EEN SCHAT AAN PROJECTEN Internationale Prijs 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EEN SCHAT AAN PROJECTEN Internationale Prijs 2011"

Transcriptie

1 EEN SCHAT AAN PROJECTEN Internationale Prijs 2011

2 COLOFON Uitgave: Learn for Life, Januari 2012 Bestuursleden: Henk Hijink, voorzitter Jumbo Klercq, secretaris/penningmeester Dinie Goezinne Klaas Bijlefeld Norbert Kuijpers Staf: Lidwien Vos de Wael Contact: Redactie en vormgeving: Jumbo Klercq Met dank aan: Rikie en Hans voor het meelezen en corrigeren Druk: SJEF STICHTING LEARN FOR LIFE Learn for Life is een platform voor lokale, regionale en nationale organisaties die actief zijn op het gebied van non-formele educatie. Learn for Life opereert in verschillende landelijke en Europese netwerken zoals de (nieuwe) Beraadsgroep Vorming, het ESBN, EU-net, EAEA, Eucis-LLL, Ducis-LLL en onderhoudt contacten met het Europees Platform, de Dutch Alliance en de Alumnikring Andragologie Amsterdam. Learn for Life komt voort uit de Stichting Volkshogeschoolwerk die zich via de internationale commissie jarenlang ingezet heeft voor de doelstellingen en uitgangspunten van het volkshogeschoolwerk in internationaal verband. Learn for Life bevordert regelmatige kennisuitwisseling tussen organisaties door discussie over het beleid met betrekking tot lifelong learning en het debat over professionaliteit te voeren. Daarnaast participeert Learn for Life in het jaarlijkse Festival van het Leren en reikt zij jaarlijks de Internationale Prijs uit. Learn for Life is initiatiefnemer en partner in diverse Grundtvigprojecten en organiseert ook Grundtvig workshops. Verder houdt zij voorlichtingsbijeenkomsten over de Noorse volkshogescholen. Learn for Life heeft een tweetalige website en geeft regelmatig een e- newsletter uit. Ook is Learn for Life op Facebook te volgen ( Learn-for-Life/ ). 2

3 DE INHOUD COLOFON 2 DE INHOUD 3 DE AANLEIDING 4 DE SCHAT AAN PROJECTEN NADER BESCHOUWD 6 PROJECTEN IN ALFABETISCHE VOLGORDE 9 EDAM 10 Fanatismo 13 Free Knowledge Academy 15 GINCO 18 In Balance 21 INCREASE 24 LEVEL5/REVEAL 27 Matriamarkt Business4All European Highway to Entrepreneurship 31 VOLUE 35 DE UITLEIDING 38 3

4 DE AANLEIDING De Stichting Learn for Life reikt in navolging van de voormalige Stichting voor Volkshogeschoolwerk jaarlijks de Internationale Prijs uit. Deze wordt toegekend aan een Nederlandse organisatie of instelling, die haar eigen expertise inzet ten behoeve van vernieuwende projecten op het gebied van volwasseneneducatie op internationaal gebied. Het doel van de Internationale Prijs is om projecten onder het voetlicht te brengen die ofwel nieuwe ideeën, ofwel nieuwe toepassingen, ofwel innovatieve partnerships ofwel nieuwe methodieken produceren. Kortom, die laten zien op welke wijze adult learning bij kan dragen aan maatschappelijke vernieuwing. In het millenniumjaar 2000 werd de eerste Internationale Prijs uitgereikt als onderdeel van de toenmalige Week van het Leren. Het is een heel bescheiden prijs, een fraaie aquarel en een oorkonde, die vooral symbolische waarde heeft. Belangrijk is vooral de publiciteit die ermee gepaard gaat waardoor verdere disseminatie van effecten en resultaten plaats vindt. Het hoofdcriterium voor de Internationale Prijs is dat het moet gaan om een vernieuwend en overdraagbaar project op het gebied van volwasseneneducatie, dat zowel in Nederland als in een of meerdere andere landen aantoonbaar impact heeft. De ontwikkeling van een Internationale Prijs ging niet vanzelf. Aanvankelijk was het aantal inzendingen gering. In 2000 was er nog niet zoveel aandacht voor de Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling van adult learning in Europa. Instellingen en organisaties hadden nog niet of nauwelijks een internationaliseringsbeleid, veel hing af van enthousiaste professionals die wel eens buiten de landsgrenzen wilden kijken. Verder kenden we in ons land in tegenstelling tot bijvoorbeeld de UK geen traditie met het uitreiken van prijzen voor projecten. Nederland kenmerkte zich meer door het schrijven van succesvolle projectaanvragen dan in het etaleren van behaalde effecten en resultaten. Hoewel met de jaren het aantal inzendingen is toegenomen, en de prijs ook aan bekendheid heeft gewonnen, werd de jury in 2011 niet alleen verrast door het aantal inzendingen (10), maar ook door de inhoudelijke verscheidenheid en rijkdom en de kwaliteit van de ingediende projecten. Dat resulteerde dan ook niet voor niets in 2 winnaars uit een totaal van 7 door de jury genomineerde projecten. Door dit aantal ontstond al snel het idee om na de prijsuitreiking tot een publicatie te komen. Hierin zijn 9 projecten beschreven. Voor deze publicatie zijn meerdere redenen. Nederland wordt in Europa niet meer gezien als een voorloper op het gebied van een leven lang leren. Nederland is sowieso haar vooruitstrevende imago het afgelopen decennium kwijtgeraakt. Daarom is het belangrijk om de bijdragen die Nederlandse projecten leveren goed in de schijnwerpers te zetten. Naar buiten toe maakt het Nederland weer zichtbaar in de Europese arena, en naar binnen toe kunnen we tonen dat er via internationale projecten wel degelijk innovatie gerealiseerd wordt. Het Nederlandse beleid loopt niet altijd synchroon met het Europese beleid. Europa heeft van meet af aan haar beleidsdoelen met betrekking tot een leven lang leren ruimer gedefinieerd dan Nederland. Waar Nederland zich vooral beperkt tot de beroepsgerichte educatie noemt de EU naast toeleiding naar de arbeidsmarkt ook nadrukkelijk bevordering van de civil society, integratie en bestrijding van sociale uitsluiting. Nederland legt ook wel een verband tussen leren en participeren, maar heeft de verantwoordelijkheid daarvoor steeds meer gedecentraliseerd, ondermeer in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 4

5 De bijdragen die Europese projecten leveren maken duidelijk dat instellingen en organisaties hun eigen verantwoordelijkheid nemen en soms verder gaan dan het beleid van de Nederlandse overheid. De projecten die we in deze brochure presenteren laten zien dat educatie op verschillende terreinen een belangrijke rol kan spelen. Ze tonen ook duidelijk dat educatie het lokale beleid vaak overstijgt. Tegelijkertijd kunnen elementen uit deze projecten zoals de specifieke aanpak, of het eindproduct of het behaalde resultaat vertaald worden zowel naar landelijk als naar lokaal beleid. Wij hopen dat deze publicatie daaraan bijdraagt. 5

6 DE SCHAT AAN PROJECTEN NADER BESCHOUWD Veel projecten staan in de traditie van het sociaal leren, het vormings- en ontwikkelingswerk uit de 20 e eeuw. Sociaal leren kan gezien worden als het leren functioneren van groepen of sociale verbanden, in nieuwe, onverwachte, onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden. Wildemeersch 1 omschrijft sociaal leren als gericht op het oplossen van onvoorziene contextproblemen. Sociaal wordt volgens hem gekenmerkt door een optimaal gebruik van het probleemoplossingpotentieel dat in die groep of in dat sociaal verband aanwezig is. Om die reden is het sociaal leren een competentiebenadering en geen deficiëntiebenadering. Het sociaal leren is kritisch reflexief, met andere woorden is gebaseerd op het bevragen en ter discussie stellen van achtergronden en uitgangspunten van de vertrouwde probleemdefinities; het is interactief en communicatief, wat betekent dat maximaal gebruik wordt gemaakt van de dialoog tussen betrokkenen; het is handelings- en ervaringsgericht, of het is gefundeerd in het principe van reflectie-in-actie; en tenslotte is het interdisciplinair, omdat de oplossing van relatief complexe problemen de samenwerking van een diversiteit aan deskundigen veronderstelt. Het principe van sociaal leren is zowel in de context van organisatieontwikkeling als van de gemeenschapsontwikkeling aan de orde, en in beide gevallen zijn zelfreflexiviteit, actiegerichtheid, interactiviteit en interdisciplinariteit richtinggevend. De risicomaatschappij waarin we leven wordt gekenmerkt door een hoge mate van onvoorspelbaarheid en onzekerheid. Daarom is de competentie om te participeren in de processen van sociaal leren nuttig en noodzakelijk. Sociaal leren sluit aan bij maatschappelijke problemen en bij duidelijke leerbehoeften van specifieke groepen deelnemers. Dat wordt ook weerspiegeld in het grote gamma aan thematieken en doelgroepen dat de hier beschreven projecten kenmerkt. Bijvoorbeeld fanatisme als katalysator van verschillende uiteenlopende verschijnselen in onze samenleving. Dit komt voort bij extreme vormen van jeugdcriminaliteit, discriminatie van vrouwen, homo s of allochtonen, en terreuracties van fundamentalistische moslims of extreem conservatieve christenen. Als het waar is dat fanatisme eruit bestaat dat mensen dubbele pogingen ondernemen als ze hun doel zijn vergeten 2 en fanatici mensen zijn die niet van gedachten kunnen veranderen en die niet van onderwerp willen veranderen" 3, dan is een project dat daarvoor waarschuwt van cruciaal belang in tijden dat we geconfronteerd worden met een vanzelfsprekendheid van pestgedrag, zinloos geweld, extreem vandalisme en herlevend chauvinisme en nationalisme. Of sociale uitsluiting van kwetsbare groepen. Het Sociaal Cultureel Planbureau 4 heeft onderzocht dat een geringe mate van psychisch welbevinden, een laag inkomen, een slechte gezondheid en een werkloosheidsverleden voor de groep onder de 65 jaar een sterk cumulerend effect op sociale uitsluiting blijken te hebben. Daarom is het alleszins zinvol om projecten te ondersteunen die de toegang van deze groepen tot educatie mogelijk maken. Zo zien we dit jaar ook een project dat aandacht besteed aan iets wat nog weinig onderkend wordt, het bestaan van functionele ongecijferdheid: mensen die wel cijfers kunnen onderscheiden en er eenvoudig mee kunnen rekenen, maar die niet altijd in staat zijn om ingewikkelde maatschappelijke rekentoepassingen te maken. Of de bevolkingskrimp en de vergrijzing. Terwijl het aandeel van ouderen in de bevolking nog steeds stijgt en daardoor een stijging van de gemiddelde leeftijd veroorzaakt, krijgt naar verwachting een derde van de gemeenten in Nederland tot 2030 te maken met een bevolkingskrimp van 2,5 procent of meer 5. Dat maakt projecten waarin de rol van ouderen in de samenleving en de relaties tussen verschillende generaties centraal staan belangrijk. Of de digitalisering van de samenleving. Zonder computer en smartphone komt men tegenwoordig niet ver meer. Internet en sociale media versterken in belangrijke mate het proces van globalisering en 1 D. Wildemeersch, Sociaal leren voor duurzaamheid in de risicomaatschappij, vierde Stoutenburglezing, G. Sanatayana W. Churchill G. Jehoel-Gijsbers, Sociale uitsluiting in Nederland, SCP, CBS, December

