Internationalisering; en de Nederlandse student? Deel 2: leerbenaderingen
|
|
- Herman Bruno de Veer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Internationalisering; en de Nederlandse student? Deel 2: leerbenaderingen Dirk Tempelaar, Bart Rienties en Wim Gijselaers In het eerste deel van deze bijdrage (Tempelaar, Rienties & Gijselears, 2006) is een vergelijking gemaakt tussen de leermotivatie en het zelfbeeld van studenten afkomstig uit het VWO, en studenten met een Duitse middelbare schoolopleiding. Geconstateerd werd dat die vergelijking ongunstig uitvalt voor de VWO-ers, en dat de verschillen met Duitse studenten groter zijn naarmate leermotivatie en zelfbeeld sterker op een specifieke manier worden geformuleerd. Voor vakspecifieke motivaties en zelfbeelden, in het bijzonder voor wiskunde, zijn de verschillen fors. In deze bijdrage richten we ons op een andere groep van studentgerelateerde variabelen die een belangrijke rol spelen in het leerproces: de zelfpercepties van cognitieve leerfactoren. De beschouwing van dit type factoren brengt ons tot het hart van het Studiehuis: hoe goed zijn de leerlingen in staat die belangrijke doelstelling van actief en zelfstandig leren tot uitvoering te brengen? Introductie De evaluatie van de vernieuwde tweede fase van het VWO lijkt als onderwerp van onderwijskundig onderzoek steeds meer in het middelpunt van de belangstelling te komen staan. In het eerste deel van onze bijdrage, gepubliceerd in het oktober nummer van dit tijdschrift, vond zo n Kunnen Nederlandse evaluatie plaats op basis studenten uit het van een internationale Studiehuis zich meten vergelijking: welke met buitenlandse bagage krijgen studenten? Nederlandse VWO-ers mee, in vergelijking met studenten die een Duitse vooropleiding hebben genoten, bij hun overgang naar hoger onderwijs. In overeenkomst met de uitkomsten van brede evaluaties als Zeven jaar Tweede Fase, een balans (Tweede Fase Adviespunt, 2005) kwamen we tot de conclusie dat de VWO-ers er verhoudingsgewijs het gunstigst uitkomen wanneer algemene competenties in het geding zijn. Naarmate de nadruk meer komt te liggen op vakinhoudelijke aspecten, in het bijzonder die van het vak wiskunde, wordt het beeld ongunstiger. Het verschil tussen algemeen en vakspecifiek kon makkelijk aangebracht worden bij leermotivaties en zelfbeelden: van dergelijke affectieve factoren is bekend dat ze sterk contextafhankelijk zijn. In deze bijdrage zullen we verschillen op het gebied van cognitieve leerfactoren bespreken, de leerbenaderingen van studenten, die enkel op het generieke niveau zijn gemeten. Verder is de context hetzelfde als besproken in het eerste deel. De studie maakt gebruik van data verzameld voor het SURF project Web-spijkeren ( een innovatieproject van EUR, UvA en UM over aansluitingsproblematiek VO- HO. In dat kader zijn in de academische jaren 04/05 en 05/ instromende studenten in de studies economie en bedrijfskunde bevraagd; wat de Nederlandse studenten betreft, gaat het om de tweede en derde volledige lichting van VWO ers nieuwe stijl. Die Nederlandse studenten zijn in deze studie in de minderheid: 585 studenten hebben (37%) een VWO vooropleiding, 640 studenten (41%) hebben een Duitse vooropleiding. De focus van de eerste bijdrage, te weten de mate waarin het voortgezet onderwijs er in slaagt leerlingen leermotivaties bij te brengen, betrof een belangrijk aspect van de tweede fase vernieuwing. Immers, het gebruik van een meer motiverende didactiek (Tweede Fase Adviespunt, 2005, p. 38) is één van de peilers van het Studiehuis. Het aspect dat in deze bijdrage wordt benadrukt is welhaast het fundament van het Studiehuis: in welke mate weet het Studiehuis, in vergelijking met
2 secundair onderwijs buiten Nederland (in het bijzonder: Duitsland), leerlingen vaardig te maken in meer actief en zelfstandig leren (Tweede Fase Adviespunt, 2005, p. 38). We meten dat met twee zelfrespons vragenlijsten die de zelfperceptie van studenten inzake enerzijds hun leerstijl in de brede zin van het woord, anderzijds de specifieke component metacognitieve vaardigheid tot onderwerp hebben. Om over een maatstaf te beschikken in de vergelijking tussen Nederlandse en Duitse studenten zal, net als in de eerste bijdrage, ook een vergelijking gemaakt worden tussen vrouwelijke en manlijke studenten. Zelfselectie In de eerste bijdrage is de kanttekening geplaatst dat verschillen geconstateerd tussen kenmerken van Nederlandse en Duitse studenten niet zonder meer gegeneraliseerd kunnen worden naar eigenschappen van het Nederlandse en Duitse voortgezet wetenschappelijk onderwijs. Immers, er treden selectie-effecten op, die de onderzochte studenten niet representatief kunnen laten zijn. Als meest voor de hand liggende selectiefout is genoemd dat studenten die ervoor kiezen in het buitenland te gaan studeren mogelijk bovengemiddelde studenten zijn, en zo de vergelijking vertekenen. Tegelijkertijd is geargumenteerd dat bij voortschrijdende internationalisering Selectie-effecten van het hoger vertonen een complex onderwijs, dit effect patroon: internationale een permanent studenten zijn ook weer karakter heeft, en dat heel regionaal, en bij het eerder wenselijk is numerus fixus studies dat zelfselectie-effect worden Nederlandse mee te nemen, dan kandidaten geselecteerd, ervoor te corrigeren. In buitenlandse niet toenemende mate zal de Nederlandse VWOer zich moeten meten met de buitenlandse student, die de relevante maatstaf zal gaan definiëren. Maar daarnaast kan de omvang van het selectie-effect gerelativeerd worden. Of beter gezegd: er zijn eigenlijk twee selectie-effecten, die elkaar deels of mogelijk zelfs geheel opheffen. De Duitse