Wijzigingen in de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs BESLUITEN

Transcriptie

1 Behoudens advies van de commissie VOCS Aanbiedingsformulier Onderwerp Wijzigingen in de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs In te vullen door Bestuurssecretariaat Ontwerper Parafanten Directeuren Portefeuilleh. B&W Nr: / Dienst : C&E C&E VOCS Agenda Sector : VAB FCI FSW Openbaar: ja Naam : Willem Kleinbruinink R.V nr: Tst.nr : 5243 Commissie: Datum : BESLUITEN 1. de Raad voor te stellen: - de bijgaande verordening tot wijziging van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Leiden, vast te stellen. 2. dit voorstel ter behandeling toe te zenden aan de Griffie, met het verzoek behandeling in de raadscommissie en Raad te bevorderen. Korte overwegingen Jaarlijks geeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan op welke punten zij het nodig acht de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (VVHO) aan te passen. Dit jaar heeft de VNG bij ledenbrief Lbr. 02/104 van 16 augustus 2002 (zie bijlage) de gemeenten geïnformeerd. De voorgestelde aanpassingen komen deels voort uit beleidswijzigingen en deels uit de noodzaak de verordening te laten sporen met wijzigingen die in de nationale wetgeving zijn aangebracht. Op beide typen wijzigingen wordt kort ingegaan. Beleidswijzigingen in de verordening Bij de ontwikkeling van het integraal plan voor het (voortgezet) speciaal onderwijs heeft de gemeente in samenwerking met de schoolbesturen ook de gewenste wijzigingen voor onderwijskundige vernieuwingen geïnventariseerd en een Leids ruimtebehoeftemodel ontwikkeld. De uitwerking voor het speciaal onderwijs daarvan in de VVHO is in de wijzigingsvoorstellen opgenomen. In het voorstel is voorts opgenomen de wijziging om voortaan voor huur van een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw uit te gaan van vergoeding op basis van de werkelijke kosten en niet de systematiek van genormeerde bedragen daarop van toepassing te laten zijn. Gezien de grote verschillen die worden geconstateerd in de noodzakelijke bedragen bij huur van een gebouw is de keuze een logische.

2 De meest ingrijpende beleidswijziging -de vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen in de huisvesting van het basisonderwijs is niet opgenomen. Bij de onderwijskundige vernieuwingen stelt de VNG voor te beginnen bij het primair onderwijs. Concreet betekent dit dat bij nieuwbouw en uitbreiding van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs een ruimere normering gaat gelden: 15 respectievelijk 70 m2 meer oppervlakte in de vaste voet en 10 m2 meer ruimte per groep. Bestaande scholen met leegstand kunnen via aanpassingen bekostiging krijgen voor de noodzakelijke wijzigingen in het kader van onderwijskundige aanpassingen. Ook het college acht een kwaliteitsverbetering van de onderwijshuisvesting noodzakelijk, zoals in het collegeprogramma is aangegeven. Daarbij hoort ook het fysiek mogelijk maken van de onderwijskundige vernieuwingen. Juist omdat met onderwijskundige vernieuwingen veel geld is gemoeid en dit voor het veld veel betekent, is het nodig zorgvuldig te handelen. Het op dit moment niet opnemen van deze wijziging heeft als oorzaak dat nog niet kan worden overzien welke gevolgen deze verruiming heeft voor het voor onderwijshuisvesting benodigde budget in het meerjarenbeeld. In het eerstkomende meerjarenoverzicht zal dit voor Leiden nader worden uitgewerkt. Indien dan duidelijk is dat er financiële ruimte is voor de onderwijskundige vernieuwingen, zal tussentijds alsnog worden voorgesteld de verordening hiervoor te wijzigen. In het overleg met de besturen in het onderwijs is wel afgesproken in 2003 een samenhangend voorstel voor de implementatie in de daaropvolgende jaren van de onderwijskundige vernieuwingen in het basisonderwijs te ontwikkelen. Het tempo waarin de uitvoering kan plaatsvinden, zal tevens afhangen van de beschikbare budgetten. In de voorliggende wijziging van de VVHO is eveneens niet opgenomen het voorstel van de VNG om voor onderhoud aan gebouwen af te stappen van de 75%-norm bij het onderhoud en de normvergoedingen voor onderhoud. Redenen waarom ambtelijk is geadviseerd deze wijziging niet over te nemen zijn: a. in de evaluatie van de VVHO een jaar geleden is een verfijning toegepast waardoor scholen eerder in aanmerking komen voor onderhoud, b. loslaten van de normering leidt tot veel extra aanvragen en een meer ingewikkelde beoordeling en c. met de schoolbesturen is afgesproken in 2003 doordecentralisatie op onderdelen, waarvan onderhoud er een is, te verkennen met als doel per 1 januari 2004 over te gaan tot doordecentralisatie op die punten waarover overeenstemming bestaat. De Leidse schoolbesturen hebben aangegeven grote moeite te hebben met het afwijken van het voorstel van de VNG. In het Besturenoverleg van 20 november zal dit punt naar verwachting prominent naar voren worden gebracht. Indien noodzakelijk zal, voorafgaand aan de vergadering in de Commissie, een aanvullend raadsvoorstel worden voorgelegd. Naast de hier besproken beleidswijzigingen vindt met de besturen overleg plaats om de systematiek van de prognoses in het voortgezet onderwijs te verbeteren door daar een meer verfijnde systematiek toe te passen. Na overeenstemming zal hiervoor een apart B&W-besluit worden geformuleerd. Wijzigingen in de verordening voortkomend uit wijzigingen in hogere regelgeving Een aantal onderwijswetten is aangepast aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit leidt tot een fors aantal puur redactionele wijzigingen. Ook is de terminologie van de

