Vernieuwde masteropleidingen

Transcriptie

1 Rapport Expertisecentrum onderwijs en professionalisering Vernieuwde masteropleidingen van: Kathleen Schlusmans Rieny van den Munckhof Gé Nielissen

2 Colofon Productie en vormgeving, Heerlen Auteurs Kathleen Schlusmans Rieny van den Munckhof Gé Nielissen 2016, Heerlen ECOP-rapportenreeks Het Expertisecentrum onderwijs en professionalisering van de heeft naast de kerntaken interne en externe scholing en interne onderwijskundige advisering, tot taak een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsbewaking en bevordering van de gehele instelling. In het kader van deze kerntaak worden met regelmaat evaluaties uitgevoerd op het niveau van cursussen, opleidingen of het gehele onderwijs van de OU. De ECOP-evaluatierapporten dienen in de regel de interne kwaliteitsbevordering, maar zijn in een aantal gevallen ook gericht op externe verantwoording. 2 Rapport

3 Inhoud Inleiding 4 1 Probleemstelling en aanpak 5 2 Resultaten Hoeveel en welke studenten volgen de vernieuwde master? Hoe presteren studenten in het vernieuwde onderwijs? Hoeveel studiepunten hebben de studenten in de peilperiode behaald en hoe verhouden deze getallen zich tot de prestaties van de referentiegroep? Hoe is het cursusrendement van de cursussen in het nieuwe model? Hoe tevreden zijn de studenten die studeren in het nieuwe model? Tevredenheid over de opleiding Veldtoetsen en cursusevaluaties 15 3 Conclusies 16 4 Bijlagen 17 Rapport 3

4 Inleiding In september 2014 heeft de haar masteropleidingen vernieuwd. Met de nieuwe programmering en de invoering van activerend online onderwijs wil de de binding met haar studenten verhogen en de vrijblijvendheid van de studie verminderen om zo studenten te helpen om efficiënter te studeren, meer studiepunten per jaar te realiseren en eerder de opleiding af te ronden. In onderstaand stuk wordt verslag gedaan van de ervaringen met de nieuwe opzet van de master in de periode 1 september februari 2016 zowel wat de harde cijfers als wat de tevredenheid van studenten betreft. Eerst worden de probleemstelling en de aanpak beschreven, dan worden een aantal cijfermatige gegevens gepresenteerd en daarna wordt ingegaan op de resultaten uit de tevredenheidsonderzoeken. Tenslotte eindigen we met een aantal conclusies en aanbevelingen. 4 Rapport

5 1 Probleemstelling en aanpak In deze rapportage worden de volgende vragen beantwoord: 1. Hoeveel en welke studenten volgen de vernieuwde master? 2. Hoe presteren studenten in het nieuwe onderwijsmodel in relatie tot het oude model? a. Hoeveel studiepunten hebben de studenten in de peilperiode behaald en hoe verhouden deze getallen zich tot de prestaties van de referentiegroep? b.. Hoe is het cursusrendement van de nieuwe cursussen op de peildatum in vergelijking tot het gemiddelde cursusrendement van de oude mastercursussen? 3. Hoe tevreden zijn de studenten die de vernieuwde master studeren over de studie in het algemeen, over de cursussen, de begeleiding en de toetsing? Om een antwoord te geven op de eerste twee vragen is gebruik gemaakt van de administratieve data van de. Voor de beantwoording van de laatste vraag zijn vragenlijsten uitgezet bij studenten. 2 Resultaten Hieronder zullen de drie vragen worden beantwoord. Bij opleidingen met minder dan 8 studenten hebben we de resultaten lichtgrijs gekleurd omdat hier echte conclusies nog niet mogelijk zijn. De heeft negen masteropleidingen, die in het vervolg van dit stuk met onderstaande afkortingen zullen worden aangeduid: MABPM MACS MAES MAKC MAMAN MAOW MAPSY MAR MASE Master Business Process Management and IT Master Computer Science Master Environmental Sciences Master Kunst- en cultuurwetenschappen Master Management Master Onderwijswetenschappen Master Psychology Master Rechtsgeleerdheid Master Software Engineering 2.1 Hoeveel en welke studenten volgen de vernieuwde master? In onderstaande tabel wordt aangegeven hoeveel studenten zich hebben ingeschreven voor (één of meer cursussen van) de nieuwe masteropleidingen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar cohorten. Studenten werden ingedeeld in een cohort op basis van de eerste inschrijving voor de nieuwe masteropleiding. Dit betekent dat studenten die worden overgeboekt, ingedeeld zijn in een cohort vanaf het moment van overboeking. Rapport 5

