Het is de bedoeling dat u uit vier antwoordmogelijkheden het meest juiste antwoord kiest. U mag maar één antwoordmogelijkheid noteren.

Transcriptie

1 EXAMENOPGAVEN MODULE A1 Tijd: uur (90 minuten) Het is de bedoeling dat u uit vier antwoordmogelijkheden het meest juiste antwoord kiest. U mag maar één antwoordmogelijkheid noteren. Aantal vragen: 45 Aantal pagina s: 17 Controleer zorgvuldig of alle pagina s in de goede volgorde aanwezig zijn. Raadpleeg in geval van een afwijking een surveillant. Succes! Publicatie van deze opgaven mag alleen na schriftelijke toestemming van NIMA. 1

2 Vraag 1 (1 punt) Het Nederlandse jeansmerk G-Star heeft haar productielocaties bekend gemaakt, als een stap op weg naar een verantwoorde kledingindustrie. Daarmee haakt het bedrijf in op de trend van volledige transparantie naar consumenten over productie en bedrijfsvoering. Welke marketingoriëntatie past G-Star hier toe? a. Verkooporiëntatie b. Productieoriëntatie c. Maatschappelijke marketingoriëntatie d. Institutionele marketingoriëntatie Exameneis: 1.2 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p Vraag 2 (1 punt) Via de actie Hou je adem in probeert het Longfonds geld binnen te halen om longonderzoek te financieren. Voor de actie treden bekende Nederlanders zoals Giel Beelen en Ronald de Boer op in tv-commercials. Hoe wordt deze vorm van marketing genoemd? a. Retailmarketing b. Trademarketing c. Businessmarketing d. Not-for-profitmarketing Exameneis: 1.5 (B) Literatuur: Bliekendaal en van Vught, p.31; Smal en Vosmer, p (zie ook p ). Vraag 3 (1 punt) De Britse regering voert binnenkort een suikerbelasting op frisdranken in, om zo overgewicht onder kinderen tegen te gaan. Met welk type omgevingsfactoren hebben frisdrankfabrikanten in dit geval te maken? a. meta-omgevingsfactoren b. micro-omgevingsfactoren c. meso-omgevingsfactoren d. macro-omgevingsfactoren Exameneis: 1.6 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p.38-51; Bliekendaal en van Vught, p

3 Vraag 4 (1 punt) In het marketingconcept kunnen naast de vier P s ook drie R s worden onderscheiden. Op welke R richtte Volkswagen zich toen het na de sjoemelsoftwareaffaire een paginagrote advertentie plaatste met de kop: Schaamrood - allesbehalve trots op onze nieuwste kleur? a. Ruil b. Relatie c. Routine d. Reputatie Exameneis: 1.7 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p.26 Vraag 5 (1 punt) Onder andere door de overname van een aantal kleinere hightechbedrijven slaagde een groot ziekenhuis er in om de meest ingrijpende en vaak risicovolle groeistrategie succesvol door te voeren. Van welke groeistrategie is hier sprake? a. Diversificatie b. Marktpenetratie c. Marktontwikkeling d. Productontwikkeling Exameneis: 1.13 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p.42 Vraag 6 (1 punt) Een nieuw zonnebrilmerk wil de markt betreden met een zonnebril gemaakt van bamboe afkomstig uit China. Om de ondernemingsstrategie vorm te geven schrijft zij allereerst een marketingplan. In welk onderdeel van het plan onderzoekt het bedrijf de wet- en regelgeving op het gebied van het starten van een nieuwe onderneming, alsmede haar concurrenten en de wensen en behoeften van de klant? a. Strategie b. Doelstelling c. Situatie-analyse d. Probleemstelling Exameneis: 2.1 (K) Literatuur: Bliekendaal en van Vught, p.40; Verhage, p