7 Individualisering dat al langer gaande was. Google, Wikipedia en Wikileaks maken kennisdeling bereikbaar voor iedereen die toegang tot internet heeft. Twitter, Facebook en talloze andere sociale media maken andere directe vormen van communicatie en interactie all over the world mogelijk. Technologie die in toenemende mate ook in verschillende projecten gebruikt wordt, en die er toe kan bijdragen dat kennis ook inderdaad voor iedereen beschikbaar en toegankelijk wordt. Tegelijkertijd roepen deze nieuwe media ook vragen naar reflectie op: welke invloed heeft de digitale revolutie op ons denken en op onze competenties? Het belang van deze en andere thema s komt ook tot uitdrukking in de prioriteiten die de Europese Commissie jaarlijks stelt voor de verschillende onderdelen van het Lifelong Learning Programma. Samenwerking met het bedrijfsleven en vaardigheden bij volwassenen voor de arbeidsmarkt staan daarbij vaak op de eerste plaats, zoals we dat ook in het project Matriamarkt- Business4All European Highway to Entrepreneurship terugzien. Bij het onderdeel Grundtvig wordt echter sinds 2007 ook het belang van leren op latere leeftijd, generatie- en familieleren genoemd en daarnaast educatie voor kwetsbare groepen en voor migranten en allochtonen. Naast maatschappelijke thema s zien we bij de prioriteiten van de laatste jaren ook meer aandacht voor de toegankelijkheid, de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van educatie, het werken aan kerncompetenties en de erkenning van competenties en kwalificaties. Aandacht voor educatie zelf is een thema dat we ook terugvinden in de keuze voor deze projecten. Twee projecten maar liefst besteden expliciet aandacht aan de wens om effecten van educatie ook daadwerkelijk te kunnen meten. Een ander project richt zich in het bijzonder op het verbeteren van de kwaliteit van de Grundtvigseminars zelf. En een van de winnende projecten richt zich expliciet op de erkenning van competenties en kwalificaties in het vrijwilligerswerk. Anno 2011 komen aandacht voor maatschappelijke thema s en aandacht voor het kwalificeren van deelnemers dichter bij elkaar. In alle projecten is aandacht voor competenties die de deelnemers zich verwerven. De ene keer is er sprake van een duidelijk competentieprofiel, een andere keer ontstaat zo n profiel eigenlijk gaandeweg de deelname aan het project. Van de participatiecompetentie gaat een motiverende werking uit. Vaak gaat het zowel om het maatschappelijk effect als om wat het betekent voor de individuele deelnemer en zijn of haar competenties. Dat is om twee redenen verheugend en belangrijk. In de eerste plaats onderstreept het nog eens op een andere manier dat informeel en niet-formeel leren een belangrijke functie vervult in onze samenleving ook in relatie en zelfs als onderdeel van formele leerprocessen. In de tweede plaats biedt de toenadering tussen maatschappelijk engagement en kwalificatie voor de arbeidsmarkt veel nieuwe perspectieven tot nieuwe uitdagende verbindingen en confrontaties. Mensen kwalificeren is mensen in staat stellen om op diverse levensdomeinen te participeren en hun participatiecompetentie maximaal te ontplooien. Dat laatste is van eminent belang waar overheden zich in toenemende mate terugtrekken en de inhoud en vorm van educatie weer aan de maatschappelijke partijen overlaten. Dit gezegd hebbende, hopen wij dat u iets van de waarde van deze schat aan projecten herkent. Een schat in de driedubbele betekenis van het woord: een aanzienlijke hoeveelheid, een grote verscheidenheid en een grote rijkdom. 7

8 8

9 PROJECTEN IN ALFABETISCHE VOLGORDE 9

10 Te vaak wordt het nut van niet-formeel leren nog in twijfel getrokken. EDAM richt zich op educatie voor de laag opgeleiden die met sociale uitsluiting bedreigd worden en laat en passant zien dat niet-formeel leren wel degelijk effect heeft. Een project dat tot de verbeelding spreekt en ook goed scoort bij beleidsmakers. De resultaten vormen de input voor beleid in de partnerlanden en Europa. En er gaat een Europese onderzoekskring starten. EDAM: education against marginalisation Inzet volwasseneneducatie om marginalisatie tegen te gaan! Achtergrond project In Europa maakt men zich alom zorgen om laaggeletterdheid en de gevolgen van de vergrijzing. Als gevolg van de wereldwijde recessie en de dynamiek van de kennissamenleving worden er hogere eisen gesteld aan het niveau van vaardigheden. Door een groter accent op een vraaggerichte in plaats van aanbodgerichte aanpak, kunnen mensen zich via noodzakelijke herscholing beter aanpassen aan de hoge eisen van de concurrentie. Educatie als een bevorderende factor voor employabiliteit (stimuleert ondernemerschap) en als instrument voor op informatie gebaseerde besluitvorming. Er komen in dit onderzoeksproject nieuwe patronen aan de oppervlakte: educatie (op alle niveaus verticaal en horizontaal, maar ook formeel, informeel en niet-formeel) die mensen krachtiger en machtiger maakt. Educatie die de belemmeringen voor social inclusion overbrugt. Een holistische benadering die in staat is systematisch, kritisch en creatief denken te bevorderen zodat door verdiept bewustzijn en empowerment nieuwe horizonten geopend worden en toolkits voor verdere persoonlijke groei ontwikkeld worden. Doel project Het project wil de effectiviteit van volwasseneneducatie bevorderen in termen van het vergroten van de maatschappelijke participatie en sociale inclusie van kwetsbare volwassenen. Kort verloop Allereerst is er een overzicht samengesteld van de huidige situatie van volwasseneneducatie in 8 landen. Deskresearch levert tevens een framework van sociale inclusie en geeft antwoord op de vraag hoevolwasseneneducatie dit kan bevorderen. Gebaseerd op dit framework is een wetenschappelijk onderzoek onder circa 1000 deelnemers aan trajecten volwasseneneducatie in 8 verschillende landen gerealiseerd. Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er drie producten ontwikkeld voor zowel 10

11 docenten, trainers als voor managers als voor beleidsmakers. Allereerst is er een online-evaluatietool samengesteld voor managers en docenten om hun trajecten en de bijbehorende impact te evalueren en toetsen. Ten tweede een toolkit voor beleidsmakers, waarin argumenten zijn opgenomen die aantonen dat volwasseneneducatie tot een betere plek in de samenleving leidt. Ten derde is een train-de-trainer programma ontwikkeld en gepilot. Dit programma levert materialen hoe trainers zelf hun trajecten rondom volwasseneneducatie voor kwetsbare volwassenen kunnen optimaliseren Uitdagingen en barrières Het was uiteraard een uitdaging om onder laagopgeleiden een kwantitatief onderzoek uit te voeren en samen met 8 landen naar één gestandaardiseerde vragenlijst, online-evalutietool, toolkit en train-detrainer toe te werken. Na veel inhoudelijke brainstormsessies is dat toch gelukt. Resultaten De resultaten geven aan dat 44.2% van de deelnemers zich beter in en rondom huis kan redden en zich veiliger en gelukkiger voelt. Daarnaast neemt 37.4% eerder deel aan activiteiten in de samenleving, doet zij meer contacten op en verbetert zij bestaande contacten. Verschillende onderdelen van de leeromgeving bevorderen dit succes, te weten: de mogelijkheden tot transfer (toepassen van het geleerde in de praktijk), de inzet van dagelijkse praktijkervaringen van deelnemers als uitgangspunt van het leerproces, de stimulerende discussies en de ondersteuning en erkenning van een docent. Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Elk land heeft tenslotte een evenement georganiseerd, waarbij de sector kon kennis maken met de instrumenten om ze vervolgens in de praktijk te kunnen gebruiken. Momenteel heeft het onderzoek met name een grote impact op verschillende beleidsniveaus. De eerste stappen richting de UNESCO zijn zelfs gezet om te kijken of dit project in meerdere landen een vervolg kan krijgen. Door de eventuele impact van educatie te kunnen aantonen via constructie van bruikbare instrumenten hoopt het consortium van EDAM dat de kwaliteit van trajecten in de volwasseneneducatie geoptimaliseerd kan worden en blijvend kan aantonen, dat de volwasseneneducatie kan worden ingezet om marginalisatie van kwetsbare deelnemers tegen te gaan. 11