3 VVHO aangepast aan de Wet dualisering gemeentebestuur. Inhoudelijke aanpassing aan de Wet dualisering gemeentebestuur kan nog niet plaatsvinden, omdat de daarvoor noodzakelijke wijzigingen in de onderwijswetgeving nog niet zijn doorgevoerd. Formatieve consequenties Geen consequenties. Begrotingsconsequenties Wijziging van de ruimtenormering leidt ook tot aanpassing van de normvergoedingen. In de Perspectiefnota 2003 zal een overzicht worden gegeven van de te verwachten investeringen in de onderwijshuisvesting voor de verschillende scholen. Daarbij wordt dan rekening gehouden met de onderwijskundige vernieuwingen, die in meerdere jaren worden gerealiseerd, en de benodigde gelden daarvoor. Wijziging van uitgangspunten en normbedragen brengt ook budgettaire consequenties met zich mee. Deze zijn door de VNG niet per gemeente ingevuld. In het eerstkomende meerjarenoverzicht zal dit voor Leiden nader worden uitgewerkt. Door in te stemmen met de voorgestelde uitgangspunten verbindt de Raad zich niet automatisch aan toewijzing van aanvragen op basis van deze normering. Immers, in de desbetreffende onderwijswetten is steevast de mogelijkheid opgenomen om (een) voorziening(en) te weigeren op budgettaire gronden. Daarmee blijft het budgetrecht van de Raad, zoals dat ook in de Gemeentewet is geregeld, prevaleren. Communicatieve consequenties Zodra het raadsbesluit is genomen, wordt de tekst van de verordening bijgesteld en worden aan alle schoolbesturen de gewijzigde teksten toegezonden.

4 Nr: Dienst: C&E 2002 Wijzigingen in de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Leiden, Ieder jaar ontvangt u voor de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (VVHO) wijzigingsvoorstellen. Deze zijn veelal gebaseerd op de punten waarop de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het nodig acht de VVHO aan te passen. Vorig jaar was daarnaast de evaluatie van de VVHO aanleiding de verordening een meer Leids karakter te geven. De nu voorgestelde aanpassingen komen grotendeels voort uit de noodzaak de verordening te laten sporen met wijzigingen die in de nationale wetgeving zijn aangebracht. Voor een klein deel betreft het beleidswijzigingen. Bij de beleidswijzigingen is er één die puur Leids is: voor de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs wordt voorgesteld de ruimtenomering te wijzigen 1. Op beide typen wijzigingen wordt kort ingegaan, waarbij eerst de beleidswijzigingen aan de orde komen.. Beleidswijzigingen in de verordening Bij de ontwikkeling van het integraal plan voor het (voortgezet) speciaal onderwijs heeft de gemeente in samenwerking met de schoolbesturen ook de gewenste wijzigingen voor onderwijskundige vernieuwingen geïnventariseerd en een Leids ruimtebehoeftemodel ontwikkeld. De uitwerking voor het speciaal onderwijs daarvan in de VVHO is in de wijzigingsvoorstellen opgenomen. In het voorstel is voorts opgenomen de wijziging om voortaan voor huur van een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw uit te gaan van vergoeding op basis van de werkelijke kosten en niet de systematiek van genormeerde bedragen daarop van toepassing te laten zijn. Gezien de grote verschillen die worden geconstateerd in de noodzakelijke bedragen bij huur van een gebouw is de keuze een logische. De meest ingrijpende beleidswijziging -de vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen in de huisvesting van het basisonderwijs is niet opgenomen. Bij de onderwijskundige vernieuwingen stelt de VNG voor te beginnen bij het primair onderwijs. Concreet betekent dit dat bij nieuwbouw en uitbreiding van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs een ruimere normering gaat gelden: 15 respectievelijk 70 m2 meer oppervlakte in de vaste voet en 10 m2 meer ruimte per groep. Bestaande scholen met leegstand kunnen via aanpassingen bekostiging krijgen voor de noodzakelijke wijzigingen in het kader van onderwijskundige aanpassingen. 1 Vanwege de grote hoeveelheid wijzigingen is een leeswijzer toegevoegd.

