Micro Motion F-serie-sensor
|
|
- Floris Bogaert
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Installatiehandleiding P/N , Rev. C September 2007 Micro Motion F-serie-sensor Installatiehandleiding
2
3 Voordat u begint Voordat u begint Deze handleiding beschrijft de installatie van een Micro Motion F-serie-sensor. Deze handleiding bevat de volgende informatie: Klantenservice pagina 1 Definities pagina 2 Installatie in Europa pagina 2 Opties voor installatie pagina 2 Installatiestappen Kiezen van de montagelocatie pagina 8 Montagestand van de sensor pagina 12 Montage van de sensor pagina 13 Bedrading pagina 15 Aarding pagina 19 Aanvullende informatie Drukspecificaties bij hoge temperaturen pagina 19 Spoelaansluitingen pagina 20 Retourneringsbeleid pagina 22 Klantenservice Bel voor technische assistentie de afdeling klantenservice van Micro Motion: In de VS, tel MASS ( ) (gratis) In Canada en Latijns-Amerika, tel (VS) In Azië: - In Japan, tel In andere landen, tel (Singapore) In Europa: - In het Verenigd Koninkrijk, tel (gratis) - In andere landen, tel. +31 (0) (Nederland) Klanten buiten de VS kunnen de klantenservice van Micro Motion ook en via International.MMISupport@EmersonProcess.com. Probleemoplossing Raadpleeg de handleiding over configuratie en gebruik van de transmitter voor hulp bij het zoeken naar storingen. 2007, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE en ProLink zijn gedeponeerde handelsmerken en MVD en MVD Direct Connect zijn handelsmerken van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. Micro Motion is een gedeponeerd handelsmerk van Micro Motion, Inc., Boulder, CO, VS. De logo s Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken en servicemerken van Emerson Electric Co. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun betreffende eigenaars. Installatie sensor: F-serie 1
4 Voordat u begint Specificaties De volledige productspecificaties zijn te vinden in het productspecificatieblad (product data sheet) van de F-serie dat verkrijgbaar is via de Micro Motion-website op Definities De term MVD -transmitter heeft betrekking op de volgende transmittermodellen: Model 1500, 1700, 2500 en 2700 Model 3500 en 3700 De term hoge-temperatuursensor heeft betrekking op de volgende F-seriemodellen: F025A en F025B F050A en F050B F100A of F100B De term extreem hoge-temperatuursensor heeft betrekking op de volgende F-seriemodellen: F025C en F025E F050C en F050E F100C en F100E Installatie in Europa Dit Micro Motion-product voldoet aan alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EU-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit product. De EU-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen plus de volledige Tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via internet op of via de klantenservice van uw plaatselijke Micro Motion-vestiging. Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Pressure Equipment Directive (Richtlijn drukapparatuur) is te vinden op internet op Opties voor installatie De F-serie-sensor maakt deel uit van een Coriolis-flowmeter. Het andere deel van de flowmeter is een transmitter. F-serie-sensoren zijn verkrijgbaar met de volgende elektronische aansluitingen: Een integrale kernprocessor voor aansluiting naar een op afstand gemonteerde vieraderige transmitter of door de gebruiker te leveren host (afbeelding 1). Een integrale transmitter, model 1700 of 2700 (afbeelding 2). Een 9-draads aansluitdoos voor aansluiting op een extern gemonteerde transmitter of kernprocessor (zie afbeelding 3). Een integraal gemonteerde IFT9701-transmitter (afbeelding 4). De modellen voor hoge en extreem hoge temperatuur hebben een flexibele doorvoerbuis waarop een transmitter van het model 1700/2700, een kernprocessor of een aansluitdoos gemonteerd kunnen worden (afbeelding 5). 2 Installatie sensor: F-serie
5 Voordat u begint Afbeelding 1 F-serie-sensor met kernprocessor kalibratieplaatje kernprocessorbehuizing goedkeuringsplaatje pijl stroomrichting procesaansluiting sensor met spoelaansluitingen spoelaansluiting kernprocessorbehuizing spoelaansluiting goedkeuringsplaatje kalibratieplaatje Installatie sensor: F-serie 3
6 Voordat u begint Afbeelding 2 F-serie sensor met geïntegreerd gemonteerde Model 1700/2700 transmitter Model 1700/2700 transmitter kernprocessorbehuizing kalibratieplaatje goedkeuringsplaatje procesaansluiting pijl stroomrichting sensor met spoelaansluitingen Model 1700 of 2700 transmitter spoelaansluiting spoelaansluiting goedkeuringsplaatje kalibratieplaatje 4 Installatie sensor: F-serie
7 Voordat u begint Afbeelding 3 F-serie-sensor met aansluitdoos aansluitdoos goedkeuringsplaatje kalibratieplaatje procesaansluiting pijl stroomrichting sensor met spoelaansluitingen spoelaansluiting aansluitdoos spoelaansluiting goedkeuringsplaatje kalibratieplaatje Installatie sensor: F-serie 5
8 Voordat u begint Afbeelding 4 F-serie-sensor met geïntegreerd gemonteerde IFT9701-transmitter Model IFT9701-transmitter kalibratieplaatje procesaansluiting goedkeuringsplaatje pijl stroomrichting sensor met spoelaansluitingen Model IFT9701-transmitter spoelaansluiting spoelaansluiting goedkeuringsplaatje kalibratieplaatje 6 Installatie sensor: F-serie
9 Voordat u begint Afbeelding 5 F-serie-sensor voor hoge temperatuur of extreem hoge temperatuur met buigzame doorvoerbuis transmitter, kernprocessor of aansluitdoos (kernprocessor afgebeeld) flexibele doorvoerbuis goedkeuringsplaatje kalibratieplaatje procesaansluiting pijl stroomrichting Installatie sensor: F-serie 7