12 Soort project Het EDAM-project is een Grundtvig multilateraal project in het kader van het Lifelong Learning Programma. Partnerlanden Acht landen nemen deel, te weten: Nederland, Universiteit van Maastricht België, Vrije Universiteit van Brussel Italië, Universita Degli Studi Del Molise Oostenrijk, BFI Tirol Bildungs GmbH Roemenië, University of Craiova Griekenland, Ergomathisi S.A. Duitsland, Hamburger Volkshochschule Denemarken, Vosken Paedagogisk Center Zwitserland levert een bijdrage als silent partner Contactgegevens Universiteit van Maastricht Prof. Dr. Mien Segers Juryrapport EDAM wil de volwasseneneducatie versterken door de effecten van de educatie voor de deelnemers te laten zien, met name op het gebied van sociale inclusie en persoonlijk welbevinden. In het kader van dit multilaterale project werd effectonderzoek gedaan onder laagopgeleide cursisten. De Een van de twee winnaars van 2011 resultaten van educatieve interventies zijn op heldere wijze in kaart gebracht en tonen aan wat educatieve activiteiten aan impact op een cursist kan hebben. Op basis hiervan ontwikkelden de negen projectpartners een toolkit met evaluatiemodules voor verschillende doelgroepen en een toolkit voor activiteiten rond beleidsbeïnvloeding. De uitkomsten van het onderzoek en de materialen zijn in brede kring enthousiast ontvangen. De Europese Commissie gebruikt de EDAM-bevindingen als input voor Europees beleid. In alle partnerlanden vonden expertbijeenkomsten plaats en worden de EDAMresultaten ingezet om de volwasseneneducatie steviger op de politieke agenda te zetten. De jury waardeert de inzet van de Universiteit van Maastricht die dit ambitieuze en succesvolle project coördineerde. De bevindingen van EDAM zijn uitermate belangrijk voor zowel beleidsmakers als professionals in de volwasseneneducatie. Zij dragen bij aan de erkenning van het belang van educatie voor laag opgeleiden en mogelijk ook tot legitimatie van financiering hiervan. Het voornemen om een Europese onderzoekskring te starten, in een periode waarin bij Nederlandse universiteiten de aandacht voor volwasseneneducatie helaas grotendeels verdwenen is, juicht de jury bijzonder toe. 12

13 Het project Fanatismo onderzoekt welke rol groepsfanatisme speelt in onze samenleving. Of het nu om pestgedrag op school, vandalisme of jongerencriminaliteit gaat, of dat het gaat om fundamentalistische moslims, of om geweld en discriminatie tegen vrouwen, homo s of allochtonen; groepsfanatisme speelt daarin op zijn minst een katalyserende rol. Een project als Fanatismo dat mensen hiervan bewust wil maken is daarom een bijzonder relevant maatschappelijk project. Educatie als middel voor bewustmaking, een beproefd concept in een eigentijds jasje, een nominatie meer dan waard. Fanatismo Achtergrond project Iedereen, ongeacht sociale achtergrond, opleidingsniveau, geslacht of leeftijd, is gevoelig voor groepsfanatisme. Het zit in de natuur van de mens en hoort tot één van de oerdriften die we al dan niet in toom weten te houden. Mensen worden meegezogen in een groep en doen wat de anderen ook doen. Ze lijken niet meer onafhankelijk te kunnen denken en dragen de opvattingen van de groep uit als de enige waarheid, desnoods met geweld. Doel project Mensen op onderhoudende en informatieve wijze bewust maken van het latente gevaar van groepsfanatisme. Kort verloop en resultaten De ontwikkeling van de online test, de Fanatisme meter. Op kan iedereen zijn/haar vatbaarheid voor groepsfanatisme inzichtelijk maken. Op basis van de individuele score biedt de meter specifieke informatie aan. Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Er is erg veel aandacht besteed aan promotie en bekendmaking van de fanatismemeter. Zo was er de eenmalige glossy Fanatismo. Dit blad werd in een oplage van stuks gratis verspreid door heel Nederland en een aantal Europese landen. Internationaal vermaarde deskundigen en kunstenaars verleenden hieraan hun medewerking. Daarnaast was er de tentoonstelling You Are All Individuals waarin curator Nina Folkersma de spanningsvolle relatie tussen individu en massavorming vanuit verschillende perspectieven belicht met bestaand of locatiespecifiek werk van diverse kunstenaars. De 13

14 entoonstelling liep in mei en juni Gedurende de tentoonstelling waren er tevens films, lezingen, discussies en rondleidingen. Begin mei 2011 vond de slotmanifestatie plaats: een openbaar gesprek in De Verdieping van het Trouwgebouw, met keynote speaker Philip Blom; een uitvoering van Schönberg s Verklärte Nacht door het Mozarteum uit Salzburg en diverse workshops in het Goethe Instituut Amsterdam rondom het thema omlijst door muziek van entartete componisten. Soort project De FAT-fanatismemeter kwam tot stand als product van een Grundtvig Learning Partnership van de Europese Commissie en betrof een samenwerkingsproject van diverse Nederlandse en Europese culturele organisaties. De manifestatie werd geïnitieerd en georganiseerd door de Amsterdamse Stichting Castrum Peregrini, een voormalig onderduikadres uit WO II; in samenwerking met het Stefan Zweig Genootschap, het Goethe Instituut, De Verdieping, On-File en de Dialogue Advisory Group (DAG) Amsterdam. De Manifestatie {Fanatisme} is mogelijk gemaakt door de Stichting Democratie en Media, De Mondriaan Stichting en het Amsterdamse Fonds voor de Kunst. Partnerlanden Portugal, Pele Association, Porto Polen, Tolerance Institute Lodz Oostenrijk Volkshochschule Hietzing, Vienna Nederland, Castrum Peregrini Contactgegevens Stichting Castrum Peregrini Lars Ebert l.ebert@castrumperegrini.nl Juryrapport Castrum Peregrini bracht met de Fanatism Indication Test gevoeligheid voor groepsfanatisme onder de aandacht. Gebruik van crossdisciplinaire benadering en vernieuwende disseminatievormen waaronder de evenementenserie We Are All Fanatics! Een voorbeeld voor andere projecten waar het gaat om disseminatie. Bijvoorbeeld de echte glossy die meegestuurd is met de Groene Amsterdammer en ook verspreid is in partnerlanden. Mooi voorbeeld van hoe non-formele en informele educatie aandacht kan besteden aan actuele maatschappelijke problemen en daarvan de achterliggende patronen kan blootleggen. 14

15 In veel projecten wordt nog mondjesmaat gebruik gemaakt van de vele mogelijkheden van online leren en het gebruik van open resource software. De Free Technology Academie is een project dat daar verandering in gaat brengen. Het project biedt professionals op ICT-gebied, maar ook docenten en educatiebegeleiders de mogelijkheid zich bij te scholen in deze nieuwe technologie en haar vele mogelijke toepassingen. Kortom, een project dat zeker waarde heeft voor de langere termijn in het kader van de Digitale Agenda voor Europa. Free Technology Academy Achtergrond project De oorspronkelijke motivatie om de Free Technology Academy (FTA) op te richten was de behoefte aan high quality trainingsmogelijkheden op het gebied van de free (gratis) technologies, in het bijzonder voor professionals die slechts beperkt tijd beschikbaar hebben en niet in staat zijn om deel te nemen aan traditionele cursussen. Doel project De FTA heeft als doel gratis software and gratis kennis als nieuwe hulpmiddelen voor educatie ingeburgerd te krijgen. Daarom wordt er met verschillende partijen samengewerkt om een solide ecosysteem op te zetten voor de productie van gratis educatieve materialen. Het is bedoeld voor een algemeen publiek, maar in het bijzonder voor individuen en organisaties die geïnteresseerd zijn in het incorporeren van free technologies in de curricula van Europese Higher Education instellingen en de productie en het gebruik van Open Educational Resources. Kort verloop Er werd een moderne en stabiele Virtual Campus geïmplementeerd die volledig gebaseerd is op Free Software applicaties. De installatie, configuratie en administratie van dit system zijn volledig onderbouwd om de transfer van technologie en daaraan verbonden kennis voor alle FTA-partners en voor iedere andere geïnteresseerde partij te waarborgen. Er is kwalitatief hoog educatief materiaal ontwikkeld voor 8 verschillende modules, volgens de Shareable Content Object Reference Model 15

16 (SCORM) standaard. Al het educatieve materiaal dat in de FTA gebruikt wordt, zijn Open Educational Resources: alle materialen kunnen voor ieder doel zonder enige beperking gebruikt, bewerkt en aangepast worden. Het educatieve programma van de FTA startte met een pilot om de virtuele campus met de cursusmodules en materialen te testen. Er werd aandacht besteed aan de methodische kwesties, de ervaringen van de gebruikers en aan de haalbaarheid van het exploitatieplan. Het aantal deelnemers overtrof de verwachtingen en het tevredenheidniveau was hoog. Het pilot programma was de eerste stap richting een duurzaam cursusmodel. Per module zijn learning outcomes gedefinieerd, aangevuld met verwijzingen naar internationaal erkende frameworks voor de classificatie van competenties en kennisgebieden. Kwaliteitszorgprocedures zijn ontworpen, geëvalueerd en beproefd. Er is een wetenschappelijke klankbordgroep samengesteld om de kwaliteitszorgprocedures te toetsen bestaande uit erkende internationale specialisten. Tenslotte zijn er bilaterale overeenkomsten voor wederzijdse erkenning van certificaten gesloten met de academische partners. Resultaten De FTA biedt een online programma op master niveau met cursusmodules over free technologies. Deelnemers kunnen kiezen voor een bepaalde module of voor de hele cursus. De begeleiding vindt ook online plaats via de virtuele campus en wordt verzorgd door de educatieve staven van de partneruniversiteiten. Credits die in het FTA programma behaald worden, worden erkend door deze universiteiten. Het volledige master programma kan ook aan één van deze universiteiten gevolgd worden. Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Er is een disseminatiestrategie geïmplementeerd waardoor een visuele identiteit voor de FTA is gecreëerd: een website en promotiemateriaal, de regelmatige publicatie van aankondigingen, blog posts en artikelen, presentaties op conferenties en workshops. Er is een netwerk van organisaties opgezet die een gemeenschappelijke interesse hebben op het gebied van Free Technology, het FTA Associate Partner Netwerk. Doel van het netwerk is nieuwe groepen gebruikers te trekken. Vanaf het begin was de bedoeling dat de FTA duurzaam ontwikkeld zou worden, zodat het ook na het einde van de projecttijd voortgezet kon worden. Drie van de vier consortiumpartners hebben daartoe inmiddels besloten, de vierde fungeert als associate partner. Ondertussen groeit het FTA Associate 16

