Antilliaanse normen, Nederlandse waarden? Enkele opmerkingen over aansprakelijkheid en verzekering op Curaçao 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Antilliaanse normen, Nederlandse waarden? Enkele opmerkingen over aansprakelijkheid en verzekering op Curaçao 1"

Transcriptie

1 Antilliaanse normen, Nederlandse waarden? Enkele opmerkingen over aansprakelijkheid en verzekering op Curaçao 1 1. Inleiding Honorable rector magnificus, Presidente i otro miembronan di Hunta di Supervishon, apreciable presente nan, zeer gewaardeerde toehoorders, De uitbarsting van een IJslandse vulkaan 2 heeft wereldwijd effect gesorteerd en velen schade berokkend. Door het stilleggen van het vliegverkeer vanwege de aswolk die door deze vulkaanuitbarsting boven Europa ontstond, verbleven niet alleen veel passagiers op plaatsen waar ze niet meer wilden zijn en waren ze niet daar waar ze moesten zijn, maar stonden ook partijen bloemen, groenten en andere bederfelijke goederen te verpieteren, kwamen bestelde materialen niet aan en konden bedrijven daarom niet vooruit etc. De as was letterlijk nog niet neergedaald, of er werden al volop discussies gevoerd over de vraag wie aansprakelijk kon worden gesteld voor deze schadeposten. Deze neiging, schade waarmee we worden geconfronteerd zo mogelijk af te wentelen op een ander, is typerend voor de hedendaagse samenleving, althans in Nederland. Schade als domme pech accepteren, gaat blijkbaar tegen ons menselijke gemoed in, zelfs als deze schade uiteindelijk is te wijten aan een act of God. Geconfronteerd worden met schade zet kennelijk een claimmechanisme in gang. Refererend aan 1 Rede, in verkorte vorm uitgesproken ter gelegenheid van de aanvaarding van de bijzondere leerstoel Privaatrecht aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA), Willemstad 11 mei Genaamd: Eyjafjallajokull. 1

2 de manier waarop de advocatuur hierop is ingesprongen, spreekt Jeroen Kortmann - de zoon van - zelfs van het ontstaan van een Tort Law Industy. 3 En ook binnen de wereld van de accountants ziet men kennelijk brood in andermans schade en is de schadeaccoutant geïntroduceerd. 4 Dit neemt niet weg dat het uitgangspunt zowel in Nederland als op Curaçao nog steeds is dat ieder zijn eigen schade draagt. De schadeveroorzaker is alleen gehouden tot schadevergoeding als daarvoor een wettelijke of contractuele grondslag kan worden aangewezen. Het vervolg van mijn betoog is voornamelijk toegespitst op die gevallen waarin een contractuele grondslag ontbreekt en de benadeelde het moet hebben van de zogenoemde buitencontractuele aansprakelijkheid: de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of eventueel een voor de desbetreffende specifieke situatie gecreëerde risicoaansprakelijkheid. Een uitzondering wordt gemaakt voor de contractuele aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen (of beroepsziekten) overkomen aan zijn werknemers, waaraan ik eveneens enige aandacht zal besteden. In aansluiting op het traditionele concordantiebeginsel 5, stemt de wetgeving van de (huidige) Nederlandse Antillen evenals die van Aruba op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht inhoudelijk grotendeels overeen met die van Nederland. 6 3 J.S. Kortmann, The Tort Lwa Industry, oratie UvA, Amsterdam University Press Zie J. Joling, Van claimcultuur naar claimmanagement, oratie Neyenrode Business Universiteit 2007, p Laatstelijk neergelegd in art. 39 lid 1 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, aanvaard bij Rijkswet van 28 oktober 1954, Stb. 503; PB 121. Art. 39 lid 1 Statuut bepaalt: Het burgerlijk en handelsrecht, de burgerlijke rechtsvordering, het strafrecht, de strafvordering, het auteursrecht, de industriële eigendom, het notarisambt, zomede bepalingen omtrent maten en gewichten worden in Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba zoveel mogelijk op overeenkomstige wijze geregeld. 6 Een uitzondering geldt voor de risicoaansprakelijkheden voor gevaarlijke stoffen, stortplaatsen alsmede mijnbouwwerkzaamheden en bodemdaling zoals geregeld in de artt. 6: van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek ( BWN ). 2

3 Deze wetgeving bevat diverse open normen. Zo bepaalt de wet bijvoorbeeld dat van een onrechtmatige daad (onder andere) sprake is, indien wordt gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Bij de inkleuring hiervan spelen de in de samenleving levende waarden een belangrijke rol. Ik wil in deze rede aandacht besteden aan de vraag op welke wijze de inkleuring van de open normen van het aansprakelijkheidsrecht plaatsvindt in Curaçaose aansprakelijkheidszaken. In hoeverre speelt de eigen Curaçaose cultuur hierbij een rol? En: sluiten de van Nederland overgenomen normen wel in voldoende mate aan bij de Curaçaose cultuur en de daarop gestoelde waarden? Met andere woorden: centraal staat de vraag of het in het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht van Curaçao gaat om Antilliaanse normen, maar ingekleurd door Nederlandse waarden, of dat de Curaçaose zon toch ook hieraan zijn eigen kleur geeft. 2. De contouren van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht Voordat ik nader in ga op de voorwaarden voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of risicoaansprakelijkheid, en met name ook op de vraag of en in hoeverre Curacao een eigen stempel drukt op de invulling hiervan, wil ik eerst een enkele algemene opmerking maken over de uitgangspunten van het Deze bepalingen zijn in het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen ( BWNA ) niet overgenomen (vandaar dat in het BWNA op art. 6:174 art. 6:179 volgt). Voor het overige bevat het BWNA op het gebied van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht slechts een enkele redactionele afwijking ten opzichte van het BWN. Zo is bijvoorbeeld in art. 6:173 BWNA lid 1 het woord wanneer gebruikt daar waar art. 6:173 lid 1 BWN het woord indien gebruikt. Dit kan voor enige verwarring zorgen gelet op de in de Nederlandse literatuur over deze bepaling gebruikelijke verwijzing naar de tenzij-indien -clausule bij de bespreking van deze bepaling. Wat betreft de werkgeversaansprakelijkheid geldt dat de norm waaraan de werkgever dient te voldoen in principe overeenstemt, maar de bewijslast van de werknemer verschilt, althans formeel; zie resp. art. 7:658 lid 2 BWN en art. 7A:1614xBWNA. 3

