SCHOOLLOOPBAAN VAN EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SCHOOLLOOPBAAN VAN EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS"

Transcriptie

1 SCHOOLLOOPBAAN VAN EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS [INSCHRIJVINGSRECHT, TOELATINGSVOORWAARDEN, LEERLINGENDOSSIER, LEERPLICHT, AFWEZIGHEDEN, STUDIEBEWIJZEN] Afdeling secundair onderwijs Scholen en Leerlingen In deze cursus belichten we een aantal belangrijke momenten in de schoolloopbaan van een leerling in het buitengewoon secundair onderwijs. We besteden in het bijzonder aandacht aan de administratie die daarbij aan bod komt. A g e n t s c h a p v o o r O n d e r w i j s d i e n s t e n K o n i n g A l b e r t I I - l a a n 1 5, B r u s s e l

2 1. INHOUD 1. Inhoud Woord vooraf Structuur en organisatie van het buso Algemeen Types Type basisaanbod Type Type Type Type Type Type Type Opleidingsvormen Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs Modulair Opleidingsvorm Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs Combinaties type/opleidingsvorm Gemeenschappelijk en Individueel aangepast curriculum Leerlingenaantallen Het inschrijvingsrecht De inschrijving van een leerling: beginselen Algemeen De start van de inschrijvingen Geldigheid van de inschrijving Inschrijvingsregister Capaciteit Voorrang Algemeen Voorrang voor leerlingen van dezelfde leefentiteit Voorrang voor kinderen van personeelsleden Voorrang voor kinderen met ten minste één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is... 27

3 Voorrang voor leerlingen van dezelfde campus Voorrang voor indicator- en niet-indicatorleerlingen De vrije inschrijvingsperiode Weigeringen Toelatingsvoorwaarden Alternerend schoollopen Capaciteit Uitsluitingen Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De leerling heeft specifieke onderwijsbehoeften maar heeft géén verslag De leerling beschikt over een gemotiveerd verslag of is GON-leerling Inschrijvingsrecht onder ontbindende voorwaarde voor leerlingen met een verslag Wijzigende nood aan aanpassingen tijdens de schoolloopbaan in het gewoon onderwijs Beoordeling van de redelijkheid van aanpassingen Weigeringsprocedure Bemiddeling Aanmeldingsprocedure LOP Commissie leerlingenrechten Toelatings- en behoudsvoorwaarden Algemeen Regelmatig ingeschreven leerling Toelatingsvoorwaarden tot het buitengewoon secundair onderwijs Leeftijd verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs verslag opmaak van een nieuw verslag bij opleidingsvorm 3, type basisaanbod na de opleidingsfase of opheffing van het verslag opleidingsvorm 3, type basisaanbod na de opleidingsfase opheffen van het verslag Onenigheid over het verslag: Vlaamse Bemiddelingscommissie attest type Specifieke voorwaarden voor leerlingen uit een onderwijssysteem dat niet valt onder de Vlaamse regelgeving Behoudsvoorwaarden Afwijkingsmogelijkheden... 52

4 De afwijkingsaanvraag Toelatingsvoorwaarden tot een opleidingsvorm/ fase/ opleiding OV OV OV De observatiefase De opleidingsfase De kwalificatiefase De integratiefase Modulair OV OV Eerste leerjaar van de eerste graad Tweede leerjaar van de eerste graad beroepsvoorbereidend leerjaar Eerste leerjaar van de tweede graad Tweede leerjaar van de tweede graad Eerste leerjaar van de derde graad Tweede leerjaar van de derde graad derde leerjaar van de derde graad Overgang van leerlingen OV1,2,3 naar het gewoon onderwijs Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten Algemeen Leerlingendocumenten De leerlingendocumenten als onderdeel van het proces van handelingsplanning De leerlingendocumenten die aantonen dat de einddoelstelling nagestreefd werd Stagedocumenten van de leerlingen Het dossier van de kwalificatieproeven Leerlingendocumenten in opleidingsvorm Administratieve documenten Het administratief leerlingendossier Het stamboekregister de individuele steekkaart van de leerling Het aanwezigheidsregister Wettigen van afwezigheden Registratiefiche van de leerling Het inschrijvingsregister Leerlingenkenmerken... 88

5 7. Leerplicht Algemeen Duur van de leerplicht Kinderen met een vreemde nationaliteit - kinderen zonder wettig verblijfsstatuut Hoe kan aan de leerplicht voldaan worden? Huisonderwijs Definitie Verklaring van huisonderwijs en uiterste instapdatum verplichte deelname aan de examens van de examencommissie van de vlaamse gemeenschap Controle door de onderwijsinspectie Vrijstelling van de leerplicht Hoe controleren we de leerplicht? In- en uitschrijvingen Wat als de leerplicht niet gerespecteerd wordt? Afwezigheden van leerlingen Algemeen Van rechtswege gewettigde afwezigheden Afwezigheid om medische redenen (Code Z en Code D) Afwezigheid ingevolge een uitsluiting als tuchtmaatregel (Code T) Overige van rechtswege gewettigde afwezigheden (Code R) Door de school gewettigde afwezigheden Topsportstatuut Afwezigheden die verband houden met het gedurende een bepaalde periode van het schooljaar niet ingeschreven zijn in een school Afwezigheden die verband houden met het gedurende een bepaalde periode van het schooljaar niet volgen van het lesprogramma Afwezigheden die verband houden met het niet volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma of met het spreiden van enkele specifieke opleidingen in OV4 (Code P) Afwezigheden die verband houden met het spreiden van een opleiding over het dubbele van de gebruikelijke studieduur als specifieke maatregel voor zieke leerlingen of na een ongeval of voor leerlingen met een handicap (Code G) Afwezigheden die verband houden met revalidatie tijdens de lesuren (Code H) Stages (code W) Problematische afwezigheden (Code B)

6 Registratie Begeleiding Koppeling aan schooltoelagen Zorgwekkende dossiers Lesbijwoning in een andere school Door leerlingen van opleidingsvorm 3 en 4 in een school voor voltijds gewoon secundair onderwijs voor maximaal voor de helft van de wekelijkse lesuren Lesbijwoning in een andere school van het buitengewoon secundair onderwijs school in dezelfde administratieve groep Onderwijs voor zieke jongeren Tijdelijk onderwijs aan huis voor zieke jongeren Permanent onderwijs aan huis Voorwaarden Aanvraag organisatie Financiering/subsidiëring Aanpassingen aan het lesprogramma wegens ziekte of ongeval Het vrijstellen van bepaalde doelen van het curriculum voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Tucht Algemeen Procedure Preventieve schorsing Studiebewijzen Algemeen OPLEIDINGSVORM OPLEIDINGSVORM OPLEIDINGSVORM Observatiefase Opleidingsfase Kwalificatiefase Attest beroepsonderwijs Attest van verworven bekwaamheden

7 Getuigschrift van verworven competenties Getuigschrift van de opleiding Integratiefase Attest alternerende beroepsopleiding Getuigschriften of attest van verworven bekwaamheden Getuigschrift van alternerende beroepsopleiding De rol van de kwalificatiecommissie en de klassenraad Beroepsprocedure tegen beslissing van de klassenraad Modulair OV OPLEIDINGSVORM Uitstel van deliberatie Deliberatie op het einde van een graad Overgaan met tekorten in het eerste leerjaar van een graad GON/ION GON Toelating Het gemotiveerd verslag Ernst van de handicap Aard van de integratie GON Hoger onderwijs GON-ondersteuning Studiebekrachtiging ION Definities/schema Vragen?

8 2. WOORD VOORAF In deze cursus overlopen we wat de verschillende cruciale stappen zijn in de schoolloopbaan van een leerling en gaan we in op de administratieve consequenties die deze verschillende stappen hebben. Deze cursus is van toepassing op de scholen en leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs. Scholen met een opleidingsvorm 4 bekijken beter ook de cursus voor het gewoon secundair onderwijs. Sinds 1 januari 2015 ging het M-decreet van start voor de inschrijvingen die betrekking hebben op het schooljaar Dit decreet heeft een grote impact op de structuur en organisatie van het BuSO. Er is bewust gekozen voor een geleidelijke invoering van de maatregelen vanaf het schooljaar Leerlingen die voorafgaand aan dat schooljaar al in het buitengewoon onderwijs zijn ingeschreven, kunnen hun traject afwerken in het buitengewoon onderwijs. De verwachting is, dat door de maatregelen minder kinderen naar het buitengewoon onderwijs zullen gaan. De middelen die daardoor vrijkomen, worden opnieuw ingezet voor de ondersteuning van leerlingen met specifieke behoeften. De expertise in de scholen voor buitengewoon onderwijs moet op die manier gedeeld worden met het brede onderwijsveld. Het volledige decreet vind je op Toelichting bij het decreet vind je in de memorie van toelichting: (p3 en volgende). De brochure Update M-decreet van Klasse bevat een goed overzicht van de belangrijkste maatregelen. U kunt deze cursus gebruiken als naslagwerk bij de slides en de informatie die verstrekt werden tijdens de studiedag. Regelmatig gebeuren er aanpassingen aan regelgeving en omzendbrieven. De informatie opgenomen in deze cursus is dus onderhevig aan wijzigingen. We raden u dan ook aan om de regelgeving en omzendbrieven online te raadplegen. Eventueel kunt u zich abonneren op de attendering van edulex, via De elektronische versie van deze tekst kunt u vinden op Hoofdstuk: Woord vooraf 8

9 3. STRUCTUUR EN ORGANISATIE VAN HET BUSO 3.1. ALGEMEEN Meer informatie over de structuur van het buitengewoon onderwijs vindt u in de Codex Secundair Onderwijs artikel 259 en in de Omzendbrief SO/2011/03/BuSO van 15/08/2011 over de structuur en organisatie in het BUSO TYPES Vanaf 1 januari 2015 gelden nieuwe definities voor de types TYPE BASISAANBOD Het buitengewoon secundair onderwijs type 1 wordt vervangen door een basisaanbod buitengewoon onderwijs. Een leerling kan hiernaar georiënteerd worden op basis van een analyse van de onderwijsbehoeften in plaats van een medische classificatie. De leerlingen die bij de inwerkingtreding van het decreet met een inschrijvingsverslag voor type 1 in het buitengewoon onderwijs ingeschreven waren, worden gelijkgesteld met leerlingen met een inschrijvingsverslag voor het type basisaanbod tot ze het secundair onderwijs hebben afgerond TYPE 2 Type 2 is voor jongeren met een verstandelijke beperking. Jongeren met een verstandelijke beperking voldoen aan alle onderstaande criteria: a) ze hebben significante beperkingen in het intellectueel functioneren, wat op basis van een psychodiagnostisch onderzoek tot uiting komt in een totaal intelligentiequotiënt op een gestandaardiseerde en genormeerde intelligentietest kleiner of gelijk aan 60, rekening houdend met het betrouwbaarheidsinterval; b) ze hebben significante beperkingen in het sociale aanpassingsgedrag, wat op basis van psychodiagnostisch onderzoek tot uiting komt in een uitslag op een gestandaardiseerde en genormeerde schaal voor sociaal aanpassingsgedrag, die minstens drie standaarddeviaties beneden het gemiddelde ligt ten opzichte van een normgroep van leeftijdgenoten, rekening houdend met het betrouwbaarheidsinterval; c) de functioneringsproblemen zijn ontstaan vóór de leeftijd van 18 jaar; d) het besluit verstandelijke beperking wordt genomen na een periode van procesdiagnostiek; TYPE 3 Type 3, voor jongeren met een emotionele of gedragsstoornis en die geen verstandelijke beperking hebben. Jongeren met een emotionele of gedragsstoornis zijn jongeren bij wie op basis van Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 9

10 gespecialiseerde, door een multidisciplinair team aangeleverde diagnostiek, met inbegrip van psychiatrisch onderzoek, een van de volgende problematieken wordt vastgesteld: a) een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit; b) een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis; c) de gedragsstoornis in enge zin, conduct disorder ; d) een angststoornis; e) een stemmingsstoornis; f) een hechtingsstoornis; TYPE 4 Het type 4 is voor jongeren met een motorische beperking. Jongeren met een motorische beperking zijn jongeren bij wie op basis van specifieke medische diagnostiek, een uitval wordt vastgesteld in de neuromusculoskeletale en beweginggerelateerde functies, meer bepaald: a) de functies van gewrichten en beenderen; b) de spierfuncties, meer bepaald de spierkracht, de tonus en het uithoudingsvermogen, met gedeeltelijke of volledige uitval van: 1) een van de of beide bovenste of onderste ledematen; 2) de linkerzijde, de rechterzijde of beide zijden; 3) de romp; 4) overige; c) de bewegingsfuncties; d) een door medische diagnostiek geobjectiveerde problematiek met weerslag op het beweginggerelateerd functioneren die niet terug te brengen is tot criterium a) tot en met c) maar met een duidelijke impact op schoolse activiteiten TYPE 5 Het type 5 is voor jongeren die opgenomen zijn in een universitair ziekenhuis, een residentiële setting of verblijven in een preventorium. Jongeren in type 5 beantwoorden aan alle onderstaande voorwaarden: a) de medische, psychiatrische of residentiële opvang of begeleiding laat het niet toe dat de jongeren voltijds in een school aanwezig zijn; b) de jongeren hebben behoefte aan een individueel of geïndividualiseerd aanbod dat in de residentiële omgeving verstrekt wordt TYPE 6 Type 6 is voor jongeren met een visuele beperking. Jongeren met een visuele beperking zijn jongeren bij wie op basis van specifieke oogheelkundige diagnostiek een gezichtsstoornis werd vastgesteld die beantwoordt aan minstens een van de volgende criteria: a) een optimaal gecorrigeerde gezichtsscherpte die kleiner dan of gelijk aan 3/10 voor het beste oog is; b) een of meer gezichtsvelddefecten die meer dan 50% van de centrale zone van 30 beslaan of die het gezichtsveld concentrisch tot minder dan 20 verkleinen; Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 10

11 c) een volledige altitudinale hemianopsie, een oftalmoplegie, een oculomotorische apraxie of een oscillopsie. Onder altitudinale hemianopsie wordt verstaan: halfzijdige blindheid of blindheid in de helft van het gezichtsveld met verschillende varianten die door hersenbeschadiging veroorzaakt is. Onder oculomotorische apraxie wordt verstaan: het niet kunnen fixeren van de ogen op één voorwerp en het niet kunnen volgen van bewegende voorwerpen. Onder oftalmoplegie wordt verstaan: verlamming van de oogspieren. Onder oscillopsie wordt verstaan: subjectieve instabiliteit van het gezichtsveld of het symptoom waarbij het beeld dat iemand van de omgeving heeft, beweegt zodra het hoofd wordt bewogen; d) een ernstige gezichtsstoornis die uit een geobjectiveerde cerebrale pathologie voortvloeit, zoals cerebrale visuele inperking; e) een door een oogarts geobjectiveerde visuele problematiek die niet tot criterium a) tot en met d) terug te brengen is, maar met een duidelijke impact op schoolse activiteiten TYPE 7 Type 7 is voor jongeren met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis. Jongeren met een auditieve beperking zijn jongeren die, op basis van een audiologisch onderzoek door een neus-, keelen oorarts, beantwoorden aan een van de onderstaande criteria: a) volgens de Fletcher-index een gemiddeld gehoorverlies hebben voor de frequenties 500, 1000 en 2000 Hz van 40 db of meer voor het beste oor zonder correctie; b) als de Fletcher-index minder dan 40 db bedraagt: een foneemscore van 80% of minder hebben bij de spraakaudiometrie met woorden met een medeklinker klinker medeklinker-samenstelling bij 70 db geluidsterkte; c) een door een neus-, keel- en oorarts geobjectiveerde auditieve problematiek hebben die niet terug te brengen is tot criterium a) of b), maar met een duidelijke impact op schoolse activiteiten. Jongeren met een spraak- of taalstoornis zijn jongeren zonder een verstandelijke beperking waarvoor, op basis van een multidisciplinair onderzoek door een erkend gespecialiseerd team, met minstens een logopedist, audioloog en neus-, keel- en oorarts, een diagnose ontwikkelingsdysfasie of kinderafasie wordt vastgesteld TYPE 9 Type 9 is voor jongeren met een autismespectrumstoornis en die geen verstandelijke beperking hebben. Jongeren met een autismespectrumstoornis zijn jongeren bij wie op basis van gespecialiseerde, door een multidisciplinair team aangeleverde diagnostiek, met inbegrip van psychiatrisch onderzoek, een van de volgende problematieken wordt vastgesteld: a) de autistische stoornis; b) een pervasieve ontwikkelingsstoornis niet-anders-omschreven OPLEIDINGSVORMEN Het buitengewoon secundair onderwijs wordt in vier opleidingsvormen ingedeeld, elk met hun eigen doelstelling. Het buitengewoon secundair onderwijs in de 4 opleidingsvormen wordt verstrekt naar Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 11

12 rata van tweeëndertig tot zesendertig lesuren van vijftig minuten per week, gespreid over negen halve dagen OPLEIDINGSVORM 1: SOCIALE AANPASSING Opleidingsvorm 1 is gericht op maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving waar in ondersteuning voorzien is. De einddoelstelling kan ook arbeidsdeelname in een omgeving waar ondersteuning voorzien wordt zijn. Dit is in een aantal scholen met opleidingsvorm 1 momenteel reeds de realiteit. In deze opleidingsvorm kunnen leerlingen stages of sociaal maatschappelijke trainingen volgen. De stage in opleidingsvorm 1 is facultatief en kan alleen worden georganiseerd mits het schriftelijke akkoord van de ouders of de meerderjarige leerling. Het is daarom van groot belang hen tijdig en volledig in te lichten en zo nauw mogelijk bij de voorbereiding te betrekken. Voor de leerlingen van opleidingsvorm 1 die de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben, kan (mits het schriftelijk akkoord van de ouders) een stage georganiseerd worden van maximaal 30 werkdagen per schooljaar. Op het einde van de opleiding krijgt de leerling een attest. OV1 kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6, 7 en OPLEIDINGSVORM 2: SOCIALE AANPASSING EN ARBEIDSGESCHIKTMAKING. Opleidingsvorm 2 is gericht op maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving waar ondersteuning voorzien is en op tewerkstelling in een werkomgeving waar in ondersteuning voorzien is. Leerlingen krijgen eveneens de mogelijkheid om het laatste jaar van de tweede fase een stage te volgen onder een alternerende vorm van stage en vorming op school op weekbasis. Gedurende de tweede fase van opleidingsvorm 2 is de duur van de stage beperkt tot een maximum van 30 werkdagen per schooljaar. Op het einde van de tweede fase krijgen de leerlingen een attest. OV2 kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6, 7 en 9. De duur van de stage of SMT in OV1 en OV2 wordt bepaald door de klassenraad en kan verlengd worden tot 60 dagen of langer. Meer informatie over stages in de omzendbrief SO/2016/ OPLEIDINGSVORM 3: BEROEPSONDERWIJS Deze opleidingsvorm is gericht op het maatschappelijk functioneren en participeren en op tewerkstelling in het gewone arbeidsmilieu. Deze opleidingsvorm geeft een algemene, sociale en beroepsgerichte vorming gericht op maatschappelijk functioneren en participeren en op tewerkstelling in het gewone arbeidsmilieu. Met tewerkstelling in het gewone arbeidsmilieu wordt bedoeld: het verrichten van betaalde arbeid in Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 12

13 een gewone werkomgeving. Hij kan georganiseerd worden voor de types basisaanbod, 3, 4, 6, 7 en 9. Binnen opleidingsvorm 3 worden verschillende opleidingen georganiseerd. Opleidingsvorm 3 omvat drie fasen plus een facultatieve integratiefase : 1 de observatiefase : omvat het eerste leerjaar en is beperkt tot één volledig schooljaar; 2 de opleidingsfase : omvat ten minste twee schooljaren; 3 de kwalificatiefase : omvat ten minste twee schooljaren; 4 de facultatieve integratiefase: is bedoeld voor leerling die het getuigschrift van een opleiding hebben behaald. Ook andere leerlingen kunnen tot de integratiefase toegelaten worden door de klassenraad. Deze fase omvat één volledig schooljaar in de vorm van een alternerende beroepsopleiding. In opleidingsvorm 3 behoren: a) de niet-beroepsgerichte leer- en opvoedende activiteiten, de compensatietechnieken, de lichamelijke opvoeding en de lessen in de godsdienst, de niet-confessionele zedenleer of in de cultuurbeschouwing tot de Algemene en Sociale Vorming; b) de technische en praktische beroepsopleiding tot de Beroepsgerichte Vorming. Er kunnen 28 verschillende opleidingen georganiseerd worden in OV 3. Voor de leerlingen van opleidingsvorm 3 moet een stage georganiseerd worden. De leerling-stagiair is een leerling van de kwalificatiefase in OV3 die ofwel 16 jaar is ofwel 15 jaar is én niet meer voltijds leerplichtig is (in dit laatste geval moet de klassenraad op basis van individuele handelingsplanning motiveren waarom de stage dan al kan starten). In de kwalificatiefase met uitzondering van het laatste jaar is de duur minimum 5 werkdagen en maximum 15 werkdagen per schooljaar. In het laatste jaar van de kwalificatiefase is de duur minimum 10 werkdagen en maximum 30 werkdagen per schooljaar (SO/2002/11 (BuSO)). Stage in groep is mogelijk in het laatste jaar van de opleidingsfase. De leerlingen zijn dan 15 jaar en niet meer voltijds leerplichtig. De duur van de stage wordt bepaald door de klassenraad en kan verlengd worden tot 60 dagen of langer. Meer informatie over stages in de omzendbrief SO/2016/ MODULAIR OPLEIDINGSVORM 3 Het experiment modulair onderwijs wordt momenteel ingericht in 3 scholen. Het modulair onderwijs wordt georganiseerd per studiegebied zonder opdeling in fasen of leerjaren. De betrokken studiegebieden zijn : auto, bouw, grafische communicatie en media, handel, hout, koeling en warmte, lichaamsverzorging, mechanica-elektriciteit, personenzorg, textiel, voeding. Elk studiegebied bundelt een reeks opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden voorkomen. Elke opleiding omvat algemene en sociale vorming en beroepsgerichte vorming. De algemene en sociale vorming wordt hetzij niet-modulair hetzij gedeeltelijk modulair georganiseerd. De Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 13

14 beroepsgerichte vorming wordt modulair georganiseerd. In elke opleiding komen een of meer modules voor. Een module is het kleinste te certificeren deel van een opleiding, dat overeenstemt met een bepaalde inhoud. In modules komen geen afzonderlijke vakken voor. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen voorkomen OPLEIDINGSVORM 4: ALGEMEEN, BEROEPS-, KUNST- EN TECHNISCH ONDERWIJS Deze opleidingsvorm is gericht op maatschappelijk functioneren en participeren, al dan niet in een omgeving waar in ondersteuning voorzien is, en aanvatten van vervolgonderwijs of tewerkstelling in het gewone arbeidsmilieu, al dan niet met ondersteuning. Hij kan georganiseerd worden voor de types 3, 4, 5, 6, 7 en 9. Binnen opleidingsvorm 4 worden verschillende studierichtingen georganiseerd, die overeenkomen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs. Leerlingen afkomstig uit het gewoon secundair onderwijs krijgen altijd een attest voor OV4. Scholen van opleidingsvorm 4 (die geen ziekenhuisschool zijn) kunnen het volledige bestaande studieaanbod van het gewoon secundair onderwijs inrichten, maar geen onthaalonderwijs, geen secundair-na-secundair (Se-n-Se), geen hoger beroepsonderwijs (hbo) verpleegkunde en geen vierde graad COMBINATIES TYPE/OPLEIDINGSVORM De onderstaande tabel geeft aan welke combinaties van type en opleidingsvorm er mogelijk zijn. Type OV Type basisaanbod Type 2 Type 3 Type 4 Type 5 Type 6 Type 7 Type 9 OV 1 X X X X X X OV 2 X X X X X X OV 3 X X X X X X OV 4 X X X X X X Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 14

15 GEMEENSCHAPPELIJK EN INDIVIDUEEL AANGEPAST CURRICULUM Gemeenschappelijk curriculum Individueel aangepast curriculum In het gewoon onderwijs In BuSO OV4 In het gewoon onderwijs In het buitengewoon onderwijs Aanpassingen zijn redelijk Aanpassingen zijn onredelijk om het gemeenschappelijk curriculum te volgen in het gewoon onderwijs Aanpassingen zijn onredelijk voor het gemeenschappelijk curriculum Gemotiveerd verslag voor GON Verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs Verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs GON-begeleiding Omkadering BuSO ION- (type 2) of GON-begeleiding Omkadering BuSO Onverkort inschrijvingsrecht Inschrijvingsrecht BuSO Inschrijving onder ontbindende voorwaarde Inschrijvingsrecht BuSO Gewone studiebekrachtiging Attest van verworven bekwaamheden Certificering BuSO Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 15

16 LEERLINGENAANTALLEN De onderstaande grafiek geeft een evolutie van de leerlingenaantallen van de laatste schooljaren weer Evolutie leerlingenaantal in het BuSO Reeks In het schooljaar stellen we voor het eerst, ten gevolge van het M- decreet, een daling vast in het aantal leerlingen buitengewoon secundair onderwijs. Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 16

17 De verdeling van het aantal leerlingen per type geeft het volgende beeld: Evolutie leerlingenaantallen per type type 1/BA type 2 type 3 type 4 type 5 type 6 type 7 type De daling doet zich vooral voor in type 1 en type basisaanbod en de types 3, 4 en 7. De leerlingen met ASS in deze types werden voor een deel doorverwezen naar type 9, het nieuwe type specifiek voor leerlingen met ASS. Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 17

18 Wanneer we de leerlingenpopulatie verdelen per opleidingsvorm krijgen we het volgende resultaat: Evolutie leerlingenaantallen per OV We zien in OV1, OV2 een lichte daling van het aantal leerlingen. In OV3 is er een sterkere daling van het aantal leerlingen en in OV4 stellen we een stijging vast. Hoofdstuk: Structuur en organisatie van het buso 18

