Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaai Rijkswaterstaat

Transcriptie

1

2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaai Rijkswaterstaat

3 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat Co I of on Uitgave Bouwdienst Rijkswaterstaat Eindredactie R Gacser Tekstproduktie Noud Vos, Kneepkens Vos Public Relations Foto's Meetkundige Dienst A.C.M. Looman Vormgeving A.C.M. Looman Produktie Drukkerij Holland Alphen aan den Rijn 22 juli 1996

4 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat innoudsopgave Voorwoord 5 1. Inleiding Het sociale en personele beleid in Het ARBO-beleid 1.3 Overleg over het ARBO-beleid 1.4 Formatie Bouwdienst 1.5 Strategisch Personeels Management Mobiliteitsbevordering 1.7 Integriteit 2. Veiligheid Veiligheid op de bouwplaats 2.2 Het Bouwprocesbesluit 2.3 Veiligheidsinformatie 2.4 Bedrijfshulpverlening(BHV) 2.5 Het actualiseren en ontwikkelen van calamiteitenplannen Financieel overzicht ARBO-opleidingen 3. Gezondheid Ziekteverzuim 3.2 Ziekteverzuim in cijfers 3.3 Werkdruk en werkstress 3.4 Werkplek en beeldschermergonomie 3.5 Asbestonderzoek Medisch Sociaal Team 4. Welzijn Het bevorderen van werkoverleg 4.2 Introductie nieuwe medewerkers 4.3 Bedrijfsmaatschappelijk werk 4.4 Ongewenste intimiteiten Kinderopvang en ouderschapsverlof 4.6 Aanpassingen 5. ARBO-ondersteuning en voorlichting Personeel Bouwdienstpersoneel 6.2 Instroom 6.3 Verdeling mannen/vrouwen 6.4 Uitstroom 6.5 Leeftijd WBEAA/allochtonen 6.7 Overig personeel 7. Organisatie Directie Team 7.2 Beloningen, vergoedingen en verlof 7.3 Vervoersplan 7.4 Identificatieplicht 8. Voorlichting, overleg en opleiding Functioneringsgesprekken 8.2 Exit interviews 8.3 Voorlichting op banenmarkt 8.4 Opleidingen 8.5 Overleg met de Dienstcommissie 9. Verenigingen en fondsen Personeelsvereniging 'De Bouwschakel' 9.2 Sociaal Fonds 9.3 Attentiefonds Commentaar Dienstcommissie 20

5 Arbo/Sociaal jaarverslag 7995 Bouwdienst Rijkswaterstaat Voorwoord Het ARBO Jaarverslag 1995 en het Sociaal Jaarverslag 1995 zijn in deze uitgave tot een gezamenlijk jaarverslag samengevoegd. De voornaamste reden voor deze keuze ligt in het feit dat in beide jaarverslagen gelijksoortige onderwerpen worden behandeld. Door een gezamenlijke uitgave worden doublures vermeden en kunnen dwarsverbanden tussen sociaal beleid en Arbo-beleid eenvoudig gelegd worden. Om aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de opzet van een ARBO-jaarverslag te voldoen, is de informatie gerangschikt volgens die uitgangspunten.

6 6 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 1. Inleiding 1.1 Het sociale en personele beleid in Overleg over het ARBO-beleid Bij de fusie van de directie Bruggen en de Het ARBO-beleid wordt door de ARBOcommissie voorbereid. Over een aantal directie Sluizen en Stuwen tot de Bouwdienst, in 1991, werd een omvormingstraject gedefinieerd, waarvan de doel 1995/1996 heeft overleg plaatsgevonden tus onderwerpen uit het ARBO-jaarplan stellingen eind 1996 bereikt moesten zijn. sen de Dienstleiding en de Het omvormingsproces werd voortvarend Dienstcommissie. Daarnaast zijn verschillende ARBO-zaken besproken in de staven door de medewerkers aangepakt. In 1994 bleek echter de snelheid van het proces toch van de Hoofd- en Stafafdelingen en in het tekort te schieten. Dit was aanleiding voor afdelingswerkoverleg. Daarbij kwamen de dienstleiding om hierover een discussienota te laten vervaardigen. Toen deze begin onder andere aan de orde: - het ARBO-jaarverslag 1994; 1995 met de medewerkers besproken werd, - het ARBO-jaarplan 1995/1996; bleek er nog steeds voldoende draagvlak te - ARBO-aspecten bij de herhuisvesting zijn voor het ingezette proces. Het werd Tilburg; tevens duidelijk, dat het omvormingsproces - rapportage van de evaluatie werkdruk/ wel getoetst moest worden aan allerlei ontwikkelingen, zoals de veranderende stress-preventieproject; - nota Bouwprocesbesluit Bouwdienst. Bouwdienst-omgeving. Dit heeft geleid tot actualisatie van het huidige Strategische Deze 'ARBO-produkten' hebben de instemming van Directieteam en de Dienst Plan. commissie gekregen. 1.2 Het ARBO-beleid Per 1 december 1995 zijn de nieuwe 'Richtlijnen voor het werken en uitvoeren op autowegen' uitgevaardigd. Ook het nieuwe 'Bouwstoffenbesluit, Bodem- en oppervlaktewaterbescherming' hebben veel ARBOraakvlakken. Implementatie van deze zaken vroeg extra aandacht van onze bestekmakers en toezichthouders. Op grond van het 'Besluit ARBO-diensten' is op departementaal niveau onderhandeld over een raamcontract met de ARBO-dienst RBB. Per 1 juli 1996 dient een contract tussen de Bouwdienst en de RBB gesloten te worden. 1.4 Formatie Bouwdienst In het Sociaal Jaarverslag 1994 werd al aangegeven dat een belangrijk aandachtspunt voor 1995 zou bestaan uit het maken van afspraken met de Hoofddirectie over de (personeels)omvang van de Bouwdienst. Zoals gezegd heeft de dienstleiding in 1994 onderkend dat het omvormingsproces Het ARBO-beleid is in voorgaande jaren vastgesteld door het Directieteam. Uitgangspunt was de ARBO-doorlichting 1991 (risico-inventarisatie en evaluatie). Vervolgens is er een ARBO-beleidsplan vastgesteld, waarin een visie en een meerjarenplan is vastgelegd. Het meerjarenplan vormt op zijn beurt de basis voor het ARBO-jaarplan. Belangrijk uitgangspunt voor het ARBObeleid is het feit dat elke hoofd- en stafafdeling zelf verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden binnen die afdeling. In de hoofd- en stafafdelingsplannen zouden wat meer ARBO-akties niet misstaan. Het gevoerde ARBO-beleid moet ook in de kwartaalrapportages meer herkenbaar worden. Dat kan bijvoorbeeld door de onderwerpen Veiligheid, Gezondheid (ziekteverzuimcijfers) en Welzijn (werkoverleg, functioneringsgesprekken e.d.) apart te bespreken.

