 10 Vergelijk pensioenregelingen kritisch

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Nieuwe kansen voor DC-regelingen, maar verbeteringen zijn hard nodig

Nieuwe kansen voor DC-regelingen, maar verbeteringen zijn hard nodig Nieuwe kansen voor DC-regelingen, maar verbeteringen zijn hard nodig Artikel Opinie Toekomst van DC Toenemende levensverwachting, structureel lagere rente, volatiliteit op de financiële markten en aanscherping

Nadere informatie

Het kasstroomoverzicht minder objectief dan gedacht

Het kasstroomoverzicht minder objectief dan gedacht Het minder objectief dan gedacht Ondernemingen hebben nogal wat keuzevrijheid bij het opmaken van de jaarrekening. Dit maakt de vergelijkbaarheid van en moeilijk. Arjan Brouwer - Accounting and Valuation Advisory

Nadere informatie

Extra informatie pensioenverlaging

Extra informatie pensioenverlaging Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen

Nadere informatie

RJ-Uiting : Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder RJ-Uiting 2017-8: Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder Algemeen Met RJ-Uiting 2017-3 ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

Nadere informatie

Nieuwe consolidatiestandaard geeft handvatten voor complexe praktijksituaties

Nieuwe consolidatiestandaard geeft handvatten voor complexe praktijksituaties Nieuwe consolidatiestandaard geeft handvatten voor complexe praktijksituaties De IASB heeft nieuwe standaarden uitgebracht en bestaande standaarden aangepast om de grondslagen voor consolidatie te uniformeren

Nadere informatie

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen? Veelgestelde vragen DE KORTINGEN Gelden de kortingen op het pensioen per 1-9-2016 en 1-3-2017 voor beide regelingen? Ja, de kortingen gelden zowel voor de middelloon als de CDC regeling, ongeacht het afgesproken

Nadere informatie

De nieuwe IFRS leasestandaard: stevige wijn of water?

De nieuwe IFRS leasestandaard: stevige wijn of water? De nieuwe IFRS leasestandaard: stevige wijn of water? Naar verwachting komt in het eerste kwartaal van 2013 een tweede voorstel voor nieuwe verslaggevingregels van leaseovereenkomsten. De oorspronkelijke

Nadere informatie

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder RJ-Uiting 2016-15: ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder Inleiding Op 17 november 2016 is het voorstel van de Wet uitfasering pensioen in eigen

Nadere informatie

Dag accountantsverklaring, hallo controleverklaring

Dag accountantsverklaring, hallo controleverklaring Dag accountantsverklaring, hallo controleverklaring Op 15 december 2010 nemen we afscheid van de accountantsverklaring en begroeten we de controleverklaring. Vanaf die datum moeten alle verklaringen voldoen

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP De Dynamische Strategie Portefeuille DSP Onderdeel van het beleggingsbeleid van Pensioenfonds UWV 1 Inhoudsopgave Waarom beleggen? 4 Beleggen is niet zonder risico s 4 Strategische beleggingsportefeuille

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland In deze nieuwsbrief Voorwoord Wat betekenen de nieuwe pensioenmaatregelen voor u? De informatie in dit document is eigendom van en mag noch in haar geheel noch gedeeltelijk van. Page 2 of 5 Voorwoord In

Nadere informatie

DGA en de uitfasering Pensioen in Eigen Beheer

DGA en de uitfasering Pensioen in Eigen Beheer DGA en de uitfasering Pensioen in Eigen Beheer Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) kun je vanaf 1 april 2017 geen pensioen meer opbouwen in je eigen onderneming; dan stopt de ingewikkelde regeling Pensioen

Nadere informatie

IFRS 11 Joint arrangements : meer dan het schrappen van een keuze

IFRS 11 Joint arrangements : meer dan het schrappen van een keuze IFRS 11 Joint arrangements : meer dan het schrappen van een keuze De IASB heeft de langverwachte IFRS 11 Joint arrangements gepubliceerd, als onderdeel van een pakket van vijf nieuwe verslaggevingstandaarden.

Nadere informatie

Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9

Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9 Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9 De Europese Unie heeft een nieuwe Europese Richtlijn voor de jaarlijkse financiële verslaggeving door ondernemingen gepubliceerd: de Accounting

Nadere informatie

Bijlage bij opgave 3 tentamen juni 2014. Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV

Bijlage bij opgave 3 tentamen juni 2014. Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV Bijlage bij opgave 3 tentamen juni 2014 Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV 1 2 3 4 Uit de grondslagen van de geconsolideerde jaarrekening: a. Algemeen Sligro Food Group N.V. is gevestigd te Veghel,

Nadere informatie

Ballast Nedam Pensioenfonds. Deelnemersvergadering. Theo Bruijninckx 22 september 2004

