Voorstel 3: Vergoedingen. CNV Vakmensen stelt voor om alle vergoedingen in de cao te verhogen met 2,5%.

Transcriptie

1 Wijzigingsvoorstellen CNV Vakmensen voor de cao Woondiensten 2017 Inleiding De wijzigingsvoorstellen van CNV Vakmensen voor de cao Woondiensten kwamen tot stand op basis van: - Digitale enquête onder leden en niet-leden. De enquête is ingevuld door 286 corporatiemedewerkers, waarvan 42% geen vakbondslid is. - Aanvullende reacties op - Beraadslaging in de cao-commissie Woondiensten. - Een afstemmingsoverleg met collega-onderhandelaars van FNV en De Unie. - Arbeidsvoorwaardenbeleid van CNV Vakmensen. Looptijd Voorstel 1: Looptijd. CNV Vakmensen stelt een cao met een looptijd van 1 jaar voor. De cao loopt dan van 1 januari 2017 t/m 31 december Biedt u een passend pakket aan arbeidsvoorwaarden, dan is CNV Vakmensen bereid om over een langere looptijd te onderhandelen. Loonparagraaf Voorstel 2: Loonsverhoging. CNV Vakmensen stelt een structurele verhoging van het loon en aanverwante toeslagen van 2,5% per 1 januari Voorstel 3: Vergoedingen. CNV Vakmensen stelt voor om alle vergoedingen in de cao te verhogen met 2,5%. Onderbouwing loonparagraaf: De afgelopen jaren pleitte CNV Vakmensen voor een loonsverhoging die past bij de ontwikkelingen in de specifieke bedrijven, branches en sectoren. CNV Vakmensen handhaaft deze cao-specifieke aanpak. Afhankelijk van de situatie in de bedrijfstak wordt de hoogte van de loonvraag bepaald. De loonvraag van CNV Vakmensen is boven de inflatie. De inflatie steeg volgens de consumentenprijsindex (CPI) in februari naar 1,8 procent. CNV Vakmensen zet in op meer dan koopkrachtbehoud. De werkenden profiteren dan mee van de aantrekkende economie. Dat stimuleert de Nederlandse economie. Ook voor de Woondiensten zet CNV Vakmensen in op een loonvraag, die boven de inflatie ligt. Dit sluit aan bij de uitkomst van de enquête en de beraadslaging in de cao-commissie. Scholing en vorming Voorstel 4a-4b.: Scholing en vorming als vast onderdeel van functionerings-en beoordelingsgesprekken. a. CNV Vakmensen stelt voor, dat scholing en vorming een vast onderdeel is van de functionerings-en beoordelingsgesprekken. b. In de functionerings- en beoordelingsgesprekken wordt de medewerker gewezen op het belang van scholing en vorming in zijn algemeenheid, en in zijn situatie in het bijzonder. 1

2 Voorstel 5: Scholing en vorming en de rol van de leidinggevende. CNV Vakmensen stelt voor, om voor leidinggevenden een cursus te ontwikkelen. Deze cursus gaat over hoe loopbaanontwikkeling in het functionerings-en beoordelingsgesprek aan de orde te stellen en hoe leidinggevenden voor hun medewerkers een gevoel van veiligheid kunnen creëren. Voorstel 6a.-6b.: Scholing en vorming en versterking van de competenties. a. De werkgever brengt in kaart welke competenties de medewerker voor het goed functioneren nodig heeft, nu en in de toekomst. Werkgever en medewerker stellen samen vast, welke competenties versterkt moeten worden. Ter versterking van de competenties stellen werkgever en medewerker samen een individueel scholingsplan op. b. CNV Vakmensen stelt voor, dat de werkgever budgetten beschikbaar stelt om het individueel scholingsplan ter versterking van de competenties mogelijk te maken. Voorstel 7a.-7b.: Individueel loopbaanbudget. a. Soms gaan de kosten van de beoogde stap in de ontwikkeling in enig jaar het saldo te boven. CNV Vakmensen stelt voor om de mogelijkheid te creëren om het budget 1 jaar vooruit op te nemen. b. Als het individuele loopbaanbudget ontoereikend is voor het volgen voor een bepaalde cursus, opleiding of training kan een medewerker om aanvulling van het budget verzoeken. De aanvulling van het budget bedraagt maximaal 4.500,-. Als werkgever en werknemer er samen niet uit komen, beoordeelt een daartoe aangewezen commissie op basis van arbeidsmarktrelevantie moeten beoordelen of iemand daar voor in aanmerking komt. Onderbouwing scholing en vorming: Algemeen. Het TNO Arbeidsmarktonderzoek Woningcorporaties 2016 laat zien, dat de ingezette krimp in de woondienstensector zich door zet. Het aantal arbeidsplaatsen nam sinds 2012 met af. Nu werken er ruim werknemers in de sector. Vooral in de lagere functieloonschalen A t/m H is de krimp zichtbaar. Ben je werkzaam als receptioniste, secretaresse, technisch toezichthouder of op de facilitaire dienst dan moet je vrezen voor je baan. Als het gaat om kennis en vaardigheden wordt er van medewerkers steeds meer gevraagd. Toch is het gemiddelde opleidingsniveau niet gestegen. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn afhankelijk van velerlei factoren. Onder meer de grilligheid van de politiek, de dynamiek in de huursector, en de digitalisering van de werkzaamheden zijn van invloed. De verantwoordelijkheden om een antwoord te vinden op de vragen die op ons af komen liggen op het bord van sector, cao-partijen, werkgevers en medewerkers. Gezamenlijk zullen alle partijen in de woondienstensector oplossingen moeten vinden voor de vele vraagstukken. Scholing en vorming als vast onderdeel van functionerings-en beoordelingsgesprekken. CNV Vakmensen vindt het belangrijk, dat scholing en vorming een vast onderdeel wordt van de functionerings-en beoordelingsgesprekken. Scholing en vorming is een belangrijk gespreksonderwerp tussen medewerker en leidinggevende. 2