6 Tabel 1 Aantal studenten gestart in de nieuwe masteropleiding Cohort 1 Cohort 2 Cohort 3 Cohort 4 Cohort 5 Cohort 6 Cohort 7 Totaal start voor 1 okt 2014 start voor 1 dec 2014 start voor 1 mrt 2015 start voor 1 mei 2015 start voor 1 oktr 2015 start voor 1 dec 2015 start voor 1 mrt 2016 MABPM MACS MAES MAKC MAMAM MAOW MAPSY MAR MASE Totaal Er is sprake van een stijgende lijn in het aantal studenten dat start met de nieuwe masteropleiding, een deel van de toename is toe te schrijven aan de omboeking. In onderstaande grafiek is aangegeven waar de studenten vandaan komen. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen nieuwe studenten, studenten die de premaster hebben afgerond of die een toelating hadden tot het schakelprogramma, studenten die een wo-bachelor behaald hebben bij de en studenten die al eerder zijn ingeschreven bij de OU maar die geen wo-bachelor bij de OU hebben behaald. Deze laatste groep is erg heterogeen. Er zijn studenten bij die omgeboekt zijn en hun bacheloropleiding nog niet hebben afgerond maar ook studenten die eerder al cursussen bij de OU hebben gedaan en nu instromen in de masteropleiding. De groep nieuwe studenten zijn studenten die voor het eerst bij de OU ingeschreven staan minder dan drie maanden voor de start van de masteropleiding. Van de totale populatie is 14% van de studenten nieuw. Onderstaande grafiek laat de verschillen per opleiding zien: bij Business Processmanagement and IT en Management bestaat de grootste groep uit studenten die een premaster hebben gevolgd. Bij Psychologie, Environmental Sciences en in mindere mate Rechtsgeleerdheid komen de meeste studenten uit de eigen bacheloropleiding. 1 De afkortingen zijn ook terug te vinden in de afkortingenlijst in de bijlage 2 Bij de masteropleiding Rechtsgeleerdheid wordt ook de vrije masteropleiding meegenomen. 6 Rapport

7 Figuur 1 Herkomst studenten De man-vrouwverhouding bij de studenten in de nieuwe masteropleidingen varieert sterk per opleiding maar verschilt niet wezenlijk van de man-vrouwverhouding in de totale OU-populatie. Figuur 2 Man-vrouwverhouding per opleiding De gemiddelde leeftijd van de studenten in de vernieuwde masteropleiding op de peildatum is 38 jaar. Studenten Management zijn het jongst met een gemiddelde van 35 jaar, de studenten van de master Kunsten cultuurwetenschappen zijn het oudst met een gemiddelde leeftijd van 54,5 jaar. Figuur 3 De gemiddelde leeftijd per opleiding Rapport 7