17 Partner Network gestaag, waardoor FTA direct toegang krijgt tot de beoogde doelgroepen. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk diploma. Tenslotte is er een exploitatieplan ontwikkeld met gezamenlijke doelen om resources te delen en zich te concentreren op verdere inspanningen. Soort project FTA werd oorspronkelijk (2008) gefinancierd in het kader van Erasmus, onderdeel van het Lifelong Learning Programma van de Europese Commissie. Partnerlanden Nederland: Free Knowledge Institute (FKI) Nederland: Open Universiteit Spanje: Universitat Oberta de Catalunya (UOC) - Spain Noorwegen: University of Agder (UiA) - Norway Contactgegevens Free Knowledge Instituut Wouter Tebbens access@freeknowledge.eu Juryrapport Het Free Knowledge Institute ontwikkelde in de Free Technology Academy een wereldwijd aangeboden online programma van cursussen op wetenschappelijk masterniveau over het onderwerp vrije software, onder begeleiding van en in samenwerking met drie Europese universiteiten. De cursussen worden aangeboden in de vorm van afstandsonderwijs, gericht op professionele ict-gebruikers en producenten. De certificaten kunnen aan verschillende universiteiten worden ingebracht in lokale masteropleidingen. Alle onderwijsmaterialen zijn zonder beperking beschikbaar en te downloaden en her te gebruiken. In het eerste jaar van bestaan: 161 betalende deelnemers uit 26 verschillende landen. Meer dan downloads van cursusboeken. 17

18 GINCO is een project dat zich op de kwaliteit van de volwasseneneducatie richt, en heel specifiek op de kwaliteit van de Grundtvigseminars die door het Lifelong Learning Programme mogelijk gemaakt worden. Grundtvigseminars zijn internationale nascholingscursussen voor begeleiders en moderatoren in de volwasseneneducatie. Ze worden door heel Europa aangeboden en om deel te nemen kun je een beurs aanvragen bij het Nationaal Agentschap. GINCO houdt zich bezig met wat de kwaliteit van dit Europese cursusaanbod is. Het is een van de weinige netwerkprojecten waarin Nederland deelneemt. GINCO Achtergrond project De professionele ontwikkeling van het personeel in de volwasseneneducatie is een doorslaggevende factor voor de kwaliteit van het volwassenenonderwijs. Het Europese Grundtvigprogramma ondersteunt daarom internationale mobiliteitsactiviteiten voor de bijscholing van leerkrachten en begeleiders uit de volwasseneneducatie en de ontwikkeling van internationale trainingscursussen. Deze worden opgezet ter ondersteuning van het verbeteren van de toegang tot een rijk en gevarieerd aanbod van volwasseneneducatie op Europese schaal. Internationale Grundtvigcursussen worden aangeboden door organisaties voor volwasseneneducatie of lerarenopleidingen in een Europees partnerschap of door individuele organisaties. Personeel in de volwasseneneducatie kan een Grundtvigsubsidie aanvragen om één van deze cursussen in het buitenland bij te wonen. Dit subsidiesysteem wordt gecoördineerd door de Nationale Agentschappen in alle lidstaten. GINCO wil deze cursusorganisatoren netwerken om bij te dragen tot de thematische variatie en de kwaliteit van het aanbod. Doel project Het GINCOnetwerk beoogt het uitwisselen van ervaringen, het creëren en uitwisselen van relevant materiaal en het versterken van de communicatie en de samenwerking tussen de verschillende stakeholders om de kwaliteit van de Grundtvigcursussen te verbeteren, het aanbod te verruimen en de zichtbaarheid en het succes van de Grundtvignascholingsactie en de cursussen te verbeteren. Ginco kan cursusorganisatoren en belanghebbenden helpen: de kwaliteit van het Grundtvig Europees opleidingsaanbod en zijn accreditatiesysteem te verbeteren de expertise te delen met andere (potentiële) Grundtvigcursusorganisatoren de samenwerking tussen de relevante belanghebbenden aan te moedigen: organisaties voor volwassenenonderwijs, de nationale agentschappen, de Europese Commissie en anderen. bij te dragen tot hun professionalisering inzake het aanbieden en het geven van Grundtvigcursussen het Grundtvigcursusaanbod in de lidstaten uit te breiden de disseminatie en duurzaamheid van de Grundtvigcursussen te ondersteunen Kort verloop Het Gincoconsortium organiseert een reeks activiteiten in de verschillende partnerlanden, gaande van internationale conferentie tot nationale studiedagen. Een eerste internationale conferentie over kwaliteit van en ICT-gebruik in Grundtvigcursussen werd georganiseerd in Izmir, Turkije op oktober De conferentie beoogde de organisatoren van Grundtvignascholingen te bewegen tot het kwalitatief aanleveren van Grundtvigcursussen en over een juist gebruik van ICT voor, tijdens en na de cursussen. 18

19 Resultaten Er is een GINCO-Guidelines-for-course-quality-instrument ontwikkeld als resultaat van een voortdurend onderzoek naar wat een Grundtvigseminar succesvol maakt. De criteria zijn tot stand gekomen via brainstormsessies met de verschillende netwerkpartners, die soms ook zelf seminarorganisatoren waren. De GINCO-Modular-evaluation-framework is een praktisch instrument om Grundtvigseminars in hun verschillende fases te evalueren. Het framework bouwt voort op de resultaten van een eerder Grundtvigproject, SEALL. De GINCO Course database statistieken geven uitgebreid overzicht van de cursussen per land in Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Het consortium organiseert een tweede internationale conferentie over het valideren van leerresultaten in Grundtvigcursussen in Thessaloniki, Griekenland, december Een derde conferentie over het internationale cursusaanbod zal plaatsvinden in België in september Telkens ontmoeten ervaren en nieuwe cursusorganisatoren elkaar. Via keynote sprekers, workshops en goede praktijkvoorbeelden delen en leren de deelnemers. Soort project GINCO is een internationaal Grundtvignetwerk consortium van 21 partners dat werkt aan de bouw van een Europees netwerk van instellingen voor volwassenenonderwijs die Grundtvigcursussen aanbieden of die dat willen doen in de nabije toekomst. Het project wordt gefinancierd door het Lifelong learning Programma van de EU. 19

20 Partnerlanden Contactgegevens PLATO, platform opleiding, onderwijs en organisatie dr. Jaap van Lakerveld Juryrapport Interessant project, maar niet genomineerd omdat het project pas halverwege zijn looptijd is. Zeker de moeite van het volgen waard. 20

21 Laaggeletterdheid en functionele ongeletterdheid staan regelmatig in de aandacht. Bij functionele ongecijferdheid is dat ten onrechte minder het geval. Hoewel de meeste mensen reken- en wiskundeonderwijs in hun jeugd gehad hebben, blijken echter ook veel mensen niet in staat om basisberekeningen uit te voeren of inzicht in verhoudingen te verkrijgen. Ze hebben moeite met rekenen in procenten, breuken en decimale getallen, inzicht in het metriek stelsel en dit kunnen toepassen, inzicht in meetkundige situaties en ruimtelijke structuren, noties van het begrip kans, het begrijpen van eenvoudige statistische informatie en het kunnen lezen van eenvoudige tabellen en grafieken. Dit project is zijn nominatie meer dan waard, alleen al om de aandacht te vestigen op het belang van educatie aan deze groep. In Balance Een Europees raamwerk voor rekenen en bijbehorende methode Achtergrond project In Balance, een Europees samenwerkingsproject waarbij ROC Midden Nederland de leiding heeft, brengt de Europese best practices bij elkaar en ontwikkelt een Europese standaard voor gecijferdheid. Anders dan bij schools rekenen gaat het om functionele vaardigheden, om in verschillende omstandigheden binnen verschillende contexten goed te kunnen functioneren. In Balance bouwt in belangrijke mate voort op de methode In Balans die in Nederland gebruikt wordt in het rekenonderwijs bij Educatie en in het MBO (niveau 1 en 2). In de online tool worden oefeningen geplaatst die gebaseerd zijn op deze methode: laagdrempelig met realistische rekenopdrachten uit de praktijk. Niveaubepaling is gerelateerd aan de rekenniveaus volgens de commissie Meijerink. Doel project Het doel van In Balance, is het bevorderen van gecijferdheid bij (jong)volwassenen. Praktische rekenvaardigheid die nodig is in de (beroeps)omgeving staat centraal. Concreet betekent dit rekenkunde bij volwassenen in Europa te versterken en de aandacht voor de twee kernvaardigheden rekenen en taal met elkaar in evenwicht te brengen docenten rekenvaardigheid in de volwasseneneducatie te ondersteunen en ontwikkelen docenten te voorzien van gestructureerd en aantrekkelijk lesmateriaal voor cursisten van verschillende niveaus een realistische en systematische leermethode aan te bieden geschikte methoden aan te bieden voor het ontwikkelen van basisvaardigheden en rekenkunde bij volwassenen 21

22 in te spelen op de behoeften van individuele cursisten en hun dagelijkse ervaringen ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van volwassen cursisten en hun docenten. In Balance is gebaseerd op de opvatting dat volwassenen over functionele rekenvaardigheden dienen te beschikken, waarmee ze zich in verschillende contexten en situaties kunnen redden. Rekenkunde bij volwassenen is dus niet hetzelfde als schoolse rekenvaardigheid. Resultaten Het project levert verschillende producten op: European Numeracy Framework (ENF) eind 2010: een raamwerk (vergelijkbaar met het European Language Reference Framework) specifiek voor vaardigheden op het gebied van gecijferdheid op de lagere niveaus, dat is gelieerd aan Europese (ISCED 1 en 2) en nationale niveaus. Dit raamwerk vormt de basis voor de ontwikkeling van een gezamenlijke Europese methodologie voor gecijferdheid een online methode met oefeningen op vijf niveaus voor alle vaardigheden, zoals wegen, meten, geld, oppervlakte, voorzien van een niveaubepaler een online tool voor het creëren van nieuwe oefeningen een handboek voor docenten een database met gratis lesmateriaal. een evaluatiehulpmiddel dat u kunt gebruiken voor uw eigen cursisten; een forum dat ruimte biedt voor discussies, adviezen, ondersteuning en het uitwisselen van optimale resultaten en voorbeelden. Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Er is een website waarop na registratie als gebruiker al het materiaal toegankelijk is Soort project In Balance is een Grundtvig multilateraal project gesubsidieerd vanuit het EU programma Life Long Learning 22