7 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 7 onvoldoende snel verliep. Begin 1995 hebben alle Bouwdienstmedewerkers hun visie kunnen geven op de discussienota, die eind 1994 werd uitgebracht. Uit de reacties viel af te leiden dat er voldoende draagvlak was voor de voortzetting van het omvormingsproces. Wel bleek er behoefte te bestaan om de afwegingen die ten grondslag lagen aan het omvormingsproces te toetsen aan ontwikkelingen en aan de Bouwdienst-omgeving. Daarnaast zijn ook externe ontwikkelingen - de besluiten van de Directieraad van Rijkswaterstaat - van grote invloed op het vervolg van het omvormingsproces. Door een van die besluiten is het toegestaan om uitbestedingsbudget, indien aantoonbaar doelmatiger, aan te wenden voor personeelsbudget. Enerzijds wordt hierdoor de instroom mogelijk die voor het omvormingsproces noodzakelijk is, zonder dat daar tegelijkertijd een even grote uitstroom tegenover moet staan. Anderzijds wordt hierdoor de mogelijkheid geboden om minder ver uit te besteden ten gunste van eigen capaciteit, indien door verdergaande uitbesteding het behoud van deskundigheid in gevaar zou komen, of zou leiden tot hogere kosten. De Rijkswaterstaatsdiensten krijgen dus een zekere vrijheid om te kiezen tussen zelf doen of uitbesteden. De randvoorwaarden voor personele aantallen zijn niet alleen maatgevend. De Hoofddirectie heeft ingestemd met het Bouwdienstplan om 75 plaatsen uitbesteding om te zetten in (tijdelijke) capaciteit. Daarnaast heeft de Hoofddirectie ook ingestemd om enerzijds in drie jaar 60 medewerkers in te laten stromen, terwijl er anderzijds naar wordt gestreefd om de omvormingsgroep van 60 medewerkers binnen 5 jaar af te bouwen. 1.5 Strategisch Personeels Management In het Strategisch Plan is de strategic beschreven die ertoe leidt dat de doelen, die de Bouwdienst zichzelf heeft gesteld, worden bereikt. Een van de middelen daarvoor is het Strategisch Personeels Management (SPM). Om SPM nader binnen de Bouwdienst te introduceren is in 1995 een 'Projectgroep SPM' opgericht. Aan de hand van de, in juli 1995, door deze projectgroep uitgebrachte (tussen)rapportage heeft het Directieteam in oktober, tezamen met het middenkader van de Bouwdienst, verdere afspraken gemaakt over het implementatietraject. Als belangrijkste aandachtsgebieden zijn genoemd: kwaliteit en motivatie van de medewerkers en flexibiliteit van zowel de medewerkers als de organisatie. Maatregelen daarbij zijn onder andere: - het ontwikkelen of aanpassen van nieuwe en bestaande personeelsinstrumenten; - het ontwikkelen van een managementstijl die wordt gekenmerkt door een open en eerlijk karakter, voorbeeldgedrag en het toestaan van het maken van fouten (lerende organisatie); - het opzetten van een Strategisch communicatieplan: in het beleid openheid betrachten en voldoende tijd en ruimte bieden aan de bei'nvloeding van de besluitvorming. 1.6 Mobiliteitsbevordering Door de bezuinigingen in het verleden zijn medewerkers sterk op hun huidige positie gefixeerd geraakt en is de interne doorstroming enorm teruggelopen. Om de mobiliteit van de medewerkers te bevorderen heeft het Directieteam zich bezonnen op de vraag welke kwaliteit er bij de medewerkers aanwezig is en welke potenties zij bezitten om door te kunnen groeien. Deze zogenaamde Potentieel Indicaties (Pi's) brengen RWSbreed de loopbaanontwikkeling van de medewerkers in beeld. In het kader van die mobiliteitsbevordering is ook -doorlopend in CROMA opgezet, een loopbaan-begeleidingsbureau voor Rijkswaterstaat, waar medewerkers van de Bouwdienst worden aangemeld om door te kunnen stromen naar andere diensten en omgekeerd. Zij krijgen bij dit bureau een cursus sterkte/zwakte-analyse, vergaren inzicht in de interne arbeidsmarkt en leren hoe ze zelf een nieuwe werkplek kunnen verwerven. Vacatures worden door de verschillende diensten bij CROMA gemeld, waardoor een match kan plaatsvinden tussen aanwezig potentieel en de behoefte. 1.7 Integriteit Rijkswaterstaat en de daaronder ressorterende diensten dragen als overheidsorganen verantwoording jegens de gemeenschap. Dientengevolge worden er hoge eisen gesteld aan de integriteit van de organisatie en haar medewerkers. Na de discussies in 1994 over de integriteit van de medewerkers is in 1995, in het kader van het plan van Aanpak Integriteit, een gedragscode ontwikkeld. Deze gedragscode, die door iedere medewerker wordt onderschreven, is aan iedereen uitgereikt en kan vanwege het bescheiden drukwerk-formaat gemakkelijk in een agenda worden ingestoken. Altijd bij de hand, altijd duidelijkheid over de uitgangspunten van integriteit.