5 Ook het college acht een kwaliteitsverbetering van de onderwijshuisvesting noodzakelijk, zoals in het collegeprogramma is aangegeven. Daarbij hoort ook het fysiek mogelijk maken van de onderwijskundige vernieuwingen. Juist omdat met onderwijskundige vernieuwingen veel geld is gemoeid en dit voor het veld veel betekent, is het nodig zorgvuldig te handelen. Het op dit moment niet opnemen van deze wijziging heeft als oorzaak dat nog niet kan worden overzien welke gevolgen deze verruiming heeft voor het voor onderwijshuisvesting benodigde budget in het meerjarenbeeld. In het eerstkomende meerjarenoverzicht zal dit voor Leiden nader worden uitgewerkt. Indien dan duidelijk is dat er financiële ruimte is voor de onderwijskundige vernieuwingen, zal tussentijds alsnog worden voorgesteld de verordening hiervoor te wijzigen. In het overleg met de besturen in het onderwijs is wel afgesproken in 2003 een samenhangend voorstel voor de implementatie in de daaropvolgende jaren van de onderwijskundige vernieuwingen in het basisonderwijs te ontwikkelen. Het tempo waarin de uitvoering kan plaatsvinden, zal tevens afhangen van de beschikbare budgetten. In de voorliggende wijziging van de VVHO is eveneens niet opgenomen het voorstel van de VNG om voor onderhoud aan gebouwen af te stappen van de 75%-norm bij het onderhoud en de normvergoedingen voor onderhoud. Redenen om deze wijziging niet over te nemen zijn: a. in de evaluatie van de VVHO is een jaar geleden een verfijning ingevoerd waardoor scholen eerder in aanmerking komen voor onderhoud, b. het loslaten van de normering leidt tot veel extra aanvragen en een meer tijdrovende beoordeling en c. met de schoolbesturen is afgesproken dat in 2003 een verkenning naar doordecentralisatie op onderdelen, waarvan onderhoud er een is, wordt uitgevoerd met als doel per 1 januari 2004 over te gaan tot doordecentralisatie op die punten waarover overeenstemming bestaat. Als laatste beleidswijziging is een enkel artikel en criterium geschrapt dat zag op de invoering van de klassenverkleining. Nu alle fases van de klassenverkleining zijn ingevoerd, is er geen behoefte meer aan specifieke artikelen over klassenverkleining. Wijzigingen in de verordening voortkomend uit wijzigingen in hogere regelgeving Een aantal onderwijswetten is aangepast aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit leidt tot een fors aantal puur redactionele wijzigingen. Ook is de terminologie van de VVHO aangepast aan de Wet dualisering gemeentebestuur. Voorbeelden van de redactionele aanpassingen zijn: vervanging van burgemeester en wethouders door het college en vervanging van vergoeding door bekostiging. Inhoudelijke aanpassing aan de Wet dualisering gemeentebestuur kan nog niet plaatsvinden, omdat de daarvoor noodzakelijke wijzigingen in de onderwijswetgeving nog niet zijn doorgevoerd. Wijziging van uitgangspunten en normbedragen brengt ook budgettaire consequenties met zich mee.

6 Deze zijn door de VNG niet per gemeente ingevuld. In het eerstkomende meerjarenoverzicht zal dit voor Leiden nader worden uitgewerkt. Door in te stemmen met de voorgestelde uitgangspunten verbindt de Raad zich niet automatisch aan toewijzing van aanvragen op basis van deze normering. Immers, in de desbetreffende onderwijswetten is steevast de mogelijkheid opgenomen om (een) voorziening(en) te weigeren op budgettaire gronden. Daarmee blijft het budgetrecht van de Raad, zoals dat ook in de Gemeentewet is geregeld, prevaleren. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden de Secretaris, de wnd.- Burgemeester, P.I.M. v.d. Wijngaart W. Lemstra