10 Kiezen van de montagelocatie Stap 1 Kiezen van de montagelocatie Kies een locatie voor de sensor op basis van de eisen die zijn omschreven in dit hoofdstuk. De volgende algemene richtlijnen kunnen u helpen bij het kiezen van een geschikte locatie voor de sensor. Volle flowbuizen Voor een optimale werking moeten de sensorbuizen met procesvloeistof gevuld blijven. Installatie in explosiegevaarlijke omgevingen Controleer of de explosiegevaarlijke omgeving die is aangegeven op het goedkeuringslabel op de sensor overeenstemt met de omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd (zie afbeelding 1 5). Raadpleeg de van toepassing zijnde documentatie van Micro Motion over installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid vereist is. Deze documentatie wordt meegeleverd met de sensor of is verkrijgbaar via de Micro Motion website op Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijke omgeving kan een explosie veroorzaken. Raadpleeg bij installatie in een explosiegevaarlijke omgeving de goedkeuringsinstructies van Micro Motion, die zijn meegeleverd bij het product en tevens te vinden zijn op de website van Micro Motion. Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa dient u norm EN te raadplegen als er geen landelijke normen van toepassing zijn. Omgevingslimieten De grenswaarden voor de omgevings- en procestemperatuur staan aangegeven in afbeelding 6 en 7: Zie afbeelding 6 voor andere modellen van de F-serie-sensor dan die voor hoge temperatuur en extreem hoge temperatuur. Zie afbeelding 7 voor F-serie-sensoren voor hoge en extreem hoge temperatuur. 8 Installatie sensor: F-serie
11 Kiezen van de montagelocatie Afbeelding 6 Grenswaarden voor omgevings- en procestemperatuur voor F-serie-sensoren (alle modellen behalve de modellen voor hoge en extreem hoge temperatuur) 80 (176) Monteer elektronica op afstand; gebruik aansluitdoos 60 (140) 70 (158) Omgevingstemperatuur van kernprocessor of transmitter in C ( F) 40 (104) 20 (68) 0 (32) 20 ( 4) 40 ( 40) 60 ( 76) 80 ( 112) Monteer elektronica op afstand; gebruik aansluitdoos 33 (91) 100 ( 148) 100 ( 148) 80 ( 112) 60 ( 76) 40 ( 40) 20 ( 4) 0 (32) 20 (68) 40 (104) 60 (140) 80 (176) 100 (212) 120 (248) Maximale procestemperatuur in C ( F) 140 (284) 160 (320) 180 (356) 200 (392) Opmerkingen: 1. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 40 C ( 40 F), moet een kernprocessor worden verwarmd om de lokale omgevingstemperatuur te verhogen tot tussen 40 C ( 40 F) en +60 C (+140 F). Langetermijnopslag van elektronica bij omgevingstemperaturen beneden 40 C ( 40 F) is niet raadzaam. 2. De temperatuurgrenswaarden kunnen verder beperkt worden door de goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgevingen. 3. Met het optionele temperatuurverlengstuk kan de sensorbehuizing worden geïsoleerd zonder dat de transmitter, kernprocessor of aansluitdoos worden afgedekt; dit is niet van invloed op de temperatuurwaarden. Installatie sensor: F-serie 9
12 Kiezen van de montagelocatie Afbeelding 7 Grenswaarden voor omgevings- en procestemperatuur voor F-serie-sensor (modellen voor hoge en extreem hoge temperaturen) 80 (176) 60 (140) Omgevingstemperatuur van kernprocessor of transmitter in C ( F) 40 (104) 20 (68) 0 (32) 20 ( 4) 40 ( 40) 60 ( 76) 80 ( 112) Modellen hoge temp. Modellen extreem hoge temp. Monteer elektronica op afstand; gebruik aansluitdoos 100 ( 148) 100 ( 150) 0 (32) 100 (212) 200 (392) 300 (572) 350 (662) 400 (752) 427 (800) 500 (932) Maximale procestemperatuur in C ( F) Opmerkingen: 1. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 40 C ( 40 F), moet een kernprocessor worden verwarmd om de lokale omgevingstemperatuur te verhogen tot tussen 40 C ( 40 F) en +60 C (+140 F). Langetermijnopslag van elektronica bij omgevingstemperaturen beneden 40 C ( 40 F) is niet raadzaam. 2. De temperatuurgrenswaarden kunnen verder beperkt worden door de goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgevingen. In goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgeving kunnen aanvullende beperkingen worden gesteld aan de omgevings- en procestemperatuur. Zie voor de ATEX-classificatie T de ATEX-documentatie die meegeleverd wordt met de sensor of beschikbaar is via de Micro Motion website op Ook de IECEx- en NEPSI-goedkeuringen gebruiken de ATEX-classificatie T. De UL en CSA grenswaarden voor omgevingstemperatuur staan vermeld in Tabel 1. Tabel 1 UL en CSA grenswaarden voor omgevingstemperatuur Sensormodel Elektronica C F UL F025, F050, F100, F200 Aansluitdoos of 20 tot tot +104 IFT9701-transmitter CSA Alle modellen, behalve die voor Aansluitdoos +60 maximum +140 maximum hoge of extreem hoge temperatuur IFT9701-transmitter Kernprocessor of 40 tot tot +140 Model 1700/2700-transmitter Modellen voor hoge of extreem hoge temperatuur Alle opties 40 tot tot Installatie sensor: F-serie
13 Kiezen van de montagelocatie Maximale lengten bedrading Als de transmitter op afstand van de transmitter wordt gemonteerd, is de maximale afstand tussen de sensor en de transmitter afhankelijk van de soort kabel. Zie Tabel 2. Houd bij hoge-temperatuur en extreem-hoge-temperatuur sensoren van de F-serie rekening met het volgende: Bij sensoren met een transmitter van het Model 1700/2700 wordt de transmitter geacht ingebouwd te zijn in de sensor en geldt Tabel 2 daarom niet. Bij sensoren met een aansluitdoos of kernprocessor gelden de grenswaarden in Tabel 2 alleen voor de bedrading tussen de aansluitdoos of kernprocessor en een op afstand gemonteerde transmitter. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met de lengte van de flexibele doorvoerbuis waarop de aansluitdoos of kernprocessor is gemonteerd. Tabel 2 Maximale kabellengten Kabeltype Koperdoorsnede Maximale lengte Micro Motion 9-aderig naar een MVD-transmitter of Niet van toepassing 20 meter (60 ft) kernprocessor Micro Motion 9-aderig naar alle andere transmitters Niet van toepassing 300 meter (1000 ft) Micro Motion 4-aderig Niet van toepassing 300 meter (1000 ft) Door gebruiker geleverd, 4-aderig Voedingsbedrading (V d.c.) 0,35 mm 2 (22 AWG) 90 meter (300 ft) 0,5 mm 2 (20 AWG) 150 meter (500 ft) 0,8 mm 2 (18 AWG) 300 meter (1000 ft) Signaalbedrading (RS-485) 0,35 mm 2 (22 AWG) of groter 300 meter (1000 ft) Pijpleiding Voor Micro Motion-sensoren is stroomopwaarts of stroomafwaarts van de sensor geen rechte pijplengte vereist. Kleppen Nadat de sensor en de transmitter zijn geïnstalleerd, moet u de nulinstellingsprocedure uitvoeren. Tijdens het instellen van het nulpunt moet de flow door de sensor gestopt zijn en moeten de sensormeetbuizen geheel gevuld zijn met procesvloeistof. Aanbevolen wordt om een afsluitklep stroomafwaarts van de sensor te monteren om de flow te stoppen tijdens de nulinstellingsprocedure. Zie voor meer informatie over de nulpuntsinstelling de instructiehandleiding die met de transmitter is meegeleverd. Installatie sensor: F-serie 11