8 8 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 2. Veiligheid 2.1 Veiligheid op de bouwplaats 2.3 Veiligheidsinformatie Vestiging Actie Omschrijving In 1995 zijn in de maanden februari en maart tweemaal tweedaagse trainingen gegeven aan vijfendertig Bouwdienstmedewerkers: toezichthouders en uitvoeringsleiders. Deze cursus werd gegeven door de stichting ARBOUW. De training was gericht op: - problematiek bouwnijverheid; - bouwnijverheid en ARBO-regelgeving; - invulling ARBO-beleid in bouwbedrijven; - juridische aspecten ARBO-wet; - rol van toezichthouders gezien vanuit de ARBO-wet; - het Bouwprocesbesluit. 2.2 Het Bouwprocesbesluit De Nota Bouwprocesbesluit Bouwdienst is in augustus vastgesteld door de Dienstleiding. De Bouwdienst deed in 1995 veel ervaring op met het Bouwprocesbesluit. Naast de nodige informatie en folders (Veilig bouwen, gezond bouwen) zijn er opleidingsdagen (Het Bouwprocesbesluit in de RWS-praktijk) gegeven. Op deze opleidingsdag werden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: - noodzaak en doel van het Bouwprocesbesluit; - voor welke werken geldt dit Bouwprocesbesluit; - taken en verplichtingen van betrokken partijen; - de relatie tussen de bestaande voorschriften en het Bouwprocesbesluit; - het Bouwprocesbesluit in de RWS-praktijk. Circa 250 medewerkers hebben deze cursus gevolgd. Belangstellenden voor deze cursus kunnen contact opnemen met de voorzitter van de werkgroep Bouwprocesbesluit, de heer L. van Doom, of met de ARBO-coordinator, de heer B. Koster. Bij de afdeling Rijkswaterstaat Steunpunt Opdrachtgeverschap is een overzicht gemaakt van de publicatiebladen die bij de dienst aanwezig zijn. Tevens is bekeken of deze bladen nog actueel zijn en welke bladen er bij besteld moeten worden. Er zijn in 1995 verschillende veiligheidsinformatiebladen ontwikkeld. Die betroffen niet alleen de stoffen die bij kopieermachines en printers gebruikt worden, maar gingen ook over schoonmaakmiddelen. 2.4 Bedrijfshulpverlening (BHV) De werkgever is wettelijk verplicht om in overleg met de werknemers voorzieningen te treffen, maatregelen te nemen en een of meer werknemers aan te wijzen voor het uitvoeren van de volgende taken: - eerste Hulp bij Ongevallen; - bestrijden van brand; - evacueren van werknemers in een noodsituatie; - communicatie met hulpverlenersorganisaties. De Bouwdienst voldeed in 1995 voor haar vestigingen aan het in de wet gestelde aantal BHV-ers. In 1995 hebben deze BHV-ers zich weer met veel enthousiasme aan hun taak gewijd en de nodige opleidingen en oefeningen gevolgd. Om de vaardigheden op peil te houden zijn per vestiging de volgende acties ondernomen: Utrecht Cursus 2 dagen herhalings- BHV-ers 32 cursus algemene training te Deldernerbroek EHBO nieuwe cursus (12 pers.geslaagd) EHBO herhalingslessen (2 dagen) Reanimatie nieuwe cursus (12 pers. geslaagd) Reanimatie herhalingslessen (2 dagen) Brandweer diverse trainingen (totaal 4) Zoetermeer Opleiding 3 dagen in Septem BHV-ers: 15 ber algemene training (herhaling) Training perslucht herhalingsdagen (3 dagen) EHBO herhalingslessen (5 dagen) Cursus ontruimer Apeldoorn Opleiding tweemaal een BHV-ers: 6 tweedaagse algemene training Training perslucht (herhalingslessen (2) Wedstrijd EHBO'ers: gezamenlijke wedstrijd met de Verzekeringskamer en R.C.C. Tilburg Opleiding kader (2 pers.) BHV-ers: 9 Training BHV (6 pers.) EHBO herhalingslessen Reanimatie herhalingslessen Brandweer 3 personen

9 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 9 BHV Utrecht Ten behoeve van de brandveiligheid zijn verschillende activiteiten ondernomen: de centralekast is vervangen; er is van ruimtebeveiliging overgegaan naar vluchtwegbeveiliging; de overdruksluizen naar de trappenhuizen zijn aangesloten op brandmelders en de liften worden gerenoveerd. Werkplekken zijn in 1995 sterk verbeterd, dit geldt met name voor het meubilair en beeldschermen. deze zijn niet bereid echt aktief mee te werken (blijft aandachtspunt voor 1996). Voor Tilburg zal in 1996 na de verhuizing een plan worden opgesteld. De regiokantoren in Capelle, Meppel en Diemen hebben hun concept gereed. BHV Zoetermeer Integratie BHV Bouwdienst met O.C. & W. Op 27 november 1995 is het beheer van de BHV-ruimten en van de BHV-materialen overgedragen aan O.C. en W. Met ingang van 1 januari 1996 zijn de EHBO-ers ingedeeld bij de herhalingslessen van O.C. & W. Ook de rest van de BHV-ers zal zijn/haar oefeningen volgen tezamen met de BHV-ers van O.C. & W 2.6 Financieel overzicht ARBO-opleidingen BHV Apeldoorn De persluchtdragers oefenen om de twee weken bij de brandweerploeg van 'Centraal Beheer' en de EHBO-ers oefenen om de twee weken bij de Verzekeringskamer. Zij sluiten het seizoen af met een gezamenlijkc wedstrijd. Kosten opleidingen: Cursus PBNA: 'Bouwprocesbesluit in de RWS-praktijk' Aantal deelnemers 250 Kosten Hoofddirectie f BHV Tilburg Op 27 September is de BHV-groep in actie gekomen vanwege een grote lekkage. De plafondplaten dreigden daardoor naar beneden te komen. Ook op 27 September is er een brandmelding geweest, die afgehandeld is door K.J. Ophof. 2.5 Het actualiseren en ontwikkelen van calamiteitenplannen Het calamiteitenplan voor Utrecht is up-todate, voor Zoetermeer is een volledig nieuw calamiteitenplan klaar. Voor Apeldoorn ligt een concept gereed, maar hier zijn problemen met de medebewoners van het pand; P > ^ ^ *P S