23 Partnerlanden Het Europees project is een samenwerkingsverband van universiteiten en scholen en bevindt zich daarmee in de unieke positie theorie/methodologie en praktijk met elkaar te verbinden: Nederland: ROC Midden Nederland Nederland: Hogeschool Utrecht Engeland: Kent +McGill Engeland: King's College London (GB) Spanje: EMICS Finland: Grafex Oostenrijk: BFI Hongarije: MNT Contactgegevens ROC Midden Nederland Henny de Haan, Juryrapport Project rond het bevorderen van 'gecijferdheid' bij volwassenen. Mix van onderzoeks- en uitvoeringsinstellingen. In NL ook ETV.nl Utrecht en Hogeschool Utrecht betrokken. De website in 5 talen biedt een Europees referentiekader voor gecijferdheid (ENF) waarin EU competentieniveaus voor rekenen in het dagelijks leven nauwkeurig zijn omschreven, een database met gratis lesmateriaal, een evaluatiehulpmiddel te gebruiken voor de eigen cursisten, een exercisemaker om uw eigen lesmateriaal te maken. 23

24 INCREASE is voortgekomen uit het EURO+songfestival en is een prachtig voorbeeld van een project dat eigenlijk al jaren draait en zich uiteindelijk ook op Europees niveau bewezen heeft. Inhoudelijk sluit het aan bij de aandacht voor senioren in onze samenleving. Het songfestival biedt ouderen een kans hun muzikale talenten te laten zien en ontwikkelen en daarmee een positief voorbeeld te geven van wat ouderen te bieden hebben. Dat is en blijft voorlopig een actueel maatschappelijk thema. INCREASE Achtergrond project Het is duidelijk dat vergrijzing en verkleuring voor heel Europa opgaat. Daarom investeert het festival vanaf de start in 2001 in Europese Netwerken als Age Culture Net en in samenwerking met andere Culturele Hoofdsteden van Europa. Deze inspanningen leidden ondermeer tot het InCrease Grundtvig Learning Partnership van , een afkorting die staat voor Increasing Creativity of Seniors. Een sterk partnership dat het Euro+ Songfestival in staat stelde zich Europees te presenteren en te leren van de good practices van anderen. Doel project De uitdagende opzet blijft om ouderen in een vitale interactie met de samenleving te betrekken bij kunst en cultureel erfgoed. Een positieve visie op de vergrijzende samenleving, gevangen in een muzieknoot. Kort verloop Het Euro+ Songfestival is 10 jaar geleden gestart als een songfestival dat de ouderen met verschillende etnische en culturele achtergronden in Rotterdam betrok bij cultuur. Sindsdien is het uitgegroeid tot een breed tweejaarlijks programma van voorstellingen, workshops en masterclasses voor oud en jong. Dit kan mede doordat het programma sinds 2009 is opgenomen in het Cultuurplan na een lovende aanbeveling van de Raad voor Cultuur. Resultaten Het Festival vangt haar aspiraties in een reeks van talentontwikkelingsprogramma's en voorstellingen die interessant zijn voor een publiek en deelnemers, dat bestaat uit jong en oud en verschillende achtergronden. Het Euro+ Songfestival bevordert door middel van vocale muziek intergenerationele talentontwikkeling en waardering voor muziek als immaterieel cultureel erfgoed van generaties. Door het geven van masterclasses, concerten en muziektheater coacht en presenteert het festival 50+ talent 24

25 in een levendige uitwisseling met jongeren en hun leef- en muziekstijlen. Met de zang en het toneelspel van de 50+ amateurs gaat de stichting Euro+ Songfestival een levendige uitwisseling aan met ouderen en jongeren: in Nederlandse steden, in Europese steden, in Europese Culturele Hoofdstad. Vanaf de start in het kader van Rotterdam Culturele Hoofdstad van Europa is het duidelijk dat het oudere amateurtalent als uitgangspunt een belangrijk deel van de succesformule bepaalt. Het resultaat: INCREASE Guide: Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Het leidde ondermeer tot een sterke samenwerking met het Institut für Bildung und Kultur Duitsland, initiatiefnemer van het learning partnership door de gezamenlijke organisatie van een festival in het Ruhrgebied en Istanbul in 2010 beiden Culturele Hoofdstad van Europa in dat jaar en mede ondersteund door een Grundtvig Workshop. En een uitbreiding van het Europees Netwerk van het Euro+ Songfestival die de positie van de organisatie ook in Nederland aanzienlijk versterkt. Dit in combinatie met een groeiende belangstelling voor Europees werken, een niveau waarop de intergenerationele en interculturele ambities verder tot hun recht komen. Disseminatie: De Guide geeft inzicht in wat er in de partnerlanden gebeurt op het gebied van cultuurdeelname van cultureel diverse senioren. De Guide is jaren achtereen verzonden aan een groot contactenbestand van de partners en gepubliceerd op een website in combinatie met een nieuwsbrief. Eind 2011 is deze website opgeheven en is de Guide te downloaden op de website van de partners. Soort project Grundtvig Learning Partnership mede ondersteund door een Grundtvig Workshop. Partnerlanden Oostenrijk: Kulturkontakt Austria België: Entre-Ages Duitsland: BAGSO Brussel, Duitsland: Bundesakademie Wolffenbüttel Duitsland: Institut für Bildung und Kultur Duitsland, Hongarije: E-Quality Foundation Budapest Portugal: Assoçiao Vida Spanje: Fundación Academia Europea de Yuste Extremadura Spanje: Fundecyt - Fundación para el Desarrollo de la Ciencia y Tecnología en Extremadura Badajoz Schotland, UK: Seniors Studies Institute, University of Strathclyde, Glasgow Europa: Age Culture Net Nederland: Euro+songfestival 25

26 Contactgegevens Stichting Euro+ Songfestival Conny Groot Mauritskade 53 huis 1092 AC AMSTERDAM M: Juryrapport Vorig jaar ook genomineerd, maar toen was project nog niet gereed. Het Euro+Songfestival nam actief deel aan Intercultural Creativity of Seniors (INCREASE) en maakte zo de rijkdom van culturele en leeftijdsdiversiteit zichtbaar. Dit pionierproject ging letterlijk en figuurlijk op tournee door Europa en stimuleerde Europese culturele uitwisseling van ouderen en jongeren. In INCREASE kwam de jarenlange expertise op het gebied van vocale talentontwikkeling van cultureel diverse ouderen volledig tot zijn recht. Dit uitwisselingsproject bood oudere zangers een kans om op tal van plekken te kijken en te proeven hoe hun generatiegenoten leven en genieten van kunst en cultuur. In Nederland vergrootte de deelname aan INCREASE de goodwill van overheden en fondsen om ook Europese culturele uitwisseling van ouderen te ondersteunen. 26

27 Meten is weten is een geluid dat je ook steeds vaker binnen de volwasseneneducatie hoort. REVEAL ontwikkelde een model om de competentieontwikkelingen van leerlingen in non-formele en informele context te beoordelen, visualiseren en valideren. Gebaseerd op de vaststelling van cognitieve, actieve en affectieve competenties van de deelnemers. Meten is inderdaad weten. LEVEL5 - REVEAL Achtergrond project REVEAL is een transnationale groep Europese experts en veldwerkers afkomstig uit 20 organisaties uit 16 Europese lidstaten die samenwerken op het vlak van niet-formele en informele leertrajecten. In het kader van drie door de EU gefinancierde projecten tussen 2005 en 2010 heeft de REVEAL community een unieke benadering ontwikkeld om informele en niet-formele leerprocessen te valideren. Deze benadering - LEVEL5 genaamd is uitgeprobeerd en toegepast in meer dan 40 projecten en wetenschappelijk beoordeeld in het kader van twee internationale PhD theses. Doel project LEVEL5 is een meetinstrument, waarmee de competentieontwikkeling van deelnemers kan worden geëvalueerd. Zonder LEVEL5 konden competenties van deelnemers niet direct worden gemeten. De competenties van een deelnemer worden verbeterd omdat het instrument een duidelijk beeld geeft van de vorderingen van de deelnemer. De deelnemer wordt tevens indirect gemotiveerd omdat hij kan zien hoe hij vorderingen maakt in iets waarvan hij zich niet gerealiseerd had dat hij daar competenties in kon ontwikkelen. Kort verloop Het uittesten vond plaats tijdens de projectperiode, toen het LEVEL5 instrument ontwikkeld werd door de zogeheten REVEAL groep. Het instrumenten werd meerdere keren getest met verschillende groepen, waarbij ondermeer jongeren in achterstandssituaties en allochtone vrouwen. Resultaten LEVEL5 is een krachtig web-based software evaluatiesysteem dat ontwikkeld werd in het kader van een eerder EU project ( van Het is gebaseerd op de beoordeling van: 27

28 cognitieve competentieontwikkeling activiteitengerelateerde competentieontwikkeling affectieve competentieontwikkeling van deelnemers in informele en niet-formele leerprojecten. Individuele of groepscompetenties worden geëvalueerd op een procesgeoriënteerde wijze, gevisualiseerd in een 3-dimensioneel kubusmodel en volledig onderbouwd en gedocumenteerd in een daartoe ontwikkeld software systeem. De benadering is speciaal geschikt voor het leren van volwassenen en in het bijzonder voor innovatieve ongebruikelijke leersettings die meestal geclassificeerd worden als informele leermodellen. LEVEL5 omvat een complete procedure om informeel leren te evalueren en te valideren en stelt eigenaars van leerprojecten, evaluatoren en organisaties in staat hun leerprojecten, leergroepen en individuele deelnemers te volgen en bij te houden. De software bevat de volgende onderdelen: leerprojecten, leergroepen en individuele deelnemers kunnen volledig beschreven en gedocumenteerd worden individuele leerprestaties ("topics") kunnen gedefinieerd worden, nader benoemd en gecombineerd in zogenaamde "topic sets" gecontextualiseerde referentiesystemen kunnen opgezet worden voor ieder te selecteren gewenste leeruitkomst (topic). Er kunnen aangepaste beoordelingsmethoden gekozen worden en in detail beschreven worden. Er moeten evaluatiemomenten gedefinieerd worden om de procesgeoriënteerde visualisatie van de competentieontwikkeling voor te bereiden. Competenties van leerders kunnen geordend en benoemd worden om een volledig beeld te geven van de individuele ontwikkeling. De resultaten kunnen zo mogelijk gedocumenteerd worden in een automatisch te genereren PDF certificaat. Level 5 is een innovatief evaluatiesysteem dat stakeholders van niet-formele en informele projecten in staat stelt de impact van hun werk ten behoeve van leerders te beoordelen en zichtbaar te maken. De evaluatieprocedure bestaat uit vijf stappen: 1. Beschrijving van het leerproject: beschrijving van de eigenschappen van een informeel leerproces in voorgeformatteerde patronen 2. Keuze van leeruitkomsten (topics): het kiezen van relevante leeruitkomsten in een open inventarisatie en verdere verfijning 3. Ontwikkeling van een individueel referentiesysteem: het ontwikkelen van een individueel referentiesysteem op basis van een driedimensionaal ordeningssysteem (cognitief, activiteitengerelateerd en affectief) met vijf verschillende niveaus 4. Beoordeling: er is een praktijkgeoriënteerde beoordeling toolbox beschikbaar met een handleiding 5. Classificatie/Documentatie/Visualisatie: de uitkomsten invoegen in het individuele referentiesysteem en vertonen in een 3-dimensioneel bewijssysteem (CUBE); de classificaties worden gesubstantiveerd en beschreven in de software; resultaten kunnen intern opgeslagen worden en/of verbonden worden met deelnemerscertificaten. 28

