Uitkomst en levenskwaliteit van patiënten met een incidenteel intracranieel aneurysma: vergelijking endovasculaire behandeling met conservatief beleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitkomst en levenskwaliteit van patiënten met een incidenteel intracranieel aneurysma: vergelijking endovasculaire behandeling met conservatief beleid"

Transcriptie

1 Academiejaar Uitkomst en levenskwaliteit van patiënten met een incidenteel intracranieel aneurysma: vergelijking endovasculaire behandeling met conservatief beleid Laurens D HOORE Jeroen JOYE Promotor: Prof. Dr. L. Defreyne Copromotor: Dr. D. Hemelsoet Masterproef voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

2

3 Academiejaar Uitkomst en levenskwaliteit van patiënten met een incidenteel intracranieel aneurysma: vergelijking endovasculaire behandeling met conservatief beleid Laurens D HOORE Jeroen JOYE Promotor: Prof. Dr. L. Defreyne Copromotor: Dr. D. Hemelsoet Masterproef voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

4

5

6

7 Voorwoord Deze studie is het resultaat van twee jaar opzoekingswerk, interviews en analyse van gegevens in het kader van onze masterproef in de opleiding geneeskunde. Het maken van deze masterproef gaf ons een beter inzicht in wetenschappelijk onderzoek en in het bijzonder op het vlak van onderzoek in de interventionele radiologie. Door deze masterproef kregen we de kans om onze kennis over intracraniële aneurysmata en hun behandeling gevoelig uit te breiden. Het tot stand komen van deze masterproef zou nooit mogelijk geweest zijn zonder de uitstekende begeleiding van zowel onze promotor Prof. Dr. Luc Defreyne als onze copromotor Dr. Dimitri Hemelsoet. We willen hen dan ook bedanken voor al hun tijd die ze in ons geïnvesteerd hebben. Ze stonden steeds klaar om onze vragen te beantwoorden en raad te geven zodat we deze studie tot een goed einde konden brengen. Verder willen we ook iedereen van de dienst VINRAD bedanken die ons de afgelopen twee jaar geholpen hebben, in het bijzonder Lynn Huyck, Denise Welvaert, Roos De Wulf en Ruth Wuestenberg. Ze waren steeds bereid om ons bij te staan met logistieke hulp, het contacteren van de patiënten en het afnemen van de interviews. Ten slotte willen we uitdrukkelijk alle patiënten bedanken om mee te werken aan deze studie. Zonder hun medewerking zou deze masterproef nooit mogelijk geweest zijn. Jeroen Joye Laurens D hoore

8

9 Inhoudstafel 1. Abstract 1 2. Inleiding 3 3. Methodologie Studiedesign Vraagstelling Inclusie- en exclusiecriteria Patiëntenselectie en flowcharts Onderzoekspopulatie op het niveau van de patiënt Onderzoekspopulatie op het niveau van het aneurysma Geregistreerde parameters en retrospectief onderzoek Niveau patiënt Niveau aneurysma Overleden patiënten Interview Levenskwaliteit RAND EuroQol HADS Organisatie ondervraging Dataverwerking Vergelijking met masterthesis O. Vergauwen Resultaten Geslacht en leeftijd Wijze van vaststelling Subarachnoïdale bloeding door aneurysmaruptuur Aantal aneurysmata per patiënt Risicofactoren Anatomische locatie Anterieure of posterieure circulatie Maximale diameter Observatietijd Levenskwaliteit RAND EuroQol EQ-5D Persoonlijke gezondheidsscore (EQ-VAS) HADS Depressie Angst ICC Complicaties en events Spontane bloedingen Reden van coiling Technisch succes van de operatie Peroperatieve complicaties van gecoilde aneurysmata Postoperatieve complicaties (<1 maand) Postoperatieve complicaties (>1 maand) 34

10 5. Discussie Levenskwaliteit RAND EuroQol HADS ICC Verband SAB in de voorgeschiedenis en levenskwaliteit Gebeurtenissen en complicaties Spontane bloedingskans Slaagpercentage Complicaties Verband SAB in de voorgeschiedenis en coiling Vergelijking met masterthesis O. Vergauwen Beperkingen van de studie Conclusie Referenties Bijlagen 7.1 Grafieken 7.2 Tabellen 7.3 Vragenlijsten RAND Hospital Anxiety and Depression Scale EuroQol 7.4 Informatiebrief 7.5 Toestemmingsformulier