student is niet representatief door de keuze voor een internationale studie. Tegelijkertijd is die studie ook erg regionaal: de meeste Duitse studenten komen uit het Roergebied, vlak over de grens, en voor velen zal Maastricht de dichtstbijzijnde universiteitsstad zijn waar economie en bedrijfskunde gestudeerd kan worden. Een tegengesteld gericht selectie-effect betreft de Nederlandse studenten: zij kiezen er voor om een Engelstalige studie te volgen, hetgeen hun doet onderscheiden van de meerderheid van studenten die kiest voor een vervolgopleiding in de Nederlandse taal. Daarenboven studeert het grootste deel van de onderzochte studenten bedrijfskunde dat in Maastricht een numerus fixus studie is. Door die fixus vindt onder de studenten met een VWO diploma een selectie plaats door middel van gewogen loting op basis van het gemiddelde examencijfer. Opmerkelijk genoeg vindt onder de buitenlandse studenten een ongewogen loting plaats, aangezien bij hun een gestandaardiseerd eindexamencijfer ontbreekt. Als gevolg worden de Nederlandse studenten op middelbare school prestaties geselecteerd, maar de Duitse niet. Dus als er al een resultante bestaat van de twee selectieeffecten, is het onduidelijk in welke richting die wijst. Om toch een vergelijking te kunnen maken waarin het effect van zelfselectie geëlimineerd is, zal in de laatste sectie van deze bijdrage gekeken worden naar de ontwikkeling van twee relatieve prestatie-indicatoren in de tijd. Leerstijlen Het onderzoek naar geprefereerde leerbenaderingen is uitgevoerd met behulp van het leerstijlmodel van Vermunt (Vermunt, 1992; zie ook Picarelli, Slaats, Bouhuijs & Vermunt, 2006) en het daarop gebaseerde instrument ILS- HO. Vermunt onderscheidt in zijn model vier domeinen of componenten van leren: cognitieve verwerkingsstrategieën, metacognitieve regulatiestrategieën, leerconcepties en leeroriëntaties. Gebruik makend van karakteristieke verschillen in voorkeuren van studenten in deze vier domeinen, kunnen een viertal leerstijlen worden onderscheiden, namelijk de betekenisgerichte, de toepassingsgerichte, de reproductiegerichte en de ongerichte leerstijl. Vooruitlopend op de empirische uitkomsten van de vergelijking: omdat de Duitse studenten hoger scoren op alle schalen behalve de twee met een expliciet negatieve inhoud (stuurloos leergedrag, ambivalent), scoren ze tevens hoger op drie van de vier leerstijlen (enkel niet de ongerichte leerstijl). Aangezien de leerstijlverschillen betrekkelijk constant zijn, is het informatiever de analyse te richten op verschillen in de schalen
3 van de vier leerdomeinen. De ILS-HO maakt gebruik van een 5-punts Likert schaal. Cognitieve verwerkingsstrategieën Het eerste domein is dat van de cognitieve verwerkingsstrategieën: de leerstrategieën die studenten gewoonlijk gebruiken om leerstof te verwerken. Figuur 1 geeft de scores op de cognitieve verwerkingsstrategieën weer, waarbij de eerste twee kolommen telkens vrouwelijke en manlijke studenten confronteren, en de derde en vierde kolom telkens Duitse en Nederlandse studenten Vrouw Man Duits Nederlands RELAT KRIT DIEPTE MEMO ANAL STAPSG CONCR Figuur 1 gender- en nationaliteisteffecten voor cognitieve verwerkingsstrategieën uit ILS-HO Het onderscheid tussen betekenisgerichte en reproductiegerichte leerstijlen wordt mede in belangrijke mate bepaald door de verwerkingsschalen. Relateren & structureren (RELAT) en Kritisch verwerken (KRIT) vormen samen de schaal Diepteverwerking (DIEPTE), een hoofdbestanddeel van de betekenisgerichte leerstijl. Memoriseren & herhalen (MEMO) en Analyseren (ANAL) vormen samen de schaal Stapsgewijze verwerking (STAPSG), op zijn beurt een hoofdbestanddeel van de reproductiegerichte leerstijl. Tenslotte staat CONCR voor Concrete verwerking. Uit dit eerste figuur is al een begin van een terugkerend patroon te ontdekken: vrouwelijke studenten overtreffen manlijke studenten op de verschillende schalen, en buitenlandse studenten overtreffen de Nederlandse studenten. Er is slechts één enkele uitzondering op dit patroon, en die betreft de scores op Kritische verwerking: het is de enige schaal waar mannen hoger dan vrouwen scoren. Verschillen lijken in deze weergave niet erg groot, maar zijn bijna altijd statistisch significant tot zeer significant. Als een enkel voorbeeld: de p-waarde (waargenomen significantie) van de toets op gelijke gemiddelden van de schaal Analyseren (de enige schaal die zowel bijdraagt aan de betekenisgerichte leerstijl, als de reproductiegerichte leerstijl) is kleiner dan 0,0005 voor zowel toetsen op gendereffect, als nationaliteitseffect. En wordt deze extreme significantie makkelijk verklaard door de grootte van de steekproeven: ook de d-waarden zijn zeer behoorlijk: 0,22 voor het gendereffect, 0,60 voor het nationaliteitseffect. Het beeld dat dit figuur oproept is opmerkelijk. Leerstijlen als betekenisgericht versus reproductiegericht, en achterliggende leerstrategieën als diepteverwerking versus stapsgewijze verwerking, worden intuïtief als tegenpolen beschouwd. Studenten hebben ófwel aandacht voor relaties binnen de leerstof en vatten leren primair op als een proces van kennisconstructie, ófwel vatten leren op als een overdrachtsproces waarin vooral veel uit het hoofd geleerd moet worden. Maar in het contrast tussen vrouwelijk en manlijke studenten blijkt niets van de complementariteit: vrouwelijk studenten gebruiken alle leerstrategieën intensiever dan manlijke studenten, op Kritische verwerking na. En het contrast tussen Nederlandse en Duitse studenten levert eenzelfde uitkomst op, alleen in uitvergrote vorm: Duitse studenten zetten alle leerstrategieën veel intensiever in dan Nederlandse studenten.