4 buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Deze uitgangspunten vormen immers de achtergrondkleur, om in termen van kleuren te blijven. Hiervoor gaf ik al aan dat het uitgangspunt, of zo men wil het startpunt van het aansprakelijkheidsrecht is dat een ieder in beginsel zijn eigen schade draagt. Als het gaat om schade die is ontstaan zonder dat daarvoor een ander als veroorzaker kan worden aangewezen, ligt dit min of meer voor de hand; denk bijvoorbeeld aan het geval dat iemand in zijn eigen huis ongelukkig ten val komt en daardoor letselschade oploopt. Daar waar het gaat om schade die door een derde is veroorzaakt, ondervindt het uitgangspunt dat dit gegeven niet reeds op zichzelf meebrengt dat deze derde gehouden is de door hem veroorzaakte schade te vergoeden, regelmatig minder begrip en wordt dit wel ter discussie gesteld, niet alleen door de gedupeerde in concreto, maar meer in het algemeen. Dit geldt in het bijzonder daar waar er sprake is van letselschade. Niettemin geldt ook op dat terrein dat de schadeveroorzaker alleen gehouden is tot schadevergoeding als daarvoor een wettelijke of contractuele grondslag kan worden aangewezen. Het enkele feit de oorzaak te zijn van schade is in dit verband onvoldoende. Zo werd mevrouw De Bey door de Hoge Raad niet aansprakelijk geoordeeld voor de valpartij van mevrouw Guyt bij de bushalte. 7 Mevrouw De Bey nam daar afscheid van haar dochter, die de bus instapte, en versperde daarbij even de toegang voor mevrouw Guyt, die samen met haar broer eveneens de bus in wilde stappen. Na een opmerking van de broer, in de trant dat zij ook graag zouden instappen, excuseerde mevrouw De Bey zich en stapte achteruit, maar daardoor verloor de 73-jarige mevrouw Guyt, die vlak achter haar stond, haar evenwicht en kwam ten val, waardoor zij haar heup brak en ziektekosten moest maken. De Hoge Raad oordeelde dat het hof een juiste maatstaf had aangelegd door te oordelen dat de handelwijze van mevrouw De Bey tegenover mevrouw Guyt slechts onbetamelijk zou zijn - en er dus een grond voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad zou bestaan - indien zij door een stap achteruit te zetten zonder eerst om te kijken 7 HR 11 december 1987, NJ 1988, 383 (Bushalte). 4

5 meer risico nam dan redelijkerwijs verantwoord was. De Hoge Raad oordeelde tevens dat het hof in de gegeven omstandigheden tot het oordeel kon komen dat dit niet het geval was. Daarentegen oordeelde de Hoge Raad in het zogenoemde Zwiepende tak-arrest, dat het hof tegen de achtergrond van de vaststaande omstandigheden ten onrechte aansprakelijkheid had aangenomen voor de letselschade van Hudepohl. 8 Hudepohl heeft zijn rechteroog verloren als gvolg van het feit dat zijn vriend Werink, destijds 17 jaar oud, tijdens een boswandeling met een paar vrienden tegen een tak schopte, die daardoor is teruggezwiept en Hudepohl in zijn oog heeft geraakt. De Hoge Raad overweegt dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar, dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaarscheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten weerhouden. 9 Men categoriseert dit soort ongevallen wel als huis- tuin en keukenongevallen, die ons allen in het dagelijks leven kunnen overkomen, ook bij inachtneming van de normale voorzichtigheid, en waarvoor daarom in beginsel geen aansprakelijkheid wordt aangenomen. 10 Opmerkelijk is overigens dat deze terughoudende lijn wat betreft schade tengevolge van huis-, tuin- en keukenongevallen ondertussen is doorgetrokken naar een terrein waarop in het algemeen de slachtofferbescherming hoog in het vaandel staat: dat van de arbeidsongevallen. Ik kom daar nog op terug. Voor nu volstaat de constatering dat zowel in Nederland als op Curacao het uitgangspunt van het aansprakelijkheidsrecht is dat 8 HR 9 december 1994, NJ 1996, In de lijn hiervan werd ook in HR 12 mei 2000, NJ 2001, 300, m.nt. JH (Zusjes Jansen) aansprakelijkheid afgewezen. Vergelijk voor een recent voorbeeld uit de lagere rechtspraak dat hierbij aansluit Hof Amsterdam 8 december 2009, LJN BL Ook worden deze gevallen wel aangeduid als situaties betreffende een ongelukkige samenloop van omstandigheden. 5