7 De Raad van de gemeente Leiden, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer 2002), mede gezien het advies van de commissie Onderwijs en Cultuur. van Gelet op artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 van de Wet op de expertisecentra en artikel 76m van de Wet op het voortgezet onderwijs; Gezien het op overeenstemming gericht overleg dat is gevoerd met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente; Overwegende dat ontwikkelingen in het onderwijs het noodzakelijk maken de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs aan te passen BESLUIT : vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Leiden Artikel I De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Leiden wordt als volgt gewijzigd. 1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: a Onder i wordt vergoeding van een voorziening vervangen door: bekostiging van een voorziening. b Onder k wordt vergoeding van een voorziening vervangen door: bekostiging van een voorziening. 2. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid wordt vergoeding vervangen door: bekostiging b In het tweede lid wordt vergoedingsbedragen telkens vervangen door: bedragen c In het derde lid wordt kunnen burgemeester en wethouders vervangen door: kan het college. 3. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid, eerste volzin; tweede lid, onder a; vierde lid en zesde lid, eerste volzin en onder 1, wordt burgemeester en wethouders telkens vervangen door: het college. b In het eerste lid, tweede volzin, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: de raad. 4. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

8 a In het eerste lid, eerste volzin wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. b In het eerste lid, tweede volzin wordt burgemeester en wethouders vervangen door: de raad. c In het tweede lid wordt besluiten burgemeester en wethouders vervangen door: besluit het college. 5. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: a In het tweede lid wordt burgemeester en wethouders vervangen door: de raad. b In het derde lid wordt delen burgemeester en wethouders vervangen door: deelt het college. c In het derde lid wordt besluiten burgemeesters en wethouders vervangen door: besluit het college. d In het vierde lid, eerste volzin, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. e In het vierde lid, tweede volzin, wordt delen burgemeester en wethouders vervangen door: deelt het college. f In het vierde lid, vierde volzin, wordt de raad 6. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: a In de eerste volzin wordt burgemeester en wethouders verstrekken vervangen door: het college verstrekt. b In de tweede volzin wordt geven burgemeester en wethouders vervangen door: geeft het college. 7. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid, eerste volzin en tweede volzin, wordt burgemeester en wethouders telkens b In het tweede lid, eerste volzin, wordt treden burgemeester en wethouders vervangen door: treedt het college, en wordt indien zij van oordeel zijn vervangen door: indien het college van oordeel is. c In het tweede lid, tweede volzin, wordt geven burgemeester en wethouders vervangen door: geeft het college. d In het tweede lid, derde volzin, wordt burgemeester en wethouders geven vervangen door: het college geeft. 8. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid wordt burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen vervangen door: het college een voorstel aan de raad doet. b In het tweede lid; het derde lid, eerste volzin; het vierde lid; het zesde lid en het achtste lid, eerste volzin en tweede volzin, wordt burgemeester en wethouders telkens c In het derde lid, tweede volzin, wordt Burgemeester en wethouders stellen vervangen door: Het college stelt.

9 d In het vijfde lid wordt burgemeester en wethouders een advies wensen vervangen door: het college een advies wenst, en wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. e In het zevende lid wordt Burgemeester en wethouders zijn belast vervangen door: Het college is belast. f In het achtste lid, derde volzin, wordt beoordelen burgemeester en wethouders vervangen door: beoordeelt het college. g In het achtste lid, vierde volzin, wordt Burgemeester en wethouders geven vervangen door: Het college geeft. h In het negende lid wordt Burgemeester en wethouders informeren vervangen door: Het college informeert. 9. In het opschrift van hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, wordt bedrag vervangen door: bekostigingsplafond. 10. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid, het tweede lid, het derde lid en het vierde lid wordt bedrag telkens vervangen door: bekostigingsplafond. b In het eerste lid wordt de derde volzin geschrapt. c In het vierde lid, eerste en tweede volzin, wordt vergoeding telkens vervangen door: bekostiging. 11. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd: a In het opschrift wordt bedrag vervangen door: bekostigingsplafond. b In het eerste lid, eerste volzin, wordt bedrag vervangen door: bekostigingsplafond. c In het eerste lid wordt burgemeester en wethouders telkens vervangen door: het college. 12. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid wordt treden burgemeester en wethouders vervangen door: treedt het college. b In het eerste lid, onder d, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. c In het derde lid wordt burgemeester en wethouders d In het vierde lid wordt nemen burgemeester en wethouders vervangen door: neemt het college. e In het vijfde lid wordt delen burgemeester en wethouders vervangen door: deelt het college. 13. Artikel 15 komt als volgt te luiden: Artikel 15 Instemming bouwplannen en begroting; tijdstip aanvang bekostiging; toetsing wettelijke voorschriften en nieuwe feiten en omstandigheden; overlegging offertes 1 Nadat de overeenstemming als bedoeld in artikel 14, derde lid, is bereikt en voorafgaand aan het verlenen van een bouwopdracht, dient de aanvrager met