4 Vraag 7 (1 punt) Een marketingmanager laat zich iedere maand informeren over het door het CBS uitgevoerde Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO). In dit onderzoek worden consumenten bevraagd over hun eigen financiële situatie, op basis waarvan het consumentenvertrouwen wordt bepaald. Welke macro-omgevingsfactor volgt de marketingmanager hier op de voet? a. Economische omgevingsfactor b. Sociaal-culturele omgevingsfactor c. Maatschappelijke omgevingsfactor d. Politiek-juridische omgevingsfactor Exameneis: 3.3 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.41-44; Bliekendaal en van Vught, p.22 Vraag 8 (1 punt) Roelofs Zandwinning is leverancier van zand, dat wordt gewonnen op diverse locaties in Nederland. Zand is de belangrijkste grondstof voor de productie van zonnepanelen. Wat is de functie van Roelofs in de bedrijfskolom? a. Oerproducent b. Eindproducent c. Groothandelaar d. Opkoper/verzamelaar Exameneis: 4.4 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 9 (1 punt) Voor het werk van een technicus in een geluidsstudio is een koptelefoon onmisbaar. Tijdens de aankoop van een nieuwe koptelefoon twijfelt hij tussen een afsluitbaar ( over-ear ) model met snoer, een vergelijkbaar model maar dan draadloos, en oordopjes. Op welk concurrentieniveau speelt de keuze van de technicus zich af? a. Merkconcurrentie b. Behoefteconcurrentie c. Generieke concurrentie d. Productvormconcurrentie Exameneis: 5.3 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p.35; Bliekendaal en van Vught, p.62 4

5 Vraag 10 (1 punt) Een marktonderzoeker beschouwt het hoofdkantoor van een grote multinationale onderneming als representatief voor het bepalen van de bezitsgraad van Apple Watches. Op het hoofdkantoor werken mensen. Van hen bezitten 545 medewerkers een Apple Watch. 150 werknemers bezitten zelfs twee van deze smartwatches. Wat is de bezitsgraad van de Apple Watch binnen de onderneming? a. 3,1% b. 11,1% c. 14,2% d. 20,3% Antwoord: B Exameneis: 6.2 (RV) Literatuur: Smal en Vosmer, p.59-60; Bliekendaal en van Vught, p.69 Vraag 11 (1 punt) Nederlanders reizen graag en goedkoop als zij op vakantie gaan. Met name de Spaanse bestemmingen zijn populair. Deze bestemmingen worden bediend door een drietal LCC s (low cost carriers): Transavia.com, EasyJet en Ryanair. Van welke marktvorm is sprake bij deze LCC s? a. Oligopolie b. Monopolie c. Volledig vrije mededinging d. Monopolistische concurrentie Exameneis: 7.1 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.69-72; Bliekendaal en van Vught, p.57 Vraag 12 (1 punt) Assael onderscheidt op basis van de mate van betrokkenheid van consumenten en de verschillen die er zijn tussen producten en merken vier typen koopgedrag. Welke kenmerken heeft afwisselend koopgedrag volgens zijn model? a. Grote betrokkenheid van de consument en kleine verschillen tussen producten en merken b. Grote betrokkenheid van de consument en grote verschillen tussen producten en merken c. Geringe betrokkenheid van de consument en kleine verschillen tussen producten en merken d. Geringe betrokkenheid van de consument en grote verschillen tussen producten en merken Exameneis 8.1 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p.81 5

6 Vraag 13 (1 punt) Perceptie geeft weer op welke manier een consument informatie ontvangt en verwerkt. In tvcommercials liet Lidl zien dat consumenten in een blinde smaaktest dachten een glas Coca Cola te hebben gedronken, ook als het bleek te gaan om de Freeway cola van Lidl zelf. Van welke fase in het perceptieproces is hier sprake? a. Selectieve blootstelling b. Selectieve aandacht c. Selectieve interpretatie d. Selectieve herinnering Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 14 (1 punt) Veel jeugdvoetballers identificeren zich met topspelers als Messi, Ronaldo en Robben, bijvoorbeeld door het dragen van shirts met hun naam erop. Tot welk type referentiegroep behoren topvoetballers in dit geval? a. Aspiratiegroep b. Dissociatiegroep c. Automatische groep d. Lidmaatschapsgroep Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p.95-96; Verhage, p Vraag 15 (1 punt) Field research en desk research zijn twee belangrijke vormen van marktonderzoek. Wat houdt in dit verband desk research in? a. Het verzamelen en bewerken van bestaande gegevens, die zowel binnen als buiten een onderneming beschikbaar zijn b. Het verzamelen en bewerken van bestaande gegevens, die alleen binnen een onderneming zelf beschikbaar zijn c. Het verzamelen en bewerken van nieuwe gegevens, die alleen buiten een onderneming beschikbaar zijn d. Het verzamelen en bewerken van nieuwe gegevens, die zowel binnen als buiten een onderneming beschikbaar zijn Exameneis: 9.2 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p

