grenzen van het derdenbeslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "grenzen van het derdenbeslag"

Transcriptie

1 De (extra)territoriale werking van het DerDenbeslag en De rol van De bank als DerDe grenzen van het derdenbeslag Mw. Mr. J.M. atema onder derde-beslagenen die (mede) woonplaats in nederland hebben, kan nederlands conservatoir derdenbeslag worden gelegd. Dit uitgangspunt kent grenzen, zo oordeelde de hoge raad in 1954 in het lindeteves-arrest. erkent de buitenlandse rechter het nederlandse beslag niet als verweermiddel, dan ontbeert dat extraterritoriale werking. voor de bank als derde-beslagene levert één en ander praktische problemen op: worden ook in het buitenland geadministreerde tegoeden door het beslag geraakt en moet daar dus over worden verklaard? het hof amsterdam oordeelde onlangs dat dit 'in de regel' niet kan worden vereist, maar onder omstandigheden wel. Dit creëert onwenselijke onduidelijkheid over de grenzen van het derdenbeslag. Deze onduidelijkheid zou kunnen worden weggenomen door invoering van een specificatieplicht voor de beslaglegger, zodat in het buitenland aangehouden tegoeden specifiek moeten worden aangeduid in het beslagrekest. 1. inleiding Conservatoir beslag kan worden gelegd op goederen die zich in Nederland bevinden. 1 Bij conservatoir derdenbeslag, dat immers een beslag op een vordering behelst, roept dit de vraag op wanneer een vordering zich in Nederland "bevindt". Over het antwoord op deze vraag verschillen de meningen. Zo kan de woonplaats van de debiteur (de derde-beslagene) als leidraad worden genomen, maar ook de plaats waar de vordering betaalbaar is. Ook als op deze vraag eenmaal een bevredigend antwoord is gegeven, bestaat er nog een complicerende factor. In 1954 heeft de Hoge Raad in het Lindeteves-arrest geoordeeld dat derdenbeslag onder omstandigheden wel degelijk extraterritoriale werking kan hebben. 2 Indien, kort samengevat, het Nederlandse derdenbeslag in het betreffende buitenland wordt erkend als verweermiddel, komt daaraan grensoverschrijdende werking toe. Het beantwoorden van de vraag waar een vordering zich bevindt en vervolgens, als dit buiten Nederland is, de vraag 1 Dit uitgangspunt volgt uit art. 430 Rv, waarin is bepaald dat executoriale titels, waaronder een verlof tot het leggen van conservatoir beslag, in geheel Nederland ten uitvoer kunnen worden gelegd. Zie ook o.m. L.P. Broekveldt, Derdenbeslag, Kluwer: Deventer 2003, p. 916, J.P. Verheul, Aspekten van Nederlands internationaal beslagrecht, Kluwer: Deventer 1968, p. 13 en P.M. Vos, De herschikking van Brussel I, kansen voor extraterritoriaal conservatoir (derden)beslag?, BER 2011, 3. 2 HR 26 november 1954, NJ 1955, 698 (Lindeteves/Meilink). of een bepaalde buitenlandse rechter het Nederlandse derdenbeslag zal erkennen, is niet eenvoudig. Dit onderwerp leidt tot theoretische discussies én tot praktische problemen. Immers, de partij die deze vragen in beginsel zal moeten beantwoorden, is de derde-beslagene. Deze derde, in het merendeel van de gevallen een bank, 3 beschikt niet noodzakelijkerwijs over de juridische kennis die een dergelijke kwestie vereist. Bovendien staat de derde-beslagene geheel buiten het conflict tussen beslaglegger en beslagene. Desalniettemin moet hij bezien welke vorderingen door het beslag zijn getroffen en hierover een verklaring afleggen. Blijkt achteraf dat de derde het beslag niet juist (oftewel: niet ruim genoeg) heeft opgevat, dan heeft dat voor hem bovendien grote consequenties. Betalingen gedaan in weerwil van een beslag kunnen immers in beginsel niet worden ingeroepen tegen de beslaglegger, zodat de derde-beslagene na betaling alsnog gehouden kan zijn het beslagene af te dragen. 4 In dit artikel zal nader op deze materie worden ingegaan. Illustratief in dit verband is een hierna te bespreken recent arrest van het Hof Amsterdam, één van de weinige uitspraken over dit onderwerp. 5 Naar onder meer uit dit arrest blijkt, is onduidelijk hoe moet worden omgegaan 3 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en pressiemiddel, Raad voor de Rechtspraak, Research Memoranda, 2010, 2, p Art. 475h Rv. 5 Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, SDU UITGEVERS / NUMMER 6, SEPTEMBER 2012 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