14 Montagestand van de sensor Stap 2 Montagestand van de sensor De sensor functioneert goed in elke stand, mits de sensormeetbuizen met procesvloeistof gevuld blijven. Micro Motion raadt aan om F-serie-sensoren te installeren zoals afgebeeld in afbeelding 8. Afbeelding 8 Aanbevolen montagestanden sensor gassen buizen omhoog horizontale leiding vloeistoffen buizen omlaag horizontale leiding slurry s en zelf-afvloeiende toepassingen vlagtype-montage verticale leiding flow Zelfdrainerende toepassingen De F-serie-sensor is zelfdrainerend als hij in een verticale pijpleiding geïnstalleerd wordt (zie afbeelding 8). Voor CIP-toepassingen wordt gebruik aanbevolen van de algemeen aanvaarde stroomsnelheid van ten minste 1,5 m/s voor het schoonmaken van de sensor. Pijl stromingsrichting Op de sensor is een stroomrichtingspijl aangebracht (zie afbeelding 1 en 5) om u te helpen de transmitter voor de stromingsrichting te configureren. Installeer de sensor zo mogelijk in een stand waarbij de stroomrichtingspijl op de sensor de werkelijke stroomrichting van de vloeistof aangeeft. Verticale leiding Als de sensor wordt geïnstalleerd in een verticale pijpleiding, moeten vloeistoffen en slurry s omhoog stromen door de sensor. Gassen kunnen omhoog of omlaag stromen. 12 Installatie sensor: F-serie
15 Montage van de sensor Stap 3 Montage van de sensor Gebruik beproefde werkmethoden om de torsie- en buigbelasting op procesaansluitingen tot een minimum te beperken. In afbeelding 9 ziet u hoe de sensor gemonteerd wordt. Om de kans op condensatie of overmatig vocht te verkleinen, is het beter de doorvoeropening (zo mogelijk) niet omhoog te richten. De doorvoeropening van de aansluitdoos of kernprocessor kan vrijelijk worden gedraaid om het bedraden te vergemakkelijken. Afbeelding 9 Montage van een F-serie-sensor Installatie sensor: F-serie 13
16 Montage van de sensor Montage van de elektronica van sensoren voor hoge of extreem hoge temperatuur F-serie-sensoren voor hoge of extreem hoge temperatuur worden geleverd met een vooraf geïnstalleerde flexibele doorvoerbuis van 812 mm (32 in.). Deze doorvoerbuis is vereist voor certificering. Een door de fabriek geleverde transmitter van Model 1700/2700, kernprocessor of aansluitdoos is aangesloten op het uiteinde van de flexibele doorvoerbuis. Monteer de elektronica op een wand of instrumentstaaf met de meegeleverde steun (afbeelding 10). Afbeelding 10 Montage elektronica F-serie-sensor voor hoge temperatuur Montagesteun (wandmontage) Montagesteun (instrumentstaaf) Gebruik vier 8 mm (5/16 in.) bouten om de steun aan een wand te bevestigen Gebruik twee 8 mm (5/16 in.) U-bouten om de steun aan een instrumentstaaf te bevestigen Schuif de elektronica in de gleuf in de steun. Bevestig de elektronica op de steun met de vier meegeleverde nr. 10 schroeven. 14 Installatie sensor: F-serie
17 Bedrading Stap 4 Bedrading Onjuist verzegelde behuizingen kunnen de elektronica blootstellen aan vocht, wat kan leiden tot meetfouten of een storing in de flowmeter. Inspecteer alle pakkingen en O-ringen en vet ze in. Sluit alle behuizingsdeksels en openingen van de doorvoerbuis volledig en draai ze aan. Opties voor installatie De sensor wordt in één van onderstaande elektronicaconfiguraties geleverd: Een integrale transmitter van Model 1700/2700 of IFT9701. Tussen de sensor en de transmitter hoeft geen bedrading te worden gelegd. Ga direct door naar Aarding op pagina 19. Een kernprocessor naar een 4-aderige transmitter op afstand (4-aderige kabel vereist); zie Kernprocessor naar een 4-aderige transmitter op afstand hieronder. Een kernprocessor naar een externe host (4-aderige kabel vereist); raadpleeg de Installatiehandleiding voor de Micro Motion MVD Direct Connect Flowmeter. Een aansluitdoos naar een 9-aderige externe transmitter (9-aderige kabel vereist); zie Aansluitdoos naar een op afstand gemonteerde 9-aderige transmitter of kernprocessor op pagina 18. Kernprocessor naar een 4-aderige transmitter op afstand Voer onderstaande stappen uit voor het aansluiten van de 4-aderige kabel tussen de kernprocessor en de transmitter. 1. Hanteer één van de onderstaande methodes voor het afschermen van de bedrading van de kernprocessor naar de transmitter: Als u onafgeschermde bedrading installeert in een ononderbroken metalen leiding die de ingesloten bedrading over 360 afschermt, gaat u verder op pagina 17 (stap 6 van de bedradingsprocedure). Als u een door de gebruiker geleverde kabelwartel installeert met afgeschermde of gewapende kabel, sluit u de afschermingen aan in de kabelwartel. Sluit zowel de gevlochten bewapening als de aarddraden aan in de kabelwartel. Sluit de aarddraden nooit aan op de inwendige massaschroef van de kernprocessor. Ga naar pagina 17 (stap 6 van de bedradingsprocedure). Als u een door Micro Motion geleverde kabelwartel installeert op de behuizing van de kernprocessor: - maak de kabel gereed en breng de afgeschermde krimpkous aan zoals hieronder omschreven. De afgeschermde krimpkous vormt een eindaansluiting van de afscherming, geschikt voor gebruik in de wartel als de afscherming van uw kabel bestaat uit folie en niet uit een vlechtwerk. Ga verder naar stap 2 van de bedradingsprocedure, hieronder. - Bij gewapende kabels met gevlochten afscherming maakt u de kabel gereed zoals hieronder omschreven, echter zonder krimpkous aan te brengen. Ga verder naar stap 2 van de bedradingsprocedure, hieronder. 2. Haal het deksel van de behuizing van de kernprocessor. 3. Schuif de wartelmoer en het klemstuk over de kabel. Installatie sensor: F-serie 15
18 Bedrading Afbeelding 11 Micro Motion-kabelwartel en krimpkous 114 mm (4 1/2 in.) 19 mm (3/4 in.) wartelmoer wartelklemstuk 22 mm (7/8 in.) 22 mm (7/8 in.) afgeschermde krimpkous wartelhuis 4. Voor aansluiting op de kernprocessorbehuizing maakt u afgeschermde kabel als volgt gereed (voor gewapende kabel slaat u stap d, e, f en g over): a. Strip 114 mm (4 1/2 in) van de kabelmantel. b. Verwijder de transparante omhulling in de kabelmantel en het vulmateriaal tussen de draden. c. Verwijder de folieafscherming rond de geïsoleerde draden tot er nog 19 mm (3/4 in) folie of vlechtwerk en aarddraden zichtbaar is en scheid de draden. d. Wikkel de afgeschermde aarddraad/-draden twee keer rond de blootliggende folie. Knip de overtollige draad af. Afbeelding 12 Omwikkelen van de aarddraden van de afscherming e. Schuif de afgeschermde krimpkous over de blanke aarddraad/-draden. De kous moet de aarddraden helemaal bedekken. f. Verhit de kous (120 C [250 F]) om deze te laten krimpen maar verbrand de kabel niet. 16 Installatie sensor: F-serie