4 Metacognitieve regulatiestrategieën Het tweede domein betreft de metacognitieve regulatiestrategieën; Figuur 2 geeft daar de patronen van weer Vrouw Man Duits Nederlands ZELFPR ZELFIN ZELF EXTPR EXTIN EXTERN STUURL Figuur 2 gender- en nationaliteisteffecten voor metacognitieve regulatiestrategieën uit ILS-HO De eerste twee schalen zijn Zelfsturing van leerproces en leerresultaat (ZELFPR) en Zelfsturing van leerinhoud (ZELFIN); tezamen vormen deze twee subschalen de schaal Zelfsturing (ZELF), een bouwsteen van de betekenisgerichte leerstijl. Opvallend is het heel grote nationaliteitseffect in Zelfsturing van leerinhoud, een aspect dat de kern van de Studenten afkomstig uit het Studiehuis schieten tekort in zelfsturing van leerinhoud, toch een kernpunt uit de Studiehuis didactiek didactiek van het Studiehuis regardeert, maar kennelijk volstrekt niet gerealiseerd wordt. De veronderstelde tegenpool van zelfsturing is externe sturing, hier uitgedrukt in Externe sturing van leerproces (EXTPR), Externe sturing van leerresultaten (EXTIN), en de somschaal Externe sturing (EXTERN). Wederom is onmiddellijk duidelijk dat er geen sprake is van een tegenpool in de strikte zin: vrouwelijke studenten zijn zowel meer zelf- als extern gestuurd dan manlijke studenten, en evenzo worden Duitse studenten in beide opzichten sterker aangestuurd dan Nederlandse studenten. Als er al een tegenpool zou zijn, is die vertegenwoordigd door de schaal Stuurloos leergedrag (STUURL). Opmerkelijk genoeg percipiëren manlijke studenten zich niet nadrukkelijk als stuurlozer dan vrouwelijke studenten; Nederlandse studenten wel iets meer dan Duitse studenten, maar de verschillen zijn veel kleiner dan op grond van de andere schalen verwacht mocht worden. Zelfpercepties zijn dus niet noodzakelijkerwijs logisch consistent. Een in relatieve zin groot nationaliteitseffect vinden we bij de variabele Zelfsturing van leerinhouden, een variabele waarvan op grond van de kenmerken van de didactiek in het Studiehuis juist verwacht had kunnen worden dat de VWO leerlingen hier zich zouden onderscheiden. Leeroriëntaties en leerconcepties De laatste twee domeinen van het ILS-HO instrument betreffen de leeroriëntaties en de leerconcepties. Figuur 3 geeft voor beide domeinen de patronen weer, met gender- en nationaliteitsverschillen die, wat richting betreft, niet verrassen.
5 Vrouw Man Duits Nederlands PERS CERT TEST BEROEP AMBI CONSTR OPNAME GEBRUIK STIMUL COOP Figuur 3 gender- en nationaliteisteffecten voor leeroriëntaties en leerconcepties uit ILS-HO De vijf onderscheiden leeroriëntaties zijn: Persoonlijk geïnteresseerd (PERS), Certificaatgericht (CERT), Testgericht (TEST), Beroepsgericht (BEROEP) en Ambivalent (AMBI). Het grootste verschil onder de leeroriëntaties is het nationaliteitsverschil in beroepsgerichtheid: ondanks het feit dat voor alle studenten, dus ook de Nederlandse, beroepsgerichtheid de belangrijkste leeroriëntatie is, is er een fors verschil met Duitse studenten. Ambivalentie, ofwel het gebrek aan een leeroriëntatie, laat verwachte verschillen zien, Studenten afkomstig uit het Studiehuis schieten tekort in kennisconstructie, een ander kernpunt uit de Studiehuis didactiek met hogere scores voor manlijke en Nederlandse studenten, maar verschillen zijn klein. Het allergrootste verschil vinden we echter onder de leerconcepties. Vermunt s instrument onderscheidt vijf leerconcepties: Opbouw van kennis (CONSTR), Opname van kennis (OPNAME), Gebruik van kennis (GEBRUIK), Stimulerend onderwijs (STIMUL) en Samen studeren (COOP). Alle laten aanzienlijke verschillen zien, telkens in de richting dat vrouwelijke studenten concepties sterker bezitten dan manlijke studenten, en Duitse studenten sterker dan Nederlandse studenten. Intuïties aangaande onderlinge strijdigheid van concepties, zoals tussen opbouw en opname van kennis, worden wederom gelogenstraft: verschillen zijn telkens dezelfde richting. Meest opmerkelijk zijn de scores op de schaal Opbouw van kennis: als iets wel het Studiehuis kenmerkt, is het de constructivistische leerbenadering. Rekening houdend met de veel traditionelere didactische uitgangspunten van het Duitse secundaire onderwijs, zou verwacht kunnen worden dat de VWO-er zich vertrouwd voelt met kennisconstructie, en de Duitse student juist met kennisopname. Maar in geen enkele schaal is het verschil tussen Nederlandse en Duitse studenten juist zo groot als voor kennisconstructie, met een d-waarde van niet minder dan 0,70, maar dan wel ten faveure van de Duitse studenten. Overigens is ook dit de schaal met het grootste gender-effect: d=0,47. Autonoom studeren Om vast te stellen hoe goed studenten uit de voeten kunnen binnen een leeromgeving die zich baseert op constructivistische leerbenaderingen, zijn recentelijk instrumenten ontwikkeld die zich specifiek richten op metacognitieve vaardigheden. Zo n instrument is de Rapportage Autonoom Studeren of RAS, ontwikkeld door onderwijskundigen van de Universiteit van Amsterdam (Elshout-Mohr, van Daalen- Kapteijns & Meijer 2001). In ons onderzoek hebben we gebruik gemaakt van de Engelstalige versie van dit instrument, dat met de naam Awareness of Independent Learning Inventory (AILI) wordt aangeduid (Elshout-Mohr, van Daalen-Kapteijns & Meijer 2001; zie ook Tempelaar, 2006a). De AILI onderscheidt drie verschillende typen van metacognitieve kwaliteiten, die ieder weer uit drie subcomponenten zijn opgebouwd. Naast componenten kent AILI vijf toepassingsgebieden, en zorgt de facetstructuur