2 Grenzen van het derdenbeslag met de complicaties die de internationale aspecten van het derdenbeslag voor de derde-beslagene, in het bijzonder voor een bank, meebrengen. In deze bijdrage wordt getracht een voorstel te doen voor een bruikbare oplossing van dit probleem, waarbij de positie van de derde-beslagene als "buitenstaander" wordt gewaarborgd. De locatie waar de vordering zich bevindt In de literatuur worden twee verschillende aanknopingspunten verdedigd om de locatie van een vordering te bepalen. Enerzijds zou de woonplaats van de debiteur van de vordering, de derde-beslagene, als doorslaggevend kunnen gelden, anderzijds zou dit de plaats waar de vordering betaalbaar is, kunnen zijn. Verheul, die erop wijst dat het hier niet zozeer een wetenschappelijk oordeel, maar meer een praktische keuze betreft, heeft een voorkeur voor de woonplaats van de derde-beslagene als uitgangspunt. 6 Deze invalshoek betekent immers dat derdenbeslag alleen kan worden gelegd onder een derde die in Nederland woonplaats heeft. Het beslag kan dan ook met een "gewoon" exploot ex art. 45 Rv in Nederland worden betekend. 7 Ook Van den Heuvel en Boersma pleiten ervoor om de woonplaats van de derdebeslagene als uitgangspunt te nemen. 8 Dit is volgens hen het meest praktisch. Een beslaglegger zal immers vaak niet weten waar een vordering betaalbaar is, maar wel waar de debiteur van die vordering woont. Broekveldt is evenwel van mening dat de plaats waar de vordering betaalbaar is, geldt als de locatie van die vordering. 9 Ook Heemskerk, Van het Kaar en Freudenthal gaan ervan uit dat het feit dat een vordering in Nederland betaald moet worden, maakt dat deze voor Nederlands beslag vatbaar is. 10 Essed wijst erop dat de keuze voor de plaats van betaling het beste in het vermogensrechtelijk systeem lijkt te passen. Een eigendomsrecht materialiseert zich op de plaats waar het eigendom zich materialiseert (oftewel: bevindt), een vorderingsrecht op de plaats waar een vordering zich materialiseert (oftewel: wordt betaald). 11 Deze keuze voor de plaats van betaling mag dan juridisch zuiverder lijken, praktisch is de uitkomst niet. Zoals door Van den Heuvel en Boersma reeds betoogd, is 6 J.P. Verheul, Aspekten van Nederlands internationaal beslagrecht, Kluwer: Deventer 1968, p In die zin ook G.J. Scholten in zijn noot bij HR 21 maart 1969, NJ 1969, N.W. van den Heuvel & B. Boersma, Derdenbeslag in internationaal perspectief, WPNR 2009, L.P. Broekveldt, Derdenbeslag, Kluwer: Deventer 2003, p Noot W.H. Heemskerk bij Hof Den Haag 17 december 1987, NJ 1988, 1048, noot B. van het Kaar bij Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, 190, noot M. Freudenthal bij Rb Den Haag 21 februari 2007, NJ 2008, 12 en M. Freudenthal, EU Groenboek internationaal beslag. Beslag op bankrekeningen, in: Knelpunten bij beslag en executie, Kluwer: Deventer 2009, p M.A.M. Essed, Vreemdelingenbeslag, forum arresti en het lokaliseren van vorderingen, BER 2012, 4. voor een beslaglegger niet altijd vast te stellen waar een vordering betaalbaar is. 12 Bovendien levert deze vorm van plaatsbepaling problemen op bij alternatieve verbintenissen in de zin van art. 6:17 BW. Met name bij een beslag onder een bank - de meest voorkomende vorm van derdenbeslag 13 - staat de plaats van betaling immers niet op voorhand vast. Een vordering op de bank bestaat veelal uit een tegoed in rekening-courant. Dit tegoed kan in Nederland aan het loket worden opgenomen. De vordering wordt dan in Nederland betaald. De rekeninghouder kan er echter ook voor kiezen om zijn saldo over te boeken naar (de bankrekening van) een familielid in het buitenland, of om het in om het even welk land ter wereld "uit de muur te trekken". Met andere woorden: ten tijde van de beslaglegging staat de plaats van betaling van een creditsaldo doorgaans nog niet vast en kan deze locatie dus onmogelijk als uitgangspunt worden genomen bij plaatsbepaling van de vordering. 14 Deze specifieke aspecten van de bancaire relatie maken dan ook het voor de hand ligt de woonplaats van de derde-beslagene tot uitgangspunt te nemen bij het bepalen van de locatie van de vordering. De invoering van een specificatieplicht bij het leggen van derdenbeslag onder banken zou een einde maken aan de huidige onzekerheid voor banken, maar tegelijkertijd de verhaalsmogelijkheden voor beslagleggers in tact laten. De woonplaats van de derde Het beantwoorden van de vraag naar de locatie van de vordering roept echter dadelijk vervolgvragen op. Immers: waar bevindt zich de woonplaats van de derde? Dat is, ervan uitgaande dat de derde een rechtspersoon is, in ieder geval de locatie van zijn statutaire zetel. 15 Ook waar zich een kantoor of filiaal bevindt, heeft de rechtspersoon echter mede woonplaats ter zake van kwesties die dit kantoor of filiaal betreffen. 16 Een dergelijk kantoor of filiaal kan zich in, maar ook buiten Nederland bevinden. 17 Voor nagenoeg alle banken die statutair gevestigd zijn in Nederland, geldt dat zij kantoren in (vele) andere landen hebben. Voor aangelegenheden welke die kantoren betreffen, hebben zij dus mede woonplaats in het buitenland. Met het woord "mede" heeft de wetgever echter tot uitdrukking 12 N.W. van den Heuvel & B. Boersma, Derdenbeslag in internationaal perspectief, WPNR 2009, M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en pressiemiddel, Raad voor de Rechtspraak, Research Memoranda, 2010, 2, p Zie hierover onder meer N.E.D. Faber in zijn noot bij HR 23 maart 2012, «JOR» 2012, Art. 1:10 lid 2 BW. 16 Art. 1:14 BW. 17 Asser 2-II, De rechtspersoon, 54, 3: de zetel van de rechtspersoon. BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 6, SEPTEMBER 2012 / SDU UITGEVERS 23

