POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2012 DEEL II JAARREKENING BIJLAGEN OVERIGE GEGEVENS

Transcriptie

1 POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN DEEL II JAARREKENING BIJLAGEN OVERIGE GEGEVENS Apeldoorn, 29 maart 2013

2

3 JAARREKENING Politieacademie Bezoekadres: Arnhemseweg AC Apeldoorn Postadres: Postbus BB Apeldoorn T F E info@politieacademie.nl W

4

5 INHOUDSOPGAVE 1. Balans Exploitatierekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening Toelichting op de balans Niet in de balans opgenomen financiële rechten en verplichtingen Toelichting op de exploitatierekening Bijlagen Bijlage 1: Staat van overdracht en besteding van rijksbijdragen deel I Bijlage 1: Staat van overdracht en besteding van rijksbijdragen deel II Bijlage 2: Verantwoording besteding bijzondere bijdrage Bijlage 3: Staat van materiële vaste activa Bijlage 4: Staat van voorzieningen Bijlage 5: Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Bijlage 6: WOPT verantwoording Bijlage 7: Onderlinge vorderingen en schulden Politiekorpsen Bijlage 8: Staat van opgenomen en op te nemen leningen Ondertekening Overige gegevens Voorstel resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring... 53

6

7 1. Balans x (ná voorstel resultaatbestemming) Referentie ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Kortlopende vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve afroming eigen vermogen Bestemmingsreserve mobiliteitsprogramma Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal vreemd vermogen Totaal passiva

8 2. Exploitatierekening Referentie Begroting Jaarrekening x Jaarrekening 2011 BATEN Algemene bijdrage Bijzondere bijdrage Bijdrage overige departementen Totaal rijksbijdragen Overige baten politie Overige baten niet politie Totaal overige baten Totaal baten LASTEN Personele lasten (eigen personeel) Personeel van derden Totaal personele lasten Opleiding en vorming Huisvesting Vervoer Verbindingen en automatisering Beheer Rente Totaal materiële lasten Totaal lasten Exploitatieresultaat Resultaatbestemming Dotatie/onttrekking algemene reserve Dotatie/onttrekking bestemmingsreserve mobiliteitsprogramma Bestemming exploitatieresultaat

9 Toelichting op het exploitatieresultaat (samenvatting) Realisatie ten opzichte van begroting x 1 miljoen Baten In de begroting was uitgegaan van bekostiging van een aantal (vaste) taakopdrachten, conform de business cases Werving & Selectie en Onderwijs, Kennis & Ontwikkeling. Deze bekostiging is niet toegekend. De algemene bijdrage in de decembercirculaire is lager dan begroot (de begroting was conform de decembercirculaire 2011) Afwijking +/- -11,9 De besteding van de algemene bijdrage van het LECD was lager dan begroot. -0,5 De besteding van de bijzondere bijdragen was hoger dan begroot. De belangrijkste +2,8 afwijkingen waren de bijdrage voor wervingsactiviteiten (+2,1) en LDM (+0,6) Bij de begroting is erg voorzichtig omgegaan met het opnemen van contractbaten, omdat het toen heersende beeld was dat de korpsen in financiële problemen zaten en minder beschikbaar zouden hebben voor contractonderwijs. Na de zomer nam de vraag toch toe. Deze vraag is voor een groot deel met bestaande capaciteit ingevuld. +8,1 Totaal baten Lasten De sterkte eigen personeel is 16,4 fte lager (-1,0%) dan begroot. De gemiddelde +1,1 bruto salarislast per fte is 2,3% hoger dan begroot. De percentage sociale lasten (19,0%) is hoger dan begroot (18,5%), met name door +0,6 de stijging van de pensioenpremie. De overige personeelslasten zijn lager dan begroot, voor een groot deel door lagere -1,7 lasten voor professionalisering. Er heeft een vrijval uit de voorziening verlofuren plaatsgevonden, deels als gevolg -1,2 van de verlaging van het tarief op aanwijzing van het ministerie en deels door vermindering van het aantal verlofuren. Op aanwijzing van het ministerie is er een lager bedrag gereserveerd voor de -0,4 nabetaling in verband met de invoering van LFNP. De inkomsten van gedetacheerde medewerkers zijn hoger dan begroot. -1,2 De lasten voor personeel van derden overschrijden de begroting. Dit betreft voor +4,6 een deel gedetacheerden vanuit korpsen die zijn ingehuurd om de instroompiek in het initiële onderwijs op te vangen. Verder is er meer ondersteunend personeel ingehuurd, onder andere door de vertraging van de invoering van NOAS (Nieuw Onderwijs Administratie Systeem). De kosten voor opleiding en vorming zijn lager dan begroot, met name doordat er -2,5 minder wervingsactiviteiten zijn uitgevoerd als gevolg van de ombuigingen. De huisvestingslasten zijn hoger dan begroot, onder andere door de huur van drie +4,3 dependances in verband met de piekinstroom in het initiële onderwijs. Daarnaast heeft er versnelde afschrijving plaatsgevonden op de te sluiten locaties Den Haag (in 2013) en Rotterdam (in 2017). Ook de kosten voor huur (o.a. hotelfaciliteiten), onderhoud (m.n. schietbanen) en schoonmaak waren hoger dan begroot. De lasten voor verbindingen en automatisering zijn lager dan begroot door het later -0,9 starten van de afschrijving van NOAS en de lagere kosten voor telefonie. De beheerslasten zijn lager dan de begroting. Er zijn overschrijdingen bij inhuur van -0,7 externe bureaus en dotaties aan de voorziening dubieuze debiteuren. Dit wordt meer dan gecompenseerd door begrote stelposten voor o.a. projecten, waarvan de realisatie op andere posten (bijv. inhuur derden) heeft plaatsgevonden. De rentelasten zijn lager dan begroot, doordat er minder en later geleend is en -1,0 tegen een lager rentetarief. Totaal lasten +1,0 Bedrijfsresultaat -0,9-2,4-3,4 7

