Position Paper ICT. Lotte Oosterhof. HAVT3a

Transcriptie

1 Position Paper ICT Lotte Oosterhof HAVT3a

2 Inhoudsopgave 1 wie ben ik? Blz. 3 2 praktijk tijdens de pabo Blz. 3 3 Waarom heb ik voor de minor ICT gekozen? Blz. 4 4 Digitale bron ICT en onderwijs Blz. 5 5 Wat kom ik halen? Blz. 5 6 Wat kom ik brengen? Blz. 6 7 Mijn leerstijl Blz. 7 2

3 1 Wie ben ik? 2 Praktijk tijdens de pabo Stageschool 1 (periode 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4) Montessorischool Purmerend Ik ben Lotte Oosterhof. Ik ben 23 jaar oud en woon in Purmerend. Naast de pabo houd ik me bezig met mijn bijbaantje bij de Hunkemöller, en met mijn hobby s natuurlijk. Ik houd van snowboarden en surfen, 2 sporten die ik helaas niet met regelmaat kan beoefenen. Verder heb ik een grote liefde voor paarden. Ik ben op mijn 16 e begonnen met de opleiding voor onderwijsassistent. Ik heb de keuze voor het onderwijs dus al een flinke tijd geleden gemaakt. De doorstroom naar de pabo was altijd al mijn doel. Ik ben nog steeds blij dat ik voor het onderwijs gekozen heb. Ik vind het werken met kinderen zo waardevol omdat ik als juf iets voor hen kan betekenen. Mijn doel in het onderwijs is de kinderen helpen bij het vinden van hun eigen weg. Mijn belangrijkste drijfveer is dat ik degene kan zijn die ieder jaar een groep kinderen op een positieve en prettige manier kan begeleiden. Ik wil kinderen de ruimte geven, en ze laten ontwikkelen op een manier die bij hen past. Op deze school werd weinig met ICT gedaan. In elk klaslokaal hingen krijtborden en er waren geen computers aanwezig in de klaslokalen. Wel stonden er computers op de gang, deze werden weinig gebruikt. De aanwezige programma s werkten slecht. Meer dan de helft van deze programma s werd niet gebruikt. In de middenbouw werden er alleen spelletjes gespeeld op de computer. Dit vond plaats tijdens de pauzes. Ik heb tijdens mijn stage in de middenbouw eens een les gegeven over vulkanen. Daarbij heb ik mijn eigen laptop gebruikt om een filmpje te tonen in de klas. De leerkrachten op deze school waren niet bezig met ICT. Vooral in de onderbouw werd er negatief over gedaan. In het montessori onderwijs staat zintuiglijk materiaal centraal, dit was een van de uitgangspunten van de onderbouwleerkracht om tegen het gebruik van computers te zijn. Stageschool 2 (periode 2.1 en 2.2) OBS de Akker Purmerend Op deze school werd ICT meer ingezet dan op mijn voorgaande stageschool. De school was bezig met de aanschaf van digiborden. In mijn stageklas (groep 3) hing er al eentje. Een heel fijn bord om mee te werken. Alle werkbladen van de kinderen waren ook aanwezig op de computer, en konden dus getoond worden op het digibord. Voor de leesmethode veilig leren lezen was een computerprogramma aanwezig. Hiermee gaven we alle klassikale leeslessen. Ook voor de schrijfmethode was er een programma voor op het bord. In het klaslokaal stonden 2 computers voor de kinderen. De kinderen deden hier leesoefeningen (flitsen) mee. Dit is het enige 3