6 van het instrument ervoor dat elk item refereert naar zowel één (sub)component, als één toepassingsgebied. Hier zullen we enkel ingaan op de componentstructuur, die in Tabel 1 is uitgewerkt. K K1 K2 K3 R R1 R2 R3 O O1 O2 O3 Tabel 1: componenten en subcomponenten van de AILI Metacognitieve kennis: declaratieve kennis met betrekking tot leren en studeren Kennis over studerenden Kennis over studiestrategieën Kennis over studietaken Metacognitieve regulatie: de vaardigheid om het studeren systematisch te sturen Oriëntatie: regulatie voorafgaand aan leren Monitoring: regulatie tijdens het leren Evaluatie: regulatie in de afsluiting van het leren Metacognitieve ontwikkeling of responsiviteit: informatiegevoelige en onderzoekende houding Opmerkzaamheid ten aanzien van interne feedback Ontvankelijkheid voor externe feedback Onderzoekende houding ten aanzien van het eigen functioneren De meetschaal gebruikt bij de afname van de AILI-vragenlijst is een 7-punts Likert schaal. Figuur 4 geeft de scores op de verschillende schalen en subschalen weer Vrouw Man Duits Nederlands 2 1 K1 K2 K3 K R1 R2 R3 R O1 O2 O3 O Figuur 4 gender- en nationaliteisteffecten voor metacognitieve vaardigheden uit AILI Tegengesteld aan de verwachting die gebaseerd zou kunnen op het belang van de ondervraagde vaardigheden in de in Studenten afkomstig uit het Studiehuis het Studiehuis schieten gebruikte didactiek, tekort in alle scoren VWO-ers metacognitieve slechter dan de nietvaardigheden, in het VWO-ers, en wel op bijzonder de alle (sub)schalen. houdingsaspecten Tevens scoren daaronder vrouwelijke studenten beter dan manlijke studenten, wederom op alle (sub)schalen, maar de gendereffecten zijn steeds kleiner dan de nationaliteitseffecten. Verschillen zijn, op K3 na, groot en statistische zeer significant: de p- waarden of waargenomen significanties van alle toetsen op nationaliteitseffecten zijn, op K3 na, kleiner dan 0,0005. Dat K3, kennis over studietaken, de uitzondering is, is niet verbazingwekkend: juist in het Studiehuis komen studenten met een grote variatie van studietaken in aanraking, en het besef dat ieder van die taken om andere aanpak vraagt, doorzien de studenten wel. Maar de vaardigheid om elke studietaak op de geëigende wijze aan te pakken bezitten de Studiehuis-leerlingen volgens hun eigen perceptie niet. En wat vooral mankeert, is een
7 juiste houding, want de grootste verschillen treden op in de schaal metacognitieve ontwikkeling. O3, curiositeit, spant daarin de kroon, met d-waarden voor gender- en nationaliteitseffecten van 0,34 respectievelijk 0,64. Relatieve prestaties Een manier om op basis van beschikbaar datamateriaal tot een oordeel te komen over de mogelijke rol van selectie-effecten, is de ontwikkeling van relevante variabelen in de tijd te onderzoeken. We zullen dat hieronder doen voor cursusprestaties in een aantal opeenvolgende academische jaren. In die jaren is het aandeel buitenlandse studenten gegroeid van een kleine minderheid tot ruim tweederde van de instromende studenten. Als het kiezen om internationaal te gaan studeren al met een selectie-effect gepaard zou gaan, is het redelijk te veronderstellen dat dat selectie-effect in de tijd gezien steeds geringer wordt, of constant blijft, maar zeker niet zal toenemen. Immers, internationaal studeren is steeds gewoner geworden, hetgeen de selectieve werking opheft. Onderstaande figuur geeft inzicht in de ontwikkeling van de relatieve prestaties van VWO-ers ten opzichte van niet-vwo-ers voor de twee deelscores van het vak Kwantitatieve Methoden: Wiskunde en Statistiek. Het vak Kwantitatieve Methoden (6,5 ECTS, 8 weken) is het allereerste vak dat studenten doorlopen wanneer ze in het eerste bachelorsjaar instromen, en herhaalt in essentie het WiA1,2 programma. Met een aantal kenmerkende verschillen: de oriëntatie is veel meer conceptueel, en niet contextueel zoals de traditie van het Nederlandse wiskundeonderwijs is geworden, en er is een verschil in hulpmiddelen: de grafische rekenmachine wordt niet, mag zelfs niet worden gebruikt. Beide deelscores van het vak bestaan grotendeels uit de score op de schriftelijke eindtoets (20 van de 24 punten), aangevuld met scores op tussentijdse toetsjes (de quizzes: 4 van de 24 punten). De toetsstof is representatief voor de tweede fase eindtermen van het WiA1,2 programma, en hier uitgesplitst naar deelscores, omdat die een interessante internationale vergelijking toelaten. De ratio s weergegeven in de grafiek betreffen de gemiddelde score van de VWO student, gedeeld door de gemiddelde score van de niet-vwo student. (Nb: anders dan in de vergelijking van de vragenlijstscores, worden hier studenten met een VWO vooropleiding vergeleken met studenten zonder VWO vooropleiding. De kleine groep van niet- Nederlandse, niet-duitse studenten wordt dus ook meegenomen. Omdat die groep echter zo klein is, heeft dat geen invloed op de uitkomsten van de analyse.) De jaren waarover data beschikbaar zijn, zijn de jaren waarin aan het aansluitingsproject is meegewerkt (vanaf 03/04), plus een incidentele meting daarvoor voorafgaand (99/00). Om aan te geven dat over tussenliggende jaren geen gegevens beschikbaar zijn, is de ontwikkeltrend tussen de eerste meetjaren onderbroken weergegeven Wiskunde Statistiek /00 03/04 04/05 05/06 06/07 Figuur 5 ontwikkeling van wiskunde en statistiek prestaties in de tijd van Nederlandse en internationale studenten: ratio prestatie VWO-er en prestatie niet-vwo-er
8 In Figuur 5 vallen een aantal uitkomsten op. Om met de positieve te beginnen: VWO-ers doen, of vooral deden, het goed in statistiek: de prestatieratio is steeds groter dan één, zij het dat hij snel terugloopt naar de waarde vlak boven één. Het waarom van het verschil is eenvoudig aan te geven: samen met de Angelsaksische landen, neemt Nederland een unieke plaats in wat betreft de prominente rol van statistiek in het wiskunde middelbare school programma. In veel Europese landen ontbreekt statistiek geheel, en is er hoogstens een kleine rol voor waarschijnlijkheidsrekening weggelegd. Internationale studenten maken vaak voor het eerst kennis met statistiek in het kader van het vak Kwantitatieve Methoden. En slagen er kennelijk in om binnen 60 studie-uren met een in tijd beperkte docentbegeleiding toch nagenoeg het niveau te halen van de Nederlandse student die al het hele programma op het VWO heeft doorlopen. Voor wiskunde geldt zo n verschil niet: daar hebben internationale studenten hun aandeel zeker in gehad. Aansluitingsproblemen zijn daar niet zo zeer te verklaren in de omvang van het wiskunde programma, maar in de keuze van onderwerpen: de Nederlandse eindtermen zijn geen Europees gemeengoed. De scores in 99/00 geven die aansluitingsproblemen goed weer: VWO-ers presteerden toen duidelijk beter dan niet-vwo-ers. In de meer recente jaren is daar een drastische kentering in gekomen: ondanks het feit dat Wanneer buitenlandse studenten wiskundekennis van een vooropleiding VWO-ers en niet-vwoers wordt vergeleken, wat onderwerpkeuze hebben gevolgd die ontstaat een nog steeds minder verontrustend patroon in goed aansluit dan