Ballast Nedam Pensioenfonds. Deelnemersvergadering. Theo Bruijninckx 22 september 2004 Ballast Nedam Pensioenfonds Deelnemersvergadering Theo Bruijninckx 22 september 2004 Onderwerpen Agendapunt 4: Jaarverslag 2003 Overzicht 2003 Herstelplan 2002 Agendapunt 6: Wijziging bijsparen Agendapunt

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2. Recht op waardeoverdracht... 4 1.3. Redenen

Nadere informatie

Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie

Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie Inhoudsopgave Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie van Delta Lloyd Waarom Collectief Defined Contribution? 5 Wat is het? 5 De kracht van

Nadere informatie

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? 1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste oorzaken: 1. Nederlanders worden steeds ouder. Met name de laatste

Nadere informatie

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

Uw pensioen in onzekere tijden

Uw pensioen in onzekere tijden Uw pensioen in onzekere tijden Stichting Pensioenfonds 1 Inleiding Dekkingsgraad per 31 december 2011 is 83,7%. Het pensioenfonds loopt (ver) achter op herstelplan. Voorlopig kortingsbesluit is noodzakelijk.

Nadere informatie

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei 2012. Waarom een extra nieuwsbrief?

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei 2012. Waarom een extra nieuwsbrief? Mei 2012 Extra nieuwsbrief Waarom een extra nieuwsbrief? De positie van pensioenfondsen krijgt voortdurend veel aandacht in de media. De berichten over pensioenen zijn vaak complex en de laatste tijd nogal

Nadere informatie

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden Ferry Pereboom Angelique Kansouh Februari 2012 De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS Inhoudsopgave 0. Voorwoord......... 3 1. Lage dekkingsgraad

Nadere informatie

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE Balans per 31 december (na resultaatbestemming) ACTIVA 2014 2013 1. Vaste activa 1.1 terreinen 13.317 13.317 1.2 inventaris 153.507 157.886 1.3 automatisering

Nadere informatie

RJ-Uiting 2013-9: Aangepaste Handreiking voor de toepassing van IAS 19R in de Nederlandse pensioensituatie

RJ-Uiting 2013-9: Aangepaste Handreiking voor de toepassing van IAS 19R in de Nederlandse pensioensituatie RJ-Uiting 2013-9: Aangepaste Handreiking voor de toepassing van IAS 19R in de Nederlandse pensioensituatie Naar aanleiding van verdere discussie in de praktijk over de waardering van pensioenverplichtingen

Nadere informatie

Notitie Indexatiedepots en toekomstbestendig indexeren in het nieuwe FTK

Notitie Indexatiedepots en toekomstbestendig indexeren in het nieuwe FTK Notitie Indexatiedepots en toekomstbestendig indexeren in het nieuwe FTK Utrecht, 22 juni 2015 Koninklijk Actuarieel Genootschap Postbus 2433 3500 GK UTRECHT 1. Inleiding Onder het oude FTK-regime kon

Nadere informatie

Eén standaard voor verslaggeving?

Eén standaard voor verslaggeving? Eén standaard voor verslaggeving? De IFRS for Small and Medium-sized Entities - de SME-standaard - is nu ruim anderhalf jaar geleden geïntroduceerd. Wat vinden ondernemingen van deze standaard? Naast veel

Nadere informatie

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten artikel Inleiding Reeds geruime tijd wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel.

Nadere informatie

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis Corporate Pensioen 4 Juni 2009 Vragen 1. Hoe zeker is mijn toekomstige pensioenvoorziening bij Nationale-Nederlanden? 3. Hoe weet ik hoeveel pensioen

Nadere informatie

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).* Beste lezer, Dit overzicht met veelgestelde vragen hebben wij opgesteld naar aanleiding van de brief d.d. 10 november 2016 over de liquidatie van Coop Pensioenfonds. Heeft u een vraag die hier niet tussenstaat

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 blad 1 van 7 Het Metro Pensioenfonds Hieronder eerst een aantal bijzonderheden over het Metro Pensioenfonds. Het Metro Pensioenfonds is opgericht

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER (x 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa 48.001 45.836 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Naar een nieuw pensioencontract

Naar een nieuw pensioencontract Naar een nieuw pensioencontract Kees Goudswaard Montae Pensioenbijeenkomst werkgevers, Utrecht, 31 mei 2018 Bij ons leer je de wereld kennen Overzicht Sterke en zwakke punten van het huidige stelsel SER

Nadere informatie

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand

Nadere informatie

Wettelijke reserves nader bekeken

Wettelijke reserves nader bekeken Wettelijke reserves nader bekeken De regelgeving rond wettelijke reserves bestaat al geruime tijd en is in de afgelopen jaren niet wezenlijk veranderd. Toch is er in de praktijk regelmatig sprake van onduidelijkheden

Nadere informatie

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM Aanpassing pensioenregeling een must Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM 1 Aanpassing pensioenregeling een must Inhoud Marcel Brussee: Achtergrond wijzigingen

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Pensioenen Oktober 2015

Pensioenen Oktober 2015 Pensioenen Oktober 2015 Agenda Waarom deze bijeenkomst? Waarom Pensioenfonds PGB? Pensioenregelingen 2016 Volgende stappen Vragen 2 Waarom deze bijeenkomst? Informeren over veranderingen op pensioengebied

Nadere informatie

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015 Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Agenda 1. Rol klankbordgroep 2. Waarom een nieuwe pensioenregeling?