4 programma wat ik me kan herinneren wat gestructureerd aangeboden werd. De computers van de kinderen werden verder weinig gebruikt. Stageschool 3 (periode 2.3 en 2.4) OBS de Delta Purmerend Ik liep op deze school stage in groep 8. Op deze school was een digibord aanwezig. Het bord hing op een onhandige plaats in het lokaal (aan de zijkant) en werd bijna niet gebruikt. De leerkracht gebruikte het als televisie en ze gebruikte het bij het woordenschatonderwijs. De werkbladen voor het woordenschatonderwijs waren ingescand, dit is de reden dat ze het bord bij deze les gebruikte. Het krijtbord hing op een centrale plek in de klas. Dit bord werd als basis gebruikt. Verder stonden er 2 computers in het klaslokaal. Hierop deden de kinderen spelletjes. Ze gingen meestal naar de website spele.nl. Er werd niks educatiefs gedaan. Stageschool 4 (periode 3.1 en 3.2) OBS de Dijk Purmerend Op deze school heb ik het afgelopen half jaar stage gelopen. Ik heb stage gelopen in de kleuterklas. Op deze school blijf ik ook stage lopen tijdens mijn minor ICT-1. Er is in ieder lokaal een digibord aanwezig. Deze borden hangen er sinds februari De manier van werken met de borden verschilt per klas (per leerkracht). In mijn stageklas werd er door de leerkracht waarbij ik stage liep op de maandag en dinsdag, zeer weinig mee gedaan. De leerkracht die de groep aan het eind van de week draaide, werkte wel actief met het bord. Ze gaf de rekenlesjes in de kring met behulp van het bord. De leerkracht waarbij ik stage liep op de maandag en dinsdag is totaal niet gewend om met de computer te werken. Ze dacht ook niet vanuit de computer. Als ze een film wilde kijken wilde ze de tv pakken, en als ze een cd wilde opzetten wilde ze de cd-speler pakken. Ze was nog niet gewend dat dit allemaal op het digibord kon. In de klas staan 2 computers voor de kinderen. De kinderen mogen tijdens het zelfstandig werken ook op het digibord. De activiteiten die ze met de computer en het digibord doen sluiten niet aan bij hun niveau en interesses. Er is 1 programma wat werkt, dat is het programma Ambrasoft. Hierin zit 1 onderdeel wat de kinderen kunnen doen, hierdoor raken de kinderen er snel op uitgekeken. Ik zie vaak dat er maar wat gedaan wordt op de computer en op het bord. Er valt in ieder geval nog heel veel te verbeteren. 3 Waarom heb ik voor de minor ICT gekozen? Toen ik in het tweede jaar van de pabo de ICT opdracht uitvoerde in mijn stageklas (groep 8) merkte ik dat de kinderen het ontzettend leuk vonden. Werken met ICT sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Het is voor de kinderen bekend terrein, ze kunnen er goed mee omgaan. Dit maakt dat ze het leuk vinden om het te gebruiken. We willen in het onderwijs graag dat de kinderen enthousiast zijn over wat ze moeten leren. Door ICT in te zetten als middel kun je de kinderen al snel enthousiast maken. Dit is een van de redenen waarom ik voor het gebruik van ICT in het basisonderwijs ben. Ik wil het zelf ook graag op de juiste manier kunnen inzetten. Ook daarom heb ik gekozen voor deze minor. Ik wil leren hoe ik ICT op een goede manier in kan zetten in het onderwijs, en wat de mogelijkheden zijn. Verder vind ik 4

5 het gebruik van ICT zelf, net zoals de kinderen, erg leuk. Ook voor mij geldt dat deze minor aansluit bij wat ik zelf graag wil leren. 4 Digitale bron ICT en onderwijs able_cumulus_sep_09_(2).pdf De tekst die ik gelezen heb is een onderzoeksverslag. Er is onderzoek gedaan naar hoe je ICT in het basisonderwijs kan gebruiken, als je bij het gebruik uit gaat van het onderwijsconcept van de school. Er zijn drie scholen onderzocht die je kunt onderscheiden als een leerkrachtgestuurde school, een deels leerkrachtgestuurde en deels leerlinggestuurde school, en een school waarbij de leerlingen hun leerproces grotendeels zelf sturen. Op deze scholen is onderzocht hoe ICT gebruikt wordt. Wat is per school het doel, wat zijn de middelen en wat wordt er precies mee gedaan. De uitkomst is dat iedere school de betrokkenheid van de leerlingen wil vergroten. De manieren waarop de scholen dit vormgeven verschilt. De leerkrachtgestuurde scholen gebruiken de bestaande ICT middelen uit de methode, en het geheel blijft erg gestuurd door de leerkracht. Het verschil is dat de leerkrachten de kinderen nu opdrachten voor op de computer geven in plaats van opdrachten in een werkboek. Ook willen ze op deze scholen de kinderen meer zelfstandig laten werken door middel van ICT, en zorgen voor meer differentiatie. De leerkrachten kunnen de leerlingen meer opdrachten op maat geven. Op de andere twee onderzochte scholen gaat het heel anders. Deze twee scholen worden in de tekst steeds samen genoemd, omdat ze veel overeenkomsten vertonen. Deze scholen werken meer met middelen als fotocamera s, videocamera s en printers. De nadruk ligt hier op het zelfontdekkend leren. Helemaal bij de laatste categorie scholen, waar het leerproces erg gestuurd kan worden door de leerlingen zelf, is veel ruimte voor zelfontdekkend leren. Ik vind zelf de twee scholen uit de laatste categorie, waarbij de leerlingen zelf sturing kunnen geven aan het leerproces, het meest betekenisvol met ICT omgaan. Bij alle onderzochte scholen wordt ICT ingezet als middel, maar de manier waarop verschilt toch sterk. Het feit dat ICT de taken van de leerkracht kan verlichten (zoals het maken van digitale toetsen etc.) vind ik een mooie bijkomstigheid. Het gaat er voor mij als eerst om dat het onderwijs voor de kinderen betekenisvoller gemaakt kan worden door middel van ICT. Je kunt de betrokkenheid vergroten door kinderen zelf keuzes te laten maken wat ze willen onderzoeken, en hoe ze dit willen gaan doen. Wat je ook terug ziet bij deze scholen is dat de situaties waarin de leerlingen aan het werk zijn met ICT levensecht gemaakt worden. Ze hebben een duidelijk doel waar ze naartoe werken. Er is een echte eindpresentatie voor de klas, of er moet echt iets gemaakt worden wat gebruikt wordt. Het is echt, het is betekenisvol. Op deze manier kan het gebruik van ICT een meerwaarde zijn voor het onderwijs. 5 Wat kom ik halen? Ik wil weten wat de mogelijkheden van het gebruik van ICT in het basisonderwijs zijn en ik wil leren hoe ik hiermee om kan gaan. Ik ben al van mening dat ICT een meerwaarde kan zijn voor het onderwijs, vandaar mijn keuze voor deze minor. 5