de de tijd vooropleiding van Nederlandse studenten, overtreffen ze de Nederlandse studenten in hun prestaties, in de laatste jaren zelfs zeer aanzienlijk. Zonder specifiek in de problematiek van het Nederlandse wiskundeonderwijs te willen ingaan (zie daartoe Tempelaar, 2006b), maken de uitkomsten van deze deelanalyse wel duidelijk dat de oorzaak van grote nationaliteitseffecten eerder in het bestaan van (ogenschijnlijk steeds groter wordende) problemen in de onderwijspraktijk van het Studiehuis gezocht moet worden, dan dat zij een resultaat is van selectie-effecten. Conclusies Er bestaan grote verschillen in studentkenmerken tussen Nederlandse en internationale (in het bijzonder: Duitse) studenten. In deze analyse is getracht aannemelijk te maken dat die verschillen niet, of niet primair, uit selectieeffecten zijn te verklaren. De grote veranderingen die zich voordoen in de vakprestaties, zeer in het bijzonder voor wiskunde, lijken te wijzen op toenemende problemen in de uitvoering van het Studiehuis. De analyses van de uitkomsten van de ILS-HO en AILI vragenlijsten lijken deze gevoltrekking te ondersteunen. Opmerkelijk genoeg zijn de grootste nationaliteitseffecten, ten nadele van de VWO-ers, te constateren bij die variabelen die tot de kern van de Studiehuis didactiek gerekend moeten worden. De mate waarin studenten in staat zijn tot zelfsturing van leerinhouden, en de mate waarin studenten het leren opvatten als een proces van kennisconstructie, moeten als cruciale voorwaarden voor het leren in het Studiehuis worden opgevat, juist gegeven de gebuikte didactische principes. Wanneer geconstateerd moet worden dat VWO-ers juist op deze aspecten uitvallen, dan is onmiddellijk de kwaliteit van het tweede fase onderwijs in het geding. Dit beeld wordt herbevestigd door de gevonden verschillen in metacognitieve vaardigheden. Eén van de conclusies van de eerste bijdrage, dat nationaliteits- en gendereffecten onafhankelijk van elkaar optreden, geldt ook nu weer. De gendereffecten zijn vooral gebruikt als maatstaf ter interpretatie van gevonden nationaliteitseffecten. Wanneer gendereffecten ook in de analyse betrokken worden, dan zien we dat de twee effecten zich stapelen. Hadden we analyse gericht op verschillen tussen manlijke VWO-abituriënten en vrouwelijke internationale studenten, dan bereiken die verschillen een omvang die als uitzonderlijk voor empirisch onderwijskundig onderzoek kunnen worden opgevat. Referenties Elshout-Mohr, M., van Daalen-Kapteijns, M. M., Meijer, J. (2001). Constructie van het in strument Rapportage Autonoom Studeren. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut en Instituut voor de Leraren Opleiding (ILO). Elshout-Mohr, M., Meijer, J., van Daalen- Kapteijns, M., & Meeus, W. (2003). A self-
9 report inventory for metacognition related to academic tasks. Paper gepresenteerd op de 10e conferentie van de European Association for Research on Learning and Instruction (EARLI), Padua, Italië, Augustus, Picarelli, A., Slaats, M., Bouhuijs, P. A. J., & Vermunt, J. D. (2006). Leerstijl en leeromgeving in het voortgezet onderwijs: Nederland en Vlaanderen vergeleken. Pedagogische studiën. 83 (2), Tempelaar, D. (2006a). The role of metacognition in business education. Industry & higher education, 20(5), Tempelaar, D. (2006b). Onderwijzen of bijspijkeren. Manuscript aangeboden ter publicatie. Tempelaar, D., Rienties, B. & Gijselaers, W. (2006). Internationalisering; en de Nederlandse student? Maastrichtse ervaringen met Nederlandse en Duitse studenten. Onderzoek van Onderwijs, 35 (3), Tweede Fase Adviespunt (2005). Zeven jaar Tweede Fase, een balans. Den Haag: Tweede Fase Adviespunt. Vermunt, J. D. (1992). Leerstijlen en sturen van leerprocessen in het Hoger Onderwijs. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger. Personalia Dirk Tempelaar en Bart Rienties zijn beiden als docent verbonden aan de Universiteit Maastricht, FdEWB, en onderzoeker in het Web-Spijkeren project. Wim Gijselaers is verbonden als hoogleraar onderwijskunde aan de UM, FdEWB, en tevens vice-decaan en opleidingsdirecteur International Business.
Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.
Metawerk Fedor. Semester 1a Opdracht 1. Ik heb voor opdracht 1 de leerstijlentest van Kolb gemaakt. Deze test heeft als doel om te kijken op wat voor manier je het beste informatie kunt opnemen en verwerken.
Nadere informatieOnderwijzen of bijspijkeren?
1 Dirk Tempelaar Onderwijzen of bijspijkeren? NAW 5/8 nr. 1 maart 2007 55 Dirk Tempelaar Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Departement Kwantitatieve Economie Postbus 616 6200 MD
Nadere informatieONBETWIST Deliverable 5.4.6
Toetsgestuurd leren van statistiek, UM, UMC, semester 1, 2012/2013 ONBETWIST Werkpakket 5 Deliverable 5.4.6, Februari 2013 Dirk Tempelaar, Maastricht University School of Business and Economics Introductie
Nadere informatieLEMO. Kenmerken van leren en motivatie in de tweede graad SO
LEMO Kenmerken van leren en motivatie in de tweede graad SO Vincent Donche Heleen Verbeke Peter Van Petegem Onderzoeksgroep EduBROn Instituut Onderwijs- en Informatiewetenschappen 1 Leerstijlen: what s
Nadere informatiePV ILS-VO 1 12/1/2016
PV ILS-VO 1 12/1/2016 INSTRUMENT LEERSTIJL VO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Luc Arendse PV ILS-VO 2 12/1/2016 Gegevens deelnemer Algemeen Naam Luc Arendse Leeftijd 17 Geslacht man Afnamedatum 28 november
Nadere informatiewie is die academische pabo-student?
wie is die academische pabo-student? VELON-conferentie, 14 maart 2011 Stella van der Wal-Maris leerpatroon en leeromgeving promotor: Douwe Beijaard, ESoE / Tue co-promotor: Jeannette Geldens, Kempel Onderzoekscentrum
Nadere informatieHerman Van de Mosselaer
Herman Van de Mosselaer Breda, 28 maart 2012 Waar gaat onderwijs in essentie over? Onderzoek en onderzoeksresultaten: Welke eerstejaars doen het beter? Longitudinaal onderzoek Visie en doelen rond de Lemo-test
Nadere informatieDe impact van leerconcepties op de studiestrategieën van eerstejaarsstudenten uit het hoger onderwijs
De impact van leerconcepties op de studiestrategieën van eerstejaarsstudenten uit het hoger onderwijs Johan Ferla Martin Valcke Gilberte Schuyten VFO 13 november 2008 Doelstellingen onderzoek: Opsporen
Nadere informatieLemo-test voor de tweede graad.