10 Realisatie ten opzichte van realisatie 2011 x 1 miljoen Baten Afwijking +/- De algemene bijdrage is gedaald ten opzichte van 2011: De tarieven zijn verlaagd (-2,4%) -3,1 Het bekostigd aantal studenten is lager doordat de bekostigde instroom is -2,2 verlaagd van naar aspiranten. De besteding van de algemene bijdrage voor het LECD is hoger +0,2 De besteding van de bijzondere bijdragen is lager dan vorig jaar. -0,3 De contractbaten zijn toegenomen door meer contractonderwijs en -selecties +1,2 Totaal baten -4,2 Lasten De personeelslasten zijn gestegen doordat de gemiddelde sterkte 6 fte hoger is dan in +1,6 2011, het gemiddelde bruto salaris 0,6% hoger is en de sociale lasten zijn gestegen van 18,3% naar 19,0%. De overige personeelslasten zijn lager dan in 2011 door de vrijval van de voorziening -0,8 verlof- en meeruren en een lager dotatie aan de voorziening voor LFNP. Daarentegen waren de lasten voor professionalisering hoger. De inkomsten van gedetacheerde medewerkers zijn hoger dan vorig jaar -0,3 De lasten voor personeel van derden zijn lager dan vorig jaar door een sterke daling -1,1 van de inhuur van gastdocenten en examinatoren, deels gecompenseerd door hogere kosten voor gedetacheerden vanuit korpsen in verband met de instroompiek in het initiële onderwijs. De lasten voor opleiding en vorming zijn marginaal lager dan in Hierbinnen zijn -0,2 de lasten voor werving en selectie veel lager dan vorig jaar, terwijl de lasten voor onderwijs hoger waren. De huisvestingslasten zijn hoger dan vorig jaar, met name door de inhuur van drie +1,7 dependances in verband met de instroompiek in het initiële onderwijs en de versnelde afschrijving van de te sluiten locaties Den Haag (in ) en Rotterdam (in 2017). De lasten voor vervoer zijn gedaald door de in 2011 ingezette beweging om het aantal -0,7 onderwijsvoertuigen te verminderen. In is gestart met het strakker sturen op de persoonsgebonden voertuigen. De lasten voor verbindingen en automatisering zijn gestegen, met name door de +0,6 onderhoudskosten van applicaties, vooral in het werving- en selectieproces. De beheerslasten zijn hoger dan vorig jaar, met name door de hogere dotatie aan de +0,8 voorziening dubieuze debiteuren, gecompenseerd door lagere kantoor- en mediakosten en kosten voor representatie en PR. De rentelasten zijn gestegen doordat het gemiddelde saldo van de opgenomen leningen hoger is dan vorig jaar. +0,2 Totaal lasten Bedrijfsresultaat +1,8-6,0 8

11 3. Kasstroomoverzicht Begroting Jaarrekening x Jaarrekening 2011 Stand liquide middelen begin boekjaar Exploitatieresultaat boekjaar Afschrijvingen vaste activa Mutatie voorzieningen Overige mutaties eigen vermogen Mutatie werkkapitaal (excl. liquide middelen) Kasstroom operationele activiteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Kasstroom financieringsactiviteiten Liquide middelen einde boekjaar Op balansdatum is sprake van een tijdelijk liquiditeitstekort van 806 op de rekening courant rekening die wordt aangehouden bij het Ministerie van Financiën. Dit tekort wordt opgevangen in rekening courant krediet en is als kortlopende schuld opgenomen in de mutatie van het werkkapitaal. 1 De afschrijvingen vaste activa is inclusief de bijzondere waardevermindering van

12 4. Toelichting op de jaarrekening 4.1 Algemeen De taken van de Politieacademie De Politieacademie heeft drie taken, het zorgdragen voor: Werving en selectie; Politieonderwijs; Onderzoek, kennis en ontwikkeling. Werving en selectie De Politieacademie ondersteunt de politie bij de personeelsvoorziening door de landelijke werving van aankomende politiemedewerkers te verzorgen. Naast de werving verzorgt de Politieacademie de selectie van kandidaten die solliciteren naar een functie bij de politie. Het selecteren gebeurt op basis van een meting van geschiktheid door middel van psychologisch onderzoek en testen op het gebied van conditie, taak en intelligentie. In 2009 is in gezamenlijk overleg tussen de Politieacademie, de korpsen en het Ministerie van Veiligheid en Justitie besloten om werving en selectie op een andere wijze in te richten. Een landelijk contactcenter, uniforme standaarden, kortere doorlooptijden en een knip in twee selectieronden zijn kenmerkend voor deze nieuwe aanpak. Op contractbasis ondersteunt de Politieacademie ook de werving van bijvoorbeeld recherchekundigen, administratief-technisch (AT) personeel en persoonsbeveiligers. Politieonderwijs De Politieacademie verzorgt initieel en postinitieel onderwijs. De initiële opleidingen zijn bedoeld voor medewerkers die starten met een baan bij de politie (aspiranten). Deze basisopleidingen worden gegeven op verschillende niveaus, variërend van middelbaar beroepsonderwijs (MBO) (niveau 2, 3 en 4) tot hoger onderwijs (HO) (niveau 5 en 6). De MBO-opleidingen worden verspreid over Nederland verzorgd; de HO-opleidingen worden in Apeldoorn gegeven. Alle opleidingen worden duaal gegeven waarbij de aspiranten de perioden op de academie afwisselen met perioden bij het korps. De postinitiële opleidingen bieden vervolgonderwijs voor ervaren politiemensen om hen op te leiden voor de uitoefening van specialistische en/of leidinggevende taken binnen de politie. Hierbij kunnen zij zich specialiseren op het gebied van recherche, vreemdelingentoezicht, handhaving, crisis- en gevaarbeheersing en politieleiderschap. Naast het door het Ministerie van Veiligheid en Justitie bekostigde initiële en postinitiële onderwijs, biedt de Politieacademie contractonderwijs aan. Dit betreft voor het overgrote deel standaardonderwijs dat korpsen afnemen boven het beschikbare (loopbaan-)budget. Ook worden opleidingen verzorgd voor derden. Om een goede aansluiting te bewerkstelligen met het te volgen onderwijs worden bij een deel van de studenten EVC s (erkenning van verworven competenties) afgenomen. Onderzoek, kennis en ontwikkeling Het onderzoek dat het organisatieonderdeel Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling uitvoert is theoretisch relevant, maar daarnaast vooral gericht op praktische toepassing ervan door de politie. De Politieacademie heeft tot taak het overdragen van kennis aan de Nationale Politie in algemene zin, en ondersteunt tevens de korpsen bij eigen strategische vraagstukken. Politiekennisnet (PKN) fungeert als spil bij deze taak van de Politieacademie. 10

