Samenwerkingsmodel Gezondheidszorg en Werk

Transcriptie

1 Samenwerkingsmodel Gezondheidszorg en Werk Jan, heftruckinstructeur Jan is een heftruckinstructeur, tewerkgesteld in Anderlecht. GTB heeft onderhandeld met de werkgever. Een aantal aanpassingen zijn overeengekomen, die het de werknemer moeten toelaten om vlotter te kunnen herintreden. Het grootste probleem was het woon-werkverkeer dat moeilijk verliep. Daarom werd het uurrooster aangepast, zodat zijn werkuren beter aansloten op de uren van het openbaar vervoer. Rita, magazijnbediende Rita is magazijnbediende in een groot bedrijf in Malle en kreeg een hartziekte. Gelukkig voor haar voert het bedrijf een beleid dat gericht is op re-integratie. Zij werkte voordien reeds 4/5 de. Na 3 maanden revalidatie is ze terug gestart met 4 voormiddagen per week, en in juli is zij terug overgeschakeld naar haar 4/5 de tewerkstelling. GTB maakte de nodige afspraken met de adviserend geneesheer, de cardioloog en de arbeidsgeneesheer om de herintreding optimaal te laten verlopen.

2

3 Inhoudstafel 1 Het algemeen samenwerkingsmodel 1.1 Situering 1.2 Visie 1.3 Routing 1.4 Aanbod 2 Voorbeelden van operationalisering van het model 2.1 Draaiboek residentiële setting 2.2 Draaiboek ambulante setting 3 Bijlagen 3.1 Schema De klant staat op mutualiteit en wil terug naar de eigen werkgever 3.2 Aanvraag tot medisch/psychisch/psychologisch advies 1 Het algemeen samenwerkingsmodel 1.1 Situering In heel Vlaanderen krijgt GTB vragen naar samenwerking vanuit actoren uit de gezondheidssector. In het hierna beschreven samenwerkingsmodel stellen we een methodiek voor die de kansen op een professionele re-integratie van patiënten in revalidatie verhoogt en die inzetbaar is over heel Vlaanderen. De methodiek is gebaseerd op de expertise uit de ESF projecten Hart voor Werk en Bruggen bouwen. De methodiek bevat een samenwerkingsmodel, en een voorbeeld van een draaiboek. Het samenwerkingsmodel is algemeen, maar het draaiboek zal steeds aangepast moeten worden per doelgroep/dienst uit de gezondheidssector. De noden van de verschillende doelgroepen, de netwerken eromheen en de betrokken partners zullen steeds verschillend zijn en een aangepaste versie van de routing vereisen. In de nota spreken we soms over de patiënt soms over de klant. Een symptoom van de twee werelden die elkaar moeten vinden. We proberen echter steeds consequent te spreken over de klant ipv patiënt, cliënt.., wanneer uit de context blijkt dat het zetten van stappen naar werk prioritair wordt ten opzichte van het medische. VDAB en GTB spreken steeds over de klant. 1.2 Visie Criteria Voor de uitwerking van het samenwerkingsmodel zijn we vertrokken van volgende criteria: het is inpasbaar in de reguliere werking van alle betrokken diensten het bevat een routing waarin de taken van de verschillende partijen beschreven zijn, het biedt de mogelijkheid tot expertiseuitwisseling tussen alle betrokken diensten, het is maximaal gericht op empowering van de klant zodat hij zijn traject zoveel mogelijk zelf kan sturen, Het algemeen samenwerkingsmodel 3

4 het ondersteunt de afstemming van de adviezen naar hertewerkstelling van de verschillende betrokken artsen (behandelend geneesheer, arbeidsgeneesheer, revalidatiearts, verzekeringsarts, adviserend geneesheer), het is maximaal gericht op behoud van de eigen werkgever, het biedt zo nodig ondersteuning bij het zoeken naar een andere werkgever, het kadert in het inclusief beleid: regulier waar mogelijk, gespecialiseerd waar nodig. Met andere woorden: de gespecialiseerde diensten worden enkel ingezet wanneer de klant effectief nood heeft aan deze begeleiding, het kadert binnen de afspraken die werden gemaakt in de samenwerkingsovereenkomst VI-RIZIV-VDAB-GTB Succesfactoren Uit ervaring blijkt dat onderstaande succesfactoren onontbeerlijk zijn om tot een goede samenwerking en een succesvol traject te komen. 1. Snelle interventie 2. Betrokkenheid van alle actoren uit het netwerk rond de patiënt 3. Jobbehoud: gepaste terugkeer naar werk als het primaire doel 4. Communicatie om laagdrempeligheid en uitwisseling expertise te bevorderen 5. Vrijwilligheid 6. De methodiek sluit zoveel mogelijk aan bij de reguliere trajectbegeleiding Snelle interventie Langdurige gezondheidsproblemen en/of functionele beperkingen hebben, is één van de hoofdoorzaken van werkloosheid en uitsluiting uit de arbeidsmarkt. Het exclusieproces van werknemers met langdurige gezondheidsproblemen en/of functiebeperkingen uit de arbeidsmarkt verloopt erg complex, en wordt beïnvloed door verschillende factoren. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hoe langer een werknemer afwezig blijft van het werk, hoe kleiner de kans wordt dat deze het werk bij de eigen werkgever ooit nog zal hervatten: de waarschijnlijkheid dat een werknemer na een afwezigheid van drie tot zes maanden het werk bij de eigen werkgever weer hervat is minder dan 50% de waarschijnlijkheid dat een werknemer na een afwezigheid van meer dan een jaar het werk bij de eigen werkgever weer hervat daalt tot 20% slechts een kleine 10% van de werknemers keert terug naar de eigen werkgever na 2 jaar afwezigheid. Het komt er dus op aan om via een methodiek van professionele re-integratie te vermijden dat werknemers als gevolg van gezondheidsproblemen en/of functiebeperkingen langdurig een beroep moeten doen op compensatiesystemen, zoals de ziekte- en invaliditeitsverzekering, In eerste instantie is het belangrijk om zo snel mogelijk uit te filteren bij welke personen de kans het grootst is dat zij zonder interventie terug aan het werk gaan. Bij de restgroep is het cruciaal om het re-integratietraject zo vroeg mogelijk op te starten: hoe langer een werknemer de link met zijn werkgever mist, hoe kleiner de kans dat die persoon nog ooit zal terugkeren naar de werkplek. Zowel voor het uitfilteren van de doelgroep, als voor het snelle starten ligt een grote verantwoordelijkheid bij de actoren uit de gezondheidszorg (inclusief de ziekenhuizen en revalidatiecentra). Het algemeen samenwerkingsmodel 4