3 gebracht dat dit gegeven de woonplaats in Nederland onverlet laat. Omgekeerd geldt dat buitenlandse rechtspersonen dus ook woonplaats in Nederland kunnen hebben als zij hier een kantoor aanhouden. Ook onder deze buitenlandse derden kan dus, indien het woonplaats-beginsel als uitgangspunt geldt, Nederlands beslag worden gelegd. extraterritoriale werking van het derdenbeslag Staat vast dat een derde (mede) woonplaats in Nederland heeft, dan zijn vorderingen van de beslagene op die derde in beginsel vatbaar voor Nederlands conservatoir derdenbeslag. In beginsel, want de reikwijdte wordt door het territorialiteitsbeginsel begrensd. Reeds in 1954 heeft de Hoge Raad zich hierover voor de eerste én, tot op heden, enige keer uitgelaten in het al kort genoemde Lindetevesarrest. 18 Een Nederlandse vrouw heeft een vordering op haar Nederlandse ex-man. Deze ex-man woont echter in Indonesië en is daar werkzaam bij een vestiging van de statutair in Nederland gevestigde vennootschap Lindeteves. Lindeteves betaalt de ex-man in Indonesië salaris in de lokale valuta. Hoewel dit niet met zoveel woorden wordt opgemerkt, lijkt uit het arrest te volgen dat het salaris alléén in Indonesië betaalbaar is. De vrouw legt onder Lindeteves (Nederlands) beslag ten laste van haar ex-man. In beginsel is dit mogelijk, aldus de Hoge Raad: Lindeteves heeft immers (mede) woonplaats in Nederland. Echter, een dergelijk beslag heeft alleen de beoogde blokkerende werking, indien"vast staat, dat ter plaatse, waar de betaling ingevolge dit beslag zou moeten geschieden, door het gezag aldaar dit derden-beslag wordt erkend [ ]". Het risico dat de derde-beslagene dubbel zou moeten betalen, wordt daarmee voorkomen. 19 Deze Lindeteves-leer is in één van de weinige zaken omtrent de extraterritoriale werking van derdenbeslag toegepast door het Hof Den Haag. 20 Ook daar ging het om een derdenbeslag onder de werkgever, in dat geval een Nederlandse vestiging van het Texaanse bedrijf Weatherford. Omdat Weatherford ingevolge art. 1:14 BW mede woonplaats heeft in Nederland, is de beslaglegging mogelijk. Dat de loonvordering alleen betaalbaar is in Texas, doet daaraan niet af. Dit aspect maakt echter wel dat wordt toegekomen aan de toets van het Lindeteves-arrest. 21 Bezien moet dus worden of het Nederlandse beslag in Texas zal worden erkend. Uit ingewonnen inlichtingen blijkt dat dit hoogstwaarschijnlijk niet het geval zal zijn, nu 18 HR 26 november 1954, NJ 1955, 698 (Lindeteves/Meilink). 19 Zie hierover ook L.P. Broekveldt, Derdenbeslag, Kluwer: Deventer 2003, p. 922 e.v. 20 Zie bijvoorbeeld Hof Den Haag 14 januari 1988, NJ 1990, 785. Hier was de vordering uiteindelijk echter niet voor beslag vatbaar. 21 Het Hof verwoordt dit als volgt: indien in Nederland rechtsgeldig derdenbeslag is gelegd, [komt] aan het recht van een ander land desondanks betekenis [toe], indien de door het beslag in beginsel getroffen vordering in dat andere land moest worden betaald. in Texas een algeheel verbod op het leggen van beslag op salaris geldt. Het Nederlandse beslag is daarmee in beginsel wel rechtsgeldig gelegd, maar ontbeert desalniettemin de beoogde werking. 