Datum nazicht: Nagekeken door: aanpassen - herwerken goedgekeurd!

Transcriptie

1 LESVOORBEREIDINGSFORMULIER BASISSTAGE Naam student (klas): Tom Bervoets Stageschool: Stageklas: Aantal lln.: Mentor: Datum nazicht: Nagekeken door: aanpassen - herwerken goedgekeurd! Bachelor Leraar Lager Onderwijs CAMPUS DE VEST - tel: ZANDPOORTVEST MECHELEN handtekening VAK/ACTIVITEIT: Muvo LESONDERWERP: Drama: niets is wat het is DATUM: / TIJDSTIP: / BEGINSITUATIE: Ll en zijn bekend met diverse kunststromingen, maar niet met surrealisme. Ll en hebben meerdere malen een tableau vivant uitgevoerd. Ll en hebben meermaals voorgedragen voor een klein publiek en kennen de methode v.d. de 5W s. Ruimte: open ruimte (turnzaal) Aantal ll en: 16! 4 groepjes van 4 voor tableau vivant en voordracht. LEERPLANDOELEN EN LESDOELEN: Lesdoelen: De ll en durven experimenteren door materialen anders te gebruiken in hun spel. De ll en kunnen de link leggen tussen surrealisme in de werkelijkheid en in kunstvorm. (filmpje en schilderwerk Dali) Ll en kunnen illustreren dat je door divergent te kijken nieuwe (spel)mogelijkheden creëert. Leerplandoelen: Bij de voorbereiding en de uitvoering v.h. spel, hun fantasie en voorstellingsvermogen activeren. (5.2) Genieten v.d. fantasie, originaliteit, creativiteit en de zelfexpressie in kunstwerken. (6.2) Kinderen kunnen zich inleven in een ding, idee, personage, gebeurtenis of omstandigheid uit een verhaal en dat al spelend vorm geven. (6.1) 1

2 Respect tonen voor het dramatische spel van leeftijdsgenoten, behorend tot eigen en andere culturen. (4.3) Allerlei sociale situaties spelen. (6.7) LEERINHOUD Fase 1, opwarming De lk brengt de ll en op een niet expliciete wijze in contact met surrealisme. Concreet doet hij/ zij dit door een appelsien aan de kinderen voor te stellen al was het een uiterst zeldzaam exotisch diertje. De ll en mogen het diertje aaien, zo neemt de lk hen mee in zijn/ haar fantasie. Vervolgens mogen de kinderen zelf een vriendje v.h. diertje nemen en gaan ze over tot het spelen van een rollenspel. Op deze manier oefenen de ll en meteen ook op 3W s (wat, waar en wie) Fase 2, link met surrealisme en experimenteren met divergent denken De ll en krijgen een schilderwerk van Dali te zien dat op het eerste gezicht lijkt op een oude man. Wie goed kijkt ziet echter dat de oude man in feite 2 aparte figuren zijn. De lk legt hen zo uit dat surrealistische kunstenaars de werkelijkheid vervormen. Het filmfragment v.d. Gods must be crazy laat zien dat die manier van denken ook opduikt in hedendaagse niet kunstzinnige vormen. Vervolgens gaan de ll en met een andere bril gekende voorwerpen herontdekken via het kringspel. Het kringspel Ll en nemen gelijktijdig een voorwerp, de lk draait zich als eerste om en herdefinieert zijn uitgekozen voorwerp. Bv. hij neemt een stok en beeld het werpen van een speer uit. De ll en raden naar het voorwerp. Zo snel mogelijk gaat men kloksgewijs verder totdat iedereen aan de beurt is geweest. Door het tempo hoog te houden blijft het spontaan en gaat men niet overdenken want dit belemmert de creativiteit. Zo merken de ll en dat je door een voorwerp te herdefiniëren een actie /handeling kan uitbeelden. Fase 3, tableau vivant De tableau vivant is een voorbereiding op fase 4. Deze stap wordt in twee delen opgedeeld - waar ben ik, deel 1 & 2- zodat de overstap hen niet te moeilijk wordt gemaakt. waar ben ik, deel 1 Alle leerlingen nemen tegelijk één voorwerp. Ze vormen groepjes van 4. In groep denken ze na over een plaats die men met de gekozen voorwerpen (geherdefinieerd) kan uitbeelden. (bv. bij een automechanieker, op het strand, in een pretpark ) De andere raden welke locatie werd uitgebeeld. Zo leren ze dat geherdefinieerde voorwerpen hen kunnen helpen bij het uitbeelden van een plaats. waar ben ik, deel 2 Hier gebeurd hetzelfde als bij de vorige opdracht met dat verschil dat de plaats hen wordt opgelegd i.f.v. de volgende fase. (het toonmoment) 2

