Drugsbeleid. en de. overheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Drugsbeleid. en de. overheid"

Transcriptie

1 Drugsbeleid en de overheid

2 2 Verslaving is waarschijnlijk het beste woord om het gevoel van verloren zijn, dat in onze hedendaagse maatschappij zo vaak voorkomt, duidelijk te maken. Door onze verslaving klampen we ons vast aan dingen die we beschouwen als middelen tot zelfontplooiing: rijkdom en macht, status en aanzien, overvloedige consumptie, eten en drinken, seksueel genot waarbij het eerder gaat om lust dan om liefde. We verwachten van deze dingen dat zij onze diepste behoeften zullen bevredigen, maar dat kunnen ze nooit. Zolang we echter in deze waan leven, zijn we verslaafd en dolen we rond in het verre land, op zoek naar iets wat daar nooit te vinden zal zijn. Wij krijgen een eindeloze reeks teleurstellingen te verwerken en ons verlangen naar zelfontplooiing blijft onvervuld. In deze tijd, waarin het aantal verslavingen steeds toeneemt, zijn we ver afgedwaald van ons vaderhuis. Leven in een ver land, dat is leven als een slaaf van de dingen van de wereld, met altijd die innerlijke hunkering naar vrijheid. Uit: Henri Nouwen, Eindelijk Thuis In juli 1998 kreeg Nederland bezoek van VS-president Clinton s hoogste drugsadviseur generaal Barry McCaffrey, de zogenaamde drugstsaar van Amerika. McCaffrey noemde, voorafgaand aan het bezoek, het Nederlands drugsbeleid een unmitigated disaster, in normaal Nederlands: een volslagen ramp. De haren van de diverse beleidsmakers gingen recht overeind staan. McCaffrey waagde het negatief te spreken over het Nederlands drugsbeleid! Los van het waarheidsgehalte van de opmerkingen van McCaffrey: het is natuurlijk duidelijk dat Nederland, in vergelijking met andere landen, nogal specifieke opvattingen heeft over drugs, verslaving en verslaafden. Dat komt ook tot uitdrukking in het concrete overheidsbeleid. Geschiedenis Nederland heeft een rijk en zelfs roemrucht verleden waar het gaat

3 om drugs. Drugs legden ons land geen windeieren en jarenlang werd de schatkist mede gevuld met de opbrengsten uit de handel in opium en later cocaïne (1). Tot het eind van de 19e eeuw werd het onderscheid tussen genot- en geneesmiddel niet gemaakt. Van opium en cocaïne mocht je genieten, zolang dat maar geen totale verloedering en verwaarlozing van het werk of het gezin tot gevolg had. Toen er door ondeskundige en overmatige toediening door artsen zogenaamde morfinisten en later ook cocaïnisten kwamen, mensen die dus echt verslaafd raakten aan deze middelen, werd langzamerhand dat onderscheid wèl gemaakt. Dit proces verloopt overigens parallel aan het steeds professioneler worden van de medische en paramedische beroepen in de loop van de 19e eeuw en het verkrijgen van het alleenrecht door deze beroepen op het voorschrijven c.q. verstrekken van opiaten en cocaïne. Zelfmedicatie is nu uit den boze. De Verenigde Staten ontplooiden de eerste initiatieven om te komen tot officiële wetgeving. Zij werden namelijk geconfronteerd met een groeiend binnenlands opiumgebruik. Mede op de golven van de anti- alcoholbeweging werd een morele kruistocht ondernomen tegen de opiumhandel en -verslaving. Het waren de Verenigde Staten die er bij andere landen, waaronder Nederland, op aandrongen om concrete wetgeving tot stand te laten komen. Dat gebeurde niet altijd met veel snelheid. Sommige landen hadden hun eigen overwegingen en (met name financiële) belangen! (2) Nederland had in 1919 haar eigen Opiumwet, het eindresultaat van de bekrachtiging van het verdrag van de diverse internationale opiumconferenties (3). In de jaren na de Tweede Wereldoorlog wierpen de zojuist opgerichte Verenigde Naties zich op als pleitbezorgers van een wereldwijd drugsbeleid. Zij stelden daartoe de UN Commission on Narcotic Drugs in. Uiteindelijk resulteerde dit in 1961 in het zogenaamde Enkelvoudig Verdrag (Single Convention) van New York dat alle voorgaande verdragen verving. Dit verdrag stelde dat alle activiteiten met drugs (gebruik, handel, enzovoorts) die geen wetenschappelijk of medisch doel hebben, illegaal en dus strafbaar waren. 3

4 4 Het verdrag bevatte vier lijsten met stoffen, met een verschillende mate van schadelijkheid en controle. Het verdrag liet de nationale wetgevingen vrij om aan het verbod op stoffen meer of minder zware consequenties te verbinden. Nederland sloot zich aan bij het Enkelvoudig Verdrag. Intussen veranderde er nogal wat in de Nederlandse samenleving. Het gebruik van softdrugs onder jongeren nam in de jaren zestig, begin jaren zeventig sterk toe op de golven van de hippiebeweging. Binnen deze beweging was softdruggebruik een vorm van zich afzetten tegen de overheersende, materialistische cultuur. De introductie van heroïne in de gebruikerswereld, begin jaren zeventig, dwong de overheid om na te denken over haar drugsbeleid. De overheid stelde een Werkgroep Verdovende Middelen in, de zogenaamde commissie-baan. Deze kwam in 1972 tot het advies een onderscheid te maken tussen cannabis enerzijds en andere illegale drugs, zoals heroïne en LSD, anderzijds. In de discussies over drugs en druggebruik wordt meestal een onderscheid gemaakt tussen hard drugs en soft drugs. Men ontwerpt dan een soort gevarenschaal, b.v. heroïne ) morfine ) codeïne etc. Door op een dergelijke schaal een scheidslijn aan te brengen, kan een indeling in harddrugs en softdrugs worden verkregen. In sommige gevallen is de plaats die een middel op de ranglijst moet innemen discutabel. Voorts kunnen door dosis, frequentie en eventueel de toedieningswijze mede in de beoordeling te betrekken, nog de begrippen soft use en hard use worden ingevoerd. [...] De werkgroep meent dat geïntegreerd gebruik van drugs mogelijk is en ook voorkomt. Dat wil niet zeggen dat hier geen risico s liggen, maar deze kunnen soms aanvaardbaar worden geacht. Uit: Achtergronden en risico s van druggebruik (Baan-rapport, 1972)

5 Het onderscheid werd gemaakt op basis van het risico dat elk van de stoffen had. Harddrugs brachten een onaanvaardbaar risico met zich, softdrugs een aanvaardbaar risico. Tot de harddrugs rekende de werkgroep onder andere heroïne en cocaïne, tot de softdrugs hasjiesj en marihuana. Verder raadde de werkgroep aan te experimenteren met het legaliseren van de handel in en het gebruik van softdrugs en het experimenteren met het vrijgeven van drugs. Ook drong de werkgroep er bij de overheid op aan zich in te zetten om de genoemde veranderingen op internationaal niveau in te voeren. De overheid greep de mogelijkheid aan om in 1976 de Nederlandse Opiumwet aan te passen en inderdaad een onderscheid te maken tussen hard- en softdrugs. Het is verboden: a. de middelen vermeld op de bij deze wet behorende lijst 1, b. de middelen aangewezen krachtens het tweede of derde lid van dit artikel A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen; B. te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren; C. aanwezig te hebben; D. te vervaardigen Opiumwet, artikel Het toenemend aantal misdaden dat met druggebruik samenhing, maakte volgens de overheid de herziening daarvan noodzakelijk. Zij legde de voorrang bij de bestrijding van de (internationale) handel en niet meer bij het gebruik. Het gedeeltelijk uit de criminele sfeer halen van het softdruggebruik was het gevolg. Op zich bleef het gebruik van softdrugs strafbaar, alleen werd het gebruik niet meer gekarakteriseerd als misdrijf maar als overtreding. Op een misdrijf moest straf volgen, bij een overtreding kon er wat door de vingers worden gezien. Ook de handel in kleine hoeveelheden tot dertig gramwerd niet langer als een misdrijf beschouwd. Handel in grotere