19 Bedrading Afbeelding 13 Aanbrengen krimpkous g. Breng het klemstuk zodanig aan dat het binnenste uiteinde gelijk ligt met de krimpkous. h. Vouw de afscherming van textiel of de gevlochten afscherming met aarddraden over het klemstuk, ongeveer 3 mm (1/8 in.) voorbij de O-ring. Afbeelding 14 Vouwen textielafscherming i. Breng het wartelhuis aan in de doorvoeropening van de kernprocessorbehuizing. Afbeelding 15 Wartelhuis en kernprocessorbehuizing 5. Steek de draden door het wartelhuis en zet de wartel in elkaar door de wartelmoer vast te draaien. Laat desgewenst voldoende kabel binnenin de kernprocessorbehuizing zitten om de behuizing te kunnen draaien zonder de draden te beschadigen. 6. Ga na welke draden de 4-aderige kabel bevat. De 4-aderige kabel die door Micro Motion wordt geleverd, bestaat uit één paar draden van 0,80 mm 2 (18 AWG) (rood en zwart), die moeten worden gebruikt voor de gelijkspanningsaansluiting, en één paar draden van 0,35 mm 2 (22 AWG) (groen en wit), voor de RS-485-aansluiting. Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven op de kernprocessor (afbeelding 16). Installatie sensor: F-serie 17
20 Bedrading Afbeelding 16 Draden aansluiten op de kernprocessor Aansluitpunt 1 Voeding + (rode draad) Aansluitpunt 4 RS-485B (groene draad) Aansluitpunt 2 Voeding (zwarte draad) Aansluitpunt 3 RS-485A (witte draad) Inwendige massaschroef kernprocessorbehuizing Voor verbinding met de massa (Als de kernprocessor niet via de sensorleiding kan worden geaard en massaverbindingen volgens plaatselijke voorschriften inwendig moeten worden gemaakt.) Sluit geen massadraden van de afscherming aan op deze klem 7. Breng het deksel op de behuizing van de kernprocessor aan en zet het vast. 8. Aanvullende bedradingsinstructies voor de transmitter zijn te vinden in de handleiding van de transmitter. NB: Aard de 4-aderige kabelafscherming en de aarddraad/-draden van de afscherming nooit af bij de transmitter. Aansluitdoos naar een op afstand gemonteerde 9-aderige transmitter of kernprocessor Volg onderstaande stappen voor het aansluiten van de 9-aderige kabel tussen de sensor en de transmitter of kernprocessor. 1. Maak de kabel gereed en installeer deze volgens de instructies in de Installatiegids voor voorbereiding en installatie van de 9-aderige flowmeterkabel van Micro Motion. 2. Steek de gestripte uiteinden van elk van de draden in de klemmenblokken. Er mogen geen blanke draden bloot blijven liggen. 3. Zorg dat de kleuren van de draden overeenkomen. Zie de transmitterdocumentatie voor het bedraden bij de transmitter of kernprocessor op afstand. 4. Draai de schroeven aan om de aders op hun plaats te houden. 5. Controleer of de pakkingen goed aansluiten en draai dan het deksel van de aansluitdoos en alle deksels van de transmitter- en kernprocessorbehuizing stevig vast en dicht ze af. 18 Installatie sensor: F-serie
21 Aarding Stap 5 Aarding De sensor kan via de pijpleiding geaard worden als de naden van de leiding met aarde verbonden zijn. Als de sensor niet via de pijpleiding wordt geaard, sluit u een aarddraad aan op de inwendige of uitwendige aardschroef op de kernprocessorbehuizing of aansluitdoos. Een ondeugdelijke aarding kan leiden tot meetfouten. Verbind de flowmeter met massa of houd u aan de vereisten voor het aardnet van de locatie. Als er geen landelijke normen van kracht zijn, houdt u zich aan onderstaande richtlijnen bij de aarding van de sensor: Gebruik voor het aarden koperdraad van 2,0 mm² (14 AWG) of dikker. Houd alle aarddraden zo kort mogelijk; minder dan 1 ohm weerstand. Verbind de aarddraden rechtstreeks met de aarde of houd u aan de normen van de fabriek. Drukspecificaties bij hoge temperaturen Tabel 3 vermeldt de drukspecificaties voor F-serie-sensoren bij hoge temperaturen. Tabel 3 Drukspecificaties bij hoge temperaturen voor de F-serie EN-1092 flens PN Type Facing Omschrijving ASTMmateriaal gelaste nek gelaste nek 100/ gelaste nek 40 32/02 overlapverbinding B1 & D Flens, EN PN40 vorm B1 & D (316) B2 & D Flens, EN PN100 vorm B2 & D (316) B2 Flens, EN PN100/160 vorm B2 (316) B1 Flens, EN PN40 vorm B1 (overlapverbinding) Drukspecificatie (bar) <50 C 100 C 150 C 200 C 250 C 300 C 350 C 400 C 427 C 1. Drukspecificatie beperkt door flens (voor 316 sensorbuizen). 2. Drukspecificatie beperkt door sensorbuis voor sensortype F025S, F050S, F050A, F050C. 3. Drukspecificatie beperkt door flens voor sensortype F025A, F025C, F025P, F050P. 4. Drukspecificatie beperkt door flens (voor sensorbuizen van C-22 legering). Opmerking ,0 40,0 36,3 33,7 31,8 29,7 28,5 27,4 26, ,0 100,0 90,9 84,2 79,5 74,2 71,4 68,5 67, ,0 100,0 90,9 84,2 79,5 74,2 71,4 68,5 67, ,0 160,0 145,5 134,8 127,2 118,8 114,2 109,7 107,8 3 C-22 kraag/304 flens 40,0 34,4 30,8 28,0 26,0 24,1 23,0 22,0 21,4 4 Installatie sensor: F-serie 19
22 Spoelaansluitingen Spoelaansluitingen Als de sensor is uitgevoerd met spoelaansluitingen, moeten deze altijd afgesloten blijven. Nadat een spoelplug is verwijderd, moet de sensorbehuizing worden doorgeblazen met argon of stikstof en opnieuw worden afgedicht. Het doorblazen van de behuizing beschermt de inwendige onderdelen. In de fabriek is alle zuurstof uit de sensor verwijderd en werd deze luchtdicht afgesloten. Als de spoelpluggen nooit zijn verwijderd, is doorblazen of opnieuw afdichten van de sensor niet nodig. Neem voor nadere informatie contact op met de afdeling klantenservice van Micro Motion. Een spoelplug verwijderen Als een spoelplug uit de sensorbehuizing wordt verwijderd, zal de behuizing opnieuw moeten worden doorgeblazen. Als u een spoelplug verwijdert, heeft dat gevolgen voor de secundaire behuizing van de sensor en kan de gebruiker in contact komen met procesvloeistof. Tref bij het verwijderen van spoelpluggen alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. Wanneer de sensorbehuizing verkeerd op druk gebracht wordt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel. Na het verwijderen van een spoelplug moet de sensorbehuizing worden doorgeblazen met een droog inert gas. Houd u aan alle instructies van de doorblaasprocedure voor de behuizing. Doorblaasprocedure behuizing Neem eerst alle instructies door voordat u de doorblaasprocedure voor de behuizing uitvoert. U hoeft deze procedure alleen uit te voeren nadat een spoelplug is verwijderd. 