5 Wanneer vindt de interventie plaats? a. Tijdens de hospitalisatiefase van de patiënt De eerste stappen worden gezet tijdens de hospitalisatiefase. De start van de opname is dus tegelijkertijd de start van het re-integratieproces. Zo snel mogelijk na de opname in het ziekenhuis wordt de patiënt aangesproken over zijn professionele activiteiten en wordt bekeken hoe de patiënt de relatie met zijn werkgever kan onderhouden, welke perspectieven er eventueel zijn. b. In geval van de revalidatie Na de start van de revalidatie of herstelperiode ziet de patiënt zijn krachten groeien waardoor zijn/haar angsten afnemen. In die fase spreekt de begeleider uit de gezondheidssector hem/haar en wordt bekeken over welke vaardigheden de patiënt dient te beschikken om zijn oorspronkelijke job terug op te nemen. Indien mogelijk en/of wenselijk wordt hij op deze vaardigheden verder getraind. c. Goede timing is belangrijk Een goede timing van de (start van) het traject is van belang. Te lang buiten het arbeidsproces staan kan leiden tot wederzijdse onthechting en tot een nieuw leefpatroon waarin het werk van minder belang is. Anderzijds zal een te snelle re-integratie, op een moment dat de patiënt, diens omgeving of werkplek er nog niet aan toe is, kunnen leiden tot teleurstelling en demotivatie van alle betrokkenen. In dit verband is het dus cruciaal om behalve voor onderschatting ook oog te hebben voor overschatting van de mogelijkheden door de patiënt Betrokkenheid van alle actoren uit het netwerk rond de klant De kracht van de methodiek bestaat uit de multidisciplinaire aanpak waarbij de behandelend geneesheer, de verantwoordelijken van het revalidatiecentrum en de trajectbegeleider samenwerken om de persoon met een gezondheidsprobleem optimaal te ondersteunen in zijn traject naar werk. Betrokken actoren zijn: de klant, eventueel zijn persoonlijk netwerk, behandelend arts, revalidatieteam, adviserend geneesheer, arbeidsgeneesheer, eventueel verzekeringsarts, advocaat, werkgever, trajectbegeleider, eventueel instructeur van een opleidingscentrum, een jobcoach, Jobbehoud: gepaste terugkeer naar werk als het primaire doel De methodiek focust in eerste instantie op jobbehoud en re-integratie bij de eigen werkgever. Ervaren personeel blijft op deze manier inzetbaar op de werkvloer. Er is duidelijk nog sprake van een arbeidsrelatie tussen werknemer en werkgever. De werkplek is bovendien de meest effectieve plaats voor het werken aan re-integratie. Deze erkenning moet verzekeren dat de waardigheid van werknemers behouden blijft en dat zij actief participeren in het proces. De terugkeer van werknemers als streefdoel, met aandacht voor de volgende hiërarchie: zelfde taak/job, zelfde werkgever; aangepaste taak/gelijkaardige job, zelfde werkgever; alternatieve taak/nieuwe job, zelfde werkgever; aangepaste taak/gelijkaardige job, andere werkgever; Het algemeen samenwerkingsmodel 5

6 alternatieve taak/nieuwe job, andere werkgever; indien tijdens het traject blijkt dat betaalde tewerkstelling op dat moment niet haalbaar is, is onbezoldigde arbeid: arbeidszorg, vrijwilligerswerk een alternatief. In ieder geval moet vermeden worden dat de klant totaal inactief wordt, waardoor de energie die nodig is om opnieuw te activeren uiteindelijk zeer groot zal zijn Communicatie om laagdrempeligheid en uitwisseling expertise te bevorderen De trajectbegeleider onderhoudt het contact met het revalidatiecentrum/de dienst gezondheidszorg. Hij voorziet, buiten het formele overleg rond één specifieke klant, ook meer informeel contact. Dit maakt de toegankelijkheid tot de begeleiding meer laagdrempelig. Door het informeel contact is er ook meer uitwisseling tussen revalidatiecentrum en begeleider onderling over het beleven van de handicap en de mogelijkheden tot hertewerkstelling. Beide partijen kunnen met hun vragen terecht bij elkaar. Deze contacten slaan de brug tussen de gezondheidssector en de arbeidsmarkt. Door uitwisseling van expertise kan het revalidatiecentrum zelf een betere inschatting maken van de mogelijkheden en op die manier zelf meer stappen ondernemen om de klant voor te bereiden. Samen kunnen ze ook overleggen over eventuele aanmeldingen. De trajectbegeleider op zijn/haar beurt krijgt meer zicht op de functionele mogelijkheden van de persoon met een arbeidsbeperking. Indien er minder intense contacten zijn tussen het ziekenhuis en een concrete trajectbegeleider, kan de revalidatiemedewerker zich wenden tot een aangeduide contactpersoon van GTB om telefonisch, via mail of via skype een advies te krijgen of te overleggen rond aanmeldingen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt Vrijwilligheid De begeleiding naar werk gebeurt steeds op vrijwillige basis. Wanneer de klant het om één of andere reden niet haalbaar acht om het werk te hervatten, zal de trajectbegeleider in eerste instantie nagaan waarom de klant niet gemotiveerd lijkt. Indien de oorzaak van het gebrek aan motivatie bijvoorbeeld ligt in het ongeloof in de mogelijkheden, moet de trajectbegeleider proberen dit te doorprikken en alsnog de klant te motiveren. Als de klant echt geen acties wil ondernemen, stopt de trajectbegeleider de begeleiding. Er volgt in dat geval wel altijd een terugkoppeling naar de verwijzer De methodiek sluit zoveel mogelijk aan bij de reguliere trajectbegeleiding De rol van de trajectbegeleider binnen dit traject is vergelijkbaar met de rol die hij/zij speelt in de reguliere trajectbegeleiding. Er zijn echter wel een aantal verschillen, bijvoorbeeld op het vlak van de communicatie met de begeleiders in het ziekenhuis. Bovendien moet de trajectbegeleider beschikken over voldoende expertise in het begeleiden van personen met een gezondheidsprobleem. 1.3 Routing We geven eerst het algemene schema en behandelen dan gedetailleerd elke stap binnen de routing. Het algemeen samenwerkingsmodel 6