22 De meest recente uitspraak met betrekking tot de extraterritoriale werking van het derdenbeslag betreft, zoals eerder aangekondigd, een op 10 april 2012 gewezen (tussen)arrest van het Hof Amsterdam. 23 Llanos, een vennootschap naar het recht van de Isle of Man, legt conservatoir derdenbeslag onder ABN Amro ten laste van Ecopetrol, een Colombiaans staatsbedrijf. 24 ABN Amro legt een buitengerechtelijke verklaring af en stelt niets aan Ecopetrol verschuldigd te zijn. Llanos meent dat er wel degelijk tegoeden van Ecopetrol, aangehouden bij ABN Amro in New York, onder het beslag vallen. 25 ABN Amro stelt in hoger beroep aan haar verklaringsplicht te hebben voldaan, nu haar verklaring, gelet op de territoriale werking van het beslag, slechts betrekking hoeft te hebben op de rechtsverhouding tussen ABN Amro en Ecopetrol in Nederland en dus niet op eventuele in het buitenland geadministreerde tegoeden. 26 Het Hof Amsterdam toetst eerst aan de Lindetevescriteria: zal de rechter in New York het beslag erkennen als verweermiddel van ABN Amro tegen een eventuele aanspraak op betaling door Ecopetrol? 27 Dit kan - althans ten tijde van het wijzen van het tussenarrest - niet worden vastgesteld, nu partijen allebei memoranda van Amerikaanse advocaten overleggen, maar de conclusies daarvan tegengesteld zijn. Llanos voert vervolgens aan dat de vordering van Ecopetrol een alternatieve verbintenis ex art. 6:17 BW is en daarmee mede in Nederland betaalbaar is. Het Hof oordeelt dat als 22 Vergelijk in die zin ook een vonnis van de Rb Den Haag, 10 november 1965, NJ 1967, 186, dat ging om onder een Nederlandse vennootschap gelegd derdenbeslag, waarbij salaris in Honduras in Hondurese munt moest worden uitbetaald. Ook daar bestond het risico van dubbele betaling en werd het (in beginsel rechtsgeldige) beslag derhalve op grond van de Lindeteves-criteria werking ontzegd. 23 Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, Procespartij is The Royal Bank of Scotland N.V. Zij is, zo blijkt uit het arrest, de rechtsopvolgster van het toenmalige ABN Amro. De huidige rechtspersoon ABN Amro Bank N.V. staat verder geheel buiten deze kwestie. In deze bijdrage zal ten behoeve van de duidelijkheid en in navolging van het Hof over ABN Amro worden gesproken. 25 Ter achtergrondinformatie: Llanos Oil heeft dan reeds twee keer eerder beslag gelegd ten laste van Ecopetrol onder ABN Amro. Er vond toen discussie over de verklaringen plaats. Llanos Oil komt er alsdan acht er dat Ecopetrol tegoeden aanhoudt bij het kantoor van ABN Amro in New York. Dit is voor ABN Amro aanleiding om in haar verklaring toe te voegen: ter vermijding van misverstanden hieromtrent voegt de Bank aan het vorenstaande toe dat, gezien de territoriale werking van het onderstaande beslag, deze verklaring betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen de Bank en Ecopetrol SA in Nederland en derhalve niet op de mogelijk in het buitenland bij de bank geadministreerde tegoeden van Ecopetrol SA. Zie het vonnis in eerste aanleg: Vzngr. Rb. Amsterdam, 23 juni 2010, LJN BM Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, 190, r.o Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, 190, r.o SDU UITGEVERS / NUMMER 6, SEPTEMBER 2012 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