6 Tijdens mijn stage die ik ga lopen voor deze minor wil ik gaan ervaren wat de effecten zijn. Ik kan wat ik bij de lessen op de PABO leer toepassen om direct te zien hoe ik het kan vormgeven. Uit mijn eerdere ervaringen met ICT in het onderwijs tijdens de opdracht uit het tweede jaar van de PABO is gebleken dat de kinderen erg snel enthousiast zijn. Ik wil leren hoe ik ICT bij meer lessen in kan zetten zodat ik de kinderen voor veel meer vakken kan enthousiastmeren. 6 Wat kom ik brengen? Ik werk zelf altijd met een pc met Windows als besturingssysteem. Ik werk veel met de programma s word en paint. Ik heb op dit moment word 2003 op mijn computer staan. Ik gebruik nu graag oude programma s omdat ik ze goed ken. Ik ben erg handig met die programma s. Ik weet dat er nu steeds meer programma s komen die alles nog makkelijker maken, maar als ik niet goed weet hoe ik ze moet gebruiken, doe ik alles liever met een omweg (met oudere programma s dus). Verder gebruik ik PowerPoint zo nu en dan voor een presentatie op school. Ik heb hieronder een lijst samengesteld met software, hardware en termen die met ICT te maken hebben. Daarop geef ik aan hoe het met mijn kennis en vaardigheden gesteld is. Het is een greep uit wat ik ken met betrekking tot ICT gebruik. Het lijstje is misschien wat onsamenhangend en incompleet, maar ik heb op het moment nog onvoldoende kennis om hier beter structuur in aan te brengen. Computergebruik Tablet Smartphone Internet Social media Word Powerpoint Excel Paint Itunes Photoshop 1 (beetje kennis/ervaring) (veel kennis/ervaring) Ik vind dat mijn kennis met betrekking tot ICT nu nog minimaal is. Maar omdat ik erg geïnteresseerd ben in de (nieuwe) mogelijkheden denk ik erg veel zal leren van deze minor. Wat ik dus kom brengen is mijn interesse. Natuurlijk komen de vaardigheden die ik nu al heb ook goed van pas. Omdat ik (voor een groot deel) opgegroeid ben met computers is het voor mij wel al bekend terrein. Verder ben ik erg creatief. Dit is ook een eigenschap die goed van pas kan komen bij deze minor. Ik ontwerp graag dingen zelf, ik teken graag en vind het leuk om hier de computer bij te betrekken. 6

7 7 Mijn leerstijl Ik heb de leerstijlentest van Kolb gedaan. Hier kwam de volgende leerstijl uit naar voren: LEERSTIJLENTEST VAN KOLB: DE DENKER Voor een denker ligt de nadruk op de (logische) samenhang tussen zaken. Een denker houdt zich het liefst bezig met het vormen van begrippen. Het maken van theoretische modellen is de kracht van de denker. Voor de denker staan nauwkeurigheid, logica en het denken in zuivere, abstracte begrippen op de eerste plaats. Vanuit de (gemaakte) theoretische modellen probeert de denker richting de werkelijkheid te komen. Optimale leeromgeving: Zelfstandig leerstof doornemen en dit binnen zijn eigen denkwereld vorm te geven Orde en rust De mogelijkheid om achtergrondinformatie te krijgen Complexe vraagstukken worden als uitdaging gezien Een duidelijk programma en duidelijke (leer)doelen Ik ben het eens met de uitkomst van de test. Ik ben altijd opzoek naar de logische samenhang tussen zaken. Ik geef graag structuur aan dingen. Op die manier werk ik ook graag aan mijn verslagen voor de pabo, maar ook tijdens mijn werk op mijn stage komt dit duidelijk naar voren. De beschrijving van de optimale leeromgeving klopt ook helemaal voor mij. Ik heb vooral veel baat bij een duidelijk programma en duidelijke leerdoelen. Verder leer ik het beste als ik me ergens voor interesseer. Dit geldt natuurlijk voor veel mensen, maar het is bij mij erg sterk aanwezig. Het kan zelfs zo zijn dat het er echt niet in komt als het mijn interesse niet heeft. Mijn houding tijdens de lessen op de pabo verschilt per les. Het is afhankelijk van het vak, van de inhoud, van de vorm en van de docent die het vak geeft. Over het algemeen is mijn houding eerder proactief dan consumptief. Aangezien de inhoud van de pabo mijn interesse heeft, neem ik de aangeboden stof graag tot mij. Ik wil tijdens de bijeenkomsten graag veel informatie winnen. Het zijn de momenten waarop alles uitgelegd wordt, waarop je vragen kan stellen etc. Het is handig om er dan goed bij te zijn. Op die manier maak ik het zelfstandig werken buiten de bijeenkomsten om makkelijker voor mezelf. 7