Lemo-test voor de tweede graad www.plantijn.be Waarom de Lemo-test? Leerstijl- + motivatietest Leerstijl = de manier waarop je leert. Leerlingen leren hun eigen leerstijl kennen. Ze kennen hun sterke punten
Nadere informatieRapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014
Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres D Demo 5 januari 2014 D@Demo.com Inleiding Motivatie
Nadere informatieStuderen en Leren Vorm VWO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Naam Z
Studeren en Leren Vorm VWO PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam Z Gegevens deelnemer Algemeen Naam Naam Z Leeftijd 18 Geslacht man Afnamedatum 17 Oktober 2012 Normgroep VWO 6 Opleiding atheneum Klas/jaar 6
Nadere informatieGoesting in Leren en Werken 22 april 2O15. Herman Van de Mosselaer, projectmanager onderwijsgerelateerd onderzoek
Goesting in Leren en Werken 22 april 2O15 Herman Van de Mosselaer, projectmanager onderwijsgerelateerd onderzoek Artesis Plantijn Hogeschool 6 campussen, centrum Antwerpen VERSTERKEN INSTROOM Secundair
Nadere informatieACTIVERENDE WERKVORMEN. Pedagogische dag COLOMAplus Johan Fouquaert
ACTIVERENDE WERKVORMEN Pedagogische dag COLOMAplus 2013-03-01 LEERPLANREALISATIE Het handboek. is de bijbel voor vele leraars ik krijg mijn handboek niet uit Nochtans. Activerend onderwijs Wat? Ll verwerkt
Nadere informatieRapport normtabellen Lemo
Plantijn Hogeschool van de Provincie Antwerpen EduBROn, Universiteit Antwerpen Groep T-Hogeschool Leuven Hogeschool Zeeland Hogeschool Zuyd KaHo Sint-Lieven NHTV Internationale Hogeschool Breda Provinciale
Nadere informatieSTIMULERENDE STIJLEN. voor leerlingen en lesgevers
STIMULERENDE STIJLEN voor leerlingen en lesgevers functiebeperking kansarmoede persoonlijkheid geslacht Leerstijlen 1. het concept BUITEN NA dagelijks leven DE LES Leerstijlen IN DE LES lesdidactiek leerproces
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatieStudieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers
Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.
Nadere informatieVier in Balans-tool. Rapportage Teamlid
Vier in Balans-tool Rapportage Teamlid 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model en is aangevuld met elementen uit Didactiek en Leiderschap in Balans. Dit model vat samen wat er uit
Nadere informatieleerpatronen probleemstelling betekenisgericht leren in lerarenopleidingen de toename van betekenisgericht leren in academische en reguliere pabo s
snel veranderende samenleving - onderwijs de toename van betekenisgericht leren in ademische en reguliere pabo s ORD 2015 Stella van der Wal-Maris, Gonny Schellings, Jeannette Geldens en Douwe eijaard
Nadere informatieSpinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept
Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om
Nadere informatieVier in Balans-tool. Individuele Rapportage
Vier in Balans-tool Individuele Rapportage 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model en is aangevuld met elementen uit Didactiek en Leiderschap in Balans. Dit model vat samen wat er
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE RKBS DE DUIZEND EILANDEN
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE RKBS DE DUIZEND EILANDEN School : rkbs De Duizend Eilanden Plaats : Noord-Scharwoude BRIN-nummer : 11YL Onderzoeksnummer : 94892 Datum schoolbezoek : 29 mei 2007 Datum
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieMaak de leerling actief
Maak de leerling actief Diep leren en zelfsturing in het voortgezet onderwijs Dr. Maaike Koopman Eindhoven School of Education NRO kortlopend praktijkgericht onderwijsonderzoek Dossiernummer 405-16-505
Nadere informatieKRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS
KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS Rapportage voor Koning Willem I. College Opleiding Manager/ondernemer horeca van de Middelbare Horecaschool (MHS) HOGESCHOOL UTRECHT Wenja Heusdens, MSc
Nadere informatieCITO AMSTERDAMSEWEG CM ARNHEM
CITO AMSTERDAMSEWEG 13 6814 CM ARNHEM Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "Voorbeeld" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito heeft
Nadere informatieLSVb visie op Decentrale Toelating
LSVb visie op Decentrale Toelating Dit is een uitgave van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden naar: lsvb@lsvb.nl Landelijke Studentenvakbond Postbus
Nadere informatieGROEPSFEEDBACKRAPPORT
GROEPSFEEDBACKRAPPORT GROEPSGEGEVENS Versie Lemo-vragenlijst School/instelling Groep Instellingsverantwoordelijken - groepsbegeleiders Lemo vragenlijst - Hoger Onderwijs actueel Hoger onderwijs Lemo II
Nadere informatieDE METADENKENDE LEERLING TRAINING DEEL 3 26 JANUARI M METHODE VOOR HET VERBETEREN VAN DE METACOGNITIE BIJ LEERLINGEN
DE METADENKENDE LEERLING TRAINING DEEL 3 26 JANUARI 2016 3M METHODE VOOR HET VERBETEREN VAN DE METACOGNITIE BIJ LEERLINGEN Plonie Nijhof Joris Ghysels Rodica Ernst-Militaru HWC UM UC INHOUD 13.45 14.15
Nadere informatieKWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008
RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 OBS REMBRANDT School: openbare basisschool Rembrandt Plaats: Akersloot BRIN-nummer: 04GB Onderzoeksnummer: 103497 Datum uitvoering
Nadere informatieQuantitative Methods voor Economics & Business 05/06
Quantitative Methods voor Economics & Business 05/06 1. Inleiding Het vak QM1, een inleiding in de kwantitatieve methoden die aansluit bij het VWO WiA1,2 niveau, werd gegeven in de eerste blokperiode van
Nadere informatieONBETWIST Deliverable 5.4.1
Wiskunde D en de voorbereiding op een technische, universitaire studie: een analyse van het TUE onderwijsproject. ONBETWIST Werkpakket 5 Deliverable 5.4.1, Februari 2013 Hans Cuypers, Eindhoven University
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER School : basisschool Albert Schweitzer Plaats : Emmeloord BRIN-nummer : 08JS Onderzoeksnummer : 94651 Datum schoolbezoek : 4 juni 2007 Datum
Nadere informatieOpdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten
Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Auteur: Dick Vrenssen, docent pedagogiek psychologie onderwijskunde, Fontys Hogeschool Kind en Educatie In het schooljaar 2013/ 2014 heeft het
Nadere informatieTijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79
Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De
Nadere informatieVier in Balans-tool. Teamrapportage
Vier in Balans-tool Teamrapportage 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model. Dit model vat samen wat er uit wetenschappelijk onderzoek bekend is over succesvolle invoering en gebruik
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het
Nadere informatieHerman Van de Mosselaer, projectleider GoLeWe. Antwerpen, 20 mei 2011
Herman Van de Mosselaer, projectleider GoLeWe Antwerpen, 20 mei 2011 Context: het project GoLeWe-project Toegespitst op het primair proces Onderzoek en onderzoeksresultaten: Welke eerstejaars doen het
Nadere informatieFinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager
FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO School : Basisschool 't Loo Plaats : 't Loo BRIN-nummer : 09CR Onderzoeksnummer : 94545 Datum schoolbezoek : 8 mei 2007 Datum vaststelling : 17 september
Nadere informatieBegeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof
Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat Frans Ottenhof De rol van de mentor * Wat is motiverend voor leerlingen? * Aan welke studievaardigheden kun je werken? Welke niet? * Wat heb je nodig
Nadere informatie<<NAAM SCHOOL>> <<ADRES SCHOOL>>
Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "V6netl$$$$" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito heeft verstrekt.