4 Grenzen van het derdenbeslag blijkt dat ook in Nederland aanspraak op betaling kan worden gemaakt, niet valt in te zien waarom de vordering niet onder het beslag zou vallen. 28 Feitelijk worden de argumenten door Llanos dus in omgekeerde volgorde in stelling gebracht. Nu er volgens Llanos geen ander land betrokken is de derde-beslagene heeft woonplaats in Nederland en de vordering is (mede) in Nederland betaalbaar komt men aan de Lindeteves-criteria niet toe. De Lindeteves-toets speelt immers alléén een rol, indien een door een beslag getroffen vordering in een ander land moet worden betaald. De opstelling van ABN Amro tot dan toe moet volgens het Hof worden aangemerkt als het in gebreke blijven verklaring te doen als bedoeld in artikel 477a lid 1 Rv. In dit kader stelt het Hof ABN Amro in de gelegenheid om bij akte alsnog verklaring te doen en zich ook over de plaats van betaalbaarheid van de vordering uit te laten. 29 Het grote verschil tussen deze recente zaak en de hiervoor besproken zaken die door de Hoge Raad en het Hof Den Haag zijn behandeld, is het feit dat de plaats van betaling in de laatste twee gevallen alléén in het buitenland gelegen was. Dit maakte dat terecht aan de Lindeteves-criteria werd getoetst. In de Llanos-zaak is, althans volgens Llanos, (mede) sprake van betaalbaarheid in Nederland. Dit maakt dat, hoewel het feit dat een kantoor in New York een rol speelt anders doet vermoeden, in feite sprake is van een "regulier" Nederlands beslag zonder extraterritoriale aspecten. De rol van de derde Kortom: een "regulier" derdenbeslag met een internationaal tintje, dat duidelijk maakt dat het afleggen van een derdenverklaring een gecompliceerde zaak is. Immers, naar de heersende leer moet dus, zo benadrukt het Hof Amsterdam, óók over in het buitenland aangehouden en geadministreerde, maar mede in Nederland betaalbare banktegoeden een verklaring worden afgelegd. Voor het feit dat, zoals ABN Amro benadrukt, dit enorme praktische implicaties voor banken heeft vanwege het onderzoek dat van hen wordt gevergd, heeft het Hof Amsterdam kennelijk evenwel enig begrip. Het Hof merkt dan ook op dat "een bank in de regel niet tot zodanig onderzoek is gehouden", maar dat hierop uitzonderingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld als een beslaglegger in zijn verzoekschrift melding maakt van concrete aanwijzingen ten aanzien van tegoeden in een specifiek land bij een zo specifiek mogelijk aan te duiden kantoor. Of daarvan in het geval van Llanos sprake was, blijft onvermeld. Ook licht het Hof niet toe wat het onderzoek precies zou moeten behelzen. Hoewel Hof Amsterdam hiermee kennelijk beoogt 28 Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, 190, r.o Ten tijde van het schrijven van dit artikel is nog geen eindarrest gewezen. recht te doen aan de positie van de derde-beslagene als "buitenstaander" én aan de positie van de bank als grote, internationale, lang niet altijd overzichtelijke organisatie, roept het door het Hof geformuleerde criterium vragen op. Wat is "in de regel", en wanneer is uitgebreid onderzoek door de derde-beslagene dan wél vereist? 30 Het Hof Amsterdam meent kennelijk dat sprake kan zijn van een "regulier" Nederlands beslag, terwijl toch een meer beperkte onderzoeksplicht geldt. Eén en ander is afhankelijk van niet-limitatief omschreven omstandigheden van het geval. 31 Deze onduidelijkheid, waarbij de afbakening van de onderzoeksplicht in een concreet geval geheel aan de derde-beslagene wordt overgelaten, is onacceptabel. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat de derde-beslagene door het derdenbeslag wordt betrokken in een geschil waar hij in beginsel geheel buiten staat. Hij mag daarom, zo heeft de Hoge Raad expliciet bepaald, niet slechter worden van het beslag. 32 Broekveldt spreekt van het non peius-beginsel. 33 De derde-beslagene mag, om met Stein te spreken, achterover leunen in afwachting van nadere instructies van partijen of een rechterlijk vonnis. 34 De volgens het Hof Amsterdam van beslag tot beslag verschillende onderzoeksplicht staat hiermee op gespannen voet. Om nogmaals met Stein te spreken:"een dergelijke onderzoeksplicht vergt immers meer juridische kennis dan van een bank mag worden verlangd." 35 Daarnaast zou een bank, naast het feit dat zij zich in voorkomende gevallen juridisch zou moeten laten bijstaan, ook ander nadeel van een dergelijke, door haarzelf te beoordelen onderzoeksplicht ondervinden. De internationale bancaire administratie zal immers lang niet altijd vanuit Nederland toegankelijk zijn, zodat aanzienlijke inspanning nodig zal zijn om alle vorderingen inzichtelijk te krijgen. Hoewel banken de kosten die dit met zich brengt bij een "regulier" Nederlands beslag in de regel op grond van artikel 28 van de Algemene Bankvoorwaarden zullen doorbelasten aan de beslagdebiteur, zal dit, juist als er internationale aspecten een rol spelen, soms geen soelaas bieden. Op de bancaire relatie met een cliënt die primair in het buitenland is 30 Zie in die zin ook de noot van Van t Kaar bij Hof Amsterdam 10 april 2012, «JOR» 2012, Over de eisen die worden gesteld aan de derdenverklaring met betrekking tot de extraterritoriale werking van het derdenbeslag heeft verder, voor zover bekend, alleen de Rechtbank Zwolle zijdelings een opmerking gemaakt. Zij oordeelt dat de verklaring van de derde-beslagene op grond van art. 430 Rv in beginsel alleen betrekking behoeft te hebben op datgene wat in Nederland aan de beslagene verschuldigd was, tenzij (kortgezegd) wordt voldaan aan de criteria voor extraterritoriale werking van het beslag conform Lindeteves-arrest. Rb. Zwolle, 25 februari 2009, «JOR» 2009, HR 30 januari 2001, NJ 2002, 419 (De Jong/Carnifour). 33 L.P. Broekveldt, Derdenbeslag, Kluwer: Deventer 2003, p H.A. Stein, Beslag onder bank op bankgarantie, WPNR 2003, H.A. Stein, Beslag onder bank op bankgarantie, WPNR 2003, Dit artikel gaat weliswaar niet over de extraterritoriale werking van beslag, maar behandelt wel de vraag welk eigen onderzoek van de derde-beslagene mag worden verwacht. BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 6, SEPTEMBER 2012 / SDU UITGEVERS 25