6 schadeveroorzaking op zichzelf niet tot aansprakelijkheid leidt, maar aansprakelijkheid slechts aan de orde is als er op onrechtmatige wijze schade wordt veroorzaakt dan wel de wetgever een risicoaansprakelijkheid in het leven heeft geroepen voor de verwezenlijking van het betreffende risico. Voordat ik nader in ga op de voorwaarden waaronder er wél aansprakelijkheid bestaat, is met het oog op de inkleuring van achtergrond waartegen deze afweging moet worden gemaakt nog het volgende van belang. Ook als er sprake is van een onrechtmatige daad (of een risicoaansprakelijkheid) impliceert dit niet steeds een vergoedingsplicht van degene die deze onrechtmatige daad heeft gepleegd. Het aansprakelijkheidsrecht kent ook in andere opzichten zijn grenzen. Zo geldt onder andere als aanvullende voorwaarde voor het ontstaan van een schadevergoedingsverplichting dat de onrechtmatige daad aan de dader kan worden toegerekend; dat wil zeggen dat hem hiervan een verwijt te maken valt dan wel deze daad op grond van de wet of de verkeersopvatting voor zijn rekening komt. Deze begrenzing is in de praktijk echter van relatief beperkte betekenis. De reden hiervoor is enerzijds dat een normaal mens in het algemeen verantwoordelijk is te stellen voor zijn gedrag en ongeoorloofd gedrag hem derhalve verweten kan worden, terwijl anderzijds geestelijke en lichamelijke tekortkomingen voor risico van de dader komen en dus geen beletsel vormen voor toerekening van de daad aan de dader. Bijvoorbeeld degene die met een dronken hoofd of anderszins onder invloed een onrechtmatige daad pleegt, ontkomt op die grond niet aan aansprakelijkheid. Voelbaarder is dat de verplichting tot schadevergoeding van de pleger van een onrechtmatige daad in principe is beperkt tot de schade van het directe slachtoffer en zich dus in principe niet uitstrekt tot de schade die derden als gevolg van deze onrechtmatige daad kunnen ondervinden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de ondernemer wiens topverkoper door andermans schuld is aangereden en daardoor niet kan werken, de winst die hij hierdoor derft niet op de veroorzaker 6

7 van de aanrijding kan verhalen. 11 Ook met bijvoorbeeld het nadeel dat gezinsleden kunnen ondervinden van een ongeluk dat een van hen overkomt, wordt in het aansprakelijkheidsrecht slechts in beperkte mate rekening gehouden. De werkende ouder die thuisblijft om voor een door andermans fout ernstig gewond kind te zorgen, lijkt in de lijn van het Johanna Kruidhofarrest 12 slechts aanspraak te kunnen maken op het bedrag dat met de inschakeling van professionele hulp gepaard zou zijn gegaan, ook al kost het feit dat hij dit op redelijke gronden, ten behoeve van het kind, niet doet maar hiervoor zelf zorg draagt hem meer. 13 Vergelijk ook de beperkte mogelijkheden om aanspraak te maken op vergoeding van zogenaamde shockschade. Op grond van het Taxibusarrest 14 kan slechts degene die een ongeval dat zich als gevolg van de overtreding van een verkeersof veiligheidsnorm voordoet, waarneemt of direct wordt geconfronteerd met de ernstige gevolgen hiervan, aanspraak maken op een vergoeding vanwege shockschade, en dan nog alleen maar als dit leidt tot geestelijk letsel, hetgeen in het algemeen slechts wordt aangenomen als er sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Derden die niet in de hiervoor besproken zin geconfronteerd zijn met het ongeval hebben in het algemeen in het geheel geen recht op schadevergoeding. 15 Het Nederlandse wetsvoorstel om een aanspraak op vergoeding van zogenoemde affectieschade in te voeren, ter erkenning van het leed van een nauwe kring naasten van degene die ernstig en blijvend gewond raakt of overlijdt als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk 11 De werkgever kan het door hem aan de gewonde werknemer verplicht doorbetaalde loon bij wijze van uitzondering wel verhalen op de veroorzaker van de aanrijding; zie art. 107a lid 2 BWN/BWNA. 12 HR 28 mei 1999, NJ 1999, 564, m.nt. ARB. 13 Kritisch hierover Mon. BW B35 (Klaassen), De4venter 2007, nr. 10c. 14 HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240. Zie ook HR 9 oktober 2009, LJN BI8583 (X/Reaal Schadeverzekeringen NV). 15 Wat betreft de materiële schade geldt een uitzondering als er sprake is van zogenoemde verplaatste schade ; zie art. 6:107 (alsook art. 6:107a) BWN/BWNA. 7

8 is, is recentelijk door de Eerste Kamer verworpen.16 Op de Nederlandse Antillen is een dergelijk wetsvoorstel nimmer ingediend. Met andere woorden: affectieschade vormt naar Nederlands recht geen rechtens erkende schade17, en dit is in het Caraïbische recht niet anders. En daarmee beland ik bij de laatste beperking van ons aansprakelijkheidsrecht waarop ik in dit verband de aandacht wil vestigen: het feit dat de pleger van een onrechtmatige daad, hoe verwijtbaar deze daad ook is, hiervoor alleen aansprakelijk is als door deze daad werkelijke en rechtens relevante schade is veroorzaakt. De fietsende huisvrouw die wordt aangereden door een niet oplettende automobilist en weliswaar gewond raakt, maar ter zake geen dokterskosten maakt en ondanks het ongemak waarmee ze wordt geconfronteerd, doet wat ze anders ook deed, zal geen aanspraak op schadevergoeding kunnen maken. 18 Kortom: het aansprakelijkheidsrecht biedt begrensde mogelijkheden om in afwijking van het uitgangspunt dat een ieder de schade waarmee hij wordt geconfronteerd zelf moet dragen, deze schade op een ander af te wentelen. 3. Strijd met hetgeen op grond van ongeschreven recht betaamt; de inkleuring van open normen en het beginsel van concordantie van rechtspraak 16 Eerste Kamer A. Het wetsvoorstel was met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer, maar is op 23 maart 2010 na hoofdelijke stemming met 30 stemmen voor en 36 stemmen tegen verworpen door de Eerste Kamer. 17 Vgl. voor het onbegrip waarop dit bij nabestaanden stuit bijvoorbeeld de reacties van nabestaanden van het Koninginnedagdrama in Apeldoorn, april 2009, o.a. weergegeven in Algemeen dagblad 21 april 2010: Het voelt heel ongelijk aan als je bedenkt dat mensen wel shockschade uitgekeerd krijgen en dat er voor nabestaanden, die levenslang gekregen hebben, niets geregeld is. 18 Eventueel zou kunnen worden gedacht aan een aanspraak op immateriële schadevergoeding, maar als er geen blijvende beperkingen zijn - en de aanwezigheid hiervan lijkt onwaarschijnlijk als medische hulp kennelijk niet noodzakelijk is - lijkt ook dit in de geschetste casus niet aan de orde. 8