29 Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie De LEVEL5 software is in twee versies beschikbaar: 1.De web-based versie die de overall database bevat van alle projecten die ingestemd hebben tot medewerking en het idee onderschrijven om bepaalde data zoals topics of vergelijkbare projecten te delen ( Van deze pagina leiden twee hyperlinks naar de LEVEL5 webversie: a. Hyperlink 1 is verbonden met de centrale database van geregistreerde gebruikers en evaluatoren. b. Hyperlink 2 geeft toegang tot een demoversie; user name: act-net, demo password: level5 2. De stand-alone versie die op de desktop van je computer geïnstalleerd kan worden zoals alle gebruikelijke software. (de complete installatie wordt geleverd met CD-ROM voor een eindrapportage met 10 voorbeeldprojecten die elk steeds één deelnemer betreffen) Waarschuwing: de huidige versie van LEVEL5 werkt met alle browsers behalve met Microsoft Internet Explorer (IE) Soort project De LEVEL5-benadering werd ontwikkeld in een project ACT genaamd ( ) dat door de Europese Commissie in het kader van het SOCRATES programma gefinancierd werd. Het was een project gericht op de verhouding praktijk - onderzoek met als ondertitel "Measuring the impact of Informal Learning on Active Citizenship". De opvolger van ACT was ACT-NET ( , gesubsidieerd als Grundtvig Multilateraal Project). Dit project heeft de Level5 benadering en met name de software verder ontwikkeld en heeft het REVEAL-netwerk gecreëerd. Vanaf 2010 zijn we bezig geweest Level5 nadere te differentiëren en te focussen op specifieke leeromgevingen. Vervolgprojecten zijn VIP-project (Validation of Informal Learning in European Projects) en - in het kader van de European Mobility Actions - VILMA (Validation of Informal Learning). Partnerlanden Naast Nederland (CESO) doen er organisaties uit Ierland, Litouwen, Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Roemenie, Maltas, Slowakije, Zwitserland, Zweden, Griekenland, Polen, Letland mee aan het REVEAL-netwerk. 29

30 Contactgegevens CESO Jacques Jansen Juryrapport Interessant project, buiten mededinging vanwege eerdere presentatie op een studiemiddag van Stichting voor Volkshogeschoolwerk/Learn for Life 30

31 Binnen de niet-formele educatie zijn er nog maar weinig projecten die zich bezighouden met het leren van op het beroep gerichte kennis en vaardigheden. Matriamarkt is een project dat zich expliciet richt op vrouwen die een eigen bedrijf willen starten. De opgedane ervaring en expertise werden vervolgens gebruikt voor uitwisseling met Surinaamse organisaties en kennisoverdracht in een EU-project. MATRIAMARKT BUSINESS4ALL EUROPEAN HIGHWAY TO ENTREPRENEURSHIP Achtergrond project In de gemeente Groningen zijn het Alfacollege en Jasmijn actief rondom de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten en projecten die als doel hebben om (allochtone) vrouwen te faciliteren en te activeren, zodat zij kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Beide organisaties werken nauw samen met verschillende andere organisaties in de stad Groningen met als doel het ontwikkelen, opzetten en uitvoeren van wijkgerichte activiteiten op het gebied van NT2, sociale activering, sociale redzaamheid en participatie. Deze nauwe samenwerking heeft geresulteerd in een gestructureerde ketenaanpak, Oktaav genoemd, en het project Matriamarkt voor vrouwen die een eigen bedrijf willen starten. Het Alfacollege is het christelijk regionaal opleidingencentrum (ROC) voor Noord- en Oost-Nederland. en werkt nauw samen met het multicultureel vrouwencentrum Jasmijn. Jasmijn opende in maart 1987 haar deuren en heeft zich sindsdien ontwikkeld van een buurtvrouwencentrum tot een stedelijk vrouwencentrum. Jasmijn is een plaats waar vrouwen met verschillende culturele achtergronden elkaar kunnen ontmoeten, waar zij de mogelijkheid krijgen uit hun isolement te komen en nieuwe vrienden te maken en contacten te leggen. De werkzaamheden van Jasmijn zijn gericht op de bewustwording van de sociale positie van vrouwen; om ze te laten zien hoe belangrijk het is om zelf te kunnen en durven kiezen hoe ze hun leven op dit moment en in deze situatie vormgeven. Jasmijn laat de vrouwen de mogelijkheden zien en ondersteunt ze bij het maken van hun keuzes. In het kader van een twinningsprogramma met Suriname, is er een uitwisseling geweest tussen Matriamarkt met bestaande trajecten in Suriname voor vrouwen die een eigen bedrijf willen starten. Trainers van het Alfa-college hebben vooral op het gebied van empowerment de trainers van Surinaamse organisaties getraind. In het kader van het Grundtvig leven lang leren programma heeft een uitwisseling over ondernemerschap plaatsgevonden in de afgelopen twee jaar. Het doel van dit Europese Highway to Entrepeneurship is het ondersteunen van kansarme groepen bij het verwerven van ondernemersvaardigheden, zodat ze zekerder worden en meer kans maken op een geslaagde start van hun eigen onderneming. YANETH PALACIO VAN JAARSVELD, 38 years old, 2 children from 9 and 5 year old, adopted from Columbia and raised in Groningen Sinks her teeth into cleaning services 31

32 Doel project Het project Matriamarkt is een traject voor vrouwen die een eigen bedrijf willen starten vanuit huis. Het doel van het project is om vrouwen zo goed mogelijk voor te bereiden voordat ze gaan starten met hun eigen bedrijf. In het project Business4all worden er nieuwe kansen geboden voor Surinaamse vrouwen die op de armoedegrens leven bij de opzet van een eigen onderneming. Uniek in het project is de methode en ondersteuning die in het project aan de deelnemers wordt geboden. Het centrale doel van Busioness4All is het opzetten van een structurele samenwerking tussen Nederland en Suriname bij de ontwikkeling van ondernemerschap voor vrouwen in Suriname in kwetsbare economische en/of sociale omstandigheden. Het hoofddoel van het Europese project European Highway to Entrepreneurship is het ondersteunen van kansarme groepen bij het verwerven van ondernemersvaardigheden, zodat ze zekerder zijn en meer kans maken op een geslaagde start van hun eigen onderneming. Kort verloop Inmiddels zijn vier Matriamarktprojecten uitgevoerd, waarvan de eerste twee projecten met behulp van ESF middelen en de twee daarop volgende projecten met middelen uit het werkdeel van de dienst SoZaWe van de gemeente Groningen en subsidie van de provincie. Het betreft vrouwen die het niet lukt om (zelf verworven) vaardigheden en kennis om te zetten in een betaalde baan. De redenen daarvoor zijn divers; te grote afstand tot de arbeidsmarkt, devaluatie of niet erkenning van opleiding en ervaring, taalproblematiek en/of problemen met de combinatie arbeid en zorg. De opleiding Matriamarkt duurt gemiddeld 7 maanden en er wordt 2 dagen in de week les gegeven. Het curriculum van de Matriamarkt is gericht op het inventariseren van de kennis, vaardigheden en talenten en het inventariseren van de barrières die de vrouwen ervaren bij het daadwerkelijk starten van het proces naar arbeid en ondernemerschap. Het programma van de Matriamarkt bestaat uit drie onderdelen gericht op houdingsvaardigheden, theorie en het schrijven van een ondernemingsplan. Door middel van de Rots en Watertraining die de docent van het Alfacollege verzorgt worden de vrouwen zich meer bewust van hun houding en zijn daarna meer assertief en zelfverzekerd. De theorie bestaand uit het opzetten van een boekhouding, zakelijke correspondentie, bedrijfsverzekeringen, belasting, reclameteksten, website maken en uiterlijke presentatie worden in groepsverband en onder leiding van een docent van het Alfacollege uitgevoerd. Het effect van deze werkwijze is dat de groep vrouwen van elkaar leert en daardoor op een hoger plan komt. Bij het schrijven van een ondernemingsplan is de projectcoördinator van de Matriamarkt betrokken om de vrouwen door alle obstakels heen te loodsen. Resultaten Van de 42 deelnemers zijn 15 gestart waarvan 5 verdere begeleiding hebben of hebben gehad via de afd. Zelfstandigen van de dienst SoZaWe. ANURUPA BORKAR, 42 years old, 2 children from 9 and 12 years old, born in India and since 5 year living in Groningen There was always that wish to start my own business 32

