Masterthesis. Ketentransacties en aftrek van voorbelasting UNIVERSITEIT VAN TILBURG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterthesis. Ketentransacties en aftrek van voorbelasting UNIVERSITEIT VAN TILBURG"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN TILBURG Masterthesis Ketentransacties en aftrek van voorbelasting Naam: ANR: Studierichting: Fiscale Economie Datum: 28 september 2011 Examencommissie: mr. dr. A.J. van Doesum Prof. dr. H.W.M. van Kesteren

2 Voorwoord Je studententijd is de leukste tijd van je leven, is wat je als student vaak te horen krijgt. En dat heb ik geweten ook! Zelfs tijdens het schrijven van mijn afstudeerscriptie, tegenwoordig ook wel masterthesis genoemd, kreeg ik vaak de vraag of ik wel zeker wist dat ik klaar was voor het werkende leven. Inmiddels weet ik zeker dat dat zo is. Na zeven mooie studiejaren, met z n ups en downs, is het mooi geweest. Met het schrijven van deze masterthesis heb ik mijn studententijd afgesloten en zet ik een stap in mijn leven als fiscalist. Zonder medewerking van mijn familie, zowel financieel als mentaal, had ik de afgelopen jaren nooit kunnen volbrengen. Ik wil hen daar dan ook ontzettend voor bedanken. Ondanks de regelmatig terugkerende vraag: wanneer kun je dat vak nou weer opnieuw doen? en de kleine ergernissen die daaruit ontstonden, heb ik hun hulp altijd gewaardeerd. Menig weekend heb ik in de bibliotheek van de universiteit doorgebracht, misschien zelfs wel tot ergernis van mijn vriendin Maike. Ik wil haar dan ook bedanken voor al het geduld wat zij de afgelopen periode heeft opgebracht en voor alle steun die ik heb gekregen tijdens mijn afstuderen. Ondanks diverse pogingen om geen enkel feestje of reisje verstek te laten gaan, moest ik af en toe mijn vrienden wel eens teleurstellen. Als student beschik je nou eenmaal niet altijd over de gewenste (financiële) middelen. Ook hen wil ik bedanken voor hun geduld. Tot slot bedank ik al mijn collega s van PwC voor hun (vaktechnische) ondersteuning. Na eerst een tijd als werkstudent te hebben rondgelopen, ga ik binnenkort aan de slag als tax-assistant. Bedankt voor deze mooie kans! Met deze masterthesis probeer ik enige duidelijkheid te scheppen in de wereld van btw en ketentransacties. Ik ga met name in op de btw-behandeling van zogenoemde ABC-transacties. Bij enkele lezers gaat er waarschijnlijk nog geen lampje branden, het is immers toch gewoon 19%? Voor sommige andere lezers vormt deze masterthesis de dagelijkse praktijk. Toch wens ik iedereen veel plezier bij het lezen ervan. Ik hoop dat het voor iedereen van waarde is. Tilburg, 23 augustus

3 Lijst van gebruikte afkortingen A-G Advocaat Generaal Art. Artikel BNB Beslissingen in Belastingzaken btw Belasting over de toegevoegde waarde Btw-richtlijn Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde EU Europese Unie HR Hoge Raad der Nederlanden hst. Hoofdstuk HvJ Hof van Justitie van de Europese Unie jo. juncto MvT Memorie van Toelichting p. pagina par. paragraaf r.o. rechtsoverweging Uitv. Besch. OB Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 V-N Vakstudie-Nieuws Wet OB Wet op de omzetbelasting 1968 Zesde richtlijn Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde Uitv. Besl. OB Uitvoeringsbesluit omzetbelasting

4 Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Lijst van gebruikte afkortingen... 2 Inhoudsopgave... 3 Hoofdstuk 1: Inleiding : Aanleiding : Probleemstelling en onderzoeksvraag : Toetsingskader : Achtergrond en algemene eigenschappen : Neutraliteit : Aftrek van voorbelasting : Bestemmingslandbeginsel : Tegengaan fraude en misbruik : Opzet...15 Hoofdstuk 2: Intracommunautaire leveringen : Inleiding : Voorbeeld intracommunautaire levering : Intracommunautaire leveringen volgens de btw-richtlijn : Intracommunautaire leveringen volgens de Wet OB : Voorwaarden voor toepassing van het nultarief/ de vrijstelling ter zake van intracommunautaire leveringen : HvJ: Collée : HvJ Teleos Plc : HvJ: Twoh International : HvJ: Zweedse zeilbootarrest : HvJ: Zaak R

5 2.5: Tussenconclusie en discussie...27 Hoofdstuk 3: De (intracommunautaire) levering in een ABC- en ketentransactie : Inleiding : ABC-transacties binnen Nederland : Intracommunautaire ABC-transactie : Voorbeeld intracommunautaire ABC-transactie : HvJ: EMAG Handel Eder OHG : Tussenconclusie en kritiek naar aanleiding van HvJ EMAG : HvJ: Euro Tyre Holding BV : Tussenconclusie en kritiek naar aanleiding van HvJ Euro Tyre : Gevolgen voor de praktijk : Ondernemer A verricht het vervoer van de goederen : Ondernemer B verricht het vervoer van de goederen : Ondernemer C verricht het vervoer van de goederen : Tussenconclusie : HvJ: VSTR : Tussenconclusie en kritiek naar aanleiding van HvJ: VSTR : Conclusie en discussie...45 Hoofdstuk 4: Intracommunautaire verwerving van goederen : Inleiding: de intracommunautaire transactie : Voorbeeld intracommunautaire verwerving : Intracommunautaire verwerving van goederen in de richtlijn : De dubbele verwerving volgens de btw-richtlijn : Intracommunautaire verwerving van goederen in de wet OB : De dubbele verwerving volgens de Wet OB

6 4.6: Conclusie en discussie...50 Hoofdstuk 5: Aftrek van voorbelasting : Inleiding : Directe en onmiddellijke aftrek van voorbelasting : Voorwaarden voor het in aftrek brengen van voorbelasting volgens de richtlijn en de Wet OB : Teruggaaf van voorbelasting een bijzondere manier van aftrek? : Aftrek of teruggaaf van btw ter zake van intracommunautaire verwervingen ( verwervings-btw )? : Tussenconclusie en kritiek naar aanleiding van HvJ X/ Facet : Conclusie...64 Hoofdstuk 6: De vereenvoudigde ABC-regeling : Inleiding : Achtergrond van de vereenvoudigde ABC-regeling : De vereenvoudigde ABC-regeling in de btw-richtlijn : Het vervoer : Btw-registraties in meerdere landen : De nummerverwerving ter zake van een vereenvoudigde ABC-transactie volgens de btw-richtlijn : De vereenvoudigde ABC-regeling volgens de Wet OB : Vereenvoudiging in ketens van meer dan drie ondernemers : Nummerverwerving ter zake van een vereenvoudigde ABC-transactie in Nederland : Aftrek of teruggaaf van verwervings-btw in een vereenvoudigde ABC-transactie? : Positie van ondernemer B overeenkomstig de btw-richtlijn : Positie van ondernemer B bij teruggaaf van nummerverwervings-btw : Positie van ondernemer B bij directe aftrek van nummerverwervings-btw

7 6.9: Kritiek : Conclusie...83 Hoofdstuk 7: Alternatieve btw-heffingssystemen : Inleiding : Algemene verleggingsregeling : Voorbeeld : Discussie : Lokale btw : Voorbeeld : Discussie : Tussenconclusie...89 Hoofdstuk 8: Conclusie en aanbevelingen...92 Literatuurlijst...94 Lijst van aangehaalde jurisprudentie

8 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1: Aanleiding Door onder andere de uitbreiding van de Europese Unie (hierna: EU) naar 27 lidstaten en de steeds verder internationaliserende economie neemt het belang van internationale transacties toe. Zowel goederen als diensten worden steeds vaker over de grens gekocht en verkocht. Sinds de opheffing van de Europese grenzen in 1993 worden grensoverschrijdende goederentransacties binnen de EU niet meer als uitvoer en invoer aangeduid, maar als intracommunautaire leveringen en verwervingen. In 1993 is in dat kader een nieuwe Europese btw-richtlijn aangenomen, welke voorziet in regelgeving omtrent deze intracommunautaire transacties. 1 In deze richtlijn werd tevens een regeling opgenomen die voorziet in transacties waarbij drie partijen betrokken zijn, de zogenoemde ABC-transacties. In voorkomende gevallen voorziet de btw-richtlijn zelfs in een vereenvoudigde ABC-regeling. In algemene zin worden transacties waarin meerdere ondernemers zijn betrokken ook wel aangeduid als ketentransacties. Ondanks dat de Nederlandse wetgever de btw-richtlijn heeft geïmplementeerd in de Nederlandse Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) ontstaat regelmatig discussie over de mate van juistheid van deze implementatie. Deze discussie komt terug in zowel nationale als Europese jurisprudentie. De verschillende discussies met betrekking tot de btw-gevolgen van intracommunautaire transacties hebben mij ertoe gezet om nader onderzoek te doen naar de werking van de bestaande regelgeving, zowel op nationaal als op Europees niveau. In dit kader vind ik het met name interessant om onderzoek te doen naar de btw-gevolgen van ABC-transacties die zich afspelen binnen de Europese Unie. Omdat bij elke transactie een verkoper en een afnemer betrokken zijn, besteed ik in mijn onderzoek aandacht aan de btw-positie van beide partijen. 1 Richtlijn 91/680/EEG van de Raad van 16 december 1991 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging, met het oog op de afschaffing van fiscale grenzen, van Richtlijn 77/388/EEG. 7

9 In dit kader besteed ik speciale aandacht aan de positie van ondernemer B (hierna: B) uit een ABC-transactie. In 2010 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ 2 ) namelijk geoordeeld over btwregelgeving die wellicht betrekking heeft op zijn btw-positie. De voornaamste vraag die bij mij opkwam is of Nederlandse regelgeving, in combinatie met het oordeel in eerdergenoemde jurisprudentie leidt tot onwenselijke administratieve of financiële lasten voor ondernemers. In dit kader doe ik in deze thesis onderzoek naar de verplichtingen waaraan een ondernemer die in een ABC-transactie is betrokken, moet voldoen en stel ik de vraag of deze verplichtingen in vergelijking met Europese regelgeving een te zware last veroorzaken. Een gevolg van onjuiste implementatie van Europese regelgeving zou namelijk kunnen zijn dat Nederland een minder gunstig vestigingsklimaat krijgt voor ondernemers die zijn betrokken in ABC-transacties. 1.2: Probleemstelling en onderzoeksvraag De vraag speelt met name of de Wet OB in voldoende mate voorziet in een vereenvoudiging voor ABC- en ketentransacties. Vooral de verlaging van de maatstaf van heffing die ziet op een nummerverwerving die partij B verricht in een ABC-transactie speelt hierbij een rol. Tevens kan men zich afvragen of B überhaupt wel in de heffing van btw mag worden betrokken in Nederland bij toepassing van de vereenvoudigde ABC-regeling. Indien dat namelijk niet het geval zou zijn, dan zou partij B niet eens verwervings-btw verschuldigd zijn en derhalve niet eens toekomen aan de verlaging van de maatstaf van heffing. In deze masterthesis ga ik nader in op deze problematiek en onderzoek ik of de Nederlandse wetgever wel in voldoende mate zorgt voor eenvoud voor ondernemers. Daarbij neem ik als uitgangspunt dat B in een ABC-transactie in Nederland is gevestigd. 2 Sinds de inwerkingtreding van het verdrag van Lissabon is de naam van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen veranderd in het Hof van Justitie van de Europese Unie. In deze masterthesis zal ik voor beide instanties het Hof van Justitie aanhalen als HvJ. 8

10 In deze thesis ga ik nader in op de volgende probleemstelling: Voldoet de Nederlandse regelgeving ter zake van ABC-transacties aan de btw-richtlijn en de doelstellingen die de btw-richtlijn nastreeft? In dit kader is met name van belang of in Nederland überhaupt een verwerving plaatsvindt en zo ja, op welke manier de verlaging van de maatstaf van heffing gerealiseerd moet worden bij toepassing van de vereenvoudigde ABC-regeling. Vervolgens speelt de vraag welke voorwaarden de Nederlandse wetgever mag stellen aan het indienen van een teruggaafverzoek en of deze voorwaarden in overeenstemming zijn met de btw-richtlijn. In deze masterthesis schets ik bovengenoemde problematiek in een breder kader van (intracommunautaire) ABC- en ketentransacties. Ik zal daarom ook ingaan op de btw-gevolgen voor partij A en C uit de keten. Hierbij maak ik onderscheid tussen ABC-transacties en vereenvoudigde ABC-transacties. Tot slot besteed ik kort aandacht aan de vraag of de vereenvoudigde ABC-regeling kan worden toegepast in ketens van meer dan drie ondernemers. Omdat in de btw een onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemers en niet-ondernemers, neem ik in deze thesis als uitgangspunt dat de intracommunautaire leveringen plaatsvinden tussen ondernemers. Prestaties aan en door niet-ondernemers laat ik derhalve buiten beschouwing. 1.3: Toetsingskader In deze thesis onderzoek ik of de Nederlandse btw-wetgeving met betrekking tot intracommunautaire ABC- en ketentransacties voldoet aan de btw-richtlijn en de doelstellingen van de btw-richtlijn. In beginsel toets ik de Nederlandse btw-wetgeving aan Europese regelgeving. Wanneer blijkt dat Nederlandse btw-wetgeving niet voldoet aan Europese regelgeving, probeer ik aan te geven op welke wijze de Europese wetgeving beter geïmplementeerd kan worden. In de volgende paragraaf ga ik nader in op enkele belangrijke beginselen en eigenschappen van het btw-stelsel. Tevens bespreek ik enkele doelstellingen die de Europese Commissie met het btw-stelsel wil bereiken. Wanneer mogelijk, toets ik wetgeving aan deze beginselen en doelstellingen. 9

11 1.3.1: Achtergrond en algemene eigenschappen De btw zoals die in Nederland wordt toegepast is blijkens art. 1 van de btw-richtlijn een algemene verbruiksbelasting. In dat artikel staat namelijk dat het stelsel van de btw berust op het beginsel dat van goederen en diensten een algemene verbruiksbelasting wordt geheven welke strikt evenredig is aan de prijs van de goederen of diensten, ongeacht het aantal transacties dat tijdens het productie- of distributieproces heeft plaatsgevonden. 3 Het algemene karakter van de btw houdt in dat alle consumptieve bestedingen van consumenten belast horen te zijn met btw. Een ander kenmerk van de btw is dat deze geheven wordt van de ondernemer die goederen of diensten levert, en niet van de afnemer. 4 De ondernemer is dus de belastingplichtige, terwijl de afnemer degene is die de belasting betaalt. Dit maakt de btw tot een indirecte belasting. Belangrijke eigenschappen van het btw-stelsel zijn de neutraliteit en de aftrek van voorbelasting, welke ik hieronder nader toelicht. Met betrekking tot internationale transacties geldt onder de huidige btw-wetgeving nog een ander belangrijk beginsel, te weten het bestemmingslandbeginsel van de btw. Het tegengaan van fraude en misbruik is weliswaar geen beginsel, het vormt wel een belangrijke doelstelling in de heffing van btw in internationaal verband. In de volgende paragrafen zal ik nader ingaan op deze beginselen en doelstelling : Neutraliteit In het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) heeft de Europese Commissie het doel gesteld een interne markt te realiseren. 5 Deze interne markt kan slechts gerealiseerd worden wanneer alle goederen dezelfde belastingdruk ondervinden, ongeacht of zij uit het binnen- of buitenland komen. Dit wordt ook wel externe neutraliteit genoemd en is van groot belang bij intracommunautaire transacties. 3 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, PbEU L S.T.M. Beelen, K.M. Braun en O.L. Mobach, Studenteneditie Cursus Belastingrecht, Omzetbelasting, 2011/2012, Deventer, Kluwer, 2011, p Art. 3 jo. art. 26 lid 1 VWEU. 10

12 Van interne neutraliteit moet bijvoorbeeld sprake zijn om te voorkomen dat in een productieproces belasting blijft hangen bij een ondernemer. Wanneer dat wel het geval zou zijn, zou het concurrentieverstorend werken. 6 Cumulatie van btw houdt in feite in dat btw over btw wordt geheven. Dit leidt tot ongewenste effecten, vooral in productieprocessen die verlopen over meerdere schakels. Om cumulatie van btw tegen te gaan, is een systeem bedacht waarbij een ondernemer de aan hem in rekening gebrachte btw in aftrek kan brengen op de door hem verschuldigde btw, ook wel aftrek van voorbelasting genoemd. Ons huidige btw-systeem is een meermalig niet-cumulatief systeem. 7 Dat houdt in dat in elke schakel over de door de betreffende ondernemer toegevoegde waarde btw wordt geheven. Dat alle lidstaten een omzetbelasting moeten heffen volgens het stelsel van aftrek van voorbelasting is bepaald in de Eerste Richtlijn. 8 In de volgende paragraaf bespreek ik de aftrek van voorbelasting in algemene zin : Aftrek van voorbelasting Zoals eerder opgemerkt moet het systeem van aftrek van voorbelasting ertoe leiden dat het btw-stelsel een neutraal karakter heeft. Van Hilten e.a. merken daarnaast het volgende op met betrekking tot het recht op aftrek van voorbelasting: 9 De neutraliteit van de belasting vereist echter niet alleen dat ondernemers recht op aftrek hebben, maar ook dat de aftrek onmiddellijk en voor het totale bedrag kan worden uitgeoefend, ook als dat zou leiden tot een teruggaaf van belasting. Het recht op onmiddellijke aftrek kan worden afgeleid uit art. 167 van de btw-richtlijn, waarin is opgenomen dat het recht op aftrek ontstaat op het moment waarop de aftrekbare belasting verschuldigd wordt. Uit art. 168 van de btw-richtlijn volgt vervolgens dat alleen recht op aftrek bestaat voor zover de goederen worden gebruikt voor belaste handelingen van een belastingplichtige. Ondernemers 6 M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, omzetbelasting, Deventer, Kluwer, twaalfde druk, 2010, p C.M. Ettema e.a., Wegwijs in de btw, Amersfoort, Sdu Fiscale en Financiële Uitgevers, tiende druk, 2008, p Zie noot 7, p Zie noot 6, p

13 die bijvoorbeeld louter vrijgestelde prestaties verrichten of particulieren, die in het geheel niet belastingplichtig zijn, kunnen dus geen aanspraak maken op het aftrekrecht. Bovenstaande heeft doorgaans tot gevolg dat de uiteindelijke consument de btw-druk ervaart. Hij is namelijk ook degene die de goederen consumeert. In hoofdstuk 5 bespreek ik de aftrek van voorbelasting uitgebreider. Ik besteed daar tevens aandacht aan rol van het aftrekrecht in intracommunautaire transacties : Bestemmingslandbeginsel Tegenover het oorsprongslandbeginsel, wat inhoudt dat btw geheven mag worden in de lidstaat van verzending van de goederen, 10 staat het bestemmingslandbeginsel. Daar waar in de relatie tussen ondernemers en niet-ondernemers (B2C) nog vaak het oorsprongslandbeginsel van toepassing is, vindt in de relatie tussen ondernemers onderling (B2B) het bestemmingslandbeginsel vaker toepassing. Het bestemmingslandbeginsel houdt in dat heffing van btw dient plaats te vinden in de lidstaat waar het verbruik of de consumptie van de goederen plaatsvindt. Omdat door middel van de btw consumptief verbruik in de heffing wordt betrokken, dient dit naar mijn mening te gebeuren in de lidstaat waar de consumptie plaatsvindt. Vóór opheffing van de Europese fiscale grenzen in 1993 werd btw geheven op basis van het bestemmingslandbeginsel. Het was de bedoeling van de Europese Commissie om vanaf 1 januari 1997 goederenleveringen te belasten in de lidstaat waar de leverancier is gevestigd, zoals onder andere blijkt uit het zogenoemde Witboek. 11 Een voordeel van heffing op basis van het oorsprongslandbeginsel is dat er geen verschillende behandeling bestaat tussen zuiver binnenlandse transacties en transacties met inwoners van andere landen. Alle leveringen van goederen worden onderworpen aan dezelfde btw-behandeling. Vanuit de optiek van de ondernemer lijkt me dit een heel praktisch toepasbaar systeem, het is namelijk niet afhankelijk van subjectieve factoren, zoals de intentie van de koper. Samen met het oorsprongslandbeginsel zou op Europees niveau een clearingsysteem ingevoerd worden om ervoor te zorgen dat de btw-opbrengsten op een juiste manier verdeeld 10 C.M. Ettema e.a., Wegwijs in de btw, Amersfoort, Sdu Fiscale en Financiële Uitgevers, tiende druk, 2008, p COM (1985) 310 van 14 juni De voltooiing van de interne markt, Witboek van de Commissie aan de Europese Raad, p. 52, gepubliceerd op 12

14 werden over alle lidstaten van de EU. Op deze manier zou de lidstaat van bestemming toch belastingopbrengsten blijven ontvangen. Omdat de opheffing van de Europese Fiscale grenzen niet langer uitgesteld kon worden, maar de lidstaten het niet eens waren over het clearingsysteem, moest een overgangsregeling worden ingevoerd, die voorzag in btw-heffing op intracommunautaire transacties. Tegenwoordig is de heffing op intracommunautaire transacties nog steeds gebaseerd op de overgangsregeling en dus op het bestemmingslandbeginsel. Voor leveringen aan particulieren komt het bestemmingslandbeginsel tot uitdrukking in de regeling voor afstandsverkopen. Deze regeling houdt in dat btw geheven wordt in de lidstaat van aankomst van de goederen, wanneer een ondernemer goederen levert boven een bepaald drempelbedrag. Gezien de uitbreiding van de Europese Unie naar 27 lidstaten en de moeilijke toepasbaarheid van het eerdergenoemde clearingsysteem, lijkt het mij niet waarschijnlijk dat opnieuw een poging gedaan wordt het oorsprongslandbeginsel in te voeren. Vanaf 1 januari 2010 zijn de plaats van dienst regels gewijzigd. Zoals blijkt uit de Memorie van Toelichting, zijn deze nieuwe regels ingevoerd omdat ze interpretatieverschillen tussen lidstaten opheffen, eenvoudiger toepasbaar zijn en concurrentieverstoringen tegengaan. 12 Uit het feit dat steeds meer diensten onder de nieuwe hoofdregel vallen, te weten heffing in het bestemmingsland, blijkt echter mijns inziens ook dat het bestemmingslandbeginsel een steeds belangrijkere rol speelt in de heffing van btw. Als voorbeeld hiervoor noem ik de diensten met betrekking tot radio, televisie en telecom die vanaf 1 januari 2015 worden belast in het bestemmingsland : Tegengaan fraude en misbruik In de ruim 40 jaar dat in Nederland btw geheven wordt, is de btw gegroeid naar een van de belangrijkste inkomsten van de Nederlandse overheid. In 2008 bijvoorbeeld ontving de Nederlandse overheid ongeveer EUR 40 miljard aan btw. De btw maakt daarmee ongeveer 40% uit van de totale opbrengsten. 13 Het is dan ook niet verwonderlijk dat het tegengaan van fraude een belangrijke doelstelling is van zowel de Nederlandse overheid als van de Europese Commissie. 12 Kamerstukken II , 31907, nr. 3 (MvT). 13 Kamerstukken II 2008/2009, 31880, nrs

15 In dit kader doel ik met de term btw-fraude met name op de zogenoemde carrouselfraude. Wolf omschrijft carrouselfraude als volgt: Bij carrouselfraude wordt gebruik gemaakt van het feit dat aftrek niet gekoppeld is aan afdracht. Het lek in het btw-stelsel wordt maximaal uitgebuit. 14 Als voorbeeld noemt Wolf de situatie dat de leverancier wel een factuur met btw stuurt, vervolgens de btw ontvangt van de koper, maar deze btw niet voldoet aan de belastingdienst. De belastingdienst verleent de koper recht op aftrek van voorbelasting, maar ontvangt geen btw van de verkoper. Per saldo leidt de belastingdienst een verlies, aldus Wolf. Doorgaans zal het voor de belastingdienst lastig zijn de niet voldane btw te verhalen op de leverancier. Het komt vaak voor dat deze op dat moment niet meer bestaat. Hij wordt daarom ook wel aangeduid als ploffer. Op 1 december 2008 heeft de Europese Commissie een mededeling gedaan aan onder andere de Europese Raad met betrekking tot bestrijding van btw-fraude. 15 In deze mededeling merkt de Europese Commissie op dat voor een effectieve bestrijding van btw-fraude op de interne markt een gemeenschappelijke aanpak nodig is, ook op het gebied van het beheer van het btwstelsel, hetgeen tot nu toe uitsluitend aan de lidstaten werd overgelaten. Tot slot hebben de Europese Commissie en de Europese Raad een akkoord bereikt over een mechanisme ter bestrijding van btw-fraude, het zogenoemde Eurofisc. Eurofisc is voortgevloeid uit een wens naar snellere, uitgebreidere en doelgerichtere uitwisseling van inlichtingen tussen lidstaten. 16 De Europese Raad merkt in de verordening Nr. 904/2010 tevens op dat inlichtingen uit een derde land nuttig kunnen zijn voor andere lidstaten. 14 R. Wolf, Btw-stelsel biedt voedingsbodem voor carrouselfraude, Fiscaal Wetenschappelijke Reeks deel 15, Amersfoort, Sdu Fiscale en Financiele uitgevers, eerste druk, 2010, p COM (1985) 807 van 1 december 2008 Mededeling van de commissie aan de raad, het Europees parlement en het Europees economisch en sociaal comité, over een gecoördineerde strategie ter verbetering van bestrijding van btw-fraude in de Europese Unie, gepubliceerd op 16 Verordening (EU) Nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, punt

16 1.4: Opzet Omdat een ABC-transactie in feite uit twee transacties bestaat die begint met de levering van een goed bespreek ik in hoofdstuk 2 eerst de intracommunautaire levering van goederen in algemene zin. In dit kader ga ik kort in op het leveringsbegrip in de btw-wetgeving. Daarna bespreek ik de btw-behandeling van intracommunautaire leveringen en de voorwaarden die aan dergelijke leveringen gesteld worden in wetgeving en jurisprudentie. In hoofdstuk 3 bespreek ik intracommunautaire ABC- transacties. In dit kader is het met name van belang te bepalen aan welke schakel uit de keten het intracommunautaire karakter toegekend moet worden. Allereerst bespreek ik kort ketentransacties waarin louter binnenlandse ondernemers deelnemen. Vervolgens staan ABC-transacties centraal, waarin ondernemers uit andere EU lidstaten zijn betrokken. In hoofdstuk 4 bespreek ik de intracommunautaire verwerving van goederen. Ik ga hierbij tevens in op de situatie dat voor de verwerving een btw-identificatienummer van een andere lidstaat wordt gebruikt, ook wel de nummerverwerving genoemd. In hoofdstuk 5 behandel ik de aftrek van voorbelasting en de voorwaarden die hieraan gesteld. Tevens bespreek ik de teruggaafprocedure uit de Wet OB. Daarna zal ik ingaan op de rol van aftrek of teruggaaf van btw bij het toepassen van een reguliere nummerverwerving. In hoofdstuk 6 staat de vereenvoudigde ABC-regeling centraal. In dit hoofdstuk bespreek ik de aftrek of teruggaaf van voorbelasting ter zake van een nummerverwerving in een ABCtransactie. Ik zal hierbij vooral ingaan op de voorwaarden die worden gesteld aan partij B in een ABC-transactie. Tevens bespreek ik enkele formele aspecten, zoals de aangifte en het teruggaafverzoek. Tevens zal ik kort ingaan op de rol van de vereenvoudigde ABC-regeling in transacties waarin meer dan drie partijen zijn betrokken. In hoofdstuk 7 staan enkele alternatieve btw-systemen centraal die de Europese Commissie onlangs in het zogenoemde Groenboek ter discussie heeft gesteld. Ik bespreek hier of deze systemen naar mijn mening toepasbaar zijn op ABC-transacties en of zij, wanneer nodig, beter voldoen aan enkele belangrijke beginselen van het btw-stelsel. 15

17 In hoofdstuk 8 geef ik tot slot mijn conclusies met betrekking tot de Nederlandse implementatie van Europese regelgeving op het gebied van ABC- en ketentransacties. Indien mogelijk doe ik enkele aanbevelingen. 16

18 Hoofdstuk 2: Intracommunautaire leveringen 2.1: Inleiding In de praktijk worden goederen vaak meerdere malen gekocht en verkocht voordat ze bij de uiteindelijke gebruiker terechtkomen. Een dergelijke transactie wordt ook wel aangeduid als ketentransactie. In specifieke gevallen waarin de keten bestaat uit drie partijen, betreft het een zogenoemde ABC-transactie. Elke ABC-transactie begint met de levering van een goed. In het geval van intracommunautaire ABC-transactie wordt doorgaans gesproken van een intracommunautaire levering, mits het intracommunautaire transport aan de eerste schakel uit de keten kan worden toegerekend. 17 Bovendien moet de levering op zich voldoen aan alle voorwaarden om als intracommunautair aangemerkt te worden. Deze voorwaarden staan centraal in dit hoofdstuk. Over het al dan niet toepassen van de juiste btw-tarieven of vrijstellingen op intracommunautaire leveringen is in de afgelopen jaren veel jurisprudentie verschenen. In paragraaf 2.2 staat de intracommunautaire levering vanuit de optiek van de btw-richtlijn centraal. Vervolgens bespreek ik in paragraaf 2.3 de intracommunautaire levering in de Wet OB. De voorwaarden die verbonden zijn aan toepassing van het btw-nultarief zijn in de Wet OB niet helemaal overeenkomstig de btw-richtlijn geïmplementeerd. Deze voorwaarden bespreek ik in paragraaf 2.4. Tot slot beoordeel ik of regelgeving en jurisprudentie in overeenstemming zijn met het bestemmingslandbeginsel en geef ik een tussenconclusie. In een ketentransactie speelt niet alleen de vraag of het btw-nultarief toegepast mag worden, maar gaat het er tevens om in welke schakel en door welke ondernemer het btw-nultarief toegepast mag worden. Deze thematiek staat centraal in hoofdstuk Op de vraag aan welke schakel de intracommunautaire levering moet worden toegerekend, kom ik terug in respectievelijk paragraaf 4.3 en

19 2.1.1: Voorbeeld intracommunautaire levering Om een duidelijk beeld te schetsen de intracommunautaire levering, geef ik hieronder schematisch een voorbeeld. In dit voorbeeld levert een Nederlandse ondernemer (A) goederen aan een Belgische ondernemer (B), waarbij de Nederlandse ondernemer (onder voorwaarden) nul procent btw in rekening brengt aan de Belgische afnemer. Nederland: intracommunautaire levering Belgie, intracommunautaire verwerving Ondernemer A Ondernemer B In het vervolg van dit hoofdstuk richt ik mij uitsluitend tot het eerste deel van de transactie, de intracommunautaire levering. 2.2: Intracommunautaire leveringen volgens de btw-richtlijn In de btw-richtlijn is geen specifiek artikel opgenomen met betrekking tot de intracommunautaire levering, daarom is op de intracommunautaire levering hetzelfde artikel van toepassing als op de reguliere levering van goederen. Art. 14 van de btw-richtlijn omschrijft het leveringsbegrip als volgt: Als levering van goederen wordt beschouwd, de overdracht of overgang van de macht om als een eigenaar over een lichamelijke zaak te beschikken. 18

20 In art. 138 van de btw-richtlijn worden vervolgens nadere voorwaarden gegeven op basis waarvan een levering als intracommunautair aangemerkt kan worden. Art. 138 van de btwrichtlijn luidt als volgt: De lidstaten verlenen vrijstelling voor de levering van goederen, door of voor rekening van de verkoper of de afnemer verzonden of vervoerd naar een plaats binnen de Gemeenschap, welke wordt verricht voor een andere belastingplichtige of voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon die als zodanig handelt in een andere lidstaat dan de lidstaat van vertrek van de verzending of het vervoer van de goederen. Daarnaast heeft het HvJ in het arrest Teleos het begrip intracommunautaire levering genuanceerd met de overweging dat de goederen de lidstaat van vertrek fysiek moeten hebben verlaten. 18 Uit art. 138 van de btw richtlijn en de nuancering van het HvJ in het arrest Teleos blijkt naar mijn mening dat aan vier voorwaarden voldaan moet zijn, wil een levering als intracommunautair aangemerkt worden. Deze voorwaarden zijn: 1. Er moet sprake zijn van levering van goederen; 2. De goederen moeten door of voor rekening van de verkoper of afnemer worden verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat; 3. De afnemer moet een andere belastingplichtige zijn, of een niet belastingplichtige rechtspersoon die als belastingplichtige handelt; 4. De goederen moeten de lidstaat van vertrek fysiek hebben verlaten. Over de eerste voorwaarde heeft het HvJ zich uitgelaten in het Safe-arrest. 19 In dit arrest staat het leveringsbegrip in de btw centraal. Het HvJ oordeelde dat het begrip levering in de richtlijn niet verwijst naar eigendomsoverdracht volgens nationaal recht, maar dat het begrip elke overdrachtshandeling van een lichamelijke zaak door een partij insluit, die de andere partij in staat stelt daadwerkelijk daarover te beschikken als ware zij de eigenaar van die zaak HvJ EG 27 september 2007, zaak C-409/04 (Teleos), BNB 2008/11, r.o HvJ EG 8 februari 1990, zaak C-320/88 (Safe), BNB 1990/ Zie noot 19, r.o

21 Omdat bij intracommunautaire transacties het goed altijd wordt verzonden of vervoerd is het van belang om vast te stellen in welke lidstaat de levering plaatsvindt. Dit wordt bepaald de hand van art. 32 van de btw-richtlijn: als plaats van levering wordt aangemerkt de plaats waar het goed zich op het tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer naar de afnemer bevindt. Bovenstaande heeft tot gevolg dat het heffingsrecht toekomt aan het land waar de goederen vertrekken. Om te bewerkstelligen dat het bestemmingslandbeginsel tot uitdrukking komt, geldt in de btw-richtlijn een vrijstelling voor intracommunautaire leveringen. Deze vrijstelling is opgenomen in art. 138 van de btw-richtlijn. De intracommunautaire levering vormt daarmee een vrijgestelde levering, die in beginsel het recht op aftrek beperkt. Om te voorkomen dat zowel in de lidstaat van vertrek als de lidstaat van aankomst btw wordt geheven over hetzelfde goed, wordt in art. 169 sub b van de btw-richtlijn toch recht op aftrek gegeven voor zover de goederen door belastingplichtige intracommunautair geleverd zijn. 2.3: Intracommunautaire leveringen volgens de Wet OB In de Wet OB is eveneens geen specifieke regeling opgenomen voor de intracommunautaire levering. De intracommunautaire levering wordt gezien als gewone levering, die wordt omschreven in art. 3, lid 1, ond. a Wet OB: Leveringen van goederen zijn de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. De plaats van deze levering is de plaats waar de verzending of het vervoer aanvangt. 21 In tegenstelling tot de btw-richtlijn, is volgens de Wet OB geen vrijstelling maar een zogenoemd btw-nultarief van toepassing op intracommunautaire leveringen vanuit Nederland. 22 Als voorwaarde voor toepassing van het btw-nultarief geldt in Nederland daarnaast dat de ondernemer beschikt over het juiste btw-identificatienummer van de afnemer. 23 Deze 21 Art. 5, lid 1, sub a Wet OB. 22 Art. 9, lid 2, sub b Wet OB jo. Tabel II, post a.6 behorende bij de Wet op de omzetbelasting Art. 12, lid 2, sub a, ond. 2, Uitvoeringsbesluit omzetbelasting

22 voorwaarde is opgenomen in de Wet OB, nadat de Hoge Raad in 2004 op basis van destijds geldend recht oordeelde dat een correct btw-identificatienummer geen vereiste is voor toepassing van het btw-nultarief : Voorwaarden voor toepassing van het nultarief/ de vrijstelling ter zake van intracommunautaire leveringen Toepassing van het btw-nultarief of de vrijstelling 25 blijkt in de praktijk een veel voorkomend discussiepunt te zijn bij ABC- en ketentransacties. Over deze problematiek heeft het HvJ zich onder andere uitgelaten in een drietal belangrijke arresten uit 2007 en een tweetal arresten uit Deze arresten staan hieronder centraal : HvJ: Collée In de zaak Collée 26 ging het om toepassing van het btw-nultarief op intracommunautaire leveringen, wanneer te laat bewezen wordt dat de intracommunautaire levering heeft plaatsgevonden. De Duitse rechter stelde de prejudiciële vraag aan het HvJ of de belastingdienst toepassing van het btw-nultarief mag weigeren op een intracommunautaire levering, waarvan zonder twijfel sprake is, enkel omdat de belastingplichtige het daarvoor vereiste boekhoudkundige bewijs niet tijdig heeft geleverd. Het HvJ merkt op dat de Zesde richtlijn geen bepalingen kent die regels stellen met betrekking tot het aantonen van het btw-nultarief. Art. 28 quater van de Zesde richtlijn 27 bepaalt alleen dat lidstaten voorwaarden kunnen vaststellen waaronder zij toepassing van het btw-nultarief toestaan. Vervolgens merkt het HvJ op dat een nationale regeling die het recht op het btwnultarief afhankelijk stelt van formele verplichtingen verder gaat dan noodzakelijk is ter waarborging van de juiste heffing van omzetbelasting, wanneer niet wordt nagegaan of aan de 24 HR 18 juni 2004, nr , BNB 2004/316 c. 25 In het vervolg haal ik de termen btw-nultarief en vrijstelling beide aan als btw-nultarief. 26 HvJ EG 27 september 2007, zaak C-146/05 (Collée), BNB 2008/ Thans art. 273 van de btw-richtlijn. 21

23 materiële vereisten is voldaan. 28 Het feit dat Collée de intracommunautaire levering in eerste instantie bewust heeft achtergehouden, kan hem slechts worden tegengeworpen wanneer er gevaar bestaat voor verlies van belastinginkomsten. Het HvJ oordeelde uiteindelijk dat het btwnultarief op de intracommunautaire levering niet mocht worden geweigerd wanneer Collée het boekhoudkundige bewijs daarvoor niet tijdig heeft geleverd : HvJ Teleos Plc In de zaak Teleos 29 oordeelde het HvJ over toepassing van het btw-nultarief wanneer achteraf blijkt dat de vrachtbrieven vals zijn, maar de leverancier te goeder trouw heeft gehandeld. Teleos paste op de levering aan de Spaanse vennootschappen het btw-nultarief toe omdat zij ervan uitging dat de telefoons naar een andere lidstaat vervoerd zouden worden. Teleos ontving namelijk afgestempelde en afgetekende vrachtbrieven, waarop het adres van de levering vermeld stond. Achteraf bleken de vrachtbrieven vals te zijn. De Britse rechter besluit hierop prejudiciële vragen te stellen over de term verzonden en vraagt zich tevens af of Teleos terecht aanspraak heeft gemaakt op het btw-nultarief wanneer Teleos te goeder trouw heeft gehandeld. Vervolgens stelt de Britse rechter de vraag of het daarbij van belang is dat de afnemer in de lidstaat van aankomst van het vervoer een intracommunautaire verwerving heeft aangegeven. Voorafgaand aan de beantwoording van de prejudiciële vragen merkt het HvJ op dat de intracommunautaire levering en de intracommunautaire verwerving in werkelijkheid één enkele economische verrichting vormen, hoewel deze verrichtingen voor de verschillende partijen en belastingautoriteiten andere rechten en verplichtingen in het leven roept. 30 Met het btw-nultarief op de intracommunautaire levering kan dubbele belasting en dus schending van het neutraliteitsbeginsel worden vermeden Zie noot 25, r.o HvJ EG 27 september 2007, zaak C-409/04 (Teleos), BNB 2008/ Zie noot 28, r.o Zie noot 28, r.o

24 Vervolgens oordeelt het HvJ dat de uitdrukking buiten het grondgebied van de lidstaat waarvandaan de goederen zijn verzonden of vervoerd impliceert dat de goederen de lidstaat van vertrek fysiek moeten hebben verlaten. Op basis van het rechtszekerheidsbeginsel komt het HvJ tot het oordeel dat aan een leverancier die te goeder trouw heeft gehandeld en alles heeft gedaan wat redelijkerwijs binnen zijn mogelijkheden ligt om ervoor te zorgen dat hij niet bij fraude betrokken raakt, geen naheffingsaanslag kan worden opgelegd. Tot slot oordeelt het HvJ dat de intracommunautaire verwerving in de lidstaat van aankomst slechts een aanvullend bewijs kan vormen voor de intracommunautaire levering. In het arrest Axel Kittel 32 heeft het HvJ naar mijn mening een soortgelijk oordeel geveld. In deze zaak ging het weliswaar niet om het aantonen van het btw-nultarief, de goede trouw van de ondernemer stond hier wel ter discussie. De Belgische Staat stelt in de zaak Axel Kittel de vraag of de nietigheid van een koopovereenkomst leidt tot het verlies van het recht op aftrek van voorbelasting. Het HvJ oordeelt daarop dat het al dan niet afdragen van de btw aan de schatkist, niet van invloed kan zijn op het recht op aftrek door belanghebbende. Volgens het fundamentele beginsel van het gemeenschappelijke btw-stelsel is bij elke transactie btw verschuldigd onder aftrek van voorbelasting. Een ondernemer die niet wist of behoorde te weten dat hij deel uitmaakt van een fraudeketen, moet beschermd worden en mag het recht op aftrek niet worden ontnomen : HvJ: Twoh International Het arrest Twoh International 33 heeft betrekking op de plicht van de belastingdienst om inlichtingen in te winnen bij de belastingautoriteit van de lidstaat van aankomst van de goederen. De belastingdienst besluit een naheffingsaanslag op te leggen omdat volgens haar niet was aangetoond dat de goederen naar een andere lidstaat waren vervoerd. 32 HvJ EG 6 juli 2006, zaak C-439/04 en C-440/04 (Axel Kittel), NTFR HvJ EG 27 september 2007, zaak C-184/05 (Twoh International), BNB 2008/13. 23

25 Als reactie daarop verzocht Twoh de Nederlandse belastingautoriteiten om op basis van de bijstandsrichtlijn 34 informatie in te winnen bij de Italiaanse belastingautoriteiten waaruit een intracommunautaire verwerving in Italië zou blijken. De belastingautoriteiten besloten niet op dit verzoek in te gaan. Uiteindelijk besloot de Hoge Raad een prejudiciële vraag te stellen over toepassing van de bijstandsrichtlijn. Het HvJ oordeelt als volgt over toepasselijkheid van de bijstandsrichtlijn. De bijstandsrichtlijn is vastgesteld om de samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten te regelen, aldus het HvJ. 35 De bijstandsrichtlijn is volgens het HvJ niet bedoeld om informatie in te winnen bij andere belastingautoriteiten omtrent de intracommunautaire verwerving van goederen. Ook al zou dergelijke informatie wel beschikbaar zijn, dan nog vormt het geen bewijs dat er materieel sprake is van een intracommunautaire levering : HvJ: Zweedse zeilbootarrest Meer recentelijk heeft het HvJ in het Zweedse zeilbooot-arrest 36 geoordeeld over toepassing van het btw-nultarief op de intracommunautaire levering van vervoersmiddelen aan een particuliere afnemer in Zweden. Ik beperk mij in deze paragraaf slechts tot het oordeel van het HvJ: De kwalificatie van een handeling als intracommunautaire levering of verwerving kan niet afhangen van de inachtneming van een termijn waarbinnen het vervoer van het betrokken goed vanuit de lidstaat van levering naar de lidstaat van bestemming moet aanvangen of eindigen. De redactie van het Vakstudie Nieuws merkt daarbij op dat het HvJ een subjectieve uitleg geeft aan deze zaak, omdat de verkoper ten tijde van de verkoop aan de particulier rekening moet houden met het voornemen van de koper om het vervoermiddel naar een andere lidstaat te vervoeren. 34 Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977, thans vervangen door richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari HvJ EG 27 september 2007, zaak C-184/05 (Twoh International), BNB 2008/13, r.o HvJ EU 18 november 2010, zaak C-84/09 (Zweeds zeilboot-arrest), V-N 2010/

26 2.4.5: HvJ: Zaak R. In de zaak R. 37 gaat het om een Portugees die aan het hoofd staat van een Duitse onderneming. R. levert fictief auto s vanuit Duitsland aan Portugese afnemers en stuurt hen een factuur zonder vermelding van btw, omdat het btw-nultarief ter zake van intracommunautaire leveringen van toepassing zou zijn. Sommige van deze fictieve kopers waren op de hoogte van het gebruik van hun btw-identificatienummer, andere fictieve kopers waren niet op de hoogte van dat gebruik. De werkelijke kopers hebben bij de Portugese belastingautoriteiten nooit melding gedaan van een intracommunautaire verwerving en verkochten de auto s door aan particuliere afnemers. R. was van mening dat de auto s daadwerkelijk intracommunautair geleverd zijn. Het feit dat in Portugal geen intracommunautaire verwerving heeft plaatsgevonden doet daarbij niet ter zake. De Duitse rechter daarentegen is van mening dat sprake is van frauduleus handelen door R. en dat in dat geval het btw-nultarief geweigerd moet worden. De Duitse rechter beslist daarop prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ. Zij vraagt onder andere of het btw-nultarief mag worden geweigerd wanneer uit objectieve feiten blijkt dat de leverancier wist dat hij deelnam aan een goederentransactie die bedoeld was om omzetbelasting te ontduiken. Daarnaast vraagt de rechter of het btw-nultarief geweigerd mag worden wanneer de leverancier handelingen heeft verricht die tot doel hadden de ware identiteit van de verkrijger te verbergen om deze in de gelegenheid te stellen btw te ontduiken in de lidstaat van aankomst. Het HvJ benadrukt in zijn oordeel dat het aan de leverancier is om aan te tonen dat hij aanspraak maakt op het btw-nultarief. De goede werking van het btw-stelsel komt in het gedrang wanneer valse facturen beletten dat de omzetbelasting juist wordt geheven. 38 In deze zaak oordeelt het HvJ uiteindelijk dat de Duitse belastingautoriteiten terecht het btw-nultarief hebben geweigerd. De redactie van het Vakstudie Nieuws merkt in de noot bij dit arrest op dat onjuiste facturen op zich niet direct mogen leiden tot weigering van het btw-nultarief. 39 Volgens hen moet eerst worden bepaald of in nationale regelgeving de voorwaarde van een onjuiste factuur is 37 HvJ EU 7 december 2010, zaak C-285/09 (Zaak R.), V-N 2011/ HvJ EU 7 december 2010, zaak C-285/09 (Zaak R.), V-N 2011/2.11, r.o Zie noot bij V-N 2011/ 2.11 (Zaak R.). 25

27 opgenomen, om het btw-nultarief te kunnen weigeren. Zoals ik in paragraaf 2.4 heb laten zien, is in Nederland een vergelijkbare voorwaarde opgenomen in het Uitv. Besl. OB. 40 Een onjuist btw-identificatienummer leidt mijns inziens namelijk altijd tot een onjuiste factuur. Uit het arrest Collée van het HvJ blijkt echter dat vooral gekeken moet worden naar materiële voorwaarden voor toepassing van het btw-nultarief. Naar mijn mening blijkt uit de zaak R. echter ook weer dat meer waarde wordt gehecht aan formele voorwaarden, zoals vermelding van het juiste btw-identificatienummer. Het HvJ heeft met deze zaak naar mijn mening daarmee opnieuw geen duidelijkheid geschept in de wereld van intracommunautaire transacties. Overigens heeft de Hoge Raad onlangs beslist in een vergelijkbare zaak die speelde voordat het vereiste van een juist btw-identificatienummer was opgenomen in de Wet OB. 41 Het betrof een casus waarin belanghebbende zich bedrijfsmatig bezig hield met de in- en verkoop van frisdranken. Belanghebbende heeft frisdranken verkocht aan in het Verenigd Koninkrijk gevestigde afnemers waarvan de identiteit niet vaststaat, aldus de inspecteur. De inspecteur besloot daarop een naheffingsaanslag op te leggen omdat niet aan alle vereisten voor in intracommunautaire levering zou zijn voldaan. Zowel Rechtbank Breda als Hof Den Bosch stelde de inspecteur in het gelijk omdat belanghebbende niet heeft aangetoond dat de afnemers een status hadden die tot gevolg heeft gehad dat de frisdranken in het Verenigd Koninkrijk waren onderworpen aan heffing van btw ter zake van een intracommunautaire verwerving. De Hoge Raad beslist uiteindelijk dat het btw-nultarief niet geweigerd mag worden omdat de omstandigheid dat de leverancier de identiteit van de afnemers verborgen heeft gehouden om deze in de gelegenheid te stellen de btw te ontduiken, aangezien die stelling niet eerder in de procedure is aangevoerd. 42 In deze frisdranken zaak vraag ik mij af wat de Hoge Raad geoordeeld zou hebben wanneer de leverancier de identiteit van de afnemers wel expres zou hebben achtergehouden. Opvallend is daarbij dat het zeer onwaarschijnlijk is dat grote partijen frisdranken worden gekocht door andere dan ondernemers, iets wat bij auto s aannemelijker lijkt. Bovendien lijken frisdranken mij, 40 Art. 12, lid 2 Uitv. Besl. OB. 41 Hoge Raad, 15 april 2011, nr. 09/00552 (Frisdranken), V-N 2011/ Zie noot 41, r.o

28 door hun geringere waarde, een minder fraudegevoelig voorwerp van fraude dan auto s. De Hoge Raad zou naar mijn mening echter toch moeten oordelen dat het btw-nultarief onterecht toegepast zou zijn. De waarde van goederen mag naar mijn mening geen rol spelen bij de beoordeling of de levering heeft plaatsgevonden aan ondernemers of particulieren, dat zou namelijk niet passen binnen het objectieve karakter van de omzetbelasting. 2.5: Tussenconclusie en discussie Ik ben het eens met het HvJ in de zaak Teleos met betrekking tot zijn oordeel dat de intentie van de afnemer om de goederen naar een andere lidstaat te vervoeren geen rol mag spelen bij de beoordeling of het btw-nultarief mag worden toegepast. Ik vraag me echter wel af of dit oordeel nog steeds in lijn is met recentere jurisprudentie, 43 waaruit mijns inzien blijkt dat de intentie van de afnemer wel degelijk een rol kan spelen. De btw lijkt hiermee iets van zijn objectiviteit te verliezen. Naar mijn mening is dat in ieder geval in intracommunautaire goederenbewegingen niet wenselijk. Uit zowel de zaak Teleos als Axel Kittel blijkt naar mijn mening dat de ondernemer die te goeder trouw handelt en alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht, moet worden beschermd. Zoals uit deze zaken blijkt moet daarom ofwel het recht op aftrek van voorbelasting, ofwel toepassing van het btw-nultarief daarmee in stand blijven. Het komt mij vreemd voor dat in beide zaken weinig aandacht wordt geschonken aan het frauduleus handelen van de leverancier of de afnemer, zij zijn in feite de partijen die te weinig btw voldoen. Het HvJ merkt wel op dat het fundamentele beginsel van het btw-stelsel ertoe leidt dat belanghebbende recht heeft op aftrek van voorbelasting, maar gaat naar mijn mening te weinig in op het verschuldigd zijn van btw door de frauduleus handelende leverancier. Uit de zaak Teleos blijkt dat ondernemers die te goeder trouw handelen beschermd worden wanneer achteraf blijkt dat de aan hen verstrekte documenten vals zijn. Dit volgt uit het rechtszekerheidsbeginsel. In feite zou naheffing moeten plaatsvinden bij de afnemende ondernemer, hiervoor zou naar mijn mening een mogelijkheid moeten bestaan in internationaal verband. 43 Zie o.a. HvJ EG 19 november 2009, zaak C-461/08 (Don Bosco Onroerend Goed B.V.), BNB

Thema s. Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers

Thema s. Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers Thema s Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers Intracommunautaire leveringen Nultarief indien (Teleos): - Vervoer

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Met ingang van 1 januari 2012 zijn in de Wet op de omzetbelasting 1968 wijzigingen aangebracht in het kader

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

Bachelor thesis. Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie

Bachelor thesis. Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie Bachelor thesis Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie Naam: Erik Rood Adres: Minckelersstraat 10-07, 5041 AN, Tilburg Telefoon: 06-154 805 22 Studierichting: Fiscale

Nadere informatie

De aanpak van BTW-carrouselfraude

De aanpak van BTW-carrouselfraude UNIVERSITEIT VAN TILBURG De aanpak van BTW-carrouselfraude Zelfs bij fraude in een andere lidstaat? Bachelor Thesis 12-2013 Naam: Roy van de Laar Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 498576

Nadere informatie

De toepassing van het nultarief bij intracommunautaire ABC- transacties onder de loep

De toepassing van het nultarief bij intracommunautaire ABC- transacties onder de loep De toepassing van het nultarief bij intracommunautaire ABC- transacties onder de loep Naam: Samira Boudazra ANR: S949497 Examencommissie: W.J.C. de Bakker, Prof. Dr. H.W.M. van Kesteren 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

VRAAG 1 VRAAG 2. Intracommunautaire levering

VRAAG 1 VRAAG 2. Intracommunautaire levering VRAAG 1 Intracommunautaire levering Op grond van art. 12, lid 2, onderdeel a, 2 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 is voor de toepassing van het nultarief voor intracommunautaire leveringen vereist

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl TIPS Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) Handel en BTW In dit memo worden aspecten van BTW behandeld, die van toepassing kunnen zijn bij internationale handel. Het is geen volledig overzicht, maar

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.

Nadere informatie

Toepassing nultarief in fraude-situaties

Toepassing nultarief in fraude-situaties Toepassing nultarief in fraude-situaties Onder welke omstandigheden kan een leverancier het nultarief toepassen bij een intracommunautaire levering aan een afnemer, wanneer de afnemer geen intracommunautaire

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE Brussel, 11 september 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN DE

Nadere informatie

Toepassing van het btw nultarief bij intracommunautaire leveringen

Toepassing van het btw nultarief bij intracommunautaire leveringen Toepassing van het btw nultarief bij intracommunautaire leveringen Door: mr. R.H. van Veen 2010/ 2011 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Probleemstelling... 2 Hoofdstuk 2 Introductie

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Btw-nieuwsbrief mei 2019 In deze btw-nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van de omzetbelasting. In deze nieuwsbrief gaan wij nader in op de volgende onderwerpen: (1) btw-teruggaaf op oninbare vorderingen,

Nadere informatie

Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk

Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk Mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk Ketentransacties worden in de praktijk vaak ABC-transacties genoemd. In ons artikel in BTW bulletin 2012/68

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave I. ALGEMEEN. 1. Inleiding. 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel. 9. Transponeringstabel

MEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave I. ALGEMEEN. 1. Inleiding. 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel. 9. Transponeringstabel MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave Blz. I. ALGEMEEN 1. Inleiding 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel 9. Transponeringstabel II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING III TOELICHTING ARTIKEL 1, LID 1, UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Auteur: mr. A.P. van Nes, FrieslandCampina. 2 december Centrale vraagstelling

Auteur: mr. A.P. van Nes, FrieslandCampina. 2 december Centrale vraagstelling FACTSHEET Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de kleine ondernemersregeling in de BTW COM(2018) 20 final; 2018/0006 (CNS) Auteur: mr. A.P. van Nes,

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6 Omzetbelasting les 6 programma Belastbare feiten Internationale handel OB-heffing bij internationale handel intracommunautaire transacties Artikel 1 Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Bij het correct oplossen van een btw- vraagstuk in het kader van het zaken doen met het buitenland volgt men best volgend stappenplan dat stap voor stap tot

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1 Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen Week 1 2016-2017 HC week 1 Fiscale aspecten van Registergoederen 9 februari 2017 Inleiding Waarom is het vak voor notariëlen van belang? Wat heeft

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6 Omzetbelasting les 6 programma Belastbare feiten Internationale handel OB-heffing bij internationale handel intracommunautaire transacties Artikel 1 Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven

Nadere informatie

Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK

Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK 1 STELLING Er moet het een en ander veranderen of beter worden geregeld in de regelgeving 2 PROGRAMMA o Onderzoeksvragen o Rechtskarakter

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009 STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20624 31 december 2009 Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns 17 december 2009 Nr. DV 2009/751 Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 C-A3.A 1..A3 - g) ge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02825 22 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr.. 3:t2 /J..s..8.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

Het wel en wee van de verwervings-btw

Het wel en wee van de verwervings-btw Het wel en wee van de verwervings-btw Door: mr. W.J.G.M. Hundscheid 2007/ 2008 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 2 HOOFDSTUK 2 INTRACOMMUNAUTAIRE GOEDEREN TRANSACTIES... 3 HOOFDSTUK 3 SYSTEMATIEK

Nadere informatie

Fiscale hoofdbrekens in de btw: intracommunautaire ketentransacties

Fiscale hoofdbrekens in de btw: intracommunautaire ketentransacties Fiscale hoofdbrekens in de btw: intracommunautaire ketentransacties Studierichting: Naam: MSc Fiscale Economie Ruben E. M. Lohle Studentennummer: 1261953 ANR: 373235 Afstudeerdatum: 9 oktober 2018 Examencommissie:

Nadere informatie

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13 1 Inleiding / 11 2 Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13 2.1 Levering aan een btw-plichtige ondernemer / 14 2.1.1 Voorwaarde 1: vervoer naar een andere lidstaat / 15 2.1.2 Afhaaltransacties

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/02/2015

Datum van inontvangstneming : 23/02/2015 Datum van inontvangstneming : 23/02/2015 Vertaling C-24/15-1 Zaak C-24/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 januari 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht München (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1 BTW 1. INLEIDING...2 A. DEFINITIE...2 B. OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...2 2. DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE...2 3. DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE...3 4. DE BELASTBARE FEITEN...3 A. ALGEMEEN...3 B. OVERZICHT...4

Nadere informatie

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010 Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010 Doel: informeren Bestemd voor: alle ondernemers 1 Inleiding Per 1 januari 2010 zal

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

De toekomst van de omzetbelasting: Bestemmingslandbeginsel?!

De toekomst van de omzetbelasting: Bestemmingslandbeginsel?! Masterthesis Fiscale Economie Accent indirecte belastingen De toekomst van de omzetbelasting: Bestemmingslandbeginsel?! Auteur: H.J.R.M. Vesseur BSc ANR: S342096 Afstudeerrichting: Master Fiscale Economie,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 -0) Ol täh. 2tpIO e Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/01551 IIngeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr g.3.j ~..~9. 8 maart 2013 Luxemburg,

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD 27.12.2018 L 329/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD van 20 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven

Nadere informatie

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Belangrijke wijzigingen in de btw facturerings regels per 1 januari 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer moet

Nadere informatie

De theorie De theorie over ketentransacties kan worden opgedeeld in verschillende stappen.

De theorie De theorie over ketentransacties kan worden opgedeeld in verschillende stappen. BTW-bulletin, Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: BTW-bulletin 2014/51 Bijgewerkt tot: 20-05-2014 Auteur: Mr.

Nadere informatie

DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS

DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS VRAAG 1. Intracommunautaire levering DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 VRAAG 1. Op grond van art. 12, lid 2, onderdeel a, 2 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting

Nadere informatie

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar Administratieve verplichtingen Marja van den Oetelaar Thema s Suppletieaangifte Herziening van ten onrechte berekende btw Teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen Factureringsregels 2013 Self-billing

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Inleiding

Hoorcollege 1: Inleiding Hoorcollege 1: Inleiding Datum: 9 november 2009 Studiestof: hoofdstuk 5 Drs. O.L. Mobach INLEIDING De omzetbelasting is vak dat altijd actueel is. In de Verenigde Staten is er op dit moment bijvoorbeeld

Nadere informatie

2 Levering van goederen

2 Levering van goederen 2 Levering van goederen Oefening 1: leveringen 1 plaats van levering: de plaats van aanvang van het vervoer, Gent; tijdstip van levering: 4 november, tijdstip van aankomst. 2 plaats van levering: waar

Nadere informatie

Factureringsregels 2013

Factureringsregels 2013 Factureringsregels 2012 en 2013 Facturen spelen binnen de btw-regelgeving een zeer belangrijke rol. De ondernemer kan aan de hand van verkoopfacturen de verschuldigde belasting aantonen en door middel

Nadere informatie

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 3

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 3 Omzetbelasting II les 5 programma Intracommunautaire prestaties goederen: de intracommunautaire transacties diensten: de intracommunautaire diensten 1 Invoer Jim is ondernemer in Zuid-Korea. Hij levert

Nadere informatie

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing Op 21 maart jl. heeft de Europese Commissie nieuwe regels voorgesteld, die moeten verzekeren dat digitale bedrijven hun fair share betalen

Nadere informatie

De heer R.J.A.M. Sadée wil ik bedanken voor zijn kritische blik en zijn bijdrage aan het redigeren van mijn scriptie.

De heer R.J.A.M. Sadée wil ik bedanken voor zijn kritische blik en zijn bijdrage aan het redigeren van mijn scriptie. Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt mijn masterscriptie, waarin ik de herzieningsregels in de btw onder de loep neem. Met deze scriptie komt een einde aan mijn zeven jaar durende studententijd waarvan ik

Nadere informatie

14257/16 pro/oms/fb 1 DG G 2B

14257/16 pro/oms/fb 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2016 (OR. en) 14257/16 FISC 190 ECOFIN 1023 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 9 november 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr.

Nadere informatie

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid 9 april 2014 'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid Ivan Massin, Deloitte Belgium, Indirect tax Gepubliceerd in: Fiscoloog, n 1381, p. 7, BIBLO Een 'vooraf erkende persoon' is

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.10.2017 COM(2017) 561 final 2017/0243 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij het Koninkrijk der Nederlanden wordt gemachtigd een maatregel in te voeren

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 november 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 november 2010 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 november 2010 * In zaak C-84/09, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Regeringsrätt (Zweden) bij beslissing

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen. Dhr. J.J. (Jurie) Franken 19-4-2013 Administratienummer: 339400

Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen. Dhr. J.J. (Jurie) Franken 19-4-2013 Administratienummer: 339400 Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen Dhr. J.J. (Jurie) Franken 19-4-2013 Administratienummer: 339400 Afkortingenlijst ALH Auto lease Holland BV BNB Beslissingen in Belastingzaken

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 27 september 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 27 september 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 27 september 2007 * In zaak C-184/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij beslissing

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 januari 2017 (OR. en) 5469/17 FISC 20 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19 INHOUD Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19 Inleiding / 19 Titel I Voorwerp en toepassingsgebied / 30 Titel II Geografisch toepassingsgebied

Nadere informatie

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman BTW BIJ IN- en UITVOER Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman Douaneschuld Douaneschuld ontstaat: - Invoer (in vrije verkeer brengen) - Onttrekking aan het douanetoezicht - Niet voldoen aan verplichtingen

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 29.12.2017 L 348/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2454 VAN DE RAAD van 5 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve

Nadere informatie

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen De uitreiking van de factuur, vooraleer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, is geen oorzaak

Nadere informatie

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 i Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 Edelhoogachtbaar College, De uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 6 december 2012, nr. 11 / 04103, betreft de X in geschil zijnde vraag of belanghebbende,

Nadere informatie

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen Masterthesis Fiscale Economie Naam: Ruby- Jane de Jong Administratienummer: s505882 Universiteit:

Nadere informatie

Let op! Het drempelbedrag geldt per land en dus niet per afnemer!

Let op! Het drempelbedrag geldt per land en dus niet per afnemer! Als u als ondernemer goederen levert of diensten verricht, krijgt u te maken met btwverplichtingen. Vragen als Ben ik btw verschuldigd? Geldt er een vrijstelling? Welk tarief moet ik toepassen(0%, 6% of

Nadere informatie

Het begrip normale waarde in de omzetbelasting

Het begrip normale waarde in de omzetbelasting Het begrip normale waarde in de omzetbelasting Naam: Mark van Giersbergen ANR: 747703 Studierichting: Fiscaal Recht, accent Indirecte Belastingen Examinatoren: Prof. dr. H.W.M. van Kesteren Mr. dr. A.J.

Nadere informatie

MASTERSCRIPTIE. btw- carrousel fraude

MASTERSCRIPTIE. btw- carrousel fraude MASTERSCRIPTIE btw- carrousel fraude 31 augustus 2016 Naam: Michelle Douven ANR: 517988 Opleiding: Fiscaal recht, accent indirecte belastingen Begeleider: S.B. Cornielje Table of Contents Hoofdstuk 1 -

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juni 2017 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2016/0370 (CNS) 2016/0372 (E) 2016/0371 (CNS) 10044/17 FISC 131 ECOFIN 505 UD 146 NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2009 F.08.0009.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0009.F OFF ROAD, naamloze vennootschap, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Mr. François

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 410 final 2017/0183 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/335/EU waarbij de Republiek Litouwen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.2.2017 COM(2017) 61 final 2017/0018 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Estland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland

Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland Welkom! Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland Uw gastheren: Peter Veldhuis en Cees van t Veer Oostwerk Henk-Jan Morsink Gothaer versicherungen Oostwerk

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2015 COM(2015) 646 final 2015/0296 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 400 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2017 COM(2017) 659 final 2017/0296 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Belasting toegevoegde waarde Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Belasting toegevoegde waarde Van wie en waarover? Kenmerken De omzetbelasting is een algemene,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:BW5440 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/02825

ECLI:NL:PHR:2013:BW5440 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/02825 ECLI:NL:PHR:2013:BW5440 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-02-2013 Datum publicatie 22-02-2013 Zaaknummer 11/02825 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

MASTERSCRIPTIE FISCAAL RECHT. Het leveringsbegrip in de btw. Atla Simou

MASTERSCRIPTIE FISCAAL RECHT. Het leveringsbegrip in de btw. Atla Simou MASTERSCRIPTIE FISCAAL RECHT Het leveringsbegrip in de btw Atla Simou 1 MASTERSCRIPTIE FISCAAL RECHT Het leveringsbegrip in de btw Naam: Atla Simou LLB Studentennummer: 221361 Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Kenmerken De omzetbelasting is een Belasting toegevoegde waarde algemene, Van wie en waarover? niet-cumulatieve, Leveringen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen / XIII Inleiding / XV HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen / 1 1.1 Systematiek in de btw / 1 HOOFDSTUK 2 Welke landen maken deel uit van de

Nadere informatie

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen Vanaf 1 januari 2019 gelden nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen. De nieuwe regels volgen uit de Europese

Nadere informatie

Naar een definitief btw-systeem: einde btwcarrouselfraude

Naar een definitief btw-systeem: einde btwcarrouselfraude Naar een definitief btw-systeem: einde btwcarrouselfraude in zicht? Scriptie ter voltooiing van de master Fiscaal Recht (Indirect Tax) Plaats en datum: Tilburg University, 28 december 2016 Naam: C. Balk

Nadere informatie

Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire

Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen Tim Achten Mei 2012 examencommissie: Mr. dr. G.J. van Norden Mr. E.G. Bakker 120638 Fiscale economie 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 blz.

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.2.2018 COM(2018) 68 final 2018/0027 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die

Nadere informatie