11 1. Abstract Achtergrond: De aanwezigheid van intracraniële aneurysmata is voor veel patiënten een reden tot ongerustheid met mogelijks een weerslag op hun levenskwaliteit. Dankzij dit onderzoek hopen we dat het in de toekomst mogelijk zal zijn om accuratere informatie te geven aan patiënten zodat ze een weldoordachte beslissing kunnen nemen bij het al dan niet overgaan tot coiling. Onderzoeksvraag: De hoofdvraag van deze studie is of de levenskwaliteit van patiënten met een incidenteel (niet-geruptureerd) intracranieel sacculair aneurysma verbeterd kan worden door middel van een endovasculaire behandeling. Het hoofddoel van deze behandeling is het voorkomen van een spontane bloeding. In deze studie wordt er ook onderzocht wat de verwikkelingskans is van een coiling en welke gevolgen de complicaties hebben op de levenskwaliteit van de patiënt. Tot slot wordt getracht om een antwoord te formuleren op de vraag wat de spontane bloedingskans is bij gecoilde en niet-gecoilde aneurysmata. Materialen en methoden: Alle geïncludeerde patiënten hebben een incidenteel (nietgeruptureerd) intracranieel sacculair aneurysma met een maximale grootte van 7 mm dat al dan niet gecoild werd. In de posterieure circulatie werden aneurysmata groter dan 7 mm niet geëxcludeerd omdat zij een verschillend bloedingsrisico hebben. In totaal werden 165 patiënten geïncludeerd. Volgende parameters werden onderzocht: de reden van vaststelling, de locatie van het aneurysma, de maximale diameter, de observatietijd, de spontane bloedingskans, de persoonlijke risicofactoren, het technisch succes van de operatie volgens de Raymond-Roy classificatie, de technische en klinische complicaties, de rekanalisatie van het aneurysma en de noodzaak tot secundaire coiling of neurochirurgie. De levenskwaliteit van de patiënten werd prospectief onderzocht aan de hand van specifieke vragenlijsten: RAND-36, EuroQol en HADS. De statistische analyses en grafische weergaves werden met het statistisch verwerkingsprogramma SPSS gemaakt. Resultaten: Bij de niet-gecoilde aneurysmata werd een totaal van 748 observatiejaren bekomen op basis van 234 aneurysmata. Voor de gecoilde aneurysmata werd een totale (postoperatieve) observatietijd van 316 jaar bekomen op basis van 78 aneurysmata. Er werd tijdens deze observatieperiode geen enkele spontane bloeding vastgesteld. Er werd geen significant verschil gevonden tussen de patiënten met niet-gecoilde aneurysmata en de patiënten met gecoilde aneurysmata bij de RAND-36 vragenlijst. Bij patiënten met nietgecoilde aneurysmata werd bij het onderdeel gezondheidsverandering van de RAND-36 1

12 vragenlijst een significant verschil (p=0,009) aangetoond tussen patiënten met en zonder ruptuur in de voorgeschiedenis. De gezondheid van patiënten met een niet-gecoild aneurysma en met een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis verbeterde significant ten opzichte van patiënten die geen subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis hadden. Bij de EQ-5D vragenlijst werden op basis van de Chi-kwadraattest twee significante p-waarden gevonden bij het vergelijken van de onderdelen pijn en klachten (p=0,030) en dagelijkse activiteiten (p=0,022) tussen patiënten met een niet-gecoild en een gecoild aneurysma. Hierbij deden de patiënten met een niet-gecoild aneurysma het significant beter. Besluit: Uit deze studie kunnen we besluiten dat er geen aanwijzingen zijn om een patiënt te behandelen met een coiling enkel om de levenskwaliteit te verbeteren. Met een complicatierisico van 3,8% is een operatie wel te verantwoorden als de patiënt hiervoor kiest na overleg met de arts. Ook kan de gemiddelde jaarlijkse bloedingskans van nietgeruptureerde aneurysmata kleiner dan 7 mm (0,2-0,87%) op langere termijn het complicatierisico van een behandeling overstijgen. Dit dient eveneens in acht genomen te worden bij het maken van de keuze om het aneurysma al dan niet te laten behandelen. 2