1. Schakel het proces uit, of zet de regelapparatuur op handmatige bediening. Als u de doorblaasprocedure uitvoert terwijl de flowmeter in werking is, kan dit de meetprecisie beïnvloeden en wordt het flowsignaal mogelijk negatief beïnvloed. Schakel het proces uit voordat u de doorblaasprocedure uitvoert of zet de regelapparatuur op handmatige bediening. 2. Verwijderen beide spoelpluggen uit de sensorbehuizing. Als de doorblaasleidingen in gebruik zijn, opent u de klep in de leidingen. 3. Maak de spoelpluggen gereed voor herplaatsing door ze te omwikkelen met 3 tot 5 wikkelingen Teflon -tape. 4. Sluit de stikstof- of argongastoevoer aan op de ingaande doorblaasaansluiting of open de inlaat van de doorblaasleiding. Laat de afvoeraansluiting open. Pas op dat er geen vuil, vocht, roestdeeltjes of andere verontreinigingen in de sensorbehuizing terecht kunnen komen. Als het doorblaasgas zwaarder is dan lucht (bijvoorbeeld argon), plaats de toevoer dan lager dan de afvoer, zodat het doorblaasgas de lucht van onderen naar boven verplaatst. Als het doorblaasgas lichter is dan lucht (zoals stikstof), plaats de toevoer dan hoger dan de afvoer, zodat het doorblaasgas de lucht van boven naar beneden verplaatst. 5. Zorg dat er een gasdichte afdichting is tussen de toevoeraansluiting en de sensorbehuizing, zodat er geen lucht naar de behuizing of doorblaasleiding wordt aangezogen tijdens het doorblaasproces. 6. De doorblaasperiode is de tijd die nodig is voor een volledige vervanging van lucht door inert gas. Deze periode is voor elke sensormaat anders. Zie Tabel 4. Als er doorblaasleidingen worden gebruikt, verleng dan de doorblaasperiode om ook het bijkomende volume van de leiding te vullen. 20 Installatie sensor: F-serie
23 Spoelaansluitingen 7. Breng de sensorbehuizing niet onder druk. Sluit na de juiste tijd de gastoevoer af en dicht dan direct de doorblaasafvoer- en toevoerverbindingen met de spoelpluggen af. Als de druk binnenin de behuizing tijdens de bewerking hoger wordt dan de atmosferische druk, dan zal de kalibratie voor soortelijke massa van de flowmeter niet langer accuraat zijn. Tabel 4 Tijd voor het legen van de F-serie-sensorkasten Sensormodel Doorblaassnelheid l/uur (ft 3 /hr) Tijd (1) minuten F (20) 4 1/2 F (20) 4 1/2 F (20) 6 F (20) 15 F (20) 25 (1) Als er afvoerleidingen gebruikt worden, moet u de leegtijd verlengen om het extra volume te vullen. 8. Zorg dat de afdichtingen van de spoelaansluiting gasdicht zijn, zodat er geen lucht wordt aangezogen in de sensorbehuizing. Installatie sensor: F-serie 21
24 Retourneringsbeleid Retourneringsbeleid Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Micro Motion worden aangehouden. Deze procedures garanderen dat aan de eisen van de transportsector wordt voldaan en helpen een veilige werkomgeving te creëren voor medewerkers van Micro Motion. Als de procedures van Micro Motion niet in acht worden genomen, zal uw apparatuur niet in ontvangst worden genomen. Informatie over de procedures en formulieren voor retournering zijn beschikbaar via onze website voor klantondersteuning op of telefonisch bij de klantenservice van Micro Motion. Nieuwe en ongebruikte apparatuur Alleen apparatuur die niet is verwijderd uit de oorspronkelijke transportverpakking wordt beschouwd als nieuw en ongebruikt. Voor nieuwe en ongebruikte apparatuur is een ingevuld Return Materials Authorization formulier (toestemming tot retourneren van materiaal) nodig. Gebruikte apparatuur Alle apparatuur die niet geldt als nieuw en ongebruikt wordt beschouwd als zijnde gebruikt. Dergelijke apparatuur moet volkomen worden ontsmet en gereinigd voor de retournering. Bij gebruikte apparatuur moeten een ingevuld Return Materials Authorization formulier en een Decontamination Statement (verklaring van ontsmetting) worden ingesloten voor alle procesvloeistoffen die met de apparatuur in aanraking zijn geweest. Als er geen Decontamination Statement kan worden ingevuld (bijv. voor met levensmiddelen gelijkgestelde vloeistoffen) moet er een verklaring worden bijgesloten waarin ontsmetting officieel wordt bevestigd en alle stoffen worden gedocumenteerd die met de apparatuur in aanraking zijn geweest. 22 Installatie sensor: F-serie
25
26 2007, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. P/N , Rev. C * * De meest recente productspecificaties van Micro Motion kunt u vinden onder PRODUCT op onze website Emerson Process Management BV Nederland Patrijsweg EZ Rijswijk T +31 (0) F +31 (0) Emerson Process Management Micro Motion Europa Neonstraat WX Ede Nederland T +31 (0) F +31 (0) Micro Motion Inc. USA Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T F Emerson Process Management nv/sa België De Kleetlaan 1831 Diegem België T +32 (0) F +32 (0) gratis nummer klantendienst debietmetingen T Emerson Process Management Micro Motion Azië 1 Pandan Crescent Singapore Republiek Singapore T F Emerson Process Management Micro Motion Japan 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo Japan T F
Micro Motion CNG050 sensoren
Installatiehandleiding P/N 20002590, Rev. B Mei 2006 Micro Motion CNG050 sensoren Installatiehandleiding Voordat u begint Voordat u begint Deze handleiding beschrijft de installatie van een Micro Motion
Nadere informatieInstallatie van Micro Motion Sensors. Handleiding CE-vereisten MMI , Rev AB April 2014
Installatie van Micro Motion Sensors Handleiding CE-vereisten MMI-20014855, Rev AB April 2014 Informatie over veiligheid en goedkeuringen Dit Micro Motion product voldoet aan alle van toepassing zijnde
Nadere informatieMicro Motion model 775
Supplement bedrading P/N MMI-20016034, Rev. AA September 2009 Micro Motion model 775 Smart Wireless integraal gemonteerde THUM -adapter Inhoud Overzicht THUM-adapter........................................