7 Communicatie Communicatie Trajectbepaling: Aanmelding onderhouden contract verzamelen informatie eerste gesprek eventueel screening trajectovereenkomst: beschrijft de afgesproken acties Trajectuitvoering: bemiddeling opleiding/begeleiding op de werkvloer aanvraag tewerkstellingsmaatregelen aandacht voor statuut of zorgvraag Afsluiten van traject Aanmelding Wanneer kan een klant aangemeld worden? De begeleider uit de gezondheidssector en de klant overleggen samen of het zetten van stappen naar werk een optie is en welke mogelijkheden al gekend zijn. Een klant kan zichzelf aanmelden of kan aangemeld worden. Het is wel belangrijk dat de klant zelf de beslissing neemt om stappen naar werk te zetten én dat hij hiervoor een positief advies krijgt van de begeleider zorg, de behandelend geneesheer en de adviserend geneesheer. Dit betekent dus dat zowel de klant als het ziekenhuis verder willen bekijken of een (her)tewerkstelling (op termijn) mogelijk is. De klant hoeft in deze fase dus nog niet helemaal klaar te zijn. De klant of de verwijzer neemt contact op met een aangeduide contactpersoon binnen de werkwinkel. Belangrijk is dat hij meldt dat hij nog in revalidatie is, maar al een link wil leggen met de begeleiding naar werk. Indien de klant nog opgenomen is, spreken de partijen af hoe het contact met een trajectbegeleider bij voorkeur verloopt: via de telefoon, via mail of via skype. Bij voorkeur is er een fysiek contact, maar dit zal niet steeds mogelijk zijn. De klant bezorgt een schriftelijke verklaring van de behandelend geneesheer aan de contactpersoon. De contactpersoon neemt de begeleiding zelf op of verwijst de klant naar een trajectbegeleider VDAB of GTB Trajectbepaling Het contact met de klant en/of het revalidatiecentrum De toegewezen trajectbegeleider (VDAB of GTB) neemt contact op met de klant (telefonisch, per mail,.. ). Hij peilt naar de verwachtingen van de klant. Hij gaat na of hij de meest gepaste Het algemeen samenwerkingsmodel 7

8 begeleiding kan bieden. Hij spreekt af wanneer en op welke wijze ze met elkaar contact onderhouden om de vorderingen van de klant te bespreken tot de begeleiding effectief kan starten. De trajectbegeleider bereidt zich voor op de start van de begeleiding en verwerft op deze manier informatie over het functioneren van zijn klant. De klant kan met zijn vragen rond professionele re-integratie terecht bij de trajectbegeleider. De trajectbegeleider kan terugvallen op het revalidatieteam voor informatie en ondersteuning. Deze contacten zijn meestal per mail/telefoon. De begeleider zorg maakt alle beschikbare relevante informatie over aan de trajectbegeleider via een competentieprofiel. Dit profiel bevat informatie over het functioneren van de klant, zijn persoonlijk netwerk, de ondersteuningsnood (zowel op het vlak van zorg als op het vlak van tewerkstelling, resultaten van testen, aandachtspunten naar begeleiding toe, psychisch beleven van de beperking,. Indien een trajectbegeleider een afspraak heeft met een klant, kan de zorg-begeleider vragen om een kort gesprek te hebben om een advies te bespreken ivm andere klanten of een gesprek te hebben met een andere klant die nog met veel vragen zit. Indien die klant al een trajectbegeleider kreeg toegewezen, informeert de trajectbegeleider die de klant gezien heeft, de andere betrokken trajectbegeleider Start begeleiding Een klant is klaar om het traject te starten vanaf het moment dat hij effectief acties kan ondernemen, zoals het volgen van een opleiding of het uitvoeren van een stage op een werkvloer. Zoals hiervoor al aangegeven is het akkoord van de adviserend en behandelend geneesheer noodzakelijk. Vanaf dan wordt het intakegesprek gepland. Indien het een ongeval betreft dat nog niet geconsolideerd is, is het wenselijk dat de advocaat van de klant betrokken wordt, zodat die de mogelijkheden ziet. Dit voorkomt een negatieve houding van de advocaat ten aanzien van het zetten van stappen naar werk. Het gesprek is bij voorkeur een triogesprek klant-trajectbegeleider-zorgbegeleider, met een duidelijke focus op werk. Tijdens dit gesprek kunnen de trajectbegeleider en de klant elkaar beter leren kennen, en kan bijkomende werkgerelateerde informatie besproken worden. Er wordt vooral gepeild naar de functionele mogelijkheden en de verwachtingen op het vlak van werk. De nodige administratie wordt afgehandeld. De trajectbegeleider, in samenwerking met de zorgbegeleider, ondersteunt de klant bij het bepalen van de doelstellingen en het zoeken naar of uitvoeren van acties om deze doelstellingen te bereiken Screening Indien de beschikbare informatie onvoldoende is om een advies te formuleren in functie van het traject naar werk, kan de trajectbegeleider de klant verwijzen naar een screening Trajectovereenkomst Indien duidelijk is welke stappen ondernomen kunnen worden, kan een trajectovereenkomst opgemaakt worden. Het algemeen samenwerkingsmodel 8

9 Volgende acties zijn mogelijk: Rechtstreekse bemiddeling De trajectbegeleider -- bemiddelt indien mogelijk naar de bestaande werkgever, is dit niet mogelijk dan wordt er gezocht naar een andere werkgever. -- stemt de adviezen van de betrokken diensten/artsen op elkaar af. Zie uitgewerkte routing: bijlage 1. Bemiddeling via opleiding en ondersteuning op de werkvloer, de trajectbegeleider: -- verwijst de gepaste partner, -- verduidelijkt de vraag en verwachtingen van klant -- zorgt voor een warme overdracht -- verstrekt relevante informatie aan de partner -- volgt de uitvoering van de acties op via regelmatige contacten a. met de klant, op maat van de klant, kort op de bal spelen en een proactieve houding zijn hierbij belangrijke begrippen. b. met de partner, minimaal elke 3 maanden. Bemiddeling via tewerkstelingsmaatregelen. Indien er nood is aan een blijvende ondersteuning, een blijvend rendementsverlies op de werkvloer of speciaal vervoer van en naar het werk dan informeert de trajectbegeleider de klant en de werkgever over de tewerkstellingsmaatregelen, en ondersteunt hij bij de aanvraag ervan. Indien er nood is aan een arbeidspostaanpassing en/of arbeidsgereedschap, dan schakelt de trajectbegeleider de arbeidshandicapdeskundige is. Indien het wenselijk is dat de klant een ander statuut krijgt, ondersteunt de trajectbegeleider de klant bij het zetten van de eerste stappen Het afsluitproces De trajectbegeleider sluit de begeleiding af indien de doelstelling bereikt is of de begeleiding geen meerwaarde meer heeft. maakt steeds afspraken over nazorg ifv een duurzaam resultaat. communiceert hierover duidelijk met de klant en de betrokken partners en maakt ook afspraken rond de communicatie naar de actor uit de gezondheidssector. Het algemeen samenwerkingsmodel 9