33 Van de overige 28 vrouwen zitten 10 in een vervolgtraject naar de uiteindelijke start van hun bedrijf toe. Trainersmateriaal zoals readers en invulmateriaal dat speciaal is ontwikkeld voor Matriamarkt is via het project Business4All ter beschikking gesteld aan de Surinaamse organisaties en daarvoor aangepast. Het resultaat van European Highway to Entrepreneurship: betere kansen voor de kansarme startende ondernemers door assistentie, advies en ondersteuning van hun counselors. De counselors krijgen de kans hun ervaring en kennis met die van hun partners met een verschillende culturele achtergrond te vergelijken. Om de duurzaamheid van de activiteiten te zekeren zal na twee jaar een nieuw project gepland worden om kansarme startende ondernemers te blijven trainen; Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie Inmiddels is het opleidingstraject van de Matriamarkt uitgebreid en overgedragen aan de gemeenten Leeuwarden en Assen. In de provincie Friesland wordt het programma van de Matriamarkt met enthousiasme ontvangen en verder uitgerold in de gemeente Franeker. In het kader van het Grundtvig leven lang leren programma heeft een uitwisseling over ondernemerschap plaatsgevonden. Het doel van dit Europese Highway to Entrepeneurship is het ondersteunen van kansarme groepen bij het verwerven van ondernemersvaardigheden, zodat ze zekerder worden en meer kans maken op een geslaagde start van hun eigen onderneming. Vooral opkomende landen als Estland en Litouwen hadden nog weinig ontwikkeld op het gebied van begeleiding van kansarmen naar ondernemerschap. MORELA SCOOP, 46 years old, single mum, 3 grown-up children, born in Curacao and living in Groningen since 10 years It s great to be my own boss Soort project Matriamarkt is een lokaal samenwerkingsproject in de gemeente Groningen. Business4All is een twinning-project tussen Matriamarkt en bestaande Surinaamse organisaties European Highway to Entrepreneurship is een multilateraal Grundtvigproject in het kader van het EP programma Lifelong Learning Partnerlanden Business4All wordt uitgevoerd door een sterk consortium van organisaties in Nederland en Suriname. In Nederland is de penvoerder van het project het provinciaal Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling uit Groningen en in Suriname wordt een essentiële rol uitgevoerd door de Nationale Vrouwenbeweging Suriname in samenwerking met het Surinaamse bedrijfsleven Partners in European Highway to Entrepreneurship zijn: Estland: Majanduse ja Juhtimise instituut ECOMEN, Tallinn Frankrijk: PLEFPA du Périgord, Coulounieix, Chamiers Duitsland: Frauencomputerschule ItF e.v., Kassel 33

34 Italie: Instituto d Istruzione Superiore ANTONELLO Con indirizzi: Commerciale Turistico Grafico Publicitario Alberghiero e della Ristorazione - Messina Litouwen: Viesoji Istaiga Kompiuteriniu programu mokymo centras, Vilnius Nederland: Stichting Christelijk Regionaal Opleidingen Centrum voor Noord- en Oost- Nederland Alfacolllege, Groningen United Kingdom: Leonard Cheshire Disability, London Contactgegevens ROC Alfacollege en Multicultureel Vrouwencentrum Jasmijn Carla Tinschert c.tinschert@jasmijn.info Juryrapport Zeer inspirerend project, maar uiteindelijk toch niet genomineerd omdat het accent toch primair op de Nederlandse situatie gericht leek. 34

35 VOLUE is ook een project met een lange geschiedenis. Scouting is al jarenlang bezig met het ontwikkelen van competentieprofielen voor vrijwilligers en het ontwerpen van EVC-procedures. VOLUE is een project dat model kan staan voor een project dat ook na afloop van de looptijd zichzelf weer in een andere vorm continueert. Ook nu net de Internationale Prijs is gewonnen, zijn er alweer twee nieuwe projectaanvragen in de maak die op het zelfde idee voortborduren, maar er toch weer een nieuwe dimensie aangeven en zo bijdragen aan de kwaliteit van het vrijwilligerswerk. VOLUE Achtergrond project Vrijwilligerswerk is een goede omgeving om op een informele manier competenties te verwerven die ook op andere plaatsen gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt en/of in het kader van (beroeps)opleidingen. In diverse projecten op Europees niveau zijn hiervoor tools en methodieken ontwikkeld, deze bereiken echter niet of nauwelijks het lokale vrijwilligerswerk. VOLUE staat voor validation of non-formal learning in voluntary work. Doel project Een handleiding maken voor vrijwilligerscentrales en vrijwilligersorganisaties hoe ze met erkenning van competenties aan de slag kunnen, welke tools en methoden daarvoor beschikbaar zijn, en hoe ze hieruit een keuze kunnen maken die past bij hun organisatie. Kort verloop Startbijeenkomst in Nederland. Projectbijeenkomsten in Zweden, Duitsland, en Slowakije: presentaties van good practices m.b.t. de erkenning van niet formeel leren in het betreffende land, bezoeken aan of presentaties van vrijwilligerscentrales en/of vrijwilligersorganisaties, ontwikkeling van richtlijnen voor vrijwilligersorganisaties t.b.v. erkenning van competenties. Conferentie Inspiration for recognition in Nederland, met o.a. presentatie van en discussie over eindproducten, en verkenning van toekomstige samenwerkings-/projectmogelijkheden. 35

36 Evaluatiebijeenkomst in Schotland, gecombineerd met eendaagse conferentie over het projectthema voor Schotse vrijwilligersorganisaties. Resultaten Inventarisatie van good practices op het gebied van erkenning van niet formeel leren in de deelnemende landen. Richtlijnen voor vrijwilligersorganisaties die met erkenning van niet formeel leren aan de slag willen. Ontwikkeling en uitwisseling van visie omtrent (validering van) non-formeel leren in de vrijwilligerssector. Stimulans voor vrijwilligersorganisaties om visie op non-formeel leren te ontwikkelen, competenties te herkennen en valideren. Vervolg, disseminatie en impact in de organisatie De projectresultaten worden onder de aandacht gebracht tijdens presentaties en workshops voor vrijwilligersorganisaties in Nederland. Het project wordt beschreven in een brochure van de EAEA (European Association for the Education of Adults), en in een brochure van de Europese Commissie ( Directorate-General for Education and Culture) in het kader van het European Year of Volunteering. Er wordt een vervolgproject ontwikkeld dat nader in gaat op de rol van lokale vrijwilligerscentrales als het gaat om erkenning van competenties in het vrijwilligerswerk. Hiermee ondersteunt Scouting Nederland daadwerkelijk het vrijwilligerswerk van haar leden op verschillende manieren: door te erkennen, door te waarderen, door verdere training en opleiding te stimuleren en door het leren inzetten van kennis en vaardigheden ten behoeve van anderen. In november 2011 tijdens deelname aan de European Grundtvig Conference on Volunteering op uitnodiging van het Europees Platform werd de brochure The Grundtvig programme s contribution to the European year of volunteering gepresenteerd, met daarin onder andere een beschrijving van VOLUE. Soort project Volue is een Grundtvig Learning Partnership project in het kader van het Lifelong Learning Programma 36

37 Partnerlanden Zweden: Open College Work Duitsland: DJI - jeugdinstituut United Kingdom: Volunteer Development Scotland Slowakije: C.A.R.D.O. Nederland: Steunpunt Scouting Gelderland Contactgegevens Steunpunt Scouting Gelderland Jo Peeters j.peeters@scoutinggelderland.nl Juryrapport Sinds ruim 12 jaar houdt Steunpunt Scouting Gelderland zich bezig met activiteiten die tot doel hebben erkenning te krijgen voor de competenties die worden ontwikkeld in een niet formele leeromgeving, met name in het vrijwilligerswerk. Sinds enkele jaren wordt rond dit thema ook samengewerkt met lokale vrijwilligerscentrales, steunpunten en andere vrijwilligersorganisaties. In Validation of non formal learning in voluntary work inventariseerden partners uit vijf landen goede praktijken Een van de twee winnaars van 2011 op het gebied van erkenning van niet formeel leren. Op basis van de uitkomsten ontwikkelden zij bruikbare en informatieve (discussie-)materialen voor vrijwilligersorganisaties die met erkenning van competenties aan de slag willen. Zo is er materiaal gemaakt over hoe vrijwilligersorganisaties de vrijwilliger kunnen ondersteunen bij de erkenning van verkregen competenties en welke stappen de vrijwilliger zelf kan zetten. Tijdens de afsluitende conferentie Inspiration for recognition werd met de materialen gewerkt. Op deze bijeenkomst werd erkenning van vrijwilligercompetenties in een brede leven lang leren context geplaatst en aan andere beleidsthema s gerelateerd. De projectresultaten zijn gepresenteerd aan de Europese werkgroep die zich met dit thema bezighoudt. De jury is onder de indruk van de consistente inzet die het Steunpunt de afgelopen jaren heeft getoond voor de erkenning van competenties die vrijwilligers ontwikkelen. Scouting Gelderland was initiatiefnemer en drijvende kracht achter het Validation project. De ontwikkelde materialen zijn van belang voor een breed scala aan vrijwilligersorganisaties. Het project draagt er toe bij dat Europese ontwikkelingen op het gebied van erkenning van non formeel leren op toegankelijke wijze naar lokaal niveau vertaald wordt. 37

10 jaar Grundtvig in Nederland

10 jaar Grundtvig in Nederland 10 jaar Grundtvig in Nederland Verworvenheden en perspectieven europees platform internationaliseren in onderwijs Inhoud Colofon 2011 Europees Platform - internationaliseren in onderwijs Kennemerplein

Nadere informatie

Gezond en wel ouder worden

Gezond en wel ouder worden Gezond en wel ouder worden Evidence-based richtlijnen voor gezondheidsbevordering Trudi Nederland Katja van Vliet Maart 2009 1 2 Inhoud Deel I Gezond ouder worden 5 1 Een Europees project 5 2 De gezondheid

Nadere informatie

Inclusief onderwijs en de praktijk in de klas in het voortgezet onderwijs

Inclusief onderwijs en de praktijk in de klas in het voortgezet onderwijs Inclusief onderwijs en de praktijk in de klas in het voortgezet onderwijs Samenvattend Rapport 2005 European Agency for Development in Special Needs Education Dit rapport is geschreven en uitgegeven door

Nadere informatie

Professionalisering van leraren op de werkplek

Professionalisering van leraren op de werkplek Professionalisering van leraren op de werkplek Jaarboek Ruud de Moor Centrum 2010 Redactie Isabelle Diepstraten Hartger Wassink Sjef Stijnen Rob Martens Jos Claessen Ruud de Moor Centrum Open Universiteit

Nadere informatie

Lifelong learning in Nederland: wat is het en waarom?