3 Fase 4, toonmoment: De groepjes blijven bewaard. Men krijgt een situatie en een rol toebedeeld. Vanuit deze situatie moeten de ll en al hun creativiteit aanwenden om een einde te verzinnen. De groepjes mogen een nieuw voorwerp nemen dat ook weer geherdefinieerd wordt. De voorbereidingstijd wordt ook hier kort gehouden zodat de creativiteit niet wordt overschaduwt door het te overdenken. (dit belemmert ook de speeldurf) Fase 5, reflectie: De lk polst naar: de sfeer, hoe werd de opdracht beleefd; de individuele knelpunten en sterke punten, wat vond je moeilijk/ makkelijk; groepsdynamische aspecten, hoe verliep de samenwerking; de speeldurf, hoe vond je het om voor een publiek te staan? (niet vergeten positieve FB en wat doet de lk, rondgaan, tips geven aanmoedigen, vrgn stellen hoe ga je dit gebruiken, kan je eens tonen hoe het anders kan?) 3

4 TIMING LESDOELEN AANPAK (ONDERWIJSACTIVITEITEN EN ORGANISATIE) LEERACTIVITEITEN (INTERNE EN EXTERNE LEERACTIVITEITEN) 5 min. FASE 1, OPWARMING Fantasie prikkelen door een voorbeeld van divergent denken aan te rijken. Kunnen inleven in een personage en situatie. (wie, wat, waar) Kom eens allemaal wat dichter. Ik heb hier iets heel zeldzaams bij. (Lk toont kooitje en haalt er een appelsien uit) Kijk je mag hem eens aaien, dit is één v.d. meest zeldzame dieren. Voel maar eens hoe zacht zijn pels is. (laat ll voelen) Niet te bruut, als hij boos wordt bijt hij flink door hoor! Ik heb nog wat van zijn vriendjes meegebracht. (deelt 8 appelsienen uit) Helaas zijn dit de laatste 8 exemplaren dus ik kan niet iedereen één geven. We lopen door de drukke straten v.d. stad en de baasjes zijn heel fier op hun nieuwe exotische vriend. Zo fier dat jullie het aan iedereen willen tonen die er geen heeft. De anderen spelen hier op in. Baasjes en ll en gaan in conversatie: Oh hoe mooi, vanwaar komt het juist, moet je het veel eten geven Lk: we wisselen nu, geef het diertje maar aan de nieuwe baasjes. We veranderen ook de situatie, de nieuwe baasjes zijn minder vriendelijk. Ze zijn zelfs heel wantrouwig en overdreven beschermend. De anderen zijn verschrikkelijk nieuwsgierig. Ze willen er echt alles over te weten komen. Hoe meer ze aandringen hoe wantrouwiger de baasjes worden. Wisselen van rol. Baasjes en omstaanders reageren vanuit hun rol en situatie. 4