10 1.4 Aanbod Het aanbod van GTB situeert zich op de bovenste treden van de participatie ladder De begeleider zorg kan klanten naar VDAB/GTB verwijzen voor een begeleiding naar: Het NEC (Normaal Economisch Circuit = betaald werk op de reguliere arbeidsmarkt) (trede 1) We beschrijven een aantal verschillende scenario s. De klant krijgt een ziekte-uitkering en wil terug naar de bestaande werkgever De klant is aan het werk en begeleiding is aangewezen. De klant kan werken in het NEC, maar moet op zoek naar een nieuwe werkgever. De klant heeft nog een overeenkomst met zijn werkgever. Hij is erkend arbeidsongeschikt via het ziekenfonds en vraagt ondersteuning om terug aan het werk te gaan. Samen met de klant, eventueel de adviserend geneesheer en de werkgever wordt bekeken welke pistes mogelijk zijn. Deze klanten kunnen rechtstreeks bij de GTB teamcoach aangemeld worden. Zie routing in de bijlage: terug naar de eigen werkgever. De klant is aan het werk maar er zijn problemen op de werkvloer. De klant kan dan aangemeld worden bij een GOB. Soms zal de werkgever moeten betalen voor deze dienstverlening. Er wordt wel bekeken of men dit bedrag kan recupereren via subsidies. De klant kan betaalde tewerkstelling aan, maar hij moet op zoek naar een nieuwe job. Daarbij heeft hij ondersteuningnodig. Het kan hierbij gaan om begeleiding (door GTB of de VDAB) en om opleiding (door de VDAB, GOB of een andere partner) Ook de nood aan en het recht op ondersteuningsmaatregelen, zoals voorzien door de VDAB, wordt onderzocht. Het algemeen samenwerkingsmodel 10

11 1.4.2 Sociale economie (= betaald werk op een sociale economiewerkvloer) De klant kan betaalde tewerkstelling aan, maar heeft hierbij tijdelijk of blijvend intensieve ondersteuning nodig. Dit kan binnen bedrijven die vallen onder de sociale economie bedrijven). Elke werkvorm binnen de sociale economie (bijvoorbeeld maatwerkbedrijf of afdeling, lokale diensteneconomie) heeft eigen formele criteria. De trajectbegeleider kan de klant ondersteunen in het aanvragen van de nodige erkenningen. (trede 2) Onbetaalde arbeid (in de reguliere of sociale economie). Als een klant in eerste instantie niet in staat is om te starten in een betaalde job, dan kan een onbetaalde job een oplossing zijn. Onbetaald werk, via een begeleiding door GTB, wordt steeds gezien als een tijdelijke oplossing, een opstap naar betaald werk. Onbetaald werk is mogelijk in de reguliere economie, in dat geval staat het bekend als vrijwilligerswerk. Onbetaald werk in de sociale economie wordt arbeidszorg genoemd. Vooral in het kader van arbeidszorg bestaan verschillende werkvormen. Elk arbeidszorg-initiatief heeft zijn specialiteit, zowel op het vlak van activiteiten, als op het vlak van doelgroepexpertise. De klant, de zorgbegeleider en de traject begeleider moeten dus samen overwegen welke vorm van arbeidszorg het best bij de klant past Activeringsbegeleiding (TAZ) Activeringsbegeleiding wordt aangeboden aan de klant die ver van de arbeidsmarkt staat. De haalbaarheid van een traject naar werk is onvoldoende duidelijk maar nog niet alle mogelijkheden en kansen werden aangewend. Bovendien zijn er duidelijk elementen aanwezig op psychisch en sociaal vlak, waar nog aan gewerkt moet worden. Er werd een context gecreëerd waarbinnen dit mogelijk is, via georganiseerde activeringsbegeleiding. De psychologische dienst van de VDAB bewaakt de toeleiding: de beoordeling of de klant behoort tot de doelgroep gebeurt op basis van de gegevens van de klant in een Mulit-Elementen-Adviesverslag. Om te vermijden dat nodeloze screeningsacties worden gedaan, is het van belang om alle relevante gegevens vanuit de zorg hierin worden verwerkt. Het aanbod bestaat uit acties zorg en empowerment. Acties zorg: aanpak van medische en/of psychiatrische drempels door een partner zorg. Het uitvoeren van de behandeling van de problematiek door de partner zorg gebeurt op maat van de klant maar kan bijvoorbeeld volgende acties inhouden: Het creëren van (voldoende) zelfinzicht, zelfaanvaarding en zelfvertrouwen De klant leren omgaan met de problematiek met (voldoende) stabilisatie, neutralisatie en controle van de belemmeringen tot gevolg Psycho-educatie tijdens individuele gesprekken Het werken rond zelfbeeld: overschatting/onderschatting Het inschatten van het functioneringsniveau Het verhogen van de psychische draagkracht Het bespreekbaar stellen van stress en spanningen rond tewerkstelling Het doorverwijzen naar een arts/specialist, met het oog op het effectief laten stellen van diagnoses Het helpen opbouwen van een dagstructuur Het algemeen samenwerkingsmodel 11

12 Acties empowerment: aanpak van sociaal-economische, sociale en/of psychosociale drempels door een partner empowerment. Empowerment gebeurt op maat van de klant maar kan bijvoorbeeld volgende acties inhouden: Het werken aan de motivatie Het verschaffen van een realistisch beeld van de arbeidsmarkt Het aanleren en verbeteren van communicatieve vaardigheden, assertiviteit, conflictbeheersing, attitudetraining Het opnemen van budgetbegeleiding Het doorverwijzen naar organisaties i.v.m. huisvesting, vrije tijdsinvulling, Het verbeteren van de mobiliteit van de klant Het verhogen van de weerbaarheid en zelfredzaamheid 2 Voorbeelden van operationalisering van het model 2.1 Een samenwerking tussen de werkwinkel en een revalidatiecentrum, in een residentiële setting. Begeleider Actie Voorbereiding op aanmelding: Maatschappelijk werker/ sociaal verpleegkundige Zij gaat gesprek met patiënt aan over werk. Samen zoeken ze het antwoord op onderstaande vragen: Indien patiënt nog een werkgever heeft: Waar hij werkte, zijn relatie met zijn werkgever, welke taak die hij uitoefende. In hoeverre de werkgever op de hoogte is van zijn gezond heidsprobleem. Wie kan een rol spelen in het warm houden van het contact met de werkgever, hijzelf, een familielid, een collega, Hoe schat hij zijn terugkeer naar zijn werk in? Denkt hij dat er indien nodig kan geschoven worden met taken of is zelfs het doorschuiven naar een andere functie mogelijk. Ergo/kiné Indien patiënt geen werkgever meer heeft: Waarom zit hij zonder werk? Wenst hij terug te gaan werken? Wat wil hij gaan doen? Welk werk deed hij vroeger, wil hij terug naar hetzelfde soort werk Maatschappelijk werker/ sociaal verpleegkundige/ ergo/kiné Zij gaan meer op het concreet fysieke functioneren in: Mobiliteit? Aspecten wat betreft de jobinhoud: zittend werk of niet, armen of benen nodig? Flexibiliteit naar thuiswerk toe? Voorbeelden van operationalisering van het model 12