13 4.1.2 De bekostiging van de Politieacademie De Politieacademie wordt bekostigd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De overige baten zijn voor een groot deel afkomstig van de politiekorpsen en voor de rest van derden. De bekostiging door het Ministerie van Veiligheid en Justitie bestaat uit verschillende componenten: Algemene bijdrage Sterktebudget: werving, selectie, EVC s en initieel onderwijs (inclusief Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)) en examens; Loopbaanbudget: postinitieel onderwijs (inclusief examens); Overig: onderzoek en ontwikkeling, programma Politie & Wetenschap (apparaatskosten) en LECD. Bijzondere bijdrage Met een onderwijsfunctie: Stafafdeling Internationale Relaties en Internationalisering (SIRI), Leren & ICT en School voor Politie Leiderschap (SPL); Met een kennisfunctie: lectoraat Milieucriminaliteit, Commissie Politie & Wetenschap (programmadeel); Overig: politieblad Blauw, bijdrage rentelasten en Parelvissers. Het sterktebudget wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoogte van de afgesproken instroom van aspiranten. Bekostiging vindt niet plaats op basis van de werkelijke instroom. Via diverse ratio s kunnen selectieaantallen en aspirant-jaren berekend worden die met een bepaald tarief bekostigd worden. Voor werving wordt een vast bedrag ter dekking van de apparaatskosten gehanteerd. Het scholingstarief is afhankelijk van het niveau van de opleidingen: MBO (niveau 2, 3 en 4) en HO (niveau 5 en 6). Budgetten voor postinitieel onderwijs en kennis en onderzoek worden in de vorm van een vast bedrag uitgekeerd Vorming Nationale Politie Per 1 januari 2013 is de politie, die was georganiseerd in 26 korpsen, de KLPD en vtspn, omgevormd tot één nationale politie, bestaand uit 10 regionale eenheden, één landelijke eenheid en een Politiedienstencentrum (PDC). De Politieacademie zal op termijn deel gaan uitmaken van de Nationale Politie, maar blijft waarschijnlijk een zelfstandige rechtspersoon. De minister heeft opdracht gegeven onderzoek te doen naar de wenselijke positionering van de Politieacademie in het politiebestel, rekening houdend met een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden zoals een onafhankelijke positie van het politieonderwijs en onafhankelijk ingerichte kennis- en (wetenschappelijke) onderzoeksfunctie. Ook moet een goede afstemming en de samenwerking tussen de PA en de NP worden geborgd. Als onderdeel van de Nationale Politie zullen er beheerstaken worden overgedragen. De werving- en selectietaak wordt op termijn bij het korps Nationale Politie ondergebracht. De aanpassing van de wet op het LSOP en het politieonderwijs, waarin de wijzigingen geregeld zullen worden, zal zoals het er nu naar uitziet per 1 januari 2015 in werking treden. De werkzaamheden van de Politieacademie worden gecontinueerd, ongeacht de organisatorische structuur. Bij de waardering van activa en passiva wordt daarom uitgegaan van de continuïteitsveronderstelling. Dit houdt in dat het geheel van de werkzaamheden van de rechtspersoon wordt voortgezet (art. 2:384 lid 3 BW). 11

14 4.2 Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de bepalingen van boek 2, Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en algemeen aanvaarde richtlijnen in Nederland (Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving). Daarnaast zijn op de jaarrekening de bepalingen van het Besluit comptabele regelgeving regionale politiekorpsen en de regeling HAP van toepassing genomen, tenzij met het Ministerie van Veiligheid en Justitie afwijkende afspraken zijn gemaakt. De jaarrekening is opgemaakt tegen historische kostprijs. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd tegen de nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden verantwoord indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. In de toelichting op de balans zijn de balanswaarden per 31 december vergeleken met de balanswaarden van 31 december In de toelichting op de exploitatierekening is de realisatie van vergeleken met de realisatie van 2011 en de begroting. Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle bedragen (inclusief toelichting) zijn verantwoord in duizenden euro s. Bij afwijkingen is dit expliciet aangegeven. Schattingswijziging Voor de locatie Den Haag is het huurcontract opgezegd per 31 december Voor de locatie Rotterdam is het de intentie om dit op te zeggen per 31 december De inschatting van de resterende gebruiksduur van de activa wijzigt hierdoor. Dit heeft geleid tot een hogere afschrijving van 152 in. Op aanwijzing van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is het uurtarief voor de reservering van de gespaarde verlofuren aangepast van 34 naar 25. Hiermee sluit de Politieacademie aan bij de uniforme berekeningswijze die is vastgesteld door de Nationale Politie. Basis voor de vergoeding per uur is het uurloon volgens rechtspositie (BBP), zijnde 1/157 e van het maandsalaris verhoogd met 8% vakantietoeslag. Uitbetaling van niet opgenomen verlofuren is als incidenteel inkomen te beschouwen, hetgeen betekent dat dit niet tot het pensioengevend inkomen behoort en aldus geen pensioenpremie verschuldigd is. Voor het tarief voor verlofuren is uitgegaan van het schaalnummer met de grootste frequentiedichtheid en de salaris regel met de grootste dichtheid van deze schaal. Ultimo betreft dit voor de Politieacademie schaal 9, trede 14 met een bijbehorend maandsalaris van De aanpassing van het uurtarief heeft geleid tot een verlaging van de voorziening van 872. De personeelslasten zijn samenhangend hiermee hetzelfde bedrag lager. 4.3 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen op materiële vaste activa geschieden lineair ten laste van de exploitatierekening op basis van de verwachte economische levensduur van de materiële vaste activa In het jaar van investering wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Op grond en terreinen wordt niet afgeschreven, tenzij afschrijving over (een deel van) de geactiveerde kosten bedrijfseconomisch wenselijk is, bijvoorbeeld in het geval van overdrachtskosten. 12

15 Met betrekking tot de afschrijvingen worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd. Deze zijn gebaseerd op de regeling HAP: Afschrijvingstermijn in jaren I. Grond en terreinen Grond geen Erfpachtrechten 30 Infrastructuur terreinen 20 II. Casco gebouwen Standaard- gebouwen/casco 35 Concernlocatie 50 Verbouwingen: - met als oogmerk de levensduur te verlengen verlengde levensduur - zonder oogmerk de levensduur te verlengen resterende levensduur III. Overige huisvesting Machines 10 Installaties 15 Meubilair, stoffering, inventaris en kantoormachines 10 IV. Vervoer Onderwijs en dienstvoertuigen 5 ME voertuigen 10 Overige voertuigen 10 IV. Verbindingen en automatisering Servers 5 PC s, software, WBT s en randapparatuur 3 Mobiele apparatuur: - Mobilofoons 7 - Portofoons 5 Netwerken/bekabeling inpandig/uitpandig 5/10 V. Overige activa Onderwijsmiddelen 5 Voor de kosten van groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Ten aanzien van de verwerking van de investeringen in NOAS wordt afgeweken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving door deze op te nemen als materieel vast actief in plaats van immaterieel vast actief op basis van de regeling HAP. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen de vervangingswaarde, verminderd met een eventuele voorziening voor incourantheid. Kortlopende vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. Voorzieningen Hierbij worden de richtlijnen zoals opgenomen in de regeling HAP in acht genomen. De voorzieningen worden opgenomen voor alle in rechte afdwingbare dan wel feitelijke verplichtingen als gevolg van een gebeurtenis voor balansdatum en waarvan het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van de verplichting geen uitstroom van middelen nodig is en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden geschat. 13

16 Langlopende schulden De langlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. 4.4 Grondslagen voor de bepaling van het exploitatieresultaat Algemeen Alle in de exploitatierekening vermelde bedragen zijn opgenomen tegen historische kosten. Resultaat bepaling Baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. De baten zijn verantwoord voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd en worden opgenomen naar rato van de mate waarin de diensten zijn verricht. Verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar zijn verwerkt indien en voor zover deze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De opbrengsten van bijzondere bijdrage zijn verantwoord in het jaar dat de besteding is gerealiseerd. 4.5 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangen en betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. 14

17 5. Toelichting op de balans ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 1. Materiële vaste activa 2011 Boekwaarde op 1 januari Investeringen Desinvesteringen - aanschafwaarde Desinvesteringen - cumulatieve afschrijving Bijzondere waardevermindering Afschrijvingen Boekwaarde op 31 december Hiervan is materiële vaste activa in uitvoering Huisvesting Er is voor in huisvestingsprojecten geïnvesteerd. Een deel (1.547) betreft aanpassing locaties en meubilair ten behoeve van de extra instroom. Op basis van het beleid met betrekking tot activering en materiele vaste activa, heeft er een desinvestering plaats gevonden voor meubilair en inventaris dat geen boekwaarde meer heeft. Voor een vleugel van het hotel op de locatie Ossendrecht is een huurkoopcontract afgesloten. Hierbij ligt het economisch eigendom bij de Politieacademie en het juridisch eigendom bij de financier BUKO Bouwsystemen bv. Het pand is geactiveerd en wordt afgeschreven in een termijn van 35 jaar. Daartegenover is een langlopende schuld opgenomen ter hoogte van de totale aflossings- en renteverplichtingen zoals vermeld in de overeenkomst. Na betaling van de laatste termijn op 30 september 2013 gaat de eigendom volledig over op de Politieacademie. In verband met de leegstand van een drietal dependances (Apeldoorn, Eindhoven en Drachten) heeft een bijzondere waardevermindering van de activa op deze locaties plaats gevonden (exclusief meubilair en sporthal). De totale afwaardering bedraagt 510. In 2008 heeft de directie Werving en Selectie van de Politieacademie een wervingstruck en oplegger aangeschaft. Deze combinatie werd ingezet om de landelijke wervingsactiviteiten van de Politieacademie te ondersteunen. Omdat de combinatie in de afgelopen twee jaar niet of nauwelijks wordt gebruikt voor de activiteiten waarvoor deze is aangeschaft, heeft de directie Werving en Selectie eind definitief besloten om deze combinatie af te stoten. Omdat de combinatie geen toegevoegde waarde heeft voor het primaire proces, de verkoopmogelijkheden onduidelijk zijn en er geen dekking is voor de exploitatiekosten, is de combinatie in afgewaardeerd naar een bedrag van 75. De totale afwaardering bedraagt 197. Voor de locatie Den Haag is het huurcontract opgezegd per 31 december Voor de locatie Rotterdam is het de intentie om dit op te zeggen per 31 december De inschatting van de resterende gebruiksduur van de activa wijzigt hierdoor. Dit heeft geleid tot een hogere afschrijving van 152 in. Vervoer Er zijn dit jaar onder andere 6 opvallende voertuigen en 58 onopvallende voertuigen aangeschaft. In heeft een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden van 197, De truck met oplegger die in 2008 is aangeschaft voor landelijke wervingsactiviteiten is in de afgelopen twee jaar niet of nauwelijks gebruikt. De combinatie is in afgewaardeerd naar de geschatte marktwaarde van