6 hoeveelheden bleef wèl strafbaar. Tegelijkertijd werd de maximum straf voor de handel in heroïne en cocaïne aanzienlijk verhoogd: van vier naar twaalf jaar gevangenisstraf. Beoogd werd een scheiding van de markten van respectievelijk de softdrugs en de harddrugs te bewerkstelligen. 6 Lijsten De achterliggende gedachte was, dat de gebruiker een gezondheidsprobleem heeft en niet koste wat het kost vervolgd moest worden. Belangrijker was dat hij weer gezond werd of dat hij op een normale wijze met zijn verslaving zou weten om te gaan, c.q. geen overlast voor anderen veroorzaakte. In 1971 werd op de VN- conferentie in Wenen het Verdrag inzake Psychotrope Stoffen gesloten. Het werd in 1976 van kracht. Deze bevatte, evenals het Enkelvoudig Verdrag, vier lijsten: Lijst I bevat de stoffen die bij gebruik een hoog risico (zowel lichamelijk als geestelijk) hebben. Op lijst II staan de amfetaminen en overige stimulerende middelen. Slaapmiddelen en dergelijke behoorden tot lijst III en lijst IV bevatte de kalmerende middelen. Nederland is niet tot dit verdrag toegetreden. Wel kwamen de stoffen van lijst I en lijst II van het verdrag min of meer overeen met lijst I en II van de Opiumwet. Op lijst II van de Opiumwet stond oorspronkelijk alleen hennep, in 1993 zijn daar ook veel middelen uit het VN-verdrag van 1971 aan toegevoegd. Als een middel onder de werking van de Opiumwet wordt gebracht, moet aan drie criteria voldaan zijn: 1. Het moet gaan om een bewustzijnsbeïnvloedend middel; 2. Er moet sprake zijn van schade voor het individu en 3. Er moet sprake zijn van schade voor de samenleving. Het voldoen aan deze criteria bepaalt of een middel op lijst 1 van de Opiumwet geplaatst wordt. Soms is daarbij spoed vereist. Dan kan plaatsing van een stof door middel van een zogenaamd Ministerieel Besluit plaatsvinden. In 1995 kwam het nieuwe paarse kabinet, bestaande uit PvdA, D66 en VVD, met de nota Continuïteit en verandering waarin het aang-

7 af langs welke lijnen het toekomstige drugsbeleid vorm zou moeten krijgen. De drugsnota geeft een kleine opschuiving naar links te zien, dat wil zeggen, een wat restrictiever beleid. Het is vooral een verbale tegemoetkoming aan het buitenland dat uitermate kritisch naar het Nederlands drugsbeleid kijkt. In de praktijk vindt er echter nauwelijks wijziging van het beleid plaats: meer continuïteit dan verandering dus. Er is naar ons oordeel, gezien de bereikte relatief gunstige resultaten, geen reden om het Nederlandse, primair op beheersing van de gezondheidsschades gerichte, drugsbeleid fundamenteel ter discussie te stellen. Er is dus evenmin aanleiding om het in essentie te wijzigen. Ingrijpende wijzigingen dragen zelfs het risico in zich averechts te zullen uitwerken op de volksgezondheid. Wel dwingen de drie hier genoemde complicaties - de overlastproblematiek, de georganiseerde criminaliteit rond de drugshandel en de buitenlandse kritiek op bepaalde externe effecten van het beleid - - tot een nauwkeurige analyse van de problemen die zich in de uitvoeringspraktijk voordoen en tot aanpassingen hiervan op onderdelen. In het regeerakkoord is afgesproken dat de relatief succesvolle Nederlandse benadering van het drugprobleem wordt voortgezet en dat daarin nuances zouden worden aangebracht en nieuwe wegen beproefd. De bestrijding van de overlast zal daarbij extra aandacht krijgen. Uit: nota Het Nederlands drugsbeleid; Continuïteit en verandering (1995) 7 Invalshoek van de nota is met name de overlastproblematiek en veel minder de volkgezondheid. Volgens het rapport is de gezondheidstoestand van Nederlandse verslaafden veel beter dan die van verslaafden in het buitenland. Van formele legalisering van harddrugs of softdrugs, is in de nota geen sprake. Harddrugs en softdrugs blijven verboden, conform de met het buitenland ondertekende

8 verdragen. Handel in hard- en softdrugs blijft strafbaar en wordt streng vervolgd. Met betrekking tot harddrugs zal, volgens de nota, een strenger beleid gevoerd worden. Ook zal het aantal koffieshops drastisch teruggedraaid worden. Toch is de situatie met betrekking tot softdrugs nog steeds tweeslachtig. Softdrugs blijven verboden, maar er wordt in de praktijk niet tegen opgetreden. Er vindt dan ook geen verbetering plaats ten opzichte van de huidige situatie. Hoewel de hoeveelheid softdrugs die per keer gekocht mag worden is verlaagd van dertig gram naar vijf gram, is dit in de praktijk oncontroleerbaar. Ook blijft huisteelt van softdrugs toegestaan. In de nota wordt toegegeven dat de tolerantie te ver is gegaan. 8 Nederlands beleid Het bovenstaande komt erop neer dat vandaag de dag druggebruikers en zelfs kleine handelaren met grote welwillendheid worden tegemoet getreden, maar dat daarentegen jegens de grote drugsdealers en de georganiseerde misdaad een zeer harde lijn wordt gevolgd. Dit laatste vanwege de gewelds- en vermogensmisdrijven die onlosmakelijk samenhangen met de productie en consumptie van harddrugs. Het Nederlands beleid stelt dat een bepaald gedrag wel in strijd kan zijn met de wet maar dat men zich de vraag moet stellen of de daaruit voortvloeiende maatregelen (straffen en dergelijke) een werkelijke oplossing bieden. In deze benadering wordt voorrang gegeven aan gedogen boven strafvervolging. We noemen dit het zogenaamde opportuniteitsbeginsel. De zware strafrechtelijke vervolging van verslaafden en dealers, zoals in andere landen, heeft aangetoond dat verslaafden zich daardoor nog veel meer isoleren en onbereikbaar worden voor de hulpverlening, zo is de gedachte. Gedogen van sofdrugs In Nederland is er, met name wat betreft de softdrugs, een gedoogbeleid ontstaan. Nederland heeft een gedoogcultuur met al eeuwenoude wortels (4). De vraag die echter steeds vaker gesteld wordt is