Nadere informatie

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen RBS pensioen update Van premie tot pensioen Hoe is uw pensioen opgebouwd? Waarom zitten veel pensioenfondsen nu in de problemen? Hoe ziet de toekomst van pensioen in Nederland eruit? In deze RBS Pensioen

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014 Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014 1 Doel van deze bijeenkomst Toelichting waarom overstap naar nieuwe pensioenuitvoerder Toelichting waarom nieuwe pensioenregeling per 1-1-2015

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

WOORD VOORAF. Beste deelnemers,

WOORD VOORAF. Beste deelnemers, WOORD VOORAF Beste deelnemers, Voor u ligt de pensioenkrant 2015 van Stichting Pensioenfonds B&S ( het Pensioenfonds ). Hiermee willen wij u informeren over de gebeurtenissen en ontwikkelingen van de afgelopen

Nadere informatie

Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling Een nieuwe pensioenregeling De pensioenregeling van Pensioenfonds voor de Accountancy wordt per 1 januari 2015 aangepast. Het bestuur heeft inmiddels de hoofdlijnen van de nieuwe regeling vastgesteld.

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling 1. Waarom wordt het nieuwe pensioenreglement pas later uitgereikt? Antwoord: De pensioenregeling is gebaseerd

Nadere informatie

Pensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding

Pensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding Uw Pensioen Waardeoverdracht bij indiensttreding In deze brochure over waardeoverdracht staat algemene informatie en is bedoeld om deelnemers aan het Stichting Pensioenfonds SNT (STPS) algemene informatie

Nadere informatie

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL.

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL. AZL NV Pensioenregeling met ingang van 2013 Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL. We kunnen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt

Nadere informatie

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Feitelijke premie In de uitvoeringsovereenkomst tussen de vennootschap en het pensioenfonds wordt bepaald dat de vennootschap jaarlijks een vaste premie ter beschikking stelt. Deze premie wordt vastgesteld

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

pensioenkrant augustus 2015

pensioenkrant augustus 2015 pensioenkrant augustus 2015 pensioenkrant augustus 2015 5 WOORD VAN DE VOORZITTER 6 DEKKINGSGRAAD 7 INDEXATIE RENDEMENT OP DE BELEGGINGEN 8 KERNCIJFERS KOSTEN UITVOERING EN VERMOGENSBEHEER 9 COMMUNICATIE

Nadere informatie

Terugblik op Wie zijn wij? Margreet Verhoef. Rita van Ewijk. Fred Steenwinkel. Sinds 2010 bestuurslid

Terugblik op Wie zijn wij? Margreet Verhoef. Rita van Ewijk. Fred Steenwinkel. Sinds 2010 bestuurslid Programma 1. Terugblik 2018 en financiële positie 2019 2. Toekomst Stichting Pensioenfonds Equens 3. Overgang naar Algemeen Pensioenfonds (APF) 4. Planning overgang 5. Pensioenakkoord 1 Wie zijn wij? Margreet

Nadere informatie

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE Balans per 31 december (na resultaatbestemming) ACTIVA 2014 2013 1. Vaste activa 1.1 inventaris 7.948 10.358 1.2 machines 738 1.355 1.3 automatisering

Nadere informatie

Wat is er aan de hand moet onze pensioenen?

Wat is er aan de hand moet onze pensioenen? Wat is er aan de hand moet onze pensioenen? Casper van Ewijk, Netspar & University of Amsterdam KNAW Symposium, 9 januari 2014, Amsterdam Agenda Wat is een pensioen? Goed pensioen is een risicovol pensioen

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

Asset & Liability Management

Asset & Liability Management Asset & Liability Management Verder gaan is de juiste balans vinden. ALM: inzicht in risico s Zorgen voor balans tussen pensioenverplichtingen en de opbouw van het pensioenvermogen. Het is een kerntaak

Nadere informatie

Brochure Toeslagverlening

Brochure Toeslagverlening Brochure Toeslagverlening Toeslagverlening Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook wel indexatie genoemd. Door pensioenen

Nadere informatie

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent. Naam Adres Postcode + woonplaats Land ONDERWERP: SITUATIE PENSIOENFONDS ROCKWOOL EN MOGELIJKE VERLAGING VAN UW PENSIOEN BIJLAGEN: EVALUATIEMOMENTEN IN HERSTELPLAN, ONTWIKKELING DEKKINGSGRAAD, DEKKINGSGRAAD

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1 RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen

Nadere informatie