13 2. Inleiding Een intracranieel aneurysma is een uitstulping of een verbreding van een bloedvat ter hoogte van de hersenen. Een aneurysma vormt zich op een plaats in het bloedvat waar de wand het minst sterk is. Dit is vaak ter hoogte van een splitsing van het bloedvat. Aneurysmata komen in verschillende vormen voor, waarvan de meest frequente de zakvormige uitstulping is (sacculair aneurysma). Er bestaan echter ook fusiforme aneurysmata. Dit zijn aneurysmata met een spoelvormige verwijding van het bloedvat en die hebben bijgevolg dus geen aneurysmahals. Deze worden in dit onderzoek niet verder besproken. De precieze oorzaak van het ontstaan van aneurysmata is grotendeels onduidelijk. Men gaat ervan uit dat de oorzaak multifactorieel is. Zo worden hypertensie, een oudere leeftijd, roken, alcoholgebruik, het vrouwelijk geslacht, diabetes mellitus, dyslipidemie en hypercholesterolemie aanvaard als risicofactoren voor het ontwikkelen van aneurysmata [1]. Opvallend is het feit dat coronair lijden geen risicofactor is en zelfs minder vaak voorkomt bij mensen met aneurysmata. Er is dus geen bewijs dat atherosclerose een risicofactor is voor het ontwikkelen van intracraniële aneurysmata. Dit is in tegenstelling tot abdominale aneurysmata van de aorta waarbij atherosclerose wel een risicofactor vormt [2]. Er is ook een erfelijke component die zorgt voor een grotere kans op aneurysmavorming. Zo geven polycystische nierziekte en sommige bindweefselziekten (o.a. Marfansyndroom) een groter risico op aneurysmavorming [3]. De prevalentie van intracraniële aneurysmata wordt geschat op 1-5% van de volwassen bevolking [4]. Twee andere studies geven respectievelijk een prevalentie van 3,2% en 1,9%. Hierbij werd bevestigd dat de prevalentie hoger ligt bij vrouwen en stijgt met de leeftijd [5, 6]. De meeste aneurysmata blijven asymptomatisch en worden bijgevolg ook niet gedetecteerd, waardoor het moeilijk is om een precieze prevalentie te bepalen. Aneurysmata kunnen op verschillende manieren in beeld gebracht worden. De drie belangrijkste beeldvormingstechnieken zijn CT, MRI en angiografie. Angiografie is de oudste en meest invasieve techniek, maar wordt nog steeds vaak gebruikt vanwege de hoge accuraatheid. MRI is gevoeliger voor het detecteren van aneurysmata dan CT, maar de nieuwe technologie in de beeldvorming zorgt ervoor dat ook met CT steeds betere resultaten geboekt worden. Ook MR-angiografie is een optie om intracraniële bloedvaten in beeld te brengen [7]. Het ontdekken van niet-geruptureerde aneurysmata gebeurt incidenteel bijvoorbeeld door beeldvorming voor een andere medische indicatie (o.a. onverklaarde hoofdpijn), bij screening omwille van een verhoogd risico of tijdens beeldvorming omwille van een ander aneurysma 3

14 dat geruptureerd is. Screening kan plaatsvinden omwille van familiale predispositie of omwille van een systeemziekte die een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen van aneurysmata (bv. polycystische nierziekte). De grotere beschikbaarheid van beeldvormingstechnieken bevordert eveneens het aantal ontdekkingen [7]. De jaarlijkse bloedingskans van incidentele aneurysmata kleiner dan 10 mm is momenteel nog een punt van discussie en wordt met een risico van 0,2-0,87% als vrij laag ingeschat [6, 8]. In het ISUIA-onderzoek werd een 5-jaarsrisico van 0% gevonden voor aneurysmata van de anterieure circulatie die kleiner waren dan 7 mm [9]. Dit onderzoek heeft geleid tot een eerder conservatief beleid van dergelijke aneurysmata. Dit resultaat werd in een ander onderzoek (met observatiejaren) echter betwist en werd toegeschreven aan selectiebias. Een risico van 0,36% voor aneurysmata van 3-4 mm, 0,50% voor aneurysmata van 5-6 mm en 1,69% voor aneurysmata van 7-9 mm groot werd gevonden [10]. Levensstijlfactoren (tabak- en alcoholgebruik), hypertensie, jonge leeftijd en vrouwelijk geslacht zouden voor een hoger bloedingsrisico zorgen. Dit werd echter niet in alle studies bevestigd [11, 12]. Patiënten die in hun voorgeschiedenis al een ruptuur van een ander aneurysma hebben meegemaakt, hebben een hoger risico om opnieuw een ruptuur mee te maken. Zonder voorgeschiedenis van een ruptuur zou het jaarlijkse risico 1,0% bedragen, terwijl met dergelijke voorgeschiedenis het risico 1,3% bedraagt [13]. Hiernaast is ook de locatie van het aneurysma van belang bij het inschatten van het bloedingsrisico. Er zijn verschillende bloedingsrisico s per arterie. Ook de vorm van het aneurysma en de hoek waarin het bloed naar het aneurysma stroomt, zouden het risico mee bepalen [7]. Ruptuur van een aneurysma gaat vaak gepaard met een hoge morbiditeit en mortaliteit. Er wordt een mortaliteit van 25 tot 50% gevonden en de helft van de overlevenden houdt er een ernstige neurologische morbiditeit aan over (bv. blijvende parese, afasie, gezichtsveldverlies ) [11, 14]. Niet-geruptureerde intracraniële aneurysmata kunnen behandeld worden via een endovasculaire behandeling (coiling), een neurochirurgische behandeling (clipping) of men kan een conservatieve houding aannemen. De kans op spontane ruptuur moet hierbij afgewogen worden ten opzichte van het risico van de ingreep. Er bestaan echter nog geen eenduidige criteria voor het al dan niet behandelen van deze aneurysmata. Coiling is een endovasculaire therapie voor het behandelen van aneurysmata. Tijdens de ingreep wordt een katheter via de A. femoralis ter hoogte van de lies opgeschoven tot in het gewenste bloedvat in de hersenen. Dit gebeurt onder controle van fluoroscopie. Het 4