10 10 Arbo/Sociaal jaarverslag 7995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 3. Gezondheid 3.1 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij de Bouwdienst is gelukkig erg laag, daarom zijn het ziekteverzuimbeleid en de rol van de lijnmanager daarin nog niet aangescherpt. In 1996 wordt in het kader van het contract met RBB een begin gemaakt met een vernieuwd beleid (aktie uit jaarplan 95/96, 1. Ziekteverzuimbeleid). De doelstelling van dat beleid is het ziekteverzuim beheersbaar te maken. Het voorgestelde nieuwe beleid zal ondermeer tot gevolg hebben dat leidinggevenden hun formele rol op het terrein van preventie van vermijdbare ziekte/arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk gaan oppakken. Daarnaast mag niet vergeten worden dat 66k de medewerkers op hun beurt aangesproken kunnen worden op hun persoonlijk ziekteverzuim. 3.2 Ziekteverzuim in cijfers Het ziekteverzuim is ook in 1995 verder gedaald van 4,4% (1994) naar 3,7% (1995). Exclusief langdurige zieken bedroeg het percentage 2,9% (3,2% in 1994). Het ziekteverzuim (inclusief langdurig zieken bedroeg bij de mannen 3,3% en bij de vrouwen 6,5% (inclusief zwangerschapsverlof 8,6%). Van de mannen meldt zich 2,46% tenminste een keer ziek, bij de vrouwen is dit 6,5%. Ter vergelijking: het ziekteverzuim van de hele Rijkswaterstaat bedroeg over ,2%. Het ziekteverzuimpercentage in de salarisschalen bedraagt: : 10,3% 7,68% 5-10: 4,8% 4,34% i l l : 2,6% 2,22% 3.3 Werkdruk en werkstress Het 'Stresspreventieproject' dat door de RBB is uitgevoerd in de periode november 1993 t/m november 1994, omvatte de volgende onderdelen: - onderzoek naar stressrisico's in de organisatie en het detecteren van medewerkers met veel stressklachten; - voorlichting voor leidinggevenden: 'het herkennen van werkstress'; - workshops voor leidinggevenden: 'het ontwikkelen van een stresspreventieplan'; - de mogelijkheid tot individuele psychologische begeleiding door de RBB-psycholoog. Het project is begin 1995 afgesloten. De Rijksuniversiteit Utrecht heeft van dit project een evaluatie gemaakt in opdracht van de subsidiegevers (Min. van Binnenlandse Zaken, Min. van Sociale Zaken 8< Werkgelegenheid en het ABP). De evaluatie geeft de effecten van het project op de verschillende niveau's objectief weer. De verbeterakties die afgesproken zijn (Arbo-jaarplan 95/96, aktie 7) zijn nog (steeds) niet in de Hoofd- en Stafafdelingsplannen opgenomen. 3.4 Werkplek en beeldschermergonomie In december is aan alle medewerkers een folder uitgereikt waarin nog eens uitgelegd wordt wat de juiste zit- en werkhouding is bij beeldschermwerk (Arbo-jaarplan 95/96, aktie 7). In Utrecht is men van nieuw ergonomisch verantwoord meubilair voorzien. Ook bij de herhuisvesting Tilburg is veel aandacht aan de inrichting van de werkplek besteed, vooral aan de CAD-werkplekken. Het ziekteverzuimpercentage (inclusief langdurig zieken, exclusief zwangerschaps- /bevallingsverlof) bedraagt per leeftijdscategorie: jonger 25 jaar 3,3% 10,41% - 25 t/m 34 jaar 4,0% 3,51 % - 35 t/m 44 jaar 4,0% 3,63 % - 45 t/m 54 jaar 4,7% 3,86 % - 55 t/m 59 jaar 5,3% 3,51 % - 60 jaar en ouder 11,9% 3,98 %

11 Arbo/Sociaal jaarverslag 7995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 11 Advies en inspraak van de betrokkenen zijn verwerkt in de uiteindelijke opstelling van de CAD-werkplekken. 3.5 Asbestonderzoek 3.6 Medisch Sociaal Team In het Medisch Sociaal Team zijn drie disciplines vertegenwoordigd: - Arbodienst, in de persoon van de bedrijfsarts; - Bedrijfsmaatschappelijk werk, in de persoon van de Bedrijfsmaatschappelijkwerker; - Organisatie en Personeel, in de personen van personeelsconsulenten en het hoofd O&P. In het Rijkskantorengebouw Westraven te Utrecht is asbest toegepast. Door verwering of ten gevolge van werkzaamheden bij het doorvoeren van leidingen bestaat de mogelijkheid dat er asbestvezels vrijkomen in de binnenlucht. Jaarlijks wordt daarom een aantal metingen verricht. Uit de meting voor 1995 blijkt dat de waarden ver onder de wettelijk toegestane grens volgens het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet zijn gebleven. De onderwerpen die aan de orde kwamen, waren tweeledig. Enerzijds van algemene aard, waaronder dienstbrede (veranderings) processen binnen de Bouwdienst en ARBOaangelegenheden. Anderzijds zijn individuele probleemsituaties besproken, waarvan gebleken is dat bilateraal overleg (tussen lijn, OP, BMW, RBB) onvoldoende uitzicht bood op een adequate manier van oplossen van de geconstateerde problematiek. Ziekteverzuim MST Utrecht behartigt de belangen van de medewerkers uit de standplaatsen Utrecht en Diemen en is 2 maal bijeen geweest. - MST Zoetermeer is voor de standplaatsen Zoetermeer en Capelle aan den IJssel en is 1 maal bijeen geweest. - MST Tilburg is voor standplaats Tilburg en is 2 maal bijeen geweest. - MST Apeldoorn is voor de standplaatsen Apeldoorn en Meppel en is 2 maal bijeen geweest.

12 12 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 4. Welzijn 4.1 Het bevorderen van werkoverleg In de map Arbo-zorgsysteem, verspreiding dec. '95 ( zie Arbo-jaarplan 95/96, aktie 7), bevond zich een inlegvel 'Werkoverleg werkt'. Hierin staat o.a. het volgende vermeld: Een conclusie uit het Identiteits- en Imago-onderzoek dat in 1995 is gehouden, is dat werkoverleg door de medewerkers over het algemeen positief wordt beoordeeld. Over de aspecten 'eigen inbreng' en 'betrokkenheid besluitvorming' is men positief gestemd. Daarmee is het belangrijke Arbo-aandachtspunt 'verbetering werkoverleg', voor een groot deel gerealiseerd. Het is zaak de stijgende lijn vast te houden en waar mogelijk te verbeteren. 4.2 Introductie nieuwe medewerkers In de map Arbo-zorgsysteem, verspreiding december 1995 (zie ARBO-jaarplan, aktie 7), bevindt zich ook een inlegvel 'Introductie nieuwe medewerkers'. Daarin wordt aangegeven dat de nieuwe medewerker van de Bouwdienst zich in een korte periode een grote hoeveelheid informatie eigen moet maken. Het informatiepakket schetst een beeld van het Arbobeleid binnen onze dienst. Een belangrijk onderdeel hiervan is de begeleiding van nieuwe medewerkers en wat zij van wie kunnen verwachten. Op 20 oktober 1995 en op 13 december 1995 vonden introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerk(st)ers plaats. 's Morgens lag het accent op het leren kennen van de eigen organisatie. Er werd onder andere stilgestaan bij het Strategisch Plan van de Bouwdienst en de koers die hierin staat verwoord. De Dienstcommissie informeerde de medewerk(st)ers over haar rol. Tevens vertelde een vertegenwoordiger van personeelsvereniging 'De Bouwschakel' het een en ander over hun activiteiten. 's Middags ging men op werkbezoek. Op 20 oktober werd de Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg bezocht, op 13 december de Noordzeesluizen in IJmuiden. 4.3 Bedrijfsmaatschappelijk werk Vanuit haar dienstverband bij de Directie Personeelszaken verleent het bedrijfsmaatschappelijk werk hulp bij het oplossen en voorkomen van problemen die hun oorsprong vinden in of van invloed zijn op de werksituatie van medewerkers van de Bouwdienst. Deze dienst wordt aan de Bouwdienst geleverd door vijf bedrijfsmaatschappelijk werkers, verbonden aan de afzonderlijke lokaties waar de Bouwdienst vestigingen heeft. De taken van het bedrijfsmaatschappelijk werk zijn curatief en preventief. Onder curatief wordt verstaan hulpverlening aan individuele medewerkers en groepen die belemmeringen ondervinden in hun sociaal functioneren binnen de werksituatie. Onder preventief wordt verstaan het signaleren, elimineren en voorkomen van situaties die oorzaak kunnen zijn van problemen binnen de organisatie. De probleemvelden waar het bedrijfsmaatschappelijk werk mee te maken krijgt zijn, in volgorde van meest naar minst voorkomend, over de afgelopen jaren: - samenwerking en conflicten; - ziekte; - psychische klachten; - gezinssituaties; - consultatievragen; - functioneren; - financien; - veranderingsprocessen; - einde dienstverband; - loopbaan. In 1995 werden 31 nieuwe hulpvragen in behandeling genomen. Daarvan betroffen 20 werk-gerelateerde problematiek en 9 waren gebaseerd op moeilijkheden in de prive-situatie. In een groot aantal gevallen is afstemming met O&P en de bedrijfsarts tot stand gekomen middels overleg in de verschillende sociaal teams. Aangezien het bedrijfsmaatschappelijk werk haar aktivitei-