8 Als we kijken naar de leeftijdsverdeling OU-breed dan blijkt dat de grootste groep studenten tussen de 26 en de 30 is (21%), op de voet gevolgd door studenten tussen de 31 en de 35 (18%). De oudste student was 94 bij de start van de studie en studeert Kunst en cultuurwetenschappen. Er waren nog twee studenten ouder dan 80 bij de start van de masteropleiding. Er zijn 54 studenten 23 jaar of jonger (4%). Figuur 4 Leeftijdsverdeling bij de start van de masteropleiding OU-breed 2.2 Hoe presteren studenten in het vernieuwde onderwijs? Bij de bespreking van de prestaties van studenten maken we een onderscheid tussen prestaties op opleidingsniveau, uitgedrukt in aantal behaalde studiepunten en prestaties op cursusniveau, uitgedrukt in cursusrendement Hoeveel studiepunten hebben de studenten in de peilperiode behaald en hoe verhouden deze getallen zich tot de prestaties van de referentiegroep? Voor de beantwoording van deze vraag is voor de verschillende cohorten berekend hoeveel studiepunten een student gemiddeld afgerond heeft in de periode dat hij/zij was ingeschreven voor de masteropleiding. Voor het eerste cohort, dat al 18 maanden is ingeschreven, is ook berekend hoeveel studiepunten per jaar een student gemiddeld behaald heeft. Om de resultaten van de nieuwe masteropleiding te kunnen vergelijken met de resultaten uit de oude masteropleiding is een referentiegroep gedefinieerd. De referentiegroep bestaat uit studenten die in de periode 1 april 2013 tot 30 juni 2013 respectievelijk 1 juli 2013 tot 31 augustus 2013 voldeden aan de inschrijfvoorwaarden die ook gesteld werden voor de master begeleid 3. Voor deze studenten is gekeken hoeveel studiepunten zij in de periode 1 juli 2013 tot 31 augustus 2014 respectievelijk 1 september 2013 tot 31 oktober 2014 hebben afgerond. Studenten die in deze periode niets hebben gekocht en niets hebben afgerond zijn buiten beschouwing gelaten. Bij de opleidingen MACS, MAES en MASE waren er te weinig studenten in de referentiegroep om duidelijke uitspraken te kunnen doen. De resultaten van de referentiegroep zijn opgenomen in bijlage 1. 3 Als voorwaarde is gedefinieerd: een bachelorgetuigschrift behaald hebben bij de OU, een rechtstreekse toelating tot de masteropleiding hebben verkregen of de premaster managementwetenschappen hebben afgerond. De inschrijfvoorwaarde schakelprogramma afgerond is niet meegenomen omdat alleen door analyse van persoonlijke dossiers is vast te stellen. Bij de referentiegroep is ook ervoor gekozen om 14 maanden aan te houden in plaats van 12 maanden omdat 14 maanden op dat moment de inschrijfduur was. 8 Rapport

9 In onderstaande tabellen geven we voor de drie grote cohorten (september 2014, februari 2015 en september 2015) weer hoeveel studiepunten (EC) ze tot nu toe behaald hebben. Hierbij rekenen we voor cohort 1 hoeveel studiepunten (EC) per jaar ze gemiddeld behaald hebben. Voor cohort 1 en 3 maken we ook een vergelijking met de prestaties van de referentiegroep. Tabel 2 Resultaten cohort 1: Start september 2014 Opleiding N Aantal EC gerealiseerd tot peildatum Omgerekend naar EC per jaar EC gerealiseerd door referentiegroep MABPM 29 28,5 19 9,8 MACS 2 38,8 25,9 10,8 MAES 5 12,0 8,0 MAMAN 52 31,3 20,9 13,9 MAOW 7 21,2 14,1 10,2 MAPSY 4 12,5 8,3 20,3 MAR 18 29,9 19,9 15,2 MASE 3 24,2 16,1 Als we kijken naar de opleidingen met meer dan 8 studenten dan zien we dat er een substantiële toename is van het aantal studiepunten per jaar, bij MABPM gaat het om een toename van 94%, bij MAMAM om een toename van 50% en bij MAR zien we een toename 31%. Tabel 3 Resultaten cohort 3: Start februari 2015 N Aantal EC gerealiseerd tot EC gerealiseerd door referentiegroep peildatum MABPM 42 20,6 9,8 MACS 3 15,0 MAES 4 5,0 MAKC 4 3,8 13,9 MAMAN ,1 13,9 MAOW 15 13,9 10,2 MAPSY ,3 MAR 16 19,5 15,2 MASE 18 16,8 Bij cohort 3 zien we eenzelfde effect. We kijken weer alleen naar de opleidingen met meer dan 8 studenten. Bij MABPM is er een toename van 110%, ook bij MAMAM stijgt de toename tot 73%, bij MAOW is er een toename van 36% en bij MAR zien we een stijging van 28% in vergelijking met de referentiegroep. Rapport 9