7 Vraag 16 (1 punt) Om trends in de maatschappij scherp te kunnen volgen kijkt een marktonderzoeker vrijwel dagelijks naar het televisieprogramma EenVandaag. Het programma doet regelmatig verslag van onderzoek onder een grote groep vaste consumenten. Hoe heet dit type marktonderzoek? a. Delphi-methode b. Panelonderzoek c. Expertonderzoek d. Groepsdiscussie Antwoord: B Exameneis: 9.3 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p.236; Bliekendaal en van Vught, p.108 Vraag 17 (1 punt) Een wereldwijde marktleider binnen de consumentenelektronica is op zoek naar een marketingfunctionaris die specifiek verantwoordelijk is voor een van onze grote klanten, de Media Markt. Op basis van regelmatig klantcontact stemt de functionaris het marketingbeleid zo optimaal mogelijk af op de wensen van de Media Markt. Van welke marketingfunctie is hier sprake? a. Productmanager b. Accountmanager c. Marketingmanager d. Marketingservices manager Antwoord: B Exameneis: 10.4 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 18 (1 punt) Door middel van de reclameboodschap Volg je hart - Gebruik je hoofd probeert Triodos Bank bij consumenten een beeld te schetsen van een bank die duurzaam en sociaal maatschappelijk verantwoord bankiert. Aan welk onderdeel van de marketingstrategie geeft Triodos Bank hier invulling? a. Positioneren b. Segmenteren c. Doelgroepbepaling d. Productontwikkeling Exameneis: 11.1 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.183; Bliekendaal en van Vught, p.49 7

8 Vraag 19 (1 punt) Desperados, een biermerk van Heineken, had na de introductie op de Nederlandse markt aanvankelijk een onduidelijk imago, door de combinatie van bier en een scheutje tequila. Tot welke productindeling behoort het imago van een product? a. Kernproduct b. Fysiek product c. Uitgebreid product d. Tastbaar product Exameneis: 12.1 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.305; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 20 (1 punt) Zalando heeft de prijzen van schoenen verlaagd. Uit een analyse blijkt dat klanten hierdoor niet alleen meer schoenen, maar ook meer anti-regenspray voor de bescherming van schoenen in hun winkelmandje hebben geplaatst. Van welk soort producten is hier sprake? a. Substitutiegoederen b. Indifferente goederen c. Noodzakelijke goederen d. Complementaire goederen Exameneis: 12.2 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 21 (1 punt) Onder druk van tegenvallende resultaten besluiten veel kledingretailers om de service in de winkels tot een minimum te beperken. Waarvan is sprake wanneer in een assortimentsstrategie bewust het serviceniveau wordt verlaagd? a. Upgrading b. Trading up c. Trading down d. Downgrading Exameneis: 12.4 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p.145 8

9 Vraag 22 (1 punt) Het tijdschrift Libelle organiseert jaarlijks de Libelle Zomerweek. Dit evenement is niet alleen bedoeld voor de lezeressen van het tijdschrift, maar ook voor andere geïnteresseerden. Tijdens de week worden trends op het gebied van bijvoorbeeld mode en koken gepresenteerd, en vinden diverse optredens plaats. Welk instrument uit de marketingmix zet Libelle hier in? a. Prijs b. Product c. Promotie d. Distributie Exameneis: 1.12 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p.22-25; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 23 (1 punt) Vliegmaatschappij Transavia heeft in verschillende Carrefour winkels in Parijs een vliegticketautomaat geplaatst. De consument kan een ticket uit de automaat halen voor 30 of 40. De tickets komen uit de automaat in de vorm van een zak drop of chips. Op de verpakking staat een code waarmee de reiziger zijn vlucht kan boeken. In welke fase van het productontwikkelingsproces werd een prototype van de zak drop of chips ontwikkeld? a. Conceptontwikkelingsfase b. Strategieontwikkelingsfase c. Fysieke productontwikkelingsfase d. Productintroductiefase Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p Vraag 24 (1 punt) Een Franse merkfabrikant van wegwerpkeukengerei zoals spuitzakken en vershoudfolie wil met zijn nieuwe productlijn snel een groot marktaandeel veroveren op de Nederlandse markt, om zo de concurrentie een slag voor te zijn. Tijdens de introductieweken van de nieuwe productlijn krijgt de consument na het verzamelen en opsturen van vijf streepjescodes zijn geld terug. Voor welke prijsstrategie heeft de fabrikant gekozen? a. Afroomprijsstrategie b. Put-out prijsstrategie c. Premiumprijsstrategie d. Penetratieprijsstrategie Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p