13 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 13 Personeel in cijfers ten vanuit een beroepscode verricht, spreekt het vanzelf dat in dit overleg privacybescherming gegarandeerd is. 4.4 Ongewenste intimiteiten In 1991 is afgesproken dat de bedrijfsmaatschappelijk werkers als vertrouwenspersoon/aanspreekpunt voor dit onderwerp zouden gelden. In 1995 zijn bij het bedrijfsmaatschappelijk werk geen meldingen binnengekomen die met ongewenste intimiteiten verband hielden. 4.5 Kinderopvang en ouderschapsverlof In 1995 maakten 14 medewerkers (in 1994: 13) ten behoeve van 17 kinderen gebruik van de kinderopvangregeling. Van ouderschapsverlof maakten 6 medewerkers gebruik (in 1994: 9). 4.6 Aanpassingen Zoetermeer In de vestiging Zoetermeer is in diverse kamers extra akoestisch materiaal geplaatst om de nagalmproblematiek te bestrijden. Tilburg In november 1995 heeft de verhuizing plaatsgevonden van de Spoorlaan 394 naar de Prof. Cobbenhagenlaan 225 in Tilburg. Bij de inrichting van het gebouw is er veel inspraak van het personeel geweest. Door de afdelingshoofden zijn diverse werkgroepen gevormd, b.v. Inrichting Kantoorgebouw, Installaties en Facilitair. Het geheel werd aangestuurd door de Coordinatiegroep van de Bouwdienst. Er is naar gestreefd om in alle werkgroepen een vertegenwoordiger van de afdelingen van de BD zitting te laten nemen. Bij de vergaderingen van de coordinatiegroep was ook een vertegenwoordiger van de Dienstcommissie aanwezig. Als adviseur ARBO had de heer B. Koster toegang tot de vergaderingen. De indelingsplannen zijn ingediend bij de RGD. De architect ir J. Wijffels heeft zeer goed geluisterd bij de diverse vergaderingen: bijna alle verzoeken zijn door de RGD gehonoreerd. Het klimaat in het Rijkskantorengebouw wordt door een computer geregeld. De capaciteit van de aanwezige verwarming en koeling is nauwkeurig door de RGD bekeken. Personeelsbezetting (aantallen) bezetting in dienst uit dienst vrouwen leeftijd ,5 43,9 44,3 sal.cat. hoog midden laag ziekte verzuim % 5,06 4,4 4,9 4,4 3,7 In- en uitdiensttreding jaar m V tot 1991 in dienst uit dienst in dienst uit dienst in dienst uit dienst in dienst uit dienst in dienst uit dienst In- en uitdiensttreding per salariscategorie 1995 hoog midden laag totaal in dienst 18 uit dienst

14 14 Arbo/Sociaal jaarverslag 7995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 5. Arbo-ondersteuning en voorlichting Toch zijn er nog veel klachten over het zich niet 'wel' voelen. Er wordt door veel mensen geklaagd over koude luchtstromen en grote verschillen in de temperatuur. De RGD heeft een extern bedrijf (Bravenboer en Scheers) ingehuurd om de klachten te onderzoeken (zal in 1996 plaatsvinden). Er is veel aandacht besteed aan de inrichting van CAD-werkplekken. Een zeer groot aantal varianten werd bekeken. Iedere afdeling heeft een wat andere inrichting. Er is gekozen voor goed 'CAD' meubilair. Het invallen van licht blijkt nog een probleem te zijn, omdat de binnenzonwering (nog) niet goed functioneert. Naar alle waarschijnlijkheid wordt de binnenzonwering vervangen. In de kelder is geheel volgens de plannen van de werkgroep een (nog niet ingerichte) fittnesruimte gesitueerd. Ook zijn er douches en een kleedkamer. Met het inrichten van de fittnesruimte wordt nog even gewacht op eventuele richtlijnen van de Bouwdienst. Ondersteuning De Arbo-commissie heeft zich het afgelopen jaar door de volgende personen, instanties en stichtingen laten bijstaan en adviseren op het gebied van Arbo-zaken: - De RBB, onze vaste ondersteuning. - Het ARBO-adviesbureau, als onderdeel van de RBB, heeft de nodige adviezen verstrekt op verschillende VGW-gebieden. - De stichting Arbouw heeft in samenwerking met de werkgroep 'Arbeidsomstandigheden op de bouwplaats' twee trainingen verzorgd. - De juridische ondersteuning op Arbogebied, in het bijzonder het Bouwprocesbesluit, werd verzorgd door mw. Mr M. Derksen. - De Rijksgebouwendienst op het gebied van (her)huisvesting. Ingenieursbureau Valkenberg; asbestmetingen PBNA, opleidingen HeeFr IA - Ricas B.V., opleidingen BHV-ploeg. - 3M Netherlands B.V. Verder is het volgende rapport verschenen: - Asbestonderzoek 1995 Voorlichting - Arbo algemeen en het Bouwprocesbesluit voor ca. 65 personen gegeven door de Arbo-coordinator. Deze voorlichting loopt de komende jaren door. - Juiste zit- en werkhouding. - Veiligheid op de bouwplaats en samenwerking met de aannemers. - Ontruimers. - Voorlichting en opleiding BHV. - Het Bouwprocesbesluit in de RWS-praktijk, 250 personen. N KAN it pie VAST opnemeaj?