10 Tabel 4 Resultaten cohort 5: Start september 2015 Opleiding N Aantal EC gerealiseerd op peildatum MABPM 56 12,0 MACS 4 5,0 MAES 5 3,0 MAKC 53 4,7 MAMAN ,9 MAOW 36 5,2 MAPSY 30 6,5 MAR 64 9,6 MASE 27 8,8 Bij cohort 5 zien we eenzelfde tendens. Als we zouden extrapoleren dan zijn de resultaten voor de grote opleidingen hetzelfde als of zelfs beter dan bij cohort 1 en Hoe is het cursusrendement van de cursussen in het nieuwe model? Voor de beantwoording van deze vraag is voor de cursussen uit de nieuwe master het cursusrendement berekend op datum 24 mei In onderstaande tabellen wordt het gemiddelde cursusrendement per opleiding gegeven. Voor de cursussen uit 2015 hebben studenten nog herkansingsmogelijkheden, deze percentages kunnen dus nog hoger worden. Tabel 5 Cursusrendementen van alle cursusinschrijvingen 2014 Cursusinschrijvingen Certificaten Rendement MABPM % MACS % MAES % MAKC 0 0 MAMAN % MAOW % MAPSY % MAR % MASE % Totaal % Tabel 6 Cursusrendement van alle cursusinschrijvingen 2015 Cursusinschrijvingen Certificaten Rendement MABPM % MACS % MAES % MAKC % MAMAN % MAOW % MAPSY % MAR % MASE % Totaal % 10 Rapport

11 Het is moeilijk om een vergelijking te maken met de cursusrendementen uit het oude model omdat daar de harde knip niet werd toegepast en dus ook studenten veel mastercursussen als losse cursus konden kopen zonder de benodigde vooropleiding. We hebben geprobeerd om een berekening te maken van de cursusrendementen in het oude model waarbij we uitgegaan zijn van het criterium uit de prestatieafspraken waarbij nieuwe studenten niet werden meegenomen. De berekening gaat alleen uit van cursussen. (Afstudeeropdrachten en stages zijn in onderstaande tabel niet meegenomen.) Tabel 7 Cursusrendementen oude masteropleidingen 2013 Niet nieuwe cursusinschrijvingen 2013 Cursusrendement 2013 MABPM % MACS ntb 4 50% MAES 56 48% MAKC 88 75% MAMAM % MAOW % MAPSY % MAR % MASE % 4. Hierbij zijn de cursussen van BPMIT en MASE samengenomen Wel valt op dat de cursusrendementen in het nieuwe model voor de grotere opleidingen hoger zijn. Vooral de sterke stijging bij MABPM en bij MAMAM is opvallend. 2.3 Hoe tevreden zijn de studenten die studeren in het nieuwe model? Op 1 maart 2016 zijn alle studenten die cursussen bestuderen uit de nieuwe master benaderd met een vragenlijst waarin zowel gevraagd werd naar tevredenheid over de opleiding als naar de ervaren studielast en moeilijkheidsgraad. Ook is aan studenten gevraagd om twee positieve en twee negatieve punten van de opleiding aan te geven. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van het aantal respondenten per opleiding. Om de tevredenheid van studenten te kunnen vergelijken met de tevredenheid van de studenten over de oude masteropleidingen is gebruik gemaakt van een aantal gegevens uit Studentinzicht14 (2016) en van een aantal gegeven uit de NSE Verder is de tevredenheid van de studenten per cursus gemeten door middel van een veldtoets of een cursusevaluatie. Alle studenten zijn aan het eind van elke cursus benaderd met een vragenlijst over de cursus. De eerste keer dat een cursus werd aangeboden is ook aan studenten gevraagd om de studielast van de cursus wekelijks te registreren. De gegevens over de uitgezette veldtoetsen en evaluaties zijn opgenomen in bijlage 3 en Tevredenheid over de opleiding We hebben de studenten gevraagd om de opleiding een rapportcijfer te geven. Deze cijfers worden vergeleken met het rapportcijfer voor de oude (uitlopende) opleidingen. Opleidingen met minder dan 8 respondenten worden niet meegenomen. Rapport 11