18 Verbindingen en automatisering De investeringen betreffen NOAS, investeringen voor de MER-ruimte en reguliere investeringen. Overige activa Er is onder andere geïnvesteerd in ME-kleding en overige onderwijsmiddelen. In bijlage 3 is een mutatieoverzicht van de activa weergegeven Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden 2. Voorraden Munitie Voorraad werving en voorlichting & PR artikelen 0 1 Totaal voorraden De voorraad munitie is in toegenomen in verband met de overname van munitie van de korpsen. Kortlopende vorderingen en overlopende activa 3. Kortlopende vorderingen en overlopende activa I. Debiteuren II. Voorziening dubieuze debiteuren III. Overige vorderingen IV. Overlopende activa Totaal kortlopende vorderingen en overlopende activa I. Debiteuren In december is er voor gefactureerd inzake de executieve doorstromers. Deze doorstromers zijn in ingestroomd, maar het is gebleken dat ze niet uit de reguliere bekostiging kunnen worden bekostigd. Daarom zijn ze gefactureerd aan de korpsen. Dit verklaart voor een groot deel de toename van de debiteuren. De vordering op de onderdelen die in 2013 de Nationale Politie vormen is Van het debiteurensaldo per 31 december staat op 7 maart 2013 nog open. De ouderdom van deze facturen is als volgt onder te verdelen: Bedrag % Openstaand saldo december % Openstaand saldo november % Openstaand saldo vóór november % Totaal openstaand per 7 maart % 16

19 II. Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren 2011 Stand per 1 januari Dotatie Afboekingen Vrijval Totaal per 31 december De toename van de dubieuze debiteuren heeft vooral te maken met een tweetal onderwerpen, waarover verschil van inzicht bestaat met een aantal politiekorpsen. III. Overige vorderingen De daling van de post overige vorderingen betreft vooral nog te factureren bedragen. IV. Overlopende activa De overlopende activa betreffen onder andere vooruitbetaalde kosten inzake uit huur, licenties, en erfpachtcanon. Een gedeelte bestaat uit nog te ontvangen bijzondere bijdragen. Liquide middelen 4. Liquide middelen Kas Bank Totaal liquide middelen De liquide middelen staan in zijn geheel ter vrije beschikking van de Politieacademie. Het banksaldo bestaat uit een saldo van 38 op de Deutsche Bank rekening die wordt aangehouden voor de opname en storting van kasgelden. Ultimo is de rekening courant bij het Ministerie van Financiën negatief en daardoor verantwoord onder de kortlopende schulden Totaal vlottende activa Totaal activa

20 PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve 5. Algemene reserve 2011 Stand per 1 januari Resultaatbestemming Vrijval voorziening Jubilea Totaal algemene reserve Via de resultaatbestemming is onttrokken aan de algemene reserve. In 2011 is een uniform berekeningsmodel ingevoerd om de voorziening Jubilea te bepalen. De correctie was aanzienlijk, waardoor de verwerking via het eigen vermogen is uitgevoerd. De Politieacademie heeft in afstemming met het Ministerie van Veiligheid en Justitie een streefwaarde, als onderdeel van het eigen vermogen, voor de algemene reserve vastgesteld. De grondslag van de omvang van de algemene reserve, welke geldt als financiële buffer voor de Politieacademie om onvoorziene tegenslagen op te kunnen vangen, is 7,5% van de gemiddelde Rijksbijdragen (algemene en bijzondere) over de voorgaande drie jaren, aangevuld met 40% van de gemiddelde omzet over de voorgaande drie jaren aan contractactiviteiten. Deze streefwaarde voor bedraagt De dekkingsgraad bedraagt 85,5% in. De normen voor solvabiliteit en liquiditeit zijn als volgt: Solvabiliteitsratio Liquiditeitsratio (Current ratio) Streefwaarde = 0,2 Streefwaarde = 0,5 De solvabiliteitratio (eigen vermogen / totaal vermogen) bedraagt 0,16 ultimo. Deze ratio is in gedaald als gevolg van het negatieve resultaat. De liquiditeitsratio (current ratio) is een maatstaf voor de mate waarin de Politieacademie op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Deze ratio wordt uitgedrukt in een verhoudingsgetal tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden. De liquiditeitsratio bedraagt 0,28 ultimo. Bestemmingsreserve 6. Bestemmingsreserve afroming eigen vermogen 2011 Stand per 1 januari Vermogensafdracht ministerie V&J i.v.m. CAO Politie Totaal bestemmingsreserve afroming eigen vermogen 0 0 Deze bestemmingsreserve is in het verleden gevormd in verband met de afroming van het eigen vermogen door het Ministerie van Veiligheid en Justitie ter financiering van de CAO Politie. In 2011 is de tweede en laatste tranche van van de totale afroming gerealiseerd door inhouding op de betaling van de algemene bijdrage. 18

21 7. Bestemmingsreserve mobiliteitsprogramma 2011 Stand per 1 januari Resultaatbestemming Totaal bestemmingsreserve mobiliteitsprogramma Deze reserve is gevormd ter dekking van de financiële gevolgen van het mobiliteitsprogramma. In is een bedrag van 332 aangewend voor het mobiliteitsprogramma. Voor de komende twee jaar is 395 nodig. Het resterende bedrag van 717 valt in vrij ten gunste van de algemene reserve Totaal eigen vermogen Vreemd vermogen Voorzieningen 8. Voorzieningen I. Voorziening groot onderhoud II. Voorziening wachtgeld III. Voorziening jubilea IV. Voorziening sociaal beleidskader V. Voorziening leegstand huurpanden Totaal voorzieningen In bijlage 4 is een mutatieoverzicht van de voorzieningen weergegeven. I. Voorziening groot onderhoud Jaarlijks doet de Politieacademie onderzoek naar het benodigde onderhoud van de gebouwen in de komende 10 jaar (in volume en geld). Voor de financiering van het groot onderhoud is een voorziening gevormd. Door het vormen van een voorziening worden de lasten van het onderhoud gelijkmatig over de jaren verdeeld. De voorziening is onderbouwd met een uitgebreid onderhoudsplan. Sinds 2011 is ook de concernlocatie hierin opgenomen. De pieken in het onderhoud voor de concernlocatie liggen in 2015 en Tot die perioden zal de voorziening toenemen. II. Voorziening wachtgeld De voorziening wachtgeld is bepaald op basis van de maximale verplichting van de Politieacademie aan ex-medewerkers die gebruik maken van de wachtgeldregeling. Het bedrag aan wachtgeld is doorberekend op basis van de loonsom tot het jaar van uitstroom. Hierbij wordt in een gebroken jaar de loonsom naar rato verdeeld. Instroom vindt niet meer plaats, de voorziening loopt tot en met In is 62 onttrokken aan de voorziening betreffende uitkeringen aan ex-werknemers. De vrijval betreft één ex-werknemer die in gewerkt heeft. Hierdoor is geen aanspraak gemaakt op een uitkering. III. Voorziening jubilea De voorziening is berekend op basis van de toekomstige aanspraken op jubileumuitkeringen, rekening houdend met de achterliggende diensttijd bij werkgevers bij de overheid (incl. militaire dienst), de leeftijd, de blijfkans en de hoogte van de verwachte jubileumuitkering inclusief sociale lasten tot en met balansdatum. Voor de berekening van de voorziening dienstjubilea gebruikte de Politieacademie tot en met 2010 een eigen berekeningsmodel. In 2011 is door het Ministerie van Veiligheid en Justitie een uniform model ingevoerd voor de Nationale Politie. 19

22 IV. Voorziening sociaal beleidskader Deze voorziening heeft betrekking op de reorganisatie in 1997 van het voormalige LSOP. Jaarlijks wordt op basis van de loonbijstelling de voorziening voor de komende jaren berekend en wordt de voorziening indien nodig gedoteerd. Instroom vindt niet meer plaats, de voorziening loopt tot november In is 66 onttrokken uit de voorziening en betreft de uitbetaling van de FPU. V. Voorziening leegstand huurpanden Deze voorziening betreft de verwachte huurkosten van panden die in 2013 niet meer gebruikt worden in Drachten, Eindhoven en Apeldoorn. Langlopende schulden Het verloop van de leningen staat hier onder weergegeven: 9. Langlopende schulden 2011 Stand per 1 januari Opname lening(en) o/g Aflossing Totaal langlopende schulden Looptijd korter dan 1 jaar De langlopende schulden bestaan uit leningen van De leningen afgesloten bij het Ministerie van Financiën onder garantstelling van het Ministerie van Veiligheid en Justitie bedragen Het financieringsbeleid van de Politieacademie richt zich op een maximaal toelaatbare financiering van investeringen in vaste activa met de intern beschikbare financieringsmiddelen. Ter afdekking van een structureel financieringstekort is in een nieuwe lening opgenomen van en is in totaal afgelost op de lopende leningen bij het Ministerie van Financiën. Tevens is een lening afgesloten in 2007 betreffende de huurkoopconstructie van de hotelfaciliteit van één aparte vleugel op de locatie Ossendrecht. De aflossing in op deze lening bedraagt 485 en de restschuld ultimo bedraagt 388. Het kortlopende deel van de leningen bedraagt in totaal Hiervan is 388 van de huurkoopconstructie en van de leningen afgesloten bij het Ministerie van Financiën. Beide betreft de aflossing in Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft een maximaal leenplafond vastgesteld van 100% van de materiele vaste activa huisvesting. Het leenplafond per balansdatum bedraagt De huidige afgegeven garantstelling van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor afgesloten en nog af te sluiten leningen bij het Ministerie van Financiën bedraagt Een overzicht van de leningen is opgenomen in bijlage 8. 20

23 Kortlopende schulden en overlopende passiva 10. Kortlopende schulden en overlopende passiva Crediteuren Belastingen en premies Pensioenen Kortlopende schulden in RC Overige kortlopende schulden Overlopende passiva (1) Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva De post crediteuren is gestegen. Dit betreft een verschuiving van de post te betalen kosten onder de overlopende passiva. De kortlopende schuld in rekening courant krediet bij het Ministerie van Financiën van bedraagt 806 en blijft daarmee ruim onder de maximaal toegestane kredietruimte per balansdatum van 83% van het kredietlimiet van De overige kortlopende schulden bestaat onder andere voor uit projecten die onder handen zijn en reeds gefinancierd zijn. Voor de rest betreft het de reservering voor het Landelijk functiehuis Nieuwe Politie. Dit bedraagt De rest bestaat uit overige ontvangen voorschotten. (1) Specificatie overlopende passiva Algemene bijdrage Bijzondere bijdrage Ontvangen subsidies ministerie van V&J Vooruit gefactureerd Nog te betalen kosten Reservering vakantietoeslag Reservering vakantiedagen Totaal overlopende passiva Ten behoeve van het inzicht zijn, indien nodig, de vergelijkende cijfers van het vorige boekjaar aangepast. Voor een nadere specificatie van de bijzondere bijdrage wordt verwezen naar bijlage 1. Onderstaand de specificatie van de ontvangen bijdrage conform het schrijven van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Ontvangen bijzondere bijdrage e kwartaalbetaling e kwartaalbetaling e kwartaalbetaling e kwartaalbetaling Betaling december 31 Blauw talent 93 Kandidatenprogramma 289 Totaal ontvangen bijzondere bijdrage

24 Vooruit gefactureerd De toename van deze post komt doordat er in december veel vooruit gefactureerd is. Dit betreft onder andere de executieve doorstromers, die niet regulier worden gefinancierd. De aanvraag van contractonderwijs is flink toegenomen in de tweede helft van. Doordat het onderwijs over de jaren heen loopt is deze post ook flink toegenomen.. Nog te betalen kosten De afname van deze post ten opzichte van het vorige boekjaar betreft een verschuiving vanuit de post crediteuren. Reservering vakantiedagen De afname van deze post betreft voor een groot deel een tariefswijziging van 34 naar 25. Het overige deel bestaat uit de afbouw van uren Totaal vreemd vermogen Totaal passiva