13 Op welke functies kan patiënt oefenen om zijn terugkeer mogelijk te maken. Fijne of grove motoriek? Alle bovenstaande informatie wordt weggeschreven in een gemeenschappelijk document conform competentieprofiel. (Revalidatie)team Interdisciplinaire bespreking: teamvergadering wekelijks Kan klant op termijn het werk aanvatten? Wie van het interdisciplinair team kan hierbij een ondersteunende rol spelen? Arts Maatschappelijk werker/ sociaal verpleegkundige/ psycholoog (Revalidatie)team Medische luik, wat kan er, wat mag er, mee motiveren van de patiënt van bij de opname, goed gemotiveerd verslag maken voor de adviserend geneesheer, de arbeidsgeneesheer, eventueel de verzekeringsgeneesheer. Trainen en oefenen, hulpmiddelen zoeken, advies naar aanpassingen op de werkvloer of toegankelijkheid. Opvolgen contact met werkgever, verwijzen naar contactpersoon VDAB voor info over statuut en inschrijving VDAB, FOD aanvragen. Ondersteunen naar verwerking toe, relatie met werkgever na arbeidsongeval, omgaan met stress, hoe terug contact leggen met de werkgever, hoe hulp vragen, hoe verwoorden van handicap naar collega s. Samen komen ze tot een actieplan ter voorbereiding van een terugkeer naar werk. Indien er een gezamenlijk gesprek is met, de familie en het team, is werken naar professionele re-integratie een vast agendapunt. Indien bovenstaande zaken uitgeklaard zijn en men is van mening dat de klant stappen kan zetten naar werk, kan aangemeld worden bij de Werkwinkel. Er moet een goede inschatting gemaakt worden van het moment waarop dit gebeurt. Niet te vroeg of niet te laat. Het moment verschilt van patiënt tot patiënt. Aanmelding Maatschappelijk werker/ sociaal verpleegkundige/ klant Maatschappelijk werker/ sociaal verpleegkundige Contactpersoon Trajectbegeleider Zij verzorgt de brugfunctie tussen het (revalidatie)team en de trajectbegeleider. Ze bespreekt het competentieprofiel met de klant en samen vervolledigen ze het. Op die wijze is de klant goed voorbereid op zijn eerste gesprek met de trajectbegeleider en is er een goede overdracht van alle informatie. Zij meldt aan bij de contactpersoon in de werkwinkel (via telefoon of mail). De contactpersoon zorgt ervoor dat er een trajectbegeleider aan de klant wordt toegewezen. Het is de rol van de trajectbegeleider/contactpersoon om via overleg met de verwijzer te komen tot correcte aanmeldingen. De Voorbeelden van operationalisering van het model 13

14 trajectbegeleider bevraagt de toeleider naar relevante informatie in functie van een toekomstig traject. De trajectbegeleider gaat na of GTB de meest aangewezen dienst is om de klant te begeleiden in zijn zoektocht naar werk. Indien niet, verwijst hij de klant naar de gepaste dienst. De trajectbegeleider ondersteunt de klant bij het maken van een afspraak of maakt indien nodig zelf de afspraak. De trajectbegeleider neemt telefonisch contact op met de maatschappelijk werker. Hij informeert naar de verwachtingen ivm een terugkeer naar werk en naar de wijze waarop er een gesprek met de klant kan georganiseerd worden. Hij bevraagt de maatschappelijk werker rond bijzondere gevoeligheden van de klant. (waarop letten? Hoe kijkt de klant aan tegen een gesprek met de trajectbegeleider, wie of wat speelt een grote rol voor de klant, liggen verwachtingen klant en revalidatieteam op één lijn..) Hij maakt een afspraak met de klant. Hij kiest maximaal voor een face to face contact en een triogesprek, trajectbegeleider, klant, lid van het revalidatieteam. Dit kan in het ziekenhuis (indien verantwoord naar tijdsinvestering) of in de werkwinkel aansluitend op een weekend dat de klant naar huis mag. Indien een face to face contact echt niet lukt, kan er bekeken worden hoe het contact best verloopt via mail of via telefoon, skype. Indien de trajectbegeleider op bezoek gaat in het revalidatiecentrum, reserveert hij voor of na de afspraak met de klant tijd om informatie te geven aan andere klanten of aan de teamleden binnen het ziekenhuis. De maatschappelijk werker coördineert de gevraagde gesprekken. Maatschappelijk werker Trajectbegeleider Trajectbegeleider De maatschappelijk werker bezorgt een competentieprofiel aan de trajectbegeleider. Indien de klant op mutualiteit staat, houdt de trajectbegeleider zich gedurende het ganse traject aan de afspraken die gemaakt zijn ikv samenwerkingsovereenkomst RIZIV-VI-GTB-VDAB. Voorbereiding eerste gesprek: Ter voorbereiding van het eerste gesprek met de klant analyseert de trajectbegeleider de reeds beschikbare informatie en anticipeert hij op de reden van verwijzing. De trajectbegeleider bouwt verder op beschikbare informatie, maar behoudt hierin een open blik. Hij bepaalt vooraf op welke items hij wil ingaan tijdens het eerste gesprek. Belangrijke items zijn: goede afspraken met de klant over de wijze waarop contact klant en trajectebegeleider zal verlopen. Voorbeelden van operationalisering van het model 14