12 Figuur 5 Rapportcijfer voor de opleiding Het gemiddelde rapportcijfer voor de nieuwe opleidingen is iets meer dan 7,5. Ter vergelijking geven we ook de cijfers die voor de uitlopende masteropleidingen gegeven zijn in Studentinzicht 14 (2016). Ook hier ligt het gemiddelde rapportcijfer rond de 7,5. We hebben ook gekeken hoe vaak een opleiding een 8 en een 9 of 10 scoorde. Op de totale OU-populatie geeft 14% van de studenten hun opleiding een 9 of een 10 en 55% een 8. In het totaal geeft 70% van de studenten hun opleiding een 8 of hoger. Figuur 6 Rapportcijfers uitgesplitst naar minder dan 8, 8 en 9/10 Voor diverse aspecten van de opleiding hebben we studenten gevraagd om een uitspraak te doen over hun tevredenheid op een vijfpuntsschaal. Deze cijfers worden in onderstaande tabel weergegeven. 12 Rapport

13 Tabel 8 Tevredenheid over diverse aspecten van de opleiding op een vijfpuntschaal N Inhoud Samen- Actualiteit Begelei- Com- Sluit aan Niveau hang ding binatie bij andere verwach-- activiteiten tingen MABPM MACS MAES MAKC MAMAN MAOW Psy totaal MAR MASE OU totaal In het algemeen zijn studenten zeer tevreden over de inhoud en het niveau van de vernieuwde opleidingen. Alle opleidingen scoren hier hoger dan vier. Het minst tevreden zijn de studenten over de mate waarin de studie te combineren is met andere activiteiten. Wat tevredenheid over actualiteit en begeleiding betreft zijn de scores nog altijd hoog maar is er een wisselend beeld. Wat de tevredenheid over het combineren van de studie met andere activiteiten betreft hebben we in onderstaande figuur een vergelijking gemaakt met de uitlopende masteropleiding. Er zijn geen grote verschillen. Het is dus niet zo dat studenten in het algemeen vinden dat de studie in de uitlopende masteropleiding beter te combineren is met andere activiteiten dan in de nieuwe opleidingen. Figuur 7 Tevredenheid over de mate waarin de opleiding te combineren is met andere activiteiten Aan studenten is verder gevraagd wat ze vonden van de studielast en de moeilijkheidsgraad van de opleiding. Hierbij is 1 veel te laag respectievelijk veel te gemakkelijk, 3 precies goed en 5 veel te hoog respectievelijk veel te moeilijk. In het algemeen vinden de studenten de studielast iets te hoog (tussen 3 en 3,5). Uit de veldtoetsen waar een preciezere studielastmeting wordt uitgevoerd komt echter niet naar voren dat de studielast daadwerkelijk hoger ligt dan geraamd, gelet op het aantal studiepunten dat staat voor een cursus. Studenten vinden in het algemeen de moeilijkheidsgraad van de studie precies goed. Rapport 13