10 inachtneming van de hierover gemaakte afspraken, de bouwplannen, de desbetreffende begroting en een aanduiding van het tijdstip waarop de bekostiging een aanvang dient te nemen, ter instemming in bij het college. 2 Binnen zes weken na ontvangst beslist het college over de instemming met de bouwplannen en de desbetreffende begroting en over het tijdstip waarop de bekostiging een aanvang kan nemen. Het college kan, onder mededeling daarvan aan de aanvrager, deze termijn verlengen met drie weken. Indien niet binnen deze termijn is besloten, wordt geacht instemming te zijn verleend met de bouwplannen en de begroting en vangt de bekostiging aan op het door de aanvrager aangegeven tijdstip. Binnen twee weken na de datum van de beslissing over het bouwplan, de desbetreffende begroting en het tijdstip waarop de bekostiging een aanvang neemt, deelt het college de beslissing schriftelijk mee aan de aanvrager. 3 Bij de beslissing als bedoeld in het tweede lid stelt het college eveneens vast of de feiten en omstandigheden waarin de school verkeert ten opzichte van de feiten en omstandigheden ten tijde van de vaststelling van het programma, al dan niet ingrijpend zijn gewijzigd. Bij een naar het oordeel van het college ingrijpende wijziging van de feiten en omstandigheden komt de voorziening alsnog niet voor bekostiging in aanmerking. 4 De instemming met de bouwplannen, de instemming met de begroting, de toetsing of voldaan wordt aan de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, en de toetsing of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden kunnen achterwege blijven als naar het oordeel van het college dat niet noodzakelijk is gezien de inhoud van de in het programma opgenomen voorziening. Het college doet hiervan mededeling aan de aanvrager in het overleg als bedoeld in artikel De indiening van de in het eerste en het tweede lid bedoelde begroting blijft achterwege indien het de uitvoering betreft van een voorziening als bedoeld in artikel 4, derde lid, laatste volzin. De beslissing van het college als bedoeld in het tweede lid betreft dan uitsluitend de beoordeling van het bouwplan. Daarbij zijn de genoemde termijnen in het tweede lid van overeenkomstige toepassing. 6 Nadat het college met het bouwplan van een voorziening als bedoeld in artikel 4, derde lid, laatste volzin, heeft ingestemd, overlegt de aanvrager met inachtneming van de hierover gemaakte afspraken als bedoeld in artikel 15, tweede lid, aan het college de aan de aanvrager uitgebrachte offertes voor de uitvoering van de voorziening. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van de offertes over het bedrag dat definitief beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de voorziening en over het tijdstip waarop de bekostiging een aanvang kan nemen. De aanvrager wordt binnen twee weken na de datum van deze beslissing hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Voor de vaststelling van het definitieve bedrag is de offerte met de laagste prijsstelling bepalend. 14. In artikel 16 wordt burgemeester en wethouders kunnen vervangen door: het college kan.

11 15. Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd: a In het opschrift wordt vergoeding vervangen door: bekostiging. b In het eerste lid en het tweede lid wordt vergoeding telkens vervangen door: bekostiging. c In het eerste lid en het tweede lid wordt burgemeester en wethouders telkens d In het eerste lid wordt erfpachtovereenkomst is gesloten. Een afschrift vervangen door: erfpachtovereenkomst is gesloten en een afschrift. e In het derde lid wordt Burgemeester en wethouders beslissen vervangen door: Het college beslist f In het derde lid, derde volzin wordt vergoedingsbedragen vervangen door: bedragen. 16. Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd: a In de eerste volzin van het eerste lid wordt vergoeding vervangen door: bekostiging. b In de eerste volzin van het eerste lid wordt burgemeester en wethouders c In het tweede lid wordt burgemeester en wethouders d In het derde lid wordt besluiten burgemeester en wethouders vervangen door: besluit het college. 17. Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd: a In het tweede lid, eerste en tweede volzin, wordt burgemeester en wethouders telkens b In het tweede lid, laatste volzin, wordt besluiten burgemeester en wethouders vervangen door: besluit het college. c. In het vierde lid, laatste volzin wordt burgemeester en wethouders vervangen door: de raad. d. In het vijfde lid, eerste volzin wordt delen burgemeester en wethouders vervangen door: deelt het college e. In het zesde lid, eerste volzin, wordt burgemeester en wethouders telkens f. In het vijfde lid, tweede volzin, wordt delen burgemeester en wethouders vervangen door: deelt het college. 18. Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste en derde lid wordt burgemeester en wethouders telkens vervangen door: het college. b In het vierde lid wordt vergoeding telkens vervangen door: bekostiging. 19. In artikel 22 wordt treden burgemeester en wethouders vervangen door: treedt het college. 20. Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