10 Vraag 25 (1 punt) De prijzen van producten kunnen via meerdere methoden worden vastgesteld. Tot welke prijsstellingsmethode worden me-too pricing, going rate pricing en premium pricing gerekend? a. Kostengeoriënteerde prijsstelling b. Afnemersgeoriënteerde prijsstelling c. Productiegeoriënteerde prijsstelling d. Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 26 (1 punt) Een leverancier van design douchekranen heeft een normale productie en afzet van eenheden. Het bedrijf verwacht voor het komend jaar echter eenheden minder te kunnen produceren en verkopen. De totale kosten bedragen dan ,-, waarvan ,- constant. Hoeveel bedraagt de standaardkostprijs voor het bedrijf? a. 21,11 b. 38,- c. 40,- d. 47,50 Exameneis: (RV) Literatuur: Smal en Vosmer, p.387; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 27 (1 punt) De dekkingsbijdrage of contributiemarge geeft een onderneming inzicht in de mogelijkheden om de vaste kosten van het bedrijf te betalen. Over het afgelopen boekjaar zijn de volgende gegevens bekend: Omzet ,- Inkoopwaarde 60% van de omzet Totale kosten ,-, waarvan 10% variabel Hoeveel bedraagt de dekkingsbijdrage? a ,- b ,- c ,- d ,- Exameneis: (RV) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p

11 Vraag 28 (1 punt) Een fabrikant van kwalitatief hoogwaardige tassen verkoopt zijn producten via zo n 160 winkels op mooie locaties in de betere Europese winkelstraten. Welke keuze heeft het bedrijf gemaakt met betrekking tot de distributie-intensiteit? a. Intensieve distributie b. Selectieve distributie c. Exclusieve distributie d. Internationale distributie Antwoord: B Exameneis: 14.5 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.455; Bliekendaal en van Vught, p. 181 Vraag 29 (1 punt) Van welk kanaalconflict is sprake als twee zelfstandige sportschoenenretailers gaan stunten met de prijzen van Nike-schoenen, en elkaar er vervolgens van beschuldigen dat ze de markt kapot maken? a. Horizontaal intrakanaalconflict b. Verticaal intrakanaalconflict c. Verticaal interkanaalconflict d. Horizontaal interkanaalconflict Exameneis: 14.7 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p.180 Vraag 30 (1 punt) Bij een supermarktketen bedraagt de omzet van het olijfoliemerk Bertolli ,-. Naast Bertolli voert de supermarkt ook het merk Monini met een omzet van ,- en olijfolie van het eigen huismerk met een omzet van ,-. Welk omzetaandeel heeft Bertolli bij de supermarkt? a. 46,15% b. 65,22% c. 85,71% d. 157,89% Exameneis: 14.9 (RV) Literatuur: Smal en Vosmer, p.464; Bliekendaal en van Vught, p.185 Vraag 31 (1 punt) Waarvan is sprake als een organisatie onderlinge communicatie-uitingen afstemt? a. Themacommunicatie b. Marketingcommunicatie c. Corporate communicatie d. Geïntegreerde communicatie 11

12 Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.531 (en zie ook p ) Vraag 32 (1 punt) In welk onderdeel van een reclamebriefing beschrijft een onderneming het nut van een product en de belangrijkste voordelen die aan de potentiële klant gecommuniceerd moeten worden? a. Propositie b. Reclamedoelstellingen c. Beschrijving van de doelgroep d. Richtlijnen voor teksten en vormgeving Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p.192 Vraag 33 (1 punt) Sales promotion-technieken kunnen zijn gericht op het bieden van voordelen in geld, in goederen of in kansen. Welke techniek kan worden beschouwd als een goederenpromotie? a. Premium b. Prijsvraag c. Cash refund d. Couponkorting Exameneis: (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 34 (1 punt) Op weblogs schrijven mensen uitgebreid over hun hobby s en interesses. Zo publiceert een Amerikaanse jongen dagelijks een nieuwe creatie die hij van LEGO heeft gemaakt ( A LEGO a day ). Het blog heeft veel enthousiaste volgers. Van welk communicatieinstrument is hier voor het bedrijf LEGO sprake? a. Free publicity b. Themareclame d. Direct marketing d. Persoonlijke verkoop Exameneis: (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.530; Bliekendaal en van Vught, p