14 Tabel 9 Tevredenheid over studielast en moeilijkheidsgraad Opleiding N Hoogte van de studielast Moeilijkheidsgraad 1= veel te makkelijk 1=veel te laag MABPM 50 3,24 2,9 MACS 6 3 2,8 MAES 8 3,38 3,1 MAKC 28 3,46 3,1 MAMAN 106 3,36 3,0 MAOW 39 3,21 3,0 MAPSY 22 3,32 3,3 MAR 31 3,52 2,9 MASE 20 3,4 3,1 OU-totaal 312 3,34 3,0 Aan studenten is ook gevraagd of zij de studie zouden aanraden aan anderen. Een grote meerderheid van studenten zou de studie aan anderen aanraden. 37 zeggen misschien, slechts twee studenten zeggen zeker niet en vier ik denk het niet. Vergelijking met de NSE laat zien dat binnen de nieuwe master de groep die zegt de studie zeker wel aan te raden lager is dan bij de NSE. Tabel 10 Zou men de studie aanraden aan anderen? Opleiding N Niet Misschien Ja, ik denk het Ja, zeker wel wel MABPM MACS MAES MAKC MAL MAMAN MAOW MAR MAPSY MASE OU-totaal OU-totaal 100% 2% 12% 36% 51% NSE 100% 3% 9% 26% 61% Aan de studenten is tenslotte gevraagd om twee positieve en twee negatieve punten van de studie te noemen. We hebben alle antwoorden gescoord en de volgende punten komen het meest naar voren. Als positieve punten komen het meest naar voren: - Mogelijkheid tot zelfstudie (76) - Flexibiliteit (73) - Inhoud (65) - Structuur (64) - Kwaliteit cursussen (54) - Begeleiding (47) - Mogelijkheid om online te studeren (47) - 14 Rapport

15 Als negatieve punten kwam het meest naar voren - Organisatie (84) - Online colleges (65) - Flexibiliteit (54) - Studielast (44) - Begeleiding (39) - Feedback (33) - Wat de organisatie betreft waren er vooral opmerkingen over aantal startdata, verplichte bijeenkomsten waarbij men ver moet reizen, het feit dat cursussen parallel lopen en het feit dat het jaarrooster niet helemaal afgestemd is op de vakantieperiodes. Vaak was dit ook gekoppeld aan opmerkingen over flexibiliteit waarbij vaak verwezen werd naar vroeger waarbij studenten wel een eigen studietempo hadden. Ook geeft men aan dat strakke deadlines vaak conflicten opleveren met werk of andere activiteiten en weinig ruimte bieden om studietempo aan te passen aan pieken en dalen van werkzaamheden buiten de studie. Bij de online colleges ging het vooral over het feit dat die niet altijd vlekkeloos verliepen en soms nogal chaotisch waren. Bij begeleiding wordt aangegeven dat in verhouding met de reistijd de bijeenkomsten vaak weinig toegevoegde waarde hebben. Ook de feedback vindt men soms erg karig en beperkt Veldtoetsen en cursusevaluaties Elke cursus uit het nieuwe onderwijsmodel krijgt bij de eerste run een veldtoets, dit betekent dat studenten gevraagd wordt om te rapporteren over de studielast en dat studenten een uitgebreide vragenlijst krijgen aan het eind van de cursus. Cursussen die voor de tweede of derde keer worden aangeboden, en die eerder meer dan 10 respondenten hadden, worden geëvalueerd met het nieuwe systeem voor permanente cursusevaluatie. Over de eerste reeks veldtoetsen is reeds gerapporteerd in het rapport Eerste jaar master begeleid. De conclusies hier waren: Studenten zijn over het algemeen tevreden over de cursussen in de nieuwe master, met name de begeleiding van de docent/tutor en de ingebouwde begeleiding in het materiaal scoren hoog ook qua toegevoegde waarde. Ook de toetsing scoort hoog. Extra aandacht zal moeten worden besteed aan de invulling van de bijeenkomsten. Studenten verwachten hiervan een meerwaarde die nu nog niet altijd gerealiseerd wordt. De vaste structuur is een belangrijk onderdeel van de master begeleid. Studenten blijken over het algemeen de nieuwe structuur met de strakke planning te waarderen. Sommige studenten zijn hierover negatief maar het merendeel vindt de stok achter de deur wel prettig en vindt dat er nog voldoende flexibiliteit overblijft. Tenslotte blijkt de studiebelasting wisselend te zijn. Er zullen duidelijker afspraken over studiebelasting gemaakt moeten worden. Verder moet aandacht besteed worden aan het parallel programmeren van cursussen. Studenten blijken het moeilijk te vinden om twee cursussen parallel te bestuderen en ervaren dan hoge studiebelasting. (uit Schlusmans e.a. 2015). Er zijn in de periode september november veldtoetsen uitgevoerd en 7 cursusevaluaties. Er zijn in het totaal 394 veldtoetsvragenlijsten en 159 cursusevaluaties ontvangen. Zowel uit de cursusevaluaties als uit de veldtoetsen blijkt dat studenten tevreden zijn over het cursusmateriaal, het niveau van de cursussen, de docenten/tutoren en de toetsing. Uit de veldtoetsen blijkt dat studenten gemiddeld 26,6 uur per studiepunt aan de studie besteden. Hoewel de gemeten studielast binnen de normen blijft, blijkt toch dat een kwart van de studenten de studielast nog hoog vindt. Er is geen duidelijke relatie tussen ervaren studielast en werkelijk gemeten studielast. Zo blijkt dat de gemeten studielast bij de CW-cursussen veel hoger is dan bij andere cursussen maar de CW-studenten ervaren dit niet als zodanig. Rapport 15