Nadere informatieStoomcursus Lemo-test
Stoomcursus Lemo-test 3e GoLeWe-projectconferentie Hasselt, 9 december 2010 14 projectpartners 7 hogescholen 2 universitaire centra 5 secundaire scholen w w w. g o l e w e. e u GoLeWe-congres Hasselt 9
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer :
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK School : De Toermalijn Plaats : Arnhem BRIN-nummer : 15XH Onderzoeksnummer : 104068 Datum schoolbezoek : 18 maart 2008 Concept datum : 21 mei 2008 Datum vaststelling
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieAansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit
Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 1 vormt de algemene inleiding van het proefschrift. In dit hoofdstuk beschrijven wij de achtergronden, het doel, de relevantie en de context van het onderzoek, en de
Nadere informatieSamenvatting / Dutch summary
Samenvatting / Dutch summary De verantwoordelijkheid die mensen al dan niet nemen voor hun eigen leven is een centraal thema op dit moment, zowel binnen de politieke als de publieke discussie: we gaan
Nadere informatieKOL semester Bijeenkomst 9
KOL semester 2 2012-2013 Bijeenkomst 9 Terugblik Gastles Ewald Vervaet: wat haal je hier uit mbt leren en ontwikkeling van kinderen? Wissel uit in 2tal. Artikelen gelezen? Boodschap? Plenair uitwisselen.
Nadere informatieORS. LEK EN LINGE POSTBUS AL CULEMBORG
ORS. LEK EN LINGE POSTBUS 461 4 AL CULEMBORG Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "M6mo6" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito
Nadere informatieDraagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?
Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieDOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT
DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1
Nadere informatieSamenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht
Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen
Nadere informatieLeerstijlen en Studieresultaten in een HBO- Masteropleiding
Schouten & Nelissen Masteropleidingen Leerstijlen en Studieresultaten in een HBO- Masteropleiding Peter Loonen 28 juni 2005 Masterthesis aangeboden ter verkrijging van het diploma : Master Educational
Nadere informatie4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS. Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718
4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS QLIOOO Z^ School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718 Datum schoolbezoek Datum vaststelling
Nadere informatieOnderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen
Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen 1 Repons en achtergrondkenmerken van studenten 2 2 Gebruik van ict door studenten 4 3 Competentie op ict-gebied 5 4 Opvattingen over leerlingen
Nadere informatieRapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven
Rapportage Leerlingtevredenheid Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rob Swager ECABO, mei 2011 1. Inleiding... 3 2. Tevredenheid algemeen.... 4 3. Aspecten die
Nadere informatielp o INSPECTIE hetonderwijs RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ n.b.b.s. Het Blokland
lp o RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ n.b.b.s. Het Blokland School/instelling: n.n.b.s. Het Blokland Plaats: Noordscheschut BRIN-nummer: 04 PT Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: 7 oktober
Nadere informatieLeerprofiel Tom. Tom. Schematisch:
Tom Leerprofiel Tom Schematisch: De kwalitatieve uitwerking van het leerprofiel van Tom start met een korte introductie van Tom s instroomtraject (deel 1), gevolgd door: deel 2: deel 3: doorstroom: - mentale
Nadere informatieResultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie
Resultaten NSE 2017 Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Mei 2017 Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie 2 Inleiding Hogeschool Inholland (Inh) voert voor de dertiende
Nadere informatieRAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX
RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX School : Basisschool Beatrix Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 16DS Onderzoeksnummer : 69226 Datum schoolbezoek : 24 januari 2006 Datum vaststelling
Nadere informatieIntroductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.
Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van
Nadere informatieDe samenhang tussen persoonlijkheidsfactoren en leerstijlen binnen het hbo
De samenhang tussen persoonlijkheidsfactoren en en binnen het hbo Artikel bacheloropdracht Educational Design, Management and Media 17 januari 2007 Marjan Koers Jolien van Uden Relatie persoonlijkheid,
Nadere informatie(ZELF)SELECTIE IN DE LERARENOPLEIDING: PROBLEMEN, INTERVENTIES MECHANISMEN UITKOMSTEN. Jacqueline Kösters Velon 2017
(ZELF)SELECTIE IN DE LERARENOPLEIDING: PROBLEMEN, INTERVENTIES MECHANISMEN UITKOMSTEN Jacqueline Kösters Velon 2017 1 Wat: NRO-onderzoek naar de voorspellende waarde van selectie-instrumenten voor de toelating
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.