12 a In het opschrift wordt vergoeding vervangen door: bekostiging. b In het eerste lid, eerste volzin, het tweede lid en het derde lid wordt vergoeding telkens vervangen door: bekostiging. 21. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid wordt Burgemeester en wethouders kunnen vervangen door: Het college kan. b In het tweede lid wordt Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn vervangen door: Indien het college voornemens is. 22. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid wordt burgemeester en wethouders gaan vervangen door: het college gaat. b In het vierde lid wordt Burgemeester en wethouders kunnen vervangen door: het college kan. 23. Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid en het derde lid wordt burgemeester en wethouders voornemens zijn telkens vervangen door: het college voornemens is. b In het eerste lid en het derde lid wordt voeren zij telkens vervangen door: voert het college. c In het tweede lid en het vierde lid wordt doen burgemeester en wethouders telkens vervangen door: doet het college. d In het vijfde lid wordt burgemeester en wethouders 24. In artikel 29, aanhef, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 25. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd: a In het eerste lid wordt voeren burgemeester en wethouders vervangen door: voert het college. b In het tweede lid, onder d, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. c In het derde lid, eerste volzin, wordt doen burgemeester en wethouders vervangen door: doet het college. d In het derde lid, derde volzin, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 26. Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd: a In het opschrift wordt burgemeester en wethouders b In het eerste lid wordt burgemeester en wethouders c In het derde lid wordt Burgemeester en wethouders verlenen vervangen door: Het college verleent. d In het vierde lid wordt Burgemeester en wethouders nemen vervangen door: Het college neemt.

13 27. In artikel 32, eerste lid, tweede lid, derde lid, vierde lid en vijfde lid wordt burgemeester en wethouders telkens 28. Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd: a In het opschrift wordt vergoeding vervangen door: bekostiging. b In het eerste lid, tweede volzin en derde volzin, en het tweede lid, tweede volzin, derde volzin en vierde volzin, wordt vergoeding telkens vervangen door: bekostiging. c In het tweede lid, eerste volzin, wordt een vergoeding vervangen door: bekostiging. d In het derde lid wordt Burgemeester en wethouders keren vervangen door: Het college keert. 29. Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd: a In het tweede lid wordt Burgemeester en wethouders stellen vervangen door: Het college stelt. b In het derde lid en het vierde lid, laatste volzin, wordt Burgemeester en wethouders nemen telkens vervangen door: Het college neemt. c In het vijfde lid en het zevende lid wordt burgemeester en wethouders telkens d In het zesde lid, eerste volzin, wordt stellen burgemeester en wethouders vervangen door: stelt het college. e In het zesde lid, tweede volzin, wordt burgemeester en wethouders daarbij afwijken vervangen door: het college daarbij afwijkt. 30. Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd: a In het opschrift wordt burgemeester en wethouders b In de eerste volzin wordt beslissen burgemeester en wethouders vervangen door: beslist het college. 31. In artikel 41 wordt Burgemeester en wethouders stellen vervangen door: Het college stelt. 32. In bijlage I, deel A, onder 1, eerste en tweede alinea, wordt burgemeester en wethouders 33. In bijlage I, deel A, onder 1.2, tweede alinea, onder a, wordt burgemeester en wethouders 34. In bijlage I, deel A, onder 1.3.1, onder d, wordt burgemeester en wethouders 35. In bijlage I, deel A, onder 1.3.2b, onder e, wordt burgemeester en wethouders

14 36. In bijlage I, deel A, onder 1.4, onder e, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 37. In bijlage I, deel A, onder 1.5, onder c, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 38. In bijlage I, deel A, onder 2, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 39. In bijlage I, deel A, onder 2.2, tweede alinea, onder a, wordt burgemeester en wethouders 40. In bijlage I, deel A, onder 2.3.1, onder d, wordt burgemeester en wethouders 41. In bijlage I, deel A, onder 2.3.2, onder e, wordt burgemeester en wethouders 42. In bijlage I, deel A, onder 2.4, onder e, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 43. In bijlage I, deel A, onder 2.5, onder c, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 44. In bijlage I, deel A, onder 2.9, onder ad a, wordt burgemeester en wethouders 45. In bijlage I, deel A, onder 3, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 46, In bijlage I, deel A, onder 3.2, tweede alinea, onder a, wordt burgemeester en wethouders 47. In bijlage I, deel A, onder 3.4, onder e, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 48. In bijlage I, deel A, onder 3.5, onder c, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college. 49. In bijlage I, deel A, onder 3.9, onder ad a, wordt burgemeester en wethouders 50. In bijlage I, deel B, onder 1.4, onder d, wordt burgemeester en wethouders