15 aneurysma wordt in beeld gebracht met angiografie en vervolgens wordt er met een microkatheter tot in het aneurysma gegaan. De coils die men inbrengt in het aneurysma zijn metalen spiraaltjes (bv. platinum) die het aneurysma opvullen. Hierdoor kan er geen bloed meer in het aneurysma komen. Dit is het geval bij een complete occlusie. Als er geen complete occlusie bereikt wordt door de coiling kan er in een deel van het aneurysma toch nog bloed stromen. Het doel is om een complete occlusie te bekomen aangezien het risico op bloeding dan het kleinst is. Neurochirurgische clipping is een operatie waarbij men via een kleine schedelopening (trepanatie) een clip plaatst ter hoogte van de aneurysmahals. Deze clip zorgt ervoor dat het aneurysma afgesloten wordt van de bloedcirculatie. Zoals eerder vermeld hebben fusiforme aneurysmata geen hals. Hierdoor is clipping of coiling van het aneurysma niet altijd mogelijk [15]. Meerdere factoren spelen een rol bij het kiezen tussen een endovasculaire of een neurochirurgische behandeling, zoals leeftijd, medische toestand van de patiënt en locatie van het aneurysma [16]. Het endovasculair behandelingsrisico of de kans op complicaties wordt geschat op 9% [17]. Voorbeelden van complicaties zijn ruptuur van het aneurysma (met een subarachnoïdale bloeding (SAB) als gevolg), neurologische uitval, gezichtsveldstoornis en vasospasme. Bij coiling is het risico op een ruptuur bij kleine incidentele aneurysmata kleiner dan bij clipping. Er is een odds ratio van 2,16 (95% BI van 1,33-3,57) in het voordeel van coiling [18]. Het behandelingsrisico wordt beïnvloed door de locatie, de grootte en de vorm van het aneurysma en de expertise van de interventioneel neuroradioloog [14]. Het risico op complicaties blijkt groter te zijn bij een ingreep ter hoogte van de posterieure dan de anterieure circulatie, respectievelijk 29,4% en 5,9% [14]. Een andere studie geeft respectievelijk 8,3% kans op complicaties in de anterieure en 11,2% in de posterieure circulatie [17]. Coiling is vaak de eerste keuze in therapie bij de behandeling van kleine (<7 mm) aneurysmata. Het is namelijk minder invasief dan clipping via neurochirurgische weg. Bij coiling van sacculaire aneurysmata is het gemiddelde slaagpercentage 96,2% [19]. Grote studies wijzen uit dat endovasculaire en chirurgische behandeling bij kleine aneurysmata zelden geïndiceerd is vanwege de kleine kans op spontane bloeding. Toch is het niet zeldzaam dat er een ruptuur van een klein aneurysma optreedt. Daarom kan er bij patiënten met een verhoogd bloedingsrisico toch beslist worden om preventief een behandeling in te stellen [12]. Een andere optie is een conservatieve houding aannemen waarbij de patiënt wordt opgevolgd via beeldvorming. Zo kan eventuele groei van het aneurysma tijdig ontdekt worden om alsnog tot behandeling te kunnen overgaan. Deze houding heeft vaak de voorkeur bij kleine 5

16 aneurysmata aangezien de kans op complicaties (9,0%) van de procedure hoger ligt dan het risico op spontane bloeding (0,2-0,87%) [6, 8, 19]. Daarnaast toonde een studie aan dat bij het coilen van kleine aneurysmata het risico op complicaties hoger ligt dan bij grote aneurysmata [1]. Net na het ontdekken van een aneurysma blijkt de kans op ruptuur groter te zijn in vergelijking met de jaren die daarop volgen. Nieuwe studies verklaren dit door de psychologische stress die bij de patiënt ontstaat en de verhoogde bloeddruk die hiermee gepaard gaat [20]. In het UZ Gent wordt momenteel een maximale diameter van 7 mm als grens genomen voor het al dan niet preventief behandelen van niet-geruptureerde intracraniële aneurysmata. Bij aneurysmata die groter zijn dan 7 mm, wordt bijna steeds overgegaan tot coiling en/of een neurochirurgische ingreep omdat de kans op ruptuur hier groter wordt. Zo is de jaarlijkse kans op ruptuur bij aneurysmata groter dan 10 mm al 7,1% [19]. Echter bij aneurysmata kleiner of gelijk aan 7 mm is het vaak moeilijk om de voor- en nadelen van een ingreep in te schatten omdat het risico op spontane ruptuur erg laag ligt. De eigenlijke opzet van deze studie is te weten komen in welke mate de levenskwaliteit van patiënten met een conservatief beleid verschilt van patiënten met een interventionele behandeling. Het uiteindelijke doel van de ingreep blijft immers het verlengen van de kwaliteitsvolle levensjaren. Tot op heden zijn er over dit onderwerp weinig studies uitgevoerd. Een studie wees uit dat patiënten met een niet-behandeld aneurysma over het algemeen meer depressieve en angstige gevoelens hebben. Ook het sociale, fysische, emotionele en mentale aspect van de gezondheid lag één jaar na ontdekking van het aneurysma lager bij niet-behandelde mensen in vergelijking met een gezonde populatie. Deze verschillen verdwenen echter wanneer men dezelfde vragenlijsten afnam 5 jaar na ontdekking van het aneurysma [21]. Het tweede aspect van deze studie is het nagaan van nieuwe gebeurtenissen (events) bij de patiënten na het ontdekken van het aneurysma zoals bloeding, recidief (met eventueel een recoiling), overlijden, migratie van de coils, neurochirurgische interventie en klinische en technische complicaties. Ook werd er nagegaan of er patiënten met een conservatief beleid uiteindelijk toch voor een interventioneel beleid opteerden. Mogelijke redenen hiervoor zijn groei van het aneurysma, vormverandering van het aneurysma of persoonlijke keuze van de patiënt. De specifieke reden om tot coiling over te gaan, werd in dit onderzoek niet bevraagd. 6