16 Wat de planning van de studie betreft geeft 15% van de studenten aan dat ze de (strakke) planning niet prettig vinden, daarentegen geeft 60% van de studenten aan dat ze de (strakke) planning wel prettig vinden. Degenen die het systeem niet prettig vinden geven aan dat zij hierdoor de studie moeilijker kunnen combineren met andere activiteiten. Een weekje vakantie of topdrukte in het werk leidt al snel tot achterstand en sommigen vinden het systeem te schools voor volwassenen. Degenen die de planning wel prettig vinden geven aan dat ze deadlines nodig hebben en dat het strakke schema ook helpt om vooruit te komen. Over bijeenkomsten zijn studenten redelijk kritisch. Er zijn cursussen waarbij meer dan 20% van de studenten expliciet aangeeft dat ze ontevreden zijn over de kwaliteit van de face-to-face bijeenkomsten en de toegevoegde waarde ervan beperkt vinden. Uit de open vragen komt dit aspect ook expliciet aan de orde. Ook bij de virtuele bijeenkomsten zijn er cursussen waarbij 25% van de studenten expliciet aangeeft dat ze ontevreden zijn over de kwaliteit van de virtuele bijeenkomsten en in iets mindere mate over de toegevoegde waarde ervan. Uit de open vragen blijkt ook dat er regelmatig technische problemen zijn met de virtuele bijeenkomsten. 3 Conclusies De aantallen studenten verschillen heel erg per opleiding. Bij de master Management, de master Business Processes and IT, de master Rechtsgeleerdheid, de master Onderwijswetenschappen en de master Software Engineering zijn de studentgroepen groot genoeg om op basis van de aantallen valide conclusies te kunnen trekken. Bij Environmental Sciences en Computer Science en in mindere mate bij Kunst- en cultuurwetenschappen en Psychologie zijn de aantallen studenten die al prestaties hebben kunnen leveren nog maar zo klein dat het moeilijk is om de data goed te interpreteren en conclusies te kunnen trekken. Na anderhalf jaar vernieuwde master begeleid kunnen we constateren dat studenten gemiddeld meer studiepunten per jaar behalen dan de referentiegroep. Ook de cursusrendementen zijn erg hoog. Wat dat laatste betreft lijkt het of de rendementen veel hoger zijn dan de rendementen die berekend zijn voor de cursussen uit de oude masteropleidingen. Hierbij moet echter wel worden opgemerkt dat deze rendementen berekend zijn zonder de harde knip toe te passen. Studenten zijn over het algemeen tevreden over de cursussen in de nieuwe master, met name het niveau en de inhoud scoren hoog. Extra aandacht zal moeten worden besteed aan de invulling van de begeleiding en de feedback. Studenten verwachten hiervan een meerwaarde die nu nog niet altijd gerealiseerd wordt. De vaste structuur is een belangrijk onderdeel van de vernieuwing van de master. Studenten blijken over het algemeen de nieuwe structuur met de strakke planning te waarderen. 15% van de studenten zijn hierover expliciet negatief maar het merendeel (60%) vindt de stok achter de deur wel prettig en vindt dat er nog voldoende flexibiliteit overblijft. Tenslotte blijkt dat de studiebelasting dicht in de buurt komt van de norm van 28 uur per EC. Een aanzienlijk deel van de studenten ervaart de studielast wel nog als (iets) te hoog. Uit de open antwoorden blijkt dat dit toch vooral te maken heeft met de mogelijkheid om de studie in te passen in andere activiteiten zoals werk en huishouding. 16 Rapport