9 De belangrijkste grondslag voor de vestiging van buitencontractuele aansprakelijkheid wordt gevormd door art. 6:162 BWN/BWNA: de algemene aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Als een onrechtmatige daad wordt volgens deze bepaling aangemerkt een inbreuk op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigheidsgrond. Voor de vraag die ik met u wil bespreken, is de onrechtmatigheidscategorie strijd met het ongeschreven recht het meest interessant. Het gaat bij deze open norm immers om de vraag welk gedrag onder de omstandigheden van het geval voor een zorgvuldig mens geboden was. Voortbouwend op het beginsel van concordantie van wetgeving, is in de civielrechtelijke rechtspraak van de Hoge Raad het beginsel van concordantie van rechtspraak aanvaard.19 De Hoge Raad baseert zich in dit verband zowel op art. 36 van het Statuut als op art. 23 lid 1 van het Statuut juncto art. 1 lid 1 Cassatieregeling. Op grond hiervan neemt de Hoge Raad der Nederlanden - kortweg weergegeven - in principe ten aanzien van burgerlijke zaken op de Nederlandse Antillen en Aruba kennis van cassatieberoepen in overeenkomstige gevallen, op overeenkomstige wijze en met overeenkomstige rechtsgevolgen als in geval van burgerlijke zaken in Nederland. Een logisch gevolg hiervan is, of lijkt in elk geval dat als een Antilliaanse of Arubaanse regeling overeenstemt met een Nederlandse regeling, zoals bij het aansprakelijkheidsrecht veelal het geval is, deze regeling op dezelfde manier wordt uitgelegd. Op zichzelf geldt dit ook vice versa, maar voor reciprociteit van het beginsel van concordantie van rechtspraak 19 Zie in het bijzonder HR 14 februari 1997, NJ 1999, 409, m.nt. S.C.J.J. Kortmann (Zunoca/Aruba). Hierbij aansluitend vervolgens (o.a) HR 23 november 2001, NJ 2002, 25 (Marielle/ING Bank), HR 27 april 2007, NJ 2008, 121, m.nt H.J. Snijders (Wakawa/Curiël) en HR 28 september 2007, NJ 2007, 521. Nader hierover B.D. van der Velden, TAR Justitia 2008, p Vgl. ook T.B. ten Kate, in: Jaime Saleh: excellerende excellentie, Liber Amicorum, red. Van der Wal & Marcha, Amsterdam 2002, p

10 bestaat in de praktijk in het algemeen minder aanleiding.20 Niettemin zijn Antilliaanse en Arubaanse zaken regelmatig bepalend (geweest) voor de ontwikkeling van het Nederlandse recht. Ik refereer op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht bijvoorbeeld aan het arrest van de Arubaanse Joe tegen Chigago Bridge, ondertussen een klassieker wat betreft de toerekenbaarheid van letselschade aan een normovertreder. 21 Van recenter datum is het Jetblastarrest 22, betreffende een dame uit Zwitserland die op St. Maarten vanaf de openbare weg en vanachter een hek op een afstand van ongeveer 50 meter naar het vertrek van een vliegtuig staat te kijken, en door de jetblast die bij het vertrek ontstaat door de lucht wordt geblazen en tegen de rotsen wordt geworpen. Zij stelt vervolgens de exploitant van het vliegveld aansprakelijk voor de schade die zij hierbij oploopt. De exploitant - Princess Juliana International Airport Exploitatiemaatschappij NV - beroept zich bij wijze van verweer op de op de hekken aangebrachte waarschuwingsborden. Het arrest van de Hoge Raad, waarin het door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba gehonoreerde beroep op het ontbreken van aansprakelijkheid vanwege deze waarschuwingsborden is vernietigd, is mede richtinggevend voor het Nederlandse recht betreffende de disculperende werking van het waarschuwen tegen een gevaarlijke situatie. De Hoge Raad verwees de Jetblastzaak terug naar het Gemeenschappelijke Hof, dat deze zaak met inachtneming van het oordeel van de Hoge Raad verder moest 20 Vgl. echter bijv. J.W.M. Tromp, Retentierecht in faillissement: que si, que no?, in: Onzekere zekerheid, Insolad Jaarboek 2001, Deventer 2001, p. 391 e.v. 21 HR 8 februari 1985, NJ 1986, 136, m.nt. WvC (Joe/Chicago Bridge), waarover bijv. Mon BW B35 (Klaassen), nr. 37a en J. Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer 2009, nrs. 218, 222 en 214 (Hartlief). 22 HR 28 mei 2004, NJ 2005, 105, m.nt. CJHB. Zie voor het vervolg Gem. Hof Nederlandse Antillen en Aruba 18 maart 2005, NJ 2005, 302. Hierover o.a. Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding nr. 50 (Van Maanen). 10