9 of in Nederland de grenzen aan het gedogen in bepaalde gevallen bereikt of zelfs overschreden zijn. Dat laatste moest het kabinet in de nota Grenzen aan gedogen uit 1997 feitelijk vaststellen (5). Softdrugs kunnen zonder enige moeite aangeschaft worden in de ongeveer 1200 koffieshops die ons land inmiddels rijk is. Gedogen van softdrugs is in de praktijk verworden tot openlijk toestaan, mits de verkopende instantie, de koffieshop, zich houdt aan de gestelde AHOJ-G-criteria: geen Affichering, geen Harddrugs, geen Overlast, geen verkoop aan Jeugdigen onder de achttien jaar en geen Groothandelshoeveelheden in voorraad. Deze criteria worden echter maar al te vaak niet gehandhaafd. Het probleem is niet dat er geen regels zijn, het ontbreekt aan het consequent handhaven en controleren ervan. In feite is er nu sprake van een dubbel gedoogbeleid: iets wat illegaal is wordt gedoogd maar ook het zich niet houden aan de regels voor het gedogen wordt gedoogd! De nieuwe en veel strengere richtlijnen van het Openbaar Ministerie die per oktober 1996 van kracht zijn, blijken in de praktijk moeilijk controleerbaar te zijn (6). Bovendien wordt er aan de genoemde criteria geknaagd. Zo deed de GGD in Zuidoost Brabant de suggestie een brede discussie op te zetten over de minimumleeftijd waarop jongeren in koffieshops softdrugs kunnen kopen. Die leeftijd is nu vastgesteld op achttien jaar. De GGD denkt echter dat verlaging van de leeftijd voordelen kan bieden (7). Overal in Nederland hebben lokale bestuurders zich de laatste jaren gebogen over de vraag hoe er in hun gemeente moet worden omgegaan met softdrugs en met softdrugsgebruikende jongeren. De keuze dient gemaakt te worden tussen het onder strikte criteria gedogen van een of meerdere koffieshops binnen een gemeente, óf de keuze te maken voor een nul-optie, dat wil zeggen, geen koffieshop binnen de gemeentengrenzen. Gemeenten staan hierbij voor de niet gemakkelijke opgave om elk voor zich én in overleg met naburige gemeenten na te denken over het te volgen beleid. In het bepalen van het beleid heeft de gemeente te maken met de lokale bevolking voor wie de grenzen bereikt zijn en niet meer willen dat drug- 9

10 gebruik en het dealen in drugs open en bloot in hun buurt plaatsvinden. Zij willen voor zichzelf en voor hun kinderen een omgeving die veilig is en van dergelijke praktijken is gevrijwaard. Welke concrete opties staan de lokale gemeenten open? Sommige gemeenten willen een nulbeleid, dat wil zeggen, geen koffieshop binnen de gemeentelijke grenzen. Dat nulbeleid heeft inmiddels voldoende juridische grond (8). Andere gemeenten kiezen voor een uitsterfbeleid waarbij het aantal koffieshops of verkoopplaatsen van softdrugs langzamerhand wordt teruggebracht. Als een eigenaar verdwijnt, wordt daarmee automatisch de koffieshop opgeheven. Dit terugbrengen kan zijn tot een bepaald minimum-aantal. De gedoogregel daarbij is één koffieshop op de inwoners. De laatste optie is die waarbij de gemeente min of meer zelf als dealer fungeert: de gemeentelijke koffieshop. 10 De praktijk van het gemeentelijk gedoogbeleid lijkt ook niet zo rooskleurig. Eind 1995 kwam er een rapport uit van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Volgens de gemeenten zijn niet de koffieshops maar de woonhuizen en cafés de meest verspreide en bekende verkooppunten voor hard- én softdrugs. Koffieshops komen op de derde plaats. Blijkbaar neemt de koffieshop dus niet zo n centrale plaats in als wel gesuggereerd wordt of de bedoeling is. Ook geeft het rapport aan dat de straathandel in softdrugs meer voorkomt dan straathandel in harddrugs. Dertig procent van de gemeenten met drugsproblematiek geeft aan dat de harddrugsmarkt en de softdrugsmarkt niet of nauwelijks gescheiden zijn; en volgens 24 procent van de gemeenten met drugsproblematiek is de scheiding tussen de harddrugsmarkt en de softdrugsmarkt aan het vervagen. Dus ook de scheiding van de markten als uitgangspunt van het drugsbeleid komt in de praktijk lang niet altijd tot stand. In 1998 kwam toenmalig staatssecretaris Kohnstamm van Binnenlandse Zaken (D 66) met een vervolgonderzoek dat de cijfers van de VNG lijkt te nuanceren. Volgens hem is het aantal gemeen-

11 ten dat een drugsbeleid voert de afgelopen twee jaar sterk gestegen. Van de 116 onderzochte gemeenten blijkt 88 procent een drugsbeleid te hebben geformuleerd. Het aantal koffieshops in die gemeenten was de afgelopen twee jaar gedaald met vijftien procent. Volgens Kohnstam blijkt uit het onderzoek ondubbelzinnig dat de koffieshop een onmisbaar element is in het realiseren van de scheiding van de markten. Van de 71 gemeenten met een koffieshop geven 61 gemeenten aan dat die scheiding daadwerkelijk is gerealiseerd. Bij drie gemeenten was dat niet het geval en bij zeven gemeenten was het onbekend of de scheiding in de praktijk functioneerde (9). Internationaal In een zich verenigend Europa, is één van de belangrijke struikelblokken voor de eenwording de manier waarop moet worden omgegaan met de drugsproblematiek. Elk land heeft zijn eigen visie op verslaafden en verslaving en een eigen manier van aanpak. Sommigen zien Nederland op het gebied van drugsbeleid als gidsland. Deze voorstanders pleiten voor going Dutch, op z n Nederlands gaan. Anderen zien Nederland op het gebied van drugsbeleid als Sodom en Gomorra of als het Colombia van Europa. Het Nederlands beleid wordt met name vanuit de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland met argusogen gevolgd. De kritiek op het beleid is vaak niet mals. Kijkend naar de internationale cijfers op het gebied van druggebruik, is in de jaren negentig sprake van een stijging, zowel in de landen met een liberaal als in de landen met een repressief beleid. Blijkbaar is het niet alleen het soort beleid dat invloed heeft op het aantal gebruikers maar zijn het ook (en misschien wel: vooral?) de informele normen die een rol spelen. De VS die in de jaren tachtig te maken hadden met een duidelijke daling van het aantal cannabisgebruikers, worden in de jaren negentig geconfronteerd met een stijging. De vergelijkingen tussen de landen wat betreft harddruggebruik zijn al even problematisch. Globaal kan gesteld worden dat er in Zuid-Europa relatief hoge aantallen ver- 11