Lifelong learning in Nederland: wat is het en waarom? 17.1-3. Lifelong learning in Nederland: wat is het en waarom? Dr. T. van Dellen Handboek Effectief Opleiden 55/159 september 2011 17.1-3.01 17.1 EXTERNE RANDVOORWAARDEN/ VOLWASSENENONDERWIJS Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Home & Away Uitwisselingsstudenten begeleiden op afstand. Samenvatting en aanbevelingen

Home & Away Uitwisselingsstudenten begeleiden op afstand. Samenvatting en aanbevelingen Home & Away Uitwisselingsstudenten begeleiden op afstand Samenvatting en aanbevelingen 1. Inleiding Studentenmobiliteit en interuniversitaire uitwisselingsprogramma s krijgen een prominente plaats op

Nadere informatie

Meer dan het gewone. CVO op weg naar 2020. Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving

Meer dan het gewone. CVO op weg naar 2020. Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving Meer dan het gewone CVO op weg naar 2020 Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving Meer dan het gewone CVO op weg naar 2020 CVO Rotterdam en omgeving Rotterdam, oktober

Nadere informatie

Tien STAPPEN VOOR. José Andringa Lidwien Reyn

Tien STAPPEN VOOR. José Andringa Lidwien Reyn Tien STAPPEN VOOR EEN SUCCESVOLLE Community of Practice José Andringa Lidwien Reyn TIEN STAPPEN VOOR EEN SUCCESVOLLE Community of Practice José Andringa Lidwien Reyn ISBN/EAN: 978-90-5748-096-6 2014 Rijksdienst

Nadere informatie

Trends in de samenleving. Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein.

Trends in de samenleving. Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein. Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein. Colofon Sectorinstituut Openbare Bibliotheken Koninginnegracht 14 2514 AA Den Haag Postbus

Nadere informatie

Door de bomen het bos. Met tekstbijdragen van: Koos Baas Albert Boekhorst Jan Karmiggelt Dirk van der Veen Maarten van Veen Iwan Wopereis

Door de bomen het bos. Met tekstbijdragen van: Koos Baas Albert Boekhorst Jan Karmiggelt Dirk van der Veen Maarten van Veen Iwan Wopereis Met tekstbijdragen van: Koos Baas Albert Boekhorst Jan Karmiggelt Dirk van der Veen Maarten van Veen Iwan Wopereis Onder redactie van: Maarten van Veen Door de bomen het bos Informatievaardigheden in het

Nadere informatie

Kernvaardigheden in Nederland

Kernvaardigheden in Nederland Kernvaardigheden in Nederland Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills Survey (ALL) Willem Houtkoop (ecbo), Jim Allen (ROA), Marieke Buisman (ecbo), Didier Fouarge (ROA) en Rolf van der Velden

Nadere informatie

PIAAC: KERNVAARDIGHEDEN VOOR WERK EN LEVEN

PIAAC: KERNVAARDIGHEDEN VOOR WERK EN LEVEN PIAAC: KERNVAARDIGHEDEN VOOR WERK EN LEVEN RESULTATEN VAN DE NEDERLANDSE SURVEY 2012 Marieke Buisman, Jim Allen, Didier Fouarge, Willem Houtkoop en Rolf van der Velden www.piaac.nl Colofon Titel PIAAC:

Nadere informatie

Suzanne Beek, Arie van Rooijen & Cees de Wit. Samen. kun je meer dan alleen. Educatief partnerschap met ouders in primair en voortgezet onderwijs

Suzanne Beek, Arie van Rooijen & Cees de Wit. Samen. kun je meer dan alleen. Educatief partnerschap met ouders in primair en voortgezet onderwijs Suzanne Beek, Arie van Rooijen & Cees de Wit Samen kun je meer dan alleen Educatief partnerschap met ouders in primair en voortgezet onderwijs Colofon Deze brochure is één van de opbrengsten van een project

Nadere informatie

kinderen en Investeren in het publiek van de toekomst

kinderen en Investeren in het publiek van de toekomst kinderen en Investeren in het publiek van de toekomst Coverbeeld: Scholieren tijdens de les Tinten en Tonen in de tentoonstelling Fishing van Imi Knoebel, Gemeentemuseum Den Haag. Foto: Najib Nafid. Voorwoord

Nadere informatie

Anne Loeber. Inbreken in het gangbare Transitiemanagement in de praktijk: de NIDO-benadering

Anne Loeber. Inbreken in het gangbare Transitiemanagement in de praktijk: de NIDO-benadering Anne Loeber Inbreken in het gangbare Transitiemanagement in de praktijk: de NIDO-benadering Binnenkant omslag Inbreken in het gangbare Transitiemanagement in de praktijk: de NIDO-benadering hoofdstuk 1

Nadere informatie

Over drempels naar meer ict-gebruik in het voortgezet onderwijs

Over drempels naar meer ict-gebruik in het voortgezet onderwijs Rapport 4 Over drempels naar meer ict-gebruik in het voortgezet onderwijs Rapport naar aanleiding van het project DigilessenVO in 2009 Bert Zwaneveld Herman Rigter Ruud de Moor Centrum Ruud de Moor Centrum

Nadere informatie

Studenten internationaliseren in eigen land. Nederlands instellingsbeleid. Den Haag, mei 2014

Studenten internationaliseren in eigen land. Nederlands instellingsbeleid. Den Haag, mei 2014 Nederlands instellingsbeleid Den Haag, mei 2014 Studenten internationaliseren in eigen land Adinda van Gaalen Hendrik Jan Hobbes Sjoerd Roodenburg Renate Gielesen Studenten internationaliseren in eigen

Nadere informatie

Studenten internationaliseren in eigen land. deel II - De praktijk. Den Haag, november 2014

Studenten internationaliseren in eigen land. deel II - De praktijk. Den Haag, november 2014 deel II - De praktijk Den Haag, november 2014 Studenten internationaliseren in eigen land Adinda van Gaalen Sjoerd Roodenburg Hendrik Jan Hobbes Daan Huberts Renate Gielesen 2 Studenten internationaliseren

Nadere informatie

Advies. Over de drempel van postinitieel leren

Advies. Over de drempel van postinitieel leren Advies Over de drempel van postinitieel leren Over de drempel van postinitieel leren Colofon De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, opgericht in 1919. De raad adviseert, gevraagd en ongevraagd,

Nadere informatie

Lessen over diversiteitsbeleid. bij gemeenten, provincies en waterschappen

Lessen over diversiteitsbeleid. bij gemeenten, provincies en waterschappen Lessen over diversiteitsbeleid 1 bij gemeenten, provincies en waterschappen 2 L e s s e n o v e r d i v e r s i t e i t s b e l e i d b i j g e m e e n t e n, provincies en waterschappen 3 Lessen over

Nadere informatie

Dr. F. Meijers. Kwaliteit aan zet. Op weg naar professionele mentoring

Dr. F. Meijers. Kwaliteit aan zet. Op weg naar professionele mentoring Dr. F. Meijers Kwaliteit aan zet Op weg naar professionele mentoring Kwaliteit aan zet Op weg naar professionele mentoring Dr. F. Meijers Voorwoord Welk urgent maatschappelijk probleem is het best oplosbaar?

Nadere informatie

De doorbraak in zicht

De doorbraak in zicht De doorbraak in zicht Landelijke tussenrapportage Doorbraakproject Werkplekleren 2009-2011 Tilburg, juni 2011 Prof.dr. A.F.M. Nieuwenhuis Dr. D.J.J.M. Nijman Drs. M.P. Kat - de Jong K.E. de Ries MSc Drs.

Nadere informatie

Op weg naar een duurzame sportvereniging

Op weg naar een duurzame sportvereniging Op weg naar een duurzame sportvereniging 1 Inhoud Inleiding... 4 De fasen op een rij... 10 1. Dromen... 11 1.1 Het begint met een droom... 11 1.2 Mandaat van bestuur en leden... 12 1.3 Wijs verantwoordelijke(n)

Nadere informatie

SAMENVATTING. Kenmerken van leerprocessen

SAMENVATTING. Kenmerken van leerprocessen SAMENVATTING Dit verslag gaat over de vraag hoe leerprocessen die plaatsvinden buiten het officiële circuit van onderwijs- en opleidingsinstellingen (het formeel onderwijs) beter herkenbaar kunnen worden

Nadere informatie

Advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel

Advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel Advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel Differentiëren in drievoud Advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel Advies van de Commissie Toekomstbestendig

Nadere informatie

Diversiteit op de werkvloer: hoe werkt dat? Voorbeelden van diversiteitsbeleid in de praktijk

Diversiteit op de werkvloer: hoe werkt dat? Voorbeelden van diversiteitsbeleid in de praktijk Diversiteit op de werkvloer: hoe werkt dat? Voorbeelden van diversiteitsbeleid in de praktijk Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek TNO S. de Vries, C. van de Ven, M. Nuyens,

Nadere informatie

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Professionalisering van besturen in het primair onderwijs 2 - Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Verslag van de commissie

Nadere informatie

Ten geleide ANDERS LEREN. Deze uitgave over Anders leren bij Daelzicht kwam tot stand met steun

Ten geleide ANDERS LEREN. Deze uitgave over Anders leren bij Daelzicht kwam tot stand met steun HOE LEREN WE IN DE 21STE EEUW? Hoe leiden we mensen op die functioneren in een wereld die voortdurend in beweging is en waarin kennis sneller veroudert én overvloediger dan ooit beschikbaar is? En hoe

Nadere informatie

Een voorbeeld voor. De betekenis van de Krajicek Scholarship. Jeroen Vermeulen & Paul Verweel

Een voorbeeld voor. De betekenis van de Krajicek Scholarship. Jeroen Vermeulen & Paul Verweel Een voorbeeld voor jongeren in de wijk De betekenis van de Krajicek Scholarship Jeroen Vermeulen & Paul Verweel Een voorbeeld voor jongeren in de wijk De betekenis van de Krajicek Scholarship Jeroen Vermeulen

Nadere informatie

Bondgenoten in de decentralisaties

Bondgenoten in de decentralisaties Januari 2013 Bondgenoten in de decentralisaties Invulling geven aan het transformatieproces en de coalitieaanpak TransitieBureau Begeleiding in de Wmo Januari 2013 Bondgenoten in de decentralisaties TransitieBureau

Nadere informatie