11 afdoen. In deze vervolgprocedure probeerde Princess Juliana International Airport Exploitaitemaatschappij NV alsnog aan aansprakelijkheid te ontkomen door zich te beroepen op het cultuurverschil tussen Nederland en de Antillen. Zij stelde dat een vergaande aansprakelijkheid de heersende cultuur op het eiland niet is. Dit beroep op het cultuurverschil mocht haar echter niet baten. Om min of meer procestechnische redenen kwam het hof aan een inhoudelijke beoordeling van dit verweer in deze procedure helaas niet toe 23 en de uitkomst van de zaak was dat Princess Juliana International Airport Exploitatiemaatschappij NV uiteindelijk aansprakelijk werd geoordeeld voor de letselschade van de Zwitserse toeschouwer. Het is uiteraard interessant wat de uitkomst geweest zou zijn als het hof het beroep op het cultuurverschil wel had moeten beoordelen. Is er sprake van een cultuurverschil op dit punt en zo ja, welke betekenis komt hieraan toe? Nog daargelaten dat het beginsel van concordantie van rechtspraak weliswaar een logisch uitvloeisel is van het beginsel van concordantie van wetgeving, maar niet verplicht is 24, sluit het concordantiebeginsel verschillen geenszins uit. Voor een dergelijke discordantie bestaat goede grond indien de maatschappelijke opvattingen uiteen lopen en leiden tot een uiteenlopende rechtsovertuiging. 25 Illustratief is de rechtspraak over het zogenoemde pokopoko-beginsel ten aanzien van overheidsgedrag. Op grond hiervan duurt bijvoorbeeld een redelijke termijn op Curacao langer dan in Nederland en wordt een beroep op het vertrouwensbeginsel ten aanzien van toezeggingen van overheidsfunctionarissen vanwege de kleinschaligheid van de Curacaose samenleving en de grote rol die 23 Princess Juliana International Airport Exploitaitemaatschappij NV ging bij haar betoog uit van de door het hof reeds verworpen veronderstelling dat het litigiueze slachtoffer de waarschuwing klakkeloos had genegeerd. 24 Zie ook de Memorie van Toelichting bij de Cassatieregeling, Bijlagen Handelingen II, (R194), nr. 3, p. 3. Zie tevens G.C.C. Levin, Concordantie en maatschappelijke opvattingen, TAR-Justitia 2008, p Zie ook W.E. Haak, in: 50 jaar Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, L.J.J. Rogier en H.G. Hoogers (red.), Den Haag 2005, p

12 persoonlijke verhoudingen daarbinnen spelen, hier minder snel gehonoreerd dan in Nederland. 26 De vraag is of op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht, of althans onderdelen daarvan, aanleiding bestaat voor discordantie vanwege uiteenlopende maatschappelijke opvattingen. In verschillende opzichten pleegt men op Curacao wat luchtiger ofwel nonchalanter met risico s c.q. gevaren om te springen dan in Nederland. Een ritje over het eiland levert diverse plaatjes op van risicovolle taferelen die op Curacao duidelijk minder ongebruikelijk zijn als in Nederland. 26 Vgl. in dit verband bijv. J.P. de Haan, TAR-Justitia 2006, p

13 13

14 14

15 Echter: hetgeen maatschappelijk niet ongebruikelijk of zelf gebruikelijk is, is niet per definitie bepalend voor hetgeen maatschappelijk betamelijk is; integendeel. 27 Ik ga wat dieper in op twee terreinen waar de wettelijke normen en de Nederlandse interpretatie daarvan in de rechtspraak een andere standaard aangeven dan het beeld dat op Curacao te zien valt. 4. De aansprakelijkheid van de werkgever voor arbeidsongevallen en beroepsziekten Ten eerste de werkgeversaansprakelijkheid voor arbeidsongevallen en beroepsziekten. Krachtens zowel de Antilliaanse als de Nederlandse wet rust op een werkgever een zorgplicht ten aanzien van de veiligheid van zijn werknemers. Weliswaar verschilt, althans formeel, de bewijspositie van de werknemer op de Antillen van die in Nederland 28, het materieelrechtelijke uitgangspunt stemt overeen. Zowel op de Antillen als in Nederland dient de werkgever de werknemer te beschermen tegen gevaren van lijf, eerbaarheid en goed en in dit verband zorg te dragen voor een veilige werkomgeving en veilig werkmateriaal (art. 7A:1614x BWNA resp. art. 7:658 lid 1 BWN). De Hoge Raad heeft bij herhaling kenbaar gemaakt dat deze zorgplicht geen absolute waarborg beoogt te scheppen tegen de in dit artikel beoogde gevaren, maar er toe strekt de werknemer in zoverre tegen deze gevaren te beschermen als redelijkerwijs in verband met de arbeid gevergd kan worden. De Hoge Raad legt echter de lat wat betreft hetgeen redelijkerwijs van de werkgever gevergd kan worden hoog. Het voert te ver om in dit verband in te gaan 27 Zie reeds HR 6 april 1990, NJ 1990, 573 (Janssen/Nefabas). 28 Op de Antillen dient de werknemer te stellen en bij betwisting te bewijzen dat de werkgever zijn verplichtingen (zoals omschreven in lid 1) niet is nagekomen; zie art. 7A:1614x lid 2 BWNA. In Nederland behoeft de werknemer slechts te stellen en bij betwisting te bewijzen dat hij schade heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden. De werkgever kan vervolgens (onder andere) aan aansprakelijkheid ontkomen als hij slaagt in het bewijs dat hij niet tekortgeschoten is in de op hem rustende zorgplicht; zie art. 7:658 lid 2 BWN. 15