5 aangegaan, zijn de Algemene Bankvoorwaarden namelijk vaak niet van toepassing. 36 Indien in het betreffende land geen vergelijkbare kostenbepaling bestaat, ondervindt de bank in een dergelijk geval dus, niettegenstaande het non peius-beginsel, wel degelijk concreet financieel nadeel van een onder haar gelegd beslag. De wet voorziet op dit moment niet in een regeling op grond waarvan de derdebeslagene voor dit nadeel wordt gecompenseerd. 37 Mogelijke oplossing: specificatieplicht Gelet op het non peius-beginsel, is de onderzoeksplicht die op deze wijze op de derde-beslagene komt te rusten in geval van (mogelijke) extraterritoriale werking van een beslag, onaanvaardbaar zwaar. Ook de onzekerheid ten aanzien van de reikwijdte is onwenselijk. Hoe kan dit nadeel voor derde-beslagenen worden verlicht? Een oplossing zou kunnen zijn gelegen in de - tamelijk onbekende - specificatieplicht van art. 479 Rv. Dit artikel bepaalt dat, indien onder de Staat beslag wordt gelegd, een omschrijving van de vorderingen waarop beslag wordt gelegd dient te worden gegeven. De ratio achter deze regel is niet het bemoeilijken van verhaal, maar het verlichten van de taak van de Staat als derde-beslagene. 38 De Staat moet in de gelegenheid gesteld worden om met minimale inspanning vast te stellen uit welke hoofde iets aan een beslagdebiteur verschuldigd is. De logische sanctie op het niet voldoen aan de specificatieplicht is dat geen zware eisen zullen worden gesteld aan het ingevolge art. 475h Rv vereiste bewijs dat de Staat heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden gevergd om betaling of afgifte te voorkomen. 39 De specificatieplicht wordt beschouwd als redelijk, nu van de Staat niet verwacht kan worden dat zij zelf een uitvoerig onderzoek doet. Waarom deze taakverlichting echter alleen voor de Staat zou moeten gelden, en niet voor bijvoorbeeld banken, met een omvangrijk en internationaal bestand van rekeninghouders, valt niet in te zien. 40 Om de derde-beslagene tegemoet te komen bij zijn taakvervulling, zou deze specificatieplicht dan ook uitgebreid moeten worden voor banken, als bij uitstek internationaal opererende derde-beslagenen. Dit idee is niet nieuw: reeds in 1988 werd dit eveneens geopperd, maar een dergelijke regeling werd evenwel niet in het nieuwe Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering opgenomen. 41 Het Hof Amsterdam oordeelt in zijn arrest nu feitelijk dat reeds sprake zou zijn van een (van omstandigheden afhankelijke) specificatieplicht van de beslaglegger. De rechtspositie en rechtszekerheid van derde-beslagenen én beslagleggers zou erbij gebaat zijn als deze specificatieplicht in de wet zou worden verankerd. In de praktijk zou dit betekenen dat een partij die beslag wenst te leggen op tegoeden die, hoewel wellicht mede betaalbaar in Nederland, door de derde primair in het buitenland worden aangehouden en geadministreerd, hiervan specifiek melding dient te maken. Het noemen van rekeningnummers is daarbij wellicht een te zwaar vereiste, maar het vermelden van een concreet branchekantoor van de bank is dat niet. De bank kan met deze informatie relatief eenvoudig informatie inwinnen. Een door de bank uit te voeren én te bekostigen "fishing expedition" wordt daarmee voorkomen. Bovendien wordt de onderzoeksplicht in een dergelijk geval grotendeels overgeheveld naar de Voorzieningenrechter die over het beslagverzoek oordeelt. Hij beziet immers of aan de specificatieplicht is voldaan. De derde-beslagene heeft dan nog slechts een uitvoerende rol, hetgeen in lijn is met het non peius-beginsel. Eén en ander laat onverlet dat het toetsen aan de Lindeteves-criteria dan nog steeds een taak voor de derde-beslagene zou zijn. Ook mét specificatieplicht blijft dit een lastige opgave. Echter, het is nog maar de vraag of in de bancaire praktijk überhaupt nog aan deze Lindetevestoets zou worden toegekomen. Bij derdenbeslag onder een bank zal immers vrijwel steeds sprake zijn van alternatieve verbintenissen ex art. 6:17 BW, zodat de vordering mede betaalbaar is in Nederland. Het beslag heeft dan per definitie zijn blokkerende werking. De invoering van een specificatieplicht bij het leggen van derdenbeslag onder banken zou een einde maken aan de huidige onzekerheid voor banken, maar tegelijkertijd de verhaalsmogelijkheden voor beslagleggers in tact laten. Naar de grenzen van de reikwijdte van het derdenbeslag én de grenzen van de onderzoeksplicht hoeft dan niet meer te worden gegist. 36 Op grond van artikel 1 van de Algemene Bankvoorwaarden hebben voorwaarden die door een buitenlandse vestiging van de bank worden gebruikt bovendien voorrang op de Algemene Bankvoorwaarden. Natuurlijk kunnen de betreffende buitenlandse voorwaarden ook regels ten aanzien van het doorbelasten van beslagkosten bevatten. Of dit in elke jurisdictie het geval zal zijn, is echter de vraag. 37 L.P. Broekveldt, Derdenbeslag, Kluwer: Deventer 2003, p Tekst & Commentaar bij art. 479 Rv en Vzngr Rb Den Haag 17 november 2010, LJN BO In die zin: Rb Almelo 24 september 2008, LJN BG Groene Serie Privaatrecht, aant. 2 bij art. 479 Rv. Over de auteur Mr. J.M. Atema is advocaat bij DLA Piper Nederland N.V. 41 Anonieme wenk bij Rb. Rotterdam 25 november 1988, V-N 1989/ SDU UITGEVERS / NUMMER 6, SEPTEMBER 2012 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Op de rekeningen van Consument en haar echtgenoot

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Plaats in het systeem van de wet Boek 2, titel 2 (gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V. BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.) Inleiding Het artikel van Vriesendorp in WPNR 2001/6455

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74062

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

De herschikking van Brussel I, kansen voor extraterritoriaal conservatoir (derden)beslag?

De herschikking van Brussel I, kansen voor extraterritoriaal conservatoir (derden)beslag? De herschikking van Brussel I, kansen voor extraterritoriaal conservatoir (derden)beslag? mw. mr. P.m. vos Het voorstel van de Europese Commissie voor de herschikking van Brussel I behelst omvangrijke

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Robeco Direct N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Robeco Direct N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-183 d.d. 10 juni 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie

Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak

Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak MR. J.A.C.VAN VEERSEN Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak niet. Nog niet opgevraagd krediet bij een bank is niet vatbaar voor (derden)beslag. Ook als de beslagdebiteur ná het beslag een betalingsopdracht

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37719

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

38. Opheffing en herleving van conservatoire beslagen

38. Opheffing en herleving van conservatoire beslagen 38. Opheffing en herleving van conservatoire beslagen MR. S.N.J. PUTTER Dit artikel gaat in op de gevolgen van een herleefd beslag waarvan sprake kan zijn nadat een beslag eerder uitvoerbaar bij voorraad

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JUNI 2006 C.05.0370.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0370.N FORTIS BANK, naamloze vennootschap, met zetel te 1000 Brussel, Warandeberg 3, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Pierre van

Nadere informatie

Derdenbeslag in internationaal perspectief

Derdenbeslag in internationaal perspectief Derdenbeslag in internationaal perspectief Bouke Boersma en Nicole van den Heuvel Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, februari 2009, p. 113-122 1. Inleiding In het internationale rechtsverkeer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013 Gegevens failliet : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Walraven Groep B.V., tevens handelend onder de namen Walraven, Walraven

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

ECLI:NL:RBROT:2017:5084 ECLI:NL:RBROT:2017:5084 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 03-07-2017 Zaaknummer C/10/511503 HA ZA 16-981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr. AH 1471 2018Z24098 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1202 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1360 1 Kent u het bericht Bedrijven lamleggen met beslag

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74159

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Een jongetje van 4 jaar oud wordt door een pitbull terriër in het gezicht en in de arm gebeten. Zijn

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 9 Datum: 13 januari 201 5

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 9 Datum: 13 januari 201 5 W/11111 80741 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 9 Datum: 13 januari 201 5 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap Confess B.V. Robijnstraat 64-68 1812 RB Alkmaar Nummer faillissement : F 14/12/87 Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

EXECUTIE EN VERREKENING

EXECUTIE EN VERREKENING EXECUTIE EN VERREKENING Geregeld komt het in familiezaken voor dat in het dictum van de uitspraak niet het bedrag wordt genoemd dat de één aan de ander verschuldigd is. Vaak gebeurt dit in verdelingszaken

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-293 (mr. drs. S.F. van Merwijk, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. L. van Berkum, leden en mw. mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: ****** Datum uitspraak: 7 augustus 2015 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:4320

ECLI:NL:RBROT:2016:4320 ECLI:NL:RBROT:2016:4320 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-06-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer C/10/491474 / HA ZA 15-1264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 20 mei 2003 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 233.2002 van: [ ], wonende te [ ], klager,