17 4 Bijlagen Bijlage 1: Resultaten van referentiegroep behaalde studiepunten in 14 maanden Tabel 11 Resultaten referentiegroep op opleidingsniveau: aantal EC in 14 maanden Opleiding Aantal studenten in de referentiegroep Gemiddeld aantal afgeronde EC in 14 maanden MAKC 19 13,9 MACS 2 10,8 MABPM 14 9,8 MAMAN 53 13,9 MAES 3 1,4 MAOW 8 10,2 MAPSY 60 20,3 MAR 49 18,4 NVT 27 8,0 MAES 0 Totaal ,2 Bijlage 2: Respondenten op de algemene vragenlijst Tabel 22 Respons op de algemene mastervragenlijst Opleiding Aantal respondenten op de algemene enquête MABPM 50 MACS 6 MAES 8 MAKC 28 MAMAM 106 MAOW 39 PSY totaal 22 MAR 31 MASE 20 Totaal 312 Rapport 17

18 Bijlage 3: Overzicht veldtoetsen Tabel 33 Overzicht veldtoetsen en aantal respondenten Cursus Opleiding Respons IT governance MABPM 12 Rule based design MABPM 60 Ontwerpen met bedrijfsregels voor CS MACS 1 De negentiende-eeuwse roman MAKC 5 De koloniale ervaring MAKC 10 Kunsthistorisch ordenen MAKC 2 Darwins filosofische erfenis MAKC 6 Volop vertier MAKC 13 Principles of environmental sciences MAES 1 European Union MAES 1 Sturen en menselijk kapitaal MAMAN 61 Voorbereiding afstudeeronderzoek MAMAN 14 Financieel perspectief in besturen MAMAN 43 Electives MAMAN 14 Trends MAOW 6 Ontwerpen van onderwijs MAOW 7 Methoden voor onderwijsonderzoek MAOW Coaching een psychologisch perspectief MAPSY 5 Psychologie van de organisatieverandering MAPSY 3 Levenslooppsychologie MAPSY 4 Klinische psychologie 3 MAPSY 6 Gezondheidspsychologische interventies MAPSY 4 Psychopathologie bij kinderen en adolescenten MAPSY 13 Sanctierecht MAR 2 Europees mededingingsrecht MAR 3 Insolventierecht MAR 2 Omgevingsrecht MAR 2 Internationaal strafrecht MAR 1 Juridische aspecten van financiële dienstverlening MAR 1 Het recht in multidisciplinaire context MAR 20 Doorwerking Europees Recht MAR 29 Research preparation MASE 7 System verification and testing MASE 9 Software security MASE 16 Software evolution MASE 11 OU-totaal Rapport

19 Bijlage 4: Overzicht van de cursusevaluaties Tabel 44 Overzicht cursusevaluaties en aantal respondenten Cursus Opleiding Respons ASM1 MAMAN 62 Onderwijswetenschappen de basis MAOW 17 Business Intelligence MABPM 6 Academic writing MACS 11 ASM2 MAMAN 34 Enterprise architecture MASE 26 OU-totaal 159 Rapport 19