16 op de omvangrijke rechtspraak en de diverse ontwikkelingen rond de aansprakelijkheid van de werkgever. Ik licht er een enkel punt uit. 29 Allereerst het arrest betreffende werknemer Van Doorn tegen Aannemingsbedrijf NBM, omdat dit laat zien dat ook in Nederland wel eens personen achterop een combi-pickup zitten, echter niet zonder gevolgen in het kader van het aansprakelijkheidsrecht als het mis gaat. 30 Het ging hier om vader en zoon Van Doorn die beiden bij NBM werkten en tezamen door hun baas op pad werden gestuurd om een paar kilometer verderop op de vliegbasis waar ze aan het werk waren een ladder op te halen. Toen er ter plaatse geen materiaal aanwezig bleek te zijn waarmee de ladder aan de auto vastgemaakt kon worden, hebben ze besloten dat Van Doorn sr. in de laadruimte zou gaan zitten om de ladder vast te houden. Tijdens de rit ving de ladder wind, waardoor de ladder van de auto viel. Van Doorn sr. probeerde de ladder te grijpen en is daarbij eveneens van de auto gevallen, met als uiteindelijk gevolg dat hij arbeidsongeschikt is geraakt. Van Doorn sr. stelt NMB als werkgever aansprakelijk voor de schade die hij hierdoor ondervindt en voert in dit verband onder andere aan dat de werkgever onzorgvuldig heeft gehandeld door er niet voor te zorgen dat er materiaal aanwezig was om de ladder te bevestigen en verder heeft nagelaten instructies te geven over het gebruik van de combi-pickup bij het vervoer van de ladder. De rechtbank oordeelt dat in het midden kan blijven of er wel of geen bevestigingsmateriaal aanwezig was omdat naar haar oordeel NMB ervan mocht uitgaan dat Van Doorn en zijn zoon de ladder op een normale manier zouden vervoeren en er geen rekening mee behoefde te houden dat zij, zo er geen bevestigingsmateriaal aanwezig zou zijn, zouden besluiten tot de door hen gevolgde onveilige wijze van vervoer. Met andere woorden: de redenering van de 29 Zie voor een overzicht van de invulling die de laatste jaren aan deze zorgplicht is gegeven bijv. C.J.M. Klaassen, SMA 2008, p alsook Mon. Privaatrecht 13 (Lindenbergh), Deventer HR 18 september 1998, NJ 1999, 45 (Van Doorn/NMB). 16

17 rechtbank is, hoe verzin je het om achterop een combi-pickup te gaan zitten om een ladder te vervoeren; met een dusdanig onvoorzichtig gedrag behoeft een werkgever redelijkerwijs geen rekening te houden en hier behoeft hij zijn zorgplicht niet op af te stemmen. De Hoge Raad komt evenwel tot een andere conclusie. De Hoge Raad acht dit gedrag kennelijk eveneens onvoorzichtig, maar overweegt - in aansluiting op zijn eerdere rechtspraak dat het een ervaringsfeit is dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie tot een verminderde voorzichtigheid leidt. Deze constatering laat volgens de Hoge Raad, in samenhang met de overige omstandigheden, geen andere gevolgtrekking toe dan dat de opdracht aan Van Doorn en zijn zoon om een ladder te vervoeren met een combi-pickup die daarvoor zonder additioneel bevestigingsmateriaal niet geschikt was, het voor NMB voorzienbare en niet te verwaarlozen risico meebracht dat zij bij gebreke van bevestigingsmateriaal de ladder in de laadbak van de auto zouden vervoeren op een wijze waaraan het risico van een ongeval was verbonden. Kortom: als zorgvuldig werkgever had NMB moeten zorgen voor bevestigingsmateriaal om het risico van onzorgvuldig handelen, door met de ladder plaats te nemen in de laadbak van een pickup, te voorkomen. Mede tegen de achtergrond van dit arrest, lijkt buiten kijf te staan dat een werkgever, althans in de Nederlandse optiek, onzorgvuldig handelt door toe te staan of althans niet te verhinderen dat zijn werknemers, ook zonder ladder, in de laadbak van een pickup worden vervoerd (en niet alleen wat betreft de werkgever zal het op deze wijze (laten) vervoeren van personen als een schendig van een zorgplicht worden gekwalificeerd). De verregaande zorgplicht van de werkgever uit zich in het bijzonder ook als zijn werknemers dienen te werken met gevaarlijke stoffen. Tegen de achtergrond van de rechtspraak van de Hoge Raad op dit punt, met name ook betreffende het werken met asbest, wekt het verbazing bouwvakkers op Curaçao een gebouwtje te zien slopen met asbest dakplaten met als enige bescherming een hoofdoek tegen de zon. 17

18 Veelzeggend is de ervaring van enkele UNA-studenten die in het kader van de oefenrechtbank een casus moesten behandelen over werkgeversaansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door asbest. Zij trokken er op uit om informatie te vergaren en zochten onder andere contact met de Milieudienst en de Geneeskundige & Gezondheidsdienst ( GGD ). Zij vroegen daar of er informatiemateriaal aanwezig was over het verwijderen of behandelen van asbest. Nicolò Finessi verhaalt over het vervolg van het contact met deze instanties in zijn doctoraalscriptie uit als volgt: Tot onze grote verbazing wilden de Milieudienst en de GGD ons bijna niet meer spreken toen ze hoorden wat het onderwerp was. De functionarissen vertelden dat er geen materiaal was en dat als wij dat niet goed vonden dat wij maar met de minister moesten spreken. Bij ARBO32 kregen we te horen waarom we zo werden behandeld bij de twee overheidsdiensten. Zij vertelden ons dat het te maken had met de bekendheid in de samenleving van de mogelijke schadelijke gevolgen van werken met asbest. Als het bekend werd hoeveel asbest er in onze samenleving was en als het bekend werd dat de werkgevers en de eigenaren van de gebouwen aansprakelijk konden worden gesteld voor schade door derden geleden door asbest, zou dit kunnen leiden tot een golf van rechtszaken, die bij veroordeling zouden leiden tot hoge kosten voor die twee groepen. Zolang de werkgevers en eigenaars dus konden zeggen dat er bij de Milieudienst en GGD niet bekend was dat asbest mogelijke schadelijke gevolgen had en geen waarschuwingen werden gegeven met betrekking tot asbest, kon gesteld worden dat de mogelijke schadelijke gevolgen daarvan niet bekend waren. 31 D. Nicolò Finessi, De aansprakelijkheid van de werkgever op Curacao voor schade van werknemers door gebruik van schadelijke stoffen, masterscriptie Faculteit der Rechtsgeleerdheid UNA april 2009, p. 30. Ook aangehaald in Bastiaan D. van der Velden, Van Praktizijnsopleiding tot Juridische Faculteit, Den Haag 2009, p Hiermee wordt gedoeld op het particuliere bedrijf ARBO Consulting. 18