5 15 min. FASE 2, LINK MET SURREALISME, EXPERIMENTEREN MET DIVERGENT DENKEN Ll en herkennen a.d.h.v. een gegeven voorbeeld wat surrealisme is. Ll en inspireren anders te kijken door de vaste beelden te laten varen. Ll en leggen de link tussen surrealisme in de kunst en realiteit. Kom eens in een kring rond mij staan. Ik heb hier een heel speciaal schilderwerk van Dali bij. (toont schilderij v.d. oude man) Wat zien jullie hier in? Kijk nog eens goed. Wijs ze eens aan voor wie het niet ziet. Veel van Dali s werken zijn wat we noemen surrealistisch. Een surrealistische kunstenaar kijkt anders naar de wereld. Niets is wat het lijkt. Kijk even mee naar het volgende kortfilmpje dat gaat over een bosjesman uit de Kalihari woestijn. De bosjesman in het verhaal heeft nog nooit contact gehad met de westerse beschaving. Op een dag vindt hij een cola flesje. Hij neemt het mee naar zijn stam. Ook daar weet niemand wat het flesje is of van waar het komt. Maar al heel snel vinden ze enkele manieren om het flesje op andere manieren te gebruiken. (Fragment The Gods must be Crazy 1, vanaf 30 tot 2 15) Als wat werd het flesje gebruikt? Omdat de inwoners het voorwerp niet kende keken ze er met hele andere ogen naar. Ze vonden het voorwerp als het ware opnieuw uit. Zo is dat ook in de surrealistische kunst, niets is wat het lijkt. Ik heb heel wat voorwerpen meegebracht en ik zou willen dat jullie alles wat je denkt te weten over deze voorwerpen uit je hoofd zet. Zet jullie meter maar op, denk net als de bosjesmannen. Hoe kan je deze voorwerpen anders gebruiken dan waartoe ze dienen of aan wat doen ze je denken? Wat kan een frisbee bv. zijn? (meerdere antwoorden laten geven) Ll: Een oude man Ll: Er staan 2 figuren in het gezicht. Ll: wijst de 2 figuren aan. Muziek maken door tikken, blazen; Slange huid bewerken; Stempels maken; Graan pletten; Hakken; Water in doen. Ll en antwoorden een stuur, wiel, bord 5

6 Durven initiatief nemen. Dynamisch affectief: elkaars ideeën respecteren. Ok jullie hebben het beet, wandel rustig met de klok mee. Als je een idee hebt om een voorwerp anders te gebruiken mag je het tonen. We hebben natuurlijk alle respect voor diegene die durven uitproberen. Wie niet uitbeeldt, raadt naar het uitgebeelde voorwerp. Bestuderen de voorwerpen. Beelden uit hoe de voorwerpen anders gebruikt kunnen worden. Bv. iemand maakt van een krant een kijker. Raden naar de voorwerpen. Indien juist geraden neemt de ll die voordeed terug plaats in de kring. 15 min. FASE 3, TABLEAU VIVANT Ll en kunnen door voorwerpen anders te gebruiken duidelijk maken waar het verhaal zich afspeelt. Verdeel jullie in groepjes van 4, 1 iemand komt bij mij een waar ben ik? kaart trekken. Je toont deze kaart enkel aan je groep. Verstop het kaartje en zet jullie per groep in een kring. Jullie mogen 4 voorwerpen nemen waarvan je denkt dat ze je gaan helpen bij het uitbeelden van jouw plaats. Denk eraan de voorwerpen mogen niet gebruikt worden voor wat ze normaal dienen. Een emmer is dus geen emmer, een frisbee is geen frisbee Om het eerlijk te laten verlopen neemt ieder groepje om de beurt 1 voorwerp totdat je er 4 hebt. Oefenen in groepjes van 4: Verdeel jullie over de ruimte en bespreek hoe jullie de tableau vivant gaan uitbeelden. Wees niet te luidruchtig want jullie plaats moet geheim blijven! Probeer uit. Toonmoment: De groepjes nemen om de beurt een pose aan. Als de lk klapt, begint het groepje voor een 30 te bewegen. De groepjes tonen in de tableau vivant zonder te praten hoe ze de voorwerpen anders gebruiken. Lk: waar zouden zij zich bevinden? Ll en verdelen zich in groepjes en trekken een kaart. Ll en zetten zich rond de berg spulletjes. Ll en bespreken welke voorwerpen ze best nemen. Ll en plegen overleg en oefenen een maximum van 3 bewegingen per persoon. Groepjes voeren uit. Ll en raden naar de plaats. (Te raden plaatsen: onbewoond eiland, kapperszaak, winkel, op de boerderij) 6