15 51. In bijlage I, deel B, onder 1.9, onder ad 3, wordt burgemeester en wethouders 52. In bijlage I, deel B, onder 2.4, onder d, wordt burgemeester en wethouders 53. In bijlage I, deel B, onder 2.9, onder ad 3, wordt burgemeester en wethouders 54. In bijlage I, deel B, onder 3.4, onder ad d, wordt burgemeester en wethouders 55. In bijlage II, laatste alinea, wordt Burgemeester en wethouders zijn vervangen door: Het college is, wordt burgemeester en wethouders vervangen door: het college en wordt Burgemeester en wethouders kunnen vervangen door: het college kan. 56. In bijlage III, deel A, onder 1, komt de tweede volzin als volgt te luiden: Het college kan in overeenstemming met het bevoegd gezag van de school besluiten tot vermindering van de met onderstaande methodiek vastgestelde capaciteit indien de hiertoe beschikbaar komende ruimten worden ingezet ten behoeve van onderwijskundige, culturele, maatschappelijke en recreatieve doeleinden. 57. In bijlage III, deel A, onder 1.3, wordt in de laatste volzin burgemeester en wethouders vervangen door: het college en wordt burgemeester en wethouders anders beslissen vervangen door: het college anders beslist. 58. Bijlage III, deel A, onder 1.5, wordt als volgt gewijzigd: a Onder a, eerste aandachtsstreepje, wordt in de eerste volzin huisvesting vervangen door: onderwijsleerpakket. b Onder a, eerste aandachtsstreepje, wordt in de tweede volzin tonen burgemeester en wethouders vervangen door: toont het college. c Onder a, eerste aandachtsstreepje, wordt in de derde volzin burgemeester en wethouders, zonder tussenkomst van het ministerie, zelf hebben vervangen door: het college, zonder tussenkomst van het ministerie, zelf heeft. d Onder b, eerste aandachtsstreepje, wordt in de eerste volzin huisvesting vervangen door: meubilair. e Onder b, eerste aandachtsstreepje, wordt in de tweede volzin tonen burgemeester en wethouders vervangen door: toont het college. f Onder b, eerste aandachtsstreepje, wordt in de derde volzin burgemeester en wethouders, zonder tussenkomst van het ministerie, zelf hebben vervangen door: het college, zonder tussenkomst van het ministerie, zelf heeft. 59. In bijlage III, deel A, onder 2, wordt Burgemeester en wethouders kunnen vervangen door: Het college kan.

16 60. In bijlage III, deel A, onder 2.1 wordt tabel 4 vernummerd in tabel 4.1 en wordt na de tekst in stand gebleven. na tabel 4.1 ingevoegd: In het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs is naast het aantal lokalen ruimte nodig voor onderwijsondersteunend personeel ter begeleiding van de leerlingen. Voor de ruimtenormering (V)SO wordt daarom extra oppervlakte toegekend op basis van tabel 4.2 en de daarbij behorende formules a en b. Tabel 4.2 Ruimte voor onderwijsondersteunend personeel Schoolsoort* Aantal leerlingen per ruimte voor Aantal ambulant begeleide leerlingen Aantal cumileerlingen*** per ruimte Correctie op vaste voet en m2 per groep uit tabel 4.1 oop* * per ruimte SG sh/esm: 11 % SO sh/esm VSO sh/esm 9,6 12, SO zmok 19, % SO pi 9, % SG zmlk 10 % SO zmlk VSO zmlk 20,0 20, School voor 27, % Praktijkonderwijs OPDC 27, % VSO zmok 15, % * De weergegeven schoolsoorten zijn de in Leiden voorkomende schoolsoorten. ** oop staat voor onderwijsondersteunend personeel *** Cumi-leerlingen zijn leerlingen met een niet-nederlandse culturele achtergrond Formule a: A = B/C + D/E + F/G +2 Waarbij: A = aantal ruimten voor de staf- en het onderwijsondersteunend personeel B = het aantal leerlingen op de teldatum C = het aantal leerlingen per ruimte voor onderwijsondersteunend personeel uit tabel 4.1. D = het aantal leerlingen in het basisonderwijs (bij SO-schoolsoorten) dan wel in het voortgezet onderwijs (bij VSO-schoolsoorten) dat ambulant wordt begeleid op de teldatum E = het aantal ambulant begeleide leerlingen per ruimte F = het aantal cumi-leerlingen op de teldatum en G = het aantal cumi-leerlingen per ruimte. Elk van de breuken wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. Formule b: H = A*I + J + (4+K*3) + 8 L *M - L*N