17 Dankzij dit onderzoek hopen we dat het in de toekomst mogelijk zal zijn om accuratere informatie te kunnen geven aan patiënten zodat ze een weldoordachte beslissing kunnen nemen bij het al dan niet overgaan tot coiling. 7

18 3. Methodologie 3.1 Studiedesign Deze studie is een prospectief observationeel academisch onderzoek. Ze werd uitgevoerd van september 2014 tot april 2016 met goedkeuring van het ethisch comité van het Universitair Ziekenhuis Gent. Door middel van een interview en het invullen van een vragenlijst werd er informatie verkregen over de levenskwaliteit, de risicofactoren, de morbiditeit en de complicaties van de patiënten. In combinatie met het inkijken van het medisch dossier werd getracht om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. 3.2 Vraagstelling De hoofdvraag van deze studie is of de levenskwaliteit van patiënten met een incidenteel (niet-geruptureerd) intracranieel sacculair aneurysma verbeterd kan worden door middel van een endovasculaire behandeling. Het hoofddoel van deze behandeling is het voorkomen van een spontane bloeding. De levenskwaliteit van patiënten met een gecoild aneurysma werd dus vergeleken met de levenskwaliteit van patiënten met een niet-gecoild aneurysma. Sommige patiënten hadden echter een hersenbloeding in de voorgeschiedenis. Een bijkomende vraag is dan of dit een effect heeft bij de vergelijking van de levenskwaliteit van de patiënten. In deze studie wordt ook de vraag gesteld wat de verwikkelingskans is van een coiling en welke gevolgen de complicaties hadden voor de levenskwaliteit van de patiënt. Tot slot wordt getracht om een antwoord te formuleren op de vraag wat de spontane bloedingskans is bij gecoilde en niet-gecoilde aneurysmata. 3.3 Inclusie- en exclusiecriteria Alle patiënten die werden geïncludeerd, hebben een incidenteel (niet-geruptureerd) intracranieel sacculair aneurysma dat al dan niet gecoild werd. Patiënten met een fusiform aneurysma werden dus uitgesloten. De maximale grootte van de aneurysmata werd vastgelegd op 7 mm. Dit komt overeen met de grens die gehanteerd wordt in de literatuur [7, 8, 9]. Dit inclusiecriterium was niet van toepassing voor aneurysmata van de posterieure circulatie van Willis. Dit komt doordat er een verschillend bloedingsrisico bestaat tussen aneurysmata van de posterieure en de anterieure circulatie van Willis [8, 21]. Bij de inclusie van de patiënten werd er geen rekening gehouden met de eventuele bijkomstige aanwezigheid van aneurysmata die niet voldeden aan de inclusiecriteria. Zo heeft een deel van de geïncludeerde patiënten nog een ander geruptureerd aneurysma in de 8