12 slaafden zijn en kennen relatief veel personen een harddruggebruiker in de nabije omgeving. In het midden en noorden van Europa worden relatief weinig verslaafden geregistreerd en is ook het aantal mensen dat een harddruggebruiker in de eigen omgeving kent, gering. Ook hier blijkt dat het gevoerde beleid (repressief of tolerant) geen aanwijsbaar verband heeft met de prevalentie, het vóórkomen van verslaafden. 12 Hoeveel ruimte heeft Nederland in het kader van internationale verdragen om een eigen koers te varen? Verslaving is een internationaal probleem dus dient er ook internationaal overeenstemming tussen de landen te zijn. Als Nederland zou besluiten om over te gaan tot legalisering van softdrugs, moet zij het Enkelvoudig Verdrag in zake verdovende middelen uit 1961 (gewijzigd in 1972) opzeggen. Dat geldt ook voor onder meer het VN-verdrag tegen sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1988 en de Overeenkomst van 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen. De conclusie moet zijn dat Nederland in geval van legalisering van softdrugs (laat staan van harddrugs) zich isoleert van het buitenland, iets dat met het oog op de eenwording van Europa als ongewenst wordt gezien. Bij deze verdragen zijn alle EU-landen betrokken, op Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken na. De verdragen regelen de afschaffing van de controleprocedures aan de grenzen. Verder wordt er in het verdrag gesproken over onder meer de internationale criminaliteitsbestrijding, de samenwerking tussen justitie en opvang van asielzoekers. Het beroepsgoederenverkeer en de handel tussen de betrokken landen wordt enorm bevorderd maar hetzelfde geldt voor de drugshandel! Vandaar het belang van beleidsafstemming tussen de landen. De overeenkomst geeft aan dat op zich ieder land op haar eigen grondgebied haar eigen beleid mag voeren, maar ook dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor de gevolgen van het drugsbeleid van een land voor de andere landen. Het is nog maar de vraag of dat werkelijk zo is en of Nederland haar drugsbeleid staande kan houden.

13 Noten (1) Al ten tijde van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) in de 17e eeuw vervoeren Nederlandse schepen opium van Turkije en de Bengalen naar de Indische Archipel, het huidige Indonesië. In de vorige eeuw zijn de koloniale inkomsten zelfs voor een groot gedeelte afhankelijk van de opiumopbrengsten. Tussen 1834 en 1875 bedragen de netto opiumopbrengsten 336,9 miljoen, in de periode van 1876 tot 1915 is dat zelfs 703,3 miljoen gulden. Het spekken van de schatkist speelt voor de Nederlandse overheid een doorslaggevende rol bij deze handel in opium. Ook met cocaïne weet Nederland zich een uitstekende marktpositie te veroveren. Nadat het in Zuid-Amerika rond 1860 gelukt is om uit cocabladeren cocaïne te winnen, besluit Nederland ook in Nederlands-Indië de cocastruiken te gaan verbouwen. De handel breidt zich gestaag uit totdat Nederland aan het begin van de twintigste eeuw uitgroeit tot de grootste cocaïneproducent ter wereld. Opium werd ook in Europa al eeuwenlang gebruikt als belangrijk gebruiksartikel en, vooral vanaf de eerste helft van de 19e eeuw, als vorm van zelfmedicatie, dat wil zeggen, mensen dienen zichzelf middelen toe op een moment dat zij - vermeend of werkelijk - lichamelijk of geestelijk lijden. In de tweede helft van de 19e eeuw kwamen daar ook de middelen met coca(ïne) bij. (2) In 1909 kwam in Shanghai, op sterke aandrang van de VS, voor het eerst een opiumcommissie bijeen, bestaande uit de landen die koloniale bezittingen hadden in het Verre Oosten. De commissie deed echter alleen maar aanbevelingen en kwam niet met concrete maatregelen. Twee jaar later werd er een internationale opiumconferentie gehouden in Den Haag. Die had tot taak de adviezen van Shanghai om te zetten in concrete wetgeving. Dit leidde tot het eerste internationale verdrag van 23 januari Het bevatte regels voor de handel en productie van opiaten, cannabis en cocaïne. Alleen productie en verkoop van deze mid- 13

14 14 delen voor geneeskundige doeleinden waren toegestaan. De deelnemende landen moesten daartoe hun eigen wetgeving aanpassen. Verder ging het niet. Het liet de staten in feite vrij om zelf te bepalen op welk moment en op welke wijze zij hun verplichtingen daadwerkelijk wilden nakomen. Daar waren veel landen, waaronder Nederland, zeer traag in. Twee nieuwe conferenties in Den Haag (in 1913 en 1914) waren nodig om de deelnemers aan te sporen de genomen besluiten ook daadwerkelijk door te voeren. Pas in 1915 werd als gevolg van buitenlandse politieke druk in Nederland tot bekrachtiging van het verdrag overgegaan. Dat Nederland zo traag hierin was, kan worden verklaard uit de zeer grote financiële belangen die de Nederlandse staat had in de productie en handel van drugs. Ook was de Nederlandse overheid nauwelijks geïnteresseerd in het gebruik in eigen land. Alcoholgebruik was veel actueler! De Nederlandse wetgeving op dat moment was dan ook veel meer bepaald door invloeden van buitenaf dan door druk vanuit de eigen bevolking. (3) Opium plus afgeleiden daarvan en cocaïne vielen onder deze wet. De Opiumwet bepaalde dat het verboden was de genoemde middelen te bereiden, te verkopen, te verwerken, te vervoeren, af te leveren, in- en uit te voeren en ter aflevering voor handen te hebben. Het gebruik op zich was nog steeds niet strafbaar. Later, in de Opiumwet van 1928, was er voor het eerst een algemeen verbod van het aanwezig hebben of bezitten van bepaalde drugs, zoals opium, morfine en cocaïne. Uitzonderingen werden gemaakt voor geneeskundige, farmaceutische en wetenschappelijke doeleinden. Er was nog geen verbod van het bezit of aanwezig hebben van bij voorbeeld cocabladeren of Indische hennep. De Nederlandse overheid overtrad overigens haar eigen wetgeving en stond oogluikend een half-legale handel door de geneesmiddelenindustrie toe. Dit alles stuitte op heftige kritiek van vele andere aangesloten landen. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog werd via diverse verdragen getracht ook de wettelijk toegestane productie en consumptie van opium voor niet-

15 medische doeleinden te verbieden. In Nederland werd in 1953 de Opiumwet gewijzigd met als motief de aanpassing aan internationale verdragen. Vanaf dat moment was niet alleen het bezit maar ook het gebruik van verdovende middelen strafbaar. De term verdovende middelen sloeg (foutief) zowel op de opiaten, cocaïne als op de hennepprodukten (hasjiesj en marihuana). (4) Bestuurlijk gedogen is niet in strijd met de wet, zo betoogt de juriste mevrouw G. Jurgens. Zij onderzocht de juridische basis van bestuurlijk gedogen op het gebied van milieu- en ruimtelijk recht. Gedogen houdt in dat de overheid niet de plicht heeft om tegen elke overtreding van de wet op te treden. Het bestuur heeft een zekere mate van handelingsvrijheid en kan na afweging van belangen concluderen dat het beter is om niet op te treden. Desondanks: een overtreding blijft een overtreding. (5) Volgens de toenmalige minister van Justitie, mevrouw W. Sorgdrager (D 66), is slechts in uitzonderingsgevallen en onder strikte voorwaarden gedogen in de Nederlandse rechtsstaat gerechtvaardigd. Het gedogen moet zorgvuldig gebeuren, openlijk en controleerbaar. De suggestie om in de wet criteria op te nemen voor het gedogen in specifieke situaties vindt Sorgdrager ongewenst omdat d t het gedogen zou legitimeren. Het karakter van gedogen is nu juist dat het in omvang en/of tijdsduur beperkt moet blijven. (6) Op 1 oktober 1996 zijn de nieuwe richtlijnen van het Openbaar Ministerie (OM) voor het opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet van kracht geworden. Dat wil zeggen, er zijn nieuwe richtlijnen opgesteld voor strafbare feiten in het kader van de Opiumwet. De eerste richtlijn betreft de koffieshops. De maximale voorraad die zij in huis mogen hebben, bedraagt vijfhonderd gram. Hun klanten mogen, in plaats van de voorheen gedoogde dertig gram, niet meer dan vijf gram kopen. Verder mocht een koffieshophouder vóór 1 oktober geen softdrugs verkopen aan minderjarigen, maar mochten deze jeugdigen er wel aanwezig zijn. Ook dat is per 1 okto- 15