15 Tijdens het eerste gesprek legt de trajectbegeleider de bouwstenen voor een vertrouwensband met de klant. Hij stelt zich open op en peilt naar de verwachtingen van de klant. Hij schetst aan de klant wat deze wel dan niet van de begeleiding van GTB kan verwachten. Ook informeert hij de klant over zijn rechten en plichten. Hij geeft eveneens aan dat hij als trajectbegeleider de rode draad is doorheen het ganse traject en dat hij alle stappen opvolgt. Dit betekent dat de klant steeds bij hem terecht kan met vragen, bedenkingen of onduidelijkheden over zijn traject naar werk. Ook nodigt hij de klant uit om hem op de hoogte te houden, zowel als alles goed loopt als wanneer er zich problemen voordoen. Revalidatieteam/GTB/GOB/ klant/trajectbegeleider Klant/trajectbegeleider Samen met de maatschappelijk werker bekijkt de trajectbegeleider of het zinvol is een bezoek te brengen op de werkvloer. Samen bekijken ze eveneens wie dit bezoek zal brengen: een trajectbegeleider, een jobcoach van een GOB, een medewerker van een andere partner, een lid van het revalidatieteam. Eerste gesprek: De klanten hebben vaak een erg traumatische ervaring achter de rug en hebben hierbij een ernstige beperking opgelopen. Dit maakt dat ze soms niet geloven dat er voor hen nog een traject naar werk mogelijk is. Daardoor lijken ze op het eerste zicht niet gemotiveerd. Het is aan de trajectbegeleider om hier doorheen te kijken en de klant te overtuigen van het tegendeel. Hij informeert de klant over de verschillende mogelijke vormen van begeleidingsondersteuning en financiële ondersteuningsmaatregelen. De trajectbegeleider probeert het vertrouwen van de klant te winnen en een pad naar werk uit te stippelen. Hij maakt duidelijk wat de klant van GTB mag verwachten. Hij informeert naar de interesses van de klant, naar de dingen waar hij goed in is en graag doet. Hij bekijkt of dit een meerwaarde kan zijn in de zoektocht naar werk. Hij spreekt de klant eveneens aan op zijn verantwoordelijkheid om zich te houden aan de afspraken die gemaakt worden. Hij stimuleert de klant om zoveel mogelijk zelf het initiatief te nemen en om de trajectbegeleider op de hoogte te houden van zijn vorderingen. Samen komen ze tot duidelijke afspraken hoe en wanneer ze het contact met elkaar zullen onderhouden. Deze afspraken worden genoteerd. De trajectbegeleider, de klant en de maatschappelijk werker hebben hier een kopie van. Dat maakt het voor de maatschappelijk werker gemakkelijker om de begeleiding te volgen. Klant/trajectbegeleider Trajectbepaling Tijdens de trajectbepaling worden de capaciteiten, de sterktes, de beperkingen, de verwachtingen en de wensen van de klant alsook zijn netwerk (verder) in kaart gebracht. Een totaalbeeld van de klant krijgt de trajectbegeleider door gesprekken te voeren met deze klant en relevante informatie te bevragen binnen diens Voorbeelden van operationalisering van het model 15

16 netwerk. Ook huiswerkopdrachten en zelfanalyse kunnen dit proces faciliteren. Hierop kan de verdere begeleiding gebaseerd worden. Deze informatie maakt een goede analyse van de ondersteuningsnood van de klant mogelijk. Op basis hiervan kan de trajectbegeleider de klant informeren over de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en de consequenties van het nemen van bepaalde stappen. GA Maatschappelijk werker/ sociaal verpleegkundige Indien de trajectbegeleider en/of de klant nog met vragen, onduidelijkheden, twijfels blijven zitten om een degelijke bepaling te kunnen doen, kan beroep gedaan worden op specifieke partners (bv. GA, VDAB psychologische diensten). De trajectbegeleider is verantwoordelijk voor de verwijzing. Hij bezorgt de reeds beschikbare informatie, verduidelijkt de inhoudelijke vraag en de verwachtingen en doet de nodige registraties. Hij bewaakt dat de betrokken partijen (klant en dienst) de gemaakte afspraken naleven en stuurt bij waar nodig. De trajectbegeleider streeft naar een gezamenlijke eindbespreking met de partner en de klant, hierbij legt de trajectbegeleider de link met de arbeidsmarkt. De trajectbegeleider ondersteunt de klant zodat deze op onderbouwde wijze kan beslissen hoe hij zijn traject vorm wil geven. De richting waarin het traject uitgaat, de doelstelling(en) en de nodige stappen om dit te bereiken, worden samen bepaald. De trajectbepaling valt maximaal in de periode waarin klant nog in het revalidatiecentrum is en/of tijdens de periode dat de klant nog geen stappen kan zetten owv een ambulante revalidatie. Indien wenselijk en indien fysiek mogelijk, is een onderzoek bij een GA (gespecialiseerde arbeidsonderzoekdienst) een optie. In dat geval geeft de trajectbegeleider de in zijn bezit zijnde informatie door aan het GA. De trajectbegeleider is aanwezig op de eindbespreking van de onderzoeken. Hij legt samen met het GA en de klant de link tussen de resultaten van de onderzoeken en de mogelijke stappen op de arbeidsmarkt. GA kan onderzoeken organiseren naar onder meer beroepskeuze, aanleg richting administratie, intelligentie-onderzoeken,... indien gewenst. Voor vragen ivm het medische, het fysieke functioneren en de psychische verwerking richt de trajectbegeleider zich tot het revalidatiecentrum. Deze vragen worden via mail gesteld aan de maatschappelijk werker van het revalidatiecentrum, die deze vragen voorlegt op de teamvergadering. Klant/trajectbegeleider Opvolging tijdens de trajectbepaling: De klant en de trajectbegeleider houden contact zoals afgesproken tijdens het eerste gesprek. Indien de trajectbegeleider voelt dat de klant afhaakt, neemt hij contact op met de klant en/of het revalidatiecentrum om te horen wat er aan de hand is. Voorbeelden van operationalisering van het model 16

17 GOB Indien er besloten wordt dat een intensieve opleiding en begeleiding door een GOB wenselijk is, overlegt de trajectbegeleider met het GOB. Samen bekijken ze welke rol het GOB kan en wil spelen in deze fase van het traject. Vb of het GOB al een bezoek brengt in het revalidatiecentrum, of in deze periode al instaptesten voor een opleiding kunnen plaatsvinden, en/of de opleiding al kan starten via afstandsleren. Indien de klant klaar is om stappen naar werk te zetten kan dan zo snel mogelijk gestart worden met de uitvoering van de afgesproken acties. Indien het GOB ook een rol opneemt in het traject, maakt de trajectbegeleider een trajectovereenkomst, daarin worden onder meer de doelen van de begeleiding beschreven en ieders rol daarin. De trajectbegeleider is de rode draad tijdens het traject. De maatschappelijk werker kan bij hem terecht indien er vanuit het revalidatiecentrum vragen zijn. Hij zorgt er ism het revalidatiecentrum voor dat alle partijen rond de klant met de neus in dezelfde richting staan. We denken hierbij aan de werkgever, de huisarts, de adviserend geneesheer, de arbeidsgeneesheer, de verzekeringarts, de kinesist, De trajectbegeleider bezorgt informatie rond de beschikbare ondersteuning op de arbeidsmarkt en de consequenties van de beperkingen naar tewerkstelling toe aan de maatschappelijk werker van het revalidatiecentrum. Het gaat bijvoorbeeld om zaken als: de klant kan niet meer als zelfstandige werken omdat, kan werk tijdelijk of permanent enkel deeltijds hervatten omdat., kan enkel deeltaken van zijn volledig takenpakket hervatten, kan bv. door zijn aandoening niet meer op hoogte werken,. Arbeidshandicapspecialist Indien er nood is aan arbeidspostaanpassing of arbeidsgereedschap schakelt de trajectbegeleider de arbeidshandicapspecialist in. De arbeidshandicapspecialist informeert de klant en de werkgever over de mogelijkheden tot aanpassingen van de werkvloer en/ of arbeidsgereedschap. Hij geeft adressen van firma s door waar deze materialen kunnen aangeschaft worden en communiceert hierover met de klant en de werkgever. Maatschappelijk werker/ klant Bij ontslag uit het ziekenhuis: De klant of de maatschappelijk werker brengt de trajectbegeleider op de hoogte van het ontslag in het ziekenhuis. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de trajectbegeleider weet welke acties nog moeten gebeuren ikv ambulante revalidatie en wie hiervoor instaat. (kiné, psychologische begeleiding,..) Voorbeelden van operationalisering van het model 17