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker
Installatie-instructies P/N MMI-20010156, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking:
Nadere informatieModel 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur
Beknopte handleiding P/N 3300749, Rev. C April 2003 Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur Instructies voor installatie bij veldmontage Voor technische ondersteuning via Internet
Nadere informatieMicro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur
Installatiehandleiding 20001012, Rev BA Februari 2015 Micro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur Installatiehandleiding voor veldmontage Informatie over veiligheid en goedkeuringen
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X
Installatie-instructies P/N MMI-20010178, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion F-seriesensoren met certificaat DMT 01 ATEX E 158 X Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring
Nadere informatieMicro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller
Installatiehandleiding 20000889, Rev BA Februari 2015 Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller Installatiehandleiding voor paneelmontage Informatie over veiligheid en goedkeuringen
Nadere informatieMicro Motion MVD Direct Connect -meters
Instructiehandleiding P/N 20004276, Rev. A Augustus 2005 Micro Motion MVD Direct Connect -meters Installatiehandleiding Voordat u begint Voordat u begint Deze handleiding bevat informatie over het installeren
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren
Installatie-instructies P/N MMI-20010113, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion T-serie-sensoren Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking: Voor installatie
Nadere informatieATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors
Installatie-instructies P/N MMI-20010080, Rev. B December 2007 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring NB: Voor installatie in
Nadere informatieCE-vereisten P/N MMI , Rev. AA Januari Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten
CE-vereisten P/N MMI-20016553, Rev. AA Januari 2010 Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten Auteursrechten en handelsmerken 2010 Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. De logo s van Micro
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren
Installatie-instructies P/N MMI-20010102, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion H-seriesensoren Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking: Voor installatie
Nadere informatieInstallatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters
Installatie-instructies P/N MMI-20011728, Rev. A September 2008 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving
Nadere informatieInstallatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703
Installatie Instructies P/N MMI-20011727, Rev. AA Juli 2009 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion transmitters model 9701/9703 Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in
Nadere informatieInstallatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters
Installatie-instructies P/N MMI-20011729, Rev. A februari 2009 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving
Nadere informatieCE-vereisten MMI , Rev AA April Micro Motion -transmitters uit de en 2000-serie
CE-vereisten MMI-20021529, Rev AA April 2012 Micro Motion -transmitters uit de 1000- en 2000-serie Inhoud Inhoud Hoofdstuk 1...1 1.1 Over dit document...1 1.2 Informatie over veiligheid en goedkeuringen...1
Nadere informatieInstallatie-instructies P/N MMI , Rev. A Juli ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500
Installatie-instructies P/N MMI-20011723, Rev. A Juli 2008 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500 Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving
Nadere informatieRosemount 5400 Series
Snelstartgids 00825-0511-4026, Rev AA Rosemount 5400 Series Kegelantenne met geschroefde aansluiting Snelstartgids WAARSCHUWING Negeren van deze richtlijnen voor veilige installatie en veilig onderhoud
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren
Installatie-instructies P/N MMI-20010142, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion D- en DL-sensoren Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking: Voor installatie
Nadere informatieMobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller
IP2030-NL/QS, Rev AA Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller Beknopte installatiegids WAARSCHUWING Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig
Nadere informatieModel RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie
Beknopte handleiding P/N 3002233, Rev. D Februari 2003 Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie Voor technische ondersteuning via Internet kunt u gebruik maken van het EXPERT 2 systeem op
Nadere informatieRosemount golfgeleide radar
00825-0311-4530, Rev AB Rosemount golfgeleide radar Montage-instructies voor de gesegmenteerde sonde WAARSCHUWING Als u deze installatie- en onderhoudsrichtlijnen niet aanhoudt, kan ernstig letsel het
Nadere informatieMicro Motion Voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel
Instructiehandleiding P/N 1004400, Rev. H Maart 2005 Micro Motion Voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel Installatiehandleiding 2005, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. Micro
Nadere informatieMicro Motion Transmitters van model 2200S
Installatiehandleiding Onderdeelnr. MMI-20024689, Rev. BA Februari 2009 Micro Motion Transmitters van model 2200S Installatiehandleiding 2009, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE en ProLink
Nadere informatieRosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller
00825-0111-4841, Rev BA Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller Beknopte installatiegids WAARSCHUWING Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig
Nadere informatieACS-30-EU-MONI-RMM2-E
Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen Beschrijving De Remote Monitoring Module (RMM) wordt gebruikt voor de verzameling van sensor-/temperatuurinvoeren
Nadere informatieReliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Wereldleider in instrumentatie voor ketelbinnenwerk Reliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES Sectie: R500 R500.E235A Bulletin: 1-9-06 Datum: Vervangt: NIEUW Het Reliance DuraStar
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7
MONTAGEHANDLEIDING Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter Lees grondig deze handleiding vooraleer tot de montage
Nadere informatieRosemount 415 Fire Pump
Beknopte installatiegids 0025-0111-30, Rev AA Januari 200 Rosemount 15 Fire Pump Rosemount 15 Fire Pump Stap 1: Locatie en montagerichting Stap 2: Gaten in de leiding boren Stap 3: Montagebevestigingen
Nadere informatieGPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18
GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND
Nadere informatieALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN
ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De fabrikant adviseert een juiste toepassing van de verlichtingsarmaturen!
Nadere informatieMicro Motion Model 2400S transmitters
Installatiehandleiding P/N 20003406, Rev. D April 2008 Micro Motion Model 2400S transmitters Installatiehandleiding 2008, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE en ProLink zijn gedeponeerde
Nadere informatieRosemount 5400 niveautransmitter
00825-0611-4026, Rev. AA Rosemount 5400 niveautransmitter Montage-instructies voor de paraboolantenne 1.0 Over deze gids Deze snelstartgids bevat instructies voor de mechanische installatie van de Rosemount
Nadere informatieATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1700, 2700 en 2750
Installatie-instructies P/N MMI-20011722, Rev. A Juli 2008 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1700, 2700 en 2750 Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke
Nadere informatieGebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter
Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken
Nadere informatieRosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A
Snelstartgids 00825-0111-4308, Rev AD Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A Snelstartgids, optiecode WU Snelstartgids WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Nadere informatieModel 5700 transmitters Micro Motion. CE-vereisten MMI , Rev AA September 2014
Model 5700 transmitters Micro Motion E-vereisten MMI-20027424, Rev September 2014 Inhoud Inhoud Hoofdstuk 1 Installatie van Micro Motion-transmitters... 1 1.1 Over dit document... 1 1.2 hecklist voor
Nadere informatieHP Power Distribution Rack
HP Power Distribution Rack Installatie-instructies Belangrijke veiligheidsinformatie WAARSCHUWING: Er is kans op letsel door elektrische schokken en gevaarlijk hoge spanningsniveaus. De elektrische aansluitingen
Nadere informatieTerminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN
Terminator TM ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor The Heat Tracing Specialists PN50835D.indd 1 02/05/2016 10:31:50 a.m. De volgende installatiemethoden zijn aanbevolen richtlijnen voor de installatie
Nadere informatieInstructies voor het bijwerken van de sensor Voor gasdetectiesensoren niveau 1
Instructies voor het bijwerken van de sensor Voor gasdetectiesensoren niveau 1 / 1000-5278 Revisie 0 Oktober 2015 Productmanagement Training Service Betrouwbaarheid Instructies voor het bijwerken van de
Nadere informatieMagneetklep DN15 t/m DN150
Madas type EVP(C)/NC Magneetklep DN15 t/m DN150 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G1/2 t/m G2 EN10226 Aansluitingen flenzen DN25 t/m DN150 PN16 ISO 7005 Maximale inlaatdruk 200 mbar optioneel 360 mbar
Nadere informatieKeystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud
Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...