13 Vraag 35 (1 punt) In een advertentie van een doe-het-zelfketen lezen we: Beschik je over eigen startkapitaal en wil je als zelfstandig ondernemer investeren in een rendabele zaak? Tegen een vergoeding werk je op basis van onze beproefde formule en bieden we je onze ondersteuning. Van welk samenwerkingsverband tussen ondernemingen is hier sprake? a. Franchising b. Inkoopcombinatie c. Grootwinkelbedrijf d. Vrijwillig Filiaalbedrijf Exameneis: 16.3 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p ; Bliekendaal en van Vught, p Vraag 36 (1 punt) De P s vormen een fundamenteel begrip in de marketing. Welke P s worden specifiek onderscheiden in de retailmix? a. Promotie en plaats b. Personeel en plaats c. Presentatie en promotie d. Personeel en presentatie Exameneis: 16.4 (B) Literatuur: Smal en Vosmer, p.438; Bliekendaal en van Vught, p.233 Vraag 37 (1 punt) I Like Local is een Airbnb-organisatie die reizigers in contact brengt met lokale bewoners van een aantal opkomende Aziatische landen. Het doel is om mensen in de vanouds arme landen een extra inkomen te geven. Op welk aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen legt I Like Local hier de nadruk? a. Profit b. Planet c. People d. Performance Exameneis: 17.1 (K) Literatuur: Smal en Vosmer, p.22 13

14 Vraag 38 (1 punt) In de ontwikkeling van online marketing worden meerdere mediatypen onderscheiden. Hoe worden de mediatypen genoemd die marketeers zelf tot hun beschikking hebben en waarvan ze de inhoud zelf kunnen bepalen? a. Mass media b. Bought media c. Owned media d. Earned media Exameneis: (B) Literatuur: Visser en Sikkenga, p.18 Vraag 39 (1 punt) Een online reisbureau adverteert op de websites van bloggers die verhalen schrijven over eigen en andermans reiservaringen. Voor iedere boeking die via zijn website tot stand komt ontvangt een blogger een vergoeding van het reisbureau. Hoe heet deze vorm van online marketing? a. marketing b. Contentmarketing c. Affiliate marketing d. Zoekmachinemarketing Exameneis: 19.2 (B) Literatuur: Visser en Sikkenga, p.283 Vraag 40 (1 punt) In online marketing spelen social media ratio s een belangrijke rol. Van welke ratio zijn de Likes op Facebook en YouTube berichten bekende voorbeelden? a. Bereik b. Applausratio c. Conversieratio d. Versterkingsratio Antwoord: B Exameneis: 20.4 (K) Literatuur: Visser en Sikkenga, p Vraag 41 (1 punt) Google AdWords advertenties bieden meerdere extensiemogelijkheden. Via welke extensie kan een onderneming in een advertentie aandacht geven aan subonderwerpen? a. Belextensie b. Sitelinkextensie c. Locatie-extensie d. Beoordelingsextensie 14

15 Antwoord: B Exameneis: 21.8 (K) Literatuur: Visser en Sikkenga, p.175 Vraag 42 (1 punt) Als Bol.com bestaande klanten beloont door ze via marketing extra korting te geven bij een volgende bestelling, op welke hoofddoelstelling van marketing richt het bedrijf zich dan? a. Retentie b. Verkoop c. Kostenbesparing d. Websitebezoek stimuleren Exameneis: 22.2 (B) Literatuur: Visser en Sikkenga, p.210 Vraag 43 (1 punt) In Europa is adverteren via aan veel regels gebonden. Hoe wordt de regeling genoemd die stelt dat de verzender voordat een nieuwsbrief wordt verzonden toestemming moet vragen aan de ontvanger van de ? a. Spamregeling b. Opt-in-regeling c. Opt-out-regeling d. Permissionregeling Antwoord: B Exameneis: 22.4 (B) Literatuur: Visser en Sikkenga, p Vraag 44 (1 punt) De kwaliteit van een website wordt bepaald door vier elementen, waaronder content, ontwerp en structuur. Wat is het vierde element? a. Flexibiliteit b. Consistentie c. Aantrekkelijkheid d. Gebruiksvriendelijkheid Exameneis: 23.3 (B) Literatuur: Visser en Sikkenga, p

16 Vraag 45 (1 punt) Onder welke verkeersbron binnen analytics worden SEO en SEA geschaard? a. Direct verkeer b. Zoekmachines c. Displaynetwerk d. Verwijzend verkeer Antwoord: B Exameneis: 24.5 (B) Literatuur: Visser en Sikkenga, p EINDE MODULE A1 VRAAG ANTWOORD 01 C 02 D 03 D 04 D 05 A 06 C 07 A 08 A 09 D 10 B 11 A 12 D 13 C 14 A 15 A 16 B 17 B 18 A 19 C 20 D 21 D 22 C 23 C 24 D 25 D 26 C 27 C 28 B 29 A 30 A 31 D 32 A 33 A 34 A 35 A 36 D 16

17 37 C 38 C 39 C 40 B 41 B 42 A 43 B 44 D 45 B 17