3 Aandacht voor de rol van de leidinggevende. Naast de werkgever en de afdeling personeelszaken speelt de leidinggevende in de loopbaanontwikkeling van de medewerker een belangrijke rol. Uit onderzoek blijkt, dat de leidinggevende vaak een cruciale rol speelt bij het in beweging krijgen van de medewerker. CNV Vakmensen vindt het belangrijk, dat de leidinggevende handvatten krijgt om zijn rol te spelen. Een te ontwikkelen cursus zou onder meer aandacht kunnen geven aan: - hoe creëer je als leidinggevende in een functionerings-en beoordelingsgesprek een gevoel van veiligheid. - als leidinggevende oog hebben voor de afhankelijkheidsrelatie, waarin een medewerker zich bevindt. - als leidinggevende aandacht te hebben voor de persoon van de medewerker, bijv. de leerstijl van een medewerker. Individueel loopbaanbudget. Hoofdstuk 10 van de cao Woondiensten gaat over het individueel loopbaanontwikkelingsbudget. De medewerker bepaalt hoe, wanneer en waaraan hij zijn loopbaanontwikkelingsbudget besteedt ten behoeve van zijn loopbaanontwikkeling. In de arbeidsvoorwaardenenquête van CNV Vakmensen gaf maar liefst 40% van de deelnemers aan, dat ze geen gebruik maken van het loopbaanbudget. CNV Vakmensen wil graag de benutting va het individuele loopbaanbudget optimaliseren. Medewerkers hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om hun scholing en opleiding, maar kunnen daarbij een aansporing van hun werkgever/leidinggevende goed gebruiken. Er zit nu nog een in verdien effect in als de medewerkers hun budget niet gebruiken. Immers, dit geld vloeit terug naar de corporatie. CNV Vakmensen wil graag beschikbare gelden voor scholing en vorming inzetten. Zij doet daartoe een tweetal voorstellen. Duurzame inzetbaarheid Voorstel 8: Werktijden. CNV Vakmensen stelt voor om de mogelijkheid om 4 x 9 uur te werken te verruimen. CNV Vakmensen stelt voor om de mogelijkheid om 4 x 9 uur te werken uit artikel 3.4. cao zelfroosteren te halen en onder te brengen in artikel 3.1. cao. Voorstel 9: Generatiepact. CNV Vakmensen stelt voor om de mogelijkheden om binnen de sector Woondiensten een generatiepact te sluiten, te onderzoeken. Onderbouwing generatiepact: In een aantal sectoren wordt een generatiepact gesloten. Oudere werknemers werken dan minder en worden gedeeltelijk doorbetaald. Met de vrijgekomen uren kunnen jongeren aan de slag te nemen op basis van een vast contract. Het onderzoek naar de mogelijkheden om binnen de sector Woondiensten een generatiepact te sluiten, sluit aan bij de uitkomsten van de enquête. 3