25 6. Niet in de balans opgenomen financiële rechten en verplichtingen 6.1 Lopende huur- en erfpachtverplichtingen op onroerende zaken De Politieacademie heeft diverse locaties in gebruik, die niet in eigendom zijn of die zijn gebouwd op met erfpacht belaste gronden. Hieronder treft u een specificatie aan van de betreffende locaties, met aard, bedrag per jaar en resterende looptijd van de verplichting op 31 december : Locatie Warnsveld, Rijksstraatweg Dit betreft de locatie waar onder andere de School voor Politieleiderschap is gehuisvest. Daarnaast is dit het congrescentrum voor het College van Bestuur en de Nationale Politie. Deze locatie wordt gehuurd van het Gelders Landschap. De op het terrein gevestigde dienstwoning is wel eigendom van de Politieacademie (grond in erfpacht van eigenaar het Gelderse Landschap). De dienstwoning staat op 9400 m² grond. De bijbehorende garage staat op 26 m², beide met het recht van opstal. Het contract is aangegaan per 1 januari 2010 voor een periode van tien jaar tot en met 31 december Daarna per jaar verlengbaar tenzij één van de partijen tenminste zes maanden van tevoren schriftelijk opzegt. De opgenomen verplichting betreft zowel de verschuldigde huur als de erfpacht. De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. Locatie Den Haag, Wegastraat Dit gebouw wordt gehuurd van korps Haaglanden sinds Het gebouw is destijds door het korps Haaglanden gerenoveerd en aangepast aan de geldende onderwijsnormen. De oppervlakte is totaal m² netto met een aantal parkeerplaatsen. De opgenomen verplichting betreft de verschuldigde huur. De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. De huur eindigt ultimo Locatie Den Haag, huur lesvoorziening Pegasustraat/Wegastraat 55 Op de gehuurde grond aan de Pegasusstraat zijn door BUKO Bouwsystemen twee semipermanente gebouwen geplaatst in de functie van een onderwijsgebouw en een IBTgebouw. Zo lang de Politieacademie de grond aan de Pegasusstraat nog kan gebruiken worden de huidige lesvoorzieningen nog gehuurd. De initiële contracttermijn is reeds afgelopen en de voorzieningen worden nu op jaarbasis gehuurd. De huur eindigt ultimo Locatie Den Haag, Orionstraat Betreft de huur van 430 m2 bedrijfsruimte welke ook als bedrijfsruimte wordt gebruikt. Dit is de stalling van de kledingkasten voor de studenten van de locatie Den Haag. De huurovereenkomst loopt tot 31 december waarna een jaarlijkse verlenging mogelijk is tot uiterlijk 31 december In is de huurovereenkomst verlengt tot en met 31 december De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. De huur eindigt ultimo Locatie Rotterdam, Koperstraat Op deze locatie wordt initieel onderwijs en postinitieel onderwijs (Handhaving) verzorgd. Deze locatie wordt gehuurd. Oppervlakte: m² kantoorruimte, 99 parkeerplaatsen en 525 m² bedrijfsruimte op ca. 110 m² verhard buitenterrein. Het contract heeft een looptijd tot en met 31 mei 2017 en kan na deze periode voor termijnen van vijf jaren verlengd worden. Het contract heeft een opzegtermijn van 12 maanden. De opgenomen verplichting betreft zowel de huur als de servicekosten. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Het is de intentie van het College van Bestuur om het contract na 31 mei 2017 niet te verlengen. Huur modulaire schietbanen 170 Betreft de locatie Den Haag. Het contract loopt tot 1 augustus De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. 23

26 Locatie Amsterdam, Gyroscoopweg 225 Locatie Amsterdam, Gyroscoopweg bestaat uit een servicecentrum bestaande uit 3 verdiepingen met een totale oppervlakte van m², een distributiecentrum (hal) met een totale oppervlakte van m² en ongeveer 280 parkeerplaatsen. De terreinen beslaan m2. De gebouwen zijn overgenomen, maar de terreinen worden gepacht van Havenbedrijf Amsterdam. De pachtprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. Huur Dojo ruimte en Portocabins 120 Om te kunnen oefenen inzake de opleiding Integrale Beroeps Training wordt in Den Haag een sportzaal gehuurd. Dit betreft een tijdelijke voorziening met telkens een looptijd van een jaar. Rentekosten huurkoop hotel Ossendrecht 12 Voor de bouw van een hotel in Ossendrecht is de Politieacademie een huurkoopconstructie aangegaan. De leningcomponent is zichtbaar via de balans (schulden aan kredietinstellingen). Hier wordt de rentecomponent genoemd. De looptijd van dit contract is tot september Totaal lopende huur- en erfpachtverplichtingen op onroerende zaken: Lopende verplichtingen op roerende zaken Athlon Car Lease Athlon Car Lease registreert de voertuigen voor de Politieacademie en verzorgt de managementinformatie. Het contract loopt tot en met 31 december Totaal lopende verplichtingen op roerende zaken: p.m. p.m. 6.3 Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen Ontslagprocedure Een medewerker van de Politieacademie heeft een rechtszaak aangespannen inzake een tegen hem lopende ontslagprocedure. De rechter heeft de Politieacademie in het gelijk gesteld en bepaald dat het ontslag rechtvaardig is en geen vergoeding voor inkomensverlies verschuldigd is. De werknemer gaat in hoger beroep. p.m. 6.4 Niet op de balans opgenomen financiële rechten Claim nieuwbouw concernlocatie Door fouten van externe adviseurs in het kader van de aanvraag van de bouwvergunning ten behoeve van de (ver)bouw van de Concernlocatie is de afgifte van deze bouwvergunning en daarmee de aanvang en de voltooiing van de verbouwingswerkzaamheden aanzienlijk vertraagd. Daardoor heeft de Politieacademie extra kosten gemaakt en schade geleden. Deze kosten en schade zijn via een juridische claim neergelegd bij de veroorzakers. De claim is ingediend bij het Nederlands Arbitrage Instituut. Er zijn arbiters toegekend. Gezien het stadium waarin het proces zich bevindt, is over de hoogte van de toe te wijzen vordering nog niets te zeggen. Claim Nieuw Onderwijs Administratie Systeem (NOAS) De oplevering van het nieuwe onderwijs administratiesysteem (NOAS) is ernstig vertraagd. De Politieacademie heeft extra kosten gemaakt en schade geleden, onder andere doordat de geplande personeelsreductie niet tijdig gerealiseerd kon worden. De Politieacademie heeft in in goed overleg met de leverancier aanvullende afspraken gemaakt. Bij niet-nakoming van de afspraken kunnen beide partijen aansprakelijk worden gesteld. De verwachting is dat het project in april 2013 wordt afgerond. p.m. p.m. Totaal niet in de balans opgenomen financiële rechten en verplichtingen:

27 7. Toelichting op de exploitatierekening BATEN 11. Algemene bijdrage Begroting Jaarrekening Jaarrekening 2011 Wervingskosten Selectiekosten Initieel onderwijs (inclusief examinering) Totaal sterktebudget Loopbaanbudget (inclusief examinering) Onderzoek, Ontwikkeling & Kennismanagement Politie & Wetenschap LECD Totaal overigen Totaal algemene bijdrage De algemene bijdrage is lager dan begroot. In de begroting was uitgegaan van bekostiging van een aantal (vaste) taakopdrachten, conform de business cases Werving & Selectie, Onderwijs en Kennis & Ontwikkeling. De begrote en aangevraagde bekostiging was hoger dan de decembercirculaire 2011, maar is niet toegekend door het ministerie. Daarnaast is de besteding van de gelden van het LECD 496 lager dan begroot. Als laatste is de definitieve algemene bijdrage over (excl. LECD) 860 lager dan vermeld in de decembercirculaire De algemene bijdrage die verstrekt wordt door de Minister van Veiligheid en Justitie is gedaald ten opzichte van De tarieven in de bekostiging zijn 2,4% lager dan in 2011 (-3.061). Daarnaast is het sterktebudget afgenomen (-2.253) doordat de bekostiging in is gebaseerd op een instroom van (aantallen) initiële studenten ten opzichte van (aantallen) instroom van 2008 tot en met Hierdoor daalt het bekostigd totaal aantal studenten in opleiding. Dit staat los van het werkelijk aantal studenten in opleiding. Als laatste is de benutting van het budget van LECD hoger dan in 2011 (+249) waardoor de totale algemene bijdrage lager uitkomt dan in De bijdrage voor het Landelijk Expertise Centrum Diversiteit (LECD) is met ingang van de decembercirculaire 2009 opgenomen in de algemene bijdrage in plaats van de bijzondere bijdrage. Het doel hiervan is de bijdrage onder de reguliere verwerking van de loon- en prijsbijstelling te brengen. Aan de overige voorwaarden verandert niets en niet bestede bijdragen kunnen naar een volgend jaar worden overgeheveld. In is een bijdrage van toegekend, terwijl er is besteed, deels uit het saldo van voorgaande jaren. Het resterende saldo van voorgaande jaren is verantwoord onder overlopende passiva. 12. Bijzondere bijdrage Begroting Jaarrekening Jaarrekening 2011 Totaal bijzondere bijdrage De bijzondere bijdrage heeft betrekking op specifieke projecten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, de kennisfunctie en specifieke inhoudelijke thema s. Een uitgebreide toelichting op de afzonderlijke projecten is opgenomen in bijlage 2. 25

28 13. Bijdrage overige departementen Begroting Jaarrekening Jaarrekening 2011 Totaal bijdrage overige departementen De specificatie van de bijdragen die ontvangen zijn van overige departementen is opgenomen in bijlage 1. Totaal rijksbijdragen Overige baten politie Begroting Jaarrekening Jaarrekening 2011 Overige baten onderwijs en examen politie Overige baten werving en selectie politie Overige baten politie Totaal overige baten politie Overige baten niet politie Begroting Jaarrekening Jaarrekening 2011 Overige baten onderwijs en examen niet politie Overige baten niet politie Boekwinst Totaal overige baten niet politie Totaal overige baten Onder de post overige baten politie worden de opbrengsten verantwoord met betrekking tot activiteiten die door de Politieacademie worden verricht ten behoeve van de Nationale Politie (voorheen de politiekorpsen, het KLPD en de vts Politie Nederland). Het gaat voor het overgrote deel om standaardonderwijs dat Korpsen afnemen boven het beschikbare (loopbaan-)budget. Onder de post overige baten niet politie worden alle opbrengsten verantwoord met betrekking tot activiteiten die door de Politieacademie worden verricht ten behoeve van alle overige opdrachtgevers, vooral binnen de veiligheidsketen. In de begroting was rekening gehouden met minder contractonderwijs als gevolg van bezuinigingen bij de korpsen, maar ook bij overige afnemers. Deze verwachting kwam niet uit, waardoor de baten uit onderwijs en examens zelfs hoger uitkwamen dan in De omzet voor Werving en Selectie is hoger dan de begroting en 2011, wat vooral veroorzaakt wordt door de contractomzet voor selecties van recherchekundigen. In de begroting was er van uit gegaan dat deze selecties bekostigd zouden worden vanuit de aangevraagde bekostiging op basis van de business case Werving & Selectie (zie tevens de toelichting bij de algemene bijdrage). Deze bekostiging is niet toegekend, zodat de selecties gefactureerd zijn aan de korpsen. Opvallende zaken bij de overige baten politie zijn vooral het wegvallen van de bijdrage voor Politie Kennis Net (PKN), onder andere door de afbouw van de bijdrage vanuit de RKC. Daarnaast zijn minder licenties voor externe bronnen verkocht. Begroting Jaarrekening Jaarrekening 2011 Totaal baten