15 Arbo/Sociaal jaarverslag 7995 Bouwdienst Rijkswaterstaat Personeel Personeel in cijfers 6.1 Bouwdienstpersoneel Op 31 december 1995 waren er bij de Bouwdienst 842 medewerkers in dienst. Ten aanzien van de bezetting en het verloop valt het volgende te melden: * 50 medewerkers traden in dienst; * 62 personen verlieten de dienst; * 103 medewerkers behoorden tot het vrouwelijke geslacht; * de gemiddelde leeftijd bedroeg 44,3 jaar; * 283 medewerkers behoorden tot de salariscategorie hoog (11 en hoger), 541 medewerkers tot de categorie midden (5 t/m 10), 18 medewerkers tot de categorie laag (1 t/m 4); * het gemiddelde ziekteverzuim bedroeg 3,7%. De 'gemiddelde' Bouwdienstmedewerker is als volgt te beschrijven: man, 44 jaar, salarisschaal 8, acht dagen per jaar ziek. 6.2 Instroom De medewerkers bij de Bouwdienst hebben in 1995 opnieuw een 50-tal nieuwe collega's zien binnenkomen. (In 1994 waren dit er 41.) De wervingsplannen hebben sinds de fusie van 1991 geleid tot het aantrekken van 195 nieuwe medewerkers. Dit betekent dat inmiddels van het totale personeelsbestand ongeveer 23% nieuw is. binnen RWS 3 vrouwjen In 1995 zijn 10 mannen en 3 vrouwen aangetrokken uit andere RWS-diensten, de overige 29 mannen en 8 vrouwen zijn afkomstig van buiten de overheid (schoolverlaters, bedrijfsleven). Van de 50 nieuwe medewerkers behoorden 18 medewerkers tot de salariscategorie hoog, 31 tot de categorie midden en 1 tot de categorie laag. Ten opzichte van 1994 is dat voor de midden-salariscategorie (5 t/m 10) een stijging van 21 naar 31 in Verdeling mannen/vrouwen Van de 50 nieuwe medewerkers zijn dat 39 mannen en 11 vrouwen. (In 1994 waren dat 36 mannen en 5 vrouwen.) Dit zou de indruk kunnen wekken dat het goed gaat met het aantrekken van vrouwen bij de Bouwdienst, ook het percentage vrouwen t.o.v. het totale personeelsbestand neemt toe van 11,8% (1994) naar 12,2% (1995). Op zich is dit juist, maar het werkelijke aantal vrouwen t.o.v neemt maar mondjesmaat toe van 100 naar 103 binnen de Bouwdienst. Dit betekent dat er een 8-tal vrouwen zijn vertrokken c.q. zijn vervangen op het totaal van 100 vrouwen (1994); er is dus sprake van een verloopcijfer van 8%. De vrouwen waren in 1995 iets meer vertegenwoordigd in de midden en hogere salariscategorie dan voorheen. Het percentage in de lagere schalen nam eveneens behoorlijk toe; dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan het feit dat het aantal medewerkers in de lagere schalen de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen (1994 = 25, 1995 = 18), dat leidt tot een traditioneel hoger percentage vrouwen. Van de 18 personen in de lagere schalen zijn er 15 vrouw = 83,3%. Indiensttreding naar herkomst en geslacht herkomst m v totaal binnen RWS buiten RWS totaal Uitdiensttreding naar oorzaak reden vertrek totaal pensioen wachtgeld 1 15 VUT/ inval. pensioen einde contract 1 2 overleden 2 binnen overheid particulier totaal Vrouwen jaar aantal percentage 10,4 11,9 11,5 11,8 12,2 Vrouwen per salarisschaal (in percentage van de totale bezetting) categorie hoog 1,8 I, 8 2,6 3,4 4,2 midden 9,4 II, 1 11,1 11,5 14,0 laag 77 71,3 70,6 77,5 83,3 6.4 Uitstroom In dienst naar herkomst en geslacht In 1995 hebben een 62-tal medewerkers de Bouwdienst verlaten. (Dit waren er 21 meer dan in 1994: 41). Sinds 1991 hebben 262

16 16 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat medewerkers de Bouwdienst verlaten. Van de 62 vertrokken medewerkers zijn dit 54 mannen en 8 vrouwen (in 1994: 38 mannen en 3 vrouwen). In 1995 waren er 4 medewerkers meer uit de salariscategorie hoog vertrokken dan in 1994 (1994: 8, 1995: 12). In de salariscategorieen midden en lager was de uitstroom: midden 1994: 29, 1995: 45; lager 1994: 4, 1995: 5. In en uit dienst 6.5 Leeftijd Ondanks het aantrekken van een groot aantal nieuwe medewerkers sinds de fusie (195) is de gemiddelde leeftijd van de Bouwdienst-medewerker toegenomen van 43,9 naar 44,3 jaar. We zijn er dus niet in geslaagd om veel jongeren aan te trekken. Dit is waarschijnlijk te verklaren door het inkrimpingsbeleid van de overheid, minder aantallen ambtenaren, en door de omvorming van de Bouwdienst naar een hoogwaardige Overheidsingenieursdienst, waardoor bij de werving hoofdzakelijk is gekeken naar ervaren nieuwe medewerkers. Alleen bij de hoofdafdeling PD is de gemiddelde leeftijd gedaald van 47,1 naar 46,9; bij alle andere hoofd- en stafafdelingen is de gemiddelde leeftijd gestegen. Overigens blijft PD de hoofdafdeling met de hoogste gemiddelde leeftijd. De 'jongste' afdeling blijft Waterbouw, hier is echter de gemiddelde leeftijd wel met een vol jaar toegenomen tot gemiddeld 39 jaar. 6.6 WBEAA/allochtonen Per 1 juli 1994 is de Wet Bevordering Evenredige Arbeidsdeelname Allochtonen (WBEAA) van kracht geworden. Deze wet heeft tot doel de arbeidsdeelname van allochtonen per bedrijf/instelling te vergroten. Ten behoeve hiervan heeft de Bouwdienst in 1995 een inventarisatie onder het personeel gehouden. Op 31 december 1995 bedroeg het percentage allochtonen op basis van de individuele opgaven 1,93%. Volgens de wet zou dit 3% moeten zijn. Om dit percentage te bereiken is in 1996 een beleidsplan opgesteld dat door het DT en DC is aangenomen. 6.7 Overig personeel Door ingehuurd personeel, uitbesteding en overwerk is 407 mensjaren aan extra capaciteit benut. In 1994 bedroeg het uitbetaalde overwerk 4,4 mensjaren. In 1995 is 5,7 mensjaren uitbetaald. In 1995 is het aantal praktikanten bij de Bouwdienst gedaald van 88 in 1994 naar 78 in Opvallend hierbij is dat in 1995 de (7) (66) (382) 35-44(231) (150) <25 (6) leeftijdsopbouw particulier (7) binnen overheid (6) overleden (2) einde contract (2) Uit dienst naar oorzaak praktikanten hoofdzakelijk afkomstig waren uit de technische opleidingen op WO- en HBO-niveau (57 van de 78). Het aantal technische praktikanten vanuit het MBO daalde aanzienlijk van 30 naar 17. Ook de andere, niet-technische, studierichtingen scoorden in 1995 bij de Bouwdienst laag t.o.v. 1994: het aantal praktikanten daalde van 13 (1994) tot 4 (1995).