18 Er wordt indien mogelijk ingeschat wanneer het traject naar werk kan opstarten. Tevens wordt bepaald of het een meerwaarde is dat trajectbegeleider contact houdt met de diensten die instaan voor de ambulante revalidatie of dat het voldoende is dat de klant over zijn vorderingen communiceert met de trajectbegeleider. Bovendien wordt bekeken hoever het staat met de eventuele aanpassing van de woning, de mobiliteit, de aanvragen FOD, Klant/trajectbegeleider/ iemand uit persoonlijk netwerk Klant/trajectbegeleider Klant/trajectbegeleider De brug tussen het ontslag uit de revalidatie en de start van de trajectuitvoering: De trajectbegeleider spreekt af met de klant hoe ze verder contact houden na het ontslag uit het ziekenhuis. Ze bekijken de mogelijkheid van e-coaching. Indien wenselijk wordt er iemand vanuit het persoonlijk netwerk van de klant aangesproken als brugfiguur. Dit kan bijvoorbeeld een begeleider van een dienst zijn, iemand vanuit de ambulante revalidatie, een familielid ) Zij houden regelmatig contact met de klant, zodat hij gemotiveerd en geactiveerd blijft. Samen bepalen ze het moment waarop de klant kan starten met de afgesproken acties in zijn traject.. De klant en de trajectbegeleider bepalen het moment van de start van de trajectuitvoering. Trajectuitvoering De focus en de afgesproken stappen worden opgenomen in de trajectovereenkomst. Deze vormt de daadwerkelijke leidraad en wordt in die zin ook voortdurend aangepast, steeds in overleg met de klant. In de trajectovereenkomst wordt vermeld: welke doelstellingen men wil bereiken, op basis waarvan deze doelstellingen bepaald zijn welke stappen gezet zullen worden welke rol de partner-dienstverlener hierin speelt, de startdatum en de vermoedelijke einddatum van een actie De trajectbegeleider volgt de uitvoering van deze acties op. Hij doet dit enerzijds door zich te informeren bij de klant. Hij peilt naar de tevredenheid van de klant over zijn traject en gaat na of de beoogde doelen nog aansluiten bij zijn vraag. Anderzijds onderhoudt de trajectbegeleider contact met de eventuele partner(s). Dit kan zowel op een informele als een formele manier. Er wordt geïnformeerd naar het welzijn van de klant, het verloop van de gezette en de geplande stappen. De frequentie en intensiteit zijn minimaal 3-maandelijks en op maat. De trajectbegeleider organiseert een evaluatie van de uitgevoerde acties en de afgesproken doelstellingen en het voorziene tijdspad. Hierbij wordt zowel de klant als de partner-dienstverlener betrokken. Om tijdens evaluatiemomenten te kunnen fungeren Voorbeelden van operationalisering van het model 18

19 als spreekbuis is het dus belangrijk dat de trajectbegeleider individuele contacten onderhoudt met de klant. De trajectbegeleider organiseert en coördineert indien nodig, mits toestemming van de klant, overleg met het persoonlijk netwerk van de klant. Indien de klant zich niet houdt aan de afspraken en verdere begeleiding onmogelijk is, gaat de trajectbegeleider na waar de oorzaak hiervan ligt. Dit kan enerzijds te wijten zijn aan de problematiek en de context van de klant, anderzijds kan het een motivatieprobleem zijn. Op basis van deze afweging, beslist de trajectbegeleider of en hoe het traject verder vorm kan krijgen. De trajectbegeleider volgt het traject op zoals bij andere begeleidingen en zoals hierboven omschreven. Indien in de loop van het traject blijkt dat er nog nood is aan trainen op bepaalde functies kan bij het ziekenhuis nagegaan worden welke mogelijkheden er zijn. Bij kans op tewerkstelling Trajectbegeleider/GOB De maatschappelijk werker en de arts formuleren een adviesbrief naar de arbeidsgeneesheer, de adviserend geneesheer en de verzekeringsarts. Daarin staat duidelijk welke beperkingen er zijn en welke mogelijkheden er bestaan om stappen te zetten naar de arbeidsmarkt. Deze brief dient zo opgemaakt te zijn dat alle artsen een goed onderscheid kunnen maken tussen mogelijkheden en onmogelijkheden. Dit speelt een rol in de kansen die een patiënt krijgt, maar heeft ook invloed op het financieel vangneten zorgt ervoor dat het zetten van stappen naar werk alleen maar positieve effecten heeft. Zij baseren zich hiervoor op hun eigen expertise en op de informatie over de arbeidsmarkt die ze ontvangen van de trajectbegeleider. Tewerkstelling en nazorg Indien de klant op het ogenblik van de tewerkstelling in begeleiding is bij een GOB, dan coördineert het GOB de afspraken met de werkgever, de arbeidsgeneesheer ende arbeidshandicapspecialist. De klant bezorgt de aanbevelingsbrief vanuit het revalidatiecentrum aan de arbeidsgeneesheer. In andere trajecten volgt de trajectbegeleider de communicatie tussen die verschillende partners op. Indien het een opleidingstraject betreft binnen de samenwerkingsovereenkomst met RIZIV en de VI vult het GOB de MEA aan met de verworven competenties. Bij de start van de tewerkstelling en indien er sprake is van een VOP of verhoogde VOP wordt er ook een document opgemaakt dat weergeeft welke ondersteuning en aanpassingen er op de werkvloer nodig zijn om de tewerkstelling te laten lukken. (aan de hand van het document bespreking VOP werkgever-klant ). Dit vormt een goede basis voor het organiseren van de nazorg en het uitvoeren van een de herevaluatie van de VOP. Voorbeelden van operationalisering van het model 19