7 25 min. FASE 4, TONEELSTUKJE Ll en kunnen de 5w s toepassen en daarbij objecten op originele wijze gebruiken. Goed, nu gaan we een kort toneelstukje inoefenen. We weten nu van elkaar wie zich waar bevindt. Jullie krijgen per groep een wie en wat kaart. Verdeel de rollen en ga goed ver uitelkaar staan bij het inoefen. Situatie 1: de Robinsons Jullie familie - de familie Robinson- zat op een luxe cruise schip dat door een aanvaring gezonken is. Als enigste overlevende zijn jullie aangestrand op een tropisch eiland. Gelukkig zijn er enkele bruikbare spullen aangestrand. De 2 kinderen van papa en mama Robinson willen hetzelfde voorwerp hebben maar er is er maar één. Hoe loopt dit af? Te verdelen rollen: strenge moeder, zachtaardige vader, opvliegende broer en stiekeme zus Ll en verdelen de rollen, oefenen in groep en integreren daarbij 4 zelfgekozen voorwerpen. " Lk loopt rond en kijkt hoe de samenwerking gaat. Groepjes die moeilijk op ideeën komen kunnen geholpen worden door aan hen onderzoeksvragen te stellen zoals: wat vind je op een onbewoond eiland; welke activiteiten zou je daar doen? Situatie 2: coupe misérabele Een klant in de kapperszaak is niet opgezet met het kapsel dat hij/zij kreeg en weigert te betalen. De kapper voelt zich in zijn eer gekrenkt. Hoe gaat dit verder? Te verdelen rollen: lastige klant, zenuwachtige kapper, bemoeizieke klant, correcte politieagent. Situatie 3: een handige verkoper Een handige verkoper heeft vader van alle onnodige spullen aangesmeerd. Moeder komt thuis en ziet al de spullen liggen. Hoe gaat dit verder? Te verdelen rollen: vlotte verkoper, beïnvloedbare vader, bezorgde moeder, nieuwsgierige buurman. 7

8 Situatie 4: boerenliefde Boer Mark werkt heel hard op zijn veld en nog harder als Marieke - de dochter van boer Guus- ten tonele verschijnt. Wanneer boer Mark denkt dat ze niet kijkt gluurt hij naar Marieke. Maar net als hij eindelijk de moed heeft om haar aan te spreken wordt ze aangesproken door boer Koene. Marieke lijkt onder de indruk v.d. spieren van boer Koene. Hoe loopt dit af? Te verdelen rollen: Verzuurde boer Guus, verlegen boer Mark, vrolijk Marieke, opschepperige boer Koene. Toonmoment: max. 3 per groep. 10 min. FASE 5, REFLECTIE: Ll en kunnen hun werkpunten en sterke kanten verwoorden. Algemene feedback: Hoe vond je het om objecten anders te gebruiken? Hoe vind je het om voor een publiek te spelen? Hoe verliep de samenwerking? Wat vond je leuk aan deze les? Wat vond je minder leuk? Was je rol moeilijk om te spelen, kan je meer specificeren wat je er moeilijk aan vond? Persoonlijke feedback: Wie zou je een complimentje willen geven, waarom? Heb je bij iemand een werkpunt opgemerkt? Kan je ook zeggen wat al wel goed ging? Kan je je vinden in de feedback? Formuleren feedback " Lk waakt er over dat de feedback eerlijk is en op een respectvolle manier wordt aangebracht. Als de werkpunten terecht zijn laat de lk ook horen wat er al goed ging. (bv. speeldurf, divergent denken, samenwerken, ideeën aanrijken, ) 8

9 DIDACTISCH MATERIAAL: Schilderwerk Salvador Dali: oude man spons, fruitmand, buis, lakens, bananen, wortel, appelsienen, muts, emmer, stuk touw, band, frisbee, tennisracket, laars, sjaaltje, sokken, riem, krant, koffer, trechter, klem, grote vering, petanque bal, bestek, plastiekzak. Waar ben ik? kaarten, wie en wat? kaarten BRONNEN: (Zonder auteur),(z.d.), website, webneel, dali- famous- surreal- optical- illusion- paintings, geraadpleegd op 8 mei 15. Felix, Yaw Owusu Sarpong, (z.d.), website, Youtube, geraadpleegd op 8 mei 15 OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN: Bijlage 1, schilderij oude man Bijlage 2, waar ben ik? kaarten Bijlage 3, wie en wat? kaarten BORDPLAN(NEN) / GRONDPLAN (L.O.): 9