4 Werkdruk Voorstel 10: Werkdruk. CNV Vakmensen stelt voor om de aanbeveling uit het TNO arbeidsmarktonderzoek over ervaren werklast over te nemen. - Monitor de ervaren werklast en werkdruk c.q. de combinatie van werk en privé bij werknemers middels een jaarlijks medewerkersbelastbaarheidsonderzoek /medewerkerstevredenheidsonderzoek. - Maak werkdruk een vast agendapunt in de reguliere HR-cyclus of in andere reguliere gesprekken tussen leidinggevende en medewerker. - De uitkomsten van het onderzoek en de gesprekken tussen leidinggevende en medewerker vormen de basis voor de werkgever om in overleg met de ondernemingsraad tot preventieve en curatieve maatregelen te komen. Verlof Voorstel 11: Verlof. CNV Vakmensen stelt voor om 5 mei ieder jaar een vaste vrije dag te maken. Aanvulling derde WW-jaar Voorstel 12: aanvulling derde WW-jaar. Cao-partijen spreken af dat de duur en de opbouw van de WW en de WGA worden gerepareerd conform de afspraken die hierover in het Sociaal Akkoord van april 2013 en in de brieven van de Stichting van de Arbeid van 24 december 2013 en 11 juli 2014 zijn gemaakt. Cao-partijen schatten in dat de private aanvullende WW/WGA in ,2% van het SV-loon kost. Werknemers nemen de volledige premie voor hun rekening. Cao-partijen spreken af zich aan te zullen sluiten bij de Stichting Private Aanvulling WW en WGA (SPAWW). SPAWW zal een uniforme regeling voor alle werknemers introduceren en voorleggen aan decentrale cao-partijen. Deze regeling nemen cao-partijen één op één over. De looptijd van deze afspraak bedraagt 5 jaar. De afspraak wordt in een aparte cao vastgelegd. Tussentijdse wijzigingen en de premiestelling worden door cao-partijen bekrachtigd. Afspraken voor mensen met een arbeidsbeperking Voorstel 13: banenplan en nieuwe toetreders. CNV Vakmensen stelt voor om in 2017 tenminste 50 banen te realiseren voor mensen uit de doelgroep van het banenplan. Het gaat hierbij om vaste banen. Voorstel 14: banenplan en de mensen met een arbeidsbeperking die al in de sector werken. Op basis van eerdere cao-afspraken traden mensen met een arbeidsbeperking bij woningcorporaties in dienst. Veelal op tijdelijke basis. CNV Vakmensen stelt voor om tijdelijke contracten om te zetten in contracten voor onbepaalde tijd. Onderbouwing om bij te dragen aan de invulling van het banenplan. In het sociaal akkoord van 2013 is afgesproken om in de periode tot banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. De marktsector neemt hiervan banen voor zijn rekening. CNV Vakmensen stelt voor om hieraan een verdere bijdrage te leveren en in 2017 tenminste 50 vaste banen voor mensen uit de doelgroep van het banenplan te realiseren. De doelgroep bestaat uit: - Wajongers met arbeidsvermogen; 4

5 - Participatiewet (heeft als doel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten reïntegreren, voorheen Wet werk en bijstand, WSW en Wajong); - Mensen met een WSW-indicatie; - Mensen met Wiw of ID-baan. (- WSW= Wet Sociale Werkvoorziening, Wiw= Wet inschakeling werkzoekenden, ID-baan= in-en doorstroombanen.) Vakbondsbijdrage Voorstel 15a.-15b.: vakbondsbijdrage. a. CNV Vakmensen stelt voor, om de werkgeversbijdrage te koppelen aan het totale vakbondswerk ten behoeve van de sector Woondiensten. Scholings-en vormingswerk maakt onderdeel uit van de totale vakbondswerkzaamheden. b. CNV Vakmensen stelt voor om de werkgeversbijdrage te verhogen naar 22 euro per werknemer. Externe beroepsprocedure functiewaardering Voorstel 16: externe beroepsprocedure functiewaardering. CNV Vakmensen stelt voor om de externe beroepsprocedure functiewaardering (art.7 van bijlage I van de Cao en het schema op blz 62 van het cao-boekje) te verbeteren. - CNV Vakmensen stelt voor om de beroepstermijn van 30 dagen te verhogen naar 60 dagen. - CNV Vakmensen stelt voor om de werkwijze van de commissie te wijzigen. CNV Vakmensen stelt het volgende voor: een petit-comité bestaande uit drie personen houdt zitting bij de betrokken corporatie. Het petit-comité hoort daar tegelijkertijd werknemer en werkgever. Vervolgens adviseert dit comité aan de commissie caozaken. Het petit-comité bestaat uit één fuwadeskundige namens Aedes, één fuwadeskundige namens de vakbonden en één onafhankelijk voorzitter. Onderbouwing externe beroepsprocedure functiewaardering. - De termijn van 30 dagen waarbinnen een werknemer bij de commissie cao-zaken in beroep kan gaan blijkt vaak lastig voor de werknemer. Enerzijds omdat hij soms eerst een advies van zijn vakbond nodig heeft en anderzijds gezien het feit dat hij voor een deel van de stukken die moet meesturen afhankelijk is van voortvarende medewerking van zijn werkgever. Daarom stelt CNV Vakmensen voor om de beroepstermijn te verlengen. - De werkwijze van de commissie is nu een vergadering met zes leden die louter op basis van de stukken vanuit een centrale plek in het land een oordeel vellen. De werkgever en werknemer waarom het gaat zijn, daarbij niet aanwezig zijn en worden niet gehoord. Cao-aanpassingen van redactionele aard Voorstel 17: voorstel van redactionele aard. Artikel 2.16: Werkgevers hebben de plicht om vanaf 1 januari 2016 één keer in de twee jaar een strategische personeelsplanning te maken. Toevoegen: in overleg met hun ondernemingsraad. CNV Vakmensen behoudt zich het recht voor om voorafgaand of tijdens de onderhandelingen met aanvullende of gewijzigde voorstellen te komen. 5

6 We hopen op een constructief overleg. Met vriendelijke groeten, Namens CNV Vakmensen, Ronald Everard, lid onderhandelingsdelegatie Nicole Geerts, plv. lid onderhandelingsdelegatie. Robbim Heins, bestuurder. 6