17 Waarbij: H = de totale extra oppervlakte voor niet-groepsruimten A = het aantal ruimten als berekend in formule a I = 12 bij A gelijk aan of kleiner dan 6 en 6 bij A groter dan 6 J = 0 bij A gelijk aan of kleiner dan 6 en 36 bij A groter dan 6 K = het aantal groepen L = het precentage genoemd in tabel 4.2 in de kolom Correctie op vaste voet en m2 per groep uit tabel 4.1 M = de oppervlakte van de vaste voet in tabel 4.1 en N = de oppervlakte per groep uit tabel In bijlage III, deel A, onder 2.3, wordt in de laatste volzin burgemeester en wethouders vervangen door: het college en wordt burgemeester en wethouders anders beslissen vervangen door: het college anders beslist. 62. Bijlage III, deel A, onder 2.5, wordt als volgt gewijzigd: a In de derde volzin wordt tonen burgemeester en wethouders vervangen door: toont het college en wordt burgemeester en wethouders b In de vierde volzin wordt burgemeester en wethouders, zonder tussenkomst van het ministerie, zelf hebben vervangen door: het college, zonder tussenkomst van het ministerie, zelf heeft. 63. In bijlage III, deel A, onder 3, tweede alinea, wordt Burgemeester en wethouders kunnen vervangen door: Het college kan. 64. Bijlage III, deel A, onder 3.2, laatste volzin, komt als volgt te luiden: De vaststelling van de rangorde vindt plaats conform het bovenstaande tenzij, na overleg tussen het bevoegd gezag van de school en het college, het college anders beslist. 65. Bijlage III, deel B, onder 1.1, wordt als volgt gewijzigd: a Voor de eerste volzin wordt tussengevoegd het opschrift: basisschool. b Onder a, in de formule ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening voor een basisschool, factor A, vervalt de tweede volzin. c Onder b, in de formule ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening voor een basisschool, factor A, vervalt de tweede volzin. d Voor voor een speciale school voor basisonderwijs wordt tussengevoegd het opschrift: speciale school voor basisonderwijs. 66. Bijlage III, deel B, onder 1.2, wordt als volgt gewijzigd: a Voor de eerste volzin wordt tussengevoegd het opschrift: basisschool. b Tabel 5 wordt vervangen door:

18 Aantal groepen per school (G) Aantal groepen 4/5-jarigen Aantal groepen 6/12-jarigen

19 Aantal groepen per school (G) Aantal groepen 4/5-jarigen Aantal groepen 6/12-jarigen c Voor voor een speciale school voor basisonderwijs wordt tussengevoegd het opschrift: speciale school voor basisonderwijs. 67. Bijlage III, deel B, onder 1.3, wordt als volgt gewijzigd: a Voor de eerste volzin wordt tussengevoegd het opschrift: basisschool. b In de eerste volzin school vervangen door: basisschool. c Na laatste volzin invoegen: speciale school voor basisonderwijs. Het aantal groepen onderwijsleerpakket en meubilair wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor. De N-factor is bepalend voor de groepsgrootte. De N-factor voor een speciale school voor basisonderwijs is 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond indien het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond. 68. Bijlage III, deel C, onder 1.3, wordt als volgt gewijzigd: In de vierde alinea, eerste volzin en tweede volzin, wordt de omvang van de telkens vervangen door: een. 69. Bijlage IV, deel A, onder 1.3, wordt als volgt gewijzigd: - De zesde volzin vervalt. 70. In Bijlage IV, deel A, onder 1.3, komt de paragraaf Huur van voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen te luiden: Naast aankoop kan een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw ook worden gehuurd. In principe zijn er twee typen huur mogelijk: huur van een noodlokaal en huur van een bestaand gebouw. Beide soorten huur worden vergoed op basis van de werkelijke kosten (zie deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten). 71. Bijlage IV, deel A, onder 1.4, wordt als volgt gewijzigd: - Voor de eerste volzin wordt tussengevoegd het opschrift: basisschool. - Voor voor een speciale school voor basisonderwijs wordt tussengevoegd het opschrift: speciale school voor basisonderwijs. 72. Bijlage IV, deel A, onder 1.3, onder 2.3 en onder 3.2, onder het opschrift huur van voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen komt als volgt te luiden: Naast aankoop kan een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw ook worden gehuurd. In principe zijn er twee typen huur mogelijk: huur van een noodlokaal en huur van

20 een bestaand gebouw. Beide soorten huur worden vergoed op basis van de werkelijke kosten (zie deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten). 73. In bijlage IV, deel A, onder 4, tweede volzin, wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. 74. In bijlage IV, deel B, onder het opschrift Opdrachten onder het Europees drempelbedrag, wordt burgemeester en wethouders na overleg anders beslissen vervangen door: het college na overleg anders beslist. 75. In bijlage V, onder 2.1, vervalt lid c onder vernummering van lid d tot lid c. Artikel I I Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na 17 december Gedaan ter openbare vergadering van 17 december 2002 de Griffier, de Voorzitter,

21 LEESWIJZER wijziging Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Onderdeel Nummer wijziging Herkomst Aard Verordening VNG Leiden VNG Technisch Technisch Technisch Bijlage I VNG Technisch Bijlage II 55 VNG Technisch Bijlage III VNG Leiden VNG Technisch Inhoudelijk Technisch Bijlage IV en 74 VNG VNG VNG VNG VNG Technisch Inhoudelijk Technisch Inhoudelijk Technisch Bijlage V 75 VNG Technisch