Besluit Raad Nr. Datum! 6 OKT 2015

Transcriptie

1 gemcenle Monlfoort Besluit Raad Nr. Datum! 6 OKT 2015 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid: Evaluatiedatum: ii clotcb-cx "2Lo t ^ : 61 ougu3tus-20t& : 1*seprember2015 2? us c i»-i. bcr "3. < i \ : mevr. F. Langerak Oostrom Zaaknummer : Onderwerp: Beleidskaders Nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaart Voorstel 1. De uitgangspunten en beleidskaders van de Nota bodembeheer vast te stellen: a) Het bodembeheergebied (Bijlage II); b) De bodemkwaliteitskaart, bestaande uit bijlagen III, IV, V, VI,VIII, IX; c) Het handelingskader bodembeheer toemaakgronden Landelijk Gebied (Bijlage VII); d) Voor de zones de Lokale Maximale Waarden, voor toepassing van grand en bagger op de landbodem, zoals genoemd in het raadsbesluit; e) Voor de thema's die zijn benoemd in hoofdstuk 4 van de Nota Bodembeheer, zoals genoemd in het raadsbesluit, 2. Vaststelling van toekomstige wijzigingen van of actualisaties in het beleid aan het college te delegeren: a) wijziging in de bodemfunctieklassenkaart; b) actualiseren van de bodemkwaliteitskaart; c) uitbreiding van het beheergebied. Samenvatting Het Besluit bodemkwaliteit geeft ruimte om generieke bodemkwaliteitsnormen voor toepassen van grand en bagger toe te snijden op een specifieke gebied. In dit geval betreft het de hele regio noordwest Utrecht (NWU). Daarmee wordt bodembeheer goedkoper en duurzamer, want er zijn minder bodemonderzoeken, partijkeuringen en vervoersbewegingen nodig. Bovendien wordt het gebied waar vrijkomende grand toegepast kan worden zonder partijkeuring aanzienlijk verruimd, Het gebiedsspecifieke beleid is uitgewerkt in de nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart, samen met de provincie en Waternet. Bijlage(n) 1. Nota bodembeheer regio Noordwest Utrecht 2. Regionale bodemkwaliteitskaart Noordwest Utrecht - eindrapport 3. Achtergrondrapport Risicotoolbox 4. Oplegnotitie bij Nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaart regio Noordwest Utrecht Aanleiding Vanaf 2008 tot heden wordt het grondverzet in de regio Noordwest Utrecht uitgevoerd volgens de regels van het Generieke beleidskader van het Besluit bodemkwaliteit. De normen die gelden bij het toepassen en hergebruiken van grand binnen het Generieke beleidskader zijn in het besluit zelf vastgelegd en worden Maximale Waarden genoemd (afgekort MW). Deze generieke normen sluiten echter niet altijd aan bij wat er voor het gebied het meest gewenst is. Daarom biedt het Besluit bodemkwaliteit gemeenten de mogelijkheid om van deze generieke normen af te wijken en lokaal geldende normen vast te stellen. Dit worden Lokale Maximale Waarden (LMW) genoemd. Het beleid Onderwerp:. datum raadsvergadering: 14 September /6

2 -L $ </<i gemeente waarin deze LMW worden gehanteerd wordt het Gebiedsspecifieke beleidskader genoemd. Binnen het Gebiedsspecifieke beleidskader voor landbodems mag de gemeenteraad LMW vaststellen, die beter aansluiten bij de gewenste bodemkwaliteit, de gebiedsopgave en de bodemproblematiek in de regie dan de MW van het Generieke beleidskader. Het gebied waarbinnen de LMW gelden wordt het bodembeheergebied genoemd. Voorwaarden bij het opstellen van een Gebiedsspecifieke beleidskader is da! er een bodemkwaliteitskaart wordt opgesteld voor het bodembeheergebied. Het nieuwe beleid is beschreven in een Nota bodembeheer. Op een kaart is het grondgebied van de gemeente onderverdeeld in zogenoemde bodemkwaliteitszones. Aangezien Gebiedsspecifiek bodembeleid afwijkt van de generieke regels die in het Besluit bodemkwaliteit opgenomen zijn, is een raadsbesluit nodig om dit beleid vast te stellen. Binnen gemeente gelden slechts voor twee onderscheiden zones/functies LMW, nl. : In zone A: Na-oorlogse bebouwing' wordt gevraagd om Klasse Wonen vast te stellen als Lokale Maximale Waarde, voor toepassing van grond op niet gevoelige functies. Het wordt hierdoor mogelijk om in deze zone klasse Wonen-grond toe te passen als aan de voorwaarden uit de nota bodembeer voldaan wordt. Nu mag in deze zone alieen kwaliteit AW-grond (= schone grond) toegepast worden, conform het generieke beleid. In zone C: 'Oude bebouwing inclusief lintbebouwing veengebied' wordt gevraagd om Klasse Industrie vast te stellen als Lokale Maximale Waarde voor toepassing van grond onder verhardinaen en bii infrastructure^ werken. Het wordt hierdoor mogelijk om gebiedseigen grond (klasse Industrie-grond) uit deze zone her te gebruiken onder verhardingen bij infrastructure^ werken als aan de voorwaarden uit de nota bodembeer voldaan wordt, Nu is hergebruik van gebiedseigen grond voor de genoemde toepassingen niet toegestaan, conform het generieke beleid. Voor de overige zones die binnen voorkomen (B en H) geldt het Generieke beleidskader, omdat de generieke waarden (MW) in deze zones 1.) voldoende bescherming bieden om te waarborgen dat door hergebruik van grond geen humane risico's ontstaan; 2.) geen beiemmeringen vormen voor hergebruik van grond, omdat de bodemkwaliteit in deze zones aansluit bij de kwaliteit die, gelet op de (hoofd)functie van deze zone, wenselijk is. De gemeenteraad wordt tevens gevraagd om de uitgangspunten en beleidskaders van de Nota bodembeheer vast te stellen voor de thema's die zijn toegelicht in hoofdstuk 4, paragraaf 4.2 en 4.3 van de Nota Bodembeheer. Uitgangspunt voor de beleidskeuzes is geweest dat bij gevoelige bodemfuncties de eisen stronger zijn, en bij niet-gevoelige bodemfuncties de eisen zijn verruimd. Op 10 maart 2015 heeft het college van gemeente kennis genomen van de (concept) nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaart regio Noordwest-Utrecht en van de oplegnotitie, Het college is toen akkoord gegaan met terinzagelegging van deze nota, de bodemkwaliteitskaart en het achtergrondrapport risicotoolbox gedurende 6 weken, van 25 maart tot en met 5 mei, voor inspraak. Na afloop van de inspraakperiode en beantwoording van een zienswijze wordt de Nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaart regio Noordwest-Utrecht nu aan de gemeenteraad voorgelegd ter vaststelling. Voor een uitgebreide nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 4: 'Oplegnotitie bij Nota bodembeheer en bodemkwaliteitskaart regio Noordwest Utrecht'. Beoogd resultaat Met het vaststellen van dit gemeentelijke grondstromenbeleid wordt gefaciliteerd dat: de gemeente duurzaam grondstromenbeleid in uitvoering brengt dat ook praktisch uitvoerbaar, miiieuhygienisch verantwoord en transparent is; meer vrij grondverzet kan plaatsvindenf Onderwerp:, datum raadsvergadering: 14 September /6

3 gemeente * ^ J.-X ^ C-" Montfoorl tijd en geld bespaard kan worden bij projecten waar grondverzet plaatsvindt, omdat geen onderzoek uitgevoerd hoeft te worden naar de kwaliteit van de toe te passen grond (zie ook het onderdeel financien in dit voorstel); meer toepassingslocaties beschikbaar komen om vrijkomende grond en baggerspecie duurzaam te kunnen hergebruiken; de druk op het gebruik van primaire bouwstoffen (bijvoorbeeld zand uit zandwinputten) wordt verminderd. * Van vrij grondverzet is sprake als de kwaliteit van de grond voorafgaand aan het grondverzet niet hoeft te worden vastgesteld Argumenten 1.1 Gebiedsgericht bodembeleid biedt de mogelijkheid om tijd en geld te besparen bij grondverzet. Er worden tijd en kosten bespaard doordat er minder vaak partijkeuringen en bodemonderzoeken nodig zijn. 1.2 Met gebiedsgericht bodembeleid worden toepassingsmogelijkheden van vrijkomende grond aanzienlijk verruimd zonder dat daarmee gezondheidsrisico's optreden. Doordat het gebied waarbinnen grondtoepassingen zonder partijkeuringen mogen plaatsvinden verruimd wordt tot de hele regio Noordwest Utrecht en zelfs daarbuiten (regio Zuidoost Utrecht en Midden Holland) kan vrijkomende grond daar worden toegepast waar dit het meest geschikt en gewenst is. Door de vaststelling van de Lokale Maximale Waarden voor de zones A en C wordt hergebruik van grond gemakkelijker gemaakt. Bij het vaststellen van de zones en de Lokale Maximale Waarden is rekening gehouden met het bodemgebruik, de bestaande kwaliteit van de grond en eventuele gezondheidsrisico's. Dit geldt ook voor het vaststellen van de thema's. Deze hebben betrekking op zone-overkoepelende toepassing van grond en bagger. Voor de zones B en H blijft het generieke beleidskader gelden. Vandaar dat over deze zones geen besluit hoeft te worden genomen. De zones D, E, F en G komen binnen de gemeente niet voor en hebben betrekking op de andere gemeenten in de regio NWU. 1.3 Het is goedkoper en doelmatiger om samen met andere gemeenten nieuw gebiedsspecifiek beleid op te stellen en uit te voeren dan om dit als gemeente alleen te doen. Doordat tijd en financien gebundeld zijn bij het opstellen van de bodemkwaiiteitskaart en het beleid is sprake van efficiencyvoordeel. Ook in de uitvoering levert de samenwerking voordelen op voor de bruikbaarheid en toepasbaarheid van het beleid. 1.4 Indien geen gebiedsspecifiek bodembeleid wordt opgesteid, geldt het zogeheten generieke beleid. Het generieke beleid kent strengere eisen. Bij generiek beleid kan grond daarom minder flexibei en minder duurzaam toegepast worden dan bij gebiedsspecifiek bodembeleid. 1.5 Het Gebiedsspecifieke beleid voldoet aan de randvoorwaarden die het Besluit bodemkwaliteit stelt. De randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan zijn: a) standstill-beginsel op gebiedsniveau; b) de Lokale Maximale Waarden mogen het saneringscriterium niet overschrijden; c) het risiconiveau van de gekozen Lokale Maximale Waarden moet worden berekend; d) de Lokale Maximale Waarden moeten worden afgestemd met het bevoegd gezag voor bodemsanering (in ons geval de provincie Utrechl/RUD Utrecht); e) de Lokale Maximale Waarden moeten worden vastgelegd in een Nota bodembeheer en op een bodemkwaiiteitskaart; Onderwerp:, datu m raadsvergadering: 14 September /6

4 i"v "v i.:» gemeente f) de Lokale Maximale Waarden worden vastgesteld door de gemeenteraad en de uniforme voorbereidingsprocedure van de Algemene Wet bestuursrecht wordt gevolgd. Het beleid voldoet aan al deze voorwaarden. 1.6 Door deze wijzigingen te delegeren aan het college kan het beleid, indien nodig, aangepast worden om de effectiviteit te vergroten. Het vaststellen van deze Nota met bijhorend gebiedspecifiek beleid is een besluit wat genomen wordt door de gemeenteraad, Hiermee staan de kaders voor het beleid rondom hergebruik vast. Op onderdelen kunnen kleine wijzigingen de effectiviteit van het beleid vergroten of is actualisatie noodzakelijk. Om aan te sluiten op de dynamiek van grondverzet worden wijzigingen en actualisatie, na de eerste vaststelling van deze Nota, gedelegeerd naar het college van burgemeester en wethouders. Dit betreft: 1. wijziging van de bodemfunctieklassenkaart. De bodemfunctieklassenkaart is gebaseerd op de functies die in het bestemmingsplan zijn vastgelegd. De bodemfunctieklassenkaart volgt daarmee het bestemmingsplan. Aanpassing van de kaart is daarmee een uitvoeringshandeling en kan om deze reden als een bevoegdheid van het college worden gezien; 2. actualiseren van de bodemkwaliteitskaart. Na 5 jaar moet de bodemkwaliteitskaart geevalueerd worden. Naar verwachting leidt dit niet tot wezenlijke aanpassingen. Mocht dit wel het geval zijn, dan wordt de raad hierover gei'nformeerd. Als het tot aanpassingen in het beleid leidt, dan wordt dit voorgelegd aan de raad, omdat dan de uitgangspunten en beleidskaders opnieuw vastgesteld moeten worden; 3. uitbreiding van het beheergebied, Als andere regio's een bodemkwaliteitskaart hebben vastgesteld volgens de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit kan op basis daarvan beoordeeld worden of kan worden volstaan met de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel. Hiertoe kan een besluit genomen. Het bodembeheergebied wordt dan feitelijk uitgebreid. Het is daarmee in feite een uitbreiding van de toepassing van het geformuleerde beleid. Formeel is dit een bevoegdheid van de raad, maar omdat het meer een uitvoeringskwestie is, kan dit worden gedelegeerd naar het college. 1.7 Op 1 rnei is een zienswijze op het beleid ontvangen van Afvalzorg, over de voormalige stortpiaats Mastwijk, aan de Mastwijkerdijk in. Op de bodemfunctieklassenkaart geldt voor deze locatie de klasse 'landbouw/natuur'. Afvalzorg is het oneens met deze aanduiding en vraagt om een aanpassing van de kaart en het beleid voor dit perceel. Het voorgenomen beleid en de bijbehorende bodemkwaliteitskaart geven echter alleen regels voor toepassing van grond en baggerspecie op onverdachte locaties. De locatie Mastwijk is een geregistreerde Wbb-locatie (Wet bodembescherming) en geldt dus als een verdachte locatie. Het voorgenomen beleid is dan ook niet van toepassing op het afwerken van de voormalige stortpiaats. De zienswijze heeft geen grond gegeven om het conceptbeleid te wijzigen. Financien De vaststelling van dit beleid heeft geen financiele consequenties. De kosten voor het opstellen van het beleid en de kaart zijn reeds afgestemd in de bestuursrapportage over de eerste helft van Voor de uitvoering van het project voor opstellen van het bodembeleid en -kaart is toen een bedrag opgenomen van 7.380,-. Het uitvoeren van het bodembeheer met gebruik van de bodemkwaliteitskaart zal leiden tot besparingen voor bodemonderzoek, partijkeuringen en grondverzet. Indirect worden er kosten bespaard door de tijdsbesparing die daarmee bereikt wordt Deze besparing is lastig in geld uit te drukken. Afhankelijk van de dynamiek van het grondverzet binnen de gemeente is de terugverdientijd circa 3-5 jaar. Tijdpad / relatie met projectmatig werken De Nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart worden behandeld in het forum Ruimte van 31 augustus. De vaststelling van het bodembeleid wordt nu voorzien in de gemeenteraad op 14 September Oriderwerp:. datum raadsvergadering: 14 September /6

5 - 4 V * > " * % \ gemeente Communicatie Na vaststelling van de Nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart wordt dit gepubliceerd op de gemeentepagina. Monitoring en evaluatie Tijdens het Impiementatietraject zal nagegaan worden welke indicatoren van belang zijn om de resultaten van het nieuwe bodembeleid en het gebruik van de bodemkwaliteitskaart te kunnen monitoren t.b.v, de evaluatie die over 5 jaar plaats moet vinden. Bestuurlijke samenwerking De Nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart zijn tot stand gekomen in samenwerking met de provincie Utrecht, Waternet en de gemeenten Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Oudewater en Woerden. Deze partijen hebben het opstellen medegefinancierd. De Omgevingsdienst regio Utrecht heeft het traject gecoordineerd. Er is geen relatie met de samenwerking in het kader van De Groene Driehoek en/of Samenwerking Utrecht West. Burgemeester en wethouders, \ De heer F.J. Henseler gemeentesecretaris Onderwerp:, datum raadsvergadering: 14 September /6

6 gemeente In de openbare vergadering van l6oll obec 2015 heeft de gemeenteraad besloten: gelet op; het Besluit bodemkvvaliteit, artikel 44, het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juli 2015; de bespreking in de commissie van 31 augustus De uitgangspunten en beleidskaders van de Nota bodembeheer vast te stellen: a) Het bodembeheergebied (Bijlage II); b) De bodemkwaliteitskaart, bestaande uit bijlagen III, IV, V, VI,VIII, IX; c) Het handelingskader bodembeheer toemaakgronden Landelijk Gebied (Bijlage VII); d) Voor de zones de Lokaie Maximale Waarden, voor toepassing van grond en bagger op de landbodem, zoals genoemd in het raadsbesluit; e) Voor de thema's uit hoofdstuk 4 van de Nota Bodembeheer, de beleidskeuzes voor het zoneoverkoepelend gebiedspecifiek beleid, zoals beschreven in paragrafen 4,2 en 4,3 van de Nota. 2, Vaststelling van toekomstige wijzigingen van of actualisaties in het beleid aan het college te delegeren: a) wijziging in de bodemfunctieklassenkaart; b) actualiseren van de bodemkwaliteitskaart; c) uitbreiding van het beheergebied. De griffier, a a (AI mevrouw Drs. E.C.M. van der Klauw d\heer TtyOarj/Eijk * a ijg to en e 5 L? m m & n Onderwerp:, datum raadsvergadering: 14 September /6