16 16 ber strafbaar gesteld. Verder is de straf voor verkoop aan minderjarigen en aan kwetsbare groepen verhoogd. Met deze richtlijn krijgen de gemeenten de mogelijkheid koffieshops te weren uit de nabijheid van bijvoorbeeld scholen en psychiatrische ziekenhuizen. De tweede richtlijn is dat er een scheiding komt tussen de verkoop van alcohol en cannabis. Praktisch houdt dit in dat de verkoop van softdrugs in cafés verboden wordt. Omdat dit indruist tegen een vaak jarenlang gevoerd gedoogbeleid, kan de plaatselijke gemeente besluiten om deze maatregel in fasen in te voeren. Verder is er een wetswijziging in voorbereiding, die burgemeesters een algemene bevoegdheid geeft tot het sluiten van koffieshops, ook al is er geen sprake van overlast. Een derde belangrijke richtlijn heeft betrekking op de thuisteelt van hennep. Bij het houden van minder dan vijf planten wordt geen procesverbaal opgemaakt, maar worden deze alleen in beslag genomen. Bij vijf tot tien planten geldt een boete van 50 gulden per plant, bij tien tot honderd planten 125 gulden per plant. Heeft iemand tot tweeduizend planten staan, dan kan er twee tot zes maanden gevangenisstraf en een boete van maximaal gulden worden opgelegd. Kleinschalige thuisteelt van nederwiet (uit Nederland afkomstige marihuana) zal echter geen bijzondere aandacht krijgen van justitie. (7) De GGD baseert die mening op haar onderzoek, samen met de GGD Eindhoven, onder jongeren tussen de 13 en 25 jaar waaruit blijkt dat ook in de jongste leeftijdsgroepen het gebruik van softdrugs populair is. Zestien jaar zou de leeftijdsgrens moeten zijn, vindt de GGD. Het is dan bovendien makkelijker om te voorkomen dat jongeren harddrugs aanschaffen. (8) Eind 1996 speelde een kwestie in Naaldwijk. De burgemeester aldaar weigerde een exploitatievergunning te verstrekken aan iemand die in het dorp een koffieshop wilde beginnen. De gemeente voerde namelijk een nulbeleid omdat ze wilde voorkomen dat jongeren met softdrugs in aanraking zouden komen. Het besluit van de burgemeester werd echter vernietigd door de

17 President van de Haagse rechtbank. Die vond dat weigering van een exploitaitievergunning alleen in het belang van woon- en leefmilieu en/of de openbare orde kon gebeuren. Naaldwijk mocht wel een nulbeleid hebben maar was verplicht, aldus de President, in ieder concreet geval na te gaan of een voorgenomen koffieshop de woon- en leefsituatie wel echt zou verstoren. Ook het nulbeleid zelf was volgens de president niet afdoende gemotiveerd met argumenten die ontleend waren aan de openbare orde en het leefklimaat. De burgemeester ging in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak en vroeg direct om een voorlopige voorziening bij haar voorzitter. Die vond het nulbeleid zonder meer toegestaan. Want, motiveerde hij, de Algemene Politie Verordening (APV) liet ruimte voor zo n nulbeleid en het beleid was niet onredelijk. En elk concreet geval in extenso nagaan hoefde ook niet. Als een nulbeleid is vastgesteld, is het voldoende om daarnaar te verwijzen. (9) Om de burgemeester van een gemeente te ondersteunen bij het handhaven van de orde en het tegengaan van de negatieve neveneffecten van de aanwezigheid van koffieshops, is het wetsvoorstel Bestuurlijke handhaving Opiumwet, ook wel bekend onder de benaming Damocles in voorbereiding. Het wetsvoorstel beoogt een artikel toe te voegen aan de Opiumwet waardoor de burgemeester bevoegd is om zogenaamde bestuursdwang uit te oefenen tegen koffieshops, cafés en andere voor het publiek toegankelijke lokalen indien daar hard- of softdrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel aanwezig zijn. Op dit moment is het zo, dat de Opiumwet geen uitvoerende bevoegdheid toekent aan het gemeentebestuur. Een gemeentebestuur kan bij een overtreding van de Opiumwet dan ook niet optreden. Het enige wat een gemeentebestuur op dit moment kan doen, is optreden op basis van het overtreden van de openbare orde of via andere indirecte instrumenten. Als het nieuwe wetsvoorstel wordt aangenomen, heeft de burgemeester meer wapenen tot zijn beschikking om op te treden tegen, onder meer, koffieshops. 17

18 18

19 19

20 Deze katern bevat de tekst van hoofdstuk 10 van het boek Vraagbaak bij verslavingen (auteur: Frans Koopmans, uitgeverij: J.J. Groen, Heerenveen 1999, ISBN , prijs 5 euro) Evangelische verslavingszorg en hulpverlening Copyright 1999 Uitgegeven door Public Relations De Hoop Voor meer informatie en/of vragen kunt u bellen of schrijven naar: Provincialeweg 70, 3329 KP Dordrecht Telefoon: (078) Fax: (078) info@dehoop.org Website: Voor giften: giro

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus 2012 Inhoud Samenvatting Inleiding 1. Nederlands drugsbeleid 2. Vormen

Nadere informatie

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396 Zaaknummer : 65344 Raadsvergaderin : 2 december 2014 Agendapunt : g Commissie : Bestuur Onderwerp : Informerende nota coffeeshop Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder :

Nadere informatie

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde NUL-BELEID COFFEESHOPS Gemeente Bellingwedde 2014 Aanleiding In archiefstukken wordt aangegeven dat de gemeente Bellingwedde een nul-beleid hanteert voor coffeeshops. Echter is er in het archief geen raadsbesluit

Nadere informatie

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland Notitie coffeeshopbeleid gemeente Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Juridisch kader 4 3 De nul-optie 5 4 Handhaving nuloptie-beleid 7 PAGINA 2 1 Inleidi ng In de Nota afstemming coffeeshopbeleid in de politieregio

Nadere informatie

Onder het gedoogbeleid op het gebied van drugs vallen de zogenaamde Soft drugs. Het gebruik van Soft drugs wordt gedoogd dat houd in:

Onder het gedoogbeleid op het gebied van drugs vallen de zogenaamde Soft drugs. Het gebruik van Soft drugs wordt gedoogd dat houd in: Profielwerkstuk door een scholier 2176 woorden 10 april 2002 5,2 119 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1: Wat is het probleem? Het probleem is dat we in Nederland van het gedoogbeleid af willen,

Nadere informatie

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht d Opdracht door een scholier 2076 woorden 2 maart 2002 6 267 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is het probleem? Kort gezegd is de politieke kwestie:

Nadere informatie

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria: Casenummer 10G200903 Registratienr. 365938 / 365938 Coffeeshop beleid. Artikel 1: definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij

Nadere informatie

5,3. Spreekbeurt door een scholier 1885 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands

5,3. Spreekbeurt door een scholier 1885 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1885 woorden 16 maart 2009 5,3 66 keer beoordeeld Vak Nederlands SCHRIJFPLAN BESCHOUWING NEDERLANDS 12 MAART 2009 INHOUD: DRUGSGEBRUIK IN NEDERLAND *Introductie: onderwerp

Nadere informatie

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR399988_1 4 juli 2016 N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop Versiebeheer Versiebeheer Versie Datum 1.0 9 september 2011 Wijzigingen Eerste uitgave

Nadere informatie

Nederlandse cannabisbeleid

Nederlandse cannabisbeleid Improving Mental Health by Sharing Knowledge Het Nederlandse cannabisbeleid & de volksgezondheid: oorsprong en ontwikkeling Margriet van Laar Hoofd programma Drug Monitoring CIROC Seminar Woensdag 7 maart,

Nadere informatie

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde Nulbeleid coffeeshops gemeente Zeewolde 2 Aanleiding In de gemeenteraad is de discussie geweest, mede naar aanleiding van het VNG rapport Modernisering Cannabisbeleid waarin het failliet van het gedoogbeleid

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet Damocles

Beleidsregel handhaving Wet Damocles 1 "Al gemeente f(s Heemskerk Beleidsregel handhaving Wet Damocles 15 december 2014 BIVO/2014/30108 Illill Hl lllll lllll lllll lllll Z015994FE86 fë BELEIDSREGEL HANDHAVING WET DAMOCLES Inhoudsopgave Beleidsregel

Nadere informatie

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Boeken en reportages www.accesinterdit.nl DRUGSCONSUMPTIE LIFE TIME drugsgebruik 15-64 jaar (Nationale Drugmonitor, 2012) 30 25 22,6 25,7 20

Nadere informatie

6,1. Werkstuk door een scholier 1948 woorden 6 maart keer beoordeeld. Drugs, wat, hoe en waarom? Wat iedereen over drugs zou moeten weten:

6,1. Werkstuk door een scholier 1948 woorden 6 maart keer beoordeeld. Drugs, wat, hoe en waarom? Wat iedereen over drugs zou moeten weten: Werkstuk door een scholier 1948 woorden 6 maart 2000 6,1 367 keer beoordeeld Vak Biologie Drugs, wat, hoe en waarom? Wat iedereen over drugs zou moeten weten: Veel mensen zijn bang voor drugs. Dat is jammer.

Nadere informatie

B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008

B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008 Jaar: 2008 Nummer: 44 Besluit: B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008 Burgemeester en wethouders van Helmond; Besluit Vast te stellen de Beleidsregel

Nadere informatie

28 secondant #3/4 juli-augustus 2011. Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid. Nut en nood

28 secondant #3/4 juli-augustus 2011. Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid. Nut en nood 28 secondant #3/4 juli-augustus 2011 Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid Nut en nood van coffeeshops Zes op tien coffeeshops dicht door kabinetsbeleid, Sluit coffeeshops in Maastricht,

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Nr.: INT18-1020 Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Hennepteelt en handel in hard- en softdrugs zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen en geprofessionaliseerd en daarmee ook de risico s die daar

Nadere informatie

NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM

NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM 2012 1 Aanleiding In de gemeente Kaag en Braassem zijn geen coffeeshops gevestigd en dat moet naar de mening van het bestuur zo blijven. In de voormalige

Nadere informatie

1. Wat is het probleem? a. Ik heb dit artikel gekozen, omdat ik nieuwsgierig was naar het drugsbeleid in NL en hoe de EU hier over denkt.

1. Wat is het probleem? a. Ik heb dit artikel gekozen, omdat ik nieuwsgierig was naar het drugsbeleid in NL en hoe de EU hier over denkt. Praktische-opdracht door een scholier 2468 woorden 19 februari 2002 6,6 92 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is het probleem? a. Ik heb dit artikel gekozen, omdat ik nieuwsgierig was naar het

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Voorwoord bij de tweede druk / VII

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Voorwoord bij de tweede druk / VII INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Voorwoord bij de tweede druk / VII HOOFDSTUK 1 Historische kaders / 1 1.1 Strafrechtelijke handhaving tot de zestiger jaren: van legaal tot semilegaal tot illegaal handelen

Nadere informatie

TEYLINGEN BURGEMEESTERSBESLUIT 2008/06788. Coffeeshop beleid. Beheer Leefomgeving. C.M, HoektfJ^Jsifc. De burgemeester besluit:

TEYLINGEN BURGEMEESTERSBESLUIT 2008/06788. Coffeeshop beleid. Beheer Leefomgeving. C.M, HoektfJ^Jsifc. De burgemeester besluit: BURGEMEESTERSBESLUIT TEYLINGEN onderwerp registratienummer Coffeeshop beleid 2008/06788 afdeling Beheer Leefomgeving paraaf afdelingshoofd ^ behandeld door datum besluit C.M, HoektfJ^Jsifc paraaf burgemeester

Nadere informatie

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Boeken en reportages www.accesinterdit.nl DRUGSCONSUMPTIE LIFE TIME drugsgebruik 15-64 jaar (Nationale Drugmonitor, 2012) 30 25 22,6 25,7 20

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Artikel 1 Algemeen Binnen gemeentegrenzen is sprake van drugshandel. Drugshandel wordt binnen gemeenten alleen gedoogd vanuit een coffeeshop.

Nadere informatie

Nota van de Burgemeester

Nota van de Burgemeester gemeente Haarlemmermeer Nota van de Burgemeester onderwerp Damoclesbeleid gemeente Haarlemmermeer Burgemeester drs. Theo Weterings Datum besluit 30 augustus 201 6 inlichtingen C. Bremer (carola.bremer@haarlemmermeer.nl)

Nadere informatie

UITGEDOOGD. VNL-nota legalisering softdrugs

UITGEDOOGD. VNL-nota legalisering softdrugs UITGEDOOGD VNL-nota legalisering softdrugs Naam: VNL (VoorNederland) Datum: 20 september 2016 Inleiding In de jaren '70 pleitte professor Hulsman voor het eerst voor het decriminaliseren van cannabis.

Nadere informatie

"De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties"

De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties NRC Next 27 september 2011 Hoeveel zin heeft het coffeeshop-beleid? "De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties" De Maastrichtse gemeenteraad besluit vandaag waarschijnlijk tot verplaatsing

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Drugs

Praktische opdracht ANW Drugs Praktische opdracht ANW Drugs Praktische-opdracht door een scholier 1630 woorden 22 juni 2003 5,7 40 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Ik moest voor het vak anw een po schrijven en je mocht zelf ene onderwerp

Nadere informatie

Oplegvel Informatienota

Oplegvel Informatienota Onderwerp Beleidsregels Handhaving Opiumwet Oplegvel Informatienota Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur Dhr. J.A.M. Lubbers Telefoon 5113815 E-mail: jlubbers@haarlem.nl VVH/VHR Reg.nr. 2009/2531 ZONDER

Nadere informatie

6 Justitiële verkenningen, jrg. 32, nr. 1 2006

6 Justitiële verkenningen, jrg. 32, nr. 1 2006 5 Voorwoord De discussie over de paradoxale kanten van het Nederlandse softdrugsbeleid is in het afgelopen jaar weer opgelaaid. Aanleiding was de oproep van een aantal burgemeesters in Limburg om niet

Nadere informatie

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops Altena 2019

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops Altena 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Altena Nr. 3817 8 januari 2019 Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent coffeeshops Beleidsregel nulbeleid coffeeshops

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

2.1 Coffeeshops in Nederland

2.1 Coffeeshops in Nederland 2.1 Coffeeshops in Nederland Eind 14 telt Nederland 591 coffeeshops verspreid over 3 coffeeshopgemeenten (figuur 2.1). Daarmee ligt het aantal coffeeshops voor het eerst sinds 1999, toen de eerste meting

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 27 oktober Steller Documentnummer Afdeling. J.A.R. de Haas z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 27 oktober Steller Documentnummer Afdeling. J.A.R. de Haas z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling z16006959 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229536 Nee G.J. Gorter Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure

Nadere informatie

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk; Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van De Ronde Venen; Gelezen het advies van; Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTE SCHERPENZEEL GEMEENTE SCHERPENZEEL Stafbureau POC NOTA DRUGSBELEID coll.: INHOUD BLADZIJDE 1. Inleiding 2 2. Beleidsoverwegingen 2 3. Beleidskeuze 3 4. Handhaving Opiumwet 4 5. Overige handhavingsinstrumenten 5 6.

Nadere informatie

Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk Datum: 16-10-2012 Versie: DEF Auteur: J. van Donselaar, COO Vastgesteld in maart 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Achtergrond 3 Afstemming

Nadere informatie

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten KAPPEN MET DRUGS KAPPEN MET DRUGS Failliet beleid Het drugsbeleid van Nederland is failliet. De gevolgen van het gedoogbeleid op de volksgezondheid, de veiligheid en het sociale leven zijn ontwrichtend.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 24 077 Drugbeleid Nr. 293 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tilburg. Nr. 32905 12 juni 2014 Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten Breda Eindhoven Helmond s-hertogenbosch Tilburg Gemeente Tilburg Vastgesteld

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl 157617-111785-VGP

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

maatschappijwetenschappen havo 2016-I Opgave 4 Toestaan van wietteelt? Bij deze opgave horen de teksten 6 tot en met 8 en afbeelding 1 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland is het telen van hennepplanten (cannabis), waaruit wiet of

Nadere informatie

Wij zijn het eens met deze analyse en zijn dan ook van plan de lijstensystematiek van de Opiumwet in de huidige opzet te handhaven.

Wij zijn het eens met deze analyse en zijn dan ook van plan de lijstensystematiek van de Opiumwet in de huidige opzet te handhaven. > Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl VGP/

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Trots Op Nederland inzake APV-wijziging drugsoverlast

Initiatiefvoorstel Trots Op Nederland inzake APV-wijziging drugsoverlast leuwegem Gemeenteraad O 0 1 ö " 2 5 7 onderwerp Initiatiefvoorstel Trots Op Nederland Inzake APVwljzlglng drugsoverlast Datum 10 augustus 2010 Raadsvoorstel Afdeling Communicatie, Juridische & Personeelszaken

Nadere informatie

31 maart 2015. Onderzoek: Drugsbeleid

31 maart 2015. Onderzoek: Drugsbeleid 31 maart 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen De burgemeester van Vianen, Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Artikel 13b, eerste lid, van

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Wettelijk kader voor coffeeshopbeleid

1. Inleiding. 2. Wettelijk kader voor coffeeshopbeleid Besluit van de burgemeester van Goeree-Overflakkee tot vaststelling van de Beleidsregels inzake coffeeshops en handhaving gemeente Goeree-Overflakkee 2013. 1. Inleiding Veel gemeenten in Nederland hebben

Nadere informatie

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016 Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016 Datum vaststelling: 26-05-2016 Inwerkingtreding: 02-06-2016 Kenmerk besluit: 2016-006596/c Publicatiedatum: 01-06-2016 Bijlage

Nadere informatie

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; Burgemeester van Schouwen-Duiveland; gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat de effecten van illegale verkooppunten van verdovende middelden

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel SP

Initiatiefvoorstel SP Initiatiefvoorstel SP Open brief Stichting Drugsbeleid Bijlagen/nummer Dienst/afdeling/sector Raad/Raadsgriffie Aan de raad, Aanleiding De Stichting Drugsbeleid heeft een open brief opgesteld inzake het

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Drugs

Werkstuk Maatschappijleer Drugs Werkstuk Maatschappijleer Drugs Werkstuk door een scholier 2083 woorden 8 maart 2006 4,9 54 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Soorten drugs 4 Softdrugs 4 Harddrugs

Nadere informatie

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet CVDR Officiële uitgave van Bernheze. Nr. CVDR437645_1 12 juni 2018 Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet Inhoud 1. Inleiding 3 2. Juridische kader 3 3. Handhavingsbeleid artikel

Nadere informatie

Besluit van de burgemeester

Besluit van de burgemeester Besluit van de burgemeester Datum: 25 maart 2014 Onderwerp: Beleidsregels ex artikel 13b Opiumwet voor lokalen en woningen 2014 De burgemeester van Bergen, Overwegende Dat artikel 13b, eerste lid, van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 165 Voorstel van wet van het lid Bergkamp tot wijziging van de Opiumwet teneinde de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj via een gesloten

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Houten; gelet op de artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; overwegende: dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen havo 2017-II

maatschappijwetenschappen havo 2017-II Opgave 1 Strafrecht op festivals Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 en tabel 1. Inleiding Op festivals worden drugs gebruikt. In Nederland is het produceren en verhandelen van drugs in strijd

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Raadsvoorstel Concept Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 15 april 2008 Onderwerp: Voorgestelde kaders voor het softdrugsbeleid. Samenvatting: In Sliedrecht is al vele jaren

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid

Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid Inhoud 1. inleiding a. huidig coffeeshopbeleid b. regionale afspraken c. aanleiding blauwe nota d. doel van de blauwe nota 2. opdracht raad a. opdrachtomschrijving

Nadere informatie

Roosen. daal Raadsmededeling. Datum: 18 juti Bijlage: Beleidsregel "Beleid Toepassing Artikel 13b Opiumwet"

Roosen. daal Raadsmededeling. Datum: 18 juti Bijlage: Beleidsregel Beleid Toepassing Artikel 13b Opiumwet .D- (D (D Gemeente Roosen daal Raadsmededeling Datum: 18 juti 2016 Van Aan: Kopie aan: Burgemeester de raad van de gemeente Onderwerpr Actualisering Can nabisbeleid Bijlage: Beleidsregel "Beleid Toepassing

Nadere informatie

Vast te stellen hieronder opgenomen "Damoclesbeleid lokalen en woningen" op basis van artikel 13b Opiumwet

Vast te stellen hieronder opgenomen Damoclesbeleid lokalen en woningen op basis van artikel 13b Opiumwet Ons kenmerk G.15.01258 ii urn in li ui ii in ii ii Dossiercode: Besluit van de Burgemeester De burgemeester van besluit: Vast te stellen hieronder opgenomen "Damoclesbeleid lokalen en woningen" op basis

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep drugshandel Ontwerp-aanbeveling van de Raad over de noodzakelijke

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Titel: Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Vastgesteld: 31-05-2016 Treedt in werking: 7 juni 2016 Wettelijke basis: Artikel 13B Opiumwet

Nadere informatie

Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners Doel van het handhavingsarrangement Taakverdeling bij de handhaving

Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners Doel van het handhavingsarrangement Taakverdeling bij de handhaving GEMEENTE HOOGEVEEN Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners - Gemeente Hoogeveen - Openbaar Ministerie Drenthe - district Zuid-West Drenthe Doel van het handhavingsarrangement In de vergadering van de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 4 februari 2003

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 4 februari 2003 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 4 februari 2003 WERKDOCUMENT over de VN-verdragen inzake drugs Commissie vrijheden en rechten van

Nadere informatie

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Sittard-Geleen Nr. 246250 16 november 2018 Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 165 Voorstel van wet van het lid Bergkamp tot wijziging van de Opiumwet teneinde de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj via een gesloten

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep materieel

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE

Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE De burgemeester van de gemeente Heeze-Leende; Gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 2 Politiewet; BESLUIT: Vast te

Nadere informatie

Verslaving. ende. omgeving

Verslaving. ende. omgeving Verslaving ende omgeving 2 Verslaving is waarschijnlijk het beste woord om het gevoel van verloren zijn, dat in onze hedendaagse maatschappij zo vaak voorkomt, duidelijk te maken. Door onze verslaving

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Echt-Susteren. Nr. 176258 15 december 2016 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels voor aanpak van

Nadere informatie

Damoclesbeleid Medemblik 2016

Damoclesbeleid Medemblik 2016 Damoclesbeleid Medemblik 2016 Bevoegdheid van de burgemeester tot sluiting van lokalen en woningen op grond van artikel 13b Opiumwet Zaaknummer: Z-11-69886 Damoclesbeleid gemeente Medemblik Aanleiding

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II Opgave 1 Regulering van wietteelt 1 maximumscore 3 het beschrijven van de formele machtsverhouding tussen de rijksoverheid en de gemeenten (per aspect 1 scorepunt) 2 een juiste interpretatie van de teksten

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Alkmaar Nr. 116556 12 juli 2017 Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar De burgemeester van Alkmaar;

Nadere informatie

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1 zijn er altijd al geweest en zullen er ook altijd blijven. Veel jongeren experimenteren in de puberteit met roken, alcohol en drugs en een deel laat zich verleiden tot risicovol gedrag. Jongeren zijn extra

Nadere informatie

Handhavingsmodel horeca en alcohol

Handhavingsmodel horeca en alcohol Handhavingsmodel horeca en alcohol Inleiding De Drank- en Horecawet (DHW) die op 1 januari 2013 inging, geeft aan dat er in 2013 een handhavingsmodel met betrekking tot de DHW moet worden vastgesteld.

Nadere informatie

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Juridisch kader 3. Nul optiebeleid coffeeshops 4. Handhavingsbeleid artikel 13b van de Opiumwet 5. Afwijkingsbevoegdheid

Nadere informatie

Beleid coffeeshop(s) en illegale verkooppunten verdovende middelen gemeente Velsen 2008

Beleid coffeeshop(s) en illegale verkooppunten verdovende middelen gemeente Velsen 2008 Beleid coffeeshop(s) en illegale verkooppunten verdovende middelen gemeente Velsen 2008 De burgemeester van Velsen, gelet op artikel 13b Opiumwet, de landelijke Richtlijn inzake opsporing- en vervolgingsbeleid

Nadere informatie

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) De burgemeester van de Gemeente Valkenswaard; Gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 2 Politiewet; BESLUIT: Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn Besluit houdende wijziging van lijst I, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing op deze lijst van hasjiesj en hennep met een gehalte aan tetrahydrocannabinol (THC) van 15 procent of meer. Daartoe

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING Dit rapport biedt inzicht in de aantallen officieel gedoogde verkooppunten van softdrugs (coffeeshops) en het gemeentelijk coffeeshopbeleid in Nederland in 2007. Het tellen van het aantal

Nadere informatie

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart Voorwoord In december 2012 constateerde ik in het besluit van de burgemeester over preventief fouilleren

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek 1. Inleiding De gemeenteraden van Elburg, Epe, Hattem, Heerde, Nunspeet en Oldebroek hebben

Nadere informatie

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR203206_1 12 juli 2016 Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast Inhoudsopgave 1. Inleiding -02-1.1. Vooraf -02-1.2. Beleidsmatig onderscheid -02-1.3.

Nadere informatie

De Burgemeester besluit: 1. op grond van artikel 13b Opiumwet vast te stellen het Sanctiebesluit Coffeeshops 2013, dat luidt als volgt:

De Burgemeester besluit: 1. op grond van artikel 13b Opiumwet vast te stellen het Sanctiebesluit Coffeeshops 2013, dat luidt als volgt: B en W. nr. 13.0496 d.d, 11-6-2013 BB.nr. 13.044 Onderwerp Vaststelling Sanctiebesluit Coffeeshops 2013 Burgemeester en wethouders besluiten: Behoudens van de commissie 1. kennis te nemen van het besluit

Nadere informatie

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV)

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) A In artikel 1:6, onderdeel d, wordt na gemaakt binnen ingevoegd: of gedurende. De volledige tekst van de bepaling

Nadere informatie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie Twee eeuwen Openbaar Ministerie Met dank aan Napoleon Slechts drie jaar heerste Napoleon Bonaparte over Nederland. Toch heeft deze korte periode belangrijke sporen nagelaten in ons dagelijkse leven. Zo

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009 Jaar: 2009 Nummer: 21 Besluit: B&W 17 februari 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond; Besluit: vast te stellen

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Hattem op

Nadere informatie

Damoclesbeleid Gemeente Sluis

Damoclesbeleid Gemeente Sluis Damoclesbeleid Gemeente Sluis Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Doel van Wet Damocles 2 2.1 Inleiding 2 2.2 Doel van Wet Damocles 2 2.2.1 Algemeen 2 2.2.2 Doel van het gemeentelijk Damoclesbeleid 3 3. Wet

Nadere informatie

5,8. Betoog door een scholier 2398 woorden 6 juni keer beoordeeld. Nederlands. Inleiding:

5,8. Betoog door een scholier 2398 woorden 6 juni keer beoordeeld. Nederlands. Inleiding: Betoog door een scholier 2398 woorden 6 juni 2004 5,8 139 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding: Drugs waren in de meeste landen vrij te koop. De eerste pogingen om drugs te verbieden waren in 1911.

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008 Jaar: 2008 Nummer: 45 Besluit: B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND 2008 Burgemeester en wethouders van Helmond; besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden: CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR172726_1 15 mei 2018 Damoclesbeleid Sittard-Geleen Damoclesbeleid Sittard-Geleen Artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Sittard-Geleen: Overwegende:

Nadere informatie

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder B en W Voorblad Onderwerp Damoclesbeleid 13b Opiumwet Datum Kenmerk B en W datum 1 oktober 2013 8 oktober 2013 Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder Monique Janssen Sjaak van Meijel

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1192 woorden 27 april keer beoordeeld. Biologie P.o. deelopdracht 5: drugs.

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1192 woorden 27 april keer beoordeeld. Biologie P.o. deelopdracht 5: drugs. Praktische-opdracht door een scholier 1192 woorden 27 april 2001 6,1 46 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie P.o. deelopdracht 5: drugs Inhoud: 2: inhoud 3: inleiding 4: verschillende soorten drugs 5:

Nadere informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Naam regeling Beleidsnota van de gemeente Zundert betreffende openbare inrichtingen waarin softdrugs verkocht worden Citeertitel Wettelijke grondslag Algemene

Nadere informatie