19 Een verbazingwekkende en in elk geval vanuit juridische optiek niet steekhoudende verklaring. De asbestjurisprudentie uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw leert immers reeds dat de werkgever zich niet aan aansprakelijkheid kan onttrekken door zich enkel te beroepen op het feit dat hij niet in strijd met enig van overheidswege uitgevaardigd voorschrift heeft gehandeld en dergelijke voorschriften er ten aanzien van het werken met asbest er ook niet waren. Ook leert de rechtspraak van de Hoge Raad dat het feit dat het hanteren van een bepaalde gevaarlijke stof - zoals asbest - gebruikelijk en maatschappelijk aanvaard is, aan aansprakelijkheid van de werkgever niet in de weg staat. 33 Verder is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat de zorgplicht van de werkgever zich niet alleen uitstrekt tot de aan het werk verbonden gevaren die hij kent, maar ook tot gevaren die hij behoort te kennen. 34 In dit verband kan op de werkgever een onderzoeksplicht rusten die zich ook kan uitstrekken tot in het buitenland aanwezige kennis en informatie. Een wat niet weet, dat niet deert - houding, zoals hiervoor weergegeven, zal daarom de werkgever die zijn werknemers de laatste jaren nog onbeschermd met asbest heeft laten werken niet helpen tegen aansprakelijkheid voor hierdoor ontstane letselschade, ook niet op Curaçao. Hoezeer ook begrip kan bestaan voor de vrees voor de mogelijk omvangrijke financiële gevolgen van asbestclaims, meen ik dat dit geen rechtvaardiging biedt en mag bieden om zelfs heden ten dage werknemers nog onbeschermd met mogelijk schadelijk asbest te laten werken zonder dat dit als onzorgvuldig van de kant van de werkgever wordt aangemerkt. 35 Het gevaar van het werken met asbest is wereldwijd reeds decennia bekend en hoewel de verleiding daartoe vanwege de vele stranden wellicht groot is, is het ook op 33 HR 2 oktober 1998, NJ 1999, 683 (Cijsouw/De Schelde II). 34 Zie naast Cijsouw/De Schelde II ook reeds HR 29 april 1983, NJ 1984, 19 (De Vries/Kuijt) en HR 6 april 1990, NJ 1990, 573 (Janssen/Nefabas). 35 Overigens heeft niet alleen in de relatie werkgever-werknemer te gelden dat de mogelijke schadelijke gevolgen verbonden aan (bepaalde soorten) asbest een zorgplicht meebrengen voor degene die voor asbesthoudende zaken verantwoordelijk is. 19

20 Curaçao een kwestie van de kop in het zand steken deze wetenschap te negeren. Dat dit niet wegneemt dat er in andere situaties terdege ruimte is om wat betreft de invulling van de zorgplicht rekening te houden met lokale omstandigheden illustreert het arrest Casa Grande. 36 De aanleiding tot dit arrest vormt een valpartij van schoonmaakster Perez op een betegelde, vanwege de regen natte en daardoor gladde gangvloer in een door Ohem geëxploiteerd hotel van Casa Grande op Aruba. Perez heeft aan haar vordering tot schadevergoeding op grond van art. 1614x van het Arubaanse BW 37 ten grondslag gelegd dat zij niet over de vereiste antislipschoenen beschikte, dat er geen waarschuwingsborden waren geplaatst, dat de vloeren niet van antisliptegels waren voorzien en er geen veiligheidsinstructies zijn gegeven. De Hoge Raad overweegt dat het antwoord op de vraag of een vloer als de onderhavige aan alle eisen voldoet die redelijkerwijs daaraan zijn te stellen om te voorkomen dat een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt, afhankelijk is van het geval en de eventueel door de overheid gegeven veiligheidsvoorschriften. Dit laatste aspect speelt in het arrest verder geen rol en het draait dus om de omstandigheden van het geval zoals die door het hof zijn vastgesteld en beoordeeld. Het hof heeft in dit verband het volgende overwogen: Het is van algemene bekendheid dat een tegelvloer bij of na regen zo glad kan zijn dat iemand die daarover loopt het gevaar loopt ten val te komen. Bij mensen die vertrouwd zijn met het klimaat in Aruba, waarin na perioden van droogte hevige regen kan vallen, is van algemene bekendheid dat men in Aruba terdege met dit gevaar rekening moet houden. Van Perez, die reeds langere tijd in Aruba verbleef, mocht verwacht worden dat zij daarmee vertrouwd was. De manier waarop de tegels er blijkens de foto's uitzien, moest voor Perez een extra reden 36 HR 2 maart 2007, NJ 2007, Overeenstemmend met art. 7A:1614x BWNA en met art. 7A 1638x oud BWN. 20

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid drs V.G.J. (Vincent) Zwijnenberg 8 april 2010 Onderwerpen 1. De behoorlijke verzekering volgens de Hoge Raad 2. De behoorlijke verzekering

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. ANWB en verkeersslachtoffers Naast de inzet voor meer verkeersveiligheid is de ANWB ook betrokken bij de afwikkeling

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen 13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering

Nadere informatie

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1

Uitspraak week 23, auteur: A.J.J.S. Schutte 1 Geen schending zorgplicht bij een val tijdens het volgen van een BHV-cursus (Gerechtshof Amsterdam, 24 mei 2017) Werknemer is op 6 augustus 1977 in dienst getreden bij zijn werkgever. Werknemer vervult

Nadere informatie

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns NIS-bijeenkomst 17 januari 2013 Herstelcoach Actualiteiten Arlette Schijns Wat ga ik met jullie bespreken? Herstelcoach: de juridische inbedding Actualiteiten - Verkeersongevallenjurisprudentie: 7:611

Nadere informatie

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K.

Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:685 en 7:611 BW: een overzicht van de stand van zaken (deel 2) P.W.H.M. Willems en K. Teuben 1 Inleiding In het eerste deel van deze bijdrage is ingegaan

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

Hoge Raad, 12 januari 2001

Hoge Raad, 12 januari 2001 Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID door Mariken Peters sectie aansprakelijkheid, verzekeringen en (letsel)schade STELLING 1 Als de werknemer een arbeidsongeval op de werkplek overkomt, is de werkgever altijd

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd. Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-693 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden. Rechtbank Amsterdam, 06 juni 2012; de hondenbezitter is aansprakelijk voor de letselschade van een vrouw die tijdens het uitlaten van de hond ten valt komt doordat de hond plotseling hard aan de lijn trok.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-246 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 april 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder

Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder De Hoge Raad schept duidelijkheid over verhaal van kosten voor opruimwerkzaamheden na een ongeval Hoge Raad van 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3594

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not?

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? PIV Jaarconferentie 18 maart 2016 Saskia Phoelich-Pontier NN Advocaten Stelling De Kelderluikcriteria geven onvoldoende handvatten om in specifieke gevallen te

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

De verhouding tussen artikel 7:204 e.v. BW en artikel 6:174 BW

De verhouding tussen artikel 7:204 e.v. BW en artikel 6:174 BW HIP 2014(7) 210 Art. - De verhouding tussen artikel 7:204 e.v. BW en artikel 6:174 BW Publicatie Tijdschrift Huurrecht in Praktijk Aflevering 6 afl. 7 Publicatiedatum 28 november 2014 Auteurs Scheeper,

Nadere informatie

Kennisdag Inspectie Waterkeringen. Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011

Kennisdag Inspectie Waterkeringen. Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011 Kennisdag Inspectie Waterkeringen Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011 Waterkeringen, inspecties, innovatie en aansprakelijkheid U vraagt, wij draaien Doelmatig beheer in relatie tot crisissituaties

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.4211 (126.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster 1', hierna te noemen klager en klaagster 2, allen tezamen hierna

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-239 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche 9 mei 2006 Barneveld Lezing PTC mr. Annemieke van Dooren-Korenstra ABAB juristen s-hertogenbosch Programma Inleiding Beperken bedrijfsrisico s Aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2016 Datum publicatie 19-07-2016 Zaaknummer EA VERZ 16-542 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012

Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? mr. Mirjam Snel-de Kroon Deventer, 25 april 2012 Amerikaanse toestanden? Claimcultuur, het maar raak claimen? Ook in Nederland toenemend claimbewustzijn bij burgers en bedrijven.

Nadere informatie

Datum 24 april 2013 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de column dat Deutsche Bank in strijd handelt met de zorgplicht

Datum 24 april 2013 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de column dat Deutsche Bank in strijd handelt met de zorgplicht > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten Monografieën Privaatrecht 13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten S.D. Lindenbergh Tweede druk ï Kluwer a Wolters Kluwer business Kluwer- Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1 Het thema

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW

INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW INVULLING GOED WERKGEVERSCHAP EX ART. 7:611 BW Op 1 februari 2008 heeft de Hoge Raad twee interessante arresten gewezen over goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB4767 Feiten

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief Nieuwsbrief Ondernemingsrecht Prospectusaansprakelijkheid Een prospectus dient een getrouw beeld te geven omtrent de toestand van de uitgevende instelling op de balansdatum van het laatste boekjaar waarover

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Safety Event 2015. Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine. www.vandiepen.com

Safety Event 2015. Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine. www.vandiepen.com Safety Event 2015 www.vandiepen.com Remko Roosjen en Didi Rinkel Aansprakelijkheid na ingebruikname machine Agenda Introductie Ce-uitspraken.eu Contractuele verplichtingen Europese product- en sociale

Nadere informatie

Werkgerelateerde verkeersongevallen. Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst

Werkgerelateerde verkeersongevallen. Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst Werkgerelateerde verkeersongevallen Lisette de Haan, 11 mei 2017, NIS bijeenkomst U kent het wel, zo n typisch Zeeuwse weg Verkeersongevallen zitten in een klein hoekje Wat nu bij (letsel)schade? Allerlei

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager',

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager', RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 019.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17523 10 november 2010 Besluit van *****, tot vaststelling van de bedragen voor vergoeding voor het door naasten geleden

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Eigen schuld en bereddingsplicht bij zorgverzekeringen Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemene opmerkingen (1) De zorgverzekeringsovereenkomst bestaat niet:

Nadere informatie

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard

LWV Voorprogramma. Het nieuwe werken. Rob Brouwer, 8 mei 2012. Voor de inhoud van deze presentatie, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard LWV Voorprogramma Het nieuwe werken Rob Brouwer, 8 mei 2012 1 Het nieuwe werken Ontwikkelingen > Hoger opgeleid > Deeltijd > Thuiswerken > Work/life balance > Andere eisen aan het werk 2 Het nieuwe werken

Nadere informatie

2. Per brief van 27 januari 2008 stelde verzoeker Rijkswaterstaat aansprakelijk voor de schade aan zijn auto.

2. Per brief van 27 januari 2008 stelde verzoeker Rijkswaterstaat aansprakelijk voor de schade aan zijn auto. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Rijkswaterstaat, Corporate Dienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de aansprakelijkheid heeft afgewezen voor de schade aan zijn auto die zou

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1 Inleiding Na hevige regenval ondervindt eigenaar X ernstige waterschade in het privé gedeelte van zijn appartement. De regen is via de gevel het privé gedeelte binnengedrongen.

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout 1. Inleiding Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout Over aansprakelijkheden en schadevergoeding bij wijkteams Tim Robbe 1 Een wijkteammedewerker komt bij een burger. Vervolgens

Nadere informatie

Hoge Raad 18-09-1998, BJN 101933, (Van Doorn/NBM)

Hoge Raad 18-09-1998, BJN 101933, (Van Doorn/NBM) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101933, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101933 Hoge Raad datum 18-09-1998 wetsartikelen Art. 7A:1638 oud-bw (thans art. 7:658 BW) Hoge Raad 18-09-1998,

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Auteur: Jack Damen en Gerrit Jan Mulder Personeel & Organisatie Avans +, dé specialist in het ontwikkelen van mensen en organisaties.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie