***II AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT 1999 Zittingsdocument oktober 2002 DEFINITIEVE VERSIE A5-0347/2002 ***II AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (8133/1/2002 C5-0312/ /0343(COD)) Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme Rapporteur: Gerard Collins RR\ doc PE

2 CODE2AMC Verklaring van de gebruikte tekens * Raadplegingsprocedure Meerderheid van de uitgebrachte stemmen **I Samenwerkingsprocedure (eerste lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen **II Samenwerkingsprocedure (tweede lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt Meerderheid van de leden van het Parlement voor de verwerping of amendering van het gemeenschappelijk standpunt *** Instemming Meerderheid van de leden van het Parlement, behalve in de in de artikelen 105, 107, 161 en 300 van het EG-Verdrag en in artikel 7 van het EU-Verdrag bedoelde gevallen ***I Medebeslissingsprocedure (eerste lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen ***II Medebeslissingsprocedure (tweede lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt Meerderheid van de leden van het Parlement voor de verwerping of amendering van het gemeenschappelijk standpunt ***III Medebeslissingsprocedure (derde lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van de gemeenschappelijke ontwerptekst (De aangeduide procedure is gebaseerd op de door de Commissie voorgestelde rechtsgrondslag.) Amendementen op wetsteksten Door het Parlement aangebrachte wijzigingen worden in vet cursief aangegeven. De markering in mager cursief is een aanwijzing voor de technische diensten en betreft passages in de wetstekst waarvoor een correctie wordt voorgesteld (bijvoorbeeld aperte fouten of weglatingen in een taalversie). Dergelijke correcties moeten worden goedgekeurd door de betrokken technische diensten. PE /2 RR\ doc

3 INHOUD Blz. PROCEDUREVERLOOP...4 ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE...5 TOELICHTING RR\ doc 3/3 PE

4 PROCEDUREVERLOOP Op 14 juni 2001 bepaalde het Parlement in eerste lezing zijn standpunt inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (COM(2000) /0343(COD)). Op 3 juli 2002 gaf de Voorzitter van het Parlement kennis van de ontvangst van het gemeenschappelijk standpunt en verwees hij dit document naar de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (8133/1/2002 C5-0312/2002). De commissie benoemde reeds op haar vergadering van 24 januari 2001 Gerard Collins tot rapporteur. Zij behandelde het gemeenschappelijk standpunt en de ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing op haar vergaderingen van 10 september en 8 oktober Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met algemene stemmen haar goedkeuring aan de ontwerpwetgevingsresolutie. Bij de stemming waren aanwezig: Luciano Caveri (voorzitter), Rijk van Dam, Gilles Savary en Helmuth Markov (ondervoorzitters), Konstantinos Hatzidakis (verving de rapporteur), Sylviane H. Ainardi, Emmanouil Bakopoulos, Carlos Bautista Ojeda (verving Camilo Nogueira Román), Rolf Berend, Felipe Camisón Asensio, Luigi Cocilovo, Jan Dhaene, Den Dover (verving Dana Rosemary Scallon), Garrelt Duin, Alain Esclopé, Giovanni Claudio Fava, Mathieu J.H. Grosch, Catherine Guy-Quint (verving John Hume), Ewa Hedkvist Petersen, Juan de Dios Izquierdo Collado, Georg Jarzembowski, Elisabeth Jeggle (verving Karla M.H. Peijs), Karsten Knolle (verving Jacqueline Foster), Dieter-Lebrecht Koch, Giorgio Lisi, Emmanouil Mastorakis, Erik Meijer, Rosa Miguélez Ramos, Jan Mulder (verving Isidoro Sánchez García overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), Francesco Musotto, James Nicholson, Josu Ortuondo Larrea, Wilhelm Ernst Piecyk, Giovanni Pittella (verving Danielle Darras), Samuli Pohjamo, Bernard Poignant, José Javier Pomés Ruiz, Alonso José Puerta, Reinhard Rack, Encarnación Redondo Jiménez (verving Sérgio Marques overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), Ingo Schmitt, Elisabeth Schroedter (verving Nelly Maes), Brian Simpson, Dirk Sterckx, Ulrich Stockmann, Margie Sudre, Joaquim Vairinhos, Jaime Valdivielso de Cué (verving Carlos Ripoll i Martínez Bedoya overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), Ari Vatanen, Herman Vermeer, Dominique Vlasto (verving Philip Charles Bradbourn), Christian Ulrik von Boetticher (verving Renate Sommer) en Mark Francis Watts. De aanbeveling voor de tweede lezing werd ingediend op 9 oktober De termijn voor de indiening van amendementen op het gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in de ontwerpagenda voor de vergaderperiode waarin de aanbeveling wordt behandeld. PE /4 RR\ doc

5 ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (8133/1/2002 C5-0312/ /0343(COD)) (Medebeslissingsprocedure: tweede lezing) Het Europees Parlement, gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (8133/1/2002 C5-0312/2002), gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt 1 inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2000) ), gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2001) ), gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag, gelet op artikel 80 van zijn Reglement, gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0347/2002), 1. wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt; 2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. Gemeenschappelijk standpunt van de Raad Amendementen van het Parlement Amendement 2 Artikel 8, lid 2 bis (nieuw) 2 bis. De lidstaten onthouden zich van gerechtelijke stappen met betrekking tot niet met voorbedachte rade of onopzettelijk begane wetsovertredingen die uitsluitend onder hun aandacht konden komen door meldingen krachtens het nationale systeem van verplichte melding van voorvallen, behalve in gevallen van plichtsverzuim die te beschouwen zijn als een ernstige nalatigheid. 1 PB C 53 E van , blz PB C 120 E van , blz PB C 332 E van , blz RR\ doc 5/5 PE

6 Motivering In situaties waarbij voorvallen worden gemeld die het gevolg zijn van een ernstige nalatigheid moeten de lidstaten gerechtelijke stappen kunnen ondernemen. De Raad heeft dit artikel in zijn gemeenschappelijk standpunt gewijzigd en de verwijzing naar gevallen van plichtsverzuim die te beschouwen zijn als een ernstige nalatigheid geschrapt. De formulering van dit amendement komt overeen met de tekst van het gewijzigde Commissievoorstel (COM(2001) 532), waarin rekening is gehouden met het in eerste lezing door het EP ingediende amendement op deze bepaling. Amendement 2 Artikel 8 bis (nieuw) Artikel 8 bis Vertrouwelijke melding De lidstaten passen hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen zodanig aan dat vrijwillige meldingen van niet te melden voorvallen geanonimiseerd kunnen worden door instanties die zijn opgericht om informatie over waargenomen tekortkomingen in het luchtvaartsysteem welke door de melder als een reëel of mogelijk gevaar worden beschouwd, te verzamelen, analyseren en verspreiden naar partijen die deze kunnen gebruiken om de veiligheid van de luchtvaart te verhogen. (Zie voorstel van de Commissie (COM(2000) 847, artikel 9) Motivering In zijn eerste lezing stelde het Parlement zich op het standpunt dat artikel 9 over vertrouwelijke meldingen onontbeerlijk is en hechtte het daaraan zijn goedkeuring in de door de Commissie voorgestelde versie. Vervolgens besloot de Raad echter het in zijn gemeenschappelijk standpunt te schrappen. Dit artikel moet in zijn eerdere versie worden hersteld, gezien het belang van vertrouwelijke meldingen voor een beter begrip van de menselijke factoren die bij luchtvaartongevallen een rol kunnen spelen. PE /6 RR\ doc

7 TOELICHTING Het ziet ernaar uit dat de luchtvaart in het komende decennium in intensiteit zal verdubbelen. Daardoor alleen al zal er nog meer druk komen te staan op het luchtverkeersnetwerk. Het is van cruciaal belang dat binnen de Europese Unie wordt vastgehouden aan de hoogste veiligheidsnormen op dit gebied. Duidelijk is ook dat de maatregelen die nodig zijn ter verbetering van de veiligheid in het luchtverkeer zich vooral moeten richten op preventie van ongevallen en pas in de tweede plaats op de reactie die moet volgen wanneer zich effectief ongevallen hebben voorgedaan. Wanneer zich in de ene EU-lidstaat een incident voordoet met twee vliegtuigen die in een bijna-botsing zijn betrokken, is daarover in een andere lidstaat niets bekend. De onderhavige richtlijn strekt tot invoering van formele systemen voor de melding van incidenten die ten doel hebben het verzamelen van informatie over reële en potentiële tekortkomingen op veiligheidsgebied in de luchtvaartindustrie te vergemakkelijken. Het opzetten van systemen waarbij civiele luchtvaartautoriteiten informatie kunnen uitwisselen die verkregen is via verschillende meldingssystemen, zal alle betrokken partijen in staat stellen lering te trekken uit hun fouten en een voor alle gebruikers veiliger systeem tot stand te brengen. Deze richtlijn heeft ten doel de veiligheid in de luchtvaart te verbeteren door ervoor te zorgen dat essentiële informatie wordt gemeld en verzameld, opgeslagen en verspreid over de voornaamste burgerluchtvaartinstanties in de respectieve lidstaten van de EU. Op 18 juni jl. heeft de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld inzake de richtlijn betreffende de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart. De Raad steunt de voornaamste bepalingen van de richtlijn en heeft zeven van de door het Europees Parlement ingediende amendementen aanvaard. Zo heeft hij ook onze amendementen overgenomen met betrekking tot de noodzaak van consistentie met de technische meldingsvoorschriften van de ICAO, de bescherming en vertrouwelijkheid van informatie en de termijn van twee jaar voor de inwerkingtreding van deze richtlijn. De Raad ging echter niet akkoord met de EP-amendementen inzake geregeld overleg met de pilotenorganisaties, noch met die betreffende regelmatige rapportage over de tenuitvoerlegging van de richtlijn, die geen van beide door de Commissie werden ondersteund. Een van de andere problemen die in het Commissievoorstel aan de orde kwam, was de vraag hoe een blijvend hoog niveau van vertrouwelijkheid kan worden gewaarborgd. Zonder adequate waarborgen op dit terrein zou de effectiviteit van het systeem voor de melding van voorvallen en dus ook de operationele bruikbaarheid ervan op losse schroeven komen te staan. Een opmerkelijke ontwikkeling was ook dat de Raad in dit opzicht besloot artikel 9 van het Commissievoorstel, dat betrekking had op de noodzaak van vertrouwelijke meldingen, in zijn totaliteit te schrappen. Het Parlement stelde zich van bij het begin op het standpunt dat deze bepaling wel degelijk noodzakelijk was. Ook de Europese Commissie is van mening dat een dergelijke bepaling in de richtlijn moet worden opgenomen. Uw rapporteur beveelt dan ook aan artikel 9 van het Commissievoorstel opnieuw op te voeren, gezien het belang van vertrouwelijke meldingen voor een beter begrip van menselijke factoren, die een rol kunnen spelen bij het voorkomen van ongevallen in de luchtvaart. RR\ doc 7/7 PE

8 In situaties waarbij een voorval wordt gemeld dat het gevolg is van grove nalatigheid, moeten de lidstaten bovendien in de gelegenheid worden gesteld gerechtelijke stappen te ondernemen. Derhalve wordt voorgesteld ook artikel 8, lid 2 bis opnieuw op te voeren. PE /8 RR\ doc