17 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat Organisatie Personeel in cijfers 7.1 Directieteam Het Directie Team heeft in de loop van 1995 een kleinere omvang gekregen. Het Hoofd Bouwspeurwerk, het Hoofd Kwaliteitszorg en de MBA maken geen deel meer uit van het DT. Het Directieteam bestaat nu, naast de HID, uit vier Hoofdafdelingshoofden en twee Staven. De stafafdelingen Bouwspeurwerk en Kwaliteitszorg zijn door middel van portefeuillehouderschap vertegenwoordigd in het Directieteam. 7.2 Beloningen, vergoedingen en verlof In 1995 kostte het eigen personeel fl. 75,4 miljoen, inclusief sociale lasten, toelagen en gedifferentieerde beloning. Dit is een toename van 3,7% ten opzichte van 1994 (= fl.72,6 miljoen) en te verklaren door het aantrekken van meer mensen en de aanpassing van loon/sociale lasten. Het budget voor gedifferentieerd belonen is voor 95,5% besteed. Van het individuele gedeelte werd 26,7% 'fiscaal aantrekkelijk' Gemiddelde leeftijd uitgekeerd. Het collectieve deel bedroeg ,5% en overschreed daarmee de afgesproken ,5 43,9 44,3 30% niet. 107 medewerkers ontvingen een beloning in het kader van bezwarende werkomstandigheden (de zgn. BBO-toelage). Leeftijd per hoofd-/stafafdeling leeftijd DI Nl PD WB Staf tot. Het verlofstuwmeer is in 1995 aanzienlijk toegenomen van 45,4 (1994) tot 56,2 mensjaren (1995). Dit cijfer is nog niet definitief omdat de opgaven nog niet volledig zijn. In tegenstelling tot de gemaakte afspraken, dat de verlofstuwmeren afgebouwd zouden < worden heeft er juist een toename plaatsgevonden. gemid. 43,8 44,7 46, ,4 44,3 De toename is voor een groot deel, maar niet helemaal, te verklaren doordat het cijfer over 1994 niet compleet blijkt te Overige inzet personele capaciteit zijn. In mensjr Vervoersplan inhuur 15,6 21, uitbesteding De nota 'Vervoersplan Bouwdienst' is, overwerk 6,5 5,9 21* 19** 18*** ingaande per 1 januari 1995, opnieuw vastgesteld, verlofgesteld. na op een aantal punten te zijn bijstuwmeer 83,5 94,2 79,1 45,4 56,7 Binnen het kader van het Verkeer totaal >427 >471 > ,7 en Waterstaatbeleid (zoveel mogelijk gebruik maken van het openbaar vervoer) worden aan de Bouwdienstmedewerkers mogelijkheden aangereikt (o.a. reiskostenregeling, regeling bedrijfsauto's en dienst - auto's, busvervoerregeling Utrecht- Zoetermeer, grootgebruikerscontract met * inclusief niet gecompenseerd overwerk (5,4 mj. uitbetaald) ** inclusief niet gecompenseerd overwerk (4,4 mj. uitbetaald) *** inclusief niet gecompenseerd overwerk (3,5 mj. uitbetaald) N.S., bedrijven O.V-jaarkaart) om de taken van de Bouwdienst op een doelmatige en efficiente wijze te kunnen uitvoeren. Verlofstuwmeren in mensjaren afd Identificatieplicht DI 14,2 17,9 12,4 9,4 10,1 Per 1 juni 1994 is de Wet op de identifica Nl 21 16,8 14,6 3,1 12,5 tieplicht in werking getreden. De WB 5,8 6,5 6,8 6,4 7,2 Bouwdienst heeft ter uitvoering van deze PD 31,1 38,9 33,1 23,0 23,7 wet in de eerste helft van 1995 aan haar BS 2,2 4,4 3,5 2,2 1,5 werknemers gevraagd een copie van een FC 2,6 2,2 2,2 0,5 0,4 officieel en geldig identiteitsbewijs te over- KW 0,4 0,3 0,2-0,1 leggen. De wet verplicht ook dat de werk OP 1 0,6 0,5 0,8 0,7 nemer zich op de werkplek kan legitimeren. totaal 80,1 94,2 77,2 45,4 56,2

18 18 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat 8. Voorlichting, overleg en opleiding 8.1 Functioneringsgesprekken In 1995 hebben 377 functioneringsgesprekken plaatsgevonden die bij de stafafdeling OP geregistreerd zijn. In 1995 is een formele beoordeling opgemaakt. 8.2 Exit interviews In 1995 is een nieuwe rapportagevorm voor de exit interviews ontwikkeld. Naast open vragen zijn er nu ook multiple-choice-vragen, waardoor gemakkelijker een overzicht wordt verkregen. Het lijnmanagement kan met die gegevens meer sturing geven en eventuele verbeteringsacties opzetten. In 1995 hebben er 5 exit-interviews plaatsgevonden. In 1995 zijn er geen specifieke speerpunten door het Directieteam vastgesteld. Evenals in 1994 ligt het accent van de opleidingen met name op het behoud of verdiepen van de relevante vakkennis, projectmanagement en technische administratie. Het opleidingsbudget bedroeg in 1995 fl.1,176 miljoen; er is fl. 1,204 miljoen besteed. Algemeen De voornaamste opleidingsposten 8.5 Overleg met de Dienstcommissie tussen de Dienstleiding en Dienstcommissie. Hieronder volgen de belangrijkste gespreksonderwerpen: - omvormingsproces; - afbouw functiebanken; - strategisch beleidsplan; - integriteit (gedragscode); - omvang DT; - functioneren van de afdeling NIE; - formatie Steunpunt Opdrachtgeverschap; - doorstructurering IE en PDBT; - formatiewijziging WB; - telewerken; - reiskosten; - functioneringsgesprekken. In een extra overlegvergadering is Elementair 2.0 besproken. 8.3 Voorlichting op banenmarkt De Bouwdienst heeft in 1995 aan verschillende banenmarkten deelgenomen. Dat betroffen de door Intermediair georganiseerde Carrieredag, de Bedrijvendag van de faculteit Civiele Techniek van de TU-Delft en de beurs Techniek Bedrijven. Een aantal gevorderde studenten is via deze contacten een stage-, danwel een afstudeerplaats aangeboden. In 1995 zijn er evenals in 1994 geen nieuwe jonge medewerkers langs deze weg bij de Bouwdienst in dienst getreden. In 1996 zal, met uitzondering van de Bedrijvendag van de faculteit Civiele Techniek van de TU-Delft, niet meer aan deze banenmarkten worden deelgenomen, gezien de matige belangstelling hiervoor bij werkzoekenden. In 1995 heeft er 9 maal (waarvan 5 maal met de nieuwe Dienstcommissie) een reguliere overlegvergadering plaatsgevonden 8.4 Opleidingen

19 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat verenigingen en tondsen Personeel in cijfers 9.1 Personeelsvereniging 'De Bouwschakel' Het aantal leden bedroeg op 31 december 1995: 512 personen. Personeelsvereniging 'de Bouwschakel' is in 1995 volop in beweging geweest. Er werden vanuit de vestigingsplaatsen van de Bouwdienst verschillende activiteiten georganiseerd, zoals bowlingavonden, snookeravonden en excursies: * 'Apeldoorn' naar de Kardinaalshoed te Hengelo en Duitsland. * 'Tilburg' naar de brug bij Zaltbommel en het landgoed Schalluinen (deze excursie is gecombineerd gehouden met de afdelingsdag 'Tilburg'). * 'Utrecht/Zoetermeer' naar Amsterdam Arena en de Zaanse Schans. - Centraal werden de volgende activiteiten georganiseerd: - Sportdag te Zoetermeer. - Zeevissen op de Oosterschelde. - Tour de France. - Zomerkamp in Austerlitz voor de kinderen. - Excursie autotentoonstelling Essen in Duitsland (in samenwerking met de automobilistenclub van het Ministerie). - Sinterklaasfeest te Utrecht voor alle kinderen. - Zeildag op de Loosdrechtse Plassen. - Deelname RIZA-waterloop. - Deelname aan RWS-voetbaltournooi en RWS-zeildag. Via de personeelsvereniging is het mogelijk gemaakt dat personeelsleden afgeschreven computers en printers van de Bouwdienst tegen marktwaarde konden kopen. Leden kunnen ook kortingen krijgen op verschillende verzekeringspremies. 9.2 Sociaal Fonds Op 29 december 1995 waren 512 van de 842 medewerkers van de Bouwdienst (60%) contribuant van het Sociaal Fonds van het Ministerie van Verkeer- en Waterstaat. Samen droegen zij maandelijks / 875,- bij aan contributie. Het Sociaal fonds heeft als doel: het bieden van financiele hulp aan (ex) personeelsleden van V tk W die buiten hun schuld in nood zijn geraakt. De contactpersonen bij de Bouwdienst zijn Rene Brandenburg (NIE) en zijn plaatsvervanger Harry Brandenburg (PDC). Ook de bedrijfsmaatschappelijkwerkers kunnen als contactpersoon optreden. De Bouwdienstvertegenwoordigers worden door middel van verkiezingen binnen de eigen dienst gekozen. In 1996 vinden nieuwe verkiezingen plaats. Het jaarverslag Stichting Sociaal Fonds 1995 van het Ministerie is verschenen. 9.3 Attentiefonds Het Attentiefonds verstrekt aan de deelnemers (360) attenties bij langdurige ziekte, ongeval, geboorte, huwelijk, ambtsjubileum, vertrek en overlijden. Het fonds betrekt zijn inkomsten uit bijdragen en giften van deelnemers en donateurs. Jaarlijks wordt door het Attentiefonds een schriftelijk verslag uitgebracht. In 1995 verzorgde het fonds 61 attenties ten bedrage van f 6.835,. Salarisschaal: persoonlijk < > formatief afd. pers. / form tussen tot. = > < schaal HI DI Nl , WB PD BS KW FC OP totaal In % 86,5 3,5 6,9 3,1 100 hoog midden 5 46 laag 1 2 Vergelijking in % met vorige jaren ,7 4,2 10,9 7, ,1 5,0 7,4 5, ,6 6,1 6,7 4, ,7 5,0 6,4 3,9 100 Praktikanten afd. technisch anders tot. wo hbo mbo wo hbo mbo DI Nl WB PD BS OP FC tot Vergelijking met vorige jaren

20 20 Arbo/Sociaal jaarverslag 1995 Bouwdienst Rijkswaterstaat Zommentaar Dienstcommissie Algemeen Het ARBO-sociaal jaarverslag ziet er goed uit. De dienstcommissie onderschrijft de argumenten, genoemd in het voorwoord, die hebben geleid tot dit gecombineerde verslag. ARBO-beleid De hoofd- en stafafdelingen zijn zelf verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden binnen de afdeling. De dienstcommissie vindt dat in de hoofd- en stafafdelingsplannen een ARBO-paragraaf moet worden opgenomen conform de afspraken die daarover met de dienstleiding zijn gemaakt: daarin moeten concrete punten en acties staan. Deze kunnen onder andere worden ontleend aan het stress-preventie-onderzoek dat indertijd is uitgevoerd door de RBB, het ARBO-jaarplan en niet te vergeten het werkoverleg. In de kwartaalrapportages moet de voortgang op die punten worden vermeld. Als acties stagneren moeten de oorzaken worden onderzocht en moeten passende maatregelen worden genomen. Het is zowel in het belang van de medewerkers als van de afdelingen dat ARBO professioneel wordt aangepakt. Bezetting De dienstcommissie constateert dat ondanks het loslaten van de krimptaakstelling en de toekenning van extra plaatsen de personele bezetting is gedaald. Het jaarverslag vermeldt niet de oorzaak (goede medewerkers zijn kennelijk niet te vinden), niet de gevolgen (toename van de werkdruk en de hoeveelheid uitbesteding) en ook niet wat de dienst er aan denkt te kunnen doen. Tijdens de bespreking over het ARBO-/sociaal-jaarverslag is met de dienstleiding afgesproken dat zij met voorstellen zullen komen die tot versnelde instroom zullen leiden. Introductie nieuwe medewerkers Het jaarverslag wekt de indruk dat het met de introductie van nieuwe medewerkers wel goed zit. Maar met name de begeleiding van nieuwe medewerkers binnen de afdelingen laat nog veel te wensen over. Een belangrijk knelpunt daarbij is de tijd en de capaciteit die voor die begeleiding moet worden vrijgemaakt. Ook dit item zou een plaats moeten krijgen in de afdelingsplannen. Een goede begeleiding is een investering die snel zijn geld weer opbrengt. Verlofstuwmeren Ondanks de afspraken die gemaakt zijn over de afbouw van de verlofstuwmeren zijn deze toch toegenomen. De dienstcommissie is van mening dat hiervoor een oplossing moet worden gevonden, met name nu de 36-urige werkweek per wordt ingevoerd.