19 voorgeschiedenis. Verder werden mensen die niet in staat waren om een betrouwbaar interview af te leggen uitgesloten. Ook werden de patiënten geëxcludeerd van wie we geen informatie konden vinden in het elektronisch patiëntendossier (EPD) of in het medisch dossier en waarbij we de patiënt zelf en/of de huisarts niet konden contacteren. 3.4 Patiëntenselectie en flowcharts De patiënten werden geïncludeerd uit de databanken van de afdeling VINRAD (vasculaire en interventionele radiologie) van het UZ Gent. De gegevens dateren van 2005 tot De eerste databank bestond uit 142 patiënten met een niet-gecoild aneurysma (conservatief beleid) en een tweede databank bestond uit 502 patiënten met een gecoild aneurysma (endovasculair behandeld). Tot slot werden er nog 3 patiënten gedurende het verloop van de studie geïncludeerd via Professor Dr. L. Defreyne (deze patiënten werden geïncludeerd in groep 1, zie verder). Deze patiënten waren nieuwe patiënten en werden via de polikliniek geïncludeerd. Zo werd een populatie van 647 patiënten bekomen. Tussen de verschillende databanken bleek echter een overlap van 45 patiënten te bestaan. Dit komt doordat deze patiënten in de loop van de tijd toch tot endovasculaire behandeling waren overgegaan. Dit kan zowel voor één of meerdere aneurysmata zijn waarvoor de patiënt in eerste instantie werd opgevolgd, of voor een aneurysma dat pas later werd ontdekt. Uiteindelijk werd een populatie van 602 potentiële patiënten gevonden. Er werd vervolgens nagegaan welke patiënten er geïncludeerd konden worden (zie flowchart 1). De geïncludeerde patiënten werden verdeeld in 3 groepen. Groep 1 bestaat uit patiënten die één of meerdere aneurysmata hebben met conservatief beleid. Groep 2 bevat patiënten met één of meerdere endovasculair behandelde aneurysmata. Groep 3 bestaat uit patiënten met zowel één of meerdere conservatief behandelde aneurysmata als één of meerdere endovasculair behandelde aneurysmata. Alle patiënten kunnen naast hun aneurysmata die voldoen aan de inclusiecriteria, ook aneurysmata hebben die niet voldoen aan de inclusiecriteria. De patiënten kunnen dus een subarachnoïdale bloeding door ruptuur van een co-existerend aneurysma in de voorgeschiedenis hebben. Uit de databank van 142 patiënten met niet-gecoilde aneurysmata werden 41 patiënten geëxcludeerd omdat ze reeds door een oud-masterstudent (Ortwin Vergauwen) werden geïnterviewd. In totaal werden er uit deze databank 59 patiënten geïncludeerd in groep 1, 3 patiënten in groep 2 en 20 patiënten in groep 3. Tot slot werden er nog 19 patiënten geëxcludeerd. Van 7 patiënten kon geen informatie worden gevonden, 9 patiënten hadden een 9

20 aneurysma dat groter was dan 7 mm en dat anterieur gesitueerd was in de circulus van Willis, 2 patiënten hadden een geruptureerd aneurysma en één patiënt had een fusiform aneurysma. De databank met 502 patiënten met gecoilde aneurysmata bestond initieel uit een databank van 595 patiënten. 93 keer werden patiënten echter één of meerdere malen vermeld omdat ze behandeld waren voor een ander aneurysma of omdat hun gecoild aneurysma opnieuw behandeld werd (recoiling). Van de 502 patiënten werden er 34 patiënten geïncludeerd in groep 1, 40 patiënten in groep 2 en 6 patiënten in groep 3. De overige 377 patiënten werden allemaal geëxcludeerd. De redenen hiervoor waren een ruptuur van het aneurysma (300 patiënten), een anterieur gelegen aneurysma groter dan 7 mm (59 patiënten), een fusiform aneurysma (4 patiënten), een aneurysma dat behandeld werd met een pipeline in plaats van met een coiling (6 patiënten), het niet kunnen terugvinden van informatie over de patiënt(7 patiënten) en een malformatie in plaats van een aneurysma (1 patiënt). Verder kwamen 45 van de 502 patiënten ook voor in de eerste databank (zie supra) Onderzoekspopulatie op het niveau van de patiënt Flowchart 1: Patiëntenselectie Potentiële patiënten n=602 Patiënten die voldoen aan de inclusiecriteria n=165 Exclusie (n=437) - Ruptuur aneurysma (n=302) - Fusiform aneurysma (n=5) - Geen informatie (n=14) - Malformatie (n=1) - Pipeline behandeling (n=6) - Anterieur aneurysma >7 mm (n=68) - Reeds opgenomen in eerdere studie (n=41) Groep 1: Conservatief beleid n=96 Groep 2: Endovasculaire behandeling n= 43 Groep 3: Conservatieve en endovasculaire behandeling n= 26 10

21 Van de 602 patiënten werden in totaal 437 patiënten geëxcludeerd. De overige 165 patiënten werden opgedeeld in de drie groepen. Groep 1 bevat 96 patiënten, groep 2 bevat 43 patiënten en groep 3 bevat 26 patiënten. Groepen 1 en 2 werden gebruikt om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag. Omdat patiënten van groep 3 zowel behandelde als niet behandelde aneurysmata hebben en bijgevolg in beide eerste groepen kunnen thuishoren, werd deze groep uitgesloten voor dit deel van de studie. Ook bij het onderzoeken van de complicaties van de endovasculaire behandeling werd gekeken op het niveau van de patiënt. Groep 3 werd voor dit onderdeel niet geëxcludeerd omdat hiervoor geen overlap bestaat met groep Onderzoekspopulatie op het niveau van het aneurysma Flowchart 2: Onderverdeling endovasculaire behandeling en conservatief beleid Aneurysmata die voldoen aan de inclusiecriteria n=247 Endovasculaire behandeling <30 dagen na ontdekking n=13 Conservatieve houding <30 dagen na ontdekking n=234 Conservatieve houding 30 dagen na ontdekking n=169 Endovasculaire behandeling 30 dagen na ontdekking n=65 De 165 geïncludeerde patiënten hadden samen 247 aneurysmata. In flowchart 2 is te zien hoeveel aneurysmata endovasculair behandeld werden en hoeveel conservatief. Hierbij wordt 11

22 een onderscheid gemaakt tussen aneurysmata die kort na de ontdekking (<30 dagen) behandeld werden en aneurysmata die pas later behandeld werden ( 30 dagen). Indien de preoperatieve observatietijd minder dan 30 dagen bedroeg, werd de observatietijd niet meegerekend bij de totale observatietijd van de niet-gecoilde aneurysmata. Dit werd zo gedaan omdat er altijd een zekere periode zit tussen de vaststelling en de endovasculaire behandeling van het aneurysma. De aneurysmata met een preoperatieve observatietijd van 30 dagen of meer werden behandeld omdat er bij de opvolging werd vastgesteld dat het aneurysma ofwel toegenomen was in grootte ofwel van vorm was veranderd waardoor een grotere kans op ruptuur te verwachten was. Onder een vormverandering verstaan we een wijziging van de afstand van het aneurysma in één of meerdere assen, terwijl de maximale diameter gelijk blijft. Ook kan het zijn dat de patiënt zelf verkoos om het aneurysma te laten behandelen. Gemiddeld duurde het 374 dagen vooraleer deze aneurysmata alsnog endovasculair behandeld werden. Van de 78 gecoilde aneurysmata (bij 69 verschillende patiënten) behoren er 48 tot groep 2 en 30 tot groep 3. Van de 169 conservatief behandelde aneurysmata behoren er 127 tot groep 1 en 42 tot groep 3. De algemene gegevens van de aneurysmata werden besproken voor alle aneurysmata. Hierbij werd telkens vergeleken tussen de conservatief behandelde en de endovasculair behandelde aneurysmata. De aneurysmata van de patiënten van groep 3 werden hierbij dus niet uitgesloten. Volgende parameters werden gebruikt om een vergelijking te maken tussen de twee groepen aneurysmata: reden van vaststelling, locatie van het aneurysma, anterieure of posterieure ligging in de circulus van Willis, maximale diameter, observatietijd en de spontane bloedingskans. Van alle aneurysmata werden de datum van vaststelling en de datum van de laatste follow-up opgezocht. Indien de patiënt werd geïnterviewd, werd de datum van het interview als laatste follow-up datum genomen. 3.5 Geregistreerde parameters en retrospectief onderzoek Niveau patiënt Eerst werden de patiëntendossiers (EPD) geraadpleegd om de algemene patiëntengegevens te vinden. Volgende gegevens werden zo bekomen: leeftijd, geslacht, gewicht, lengte, gebruik van bloeddrukmedicatie, gebruik van medicatie voor een verhoogde cholesterol, gebruik van medicatie voor de bloedstolling en de persoonlijke risicofactoren (diabetes, obesitas, 12

23 alcoholgebruik en tabaksgebruik). Indien er zaken niet teruggevonden werden in het medisch dossier, werd dit tijdens het interview nagevraagd. Verder werd er onderzocht of de patiënten die een coiling hadden ondergaan bepaalde complicaties hadden opgelopen door de ingreep. Volgende zaken werden geregistreerd: het technisch succes van de operatie volgens de Raymond-Roy classificatie (complete occlusie, neck remnant of residueel aneurysma), de technische complicaties (perforatie, slagaderocclusie, migratie coils), de klinische complicaties (sensorische en/of motorische neurodeficiëntie en overlijden), de rekanalisatie van het aneurysma en de noodzaak tot secundaire coiling of neurochirurgie [22]. De oorzaak van deze rekanalisaties is een coilcompactie. Dit is een fenomeen waarbij er een afname van de afstanden tussen de verschillende lussen van de coil waarneembaar is. Dit zorgt voor een verkleining van het coilvolume en bijgevolg voor een rekanalisatie van het aneurysma [26]. De gebeurtenissen bij patiënten met een gecoild aneurysma (groep 2 en 3) werden opgesplitst in een periode minder dan een maand na de operatie en een periode meer dan een maand na de operatie Niveau aneurysma Nadien werd de informatie over de aneurysmata opgezocht en ingegeven in de databank. De mogelijkheden voor de anatomische locatie zijn: A. carotis interna siphon (pars cavernosa, pars cerebralis en pars supra-ophthalmica), A. communicans anterior, A. choroidea anterior, A. cerebri media bifurcatie, A. cerebri anterior (A1), A. pericallosa (A2-A3), A. basilaris (tip), A. basilaris (zijdelings), A. vertebralis pars intracranialis, A. cerebri posterior, A. communicans posterior, A. cerebelli anterior inferior, A. cerebelli posterior inferior, A. cerebelli superior, A. cerebri media (M1-M2-M3) en de A. ophtalmica. Daarnaast werden volgende gegevens in de databank ingevoerd: reden van vaststelling (incidenteel, al dan niet door screening voor fibromusculaire dysplasie of polycystische nierziekte), maximale diameter, nekdiameter, volume en aantal aneurysmata per patiënt. Uiteindelijk werd ook de totale observatietijd berekend. Hiernaast werd ook nog de gemiddelde maximale diameter van de aneurysmata berekend per patiëntengroep. Vervolgens werd er bij de aneurysmata retrospectief nagegaan of er spontane bloedingen waren opgetreden. De totale observatieperiode van gecoilde aneurysmata met een preoperatieve periode van meer dan 30 dagen werd opgesplitst in een niet-gecoilde periode en een gecoilde periode. De preoperatieve observatietijd werd vervolgens opgeteld bij de observatietijden van de niet-gecoilde aneurysmata. 13