19 4. HET INSCHRIJVINGSRECHT In dit hoofdstuk behandelen we het hernieuwde inschrijvingsrecht zoals dit vastgelegd is in de codex secundair onderwijs. Meer informatie over het vernieuwde inschrijvingsrecht vindt u terug in de Codex Secundair Onderwijs en in de omzendbrief SO 2012/01. Gelijke onderwijskansen is ook een thema in wetwijs Het inschrijvingsrecht wil verzekeren dat jongeren op een correcte wijze in scholen ingeschreven worden en aan schoolbesturen, leerlingen en ouders meer rechtszekerheid geven bij het inschrijvingsproces. Het inschrijvingsrecht kent de volgende uitgangspunten: 1 het realiseren van optimale leer- en ontwikkelingskansen voor alle leerlingen; 2 het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie; 3 het bevorderen van sociale mix en cohesie; 4 Voor het gebied Brussel-Hoofdstad: de bescherming van de gelijke onderwijs- en inschrijvingskansen van Nederlandstaligen en het behoud van het Nederlandstalig karakter van het Vlaamse onderwijs in Brussel. De aanpassingen aan het inschrijvingsrecht voorzien ook in een definitieve regeling voor aanmeldingsprocedures en hebben tot doel de transparantie en duidelijkheid van het inschrijvingsrecht te verhogen, alsook de scholen een inschrijvingsbeleid te laten voeren dat afgestemd is op de lokale situatie. Voor het inschrijvingsrecht bestaat er een groot onderscheid tussen scholen die binnen het werkingsgebied van een LOP liggen en scholen die niet binnen het werkingsgebied van een LOP liggen. Als er een onderscheid bestaat, zal dit steeds duidelijk vermeld worden DE INSCHRIJVING VAN EEN LEERLING: BEGINSELEN ALGEMEEN Elke leerling heeft recht op inschrijving in de school of vestigingsplaats, gekozen 1 door de ouders 2. Dit Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 1 Hierbij moet rekening gehouden worden met het onderwijsaanbod op de school of vestigingsplaats. 19

20 recht geldt ook voor meerderjarige leerlingen, zij kunnen zelf hun school of vestigingsplaats kiezen. Voorafgaand aan de inschrijving stelt het schoolbestuur de ouders in kennis van het schoolreglement en het pedagogisch project van de school. De leerling kan pas worden ingeschreven als de ouders of de meerderjarige leerling schriftelijk instemmen met het pedagogisch project en het schoolreglement. Een inschrijving vindt plaats onder de opschortende voorwaarde dat de leerling hetzij bij de effectieve start van de lesbijwoning hetzij bij beslissing van de toelatingsklassenraad, aan de toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden voldoet. Voorbeeld: Een leerling komt op 15 mei naar de school om zich in te schrijven in type 3 OV 3 voor het volgende schooljaar. Er is nog plaats. Op dit moment beschikt de leerling nog niet over een inschrijvingsverslag voor type 3 OV3. De leerling wordt ingeschreven onder de opschortende voorwaarde dat hij/zij op 1 september (de dag van effectieve instap) zal voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Indien dit niet het geval is, kan de school de inschrijving opschorten. Voor ouders van leerlingen met een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs, die zich willen inschrijven in het gewoon onderwijs, maakt het verslag deel uit van de informatie die de ouders overmaken aan de school bij inschrijving. De school verbindt zich er dan toe een overleg te organiseren met de ouders, het CLB en de klassenraad. Indien het verslag niet gemeld werd door de ouders op het moment van de inschrijving, kan de ontbindende voorwaarde alsnog worden ingeroepen op het moment dat de school vaststelt dat er een verslag was op het moment van de inschrijving. Bij schoolverandering (hetzij tijdens het schooljaar, hetzij via inschrijving met het oog op volgend schooljaar) is de oude school verplicht een kopie van het verslag door te geven aan de nieuwe school. Ook het CLB van de vorige school is verplicht een kopie van het verslag door te geven aan het CLB van de nieuwe school. Ouders hebben er dus alle belang bij om van bij de inschrijving het verslag over te maken, en meteen in overleg te gaan met de school en het CLB over redelijke aanpassingen. Wanneer een leerling zich met zijn ouders (of een wettelijke houder van het ouderlijk gezag) aanbiedt 2 De ouder is de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of in rechte of in feite de leerling onder zijn bewaring heeft. In het geval de leerling meerderjarig is, wordt onder ouder de meerderjarige leerling verstaan. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 20

21 op de school om zich in te schrijven, is er sprake van een formele vraag tot inschrijving. Op dat moment kan de inschrijving drie vormen aannemen: een gerealiseerde inschrijving (ouders verklaren zich akkoord met het pedagogisch project en het schoolreglement en er zijn geen decretaal bepaalde redenen om de leerling te weigeren), een niet-gerealiseerde inschrijving (ouders verklaren zich akkoord met het pedagogisch project en het schoolreglement, maar een van de decretaal bepaalde weigeringsgronden is van toepassing) of een uitgestelde inschrijving (voor scholen die werken met dubbele contingentering). Bij de overgang van leerlingen van de ene secundaire school naar de andere secundaire school die op dezelfde campus is gelegen, kan een schoolbestuur opteren om niet opnieuw een formele inschrijving te vragen. De inschrijving loopt dan door. Als hiervan gebruik gemaakt wordt, moet dit opgenomen worden in het schoolreglement. De school wordt dan als één geheel beschouwd voor wat betreft het inschrijvingsrecht (zo geldt een definitieve uitsluiting voor alle scholen op de campus). Als er in een school (of vestigingsplaats, studiegebied of administratieve groep) één of meerdere plaatsen vrijkomen (omdat leerlingen worden uitgeschreven of door een verhoging van de capaciteit), moet de volgorde van de niet-gerealiseerde inschrijvingen in het inschrijvingsregister gerespecteerd worden tot en met de vijfde schooldag van oktober. Concreet betekent dit dat de school tot dan de wegens capaciteit geweigerde leerlingen in volgorde van het inschrijvingsregister eerst moet contacteren alvorens nieuwe leerlingen in te schrijven DE START VAN DE INSCHRIJVINGEN Inschrijvingen voor een bepaald schooljaar kunnen ten vroegste starten op de eerste schooldag van maart van het voorafgaande schooljaar in het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs. Inschrijvingen voor schooljaar kunnen in het BuSO dus ten vroegste starten op 1 maart Op voorwaarde dat de school geen enkele leerling weigert op basis van capaciteit, kan ze voor de verschillende voorrangsgroepen (samen of apart, zie verder) reeds met de inschrijvingen beginnen op de eerste schooldag na de kerstvakantie van het voorafgaande schooljaar. Scholen binnen het werkingsgebied van een LOP maken afspraken over de start van de inschrijvingen (en respecteren deze afspraken). De school moet de start van de inschrijvingen bekend maken aan de ouders. Scholen die bij een LOP horen, moeten dit alleszins via het LOP doen GELDIGHEID VAN DE INSCHRIJVING Het inschrijvingsrecht gaat enkel over nieuwe inschrijvingen. Een inschrijving geldt immers voor de volledige duur van de schoolloopbaan van de leerling (uitgezonderd type basisaanbod: daar geldt de inschrijving tot het einde van de opleidingsfase). Tenzij er bij beslissing van het schoolbestuur of van Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 21

22 de ouders, en uiteraard steeds in toepassing van de regelgeving, tot uitschrijving wordt overgegaan: een uitschrijving omwille van definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel, een uitschrijving omwille van veelvuldige problematische afwezigheden van een (niet-leerplichtige) leerling (DBSO en leertijd), een uitschrijving omwille van een niet-akkoordverklaring met een gewijzigd school- of centrumreglement, een uitschrijving omwille van onredelijkheid van aanpassingen na wijzigende noden tijdens de schoolloopbaan (enkel in het gewoon onderwijs) en een uitschrijving omwille van schoolverandering. De inschrijving is geldig over alle vestigingsplaatsen en structuuronderdelen van de school heen. In principe kan de school een verandering van structuuronderdeel of vestigingsplaats dan ook niet weigeren (met inachtname van de regelgeving rond toelatings-, overgangs- en instapvoorwaarden). Hierop is echter één uitzondering. De school weigert leerlingen die binnen een school willen veranderen van vestigingsplaats of studierichting de overstap te maken wanneer de vestigingsplaats of studierichting waar ze naartoe willen vol zit. Enkel wanneer de overstap noodzakelijk is voor de voortgang van het leerproces van de leerling (rekening houdend met de behaalde studiebewijzen en de regelgeving rond de toelatingsvoorwaarden), kan een school dit niet weigeren. De voortgang van het leerproces is noodzakelijk wanneer de leerling een overstap maakt na een beslissing van de delibererende klassenraad. Een school kan aan zijn leerlingen vragen om jaarlijks te bevestigen of zij een bepaald structuuronderdeel zullen volgen. Op basis hiervan kan het schoolbestuur de verdeling van de leerlingen over de verschillende klasgroepen organiseren en het volgende schooljaar optimaal voorbereiden en plannen. Het gaat hier echter om een informatieve vraag van het schoolbestuur. De leerling en/of zijn ouders zijn niet verplicht deze vraag te beantwoorden. Het antwoord op deze vraag is dan ook niet bindend. De keuze voor het structuuronderdeel is pas definitief wanneer de leerling met de lessen start in het volgende schooljaar. Dit betekent ook dat een leerling nooit kan worden uitgeschreven omdat de ouders niet geantwoord hebben op de vraag welk structuuronderdeel de leerling volgend schooljaar zal volgen INSCHRIJVINGSREGISTER In elke school en vestigingsplaats moet er voor iedere capaciteit een inschrijvingsregister worden bijgehouden. Hierin worden elk schooljaar de gerealiseerde, de geweigerde en de uitgestelde inschrijvingen in chronologische volgorde genoteerd. In omzendbrief SO 2012/03 zijn de modellen van inschrijvingsregister terug te vinden. De modellen bepalen welke gegevens minimaal in het inschrijvingsregister moeten zijn opgenomen. Daarnaast kan de school nog bijkomende gegevens bijhouden in het inschrijvingsregister (met respect voor de privacywetgeving). Een school beslist zelf hoe ze het inschrijvingsregister bijhoudt, elektronisch of op papier. Als de capaciteit op een bovenliggend niveau gelijk is aan de som van alle capaciteiten op een onderliggend niveau, dan moet het schoolbestuur voor de capaciteit op het bovenliggend niveau geen inschrijvingsregister gebruiken. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 22

23 Voorbeeld 1: De school biedt in een vestigingsplaats OV1 en OV2 aan. De school heeft de volgende capaciteiten bepaald. Capaciteit OV1: 20 Capaciteit OV2: 30 Capaciteit vestigingsplaats: 50 De school hanteert enkel een inschrijvingsregister voor OV1 en OV2. Op het niveau van de vestigingsplaats hoeft er geen inschrijvingsregister worden bijgehouden. Voorbeeld 2: De school heeft op een vestigingsplaats OV1 en OV2. De school heeft de volgende capaciteiten bepaald. Capaciteit OV1: 20 Capaciteit OV2: 30 Capaciteit vestigingsplaats: 45 De school hanteert een inschrijvingsregister voor OV1, OV2 en voor de vestigingsplaats. Dit is nodig omdat leerlingen zowel kunnen geweigerd worden omdat de capaciteit in OV1, in OV2 of in de vestigingsplaats is bereikt. Het register is belangrijk, o.a. om in het geval van een klacht het inschrijvingsverloop te kunnen verantwoorden (bijv. consequente toepassing van weigeringen omwille van capaciteit) en om te kunnen bepalen welke leerling moet worden ingeschreven wanneer er een plaats vrijkomt of de capaciteit wordt verhoogd CAPACITEIT De capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur ziet als maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt de capaciteit per niveau en doet dit autonoom. Bij het bepalen van de capaciteit kan het schoolbestuur rekening houden met materiële omstandigheden (bijvoorbeeld de grootte van de klaslokalen) of pedagogisch-didactische overwegingen (bijvoorbeeld het aantal leerkrachten). Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 23

24 Voor de start van de inschrijvingsperiode maakt een schoolbestuur voor al zijn scholen de capaciteit(en) bekend aan alle belanghebbenden (leerlingen, ouders, CLB, andere scholen, intermediairs, ). Dit gebeurt best maximaal via de eigen communicatiekanalen (vb. eigen website, elektronische nieuwsbrief, ) of via de netwerken en de communicatiekanalen van andere lokale partners (vb. website LOP). Binnen het werkingsgebied van een LOP deelt het schoolbestuur de capaciteit(en) ook mee aan het LOP. Wanneer de school een capaciteit bepaalt, moet dit gebeuren voor de start van de eerste inschrijvingsperiode. Een school kan immers enkel een leerling weigeren op basis van capaciteit als deze vooraf werd vastgelegd. Tijdens de lopende inschrijvingen kan een school haar capaciteit steeds verhogen, maar niet verlagen. Omdat het verhogen van de capaciteit een invloed kan hebben op andere scholen, moet binnen het werkingsgebied van een LOP de capaciteitsverhoging steeds door het LOP worden goedgekeurd. Buiten het werkingsgebied van een LOP deelt de school de capaciteitsverhoging mee aan de andere scholen binnen de gemeente. Bij een verhoging van de capaciteit moet de school de volgorde van het inschrijvingsregister (desgevallend per contingent) respecteren tot en met de vijfde schooldag van oktober (zie hierboven). De capaciteit kan op verschillende niveaus worden bepaald. In het buitengewoon secundair onderwijs moet een schoolbestuur voor elk van zijn scholen de capaciteit bepalen op een of meer van de volgende niveaus: - de school; - de vestigingsplaats; - de opleidingsvorm; - het type; - het structuuronderdeel; - de combinatie van twee of meer structuuronderdelen; - de pedagogische eenheid VOORRANG ALGEMEEN Over het algemeen geldt het principe dat wie eerst komt, eerst wordt ingeschreven. Het decreet heeft echter in een aantal voorrangsregelingen voorzien die een uitzondering vormen op dit principe. De voorrangsregels worden verschillend toegepast in het Nederlandse taalgebied en in het Brusselse Hoofdstedelijke gewest. Elke inschrijvingsperiode begint met een aantal opeenvolgende voorrangsperiodes. De volgorde Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 24

25 waarin de voorrangsgroepen zich kunnen inschrijven ligt vast. Met uitzondering van de voorrangsperiode voor kinderen van personeelsleden duurt elke voorrangsperiode minimaal twee weken en binnen elke voorrangsperiode gebeuren de inschrijvingen chronologisch. In principe is er voor elke voorrangsgroep een aparte voorrangsperiode voorzien. De school kan echter twee of meerdere voorrangsperiodes samen nemen, op voorwaarde dat geen enkele leerling uit deze voorrangsgroepen geweigerd zal worden wegens capaciteit. De keuze om voorrangsperiodes samen te nemen kan per capaciteitsniveau worden gemaakt. Na iedere voorrangsperiode wordt de voorrang afgesloten voor de betrokken voorrangsgroep. Als een leerling zich niet heeft ingeschreven in de voorrangsperiode die op hem van toepassing is, en dus geen gebruik gemaakt heeft van zijn voorrangsrecht, dan is hij zijn voorrang kwijt. De leerling kan zich dan nog wel inschrijven in een andere voorrangsperiode, als die op de leerling van toepassing is, of in de vrije inschrijvingsperiode. De vrije inschrijvingsperiode start nadat alle voorrangsperiodes zijn afgesloten. Alle scholen moeten afspraken maken over de voorrangsperiodes. Voor scholen binnen het werkingsgebied van een LOP gebeurt dit binnen het LOP en worden de periodes ten minste door het LOP bekend gemaakt aan alle belanghebbenden in het gebied. Buiten het werkingsgebied van een LOP bepalen scholen de voorrangsperiodes in overleg met alle schoolbesturen uit de gemeente. Uiteraard maken de schoolbesturen de periodes bekend aan alle belanghebbenden. Doorgaans zijn de voorrangsregels enkel van toepassing in het eerste leerjaar van de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs. De voorrangsregels zijn niet van toepassing in de rest van het secundair onderwijs, met uitzondering van de voorrang voor leerlingen met ten minste één ouder die het Nederlands voldoende machtig is in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Hieronder vindt u een schematische weergave van de verschillende voorrangsgroepen met de aanduiding of ze moeten worden toegepast, of het schoolbestuur kan kiezen om ze toe te passen of dat ze niet kunnen worden toegepast. De volgorde van de voorrangsgroepen is de volgorde zoals opgenomen in dit schema. Hierna zullen we de voorrangsgroepen één voor één in deze volgorde bespreken. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 25

26 Voorrangsgroep Vlaanderen Tweetalig gebied Brussel- Hoofdstad Leerlingen van dezelfde leefentiteit Voltijds gewoon SO (1ste lj 1ste gr.) BUSO Overig SO Voltijds gewoon SO (1ste lj 1ste gr.) BUSO Overig SO MOET MOET - MOET MOET - Kinderen van personeelsleden Kinderen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is MOET MOET - MOET MOET MOET MOET MOET Campusleerlingen LOP KAN KAN - KAN KAN - Indicator- en nietindicatorleerlingen LOP MOET niet-lop KAN KAN - MOET KAN VOORRANG VOOR LEERLINGEN VAN DEZELFDE LEEFENTITEIT De voorrangsregeling voor leerlingen van dezelfde leefentiteit verloopt volledig parallel in het Nederlandse taalgebied en in het gebied Brussel-Hoofdstad. Elke school moet verplicht voorrang geven aan leerlingen die tot dezelfde leefentiteit behoren als reeds ingeschreven leerlingen (ongeacht in welke graad) die zich willen inschrijven in het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs. Met leerlingen van dezelfde leefentiteit wordt bedoeld: - broers en zussen (hebben twee gemeenschappelijke ouders) al dan niet wonend op hetzelfde adres); - halfbroers en halfzussen (hebben één gemeenschappelijke ouder) al dan niet wonend op hetzelfde adres); - kinderen die onder hetzelfde dak wonen (dezelfde hoofdverblijfplaats hebben) maar geen gemeenschappelijke ouder(s) hebben (vb. stiefbroers en zussen). Wanneer de school bepaalt dat bij een overgang van de ene secundaire school naar de andere op dezelfde campus de inschrijvingen doorlopen (zie hoger), heeft dit consequenties voor de toepassing van de voorrangsregeling voor leerlingen van dezelfde leefentiteit. Ook hier moeten, wat het inschrijvingsrecht betreft, beide scholen als één geheel worden beschouwd. Iemand met een broer of Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 26

27 zus in de ene school, heeft dan voorrang bij een inschrijving in de andere school. Het is hierbij van geen belang of de ingeschreven leerling al is ingestapt of nog niet. Met reeds ingeschreven wordt bedoeld dat de inschrijving gerealiseerd is in het inschrijvingsregister VOORRANG VOOR KINDEREN VAN PERSONEELSLEDEN Een tweede voorrangscategorie zijn kinderen van personeelsleden van de school (of van een van de scholen waar de inschrijvingen van de ene naar de andere school doorlopen). Deze kinderen krijgen verplicht voorrang wanneer ze zich willen inschrijven in het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs of in het buitengewoon secundair onderwijs. Deze voorrangsgroep is zowel in Vlaanderen als in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad van toepassing. Uiteraard kan een personeelslid enkel een kind inschrijven waarvan hij zelf de ouder is. Alle personeelsleden van de school vallen hieronder. Het maakt geen verschil of ze zijn aangesteld of geaffecteerd aan de school of via een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld worden door de school. Concreet betekent dit dat kinderen van zowel leerkrachten als directie, onderhoudspersoneel, technisch personeel, administratief personeel, etc. voorrang krijgen. Noch de functie van het personeelslid, het soort contract of de tewerkstellingsbreuk zijn van belang om aanspraak te kunnen maken op deze voorrang. Om van deze voorrangsregeling gebruik te kunnen maken, moet een personeelslid op het ogenblik van de inschrijving een contract hebben van een lopende tewerkstelling van meer dan 104 dagen. Deze periode toont een voldoende duurzame band aan van het personeelslid met de school. Het personeelslid hoeft nog geen 104 dagen effectief te hebben gewerkt voor de school van keuze op het moment dat de leerling zich inschrijft VOORRANG VOOR KINDEREN MET TEN MINSTE ÉÉN OUDER DIE HET NEDERLANDS IN VOLDOENDE MATE MACHTIG IS Deze voorrangscategorie geldt enkel in het tweetalige gebied Brussel-hoofdstad. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten schoolbesturen voorrang geven aan leerlingen van wie minstens één ouder het Nederlands voldoende machtig is. Deze voorrangscategorie geldt voor het volledige secundair onderwijs. Bedoeling is om de gelijke onderwijs- en inschrijvingskansen van Nederlandstaligen te beschermen en het Nederlandstalig karakter van het Vlaamse onderwijs behouden. Om voorrang te kunnen krijgen, toont de ouder op een van de volgende wijzen aan voldoende Nederlands te spreken. - voorleggen van Nederlandstalig diploma secundair onderwijs of een daarmee gelijkwaardig Nederlandstalig studiebewijs; - voorleggen van Nederlandstalig studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs of een daarmee gelijkwaardig Nederlandstalig studiebewijs; Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 27

28 - voorleggen van het bewijs dat hij of zij het Nederlands beheerst minstens op niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, dit kan op twee manieren: o een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs of een daarmee gelijkwaardig Nederlandstalig studiebewijs, dat het vereiste niveau van kennis van het Nederlands aantoont (vb. Centrum voor Volwassenenonderwijs, universitair talencentrum); o een attest van niveaubepaling uitgevoerd door een Huis van het Nederlands dat het vereiste niveau van kennis van het Nederlands aantoont; o minstens het bewijs van voldoende kennis van het Nederlands na het afleggen van een taalexamen bij het selectiebureau van de Federale Overheid. - het bewijs dat hij 9 jaar als regelmatige leerling onderwijs heeft gevolgd in het Nederlandstalig lager én secundair onderwijs. Dit gebeurt op basis van attesten daartoe uitgereikt door de betrokken schoolbesturen. Een schoolbestuur bepaalt voor zijn scholen gelegen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad het aantal leerlingen dat hij vooropstelt voor de inschrijving bij voorrang van leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is. Dit aantal kan het schoolbestuur bepalen tot op de niveaus waarop hij de capaciteit vastlegt. De aantallen die het schoolbestuur vastlegt, moeten als bedoeling hebben om binnen de school het peil van 55% leerlingen van wie een van de ouders voldoende Nederlands spreekt, te bereiken of te behouden. Binnen het LOP kan worden afgesproken om een hoger percentage dan 55 te hanteren. Het LOP zal de aantallen en het percentage bekend maken aan alle belanghebbenden. Op het moment van publicatie van deze syllabus bedroeg het percentage dat door het LOP is bepaald 55%. Het percentage voorrang aan leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is, wordt berekend op de totale capaciteit en niet alleen op het aantal nieuw in te schrijven leerlingen. Daarbij wordt een reeds ingeschreven leerling die op basis van de toen geldende regelgeving opgevat werd als leerling met thuistaal Nederlands, beschouwd als een leerling met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is. Ook broers en zussen van reeds ingeschreven leerlingen die volgens de regelgeving op het moment van hun inschrijving als leerling met thuistaal Nederlands werden beschouwd, zullen onder de groep van leerlingen met ten minste een ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is, vallen. Leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is en die indicatorleerling (zie verder) is zullen niet worden meegeteld voor het percentage. Uiteraard kunnen deze leerlingen zich wél inschrijven tijdens deze voorrangsperiode tot het contingent voor indicatorleerlingen (zie verder) is bereikt. Het gaat om een streefcijfer, scholen kunnen dan ook niet gesanctioneerd worden wanneer zij het percentage niet halen. Scholen hebben immers niet zelf in de hand welke ouders hun kinderen zullen komen inschrijven. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 28

29 VOORRANG VOOR LEERLINGEN VAN DEZELFDE CAMPUS Wanneer de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs of het buitengewoon onderwijs is gelegen op dezelfde campus als een basisschool, kan het schoolbestuur binnen het werkingsgebied van een LOP voorrang geven aan de leerlingen uit hun basisschool bij de overgang naar het secundair onderwijs. Om deze voorrang te geven, moet dit bij dubbele meerderheid zijn goedgekeurd binnen het LOP secundair onderwijs. Het LOP secundair onderwijs kan zijn goedkeuring pas geven na positief advies van het LOP basisonderwijs (ook verleend bij meerderheid). Buiten het werkingsgebied van een LOP kan een school geen gebruik maken van deze voorrangscategorie. Een schoolbestuur met scholen waarvan één of meerdere vestigingsplaatsen gelegen zijn binnen eenzelfde of aaneensluitende kadastrale percelen, of gescheiden zijn door hetzij maximaal twee kadastrale percelen hetzij door een weg (= campus), kan ervoor opteren om bij de overgang van een leerling van de ene secundaire school naar de andere secundaire school de inschrijvingen te laten doorlopen. Een schoolbestuur dat van deze mogelijkheid gebruik maakt, neemt dit op in zijn schoolreglement. Dit geldt afzonderlijk voor scholen van het gewoon onderwijs en het buitengewoon onderwijs. Een inschrijving in een school voor buitengewoon onderwijs kan m.a.w. niet automatisch doorlopen in de school voor gewoon onderwijs op de campus en omgekeerd. In het geval van een klacht zal het schoolbestuur ook aan de CLR het bewijs moeten leveren dat de betreffende vestigingsplaatsen gelegen zijn op een campus. Een schoolbestuur met scholen waarvan één of meerdere vestigingsplaatsen gelegen zijn binnen eenzelfde of aaneensluitende kadastrale percelen, of gescheiden zijn door hetzij maximaal twee kadastrale percelen hetzij door een weg (= campus), kan ervoor opteren om voor de toepassing van het recht op inschrijven en aanmeldingsprocedures de desbetreffende vestigingsplaatsen als één school te beschouwen. Bijgevolg moet de school maar één inschrijvingsregister hanteren en geldt het principe van de gegarandeerde schoolloopbaan op het niveau van de campus. Een schoolbestuur dat van deze mogelijkheid gebruikmaakt, neemt dit op in zijn schoolreglement VOORRANG VOOR INDICATOR- EN NIET-INDICATORLEERLINGEN De voorrangsregeling met het systeem van dubbele contingentering wil het mogelijk maken om het streven naar sociale mix en sociale cohesie op schoolniveau te realiseren. Deze voorrangsgroep is verplicht voor het eerste leerjaar van de eerste graad binnen het werkingsgebied van een LOP. Scholen voor buitengewoon secundair onderwijs (binnen en buiten LOP) en scholen buiten het werkingsgebied van een LOP kunnen kiezen voor deze voorrangsgroep. De indicatoren waar rekening mee wordt gehouden bij de toepassing van deze voorrangscategorie zijn Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 29

30 de volgende: - de ouders behoren tot de trekkende bevolking (hieronder worden binnenschippers, kermis- of circusexploitanten of -artiesten, of woonwagenbewoners verstaan); - de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs of van een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs; - de leerling wordt tijdelijk of permanent buiten het eigen gezinsverband opgenomen (door een gezin of persoon, een voorziening of een sociale dienst, de internaten vallen hier niet onder); - het gezin ontving in het voorafgaande schooljaar dan dat waarop de inschrijving betrekking heeft, één of meerdere schooltoelagen van de Vlaamse gemeenschap of het gezin heeft een beperkt inkomen. Een leerling die beantwoordt aan minstens een van de indicatoren, is een indicatorleerling. Er is geen onderscheid tussen de verschillende indicatoren. Een niet-indicatorleerling is een leerling die aan geen enkele van de indicatoren beantwoordt. Meer informatie over de manier waarop een ouder bewijst dat zijn kind een indicatorleerling is, vindt u voor de indicatoren opleidingsniveau, thuisloos en trekkende bevolking terug in het hoofdstuk over leerlingenkenmerken in deze syllabus (punt 5.4). Voor de indicator schooltoelage kan de ouder het beantwoorden hieraan aantonen via een document of van de dienst studietoelagen of een rekeninguittreksel. Bij iedere nieuwe inschrijving moet een leerling aantonen dat hij aan een of meerdere indicatoren beantwoordt. Wanneer een ouder wenst om de school niet te informeren over het al dan niet beantwoorden aan een van de indicatoren, dan kan de leerling geen gebruik maken van deze voorrangscategorie (let wel: dit doet geen afbreuk aan andere voorrangscategorieën). Ook wanneer een ouder de school foutief informeert, vervalt het voorrangsrecht van de leerling op basis hiervan. Uiteraard kunnen ouders steeds hun kind inschrijven in de vrije inschrijvingsperiode (na afloop van de voorrangsperiode). Deze voorrangscategorie zal over de andere categorieën heen worden toegepast aan de hand van het systeem van dubbele contingentering. Dubbele contingentering betekent dat een schoolbestuur voor zijn school/scholen twee contingenten bepaalt voor de gelijktijdige inschrijving van indicator- en niet-indicatorleerlingen. Samen vormen de twee contingenten 100% van alle leerlingen (zowel de reeds ingeschreven leerlingen als de nieuw in te schrijven leerlingen) op elke capaciteit waarvoor het schoolbestuur een inschrijvingsregister gebruikt. Deze twee contingenten zijn gericht op het verkrijgen van een evenredige verdeling van indicator- en niet-indicatorleerlingen in de scholen gelegen in respectievelijk het werkingsgebied van een LOP of een gemeente er buiten. Bij het bepalen van de contingenten houdt het schoolbestuur rekening met de relatieve aanwezigheid. Concreet betekent dit dat de contingenten zo moeten worden bepaald dat de school opschuift in de richting van de relatieve aanwezigheid in de gemeente of het Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 30

31 werkingsgebied/deelgebied van het LOP. Indien de relatieve aanwezigheid in de school overeenkomt met de relatieve aanwezigheid in de gemeente of het werkingsgebied/deelgebied van het LOP, moeten de contingenten gericht zijn op het behoud van deze verdeling. Uiteraard moeten de contingenten worden meegedeeld aan alle belanghebbenden. Binnen het werkingsgebied van een LOP, maakt het LOP voor de start van de inschrijvingen afspraken over de capaciteitsniveaus en over het bepalen van de contingenten. Binnen gemeenten buiten het werkingsgebied van een LOP kunnen er hierover afspraken worden gemaakt. Als de contingenten zijn bepaald, neemt het schoolbestuur eerst zijn reeds ingeschreven leerlingen op in het contingent waartoe ze behoren. Zo krijgt het schoolbestuur een zicht op het aantal nieuw in te schrijven leerlingen per contingent. Wel zal het aantal reeds ingeschreven leerlingen bij de start van de inschrijvingen in het eerste leerjaar van de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs in de meeste gevallen doorgaans 0 bedragen. Vervolgens schrijft het schoolbestuur leerlingen in per voorrangsgroep. Al deze leerlingen worden in het juiste contingent geplaatst en ingeschreven zolang het contingent niet is bereikt. De inschrijving van leerlingen, die zich aandienen nadat het contingent waartoe ze behoren bereikt is, wordt uitgesteld. Deze leerlingen worden chronologisch genoteerd in het inschrijvingsregister als uitgesteld ingeschreven. Dit geldt evenwel niet voor de leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Als beide contingenten bereikt zijn nog vóór het afsluiten van een voorrangsperiode, dan wordt voor alle leerlingen die in het inschrijvingsregister vermeld staan als uitgesteld de inschrijving geweigerd. De uitgestelde inschrijving in het inschrijvingsregister wordt dan omgezet in een niet-gerealiseerde inschrijving. De ouders van de leerlingen die zo niet ingeschreven kunnen worden én ook de ouders van alle volgende leerlingen worden geweigerd en ontvangen een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving. Als bij het afsluiten van een voorrangsperiode het andere contingent nog niet bereikt is, dan worden de openstaande plaatsen opgevuld met leerlingen die in het inschrijvingsregister vermeld staan als uitgesteld. Dit gebeurt in overleg met de ouders en met respect voor de in het inschrijvingsregister opgenomen chronologie. De leerlingen die zo niet kunnen worden ingeschreven, worden geweigerd en de ouders ontvangen een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving. Een uitgestelde inschrijving zal dus steeds worden omgezet in een gerealiseerde of een nietgerealiseerde inschrijving. Dit zal desgevallend gebeuren na afloop van iedere voorrangsperiode DE VRIJE INSCHRIJVINGSPERIODE Na het afsluiten van de voorrangsperiodes start de vrije inschrijvingsperiode. Tijdens deze periode schrijven leerlingen zich in chronologische volgorde in. Voor een school gelegen buiten het Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 31

32 werkingsgebied van een LOP kan de vrije inschrijvingsperiode ook vóór de eerste schooldag van maart starten op voorwaarde dat de school geen enkele leerling weigert op basis van capaciteit. Tijdens de vrije inschrijvingsperiode zullen de leerlingen ook niet meer geordend worden in een van beide contingenten WEIGERINGEN Het recht op inschrijving heeft onvermijdelijk tot gevolg dat scholen leerlingen niet zomaar kunnen weigeren. Scholen die leerlingen weigeren, kunnen dit enkel op basis van een van de decretaal voorziene weigeringsgronden TOELATINGSVOORWAARDEN Een leerling die niet voldoet aan de toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden voor het onderwijsniveau, de studierichting en het leerjaar waarin hij/zij zich wil inschrijven, kan geweigerd worden. Dit wil echter niet zeggen dat de toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden al moeten vervuld zijn op het moment van de inschrijving. Aan de toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden moet pas voldaan zijn op de dag van de effectieve instap of op het ogenblik dat de toelatingsklassenraad een beslissing neemt. Bij verandering van studiekeuze in de loop van het schooljaar impliceert dit wel dat de leerling ook moet voldoen aan de overgangsvoorwaarden. Leerlingen die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden op de dag van de effectieve instap (of als de toelatingsklassenraad een negatieve beslissing neemt), kunnen worden geweigerd door de school. Een dergelijke leerling zal niet gefinancierd of gesubsidieerd worden door de overheid. Het schoolbestuur kan er wel voor opteren deze leerlingen als vrije leerling in te schrijven. Meer informatie over de toelatingsvoorwaarden vindt u in hoofdstuk 5 van deze cursus. Voor het buitengewoon onderwijs betekent dit onder meer dat een leerling die zich met een attest aandient voor een opleidingsvorm en een type van buitengewoon secundair onderwijs dat in de school georganiseerd wordt, moet ingeschreven worden (ook rekening houdend met de aanwezige opleidingen in OV3 en OV4). Een leerling met een attest mag niet geweigerd worden omdat de school zich richt op een specifieke doelgroep binnen het type ALTERNEREND SCHOOLLOPEN Wanneer leerlingen in de loop van het schooljaar afwisselend in- en uitgeschreven worden, en deze inschrijving tot doel heeft of er toe leidt dat de leerling afwisselend naar verschillende scholen zal gaan (bijvoorbeeld in het geval van een scheiding), moet een schoolbestuur deze inschrijving weigeren. De inschrijving zal geweigerd worden door de school die dit vaststelt. De Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 32

33 appreciatiebevoegdheid ligt bij de directie van de school. Het kind blijft dan ingeschreven in de voorgaande school. Dergelijke vormen van schoollopen zijn niet in het belang van het kind en dragen niet bij aan een succesvolle schoolloopbaan van de leerling CAPACITEIT Zoals reeds eerder (zie punt 3.2) in deze cursus uitgelegd, kan of moet het schoolbestuur voor bepaalde niveaus een capaciteit bepalen. Om een leerling wegens het bereiken van de capaciteit te weigeren, moet deze zijn vastgelegd voor de start van de inschrijvingen. Op het moment dat de vooropgestelde maximumcapaciteit overschreden wordt, moet het schoolbestuur elke bijkomende inschrijving weigeren. Wanneer een school een leerling weigert omwille van capaciteit, moet zij dit principe ook consequent toepassen. De school moet, in het geval van een klacht, via het inschrijvingsregister kunnen aantonen dat na de weigering van een leerling wegens capaciteit, er in dat niveau geen nieuwe leerlingen meer worden ingeschreven. Zoals in punt 3.2 aangehaald, kan de school de capaciteit wel steeds verhogen. In een beperkt aantal gevallen kan het schoolbestuur afwijken van de consequente toepassing van de weigering wegens capaciteit. Dan kan een school een leerling toch inschrijven, ook al is de vooropgestelde capaciteit reeds bereikt of overschreden. Deze afwijkingen zijn niet verplicht, ieder schoolbestuur bepaalt per individueel geval zelf of ze hier al dan niet gebruik van maakt. In de volgende gevallen kan de school de leerling toch inschrijven in overcapaciteit: - leerlingen in het secundair onderwijs die geplaatst zijn door de jeugdrechter of door een comité voor bijzondere jeugdzorg; - leerlingen in het secundair onderwijs die als (semi-)internen verblijven in een (semi-)internaat verbonden aan de school; - leerlingen in het secundair onderwijs die opgenomen zijn in een voorziening van residentiële opvang; - leerlingen die terugkeren naar hun school voor buitengewoon onderwijs waar ze in het lopende of het voorafgaande schooljaar ingeschreven waren, maar zich daarna in het kader van geïntegreerd onderwijs in een school voor gewoon secundair onderwijs inschreven. De bedoeling van deze maatregel is om schoolbesturen die een engagement aangingen t.a.v. de ouders dat hun kind zou kunnen terugkeren naar hun school als de integratie niet zou lukken, in staat te stellen om dit engagement ook na te komen; - kinderen van dezelfde leefentiteit, als de ouders deze kinderen wensen in te schrijven in hetzelfde capaciteitsniveau in het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs en slechts één van de kinderen Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 33

34 ingeschreven kan worden omwille van de capaciteit. Als er bijvoorbeeld 100 plaatsen zijn in 1A en de 100 ste en de 101 ste leerling zijn een tweeling, dan kan de directie toch beide kinderen inschrijven, ook al is de capaciteit bepaald op 100. Het bepalen van de capaciteit is niet verplicht in scholen van type 5. Scholen van type 5 zijn ook niet verplicht om een inschrijvingsregister bij te houden UITSLUITINGEN Een schoolbestuur kan de inschrijving weigeren in een school waar een leerling het lopende, het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar werd uitgeschreven als gevolg van definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel. Een dergelijke niet-gerealiseerde inschrijving kan eveneens in het geval de inschrijvingen doorlopen van de ene naar de andere school als dit opgenomen is in het schoolreglement van de betrokken scholen (zie hoger). Deze scholen worden dan wat het inschrijvingsrecht betreft als één geheel beschouwd. Scholen kunnen in sommige gevallen ook de inschrijving weigeren van leerlingen die als gevolg van een definitieve uitsluiting in de loop van het schooljaar van school veranderen. Deze mogelijkheid is bedoeld voor scholen waarvan de draagkracht onder druk komt te staan. Scholen kunnen deze weigeringsgrond echter enkel toepassen na overleg en goedkeuring binnen het lokaal overlegplatform (LOP). Deze weigeringen moeten gebeuren op basis van criteria die vooraf door het LOP zijn bepaald. Het LOP mag deze criteria vastleggen, maar moet ten minste rekening houden met de volgende elementen: het aantal leerlingen in de school dat aantikt op een van de GOK-indicatoren, het aantal reeds ingeschreven elders uitgesloten leerlingen en het aantal begeleidingsdossiers problematische afwezigheden binnen de school. Wanneer het LOP geen overeenstemming bereikt over deze criteria, kan geen enkele school binnen het werkingsgebied van het LOP deze weigeringsgrond inroepen. Ook scholen die niet in het werkingsgebied van een LOP liggen, kunnen geen elders uitgesloten leerlingen weigeren. Als de leerling omwille van draagkracht wordt geweigerd, zal het lokaal overlegplatform automatisch een bemiddelingstaak opnemen. Indien de school buiten het werkingsgebied van een LOP ligt, wordt de bemiddeling waargenomen door de voorzitter of deskundige van een bestaand overlegplatform en een onderwijsinspecteur, die allen door de Vlaamse Regering worden aangeduid. Concreet zal AgODi in dat geval de nodige stappen zetten om deze bemiddeling op gang te brengen LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN Vanaf 1 januari 2015 zijn nieuwe regels van kracht voor de inschrijving in het gewoon secundair onderwijs van leerlingen die beschikken over een verslag voor toegang tot buitengewoon onderwijs. De draagkrachtafweging wordt vervangen door een nieuwe regeling waarbij het begrip redelijkheid Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 34

35 van aanpassingen centraal staat. De nieuwe regelgeving maakt een onderscheid tussen een inschrijvingsrecht dat onverkort geldt en een inschrijvingsrecht onder ontbindende voorwaarde. Of de leerling al dan niet beschikt over een verslag voor toegang tot buitengewoon onderwijs of over een gemotiveerd verslag, is bepalend voor dit onderscheid. Er zijn, wat het inschrijvingsrecht betreft, verschillende mogelijkheden DE LEERLING HEEFT SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN MAAR HEEFT GÉÉN VERSLAG Het recht op inschrijving in een school of vestigingsplaats van keuze in het gewoon secundair onderwijs geldt onverkort voor leerlingen zonder verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs en die een gemeenschappelijk curriculum kunnen volgen, al of niet met toepassing van redelijke aanpassingen (remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen) DE LEERLING BESCHIKT OVER EEN GEMOTIVEERD VERSLAG OF IS GON-LEERLING GON-leerlingen zullen niet meer beschikken over een inschrijvingsverslag buitengewoon onderwijs maar wel over een gemotiveerd verslag. Het inschrijvingsrecht dat onverkort geldt is ook op hen van toepassing. Deze leerlingen kunnen m.a.w. niet geweigerd worden op basis van onredelijkheid van aanpassingen. Hetzelfde geldt voor GON-leerlingen met een inschrijvingsverslag INSCHRIJVINGSRECHT ONDER ONTBINDENDE VOORWAARDE VOOR LEERLINGEN MET EEN VERSLAG Het recht op inschrijving in een school of vestigingsplaats van keuze in het gewoon secundair onderwijs geldt evenzeer voor leerlingen met een verslag. Wanneer een dergelijke leerling de inschrijving vraagt, schrijft de school de leerling in onder ontbindende voorwaarde. De inschrijving onder ontbindende voorwaarde geeft het schoolbestuur de tijd om een overleg te organiseren met de klassenraad, de ouders en het CLB, waar een grondige afweging gemaakt wordt van de redelijkheid van de aanpassingen die nodig zijn. Van de ouders wordt verwacht om bij de inschrijving het verslag te vermelden. Als de ouders het verslag niet melden op het moment van de inschrijving, kan de school de ontbindende voorwaarde alsnog inroepen op het moment dat zij vaststelt dat er een verslag was op het moment van de inschrijving. Hetzelfde geldt voor een verslag dat wordt opgemaakt tussen het moment van de inschrijving en de effectieve instap in de school, en niet gemeld werd voor de instap. De school zet dan de inschrijving om in een inschrijving onder ontbindende voorwaarde op het moment dat ze kennis neemt van het bestaan van een verslag. Bij schoolverandering is de oude school verplicht een kopie van het verslag door te geven aan de Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 35

36 nieuwe school. Ook het CLB van de vorige school moet een kopie van het verslag doorgeven aan het CLB van de nieuwe school. Ouders kunnen hier zich niet tegen verzetten. In eerste instantie wordt de redelijkheid afgewogen van de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum in het gewoon onderwijs. Hierbij kan de school gebruik maken van de analyse die eerder al gebeurde bij de opmaak van het verslag dat voor de leerling werd afgeleverd. In het geval dat de school oordeelt dat de aanpassingen redelijk zijn om met de leerling toch binnen een gemeenschappelijk curriculum te kunnen werken, zijn de voorwaarden voor het verslag niet meer vervuld. Het CLB kan dan zelf het initiatief nemen of door de ouders of de school gevraagd worden om het verslag op te heffen. Als de school oordeelt dat de aanpassingen om de leerling te blijven meenemen in een gemeenschappelijk curriculum onredelijk zijn, dan moet de school een afweging van redelijke aanpassingen maken in kader van een individueel aangepast curriculum. Zij bekijkt dan of de leerling mits redelijke aanpassingen studievoortgang kan maken op basis van een individueel aangepast curriculum. Wanneer de school de aanpassingen redelijk acht (hetzij voor het gemeenschappelijk, hetzij voor een individueel aangepast currciculum), wordt de inschrijving onder ontbindende voorwaarde omgezet in een gerealiseerde inschrijving. De leerling is dan definitief ingeschreven. Wanneer de leerling het gemeenschappelijk currciculum volgt, zal hij aan het einde van het schooljaar in aanmerking komen voor reguliere studiebekrachtiging. Wanneer de leerling een individueel curriculum volgt, is dit niet meer de finaliteit en komt de leerling hier niet meer voor in aanmerking. Indien de school na het overleg de aanpassingen onredelijk acht, motiveert het schoolbestuur waarom de aanpassingen die nodig zijn, als onredelijk worden beoordeeld en de ouders ontvangen een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving. Ook het LOP wordt over de beslissing geïnformeerd. De inschrijving wordt ontbonden op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk 1 maand, vakantieperioden niet inbegrepen, na de kennisgeving van de bevestiging van de disproportionaliteit. Ouders kunnen een beroep doen op het CLB en bemiddeling door het LOP vragen. Ouders of andere belanghebbenden kunnen tegen de beslissing van het schoolbestuur ook rechtstreeks een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. De motivering van het schoolbestuur zal door de CLR worden onderzocht. De leerling blijft in die periode ingeschreven WIJZIGENDE NOOD AAN AANPASSINGEN TIJDENS DE SCHOOLLOOPBAAN IN HET GEWOON ONDERWIJS Tijdens de schoolloopbaan kan de nood aan aanpassingen voor een leerling wijzigen en kunnen er onderwijsbehoeften zijn waarvoor een verslag nodig is voor toegang tot buitengewoon onderwijs. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 36

37 Nadat zo n verslag ook effectief werd afgeleverd door het CLB, organiseert de school een overleg met de klassenraad 3, de ouders en het CLB over de aanpassingen die nodig zijn om de leerling studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum. De school kan op basis van dit overleg twee mogelijke beslissingen nemen: de leerling ingeschreven laten en studievoortgang laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum; de inschrijving van de leerling ontbinden. Een ontbinding van een inschrijving tijdens de schoolloopbaan op deze basis kan nooit uitwerking hebben in de loop van een schooljaar, maar slechts met het oog op een daaropvolgend schooljaar. Het schoolbestuur motiveert haar beslissing en de ouders ontvangen ook in deze situatie een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving. Ouders of andere belanghebbenden kunnen tegen de beslissing tot ontbinding van de inschrijving tijdens de schoolloopbaan door het schoolbestuur ook een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. De motivering van de ontbinding van de inschrijving tijdens de schoolloopbaan zal door de Commissie inzake Leerlingenrechten worden onderzocht. De leerling blijft in die periode ingeschreven. Met het verslag kunnen ouders echter ook de keuze maken om hun kind in te schrijven in een school voor buitengewoon secundair onderwijs, of in een andere school in het gewoon secundair onderwijs. Zij kunnen daar onmiddellijk toe beslissen of met het oog op een inschrijving voor het daaropvolgend schooljaar. Voor een leerling met een verslag die al een individueel aangepast curriculum volgt in het gewoon onderwijs en waarvan de nood aan aanpassingen tijdens de schoolloopbaan wijzigt, kan de school in overleg met het CLB, de ouders en de klassenraad- opnieuw de redelijkheid van aanpassingen afwegen. De school kan dit enkel doen als de noden effectief wijzigen en als de gewijzigde noden door het CLB in een gewijzigd verslag worden bevestigd. Het kan hierbij gaan om een wijziging van type/opleidingsvorm, maar ook om gewijzigde ondersteuningsnoden zonder wijziging van type/opleidingsvorm. Indien uit het overleg blijkt dat de aanpassingen die nodig zijn om een leerling verder studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum redelijk zijn, kan de leerling de schoolloopbaan verderzetten. Indien echter blijkt dat de aanpassingen onredelijk zijn, kan de inschrijving ontbonden worden met het oog op een daaropvolgend schooljaar. 3 De klassenraad bestaat in dat geval uit de directeur of een afgevaardigde van de directeur, die de klassenraad voorzit en minstens drie leden van het onderwijzend personeel die onderwijs verstrekken aan de leerling tijdens het schooljaar in kwestie. De klassenraad kan aangevuld worden met raadgevende leden, bijv. een personeelslid van de school die bij de psycho-sociale of pedagogische begeleiding van de leerling betrokken is. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 37

38 BEOORDELING VAN DE REDELIJKHEID VAN AANPASSINGEN Het recht op redelijke aanpassingen is verankerd VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, maar ook in het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid. Het weigeren van redelijke aanpassingen voor een persoon met een handicap wordt als een vorm van discriminatie beschouwd. Er is sprake van het weigeren van redelijke aanpassingen voor een persoon met een handicap, als aanpassingen die geen onevenredige belasting betekenen of waarvan de belasting in voldoende mate door bestaande maatregelen wordt gecompenseerd, worden geweigerd. Elke concrete maatregel van materiële of immateriële aard die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseert, wordt als een maatregel beschouwd. Scholen moeten binnen de grenzen van de redelijkheid in aanpassingen voorzien, zodat ook personen met een handicap van gelijke kansen kunnen genieten. De beoordeling of een concrete maatregel als een redelijke aanpassing kan worden beschouwd, wordt aan volgende overwegingen getoetst: is de maatregel in kwestie doeltreffend, zodat de persoon met een handicap daadwerkelijk kan participeren? Dit betekent niet dat een maatregel enkel redelijk is als die er toe leidt dat de participatie volledig gerealiseerd kan worden. Dat een maatregel slechts een gedeeltelijke oplossing biedt, is dus op zich geen voldoende reden om deze te weigeren; wordt de beperkende invloed van de onaangepaste omgeving op de participatie van de persoon door de maatregel geneutraliseerd? maakt de maatregel een evenwaardige participatie van de persoon met een handicap mogelijk? zorgt de maatregel ervoor dat de persoon met een handicap zelfstandig kan participeren? waarborgt de maatregel de veiligheid van de persoon met een handicap? De redelijkheid van aanpassingen moet steeds in de praktijk en per individuele situatie afgewogen worden. Redelijke aanpassingen kunnen verschillen, bijv. naargelang het onderwijsniveau of het gevolgde curriculum (gemeenschappelijk dan wel individueel aangepast). De aanpassing zelf vertrekt vanuit de persoonlijke situatie van de leerling. Een redelijke aanpassing wordt uitgewerkt op maat van elke leerling en hangt af van de onderwijsbehoefte van de leerling en de specifieke context. Uiteraard gebeurt dit met actieve betrokkenheid van alle participanten: leerling, ouders, schoolteam en CLB. Er is geen termijn bepaald waarbinnen de afweging van redelijkheid van aanpassingen moet gebeuren. Het verdient aanbeveling om een passende termijn te respecteren en de termijn niet te laten aanslepen. In geval van een beslissing tot onredelijkheid moeten ouders nog de tijd hebben om andere oplossingen te zoeken. Of een aanpassing de grenzen van de redelijkheid overschrijdt, moet steeds in de praktijk én in Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 38

39 individuele situaties afgewogen worden. Als criteria gelden: de financiële impact van de aanpassing, waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke tegemoetkomingen en de financiële draagkracht van degene op wie de aanpassingsplicht rust. de organisatorische impact van de aanpassing; de te verwachten frequentie en duur van het gebruik van de aanpassing door een of meer personen met een handicap. Dit betekent dat naarmate een persoon frequenter en langduriger van een aanpassing gebruikmaakt, ze sneller als redelijk dient beschouwd te worden; de mate waarin een persoon met een handicap door de aanpassing daadwerkelijk kan participeren; de impact van de aanpassing op de veiligheid en gebruiksmogelijkheden voor andere gebruikers; het ontbreken van een alternatief: een aanpassing zal sneller als redelijk beschouwd worden, als evenwaardige alternatieven ontbreken. Een aanpassing die een onevenredig zware belasting meebrengt, moet niet worden aangeboden. Dit betekent echter niet dat in een dergelijke situatie in het geheel geen aanpassingen moeten worden geboden. Men zal op zoek moeten gaan naar een aanpassing die zo efficiënt mogelijk helpt bij het verwijderen van de hindernissen, maar die niet leidt tot een onevenredige belasting. Pas wanneer dat niet leidt tot het vinden van redelijke aanpassingen, kan tot disproportionaliteit besloten worden. Het gebruik van een assistentiehond valt buiten de overwegingen die een school kan maken rond de redelijkheid van een aanpassing. Een school kan in algemene regel de aanwezigheid van een assistentiehond niet verbieden WEIGERINGSPROCEDURE Wanneer een schoolbestuur een leerling weigert, moet zij haar beslissing binnen de 4 kalenderdagen motiveren en meedelen aan de ouders en aan de voorzitter van het LOP. De motivering gebeurt volgens een opgelegd model Mededeling van een niet-gerealiseerde inschrijving. De modellen voor binnen en buiten het werkingsgebied van een LOP zijn als bijlage bij de omzendbrief SO 2012/01 gevoegd. De termijn van vier kalenderdagen gaat in op het ogenblik dat het schoolbestuur de beslissing tot niet-gerealiseerde inschrijving heeft genomen. De motivering van een niet-gerealiseerde inschrijving bevat naast de juridische grond (d.w.z. de verwijzing naar de regelgeving) en de feitelijke grond (de situatie in de school) eveneens de datum en het uur van de inschrijving zoals in het inschrijvingsregister genoteerd werd (zie 7). In geval van een niet-gerealiseerde inschrijving op basis van capaciteit vermeldt de motivering eveneens op welke plaats onder de geweigerde leerlingen de leerling staat in het inschrijvingsregister. Daarnaast zal ze de ouders melden dat ze voor informatie of bemiddeling een beroep kunnen doen op het lokaal overlegplatform en dat ze een klacht kunnen indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten (en hun contactgegevens). Wanneer de ouders hierom vragen, hebben zij recht op een toelichting bij de beslissing en de motivatie van het schoolbestuur. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 39

40 Het meedelen van de niet-gerealiseerde inschrijving gebeurt bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs naar de ouders en volgens afspraak naar de LOP-voorzitter. Als de school niet in het werkingsgebied van een lokaal overlegplatform ligt, moet de motivering worden gestuurd naar Peter Bex, Agentschap voor Onderwijsdiensten, Scholen Secundair Onderwijs en DKO, lokaal 2A25, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel BEMIDDELING Binnen het werkingsgebied van een LOP start het LOP, tenzij de ouders uitdrukkelijk geen gebruik wensen te maken van deze bemiddeling, bij een niet-gerealiseerde inschrijving op basis van een definitieve uitsluiting in een andere school, automatisch een bemiddeling om zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor de geweigerde leerling. Deze bemiddeling richt zich in de eerste plaats op de relatie tussen de ouders en de weigerende school om alsnog tot een consensus te komen. Wanneer de ouders geen inschrijving in deze school meer vragen, spitst de bemiddeling zich toe op het realiseren van een inschrijving in een andere school naar de keuze van de ouders. Bij weigeringen op basis van andere redenen start het LOP alleen een bemiddeling wanneer de ouders er uitdrukkelijk om vragen. Het LOP bemiddelt voor een termijn van 10 schooldagen. De termijn om klacht in te dienen bij de commissie inzake Leerlingenrechten wordt tijdens de bemiddeling opgeschort. De werkwijze buiten het werkingsgebied van een LOP verloopt analoog aan deze binnen het werkingsgebied van een LOP. De bemiddelingstaak wordt dan opgenomen door een provinciale bemiddelingscel, die bestaat uit een LOP-deskundige en een onderwijsinspecteur AANMELDINGSPROCEDURE Aanmelden is het kenbaar maken van een intentie tot inschrijven voor een bepaald schooljaar in één of meerdere scholen of vestigingsplaatsen waarbij een volgorde in keuze wordt aangegeven. Aanmelden kan enkel voor het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs en voor het buitengewoon secundair onderwijs. Dit kan zowel binnen als buiten het werkingsgebied van een LOP. Een aanmeldingsprocedure kan worden ingesteld in functie van het optimaliseren van het inschrijvingsproces of in functie van het streven naar een evenredige verdeling van indicator- en nietindicatorleerlingen. In het geval van een (dreigend) capaciteitstekort zal het instellen van een aanmeldingsprocedure geen oplossing bieden voor het tekort zelf maar zal het wel aan de leerlingen en ouders meer rechtszekerheid en transparantie bieden. Een schoolbestuur kan er ook kampeertoestanden en fysieke wachtrijen mee vermijden. Ook zonder een (dreigend) capaciteitstekort kan een aanmeldingsprocedure de school toelaten om tijdens de inschrijving meer tijd te besteden aan het informeren van de ouders en de leerling over de werking van de school, het pedagogisch project en het schoolreglement. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 40

41 In principe kiest een LOP of een schoolbestuur er vrijwillig voor om al dan niet te werken met een aanmeldingsprocedure. In geval van manifeste capaciteitsproblemen kan de overheid een schoolbestuur verplichten een aanmeldingsprocedure in te stellen. Voor het eerste leerjaar van de eerste graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs is van deze mogelijkheid nog geen gebruik gemaakt. Voor het gewoon basisonderwijs geldt een verplichting voor de steden Antwerpen, Brussel en Gent. Voor scholen gelegen binnen het werkingsgebied van een LOP komt een aanmeldingsprocedure tot stand binnen het LOP op initiatief van een schoolbestuur, meerdere schoolbesturen samen of het LOP zelf. Het voorstel van aanmeldingsprocedure moet bij dubbele meerderheid worden goedgekeurd door het LOP. Voor scholen gelegen in gemeenten buiten het werkingsgebied van een LOP komt een aanmeldingsprocedure tot stand op initiatief van een schoolbestuur of meerdere schoolbesturen samen. Het installeren van een aanmeldingsprocedure wordt door het betrokken schoolbestuur of de betrokken schoolbesturen samen ter kennisgeving meegedeeld aan de schoolbesturen van de andere scholen gelegen binnen die gemeente. Scholen gelegen in gemeenten buiten het werkingsgebied van een LOP maar grenzend aan het werkingsgebied van een LOP kunnen er voor kiezen om aan te sluiten bij de aanmeldingsprocedure van dat LOP. Het voorstel van aanmeldingsprocedure moet vooraf ter toetsing worden voorgelegd aan de Commissie inzake Leerlingenrechten. Hiervoor bereidt de initiatiefnemer een voorstel van aanmeldingsprocedure voor (dit gebeurt liefst aan de hand van een model dat beschikbaar is gesteld op de website van de commissie inzake Leerlingenrechten). Meer informatie over de procedure die moet gevolgd worden bij het voorleggen van een aanmeldingsprocedure vindt u in omzendbrief SO 2012/01. De aanmeldingsperiode voor de inschrijvingen voor een bepaald schooljaar kan ten vroegste starten op de eerste schooldag na de kerstvakantie van het voorafgaand schooljaar. De aanmeldingsperiode kan bestaan uit meerdere deelperiodes voor de leerlingen die behoren tot de voorrangsgroepen. Twee of meerdere deelperioden kunnen tegelijk plaatsvinden en er is geen minimumduur voor een deelperiode bepaald. Uiteraard moeten de rechten van de betrokken voorrangsgroep steeds gegarandeerd worden. Voorafgaand en tijdens de aanmeldingsperiode kunnen geen inschrijvingen gebeuren. Dit kan enkel wanneer de school ervoor kiest om leerlingen van de voorrangsgroepen (leerlingen van dezelfde leefentiteit, kinderen van personeelsleden, leerlingen van dezelfde campus (indien van toepassing en nooit in Brussel) vooraf in te schrijven (ten vroegste op de eerste schooldag na de kerstvakantie). Wanneer de school hiervoor kiest, kan zij geen enkele van de betrokken leerlingen weigeren wegens het bereiken van de capaciteit. De inschrijvingen na de aanmeldingen kunnen ten vroegste starten op de eerste schooldag van maart van het voorafgaande schooljaar. Als de aanmeldingsperiode uit meerdere deelperiodes bestaat, dan mogen de betrokken leerlingen na elke deelperiode ingeschreven worden, maar de inschrijvingen na Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 41

42 de laatste deelperiode kunnen niet vroeger dan de eerste schooldag van maart van het voorafgaande schooljaar. Op het einde van een aanmeldingsperiode of een deelperiode ordent het schoolbestuur of mits akkoord van de betrokken schoolbesturen het LOP, voor zijn school of voor elk van zijn scholen alle aangemelde leerlingen volgens de bij decreet toegestane ordeningscriteria. Tenzij de leerlingen uit de voorrangsgroepen vooraf worden ingeschreven (zie hierboven) worden de leerlingen geordend volgens de vastgelegde volgorde van de voorrangscategorieën (zie hierboven). Hierna worden de leerlingen geordend aan de hand van één of een combinatie van volgende ordeningscriteria: - de chronologie van aanmelding, met uitsluiting van fysieke aanmelding; - toeval (enkel in combinatie met een van de twee andere criteria); - de plaats van de school of vestigingsplaats binnen de rangorde in keuze gemaakt door de ouders of de leerling (enkel in combinatie met een van de twee andere criteria). Wanneer er van een aanmeldingsprocedure wordt gebruik gemaakt, hanteert het schoolbestuur een aanmeldingsregister. Het aanmeldingsregister bevat de rangschikking van alle aangemelde leerlingen op basis van de ordeningscriteria. Op basis van deze rangschikking krijgen alle aangemelde leerlingen een gunstige of een niet-gunstige rangschikking. Indien de ouders tussen meerdere scholen konden kiezen, wordt de aangemelde leerling toegewezen aan de school of vestigingsplaats van de hoogste keuze van de ouders en/of de leerling. Deze leerling wordt vervolgens verwijderd uit het aanmeldingsregister van elke school of vestigingsplaats waarvoor de ouders of de leerling een lagere keuze maakten. De vrijgekomen plaatsen in de aanmeldingsregisters worden ingenomen door de eerstvolgend gerangschikte leerlingen die, voor zover mogelijk, beantwoorden aan dezelfde combinatie van ordeningscriteria. Het innemen van vrijgekomen plaatsen in het aanmeldingsregister wordt herhaald tot dat er geen toewijzingen meer mogelijk zijn. De aangemelde leerling en zijn ouders ontvangen binnen vier werkdagen na de definitieve toewijzing van het schoolbestuur of het LOP schriftelijk of via elektronische drager (vb. , sms ) melding over de school of vestigingsplaats waaraan de aangemelde leerling is toegewezen en over de periode waarbinnen de ouders de aangemelde leerling kunnen inschrijven. Die periode duurt minimaal vijftien schooldagen. Aan de aangemelde leerling en zijn ouders wordt ook meegedeeld welke plaats de aangemelde leerling inneemt bij de niet-toegewezen leerlingen in het aanmeldingsregister van elke school of vestigingsplaats waarvoor de aangemelde leerling of zijn ouders een hogere keuze maakten. Als de aangemelde leerling en zijn ouders binnen de periode van minimaal vijftien schooldagen geen gebruik maken van de mogelijkheid tot inschrijving, dan vervalt het recht op inschrijving dat ze via de aanmeldingsprocedure hebben verworven. Blijkt bij de inschrijving dat de leerling niet voldoet aan de door de ouders opgegeven informatie over de ordeningscriteria (inclusief de indicatoren) die Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 42

43 aanleiding gaven tot de gunstige rangschikking en toewijzing, dan vervalt het recht op inschrijving dat ze via de aanmeldingsprocedure hebben verworven. Plaatsen van leerlingen wiens recht op inschrijving komt te vervallen, worden opnieuw ingenomen door de eerstvolgende gerangschikte leerlingen die, voor zover mogelijk, beantwoorden aan dezelfde combinatie van ordeningscriteria. Deze leerlingen en hun ouders krijgen binnen vier werkdagen na de nodige vaststellingen door het schoolbestuur of het LOP schriftelijk of via elektronische drager (vb. , sms ) melding dat de aangemelde leerling alsnog is toegewezen. Deze melding bevat informatie over de periode waarbinnen de ouders de aangemelde leerling kunnen inschrijven. Die periode duurt minimaal vijf schooldagen. Een aangemelde leerling en zijn ouders die in geen enkele school of vestigingsplaats een gunstige rangschikking heeft gekregen, ontvangen binnen vier werkdagen, van het schoolbestuur of het LOP schriftelijk of via elektronische drager (vb. per , sms ) een melding van niet-gunstige rangschikking per gekozen school of vestigingsplaats. Aan de aangemelde leerling en zijn ouders wordt ook meegedeeld welke plaats de leerling inneemt in het aanmeldingsregister van elke gekozen school of vestigingsplaats. Deze melding van niet-gunstige rangschikking leidt tot een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving. De wijze waarop de aangemelde leerling en zijn ouders de mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving ontvangen, verloopt volgens de afspraken gemaakt in het kader van de aanmeldingsprocedure LOP Verspreid over Vlaanderen zijn er momenteel 70 lokale overlegplatforms (LOP s) in werking. Een LOP werkt in één gemeente of in een regio (= meerdere gemeentes samen). Er zijn LOP s voor het basisonderwijs en LOP s voor het secundair onderwijs. Via deze link vindt u de gegevens van de LOPdeskundigen: - In het LOP zitten niet alleen alle directies en inrichtende machten van scholen en centra voor leerlingenbegeleiding, maar ook vertegenwoordigers van het schoolpersoneel, ouders en leerlingen, lokale socio-culturele en economische organisaties, organisaties van allochtonen en armen, integratiecentra, onthaalbureaus voor nieuwkomers, schoolopbouwwerk. - Het LOP heeft naast een onderzoeks- en adviesopdracht ook een bemiddelende en ondersteunende opdracht in de realisatie van het inschrijvingsrecht. In elk LOP is er een bemiddelingscel die kan helpen als een school een kind wil weigeren. - Als er in uw gemeente geen LOP is, dan kan u rechtstreeks contact opnemen met AgODi COMMISSIE LEERLINGENRECHTEN Zoals hierboven al toegelicht, kunnen scholen slechts in een beperkt aantal gevallen leerlingen weigeren. Om dit inschrijvingsrecht reëel te maken, is er een rechtsbescherming voor ouders en leerlingen. In eerste instantie speelt het LOP hierin een rol, dat een bemiddelingsbevoegdheid heeft (zie hierboven). Bij klachten over weigeringen of ontbindingen van inschrijvingen wegens Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 43

44 onredelijkheid van aanpassingen kunnen ouders en leerlingen terecht bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. De Commissie inzake leerlingenrechten heeft drie concrete taken. Ten eerste kunnen ouders bij deze commissie terecht indien ze een weigering tot inschrijving of de ontbinding van inschrijving wegens onredelijkheid van aanpassingen van hun kind betwisten en een klacht willen indienen. De leden van de commissie zullen zich op dat ogenblik buigen over het dossier en een eindoordeel uitspreken. Ten tweede zal de Commissie inzake leerlingenrechten een oordeel vellen in weigeringsdossiers die eerst geleid hebben tot een automatische bemiddeling door het LOP, maar waarbij het LOP er niet in geslaagd is een oplossing te vinden. Ten derde is de commissie bevoegd om voorstellen tot aanmeldingsprocedures vooraf aan een toetsing te onderwerpen. Bij een klacht nodigt de commissie de school en de ouders uit op de zitting, waar zij beiden hun versie van de feiten kunnen toelichten. In sommige gevallen kan de commissie om bijkomende onderzoeksmaatregelen vragen. Hiervoor kan zij beroep doen op de onderwijsinspectie of de verificatiediensten. De commissie oordeelt binnen een termijn van 21 dagen, die start de dag na die van betekening of van poststempel van de schriftelijke klacht. Als de commissie de weigeringsbeslissing gegrond acht, schrijven de ouders de leerling in een andere school in. De ouders kunnen bij de zoektocht naar een andere school worden bijgestaan door het LOP en door de CLB s die deel uitmaken van het LOP. Als de commissie de weigeringsbeslissing ongegrond acht, kan de leerling zijn recht op inschrijving in de school van keuze laten gelden. Het oordeel van de Commissie inzake Leerlingenrechten wordt uiterlijk binnen 7 werkdagen bij aangetekend schrijven verstuurd naar de betrokkenen (ouders en school) en de voorzitter van het LOP. Als de school niet gelegen is in het werkingsgebied van een LOP, dan wordt het oordeel verstuurd naar de betrokkenen en AgODi. Hoofdstuk: Het inschrijvingsrecht 44

45 5. TOELATINGS- EN BEHOUDSVOORWAARDEN 5.1. ALGEMEEN De wetgeving over toelatingsvoorwaarden vindt u in de Codex Secundair Onderwijs artikels Informatie over de toelatingsvoorwaarden in OV 3 staat in de Omzendbrief SO/2011/03/BuSO van 15/08/2011 en in het Besluit van de Vlaamse Regering van 06/12/ REGELMATIG INGESCHREVEN LEERLING Regelmatig ingeschreven leerlingen zijn leerlingen die beantwoorden aan de toelatingsvoorwaarden en, waar het voorzien is, aan de overgangsvoorwaarden, m.a.w. aan de bepalingen van artikels 291 tot 295 van de codex secundair onderwijs. Een leerling kan slechts regelmatig ingeschreven worden in het type en de opleidingsvorm zoals vermeld staat in het verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs TOELATINGSVOORWAARDEN TOT HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS LEEFTIJD Leerlingen kunnen tot het buitengewoon secundair onderwijs toegelaten worden vanaf 1 september van het jaar waarin ze 13 jaar worden of, op basis van een gemotiveerd advies van het CLB dat bij het verslag gevoegd wordt, vanaf 1 september van het jaar waarin ze 12 jaar worden of als ze reeds beschikken over een getuigschrift basisonderwijs. Het gemotiveerd advies van het CLB voor 12-jarigen wordt opgenomen in het verslag, niet in bijlage VERSLAG VOOR TOEGANG TOT HET BUITENGEWOON ONDERWIJS VERSLAG Vanaf 1/1/2015 is voor inschrijvingen in het buitengewoon secundair onderwijs voor het schooljaar en de schooljaren nadien een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs, verder in deze tekst verslag genoemd, vereist. Voor leerlingen die tijdens het schooljaar of daarvoor ingeschreven waren in een school voor buitengewoon onderwijs met een oud inschrijvingsverslag moet er een verslag worden opgesteld Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 45

46 in volgende gevallen: - Bij de overstap van (buitengewoon) basisonderwijs naar het buitengewoon secundair onderwijs - Bij verandering van type en/of opleidingsvorm - Bij de overstap van het gewoon naar het buitengewoon onderwijs - Bij de overstap van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs Daarnaast moet steeds een verslag opgesteld worden voor leerlingen die eerder met GON het gewoon onderwijs volgen - met een oud inschrijvingsverslag of met een gemotiveerd verslag - en die de overstap zullen maken naar het buitengewoon onderwijs. Het verslag bestaat uit een attest en een protocol ter verantwoording. In het attest is opgenomen: 1 de identificatiegegevens van de leerling: voornaam, achternaam, geboortedatum en adres, 2 de identificatiegegevens van de ouders: voornaam, achternaam en adres 3 de identificatiegegevens van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) dat het attest bij de eerste attestering heeft afgeleverd: naam, adres en instellingsnummer, en voor- en achternaam van de directeur; 4 het type en de opleidingsvorm voor buitengewoon secundair onderwijs bij de eerste attestering (dit kan ook een type zijn van buitengewoon basisonderwijs), met vermelding van de datum van de ondertekening van het attest, de ingangsdatum van het attest en de handtekening van de directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB); 5 het type en de opleidingsvorm voor buitengewoon secundair onderwijs, bij elk van de daaropvolgende attestwijziging, telkens met de vermelding van: - De identificatiegegeven van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), indien dat een ander CLB is dan hetgeen vermeld is in 3 ; - De datum van ondertekening van de attestwijziging; - De ingangsdatum van de attestwijziging ; - De handtekening van de directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). 6 de extern bekomen classificerende diagnose (door vermelding van het opsommingsnummer of - letter van het desbetreffende criterium of criteria in artikel 259, 1, 3, 4, 6, 7 of 8 ) in geval van een attest voor type 3, 4, 6, 7 of 9. In het protocol is opgenomen: 1 voor een inschrijving in opleidingsvorm 1, 2 of 3: Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 46

47 a) dat de fasen van het zorgcontinuüm voor de betreffende leerling werden doorlopen, tenzij de school in uitzonderlijke omstandigheden kan motiveren dat het doorlopen van een bepaalde fase niet relevant is; b) dat met toepassing van de principes van handelingsgericht werken de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen die nodig zijn om de leerling binnen een gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen, ofwel disproportioneel, ofwel onvoldoende zijn; c) dat de onderwijsbehoeften van de leerling werden omschreven met toepassing van een classificatiesysteem dat wetenschappelijk onderbouwd is en gebaseerd is op een interactionele visie en een sociaal model van handicap; d) dat de onderwijsbehoeften van de leerling niet louter toe te schrijven zijn aan een gelijkekansenindicator van de leerling; e) welk type en welke opleidingsvorm voor de leerling van toepassing is. 2 voor een inschrijving in opleidingsvorm 4, met uitzondering van type 5: a) dat de fasen van het zorgcontinuüm voor de betreffende leerling werden doorlopen, tenzij de school in uitzonderlijke omstandigheden kan motiveren dat het doorlopen van een bepaalde fase niet relevant is; b) dat met toepassing van de principes van handelingsgericht werken de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, die nodig zijn om de leerling binnen een gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen binnen de context van een gewone school disproportioneel zijn; c) dat de inzet van paramedisch, sociaal, medisch, psychologisch of orthopedagogisch personeel in een gespecialiseerde onderwijsomgeving noodzakelijk is om de onderwijsdoelen te bereiken; d) dat de onderwijsbehoeften van de leerling werden omschreven met toepassing van een classificatiesysteem dat wetenschappelijk onderbouwd is en gebaseerd is op een interactionele visie en een sociaal model van handicap; e) dat de onderwijsbehoeften van de leerling niet louter toe te schrijven zijn aan een gelijkekansenindicator van de leerling; f) welk type voor de leerling van toepassing is. 3 voor een leerling die overgaat van het buitengewoon basisonderwijs naar het buitengewoon secundair onderwijs of die voor het eerst naar school gaat en wil starten in het buitengewoon secundair onderwijs moet in afwijking van 1, a) en b), en 2, a) en b), worden aangetoond dat de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, disproportioneel of onvoldoende zullen zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum in een school voor gewoon onderwijs. Een leerling kan alleen buitengewoon secundair onderwijs volgen van de opleidingsvorm en van het type waarnaar hij in het verslag georiënteerd wordt. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 47

48 Het verslag wordt dus opgesteld door een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Vanaf 01/09/2014 kunnen de zogenaamde "gemachtigde instanties" geen inschrijvingsverslagen meer afleveren die toegang verlenen tot het buitengewoon en het geïntegreerd onderwijs. Voor meer informatie zie omzendbrief CLB/2014/01. Het verslag wordt bezorgd aan de ouders. Voor de types 3, 4, 6, 7 en 9 is er daarenboven een medisch (voor type 4, 6 en 7) of multidisciplinair (voor type 3 en 9) onderzoek nodig uitgevoerd door een geneesheer-specialist. In geval van een effectieve inschrijving in een school voor buitengewoon onderwijs is het verslag bestemd voor de directeur van de onderwijsinstelling, ter staving van de inschrijving en wordt het toegevoegd aan het leerlingendossier op school. Als de leerling de school voor buitengewoon onderwijs verlaat, wordt het verslag aan de ouders terugbezorgd. Bij wijze van uitzondering is een attestwijziging met ingangsdatum in de loop van het schooljaar wel mogelijk als de attestwijziging wordt doorgevoerd om één van de hieronder vermelde redenen en nadat een handelingsgericht diagnostisch traject is doorlopen: 1)een verhuizing van woonplaats van de leerling, die gepaard gaat met het vinden van een meer passend onderwijsaanbod; 2)een schoolverandering op initiatief van de ouders, waarbij een overschakeling naar het type basisaanbod of type 9, dit laatste eventueel met inbegrip van een overschakeling naar een andere opleidingsvorm, nodig is; 3) na een verblijf in een residentiële setting om medische of psychiatrische redenen of door een plaatsing, waarbij de onderwijsbehoeften zo gewijzigd zijn dat het CLB-team in afstemming met alle partners bepaalt dat een wijziging van type of opleidingsvorm noodzakelijk is; 4)de noodzaak aan opname in een residentiële setting (Multifunctionele Centra (MFC), de internaten bij de scholen van het buitengewoon onderwijs van het GO!, de internaten met permanente openstelling (IPO)),of door een plaatsing, waarbij de onderwijsbehoeften zo gewijzigd zijn dat het CLB-team in afstemming met alle partners bepaalt dat een wijziging van type of opleidingsvorm of onderwijsniveau noodzakelijk is; De beoordeling van deze uitzonderingsmaatregelen behoort tot de autonomie van het CLB. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 48

49 OPMAAK VAN EEN NIEUW VERSLAG BIJ OPLEIDINGSVORM 3, TYPE BASISAANBOD NA DE OPLEIDINGSFASE OF OPHEFFING VAN HET VERSLAG OPLEIDINGSVORM 3, TYPE BASISAANBOD NA DE OPLEIDINGSFASE Een inschrijving in het type basisaanbod is maximaal geldig tot het einde van de opleidingsfase. Op dit moment volgt een evaluatie door de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding en zijn er twee mogelijkheden. - Mogelijkheid 1: de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding beslissen op basis van deze evaluatie dat de aanpassingen, waaronder het inzetten van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen ofwel disproportioneel, ofwel onvoldoende zullen zijn om de leerling een gemeenschappelijk curriculum te laten volgen in een school voor gewoon onderwijs en een verder verblijf in het basisaanbod nodig is. Dit bevestigt het centrum voor leerlingenbegeleiding door de opmaak van een nieuw verslag. Dit nieuwe verslag biedt twee opties: - een verlengde inschrijving in het buitengewoon secundair onderwijs tot het einde van de kwalificatiefase alsook de inschrijving nadien in de facultatieve integratiefase/abo; - een inschrijving onder ontbindende voorwaarde in het gewoon onderwijs. In het gewoon onderwijs wordt dan studievoortgang gemaakt op basis van een individueel aangepast curriculum. - Mogelijkheid 2: de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding beslissen op basis van de evaluatie dat de aanpassingen, waaronder het inzetten van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen proportioneel of voldoende zullen zijn om de leerling een gemeenschappelijk curriculum te laten volgen in een school voor gewoon onderwijs, dan: 1 ondersteunen de school voor buitengewoon onderwijs en het centrum voor leerlingenbegeleiding de ouders bij het vinden van een school voor gewoon onderwijs waar de leerling kan ingeschreven worden; 2 maken de betrokken scholen, de centra voor leerlingenbegeleiding en de ouders afspraken in functie van een vlotte overgang van de leerling van de school voor buitengewoon onderwijs naar de school voor gewoon onderwijs; 3 ontvangt de leerling een studiebekrachtiging van de klassenraad van de school voor buitengewoon secundair onderwijs. (zie ook onder punt 13.8.); 4 wordt het verslag van deze leerling opgeheven door het CLB (zie ook onder punt ) OPHEFFEN VAN HET VERSLAG Het centrum voor leerlingenbegeleiding kan op eigen initiatief, op vraag van de ouders of op vraag van de school het verslag opheffen, onder bepaalde voorwaarden. Het gaat over de voorwaarden waarbij een leerling met redelijke aanpassingen opnieuw binnen het gemeenschappelijk curriculum meegenomen kan worden of dat de onderwijsbehoeften niet meer van die aard zijn dat een verslag vereist blijft en de gewone school via maatregelen in basiszorg, verhoogde zorg of uitbreiding van zorg de ondersteuning aan de leerling kan geven. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 49

50 Bij opheffing van het verslag kan een leerling niet langer ingeschreven worden als regelmatige leerling in het buitengewoon onderwijs. Wanneer een leerling die in het buitengewoon onderwijs is ingeschreven, overgaat naar het gewoon onderwijs met GON en dus een gemotiveerd verslag krijgt, vervalt het verslag buitengewoon onderwijs automatisch ONENIGHEID OVER HET VERSLAG: VLAAMSE BEMIDDELINGSCOMMISSIE De Vlaamse Bemiddelingscommissie bemiddelt op verzoek van ouders, het CLB of de school als zij het oneens zijn over de noodzaak of de inhoud van een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs. Een bemiddelingsverzoek is ontvankelijk na de fase 'uitbreiding van zorg' van het zorgcontinuüm. Dat is de fase waarin het CLB een actieve rol krijgt en onderzoekt wat de leerling, de leraren en de ouders kunnen doen en welke ondersteuning zij nodig hebben. Het CLB regelt extra hulp als dat nodig is. Als ouders bemiddeling aanvragen, moet eerst de klachtenprocedure van het CLB doorlopen zijn voor een bemiddelingsgesprek kan plaatsvinden. Die klachtenprocedure vind je op de website van het betrokken CLB. De voorzitter van de commissie is een door de Federale Bemiddelingscommissie erkend bemiddelaar. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris van het Agentschap voor Onderwijsdiensten. De commissieleden zijn vertegenwoordigers van: - De representatieve organisaties van de CLB s - De representatieve verenigingen van inrichtende machten (schoolbesturen), of het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap - Ouderverenigingen Meer informatie over de bemiddelingscommissie is terug te vinden op ATTEST TYPE 5 Voor leerlingen die onderwijs van het type 5 volgen is een attest nodig dat afgeleverd wordt door behandelende geneesheer van de medische of psychiatrische voorziening, van het preventorium. Het attest voor toelating tot buitengewoon onderwijs type 5 bevat de volgende elementen: 1 de identificatiegegevens van de leerling: voornaam, achternaam, geboortedatum, adres; 2 de identificatiegegevens van de ouders: voornaam, achternaam en adres; 3 de identificatiegegevens van de school voor gewoon of buitengewoon onderwijs waar de leerling ingeschreven is: naam, adres en instellingsnummer, met inbegrip van het studieaanbod dat de leerling er volgt; Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 50

51 4 de identificatiegegevens van de voorziening waar onderwijs van type 5 aangeboden wordt: naam, adres en instellingsnummer, en voor- en achternaam van de behandelende geneesheer van de medische of psychiatrische voorziening, van het preventorium of van de directeur van de residentiële setting; 5 de datum van de ondertekening van het attest, de ingangsdatum van het attest en de handtekening van de behandelende geneesheer of directeur, vermeld in punt 4 ; 6 de motivering waarom: a) de medische, psychiatrische of residentiële opvang of begeleiding niet toelaat dat het kind of de jongere voltijds in een school voor gewoon of buitengewoon onderwijs de lessen kan volgen; b) de jongere behoefte heeft aan een individueel of geïndividualiseerd aanbod dat in een residentiële omgeving verstrekt moet worden. Het attest type 5 is bestemd voor de directeur van de onderwijsinstelling van type 5, ter staving van de inschrijving. Dit wordt aan het leerlingendossier toegevoegd. Als de leerling opnieuw alle onderwijsactiviteiten in een school voor gewoon of buitengewoon onderwijs kan volgen, vervalt het attest voor toelating tot buitengewoon onderwijs type 5. De type 5 leerling in de ziekenhuisschool blijft ook beschouwd als regelmatige leerling in zijn oorspronkelijke school (van het voltijds gewoon secundair onderwijs of het deeltijds beroepssecundair onderwijs of van het buitengewoon secundair onderwijs). Hij/zij is daarenboven ook regelmatige leerling: ofwel in de type 5 school bij het ziekenhuisschool of bij de residentiele setting, voor periodes van minimum vijf al dan niet opeenvolgende dagen waarin hij per dag gemiddeld ten minste één lestijd onderwijs krijgt; ofwel in de type 5 school bij het preventorium SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR LEERLINGEN UIT EEN ONDERWIJSSYSTEEM DAT NIET VALT ONDER DE VLAAMSE REGELGEVING. Voor leerlingen die rechtstreeks overkomen vanuit een niet-vlaamse onderwijsinstelling, neemt de toelatingsklassenraad een beslissing over de regelmatigheid van de leerling. De toelatingsklassenraad moet een beslissing nemen binnen de 25 lesdagen na de start van de effectieve regelmatige lesbijwoning van de leerling. De toelatingsklassenraad kan ter voorbereiding van haar beslissing nog steeds terecht bij NARIC voor meer informatie over het onderwijssysteem van waar de leerling afkomstig is (02/ ). Dit neemt niet weg dat de klassenraad volledig autonoom is in de beslissing over de regelmatigheid. Tot de toelatingsklassenraad een positieve beslissing heeft genomen, blijft de leerling een vrije leerling. Deze bevoegdheid van de toelatingsklassenraad vervalt op het moment dat de leerling een oriënteringsattest A of B behaalt binnen het Vlaamse onderwijs. Indien de leerling echter een oriënteringsattest C heeft behaald in opleidingsvorm 4 en het leerjaar overzit in een ander structuuronderdeel, dan blijft deze toelatingsmogelijkheid wel geldig, m.a.w. ook de toelatingsklassenraad van laatstbedoeld structuuronderdeel in opleidingsvorm 4 zal zich dan uitspreken over de instapmogelijkheid vanuit een school die niet valt onder de Vlaamse regelgeving. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 51

52 Indien de leerling een oriënteringsattest C heeft behaald in opleidingsvorm 4 en het leerjaar overzit in hetzelfde structuuronderdeel, dan blijft het recht op overzitten primeren, ook in een andere school. Wanneer de leerling overkomt uit het de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, moet de toelatingsklassenraad rekening houden met het advies van de klassenraad van het onthaaljaar. Elke beslissing van de toelatingsklassenraad die afwijkt van dat advies moet worden gemotiveerd. In die toelatingsklassenraad moet, raadgevend, de vervolgschoolcoach van de onthaalklas worden opgenomen BEHOUDSVOORWAARDEN In het M-decreet wordt de CABO afgeschaft en is de klassenraad verantwoordelijk voor het toestaan van verlengingen voor +21-jarigen. Afwijkingen hoeven dus niet meer aan de CABO bezorgd te worden AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN Na de leeftijd van 21 jaar kunnen leerlingen ook nog toegelaten worden tot het buitengewoon secundair onderwijs. In volgende gevallen is de toelating van rechtswege: a) een jongere die ten hoogste twee schooljaren na het schooljaar waarin hij de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt, het getuigschrift van opleidingsvorm 3 of het diploma van secundair onderwijs in opleidingsvorm 4 of het getuigschrift van alternerende beroepsopleiding nog kan behalen. b) een leerling van opleidingsvorm 1, 2, 3 en 4, die als gevolg van ziekte of ongeval in de loop van het gewoon of het buitengewoon onderwijs een handicap of een bijkomende handicap heeft opgelopen waarbij zich een ernstige regressie heeft voorgedaan en waarvoor de termijn waarbinnen de studie zal beëindigd zijn duidelijk is aangegeven; c) een leerling met een handicap van meer dan eenentwintig jaar kan verder of voor het eerst tot het buitengewoon onderwijs toegelaten worden als deze persoon door een ongeval of ziekte in aanmerking kan komen voor een beroepsopleiding of training in compenserende vaardigheden in het buitengewoon secundair onderwijs; In volgende gevallen beslist de klassenraad, na aanvraag van de ouders, of er al dan niet afgeweken wordt op de leeftijdsgrens van 21 jaar: d) leerlingen in opleidingsvorm 1 of 2 waarvoor er geen plaats is in een voorziening van het VAPH, niettegenstaande een expliciete vraag hiertoe door de ouders. e) leerlingen in opleidingsvorm 1 of 2 waarvoor er geen plaats is in de post-schoolse Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 52

53 opvangmogelijkheden op gebied van tewerkstelling, niettegenstaande een expliciete vraag hiertoe door de ouders DE AFWIJKINGSAANVRAAG De verlengingsaanvraag moet ten laatste op 1 september van het schooljaar waarop de verlenging van toepassing is voorgelegd worden aan de klassenraad. De klassenraad dient ten laatste op 15 september uitspraak te doen over deze aanvraag. Leerlingen waarvoor de klassenraad een positieve beslissing neemt, voldoen aan de toelatingsvoorwaarden inzake leeftijd TOELATINGSVOORWAARDEN TOT EEN OPLEIDINGSVORM/ FASE/ OPLEIDING OV 1 De leerlingen van OV 1 volgen een individueel traject op basis van een individueel handelingsplan. Het handelingsplan wordt opgemaakt door de klassenraad, in samenspraak met het CLB en indien mogelijk met de ouders OV 2 De leerlingen van OV 2 volgen een individueel traject op basis van een individueel handelingsplan. Het handelingsplan wordt opgemaakt door de klassenraad, in samenspraak met het CLB en indien mogelijk met de ouders OV DE OBSERVATIEFASE De klassenraad beslist over de duur van de observatiefase, in functie van de leerling DE OPLEIDINGSFASE De klassenraad bijgestaan door het CLB beslist over: - de toelating van een leerling tot een leerjaar van een opleiding. - de overgang van een leerling naar een andere opleiding of naar een ander leerjaar in de loop van het schooljaar; De klassenraad kan op basis van een gemotiveerde afwijking beslissen om af te wijken van de duur van de opleidingsfase. De vermindering van de studieduur mag niet voor gevolg hebben dat de opleiding na het eerste leerjaar van het secundair onderwijs minder dan vier schooljaren bedraagt. De klassenraad beslist, op basis van de gevolgde opleiding in het gewoon secundair onderwijs, de leeftijd en de verworven bekwaamheden tot welke fase en leerjaar de leerling wordt toegelaten. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 53

54 Daarnaast is er een bijzondere toelatingsvoorwaarde voor de opleidingen grootkeukenmedewerker, bakkersgast en slagersgast. Voor deze opleidingen moet de leerling medisch geschikt zijn bevonden. Die geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding, tenzij er een aanleiding is om de geschiktheid te herevalueren. Een ongeschiktheidsverklaring in de loop van het schooljaar impliceert de beslissing van de betrokken personen om de leerling uiterlijk op het einde van dat schooljaar de opleiding te laten stopzetten; Daartoe dient een arts, aangesteld door de school (dit kan bvb. de huisarts van de betrokken leerling zijn), vóór 1 oktober van het betrokken schooljaar of onmiddellijk indien de inschrijving op een later tijdstip plaats vindt, een verklaring van lichamelijke geschiktheid uit te reiken. De geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de ganse duur van de (ononderbroken) secundaire studies waarin rond voeding wordt gewerkt (ook bij eventuele schoolverandering of verandering van opleiding), tenzij er een aanleiding is (bvb. na ziekte) om de geschiktheid te herevalueren. In beginsel volstaat dus de verklaring die al in een eerder schooljaar werd uitgereikt DE KWALIFICATIEFASE De klassenraad beslist, op basis van de gevolgde opleiding, de leeftijd en de verworven bekwaamheden (en rekening houdend met onderstaande bepalingen) tot welke fase en jaar een leerling wordt toegelaten (op elk moment in de loop van het schooljaar). Een leerling kan vóór de leeftijd van 18 jaar zijn opleiding in opleidingsvorm 3 beëindigen. Hij is dan niet langer onderworpen aan de leerplicht. Het beëindigen van de opleiding vóór de leeftijd van 18 jaar mag echter niet het resultaat zijn van het verlenen van vrijstellingen voor één of meer jaren. Een leerling die de opleidingsfase niet of niet volledig heeft gevolgd, moet minstens 16 jaar worden in de loop van het eerste jaar (d.w.z. uiterlijk op 31 december) van de kwalificatiefase. Om het getuigschrift te kunnen behalen moet de leerling het eerste en tweede jaar van de kwalificatiefase in dezelfde opleiding hebben gevolgd. Voor het eerste jaar van de kwalificatiefase of een deel van dit jaar kan evenwel een vrijstelling worden verleend. De periode dat een leerling gewettigd afwezig is (zie ook SO/2002/05/buso), telt mee voor de berekening van de twee schooljaren van de kwalificatiefase. Zo kan bvb. een leerling van het tweede jaar van de kwalificatiefase, die met een code P één maand afwezig is gedurende het tweede jaar van de kwalificatiefase, voldoen aan de vereiste van twee schooljaren te volgen in één opleiding en kan dus (indien de kwalificatiefase niet wordt verlengd via individuele handelingsplanning) in aanmerking komen voor studiebekrachtiging. De klassenraad kan een andere gevolgde opleiding in opleidingsvorm 3 of een gevolgde studierichting in opleidingsvorm 4 of in het gewoon secundair onderwijs gelijkwaardig verklaren en zo vrijstelling verlenen voor het eerste jaar van de kwalificatiefase of een deel van dit jaar. Hiertoe dient de klassenraad een gemotiveerde beslissing te nemen die ter inzage moet liggen van de verificatie en van de inspectie. De klassenraad treft deze gemotiveerde beslissingen in overleg met het begeleidende Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 54

55 CLB. Hij beslist autonoom op basis van de curricula omtrent de gelijkwaardigheid van de inhoud. De klassenraad moet concreet de grond(en) omschrijven waarom een vrijstelling wordt toegestaan of geweigerd. In de beslissing moet dus duidelijk worden gespecificeerd: a) de leerjaren die reeds werden gevolgd (en gedeeltelijk werden gevolgd), met vermelding van de opleiding, het schooljaar, de school en het behaalde resultaat; b) de reden(en) waarop het toestaan van de vrijstelling berust. De gemotiveerde beslissing wordt ondertekend door de voorzitter van de klassenraad en door de directeur van het CLB of diens afgevaardigde. Voor zij-instromers (leerlingen die uit een andere school komen) kan de klassenraad, om een goede beeldvorming te kunnen opmaken met het oog op het individueel handelingsplan, gemotiveerd afwijken van de bepalingen i.v.m. de duurtijd van de fases, die tenminste twee volledige schooljaren is. Zo kan bvb. een leerling vanuit het gewoon secundair onderwijs eerst enkele weken in de opleidingsfase van een opleiding worden ingeschreven, en na een maand, indien blijkt dat de leerling reeds de nodige competenties heeft bereikt, in de kwalificatiefase worden ingeschreven. Deze leerling wordt dan zo spoedig als mogelijk in de juiste fase ingeschreven en de duurtijd van de lessen in de opleidingsfase wordt beschouwd als gelijkgesteld met de duurtijd van de lessen in de kwalificatiefase. Dit is ook het geval voor leerlingen van de eigen school, die in het begin van het schooljaar verlengd in een fase blijven in het kader van de individueel handelingsplanning van de klassenraad en na beperkte tijd de overgang maken naar de volgende fase. Ook hier kan de klassenraad gemotiveerd afwijken van de bepalingen i.v.m. de duurtijd van de fases, die tenminste twee volledige schooljaren is. Zo kan bvb. een leerling van de eigen school verlengd in de opleidingsfase van een opleiding worden ingeschreven, en na een maand, indien blijkt dat de leerling reeds de nodige competenties heeft verworven om over te gaan naar de volgende fase, in de kwalificatiefase worden ingeschreven. Deze leerling wordt dan zo spoedig als mogelijk in de juiste fase ingeschreven en de duurtijd van de lessen in de opleidingsfase wordt beschouwd als gelijkgesteld met de duurtijd van de lessen in de kwalificatiefase. De klassenraad heeft dus, mits een aantal voorwaarden, zelf de bevoegdheid om te beoordelen in welk jaar en welke fase de leerlingen het beste terechtkunnen. Scholen hoeven hiervoor niet langer een gelijkwaardigheid aan het AgODi aan te vragen. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 55

56 Een leerling volgt met succes de opleiding grootkeuken. Ze is geslaagd in het eerste jaar van de kwalificatiefase. Bij het begin van het tweede jaar van de kwalificatiefase wordt ze door haar ouders uitgeschreven en verblijft ze een maand in het buitenland. Vervolgens schrijven haar ouders haar terug in in oktober. Volgens de school heeft ze zeker nog slaagkansen. Kan deze leerling op het einde van het tweede jaar van de kwalificatiefase het getuigschrift behalen? Ja, het gaat in dit geval om een laattijdige inschrijving. De directie kan deze afwezigheid regulariseren DE INTEGRATIEFASE Leerlingen van opleidingsvorm 3 die enkel het attest beroepsonderwijs hebben behaald kunnen niet toegelaten worden tot de integratiefase. De klassenraad beslist over de toelating tot het volgen van de alternerende beroepsopleiding van een leerling die een getuigschrift van verworven competenties of een attest van verworven bekwaamheden heeft behaald. De leerlingen die een getuigschrift van de opleiding hebben behaald worden van rechtswege toegelaten tot de integratiefase MODULAIR OV3 In het modulair onderwijs gelden als gezamenlijke toelatingsvoorwaarden voor regelmatige leerlingen: 1) de reglementaire toelatingsvoorwaarden tot de opleidingsfase van opleidingsvorm 3; 2) de volgorde waarin modules dienen te worden gevolgd, zoals bepaald in de opleidingsstructuur; 3) de klassenraad kan eventueel specifieke toelatingsvoorwaarden tot een module vastleggen; 4) de klassenraad kan eventueel beslissen om een vrijstelling van toelatingsvoorwaarden tot een module toe te staan. Een leerling kan slechts één module tezelfdertijd volgen. De overstap van een leerling van het modulair naar het niet-modulair onderwijs vindt plaats op basis van een beslissing van de klassenraad OV 4 In OV 4 zijn de toelatings- en overgangsvoorwaarden van het gewoon voltijds secundair onderwijs van toepassing. Die zijn terug te vinden in de omzendbrief over de structuur en organisatie van het gewoon voltijds secundair onderwijs omzendbrief SO 64 van 25/06/1999. Voor leerlingen die overstappen vanuit BuSO OV4 naar het gewoon voltijds secundair onderwijs is geen toelatingsklassenraad meer nodig. Dit komt omdat leerlingen in OV 4 hetzelfde curriculum volgen als in het gewoon voltijds secundair onderwijs. Voor deze leerlingen wordt er, volledig analoog met het voltijds secundair onderwijs, rekening gehouden met het behaalde oriënteringsattest. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 56

57 Hieronder vindt u een schematisch overzicht per leerjaar en onderverdeling. In onderstaand overzicht gebruiken we een aantal afkortingen. Hieronder vindt u de verklaringen van deze afkortingen: - G.B.T.K.R.: Gunstige beslissing toelatingsklassenraad - G.B.B.K.R.: Gunstige beslissing begeleidende klassenraad - D.K.R.: Delibererende klassenraad - V.R.: Van rechtswege - BVLJ: Beroepsvoorbereidend leerjaar EERSTE LEERJAAR VAN DE EERSTE GRAAD VORIGE STUDIES 1 ste leerjaar A 1 ste leerjaar B Getuigschrift Basisonderwijs (gewoon 1 akkoord betrokken personen lager onderwijs, buitengewoon L.O., examencommissie) V.R. na 2 advies CLB (aan betrokken personen) 1 G.B.T.K.R. Zonder vrucht als regelmatige leerling het 2 akkoord betrokken 6 leerjaar van het gewoon lager personen na V.R. onderwijs beëindigd hebben 3 advies CLB (aan betrokken personen) 6 leerjaar v.h. gewoon LO of Niet toegelaten zonder buitengewoon LO niet gevolgd of screening van de V.R. beëindigd en minstens 12 jaar op 31/12 leerling (zie volgende) 6 leerjaar v.h. gewoon LO of buitengewoon LO niet gevolgd of 1 G.B.T.K.R. beëindigd en mits toestemming van het schoolbestuur op basis van screening van de leerling Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse onderwijsinstelling of OKAN 2 akkoord betrokken personen 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) Niet voorzien 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 57

58 Overgangen in de loop van het schooljaar, zonder afbreuk te doen aan de toelatingsvoorwaarden: Toegelaten tot en met 15/11 (nadien met afwijking T.K.R. voor uitzonderlijke gevallen) 1) G.B.B.K.R. van 1 B 2) akkoord betrokken Van 1 B naar 1 A mits: Van BVLJ naar 1A mits: personen 1) G.B.B.K.R. van BVLJ 2) akkoord betrokken personen 3) reeds 1 A of 1B beëindigd (zonder vrucht, afwijking T.K.R. voor uitzonderlijke gevallen) Toegelaten tot en met 15/01 (nadien met afwijking T.K.R. voor uitzonderlijke gevallen) Van 1A naar 1 B mits : G.B.B.K.R. van 1 A Akkoord betrokken personen Toegelaten gedurende het ganse schooljaar Binnen het 1 ste leerjaar A voor de verandering van keuze- of complementair gedeelte TWEEDE LEERJAAR VAN DE EERSTE GRAAD BEROEPSVOORBEREIDEND LEERJAAR VORIGE STUDIES 2de leerjaar van de 1ste graad Beroepsvoorbereidend leerjaar Met vrucht het 1ste leerjaar A V.R. V.R. Met vrucht het 1ste leerjaar B Niet toegelaten V.R. Zonder vrucht als regelmatige leerling Het 1ste leerjaar A of het 1ste leerjaar B Niet toegelaten V.R. beëindigd Met vrucht het beroepsvoorbereidend leerjaar OF Mits verandering van G.B.T.K.R. Examencommissie (getuigschrift 1ste beroepenveld(en) graad SO programma BVLJ) G.B.T.K.R. rekening Regelmatige leerling van het BUSO (OV houdend met het advies van 1, 2, 3) de K.R. van het BuO Leerling die uiterlijk op 31/12 de leeftijd Niet toegelaten G.B.T.K.R. rekening houdend met het advies van de K.R. van het BuO G.B.T.K.R. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 58

59 van 14 jaar bereiken Leerling met tekorten 4 vorig leerjaar en mits toestemming van het schoolbestuur. Leerling heeft attest van regelmatige lesbijwoning van eerste leerjaar graad binnen systeem van uitstel van deliberende klassenraad Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse onderwijsinstelling of OKAN G.B.T.K.R. na overleg V.R. D.K.R. 1ste leerjaar A V.R. V.R. 1 G.B.T.K.R. 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) onthaaljaar (OKAN) Voor de basisoptie Hotel-Voeding en het beroepenveld Hotel-Bakkerij-Slagerij is een medisch geschiktheidsattest vereist. Voor de overige beroepenvelden en basisopties waar de leerlingen rechtstreeks in contact komen met voeding, maar waar eenzelfde leerlingengroep de voeding bereidt én consumeert, is er geen verplichting tot medisch attest. Het schoolbestuur beslist in dit geval of er al dan niet een medisch attest wordt opgevraagd. Hierover wordt via het schoolreglement gecommuniceerd. Overgangen in de loop van het schooljaar, zonder afbreuk te doen aan de toelatingsvoorwaarden: Toegelaten tot en met 15/01 (nadien met afwijking T.K.R. voor uitzonderlijke gevallen) van BVLJ naar 2de leerjaar van de 1ste graad verandering basisoptie in het 2de leerjaar van de 1ste graad Van 2de leerjaar van de 1ste graad naar BVLJ Van het 1ste leerjaar A of 1 B naar het BVLJ mits : vroeger reeds 1 A of 1 B beëindigd (afwijking T.K.R. voor uitzonderlijke gevallen) Verandering van beroepenveld of combinatie in BVLJ EERSTE LEERJAAR VAN DE TWEEDE GRAAD 1ste leerjaar van de 2de 1ste leerjaar van de 2de VORIGE STUDIES graad ASO-TSO-KSO graad BSO Met vrucht het 2de leerjaar van de 1ste graad V.R. OF Examencommissie (getuigschrift 1ste V.R. graad SO programma 2de leerjaar van Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 4 Zie hoger voor de precieze modaliteiten 59

60 de 1ste graad) Met vrucht het 1ste leerjaar van de 2de Mits verandering van G.B.T.K.R. graad BSO studierichting G.B.T.K.R. rekening G.B.T.K.R. rekening Regelmatige leerling van het BUSO (OV houdend met het advies van houdend met het advies van 1, 2, 3) de K.R. van het BuO de K.R. van het BuO Met vrucht het BVLJ OF Examencommissie (getuigschrift 1ste Niet toegelaten V.R. graad SO programma BVLJ) Leerlingen die uiterlijk op 31 december Niet toegelaten G.B.T.K.R. de leeftijd van 15 jaar bereiken 1 G.B.T.K.R. 1 G.B.T.K.R. Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse 2 advies klassenraad van 2 advies klassenraad van onderwijsinstelling of OKAN onthaaljaar (OKAN) onthaaljaar (OKAN) Voor de studierichtingen Brood en banketbakkerij BSO, Restaurant en keuken BSO, Slagerij en vleeswarenbereiding BSO, Brood en banket TSO, Hotel TSO, Slagerij en vleeswaren TSO, Voedingstechnieken TSO is een medisch geschiktheidsattest vereist. Voor de overige beroepenvelden en basisopties waar de leerlingen rechtstreeks in contact komen met voeding, maar waar eenzelfde leerlingengroep de voeding bereidt én consumeert, is er geen verplichting tot medisch attest. Het schoolbestuur beslist in dit geval of er al dan niet een medisch attest wordt opgevraagd. Hierover wordt via het schoolreglement gecommuniceerd TWEEDE LEERJAAR VAN DE TWEEDE GRAAD VORIGE STUDIES 2de leerjaar van de 2de graad ASO-TSO-KSO 2de leerjaar van de 2de graad BSO Met vrucht het 1ste leerjaar van de 2de graad ASO, TSO of KSO Met vrucht het 1ste leerjaar van de 2de graad BSO Met vrucht het 2de leerjaar van de 2de graad BSO OF Examencommissie (getuigschrift 2de graad SO programma BSO) OF Getuigschrift 2de graad in het DBSO of de Leertijd Regelmatige leerling van het BUSO (OV 1, 2, 3) V.R. Niet toegelaten G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. rekening houdend met het advies van de K.R. van het BuO V.R. V.R. Mits verandering van studierichting G.B.T.K.R. rekening houdend met het advies van de K.R. van het BuO Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 60

61 Leerling met tekorten vorig leerjaar en mits toestemming van het schoolbestuur Leerling heeft attest van regelmatige lesbijwoning van eerste leerjaar graad binnen systeem van uitstel van delibererende klassenraad Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse onderwijsinstelling of OKAN G.B.T.K.R. na overleg D.K.R. vorig leerjaar V.R. 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) G.B.T.K.R. na overleg D.K.R. vorig leerjaar V.R. 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) Voor de studierichtingen Brood en banketbakkerij BSO, Restaurant en keuken BSO, Slagerij en vleeswarenbereiding BSO, Brood en banket TSO, Hotel TSO, Slagerij en vleeswaren TSO, Voedingstechnieken TSO is een medisch geschiktheidsattest vereist. Voor de overige beroepenvelden en basisopties waar de leerlingen rechtstreeks in contact komen met voeding, maar waar eenzelfde leerlingengroep de voeding bereidt én consumeert, is er geen verplichting tot medisch attest. Het schoolbestuur beslist in dit geval of er al dan niet een medisch attest wordt opgevraagd. Hierover wordt via het schoolreglement gecommuniceerd EERSTE LEERJAAR VAN DE DERDE GRAAD 1ste leerjaar van de 3de 1ste leerjaar van de 3de VORIGE STUDIES graad graad ASO-TSO-KSO BSO Met vrucht het 2de leerjaar van de 2de graad ASO-TSO-KSO V.R. V.R. Met vrucht het 2de leerjaar van de 2de graad BSO Niet toegelaten V.R. Met vrucht het 2de leerjaar van de 3de graad BSO Regelmatige leerling van het BUSO (OV 1, 2, 3) Getuigschrift 2de graad ASO, TSO of KSO uitgereikt door de examencommissie v.d. Vlaamse Gemeenschap Getuigschrift 2de graad BSO uitgereikt door de examencommissie v.d. Vlaamse Gemeenschap OF Getuigschrift 2de graad in het G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. rekening houdend met het advies van de K.R. van het BuO G.B.T.K.R. over de keuze van de Studierichting Niet toegelaten Mits verandering van studierichting G.B.T.K.R. rekening houdend met het advies van de K.R. van het BuO G.B.T.K.R. over de keuze van de Studierichting G.B.T.K.R. over de keuze van de Studierichting Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 61

62 DBSO of de Leertijd Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse onderwijsinstelling of OKAN 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) Voor de studierichtingen BSO Brood en banketbakkerij en confiserie, BSO Grootkeuken, BSO Restaurant en keuken, BSO Slagerij en verkoopklare gerechten, TSO Brood en banket, TSO Hotel, TSO Productie en procestechnologie (voeding), TSO Slagerij en vleeswaren, TSO Voedingstechnieken is een medisch geschiktheidsattest vereist. Voor de overige beroepenvelden en basisopties waar de leerlingen rechtstreeks in contact komen met voeding, maar waar eenzelfde leerlingengroep de voeding bereidt én consumeert, is er geen verplichting tot medisch attest. Het schoolbestuur beslist in dit geval of er al dan niet een medisch attest wordt opgevraagd. Hierover wordt via het schoolreglement gecommuniceerd. Overgangen in de loop van het schooljaar, zonder afbreuk te doen aan de toelatingsvoorwaarden: Toegelaten tot en met 15/01: verandering van onderwijsvorm en/of studierichting binnen hetzelfde leerjaar. Afwijking op deze datum kan mits G.B.T.K.R. na advies van de B.K.R. Gunstige beslissing is gebaseerd op ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen TWEEDE LEERJAAR VAN DE DERDE GRAAD VORIGE STUDIES Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad ASO in dezelfde studierichting Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad ASO in een andere studierichting van hetzelfde studiegebied Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad ASO-TSO-KSO in een studierichting van een ander 2de leerjaar 2de leerjaar van de 3de van de 3de graad graad 2de leerjaar 2de leerjaar van van de 3de de 3de graad graad ASO TSO KSO BSO V.R. G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. na G.B.T.K.R. advies D.K.R. na advies 1ste leerjaar D.K.R. 1ste G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. na na advies advies D.K.R. D.K.R. 1ste 1ste leerjaar van Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 62

63 studiegebied van de 3de leerjaar van graad 5 de 3de graad Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad TSO in dezelfde V.R. studierichting Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad TSO in een ander studierichting van hetzelfde G.B.T.K.R studiegebied Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad KSO in dezelfde studierichting Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad KSO in een ander studierichting van hetzelfde studiegebied Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad BSO in dezelfde studierichting Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad BSO in een ander studierichting van hetzelfde studiegebied Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad TSO in een studierichting van hetzelfde studiegebied Met vrucht 1ste leerjaar van de 3de graad BSO in een studierichting van een ander studiegebied Leerling met tekorten vorig leerjaar en mits toestemming van het schoolbestuur Leerling heeft attest van regelmatige lesbijwoning van eerste leerjaar graad binnen G.B.T.K.R. na overleg D.K.R. vorig leerjaar G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. na overleg na overleg D.K.R. vorig D.K.R. vorig leerjaar leerjaar leerjaar van de 3de graad de 3de graad V.R. G.B.T.K.R. V.R. G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. G.B.T.K.R. na advies D.K.R. 1ste leerjaar 3de graad V.R. V.R. V.R. V.R. G.B.T.K.R. na overleg D.K.R. vorig leerjaar 5 Dergelijke beslissing moet gebaseerd zijn op ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen (ook Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden geldig in andere onderwijsvormen) 63

64 systeem van uitstel van delibererende klassenraad Rechtstreekse overstap uit niet- Vlaamse onderwijsinstelling of OKAN 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) Voor de studierichtingen BSO Brood en banketbakkerij en confiserie, BSO Grootkeuken, BSO Restaurant en keuken, BSO Slagerij en verkoopklare gerechten, TSO Brood en banket, TSO Hotel, TSO Productie en procestechnologie (voeding), TSO Slagerij en vleeswaren, TSO Voedingstechnieken is een medisch geschiktheidsattest vereist. Voor de overige beroepenvelden en basisopties waar de leerlingen rechtstreeks in contact komen met voeding, maar waar eenzelfde leerlingengroep de voeding bereidt én consumeert, is er geen verplichting tot medisch attest. Het schoolbestuur beslist in dit geval of er al dan niet een medisch attest wordt opgevraagd. Hierover wordt via het schoolreglement gecommuniceerd. Overgangen in de loop van het schooljaar zijn in beginsel niet toegelaten. Afwijkingen op dit beginsel kunnen uitzonderlijk, zonder afbreuk te doen aan de toelatingsvoorwaarden: - na G.B.T.K.R. na advies van de B.K.R. van de gevolgde studierichting (gunstige beslissing is gebaseerd op ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen); DERDE LEERJAAR VAN DE DERDE GRAAD VORIGE STUDIES Diploma SO Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse onderwijsinstelling of OKAN VORIGE STUDIES Diploma SO in studierichting binnen hetzelfde studiegebied In het derde leerjaar van de derde graad van het BSO (ingericht onder de vorm van een specialisatiejaar) geldt het studiegebied v.h. 2de leerjaar van de 3de graad. 3de leerjaar van de 3de graad ASO KSO voorbereidend jaar op H.O. V.R. 1 G.B.T.K.R. 2 advies klassenraad van onthaaljaar (OKAN) SE-N-SE van de 3DE graad T.S.O. - K.S.O. V.R. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 64

65 Diploma SO in studierichting binnen een ander studiegebied In het derde leerjaar van de derde graad van het BSO (ingericht onder de vorm van een G.B.T.K.R. specialisatiejaar) geldt het studiegebied v.h. 2de leerjaar van de 3de graad. Onbepaald op basis van een toelatingsproef van de klassenraad G.B.T.K.R. Op basis van elders verworven competenties of kwalificaties G.B.T.K.R. 1 G.B.T.K.R. Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse 2 advies klassenraad onderwijsinstelling of OKAN (OKAN) van onthaaljaar VORIGE STUDIES 3de leerjaar van de 3de graad BSO (SPECIALISATIEJAAR) Diploma SO in studierichting van hetzelfde studiegebied V.R. Studiegetuigschrift 2de leerjaar van de 3de graad van hetzelfde studiegebied Diploma SO in studierichting van ander studiegebied G.B.T.K.R. Studiegetuigschrift 2de leerjaar van de 3de graad van Uitzondering: niet van toepassing voor Thuis een ander studiegebied en bejaardenzorg/zorgkundig 1 G.B.T.K.R. Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse 2 advies klassenraad onderwijsinstelling of OKAN (OKAN) van onthaaljaar VORIGE STUDIES 3de leerjaar van de 3de graad BSO (NAAMLOOS LEERJAAR) Studiegetuigschrift 2de leerjaar van de 3de graad V.R. Diploma SO - BSO V.R. 1 G.B.T.K.R. Rechtstreekse overstap uit niet-vlaamse 2 advies klassenraad onderwijsinstelling of OKAN (OKAN) van onthaaljaar Voor de studierichtingen Banketaannemer-traiteur, Banketbakkerij Chocoladebewerking, Dieetbakkerij, Gemeenschapsrestauratie, Hotelonthaal, Restaurantbedrijf en drankenkennis, Slagerijfijnkosttraiteur, Specialiteitenrestaurant en Wereldgastronomie is een medisch geschiktheidsattest vereist. Voor de overige beroepenvelden en basisopties waar de leerlingen rechtstreeks in contact komen met voeding, maar waar eenzelfde leerlingengroep de voeding bereidt én consumeert, is er geen verplichting tot medisch attest. Het schoolbestuur beslist in dit geval of er al dan niet een medisch attest wordt opgevraagd. Hierover wordt via het schoolreglement gecommuniceerd. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 65

66 Overgangen in de loop van het schooljaar, zonder afbreuk te doen aan de toelatingsvoorwaarden: Toegelaten tot en met 30/09 in het derde leerjaar van de derde graad: de verandering van onderwijsvorm en/of studierichting binnen hetzelfde leerjaar. Voor uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van de datum van 30/09 mits G.B.T.K.R. na kennisname van het advies van de begeleidende klassenraad van de studierichting die de leerling dan volgt en mits de gunstige beslissing is gebaseerd op ernstige, psychische, sociale of onderwijskundige redenen OVERGANG VAN LEERLINGEN OV1,2,3 NAAR HET GEWOON ONDERWIJS Een leerling met een verslag die zich wil inschrijven in een school voor gewoon secundair onderwijs wordt steeds ingeschreven onder ontbindende voorwaarde. De omzendbrief SO/2012/01 (rubriek ) geeft meer informatie over deze inschrijving onder ontbindende voorwaarde en de eraan gekoppelde beoordeling van de redelijkheid van aanpassingen. Na een overleg tussen de klassenraad, het CLB en de ouders moet een beslissing van de school volgen of de leerling wel of niet, met aanpassingen, een gemeenschappelijk curriculum kan volgen. Is die beslissing gunstig, dan moet in tweede instantie vastgesteld worden of de leerling aan de toelatingsvoorwaarden (voor regelmatige leerling) voldoet. Deze zijn: 1) voor overstappen van het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1, 2 of 3, naar het voltijds gewoon secundair onderwijs (uitgezonderd eerste leerjaar A en B en uitgezonderd het specialisatiejaar thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige) met het oog op het volgen van het gemeenschappelijk curriculum: - gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad uiterlijk 25 lesdagen na de aanvang van de regelmatige lesbijwoning, rekening houdend met het advies van de klassenraad van het buitengewoon onderwijs (voor zover er een advies is uitgebracht). In de motivering van de beslissing van de toelatingsklassenraad wordt opgenomen waarom er, in voorkomend geval, is afgeweken van het advies vanuit het buitengewoon onderwijs. De gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad kan voorafgegaan worden door een of meer ongunstige beslissingen van andere toelatingsklassenraden; - onverminderd de eventuele bijzondere toelatingsvoorwaarden die gelden voor bepaalde structuuronderdelen (bv. medisch geschikt zijn bevonden ); 2) voor overstappen van het buitengewoon onderwijs naar het eerste leerjaar A resp. het eerste leerjaar B met het oog op het volgen van het gemeenschappelijk curriculum: voldoen aan de voorwaarden van de rubriek resp ; 3) voor het specialisatiejaar thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige gelden enkel de Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 66

67 toelatingsvoorwaarden van rubriek , zodat overstappen van het buitengewoon secundair onderwijs,opleidingsvorm 1, 2 of 3 naar het specialisatiejaar thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige niet mogelijk zijn. Als de leerling aan de toelatingsvoorwaarden voldoet (en voor zover dit nog niet is gebeurd) moet in derde instantie het verslag van deze leerling door het CLB worden opgeheven. Wanneer het verslag niet wordt opgeheven omwille van onredelijkheid van aanpassingen of omwille van het feit dat de toelatingsklassenraad of raden waarop beroep is gedaan geen gunstige beslissing hebben genomen,kan de leerling enkel een individueel aangepast curriculum volgen.voor instap in het voltijds gewoon secundair onderwijs met het oog op het volgen van een individueel aangepast curriculum (cfr. rubriek , b) gelden als toelatingsvoorwaarden (voor regelmatige leerling) de voorwaarden van de rubriek of Dit betekent niet per se dat de leerling effectief in het eerste leerjaar A of B moet instappen: het zijn namelijk de betrokken personen die beslissen in welk structuuronderdeel de leerling wordt ingeschreven, zij het na kennisname van het advies van de toelatingsklassenraad. Het zijn ook de betrokken personen die later beslissen over de studievoortgang van de leerling, steeds op basis van een individueel curriculum en telkens na kennisname van het advies van de begeleidende of delibererende klassenraad, naargelang van het geval. Hoofdstuk: Toelatings- en behoudsvoorwaarden 67

68 6. LEERLINGENDOSSIER/LEERLINGGEBONDEN DOCUMENTEN 6.1. ALGEMEEN Alle informatie over leerlinggebonden documenten vindt u terug in de volgende omzendbrieven: - BUSO 04: Registratie van leerlingen secundair onderwijs cid= SO/2007/05: Zendingen voor leerlingen en instellingen in het secundair onderwijs cid= ca/vdp: Nodige richtlijnen inzake het bijhouden van de verschillende documenten in de onderwijsinstellingen van het buitengewoon secundair onderwijs cid= NO/2012/01: DISCIMUS Een toekomstgerichte manier om leerlingengegevens uit te wisselen cid=14347 Voor de documenten die hierna niet aan bod komen of waar geen bewaartermijn aangegeven is, beslist de school zelf of en hoe lang de archivering duurt; uiteraard kan de school ook zelf beslissen om de hierna opgegeven bewaarperiodes te verlengen LEERLINGENDOCUMENTEN Voor het buitengewoon secundair onderwijs gelden inzake de bewaartermijnen van leerlinggebonden documenten niet zonder meer dezelfde regels als voor het gewoon secundair onderwijs. Dit geldt in het bijzonder voor de examens, schriften, huistaken enz. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de leerlingendocumenten als onderdeel van het handelingsproces en de stukken waarmee de school kan aantonen dat de einddoelstelling van de opleidingsvorm(en) bereikt werd DE LEERLINGENDOCUMENTEN ALS ONDERDEEL VAN HET PROCES VAN HANDELINGSPLANNING Het proces van de handelingsplanning is een essentieel kenmerk van goed buitengewoon onderwijs. Dit proces komt o.m. tot uiting in documenten van de leerkrachten en de leerlingen. Daarom moeten Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 68

69 per structuuronderdeel van drie regelmatige leerlingen door de school aangeduid, schoolagenda's, schriftelijke proeven, vragen van mondelinge examens en proeven, schriften, huistaken en werkstukken - voor zover ze bestaan - bewaard worden tot en met 31 augustus van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarop de stukken betrekking hebben. Een structuuronderdeel wordt geïdentificeerd door een uniek administratief groepsnummer DE LEERLINGENDOCUMENTEN DIE AANTONEN DAT DE EINDDOELSTELLING NAGESTREEFD WERD Bedoeling is dat de school zo goed mogelijk kan aantonen dat de einddoelstelling van de opleidingsvorm bereikt werd. Daartoe beschikt de school voor OV3 over 3 bronnen: de documenten van de leerlingen van het 5de jaar, de stages en de kwalificatieproeven. In OV2 is de stage niet verplicht en bestaan er geen kwalificatieproeven. Toch kan het nuttig zijn dat de school documenten bewaart waarmee kan aangetoond worden dat ook in OV2 de einddoelstelling bereikt werd. Deze documenten moeten bewaard worden tot en met 31 augustus van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarop de documenten betrekking hebben STAGEDOCUMENTEN VAN DE LEERLINGEN Alle administratieve documenten in verband met stages van de leerlingen (het algemeen stagedossier, het individueel stagedossier en het stageschrift) moeten op de school ter beschikking liggen van de inspectie. Meer uitleg over de stagedocumenten staat in de ministeriële omzendbrief over leerlingenstages en sociaal-maatschappelijke training in het buitengewoon secundair onderwijs Omzendbrief SO/2002/11 (BuSO) van 16/09/2002. Deze documenten moeten bewaard worden tot en met 31 augustus van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarop de documenten betrekking hebben. Geen enkel document dient voortaan nog naar de inspectie te worden gestuurd. Dit geldt o.m. voor: jaarkalenders, jaarlijkse documenten, melding van extramurosactiviteiten, studiedagen enz... Dergelijke documenten zijn alleen van belang bij schooldoorlichting en zullen indien nodig rechtstreeks bij de betrokken school worden opgevraagd HET DOSSIER VAN DE KWALIFICATIEPROEVEN Per kwalificatieproef moet er een dossier worden opgemaakt met de gedetailleerde beschrijving van de opgave, het tijdschema, de puntenverdeling, de door de leerlingen behaalde punten en de criteria voor de beoordeling. Indien het niet mogelijk is enkele werkstukken te bewaren, kunnen foto's ervan in het dossier opgenomen worden. Het is duidelijk dat het peil het best kan aangetoond worden met een goed gestoffeerd dossier. De school moet minimaal het dossier van het vorig schooljaar kunnen voorleggen. Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 69

70 Het is evident dat het nuttig is deze dossiers te bewaren zolang ze relevant zijn. Ook voor de school zelf kunnen ze immers een bron van nuttige informatie blijven LEERLINGENDOCUMENTEN IN OPLEIDINGSVORM 4 Hier geldt de reglementering van het gewoon secundair onderwijs (zie omzendbrief SO/2003/02) ADMINISTRATIEVE DOCUMENTEN HET ADMINISTRATIEF LEERLINGENDOSSIER Deze dienen minimum nog 5 jaar te worden bewaard nadat de leerling de school definitief heeft verlaten HET STAMBOEKREGISTER Elke school moet beschikken over een geïnformatiseerd stamboekregister van alle ingeschreven leerlingen (m.a.w. alle gerealiseerde inschrijvingen), zowel de regelmatige als de vrije leerlingen. Bij elke inschrijving moet de school zich baseren op een officieel document zoals het trouwboekje van de ouders, de identiteitskaart van de leerling, een uittreksel uit het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, de SIS-kaart van de leerling,... Hiervan moet een kopie in het leerlingendossier bewaard worden. Het ontbreken van officiële documenten belet echter niet om een leerling zonder geldig verblijfsstatuut in te schrijven. Deze inschrijving heeft dezelfde juridische waarde. Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedag en -maand gekend zijn, wordt de datum 1 januari als geboortedag genomen. Alle leerlingen, ongeacht hun statuut (vrij of regelmatig) worden in dit register eenmaal ingeschreven volgens alfabetische orde op familienaam (en naargelang het geval, ook op voornaam). Een leerling behoudt zijn/haar stamnummer binnen de school waar hij/zij ingeschreven is. Voor de leerlingen die regelmatig de lessen volgen vanaf de eerste lesdag van het schooljaar moet steeds 1 september worden ingevuld als datum van inschrijving; voor de leerlingen die na de eerste lesdag ingeschreven worden, moet de eerste dag van effectieve aanwezigheid (tenzij gewettigde afwezigheid) als datum van inschrijving genomen worden. Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 70

71 STAMBOEKREGISTER VOOR HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS SCHOOLJAAR../.. NAAM en adres van de instelling : Stam- Datum Datum Naam Voor- M Nat. Geboorte Geb. Rijks Wijzigingen nummer inschrij vertrek naam V plaats datum register in het ving nummer schooljaar Gevolgde leerjaren in de school schooljaren:../..../..../.. e.v. Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 71

72 Richtlijnen: Formaat stamboekregister: naast de hoofding moet er mogelijkheid zijn tot vermelding van 25 inschrijvingen per scherm. 1. Stamnummer van de leerling : numeriek veld van 7 posities waarvan de eerste twee posities het schooljaar van de inschrijving weergeven en de volgende vijf het volgnummer van de inschrijving. Het stamnummer is ook verplicht voor GON-leerlingen. De vijftigste leerling die in het schooljaar wordt ingeschreven in een bepaalde onderwijsinstelling krijgt als uniek stamnummer Wanneer een leerling zich opnieuw inschrijft in dezelfde school moet alleen de passende kolom "gevolgde leerjaren" naast hun naam verder aangevuld worden, terwijl een volgende begindatum vermeld wordt juist onder de eerste. 3. Datum van uitschrijving en begindatum: datumformaat = DD.MM.JJJJ. bv Voor de leerlingen die een volledig schooljaar hebben gevolgd en zich het volgende schooljaar niet meer aanbieden (uitschrijving), wordt 30 juni vermeld in het register. Van de leerlingen die geen volledig schooljaar hebben doorlopen, wordt de kalenderdag vermeld die de eerstvolgende lesdag onmiddellijk voorafgaat. Jef schrijft zich uit op vrijdag 25 maart Hij wordt op zondag 27 maart als uitgeschreven geregistreerd. Lobke schrijft zich uit op vrijdag 8 april 2011 (de laatste lesdag vóór de paasvakantie). Zij wordt administratief uitgeschreven op maandag 25 april (de dag voorafgaand aan de eerste lesdag in dit geval dinsdag 26 april - na die verlofperiode). 4. Wijzigingen binnen dezelfde onderwijsinstelling in de loop van het schooljaar : de juiste datum waarop de wijziging plaatsvond en het nieuw gevolgde leerjaar/ vermelden. 5. Naam, eerste voornaam, geslacht, nationaliteit, geboorteplaats en geboortedatum (DD.MM.JJJJ) van de leerling : het is van essentieel belang om bij elke inschrijving zich te baseren op een officieel document zoals het trouwboekje van de ouders, de identiteitskaart van de leerling,... en hiervan een kopie in het leerlingendossier te bewaren. Het ontbreken van officiële documenten belet echter niet om een leerling zonder geldig verblijfsstatuut in te schrijven. Deze inschrijving heeft dezelfde juridische waarde (zie meer daarover in de omzendbrieven 'Inschrijving van leerlingen in onderwijsinrichtingen', Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 72

73 NO/205/SH/AS/MDV dd en 'Het recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijfsstatuut', GD/2003/03 dd ). Hoewel voor het invullen van de studiebewijzen, de toepassing van de leerplichtwet en de toelatingen op basis van leeftijd, voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedag en -maand gekend zijn, de datum 1 januari als geboortedag dient te worden genomen, moet in de elektronische communicatie met het Agodi de waarde gehanteerd worden om de uitsplitsing van de gegevens mogelijk te maken (cfr. Technische beschrijving van het inschrijvings- en leerlingenbestand). 6. Rijksregister van de leerling : wordt ingebracht op basis van de gegevens die vermeld zijn op de identiteitskaart en/of de SIS-kaart van de leerling. 7. Wijzigingen binnen dezelfde onderwijsinstelling in de loop van het schooljaar: de juiste datum waarop de wijziging plaatsvond en het nieuw gevolgde leerjaar vermelden. 8. Gevolgde leerjaren in de onderwijsinstelling van het buitengewoon secundair onderwijs: voor elke leerling worden elk schooljaar in de passende kolom de afkortingen aangebracht van het leerjaar dat gevolgd wordt. Het leerjaar moet met de 4 volgende gegevens in deze volgorde aangeduid worden : 1.Opleidingsvorm : 1, 2, 3 of 4 2. leerjaar : OV 1 een horizontaal streepje OV 2 : fase 1 of 2 OV 3 : 1,2,3,4,5 of ABO OV 4 : een horizontaal streepje 3. Type : 1,2,3,4,5,6 of 7 4. Opleiding OV1, 2 en 4 : horizontaal streepje OV 3 : benaming opleiding Jan uit opleidingsvorm 4, type 5 volgt het tweede leerjaar tweede graad sociaal technische wetenschappen TSO wordt als volgt aangeduid : 4/-/5/-. Tom uit opleidingsvorm 3, 4 de leerjaar receptiemedewerker, type 3 wordt aangeduid als: 3/4/3/receptiemedewerker Dit register moet regelmatig geactualiseerd worden (in ieder geval op datum van 1 februari en 30 juni) en moet steeds raadpleegbaar zijn op scherm en steeds de mogelijkheid hebben om afgedrukt te worden. Een volledig geactualiseerd stamboekregister van het buitengewoon secundair onderwijs (dat Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 73

74 op verzoek van de bevoegde instanties, waaronder de verificatie opgevraagd kan worden) wordt na elk schooljaar op een elektronisch medium bewaard. De bewaartermijn van het stamboekregister is onbeperkt DE INDIVIDUELE STEEKKAART VAN DE LEERLING Voor elke ingeschreven leerling wordt een geïnformatiseerde individuele steekkaart opgemaakt. Hierna volgt het model voor OV 1, OV 2 en OV 3. Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 74

75 Bijlage 2 : Individuele steekkaart in het buitengewoon secundair onderwijs Onderwijsinstelling Naam : Stamnummer leerling.. Eerste voornaam: Geslacht: Datum 1 ste inschrijving: Geboorteplaats: Datum: Nat.: Datum vertrek/uitschrijving: Adres: Reden: Tel.: Schooljaa r Naam gezinshoofd/voogd: Naam van de moeder: Beroep: Beroep: OV leerjaar Type Opleiding nr. adm. groep Datum inschrijving s verslag G Z A vorig leerjaar: Onderwijsinstelling: Resultaat Opmerkingen Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 75

76 Richtlijnen: 1. Onderwijsinstelling: dit vak omvat het instellingsnummer, de officiële benaming en het volledige adres; 2. Naam, eerste voornaam, geslacht (M of V), geboorteplaats, geboortedatum (DD.MM.JJJJ), nationaliteit; 3. Naam gezinshoofd/voogd, naam van de moeder, (eventueel) het beroep: deze rubrieken hoeven niet ingevuld te worden voor de meerderjarige leerlingen; 4. Stamnummer: aan de leerling toegekend in het stamboekregister voor het buitengewoon secundair onderwijs 5. Datum (DD.MM.JJJJ) van in- en uitschrijving: indien een leerling uitgeschreven wordt en nadien terugkomt, moet de steekkaart aangepast worden. Voor dergelijke leerlingen moet bijgevolg een volgende datum van inschrijving vermeld worden onder de eerste. 6. Reden: in te vullen indien gekend. Bij verandering van onderwijsinstelling dienen naam en adres van de nieuw bezochte onderwijsinstelling te worden vermeld. 7. Vorig leerjaar: vermelding van het laatst gevolgd leerjaar voorafgaand aan dat van de inschrijving, ongeacht het tijdstip van inschrijving gedurende het lopende schooljaar. Voor de vermelding van het vorige leerjaar worden in het buitengewoon onderwijs de volgende afkortingen gebruikt : - Opleidingsvorm : 1, 2 of 3 - Leerjaar : OV 1 een horizontaal streepje OV 2 : fase 1 of 2 OV 3 : 1,2,3,4,5 of ABO - Type : 1,2,3,4,5,6 of 7 - Opleiding OV 1 en 2 : horizontaal streepje OV 3 : benaming opleiding 8. Onderwijsinstelling: naam en adres van de instelling waar het hierboven bedoelde leerjaar gevolgd werd 9. Schooljaar: het desbetreffende schooljaar, bijvoorbeeld Indien de leerling na 1 september van opleiding verandert, moet de steekkaart aangepast worden door de nieuwe toestand te vermelden op een nieuwe lijn onder de vorige. De datum van deze wijziging dient te worden vermeld. De gegevens over de inschrijving bij het begin van het schooljaar mogen NIET verwijderd of gewijzigd worden. 10. Opleidingsvorm: 1,2 of Leerjaar: OV 1: een horizontaal streepje OV 2: fase 1 of 2 OV 3: 1,2,3,4,5 of ABO Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 76

77 12. Type: 1,2,3,4,5,6 of Opleiding: OV1 en 2: horizontaal streepje OV 3: benaming opleiding 14. Nummer administratieve groep: het formulier BUSO 1 vermeldt de nummers van de administratieve groepen die door de instelling worden georganiseerd. 15. Datum inschrijvingsverslag: in voorkomend geval, de laatste datum van attestwijziging; 16. Keuze G/Z/A: geldt enkel voor de instellingen waar deze keuzemogelijkheid bestaat. Te gebruiken afkortingen (3-lettercode) NCZ = Niet-confessionele zedenleer KGD = Katholieke godsdienst PGD = Protestantse godsdienst ISR = Israëlitische godsdienst ISL = Islamitische godsdienst ORT = Orthodoxe godsdienst ANG = Anglicaanse godsdienst VRG = Vrijgesteld CBS = Cultuurbeschouwing ECR = Eigen cultuur en religie 17. Resultaat: beslissing van de klassenraad of eventueel behaald attest of getuigschrift. 18. Andere opmerkingen, notities,... Doorhalingen, herhalingstekens, aanduidingen zoals idem zijn niet toegelaten. De steekkaarten worden op scherm bijgehouden (per opleidingsvorm, leerjaar en opleiding). Ze moeten steeds raadpleegbaar zijn en kunnen voorgelegd worden wanneer de bevoegde instanties (zoals de verificatiediensten) daar om vragen. Voor de richtlijnen voor OV 4 verwijzen we naar de omzendbrief SO 70, punt 3.2. Maar de BuSOscholen dienen wel de nummers van de administratieve groepen te gebruiken die vermeld zijn in bijlage 3 en bijlage 4 van de omzendbrief SO/2011/01. Daarenboven moeten de BuSO-scholen twee extra kolommen, nl. 'Type' en 'Datum inschrijvingsverslag' tussen de kolommen 'Schooljaar' en 'Onderwijsvorm' toevoegen, waarin respectievelijk het type van de leerling (1,2,3,4,5,6 of 7) en (in voorkomend geval) de laatste datum van attestwijziging wordt vermeld. De bewaartermijn voor de individuele steekkaart is onbeperkt HET AANWEZIGHEIDSREGISTER De aanwezigheidsregisters worden elektronisch bijgehouden per klas en in alfabetische volgorde op familienaam (naargelang het geval, ook op voornaam). De registers moeten op scherm raadpleegbaar zijn en op vraag van de verificateur afgedrukt worden. Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 77

78 Bijlage 3 MAAND Nr. administratieve groep. V STAM Naam en Voornaam M/V G R/V SCHOOLBEZOEK PER HALVE O NUM van de leerlingen Z L MER A G N R Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 78

79 Richtlijnen: De aanwezigheidsregisters moeten voor elke leerling de volgende gegevens bevatten : 1. Het volgnummer. 2. Het stamnummer (cfr. stamboekregister voor het buitengewoon secundair onderwijs). 3. Naam en eerste voornaam van de leerling. 4. Geslacht (M of V). 5. R/V regelmatige of vrije leerling. 6. De keuzemogelijkheid G/Z/A zie onder punt Het nummer van de administratieve groep wordt boven de betreffende groep van leerlingen geplaatst. 8. Een naam van een leerling mag nooit verwijderd of door een andere naam vervangen worden. Dit geldt eveneens voor leerlingen die de klas/school verlaten hebben en in de loop van het schooljaar terugkeren. 9. De aanwezige leerlingen moeten aangeduid worden met een verticaal streepje. De afwezige leerlingen moeten aangetekend worden met de passende code van zodra de reden van afwezigheid gekend is en in ieder geval zo snel mogelijk. 10. De vaststelling van de aan- of afwezigheden gebeurt op het einde van het eerste lesuur (vooren namiddag). Het is die afwezigheid die bepalend is voor het gebruik van de juiste code of symbool. Op het gebruik van de correcte codes wordt dieper ingegaan in hoofdstuk De dagen waarop er geen les gegeven wordt, moeten als volgt ingevuld worden: - maximaal negen volledige of achttien halve dagen per schooljaar voor de evaluatie van leerlingen: - 1 halve dag per schooljaar om bij het begin van het schooljaar administratieve en onthaalformaliteiten voor te bereiden: - 1 halve dag onmiddellijk na parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen in die scholen waar stem- en/of stemopnemingsbureaus waren gevestigd: - maximaal twee volledige of vier halve facultatieve verlofdagen: + - maximaal één pedagogische studiedag: * - woensdagnamiddag (naargelang), zaterdag, zondag, wettelijke vakantie- en verlofdagen: blanco laten - de met lesactiviteiten gelijkgestelde dagen zoals intra- of extra-muros activiteiten, schoolreizen,... aanduiden met een verticaal streepje maar met vermelding van de aard van de activiteit. De aanwezigheidslijsten worden dagelijks aan het bestand toegevoegd zodat deze tot en met de vorige lesdag steeds beschikbaar moeten kunnen zijn en afgedrukt kunnen worden. Tenzij voor wat de nieuwe inschrijvingen en de openstaande afwezigheden (die uiteraard zo snel mogelijk worden ingevuld door de school) betreft, worden de codes van een bepaalde maand de 11de lesdag volgend op deze maand definitief vastgelegd en bewaard. Voor de leerling die de klas verlaat, moet de lijn opgevuld worden met een grijswaarde vanaf de dag van zijn vertrek tot op het einde van het schooljaar en in de kolom opmerkingen de reden vermeld. Bijvoorbeeld : instelling verlaten vanaf, overgegaan naar... vanaf... Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 79

80 Voor de leerling die in een aanwezigheidsregister aan de lijst toegevoegd wordt, vermeldt de school in de kolom opmerkingen de datum van inschrijving (nieuwe leerling) of komt van... (vb. bij verandering van klas). De bewaartermijn voor het afwezigheidsregister is 6 schooljaren, het lopende schooljaar inbegrepen WETTIGEN VAN AFWEZIGHEDEN Voor elke afwezigheid moet een schriftelijk bewijs kunnen voorgelegd worden. Meer bijzonderheden hieromtrent zijn opgesomd in de omzendbrief SO/2002/05/buso en hoofdstuk 7 van deze cursus. Deze bewijsstukken worden per leerling en voor het volledige schooljaar gerangschikt, bij voorkeur volgens de aanwezigheidsregisters. De verantwoordingsbewijzen voor afwezigheden om medische reden worden op het secretariaat bezorgd wanneer de leerling terug naar de school komt; indien het echter gaat om een afwezigheidsperiode van meer dan tien opeenvolgende lesdagen, dan moet het attest onmiddellijk bezorgd worden. De verantwoordingsbewijzen voor andere afwezigheden moeten eveneens onmiddellijk en, voor bepaalde gevallen van afwezigheid, zelfs vóór de aanvang ervan, op het secretariaat worden ingediend. Voor leerlingen die tijdens het schooljaar van onderwijsinstelling veranderen, dient een afschrift van de afwezigheidsbewijzen en de registratiefiche van het lopende schooljaar naar de nieuwe instelling meegestuurd te worden. De bewaartermijn voor de afwezigheidsbriefjes bedraagt één schooljaar, het lopende schooljaar niet inbegrepen REGISTRATIEFICHE VAN DE LEERLING De registratiefiche wordt geïnformatiseerd bijgehouden per klas met een alfabetische volgorde op familienaam (naargelang het geval, ook op voornaam). De registratiefiche geeft per schooljaar en per leerling een beeld van de eventuele afwezigheden met de corresponderende code. Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 80

81 Bijlage 4 REGISTRATIEFICHE VAN DE LEERLING NAAM en adres van de instelling Naam leerling : Stamnummer: Geboortedatum: Schooljaar: Klas : Code B D Z P R G T L O Q H W Opmerking begeleiding ziek ziek attest persoonlijke diverse spreiding tucht te laat opvang rouw revalidatie Stages Beschrijving attest ouders of redenen les- arts meerderjarige redenen leerling programma Periode dd/mm/jj - dd/mm/jj dd/mm/jj - dd/mm/jj TOTAAL Algemeen totaal m.i.v. code L : Algemeen totaal zonder code L : Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 81

82 HET INSCHRIJVINGSREGISTER Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) wil verdergaan op de ingeslagen digitale weg. Daarom is het de bedoeling om het inschrijvingsregister te integreren in het schoolsoftwarepakket. Uit het overleg met de schoolsoftwareleveranciers is echter gebleken dat dit niet haalbaar is voor de inschrijvingen voor het schooljaar Vandaar stelt AgODi in een overgangsfase het volgende model van inschrijvingsregister ter beschikking. Het nieuwe model van inschrijvingsregister is terug te vinden in de omzendbrief SO/2012/03. Inschrijvingsregister buitengewoon secundair onderwijs Deel I: Capaciteitenblad Deel II: Leerlingenfiche Deel III: Registerblad met het verloop van de inschrijvingen Registerblad Leeswijzer Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 82

83 DEEL I: CAPACITEITENBLAD Datum: Dag Maand Jaar 1. Voor welk schooljaar geldt het inschrijvingsregister? - 2. Vul de gegevens van de school of vestigingsplaats in. Naam Instellingsnummer Volgnummer vestigingsplaats Straat en nummer Postnummer en gemeente Telefoonnummer 3. Vul de niveaus in waarop de capaciteit is bepaald, alsook de vastgelegde capaciteiten. Capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur als maximaal aantal leerlingen ziet. Niveau Capaciteit Niveau Capaciteit Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 83

84 Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 84

85 DEEL II: LEERLINGENFICHE Gegevens school of vestigingsplaats Naam: Gegevens leerling Naam + voornaam: Straat en nummer: Geboortedatum: Postnummer en gemeente: Inschrijving voor het schooljaar Inschrijving voor: Voorrangskenmerken leerling Broer-zus : ja/nee Kind personeel : ja/nee Campus (indien van toepassing): ja/nee Nederlandstalig (BHG) :ja/ nee Datum en uur van de inschrijving Datum: Uur: Ondergetekende gaat akkoord met het pedagogisch project en het schoolreglement. Handtekening ouder Status inschrijving Gerealiseerd Niet-gerealiseerd Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 85

86 DEEL III: REGISTERBLAD MET HET VERLOOP VAN DE INSCHRIJVINGEN VOOR HET SCHOOLJAAR Inschrijvingsregister voor: Instellingsnummer school: Nummer vestigingsplaats: Datum Uur Naam+ voornaam leerling Geboorte -datum Zelfde leefentit eit (broer/ zus) Kind Personee l Campus (indien van toepassi ng) Vo lgnr Nederlandstalig (enkel BHG) Status inschrijving Gerealiseerd Nietgerealiseerd Opmerkingen Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 86

87 Leeswijzer bij het registerblad met het verloop van de inschrijvingen Volgnummer: elke leerling die zich voor inschrijving komt aanbieden, wordt in chronologische volgorde en met een aansluitend en oplopend volgnummer genoteerd in het inschrijvingsregister. Dit volgnummer komt niet overeen met het stamnummer. Datum: datum waarop de leerling zich voor inschrijving komt aanbieden. Uur: tijdstip waarop de leerling zich voor inschrijving komt aanbieden. Naam + voornaam leerling: voor de juiste schrijfwijze wordt gevraagd naar een officieel bewijsstuk (bij voorkeur de SIS-kaart). Geboortedatum: voor de juiste datum wordt gevraagd naar een officieel bewijsstuk (bij voorkeur de SIS-kaart). Zelfde leefentiteit: leerlingen van dezelfde leefentiteit die zich tijdens de respectievelijke voorrangsperiode voor inschrijving komen aanbieden, vinken aan in deze kolom. Kind personeel: kinderen van personeelsleden die zich tijdens de respectievelijke voorrangsperiode voor inschrijving komen aanbieden, vinken aan in deze kolom. Campus (indien van toepassing): leerlingen van een basisschool gelegen op dezelfde campus waar voorrang wordt verleend bij de overgang naar het secundair onderwijs die zich tijdens de respectievelijke voorrangsperiode voor inschrijving komen aanbieden, vinken aan in deze kolom. Nederlandstalig (BHG): leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is en die zich tijdens de respectievelijke voorrangsperiode voor inschrijving komen aanbieden, vinken aan in deze kolom. Deze voorrangsgroep is enkel van toepassing in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Status inschrijving: Gerealiseerd: elke leerling die zich voor inschrijving komt aanbieden en waarvan de inschrijving kan worden gerealiseerd, vinkt aan in deze kolom. Niet-gerealiseerd: elke leerling die zich voor inschrijving komt aanbieden en waarvan de inschrijving niet kan worden gerealiseerd, vinkt aan in deze kolom. Opmerkingen: in deze kolom noteert de school Bij een gerealiseerde inschrijving: o Indien van toepassing: dat de inschrijving wordt gerealiseerd in het kader van één van de overcapaciteitsgroepen. Bij een niet-gerealiseerde inschrijving, de motivering: o Voldoet niet aan de toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden o Alternerend schoollopen o Capaciteit overschreden o Eerder definitief uitgesloten Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 87

88 o Elders definitief uitgesloten in de loop van het schooljaar (enkel in werkingsgebied LOP na afspraken) Bij elke wijziging van de status inschrijving : o De datum van de statuswijziging o Het tijdstip van de statuswijziging o De nieuwe status: o Gerealiseerde inschrijving + indien van toepassing: in overcapaciteit (zie hierboven) o Niet-gerealiseerde inschrijving + de motivering (zie hierboven) o Uitschrijving Voor scholen buitengewoon onderwijs die werken met dubbele contingentering is er een ander model terug te vinden in de omzendbrief SO/2012/03 (bijlage 5) LEERLINGENKENMERKEN In het kader van de overgang van onderwijsvoorrangsbeleid (OVB) naar gelijke onderwijskansenbeleid (GOK) worden vanaf het schooljaar een aantal leerlingenkenmerken opgevraagd. Enkel scholen voor buitengewoon onderwijs die de types 1 of 3 aanbieden voor externe en semi-interne leerlingen, zijn bij de bevraging betrokken. De leerlingenkenmerken waarover het gaat, zijn: - de thuistaal (en taalgebruik) - het opleidingsniveau van de moeder Het beantwoorden aan deze indicatoren gebeurt op grond van een schriftelijke verklaring op eer, gedateerd en ondertekend door een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of die de minderjarige leerplichtige leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft. Indien de leerling meerderjarig is, mag de school het formulier ook aanvaarden als het door de leerling zelf ingevuld en ondertekend is. Indien een leerling tijdelijk of permanent buiten het eigen gezinsverband opgenomen is door een persoon, een gezin, een voorziening of sociale dienst in het kader van bijzondere jeugdbijstand, volstaat een verklaring van de persoon, de voorziening of de sociale dienst waar de minderjarige is opgenomen. Het modelformulier van de verklaring op eer vindt u in bijlage bij de omzendbrief BUSO 04 van 01/09/2001. Er wordt één formulier per kind meegegeven. Het is de bedoeling dat per kind één formulier wordt ingevuld. De school moet voor elk kind afzonderlijk de gegevens doorgeven. Het modelformulier werd ook aan uw softwareleverancier bezorgd, zodat u dit gepersonaliseerd per leerling kan afdrukken via uw schoolsoftwarepakket. We geven er de voorkeur aan dat u briefomslagen meegeeft aan de leerlingen omwille van het vertrouwelijk karakter van de vragenlijst. Het is belangrijk dat ouders weten dat hun gegevens vertrouwelijk zullen worden behandeld. Het formulier is vertaald in het Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans, Portugees, Turks en standaard Arabisch. Zie bijlagen 9 tot en met 16 bij de omzendbrief BUSO 04 van 01/09/2001. De gegevens van het enquêteformulier moeten letterlijk overgenomen worden, er mag door de school Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 88

89 geen interpretatie gemaakt worden. De verklaring op eer is een element van het leerlingendossier en gaat met het leerlingendossier mee als de leerling van school verandert. Vragenlijst over de achtergrond van uw kind AGODI Ministerie van Onderwijs en Vorming naam school: straat en nummer: postnummer en gemeente: Dit is een korte vragenlijst die betrekking heeft op uw kinderen en het gezin waarin zij leven. Omdat wij de leerlingen van het Vlaamse onderwijs beter willen leren kennen, zouden wij u graag een aantal vragen stellen. Het beantwoorden daarvan vergt slechts een paar minuten van uw tijd, maar helpt ons en de scholen het onderwijs voor uw kinderen te verbeteren. Wie vult dit formulier in? We verwachten dat de vader of moeder of de persoon die verantwoordelijk is voor de opvoeding van het kind waarover de vragen gaan, het formulier invult. Aan wie bezorgt u dit formulier? Bezorg dit formulier aan de school waar het kind ingeschreven is. 1 Vul de gegevens van het kind in. voor- en familienaam klas 2 Kruis aan welke taal het kind meestal spreekt met de vermelde personen. U mag bij elke vraag maar één taal aankruisen. Het kind spreekt met de moeder meestal Nederlands Frans een andere taal Ik kan hierop niet antwoorden omdat de moeder geen contact heeft met het kind of overleden is Het kind spreekt met de vader meestal Nederlands Frans een andere taal Ik kan hierop niet antwoorden omdat de vader geen contact heeft met het kind of overleden Het kind spreekt met broers of zussen meestal Nederlands Hoofdstuk: Leerlingendossier/Leerlinggebonden documenten 89

DE STRUCTUUR VAN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS VANAF 1 SEPTEMBER DE OMSCHRIJVING VAN DE TYPES EN DE OPLEIDINGSVORMEN

DE STRUCTUUR VAN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS VANAF 1 SEPTEMBER DE OMSCHRIJVING VAN DE TYPES EN DE OPLEIDINGSVORMEN DE STRUCTUUR VAN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS VANAF 1 SEPTEMBER 2015 (bij inwerkingtreding van het decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijs behoeften het M-decreet ) 1 DE

Nadere informatie

SCHOOLLOOPBAAN VAN EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS

SCHOOLLOOPBAAN VAN EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS SCHOOLLOOPBAAN VAN EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS [INSCHRIJVINGSRECHT, TOELATINGSVOORWAARDEN, LEERLINGENDOSSIER, LEERPLICHT, AFWEZIGHEDEN, STUDIEBEWIJZEN] Afdeling secundair onderwijs

Nadere informatie

Waarom een nieuw decreet?

Waarom een nieuw decreet? M-decreet Waarom een nieuw decreet? 1. Historiek 2. VN-verdrag Rechten Personen met een handicap 3. Cijfergegevens 4. Hypotheses 5. Nood aan een mentaliteitswijziging Historiek 1998: advies VLOR over inclusief

Nadere informatie

Inschrijven en aanmelden

Inschrijven en aanmelden Inschrijven en aanmelden Heb ik het recht om me in te schrijven in de school die ik het liefst wil? De vrije schoolkeuze is een heel belangrijk recht. Iedereen mag zich inschrijven in een school of vestigingsplaats

Nadere informatie

Inschrijven en aanmelden

Inschrijven en aanmelden Inschrijven en aanmelden Heb ik het recht om me in te schrijven in een school naar keuze? Iedereen heeft recht op inschrijving in een school naar keuze. Als je jonger bent dan 12 jaar bepalen je ouders

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten

Opleiding voor schoolsecretariaten Opleiding voor schoolsecretariaten 2016-2017 Inschrijvingsrecht 1. Uitgangspunten 2. VOOR: Hoe de inschrijvingen organiseren? 3. TIJDENS de inschrijvingsperiode 4. NA de start van de inschrijvingsperiode

Nadere informatie

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs Bijlage bij omzendbrief BaO/2012/01 HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs In enkele overzichtelijke schema s krijgt u zicht op het inschrijvingsrecht. Bij elk schema leest u ook de basisprincipes

Nadere informatie

M-decreet. Joke Pauwels Hoofdadviseur BuO

M-decreet. Joke Pauwels Hoofdadviseur BuO 1 M-decreet Joke Pauwels Hoofdadviseur BuO 2 Inleiding Maatschappelijke betekenis van onderwijs Kansen Historiek Opleidingsvorm 2 Vragen Maatschappelijke opdracht onderwijs 3 4 Onderwijs vandaag Exclusie

Nadere informatie

VVKSO CODIS/DOC/12/22 2012-09-06. Kansen en. Brussel, BESLUIT: ./.

VVKSO CODIS/DOC/12/22 2012-09-06. Kansen en. Brussel, BESLUIT: ./. VVKSO CODIS/DOC/12/22 2012-09-06 Ontwerp van decreet betreffende dringende en andere maatregele n voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister

Nadere informatie

Samenvatting van het inschrijvingsrecht voor basisscholen, gelegen buiten LOP-gebied

Samenvatting van het inschrijvingsrecht voor basisscholen, gelegen buiten LOP-gebied Bijlage 1 bij omzendbrief BaO/2012/01 Samenvatting van het inschrijvingsrecht voor basisscholen, gelegen buiten LOP-gebied Deze samenvatting is specifiek voor scholen uit het gewoon basisonderwijs die

Nadere informatie

Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs

Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs 1. Recht op inschrijving 1.1. Basisprincipes 1.1.1. Toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden Een inschrijving vindt plaats onder

Nadere informatie

Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs

Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs 1. Recht op inschrijving a. Basisprincipe Elke leerling heeft recht op inschrijving in de school of vestigingsplaats gekozen door zijn

Nadere informatie

Onderzoek Praktijktest in het kader van Leerzorg

Onderzoek Praktijktest in het kader van Leerzorg Onderzoek Praktijktest in het kader van Leerzorg In opdracht van de Vlaamse Regering, Departement Onderwijs en Vorming Bijlage bij powerpoint persvoorstelling 28012009 Prof. Dr. Jo Lebeer & Prof. Dr. Elke

Nadere informatie

Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs

Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs 1. Recht op inschrijving a. Basisprincipe Elke leerling heeft recht op inschrijving in de school of vestigingsplaats gekozen door zijn

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten

Opleiding voor schoolsecretariaten Opleiding voor schoolsecretariaten 2018-2019 Agenda Deel 1: Toelichting nieuw kader inschrijvingsrecht Deel 2: 10 veelgestelde vragen over inschrijvingsrecht => Gewoon basisonderwijs 1 Deel 1: Nieuw kader

Nadere informatie

Stappenplan. je kind inschrijven op een basisschool

Stappenplan. je kind inschrijven op een basisschool Stappenplan je kind inschrijven op een basisschool Inhoudsopgave Stappenplan... 4 Wie moet ingeschreven worden?... 5 Volgende kinderen moet je inschrijven voor het schooljaar 2013-2014:... 5 Is je kleuter

Nadere informatie

Draaiboek inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Temse

Draaiboek inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Temse Draaiboek inschrijvingsbeleid 2015-2016 Basisonderwijs regio Temse Datum: 5 juni 2014 Doelgroep: Leden van de algemene vergadering 1. Inleiding De uitgangspunten van het huidige GOK-decreet en het vernieuwde

Nadere informatie

Kansrijk Onderwijs Workshop Ondersteuningsnetwerken 29 mei 2018 Lode De Geyter en Dirk Uten

Kansrijk Onderwijs Workshop Ondersteuningsnetwerken 29 mei 2018 Lode De Geyter en Dirk Uten Kansrijk Onderwijs Workshop Ondersteuningsnetwerken 29 mei 2018 Lode De Geyter en Dirk Uten Inclusief onderwijs M-decreet Van GON en ION naar ondersteuningsnetwerken Kansen tot krachtige samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in een notendop. 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit

Het inschrijvingsrecht in een notendop. 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit Het inschrijvingsrecht in een notendop 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit Capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur als maximaal aantal leerlingen

Nadere informatie

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen.

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen. Inschrijvingen Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen. Het is raadzaam dit overzicht door te lezen.

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

Ontwerp van decreet. betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Tekst aangenomen door de plenaire vergadering stuk ingediend op 2290 (2013-2014) Nr. 7 12 maart 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende dringende en andere maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet betreffende dringende en andere maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet betreffende dringende en andere maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64624 BELGISCH STAATSBLAD 28.08.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

Implementatie van het M-decreet met linken naar redelijke aanpassingen en UDL

Implementatie van het M-decreet met linken naar redelijke aanpassingen en UDL Implementatie van het M-decreet met linken naar redelijke aanpassingen en UDL 23 oktober, Gent 24 oktober, Hasselt 25 november, Mechelen 27 november, Brugge 28 november, Antwerpen SITUERING Decreet van

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in een notendop

Het inschrijvingsrecht in een notendop COC Trierstraat 33 1040 Brussel Het inschrijvingsrecht in een notendop Dat alle leerlingen op school gelijke kansen moeten krijgen, is onbetwistbaar. Het Gelijke Onderwijskansendecreet(GOK-decreet) wil

Nadere informatie

Evaluatie afsprakennota inschrijvingsbeleid Voorbereiding afsprakennota inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Sint-Niklaas

Evaluatie afsprakennota inschrijvingsbeleid Voorbereiding afsprakennota inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Sint-Niklaas Datum: 23 mei 2013 Doelgroep: Leden van de werkgroep inschrijvingsbeleid 1. Inleiding Evaluatie afsprakennota inschrijvingsbeleid 2013-2014 Voorbereiding afsprakennota inschrijvingsbeleid 2014-2015 Basisonderwijs

Nadere informatie

Leerlingenaantallen basis- en

Leerlingenaantallen basis- en Leerlingenaantallen basis- en secundair onderwijs Duiding bij de beschikbare tabellen op de website onderwijsstatistieken Op basis van een aantal Excel-tabellen kan je leerlingenaantallen per school opzoeken

Nadere informatie

Inschrijvingsbeleid Daltonatheneum Het Leerlabo Schooljaar

Inschrijvingsbeleid Daltonatheneum Het Leerlabo Schooljaar Inschrijvingsbeleid Daltonatheneum Het Leerlabo Schooljaar 2016-2017 Daltonathenheum Het Leerlabo Spikdorenveld 22 2260 Westerlo 1 Toelatingsvoorwaarden Om in onze school ingeschreven te worden, dien je

Nadere informatie

Formele inschrijving

Formele inschrijving Welkom Alle leerlingen waarvan de ouders kiezen voor het pedagogisch project van de steinerscholen en voor de manier waarop de middelbare school de belangrijkste basisprincipes van deze pedagogie in vult,

Nadere informatie

Regelgeving OKAN secundair onderwijs. Studiedag Wat kan (na) okan? (25 april 2013 Hasselt)

Regelgeving OKAN secundair onderwijs. Studiedag Wat kan (na) okan? (25 april 2013 Hasselt) Regelgeving OKAN secundair onderwijs Studiedag Wat kan (na) okan? (25 april 2013 Hasselt) Overzicht Inschrijvingsrecht in een notedop Wat is O(K)AN? Algemeen Deeltijds gewoon secundair onderwijs Voltijds

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Amendementen

Ontwerp van decreet. betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Amendementen stuk ingediend op 2290 (2013-2014) Nr. 2 30 januari 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Amendementen Stukken in het dossier: 2290

Nadere informatie

Formele inschrijving

Formele inschrijving Welkom Alle leerlingen waarvan de ouders kiezen voor het pedagogisch project van de steinerscholen en voor de manier waarop de middelbare school de belangrijkste basisprincipes van deze pedagogie in vult,

Nadere informatie

Type basisaanbod: evaluatie terugkeer BuBaO en BuSO

Type basisaanbod: evaluatie terugkeer BuBaO en BuSO Type basisaanbod: evaluatie terugkeer BuBaO en BuSO 1. Evaluatie terugkeer binnen BuBaO 1.1. Situering In een ideale wereld zijn alle CLB-teams geprofessionaliseerd in het lopen van goede HGD-trajecten

Nadere informatie

Afsprakennota. Inschrijvingsrecht Schooljaar LOP SO Genk

Afsprakennota. Inschrijvingsrecht Schooljaar LOP SO Genk Afsprakennota Inschrijvingsrecht Schooljaar 2019-2020 LOP SO Genk Januari 2019 1 INHOUD Algemene principes en opmerkingen... 3 1 Capaciteit en volzetverklaring... 4 1.1 Capaciteit niveaus bepalen... 4

Nadere informatie

Afsprakennota. Inschrijvingsrecht LOP SO Genk

Afsprakennota. Inschrijvingsrecht LOP SO Genk Afsprakennota Inschrijvingsrecht 2014-2015 LOP SO Genk 2 december 2013 1 INHOUD Algemene principes en opmerkingen... 3 1 Capaciteit... 4 1.1 Capaciteit niveaus bepalen... 4 1.1.1 Eerste jaar voltijds gewoon

Nadere informatie

Er zijn twee voorwaarden om als regelmatige leerling ingeschreven te kunnen worden:

Er zijn twee voorwaarden om als regelmatige leerling ingeschreven te kunnen worden: vzw Katholiek Secundair Onderwijs van de Zusters van de Voorzienigheid Ondernemingsnummer 0409-977428 INSTITUUT MARIA KONINGIN INSCHRIJVINGEN 1. Het inschrijvingsdecreet Wettelijke voorwaarden voor inschrijving

Nadere informatie

Inschrijvingsrecht: een nieuw kader voor de inschrijvingen voor Secundair onderwijs

Inschrijvingsrecht: een nieuw kader voor de inschrijvingen voor Secundair onderwijs Inschrijvingsrecht: een nieuw kader voor de inschrijvingen voor 2020-2021 Secundair onderwijs Inhoud Terugblik Gewoon secundair onderwijs: 1A en 1B Gewoon secundair onderwijs: hogere jaren Buitengewoon

Nadere informatie

DEEL I: CAPACITEITENBLAD BIEST Datum opmaak capaciteitenblad.

DEEL I: CAPACITEITENBLAD BIEST Datum opmaak capaciteitenblad. Capaciteitsbepaling en voorrangsregeling inschrijvingen 2019-2020 1. Capaciteitsbepaling Capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als maximaal aantal leerlingen.

Nadere informatie

DEEL I: CAPACITEITENBLAD Keukeldam Datum opmaak capaciteitenblad.

DEEL I: CAPACITEITENBLAD Keukeldam Datum opmaak capaciteitenblad. Capaciteitsbepaling en voorrangsregeling inschrijvingen 2019-2020 1. Capaciteitsbepaling Capaciteit is het totaalaantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als maximaal aantal leerlingen.

Nadere informatie

Inschrijvingsrecht: een nieuw kader voor de inschrijvingen voor Basisonderwijs

Inschrijvingsrecht: een nieuw kader voor de inschrijvingen voor Basisonderwijs Inschrijvingsrecht: een nieuw kader voor de inschrijvingen voor 2020-2021 Basisonderwijs Inhoud Terugblik Gewoon basisonderwijs Buitengewoon basisonderwijs Ondersteuning Terugblik Terugblik 7/09/2018:

Nadere informatie

Toelatingsvoorwaarden 1STE GRAAD A-STROOM

Toelatingsvoorwaarden 1STE GRAAD A-STROOM Toelatingsvoorwaarden 1STE GRAAD A-STROOM Voor het 1ste leerjaar van de eerste graad (1A) Kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten: 1 de houders van het getuigschrift van basisonderwijs, behaald

Nadere informatie

Jackie Denis en Lieselot Vantuyckom

Jackie Denis en Lieselot Vantuyckom 2 Het inschrijvingsrecht vanaf 1 september 2012 Jackie Denis en Lieselot Vantuyckom Wat vooraf ging 3 Decreet Inschrijvingsrecht van 25 november 2011 Bijzondere vormingssessies (jan-feb 2012) Wijzigingen

Nadere informatie

elk kind een plaats... 1

elk kind een plaats... 1 Elk kind een plaats in een brede inclusieve school Deelnemen aan het dagelijks maatschappelijk leven Herent, 17 maart 2014 1 Niet voor iedereen vanzelfsprekend 2 Maatschappelijke tendens tot inclusie Inclusie

Nadere informatie

Inschrijvingsregister voor het basisonderwijs

Inschrijvingsregister voor het basisonderwijs Inschrijvingsregister voor het basisonderwijs 20 maart 2014 WISA helpdesk Inhoudsopgave 1 Inschrijvingsregister voor het basisonderwijs 2 1.1 Inleiding...................................... 2 1.2 Voorbereidend

Nadere informatie

Afsprakennota. Inschrijvingsrecht LOP SO Genk

Afsprakennota. Inschrijvingsrecht LOP SO Genk Afsprakennota Inschrijvingsrecht 2015-2016 LOP SO Genk 24 november 2014 1 INHOUD Algemene principes en opmerkingen... 3 1 Capaciteit... 4 1.1 Capaciteit niveaus bepalen... 4 1.1.1 Eerste jaar voltijds

Nadere informatie

Het decreet betreffende het inschrijvingsrecht

Het decreet betreffende het inschrijvingsrecht Het decreet betreffende het inschrijvingsrecht Vragen en antwoorden Studiedag Vlor-AgODi 16/12/11 Thema s inschrijvingsrecht Algemeen Capaciteit (Verworven) inschrijving Start inschrijvingen Voorrang Dubbele

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in het basisonderwijs

Het inschrijvingsrecht in het basisonderwijs Het inschrijvingsrecht in het basisonderwijs Vanaf 01/09/2012 november 2012 Inhoud Inleiding... 4 1. Redenen tot wijziging van het inschrijvingsrecht... 4 2. Wat wordt er gewijzigd?... 5 3. Uitgangspunten...

Nadere informatie

Verantwoording door het CLB. Inhoud II - 1

Verantwoording door het CLB. Inhoud II - 1 Verantwoording door het CLB Inhoud Elk gemotiveerd verslag start met het invullen van de verantwoording: wat maakt dat deze leerling op deze school deze specifieke onderwijsbehoeften heeft? Voldoet de

Nadere informatie

Jackie Denis en Lieselot Vantuyckom

Jackie Denis en Lieselot Vantuyckom 2 Het inschrijvingsrecht vanaf 1 september 2012 Jackie Denis en Lieselot Vantuyckom Wat vooraf ging 3 Decreet Inschrijvingsrecht van 25 november 2011 Bijzondere vormingssessies (jan-feb 2012) Wijzigingen

Nadere informatie

Afsprakennota inschrijvingsrecht LOP Basisonderwijs Genk: Afsprakennota: inschrijvingsrecht

Afsprakennota inschrijvingsrecht LOP Basisonderwijs Genk: Afsprakennota: inschrijvingsrecht Afsprakennota: inschrijvingsrecht LOP BaO Genk 9 december 2013 1 INHOUD Inleidende bepalingen 3 1 Capaciteit... 3 1.1 Decretaal kader... 3 1.2 Uitgangspunten... 4 1.3 Afspraken... 5 Capaciteit niveaus

Nadere informatie

Afsprakennota inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Temse

Afsprakennota inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Temse Afsprakennota inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Temse Datum: 10 mei 2012 Doelgroep: Leden van de werkgroep inschrijvingsbeleid Leden van het dagelijks bestuur Leden van de algemene vergadering 1.

Nadere informatie

Inhoud info-avond. 1. Huidige structuur secundair onderwijs. 4. GON 5. Schoolkeuze 6. Inschrijven 7. Vragen?

Inhoud info-avond. 1. Huidige structuur secundair onderwijs. 4. GON 5. Schoolkeuze 6. Inschrijven 7. Vragen? 1 2 Inhoud info-avond 1. Huidige structuur secundair onderwijs 1. Gewoon secundair onderwijs 2. Buitengewoon secundair onderwijs 4. GON 5. Schoolkeuze 6. Inschrijven 7. Vragen? Huidige structuur secundair

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in het gewoon secundair onderwijs

Het inschrijvingsrecht in het gewoon secundair onderwijs Het inschrijvingsrecht in het gewoon secundair onderwijs Vanaf 01/09/2012 november 2012 Inhoud Inleiding... 4 1. Redenen tot wijziging van het inschrijvingsrecht... 4 2. Wat wordt er gewijzigd?... 5 3.

Nadere informatie

Kiezen na de basisschool

Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool WATHOE LEREN KIEZEN Wat gebeurt er in de klas? Het werkboekje WATHOE leren kiezen WATHOE het secundair onderwijs Hoe ziet het secundair onderwijs eruit? Wat kan ik er leren? Het

Nadere informatie

LEERRECHT in het SBSO

LEERRECHT in het SBSO LEERRECHT in het SBSO Alle jongeren vanaf 13 jaar tot 21 jaar kunnen als regelmatige leerling in het buitengewoon secundair onderwijs worden toegelaten op basis van een inschrijvingsverslag. streeft ernaar

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft maatregelen aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Maatschappelijk debat eindtermen Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Inhoud Inleiding... 2 Gewoon lager onderwijs... 2 Kleuteronderwijs... 2 Gewoon secundair onderwijs... 3 Buitengewoon onderwijs... 4 Overzichtstabel...

Nadere informatie

Overzicht. Redelijke aanpassingen. GON als evenwicht tussen redelijke aanpassingen en draagkracht

Overzicht. Redelijke aanpassingen. GON als evenwicht tussen redelijke aanpassingen en draagkracht GON als evenwicht tussen redelijke aanpassingen en draagkracht Overzicht Redelijke aanpassingen SOB DICORDO Zorgcontinuüm Veranderingen GON Sint-Lodewijk Type 4 Redelijke aanpassingen Als aanpassing wordt

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, het decreet van 27 maart 1991 betreffende

Nadere informatie

COZOCO 19 maart 2014. M-decreet. Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 maart 2014

COZOCO 19 maart 2014. M-decreet. Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 maart 2014 COZOCO 19 maart 2014 M-decreet Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 maart 2014 Situering 2005: lancering van het leerzorgkader 2009-2014 geleidelijke invoering van het decreet op leerzorg -geen

Nadere informatie

Op Stapel 2014-03. 04 februari 2014

Op Stapel 2014-03. 04 februari 2014 Op Stapel 2014-03 04 februari 2014 Sector Coördinatie Regelgeving Afdeling Onderwijsorganisatie- en personeel GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Huis van het GO! - Willebroekkaai 36 1000 Brussel

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXII DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXII DE VLAAMSE REGERING, VVKSO CODIS/DOC/12/02 2012-01-12 Voorontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXII DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, Na beraadslaging,

Nadere informatie

3 Zijn er op regionaal niveau netoverschrijdende afspraken gemaakt over het al dan niet toepassen van één of meerdere flexibele trajecten?

3 Zijn er op regionaal niveau netoverschrijdende afspraken gemaakt over het al dan niet toepassen van één of meerdere flexibele trajecten? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DOCUMENT VVKSO 201v2 Evaluatie flexibele leertrajecten Vragenlijst voor coördinerend directeurs 1 Zijn er op het niveau

Nadere informatie

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs Stafdienst Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL +32 2 507 06 19 www.katholiekonderwijs.vlaanderen Analyse septembertelling schooljaar 2018-2019 18 september 2018 Bijna 743 000 leerlingen en hun ouders kiezen voor

Nadere informatie

Veel gestelde vragen OKOplus

Veel gestelde vragen OKOplus Veel gestelde vragen OKOplus Inzet van de ondersteuning 1. Vraag: Kan deze ondersteuning breder ingezet worden in bijvoorbeeld alle klassen zoals dat bij de projecten van de waarborgregeling het geval

Nadere informatie

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS INFORMATIE VAN HET KABINET ONDERWIJS JUNI 2017 Een nieuw ondersteuningsmodel voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in basis- en secundair onderwijs, en voor studenten met een functiebeperking

Nadere informatie

meld je aan Schooljaar ONDERWIJS ANTWERPEN Uw kind inschrijven in het secundair onderwijs Vlaanderen is onderwijs & vorming

meld je aan Schooljaar ONDERWIJS ANTWERPEN Uw kind inschrijven in het secundair onderwijs Vlaanderen is onderwijs & vorming meld je aan ONDERWIJS ANTWERPEN Schooljaar 2018-2019 Uw kind inschrijven in het secundair onderwijs Vlaanderen is onderwijs & vorming Inhoud Beste ouder Welke mogelijkheden hebt u om uw kind in te schrijven

Nadere informatie

Het M-decreet: wat verandert er erevoor CLB?

Het M-decreet: wat verandert er erevoor CLB? Het M-decreet: wat verandert er erevoor CLB? Tine Gheysen Tine Gheysen werkt bij de Vrije-CLB-Koepel, waar ze verantwoordelijke is voor leerlingen met specifi eke noden. Op 12 maart 2014 werd het M-decreet

Nadere informatie

Inschrijvingsbeleid WWW.KOCA.BE

Inschrijvingsbeleid WWW.KOCA.BE Inschrijvingsbeleid Gelijke onderwijskansen De doelstelling van het decreet Gelijke Onderwijskansen is een geïntegreerd Vlaams onderwijsbeleid uitwerken dat alle kinderen en jongeren optimale kansen biedt

Nadere informatie

Welk flexibel individueel leertraject is mogelijk in het SO?

Welk flexibel individueel leertraject is mogelijk in het SO? Informatie bijgewerkt tot september 2014. Welk flexibel individueel leertraject is mogelijk in het SO? Individuele VRIJSTELLINGEN van (onderdelen van) 1 of meer secundaire vakken/leerplandoelstellingen

Nadere informatie

Zending Studiebewijzen - Secundair

Zending Studiebewijzen - Secundair Zending Studiebewijzen - Secundair Versturen van de studiebewijzen naar Discimus Het doorsturen van de studiebewijzen naar Discimus gebeurt via het menu-item > Discimus > Studiebewijzen > Doorsturen. Op

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET INSCHRIJVINGSRECHT

HET GOK-DECREET HET INSCHRIJVINGSRECHT HET GOK-DECREET HET INSCHRIJVINGSRECHT september 2009 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Het inschrijvingsrecht... 4 1.1 Toelatingsvoorwaarden basisonderwijs... 4 1.2 Toelatingsvoorwaarden secundair onderwijs...

Nadere informatie

Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP

Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP Hoe aanmelden en inschrijven in een Wijnegemse school? 2019-2020 Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP 1. Inschrijven... wat en hoe? We willen iedereen een eerlijke kans geven om school te lopen in Wijnegem

Nadere informatie

Huisonderwijs Communicatie aan de CLB s

Huisonderwijs Communicatie aan de CLB s Huisonderwijs Communicatie aan de CLB s In het decreet betreffende het onderwijs XXIII werden een aantal nieuwe maatregelen doorgevoerd met betrekking tot huisonderwijs. Daarin werd ook een rol voorzien

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 december 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende het duaal leren in het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 en 4 en diverse andere maatregelen DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Het traject start zoals een normaal traject met onthaal, vraagverheldering,

Het traject start zoals een normaal traject met onthaal, vraagverheldering, CLB-ACTIVITEITEN IFV VERSLAG/GEMOTIVEERD VERSLAG 1. Traject ifv (voorlopig) verslag/gemotiveerd verslag Het traject start zoals een normaal traject met onthaal, vraagverheldering, Onthaal Variërend volgens

Nadere informatie

Aanbod en organisatie secundair onderwijs

Aanbod en organisatie secundair onderwijs Aanbod en organisatie secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden Studieaanbod Programmatie Varia Toelatingsvoorwaarden (1) 1e leerjaar eerste graad Getuigschrift basisonderwijs => 1A Geen getuigschrift

Nadere informatie

Onderwijsdecreet. Hoofdstuk II. Basisonderwijs

Onderwijsdecreet. Hoofdstuk II. Basisonderwijs Onderwijsdecreet Onze overheid heeft middels onderwijsdecreet XXIII verregaande wijzigingen aan de regelgeving voor het huisonderwijs doorgevoerd. Deze wijzigingen zullen ingaan op 1/9/2013. Voortaan zijn

Nadere informatie

2. In afwijking van paragraaf 1 moeten ouders van de volgende leerplichtigen, de leerplichtige niet inschrijven bij de examencommissie:

2. In afwijking van paragraaf 1 moeten ouders van de volgende leerplichtigen, de leerplichtige niet inschrijven bij de examencommissie: Examens Vanaf 1/9/2013 is een kind in huisonderwijs verplicht in te schrijven voor, deel te nemen aan én te slagen voor examens basisschool en 1ste graad secundair. Het onderwijsdecreet stipuleert heel

Nadere informatie

INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL. in 15 vragen

INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL. in 15 vragen INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL in 15 vragen 3 COLOFON Verantwoordelijke uitgever Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Jo De Ro Agentschap voor Onderwijscommunicatie Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET INSCHRIJVINGSRECHT

HET GOK-DECREET HET INSCHRIJVINGSRECHT HET GOK-DECREET HET INSCHRIJVINGSRECHT 14/11/2008 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Het inschrijvingsrecht... 4 1.1 Praktisch... 4 1.2 Het inschrijvingsregister... 4 1.3 De inschrijving van 2,5 jarigen...

Nadere informatie

INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL. in 15 vragen

INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL. in 15 vragen INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL in 15 vragen 3 COLOFON Verantwoordelijke uitgever Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Jo De Ro Agentschap voor Onderwijscommunicatie Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel

Nadere informatie

Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP

Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP Hoe aanmelden en inschrijven in een Wijnegemse school? 2018-2019 Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP 1. Inschrijven... wat en hoe? We willen iedereen een eerlijke kans geven om school te lopen in Wijnegem

Nadere informatie

Je kunt je kind inschrijven op onze school:

Je kunt je kind inschrijven op onze school: Inschrijving 1.Hoe en wanneer Je kunt je kind inschrijven op onze school: op de opendeurdagen op de schooldagen tussen 9 uur en 12 uur op werkdagen van 1 tot 3 juli en vanaf 24 augustus tussen 9 uur en

Nadere informatie

Samen maken we BUITENGEWOON onderwijs!

Samen maken we BUITENGEWOON onderwijs! Samen maken we BUITENGEWOON onderwijs! OF DECREET Typologie: vroeger nu Type voor kinderen Type voor kinderen 1 met een licht mentale beperking 2 met een matig of ernstig mentale beperking 3 met ernstige

Nadere informatie

Overgangs- en toelatingsvoorwaarden voltijds SO

Overgangs- en toelatingsvoorwaarden voltijds SO Overgangs- en toelatingsvoorwaarden voltijds SO Overzichtsdocument - Versie 2017-2018 23-6-2017 Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Algemene

Nadere informatie

Infomoment voor partners uit hulpverlening en gezondheidszorg. Patrick Lancksweerdt, directeur CLB-Roeselare

Infomoment voor partners uit hulpverlening en gezondheidszorg. Patrick Lancksweerdt, directeur CLB-Roeselare Infomoment voor partners uit hulpverlening en gezondheidszorg 26 maart 2015 Patrick Lancksweerdt, directeur CLB-Roeselare Overzicht 1. Inleiding 2. Context voor verandering 3. Enkele cijfers 4. Denkkaders

Nadere informatie

SIO, TOAH en andere initiatieven voor langdurig zieke leerlingen

SIO, TOAH en andere initiatieven voor langdurig zieke leerlingen SIO, TOAH en andere initiatieven voor langdurig zieke leerlingen Vrijdag 9 maart 2018 is het opnieuw de Nationale Pyjamadag van Bednet. Vorig jaar kwamen leerlingen uit meer dan 1000 scholen in pyjama

Nadere informatie

M-decreet. Decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 16 mei 2018

M-decreet. Decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 16 mei 2018 M-decreet Decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 16 mei 2018 Gebruikte afkortingen GOK : Gelijke Onderwijs Kansen GON: Geïntegreerd onderwijs IAC : Individueel

Nadere informatie

Aanmelden in regio Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem. Infosessie ouders start schooljaar

Aanmelden in regio Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem.   Infosessie ouders start schooljaar Aanmelden in regio Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem https://aanmelden.school Infosessie ouders start schooljaar 2019-2020 1 DE GROTE LIJNEN VOLGENS HET DECREET Een woordje uitleg 2 TERUGBLIK

Nadere informatie

Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders

Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders III Het reglement 1. Engagementsverklaring Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw kind. Het is goed dat u zicht hebt op

Nadere informatie

Hoe/Wanneer het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)*** informeren?

Hoe/Wanneer het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)*** informeren? Huisonderwijs Wat is huisonderwijs? elk onderwijs, gegeven aan leerplichtige leerlingen, buiten een erkende, gefinancierde of gesubsidieerde school (door de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap)

Nadere informatie

EEN NETOVERSTIJGENDE VISIE OP TRAJECTEN DIE LEIDEN TOT EEN GEMOTIVEERD VERSLAG OF VERSLAG

EEN NETOVERSTIJGENDE VISIE OP TRAJECTEN DIE LEIDEN TOT EEN GEMOTIVEERD VERSLAG OF VERSLAG 1 EEN NETOVERSTIJGENDE VISIE OP TRAJECTEN DIE LEIDEN TOT EEN GEMOTIVEERD VERSLAG OF VERSLAG INLEIDING De invoering van het M-decreet, de nieuwe inzichten in Handelingsgerichte diagnostiek en het toenemend

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Voorontwerp van decreet betreffende leerzorg DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering. Voorontwerp van decreet betreffende leerzorg DE VLAAMSE REGERING, AR/EXT/DOC/016bijlage 2 Vlaamse Regering Voorontwerp van decreet betreffende leerzorg DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, BESLUIT:

Nadere informatie

Orde- en tucht leerlingen. Rechtspositie leerlingen. Uitgangspunt 25/04/16. Feit. Decreet 4 april Regels basis- en secundair onderwijs

Orde- en tucht leerlingen. Rechtspositie leerlingen. Uitgangspunt 25/04/16. Feit. Decreet 4 april Regels basis- en secundair onderwijs Orde- en tucht leerlingen Rechtspositie leerlingen Decreet 4 april 2014 Regels basis- en secundair onderwijs Juridisering? Basisonderwijs: Decreet basisonderwijs 25 februari 1997 + Omz. BaO/2014/04 van

Nadere informatie

55826 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

55826 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 55826 BELGISCH STAATSBLAD 31.08.2010 MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID N. 2010 3033 [C 2010/35620] 16 JULI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 6 juli 1970 op het

Nadere informatie

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN TABELLEN Deel 1. LEERLINGEN Hoofdstuk 1 : Algemeen overzicht van de schoolbevolking Onderwijs met volledig leerplan naar inrichtende macht... 33 Onderwijs met volledig leerplan naar provincie... 34 Onderwijs

Nadere informatie

Het ondersteuningsmodel

Het ondersteuningsmodel 1 Het ondersteuningsmodel 1. Het budget De vroegere GON/ION-begeleiding verdwijnt. De middelen hiervoor worden samen met de waarborgregeling en een extra 15,2 miljoen euro gebruikt voor het nieuwe ondersteuningsmodel.

Nadere informatie

De audities worden aangekondigd via de website van de school, via affiches en flyers,

De audities worden aangekondigd via de website van de school, via affiches en flyers, Auditiebeleid KBA Regelgeving i.v.m. AUDITIES. De audities vallen onder het begrip een door de school georganiseerde geschiktheidsproef. De toelatingsklassenraad kan immers als voorwaarde stellen dat de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit

Nadere informatie