Nadere informatieProductnietlangerleverbaar'
Beknopte installatiegids November 2007 Rosemount 951 Rosemount 951-druktransmitter voor droog gas Productnietlangerleverbaar' Start Kalibratie op de werktafel Ja Nee Configureer/verifieer Stap 1: Monteer
Nadere informatieGebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter
Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken
Nadere informatieInstallatie Instructies P/N 20004418, Rev. C Juni 2008. Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring
Installatie Instructies P/N 20004418, Rev. C Juni 2008 ATEX installatieinstructies en tekeningen Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke
Nadere informatieMontage Voorzorgsmaatregelen voor EVRA 32 & Bij het testen op druk De spoel Het juiste product... 18
Inhoud Pagina Montage......................................................................................... 15 Voorzorgsmaatregelen voor EVRA 32 & 40.....................................................
Nadere informatieGebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter
Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken
Nadere informatieHarde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing
Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing CECH-ZHD1 7020228 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen
Nadere informatieHANDLEIDING ATEX Explosionproof
Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving
Nadere informatieJALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding
Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage
Nadere informatieRosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L
Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus Start Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Sluit bedrading aan en schakel stroomtoevoer in Stap 3: Controleer de transmitterconfiguratie Productcertificaties
Nadere informatieGSMVERSTERKERS.NL. Gebruikers installatie handleiding
GSMVERSTERKERS.NL Gebruikers installatie handleiding Voor de installatie van alle onze gsm versterkers. In dit document vindt u een technische installatiehandleiding om uw nieuwe signaalversterker goed
Nadere informatieRosemount 8714D (kalibratiestandaard) magnetische meetbuissimulator. Snelstartgids , Rev DA Maart 2014
Rosemount 8714D (kalibratiestandaard) magnetische meetbuissimulator Snelstartgids 00825-0111-4764, Rev DA Snelstartgids MEDEDELING Dit document bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 8714D. Er
Nadere informatieGEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:
GEVAAR: De MGS-460 is NIET gecertificeerd of goedgekeurd voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer. Dat kan ernstig of dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik dit product
Nadere informatieINHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2
INHOUD 1. Algemene veiligheid 3 2. Kenmerken 3 3. Beperkingen 3 4. Algemene informatie 3 5. Installatie 4 6. Werking 5 7. Elektrische specificaties 6 8. Rendement 6 9. Probleemoplossing 6 10. Onderdelenlijst
Nadere informatieBetonkabel Vloerverwarming
Überschrift beperkte Installatiehandleiding Warmup Betonkabel Vloerverwarming BELANGRIJK: Lees eerst deze handleiding alvorens u uw verwarming gaat installeren. Foutieve installatie kan de verwarming beschadigen
Nadere informatieInstallatiehandleiding
Installatiehandleiding Crucial msata Solid State Drive Benodigde uitrusting Crucial msata SSD Niet-magnetische schroevendraaier De handleiding van uw systeem Belangrijke punten Als uw Crucial msata SSD
Nadere informatieINSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
01/18 INSTALLATIE- 1 EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.
Nadere informatieInstallatietekeningen en instructies ATEX zone 2 en 22
Instructies voor installatie P/N 20004429, Rev. C November 2008 Installatietekeningen en instructies ATEX zone 2 en 22 Voor zone 2- en 22-installaties met ATEX-goedkeuring NB: Voor installatie in een explosiegevaarlijke
Nadere informatieMONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard)
MONTAGE INSTRUCTIES INSCHROEFELEMENTEN (standaard) DEZE HANDLEIDING MAAKT INTEGRAAL DEEL UIT VAN DE LEVERING EN DIENT ALTIJD AANWEZIG TE ZIJN BIJ HET INSCHROEFELEMENT NL INDEX 1. ALGEMEEN 3 2. TECHNISCHE
Nadere informatieQuality Heating elektrische vloerverwarming
1 Quality Heating elektrische vloerverwarming Wij willen u feliciteren met uw aankoop van één van de producten van Quality Heating. Elk product van Quality Heating is gemaakt op kwalitatief hoogstaande
Nadere informatieZP-XP Stroomaansluitingsset. Terminator. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN
Terminator TM ZP-XP Stroomaansluitingsset Voor voedingsaansluiting, in-line splitsverbinding, T-stuk of eindafwerkingstoepassingen The Heat Tracing Specialists PN50845D.indd 1 02/05/2016 10:33:24 a.m.
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2
MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging
Nadere informatieATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op http://www.apple.com/support/doityourself/.
Nederlands Instructies voor vervanging ATA-kabel AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking:
Nadere informatieInstallatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U
Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U Belangrijke veiligheidvoorschriften Lees de instructies aandachtig zodat u het apparaat leert kennen voordat u het probeert
Nadere informatieACS-30-EU-PCM2-x-32A
Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen Stroom- en regelmodule (PCM) Beschrijving De Raychem ACS-30-EU-PCM2-stroom- en regelmodule levert
Nadere informatieQuality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie
1 Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie Wij willen u feliciteren met uw aankoop van één van de producten van Quality Heating. Elk product van Quality Heating is gemaakt op kwalitatief hoogstaande
Nadere informatieBedrijfsvoorschriften
1 Inhoud 2 Inleiding 2 2.1 Gebruiksdoel 2 2.2 Toepassingsgebied 2 2.3 Te ontraden gebruik 2 3 Veiligheid 2 4 Transport en opslag 2 5 Installatievoorschriften 2 5.1 Plaatsing 2 5.2 Inbouw in leidingwerk
Nadere informatieTECHNISCHE HANDLEIDING
Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...
Nadere informatieMagneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken
Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -
Nadere informatieHarde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op
Nederlands Instructies voor vervanging Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als je dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt instructies
Nadere informatieHandleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen
Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5
Nadere informatieXRS-5/XRS-5C SENSOR. Gebruiksaanwijzing September 1999 XRS-5 SENSOR
XRS-5/XRS-5C SENSOR Gebruiksaanwijzing September 1999 XRS-5 SENSOR Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen moeten worden opgevolgd om persoonlijke veiligheid te waarborgen, alsmede die van anderen, en
Nadere informatieInstallatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14
Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap ALGEMENE BESCHRIJVING 06/14 De KAPTIV-CS-HP-S (Compact Solution High Pressure Stainless Steel) is een compacte
Nadere informatieHet typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.