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-372 d.d. 13 december 2013 (mr. R.J. Paris, voorzitter, waarbij mr. F. Faes, secretaris) Samenvatting Consument houdt een betaal- en spaarrekening

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383 EJEA 16-186 ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak23-11-2016 Datum publicatie21-12-2016 ZaaknummerC/09/521602 KG ZA 16/1383 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Vonnis in incident van in de zaak van de stichting STICHTING DE THUISKOPIE, gevestigd te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Executie van het retentierecht

Executie van het retentierecht Executie van het retentierecht mr. Jacob Henriquez mr. Teije van Dijk AKD Aangeboden door WEKAbouw Kennisbank Contracteren in de bouw www.weka-bouw.nl @2011 Weka Uitgeverij B.V. - 1 - Inleiding Het retentierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192 ECLI:NL:RBOVE:2017:1192 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-02-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer C/08/198490 / KG ZA 17-54 Formele relaties Einduitspraak: ECLI:NL:RBOVE:2017:1199

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Commissie cassatie in het belang der wet

Commissie cassatie in het belang der wet Advies aan de P-G d.d. 29 maart 2012 verslag over de tweede periode Commissie cassatie in het belang der wet Edelhoogachtbare heer Fokkens, De commissie cassatie in het belang der wet heeft het genoegen

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I Prof. mr. A.W. Jongbloed Executierecht Kluwer a Wotters Kluwer business Kluwer - Deventer 20t I INHOUD Voorwoord / V 1 Inleiding. Executoriale titels. Enkele algemene regels van executierecht /1 1.1 Inleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 26-08-2014 Datum publicatie 11-12-2014 Zaaknummer 200.125.414-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-685 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 april 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891

zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 Vonnis in kort geding van 17 november 2010 in de zaak van 1. de vennootschap onder firma DIGI-D, gevestigd

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 16-08-2007 Datum publicatie 06-11-2007 Zaaknummer 87248 - KG ZA 07-191 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. A.C. Bek, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. A.C. Bek, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-281 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. A.C. Bek, secretaris) Klacht ontvangen op : 4 augustus 2017 Ingediend door : Consument Tegen : ABN

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in incident van in de zaak van 1. de vennootschap naar buitenlands recht SAMSUNG ELECTRONICS CO. LTD, gevestigd te Gyeonggi-do,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA vonnis AFSCHRIFT RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/574449 I HA ZA 14-1008 Vonnis van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht ORASURE TECHNOLOGIES, INC.,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

VOLSTORTING VAN AANDELEN BIJ OPRICH- TING BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NE- DERLANDS RECHT

VOLSTORTING VAN AANDELEN BIJ OPRICH- TING BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NE- DERLANDS RECHT VOLSTORTING VAN AANDELEN BIJ OPRICH- TING BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NE- DERLANDS RECHT PAS OP VOOR AANSPRAKELIJKHEID! Bij faillissement van een kapitaalvennootschap naar Nederlands recht, onderzoekt de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant

Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant M r. J. M. A t e m a e n m r. E. C. N e t t e n * 1 Inleiding Op 25 juli 2011 heeft de Europese Commissie een conceptverordening (hierna: Vo) gepubliceerd inzake

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-144 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-09-2011 Datum publicatie 14-09-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 497590 / KG ZA 11-1292 MvW/JWR

Nadere informatie

Robijnstraat RB Alkmaar. : mr. M. Wouters E ,-- (geconsolideerd) Saldo Spaarrekening: ,21. Totaal:

Robijnstraat RB Alkmaar. : mr. M. Wouters E ,-- (geconsolideerd) Saldo Spaarrekening: ,21. Totaal: S CH EN KEVELD,"advoca te n 80741 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 12 Datum: 14 september 201 6 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap Confesso B.V. Robijnstraat 64-68 1812 RB Alkmaar Nummer faillissement

Nadere informatie

De Administratieplicht

De Administratieplicht De Administratieplicht 13 april 2010 Karen Harmsen Inleiding Aandacht voor administratieplicht in de zin dat wordt gekeken naar de vraag wat daaronder (minimaal) moet worden verstaan Relevant in verband

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Volgens het overgangrecht blijven de huidige regels gelden als voor de datum van inwerkingtreding de executie is aangezegd

Volgens het overgangrecht blijven de huidige regels gelden als voor de datum van inwerkingtreding de executie is aangezegd Wetsvoorstel 33484 inzake executieveilingen goedgekeurd De Eerste Kamer heeft recentelijk ingestemd met het wetsvoorstel 33484 tot verbetering van de executieveilingen van onroerende zaken. Hierdoor zullen

Nadere informatie

: coöperatieve Rabobank Emmen-Coevorden U.A., gevestigd te Emmen, verder te noemen de Bank

: coöperatieve Rabobank Emmen-Coevorden U.A., gevestigd te Emmen, verder te noemen de Bank Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-411 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. S.F. van Merwijk en mr. S. Riemens en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 maart

Nadere informatie