Nadere informatieVan mbo en havo naar hbo
Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied
Nadere informatieLeerprofiel PACO. Paco. Schematisch:
Paco Leerprofiel PACO Schematisch: De kwalitatieve uitwerking van het leerprofiel van Paco start met een korte introductie van Paco s instroomtraject (deel 1), gevolgd door: deel 2: deel 3: doorstroom:
Nadere informatieOVER DE VOORKENNIS WISKUNDE NU
Jan van de Craats (UvA, OU) OVER DE VOORKENNIS WISKUNDE NU SURF Conferentie Wiskundevoorkennis voor het hoger onderwijs Jaarbeurs Utrecht, 9 maart 2006 Aansluiting wiskunde VO naar HO: - wat zijn de problemen?
Nadere informatielp o INSPECTIE het ONDERWIJS RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ obs De Gavehoek
lp o RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ obs De Gavehoek School/instelling: Obs De Gavehoek Plaats: Oostwold BRIN-nummer: 13XX Onderzoek uitgevoerd op: 9 december 2008 Conceptrapport verzonden op: 7
Nadere informatieRelatie intake - studiesucces
Relatie intake - studiesucces Opleiding S&B cohort 2009 Relatie intake - studiesucces November 2010 Beleidsdienst: Rutger Kappe, Margo Pluijter 0 Inhoudsopgave De inhoudsopgave van de resultaatevaluatie
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON School : o.b.s. De Kameleon Plaats : Drachten BRIN-nummer : 14XM Onderzoeksnummer : 94578 Datum schoolbezoek : 13 september 2007 Datum vaststelling
Nadere informatieSAMENVATTING 184 theorieën over leerprocessen wordt, naast meer objectieve factoren zoals het voorkennisniveau, steeds meer ruimte ingebouwd voor subj
SAMENVATTING (DUTCH) Leerprocessen zijn soms uiterst ondoorgrondelijk. Het eerste hoofdstuk van dit proefschrift geeft daar een treffend voorbeeld van. Het vertelt hoe leerlingen, in hun studie van de
Nadere informatieEen exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau
Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2
Nadere informatieLeren in het volwassenenonderwijs.
Leren in het volwassenenonderwijs. Nieuwe uitdagingen? Gunter Gehre Lector en onderwijsondersteuner UCLL Docent CVO Sociale School Heverlee Ter kennismaking UCLL Groep Gezondheid en welzijn Pba Sociaal
Nadere informatieCultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein
Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke
Nadere informatieBreda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014
Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg Notitie datum 01-06-2014 contactpersoon Theo Nelissen onderwerp Selectie onderzoeksresultaten ViA-E telefoon (076) 523 85 74 van Theo Nelissen e-mail tcc.nelissen@avans.nl
Nadere informatienotitie Opbrengsten onderzoeken naar aanleiding van advies van
notitie Opbrengsten onderzoeken naar aanleiding van advies van commissie Bosker Bureau van het CvTE Muntstraat 7 3512 ET Utrecht Postbus 315 3500 AH Utrecht Nederland www.hetcvte.nl Datum 10 juni 2015
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'SINT JOZEF'
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'SINT JOZEF' School : basisschool 'Sint Jozef' Plaats : Nieuw-Namen BRIN-nummer : 06XE Onderzoeksnummer : 94514 Datum schoolbezoek : 19 juni 2007 Datum vaststelling
Nadere informatiePremaster Marketing Vrije Universiteit Amsterdam - Fac. der Economische Wet. en Bedrijfsk. - P Marketing - 2011-2012
Premaster Marketing Vrije Universiteit Amsterdam - - P Marketing - 2011-2012 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Marketing - 2011-2012 I De premasteropleiding duurt maximaal één jaar en is bestemd voor
Nadere informatieTERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014
TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014 Inleiding Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal
Nadere informatieLeren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s
Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de
Nadere informatiePrestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).
pagina: 1 (v6) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen
Nadere informatieD.1 Motiveren en inspireren van leerlingen
DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt
Nadere informatieFase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3
N W Fase B O Z Entree Leerstijlen Versie 0.1: januari 20]3 2013 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 Inleiding 2 Indeling 4 Strategie 6 Leerstijl Ieder mens heeft zijn eigen leerstijl. Deze natuurlijke
Nadere informatieDe overgang po vo. Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht
De overgang po vo Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht Kansenongelijkheid bij overgang po vo % 60 50 40 30 20 Laag opgeleide ouders (geen startkwalificatie) Gemiddeld
Nadere informatieHTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam
HTS Report DESIGMA - A Design a Matrix ID 5107-4177 Datum 31.01.2017 Advanced 1. Editie DESIGMA - A Inleiding 2 / 10 INLEIDING Structuur van dit rapport Interpretatie Profielformulier Schaalscores Schaalinformatie
Nadere informatieToelichting bij de berekening van de scores
Plantijn Hogeschool van de Provincie Antwerpen EduBROn, Universiteit Antwerpen Groep T-Hogeschool Leuven Hogeschool Zeeland Hogeschool Zuyd KaHo Sint-Lieven NHTV Internationale Hogeschool Breda Provinciale
Nadere informatieCase Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan
Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid
Nadere informatieOntwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003
Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:
Nadere informatieINTRODUCTIE & STUDIESUCCES
INTRODUCTIE & STUDIESUCCES DEELRAPPORT STUDENT ANALYTICS 201 1 AUGUSTUS 201, V1 INHOUD CONTEXT ONDERZOEK: STUDENT ANALYTICS Dit deelrapport van het project Student Analytics 201 behandelt de relatie tussen
Nadere informatieDe arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland
De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit
Nadere informatieThe Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands
The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)
Nadere informatieAnalyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen
Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten
Nadere informatieDe arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht
De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieOvergang SO-HO: Van selectietesten naar oriënteringstraject
VLHORA-congres 9 februari 2015 Overgang SO-HO: Van selectietesten naar oriënteringstraject Erna Nauwelaerts & Sarah Doumen contact: erna.nauwelaerts@uhasselt.be Inhoud Niet toelaten/afraden voor een opleiding
Nadere informatieExperience Mathness: Oefen- en ingangstoetsing voor bachelor studenten TUE
Experience Mathness: Oefen- en ingangstoetsing voor bachelor studenten TUE ONBETWIST Werkpakket 5 Deliverable 5.3.3, April 2012 Dirk Tempelaar & Hans Cuypers Introductie Experience Mathness diende ter
Nadere informatieInleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9
INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO examen 5 Het schakelprogramma 6 INHOLLAND met doorstroomminor 8 Studeren in deeltijd 9 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE School : Openbare basisschool Noordhove Plaats : Zoetermeer BRIN-nummer : 16ND Onderzoeksnummer : 94861 Datum schoolbezoek : 5 en 7 juni
Nadere informatie