Deze handleiding beschrijft het installatieproces van het ICU Compact oplaadpunt voor elektrische voertuigen. Lees voordat u het oplaadpunt gaat installeren deze handleiding aandachtig door. ICU Charging
Nadere informatieGEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50
PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer
Nadere informatieWandmontagekit. Voor gebruik met de vrijstaande serie kachels van Elise. Installatie-Instructies en Onderhoud. Voor gebruik in NL (Nederland)
Wandmontagekit Voor gebruik met de vrijstaande serie kachels van Elise Installatie-Instructies en Onderhoud Voor gebruik in NL (Nederland) BELANGRIJK DE BEHUIZING, VOORZIJDE EN GLASPANEEL WORDEN EXTREEM
Nadere informatieHandleiding Kabelhaspel RGK serie
Beste klant, Wij danken u voor de keuze en het vertrouwen in onze producten. Het product dat u kocht is gebouwd in Europa en voldoet aan onze strenge kwaliteitsnormen. We wensen u veel plezier met uw kabelhaspel.
Nadere informatieSERIE 8000-VALVE-BEREIK
HANDLEIDING DRUK- EN NIVEAU ZENDERS WAARSCHUWING Lees, voordat een zender wordt geïnstalleerd, de aanbevelingen en waarschuwingen op blad 6 van deze handleiding. Voor persoonlijke veiligheid, voor een
Nadere informatieGEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:
GEVAAR: De MGS-410 is NIET gecertificeerd of goedgekeurd voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer. Dat kan ernstig of dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik dit product
Nadere informatieKAPTIV-CS SERVICE KIT
Installatie & onderhouds instructies KAPTIV-CS SERVICE KIT Electronisch niveaugestuurde condensaataftap ALGEMENE BESCHRIJVING 11/12 De KAPTIV-CS (Compact Solution) is een compacte elektronisch niveaugestuurde
Nadere informatieMontage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04
Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04 Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens de beveiligde diagnosekoppeling BDA 04 te monteren en te gebruiken. Bij het niet naleven van deze handleiding
Nadere informatieMaximale bedrijfsdruk van 16 bar (232 psi) Automatische luchtuitlaat met automatisch afsluiter - 12 bar (174 psi)
Ontworpen voor grote verwarmings- en koelingsinstallaties die op lage temperatuur werken, om de belangrijkste onderdelen te beschermen tegen magnetisch en nietmagnetisch vuil en luchtbellen in het installatiewater.
Nadere informatieSUI Bedieningspaneel
SUI Bedieningspaneel Montage-instructies NEDERLANDS INHOUD 1 - Voorzorgsmaatregelen... 4 1.1 - Algemeen... 4 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken... 4 1.3 - Algemene aanbevelingen voor de montage...
Nadere informatieMontagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing
Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing CECH-ZCD1 7020229 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen
Nadere informatiePETK Voedings- en eindafwerkingsset
Voedings- en eindafwerkingsset -1 voor BSX, VSX, RSX, RRT - voor HTSX, KSX, KSR, KRT - voor HPT, FP --ECM voor HPT, FP --ZT voor HPT, FP Afzonderlijk bestellen voor gebruik in combinatie met Thermon-verbindingssets
Nadere informatieAQUASNAP Bedieningspaneel
LLOYD'S REGISTER QULITY SSURNCE QUSNP edieningspaneel I S O 9 00 1 MONTGE-INSTRUCTIES edieningspaneel Montage-instructies Dit regelsysteem werkt alleen met 30R / 30RH units: Zie voor montage en onderhoudsinstructies
Nadere informatieCSD INSTORTBUIS- SYSTEEM VOOR SLIPSIL AFDICHTINGSPLUGGEN
S INSTORTUIS- SYSTM VOOR SLIPSIL FIHTINGSPLUGGN en optimale gas- en waterdichtheid wordt verkregen wanneer de SLIPSIL afdichtingspluggen worden toegepast in het S instortbuissysteem dan wel in de S flensbuizen.
Nadere informatieMontagehandleiding externe antenne UNILOG 300
Als de signaalsterkte niet voldoende is kan UNILOG 300 voorzien worden van een externe antenne. Er zijn twee typen externe antennes die kunnen worden toegepast, een rondstraalantenne en een richtantenne.
Nadere informatieNederlands SHARKY FS 473. Installatiehandleiding. de eindklant
SHARKY FS 473 Installatiehandleiding Dez han dl di ent t e eie di wor ng d afgaan egeven en de eindklant 2 SHARKY FS 473 01/2016 1 ALGEMEEN Deze instructies zijn bedoeld voor speciaal opgeleide vakmensen.
Nadere informatieDIODOR LED POWERHOUSE. Diodor Pro 120 W / 200 W LED-floodlights, modellen: DIO-FL120W-WM en DIO-FL200W- WM. Installatie- en bedieningsinstructies
DIODOR LED POWERHOUSE Diodor Pro 120 W / 200 W LED-floodlights, modellen: DIO-FL120W-WM en DIO-FL200W- WM Installatie- en bedieningsinstructies Diodor LED Powerhouse INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
Nadere informatieInstallatiehandleiding
Installatiehandleiding Crucial 2.5-inch Solid State Drive Benodigd gereedschap Crucial 2,5-inch SSD Schroevendraaier met niet-magnetische kop De handleiding van uw systeem Let op! Als u uw Crucial SSD
Nadere informatieHandleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE
Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage
Nadere informatieM-Check Stand-alone Installatiehandleiding
M-Check Stand-alone Installatiehandleiding BELANGRIJK Installateur: Deze handleiding is het eigendom van de klant en moet voor onderhouds- en bedieningsdoeleinden bij het product worden bewaard. 1. Inhoudsopgave
Nadere informatieInstallatievoorschriften
Installatievoorschriften Bestudeer deze instructies aanachtig voor aanvang van de installatiewerk-zaamheden! Deze E-Heat vloerverwarmingsfolie dient aangesloten te worden op 230V. Installatie dient te
Nadere informatieRub-Block RB100DN met PT100 sensor
Rub-Block RB100DN met PT100 sensor Inhoudsopgave 1. Toepassing 3 2. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing 3 3. Functie 3 3.1 Rub-Block met PT100 sensor 3 3.2 Meetomvormer optioneel 4 4.
Nadere informatieSS / / / ATEX 94 / 9EG
Thermopile-Stromingssensor SS 23.400 Thermopile-stromingssensor tot 20 m/s / voor lucht en gas / eenvoudige één-gat-montage / ATEX goedkeuring volgens 94 / 9EG in Zone 2 / detectie van de stroomrichting
Nadere informatiewww.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B
www.somfy.com FR DE IT ilmo 50 WT Ref. 5050496B CS PL HU RU EL PT ES EN Inhoud. Inleiding 6. Veiligheid 6. Algemeen 6. Algemene veiligheidsvoorschriften 6.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften 7 3. Installatie
Nadere informatieRegeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen
Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen Beschrijving Technische informatie De Raychem ACS-30 User Interface Terminal (UIT) is een paneelgemonteerd
Nadere informatie