20 De trajectbegeleider voert de communicatie met de adviserend geneesheer en volgt op of de adviserend geneesheer in de MEA de nodige aanvullingen wat betreft competenties kan terugvinden. Het afsluiten van het traject Ook het afsluiten van het traject gebeurt klantgericht en op maat. De trajectbegeleider sluit af wanneer de doelstellingen bereikt zijn of de begeleiding van GTB geen meerwaarde meer biedt. De trajectbegeleider spreekt met de klant af welke ondersteuning hij tijdens de nazorg nodig heeft en welke rol de trajectbegeleider hierin kan spelen. Het afsluiten van een traject gebeurt via een duidelijke communicatie naar de klant, de verwijzer en de partners. De trajectbegeleider sluit het traject af bij tewerkstelling en samen met klant en werkgever bepaalt hij de modaliteiten van de nazorg. indien er geen tewerkstelling werd gerealiseerd en GTB kan geen meerwaarde meer bieden. De GTB begeleider vermeldt duidelijk in het dossier van de klant om welke reden er afgesloten wordt en eventuele modaliteiten tot heropstart van het traject Maatschappelijk werker Opvolging en evaluatie van de samenwerking: De maatschappelijk werker houdt een lijstje bij van de verwezen klanten met rijksregisternummer zodat bij evaluatie de resultaten bekeken kunnen worden. 2.2 Een samenwerking tussen de werkwinkel en een revalidatiecentrum, draaiboek vanuit een ambulante setting Begeleider Actie Voorbereiding op de verwijzing naar de werkwinkel Partner zorg De begeleider gaat in gesprek met de klant om te horen waar hij werkt(e). Indien hij nog werk heeft, bevraagt hij zijn relatie met zijn werkgever, welke taak hij uitoefent, in hoeverre de werkgever op de hoogte is van zijn gezondheidsprobleem,... Samen zoeken ze naar een antwoord op onderstaande vragen: Wie kan een rol spelen in het warm houden van het contact met de werkgever, hijzelf, een familielid, een collega, Hoe schat hij zijn terugkeer naar (zijn) werk in? Denkt hij dat er indien nodig kan geschoven worden met taken of is zelfs het doorschuiven naar een andere functie mogelijk; Mobiliteit; Aspecten wat betreft de jobinhoud; En andere onderwerpen terug te vinden in competentieprofiel. Voorbeelden van operationalisering van het model 20

21 Alle bovenstaande informatie wordt weggeschreven in een gemeenschappelijk document: het competentieprofiel. Team partner zorg Arts Partner zorg Team partner zorg Interdisciplinaire bespreking (teamvergadering): bij bespreking van klanten is werk een vast agendapunt. Het advies van de arts is belangrijk. Kan de klant op termijn het werk aanvatten? Wie van het interdisciplinair team kan hierbij een ondersteunende rol spelen? Wat kan er, wat mag er op medisch vlak? Wat motiveert een klant? Is er een goed gemotiveerd verslag voor de adviserend geneesheer, de arbeidsgeneesheer, eventueel de verzekeringsgeneesheer (document medische gegevens: competentieprofiel). De partner zorgt ervoor dat de klant contact houdt met de werkgever, en volg het statuut van de klant op; vb.: verwijzen naar een dienst om FOD aan te vragen. Hij ondersteunt de verwerking en de beleving van de problematiek, observeert hoe de klant omgaat met stress, hoe de klant de eerste stap naar de werkgever zet, hoe en wanneer hij hulp kan vragen, en hoe hij het effect van zijn beperking kan uitleggen aan collega s. Samen komen ze tot een actieplan ter voorbereiding van een terugkeer naar werk. Indien bovenstaande zaken uitgeklaard zijn en men is van mening dat de klant stappen kan zetten naar werk, kan aangemeld worden bij de werkwinkel. Men moet goed inschatten wanneer dit best gebeurt. Het juiste moment kan verschillen van klant tot klant. Aanmelding Partner zorg De partner zorg verzorgt de brugfunctie tussen het team en de trajectbegeleider. Hij bespreekt het competentieprofiel met de klant en samen werken ze dit verder af. Op die wijze is de klant goed voorbereid op zijn eerste gesprek met de trajectbegeleider en is er een goede overdracht van alle informatie. Indien de klant op mutualiteit staat, stuurt de partner zorg de klant naar de adviserend geneesheer het om aanmeldingsformulier voor de werkwinkel te vragen. Partner zorg Contactpersoon GTB Hij neemt telefonisch contact op met de contactpersoon van GTB. De contactpersoon binnen GTB zorgt ervoor dat er een trajectbegeleider aan de klant wordt toegewezen. Voorbeelden van operationalisering van het model 21

22 Trajectbegeleider Het is de rol van de trajectbegeleider/contactpersoon om via overleg met de verwijzer te komen tot correcte aanmeldingen. De trajectbegeleider vraagt naar relevante informatie in functie van een toekomstig traject. De trajectbegeleider gaat na of GTB de meest aangewezen dienst is om de klant te begeleiden in zijn zoektocht naar werk. Indien dat niet zo is, verwijst hij de klant naar de gepaste dienst. De trajectbegeleider ondersteunt de klant bij het maken van een afspraak of maakt indien nodig zelf de afspraak. De trajectbegeleider neemt telefonisch contact op met de partner zorg en maakt een afspraak. De trajectbegeleider nodigt de klant uit conform de reguliere procedures die hiervoor gelden (A5). Het gesprek gebeurt bij voorkeur in trio: klant, begeleider zorg en trajectbegeleider. Partner zorg/brugfunctie Trajectbegeleider Trajectbegeleider De partner zorg bezorgt het competentieprofiel en het aanmeldingsformulier van de adviserend geneesheer aan de trajectbegeleider. Indien de klant op mutualiteit staat, houdt de trajectbegeleider zich ook in het ganse verdere traject aan de afspraken die gemaakt zijn ikv de samenwerkingsovereenkomst RIZIV-VI-GTB-VDAB. Voorbereiding eerste gesprek: Ter voorbereiding van het eerste gesprek met de klant analyseert de trajectbegeleider de reeds beschikbare informatie en anticipeert hij op de reden van verwijzing. De trajectbegeleider bouwt verder op beschikbare informatie, maar behoudt hierin een open blik. Hij bepaalt vooraf op welke items hij wil ingaan tijdens het eerste gesprek. Klant/trajectbegeleider/ partner zorg Eerste gesprek: Tijdens het eerste gesprek legt de trajectbegeleider de bouwstenen voor een vertrouwensband met de klant. Hij stelt zich open op en peilt naar de verwachtingen van de klant. Hij schetst aan de klant wat deze wel of niet van de begeleiding van GTB kan verwachten. Ook informeert hij de klant over zijn rechten en plichten. Hij geeft eveneens aan dat hij als trajectbegeleider de rode draad is doorheen het ganse traject en dat hij alle stappen opvolgt. Dit betekent dat de klant steeds bij hem terecht kan met vragen, bedenkingen of onduidelijkheden over zijn traject naar werk. Ook nodigt hij de klant uit om hem op de hoogte te houden, zowel als alles goed loopt als wanneer er zich problemen voordoen. Deze klanten maken op het moment van de aanmelding een moeilijke periode door. Dit maakt dat sommigen onder hen niet geloven dat er voor hen nog een traject naar werk mogelijk is. Daardoor lijken ze soms op het eerste zicht niet gemotiveerd. Het is aan de trajectbegeleider om hier doorheen te kijken en de Voorbeelden van operationalisering van het model 22