24 3.6 Overleden patiënten Uit de patiëntendossiers bleek een aantal patiënten overleden te zijn. Deze patiënten werden toch opgenomen in de studie om zo een langere observatietijd te bekomen. Er werd ook telkens nagegaan wat de oorzaak was van het overlijden om een overlijden door ruptuur van het aneurysma uit te kunnen sluiten. Dit werd gedaan door een brief te sturen naar de voormalige huisarts. In totaal waren er 8 van de 165 patiënten reeds overleden. Vier patiënten behoren tot groep 1, drie behoren tot groep 2 en één behoort tot groep 3. De redenen van overlijden waren: gemetastaseerde tumor, uteruscarcinoom, bekkentumor, val van een trap en zelfmoord. Bij drie patiënten was de reden onbekend. 3.7 Interview Levenskwaliteit De levenskwaliteit van de patiënten werd prospectief onderzocht aan de hand van specifieke vragenlijsten: RAND-36, EuroQol en HADS RAND-36 De RAND-36 is een multidimensionale vragenlijst die gebruikt werd om een beeld te krijgen van de algemene gezondheidstoestand van de patiënten in de 4 weken voor de afname van het interview. De vragenlijst bekijkt die aspecten die relevant zijn voor de functionele status en het algemeen welzijn. In 36 vragen worden negen deelgebieden van de gezondheidsstatus beoordeeld: fysiek functioneren (10 vragen), sociaal functioneren (2 vragen), rolbeperkingen door een fysiek probleem (4 vragen), rolbeperkingen door een emotioneel probleem (3 vragen), mentale gezondheid (5 vragen), pijn (2 vragen), algemene gezondheidsbeleving (5 vragen), vitaliteit (4 vragen) en gezondheidsverandering (1 vraag). De resultaten van de vragen werden per deelgebied opgeteld en geschaald naar een score op 100. Hierbij staat een score van 0 voor de slechtste score en een score van 100 voor de beste score. Zo zijn deze onderling vergelijkbaar [23, 24]. Fysiek functioneren betreft beperkingen bij dagelijkse activiteiten (bv. trappen oplopen, zich wassen, zich aankleden of boodschappen tillen) ten gevolge van gezondheidsproblemen. Personen met hoge scores zijn in staat zelfs de meest inspannende activiteiten te verrichten (zoals hardlopen). Personen met lage scores zijn ernstig beperkt in het verrichten van alle fysieke activiteiten, inclusief zich wassen en aankleden [24]. 14

25 Sociaal functioneren betreft beperkingen in sociale activiteiten (bezoek aan vrienden of familie) ten gevolge van gezondheidsproblemen. Een lage score duidt op frequente beperkingen bij de normale sociale activiteiten door fysieke en emotionele problemen. Een hoge score duidt erop dat de patiënt de afgelopen vier weken in staat geweest is om op een normale wijze deel te nemen aan sociale activiteiten [24]. De schaal rolbeperkingen (fysiek probleem) meet problemen met werk of andere dagelijkse activiteiten (bv. hobby s) ten gevolge van fysieke gezondheidsproblemen gedurende de afgelopen vier weken. Patiënten met een hoge score geven aan dat zij geen problemen ervaren met hun werk of andere bezigheden. Patiënten met een lage score hebben wel problemen met hun werk of hun andere dagelijkse bezigheden ten gevolge van fysieke gezondheidsproblemen [24]. De schaal rolbeperkingen (emotioneel probleem) heeft een overeenkomstige betekenis. Het betreft nu rolbeperkingen die het gevolg zijn van emotionele problemen [24]. De schaal voor mentale gezondheid bevat vragen over gevoelens van depressie en nervositeit. Patiënten die laag scoren hebben continu last gehad van zenuwachtigheid en depressie, terwijl patiënten die hoog scoren zich kalm en gelukkig voelden gedurende de afgelopen weken [24]. De onderdelen van de vitaliteitsschaal vragen het energieniveau en de vermoeidheid bij de patiënt na. Patiënten met een hoge score voelden zich gedurende de afgelopen vier weken constant levenslustig en energiek, terwijl patiënten met een lage score zich bijna constant moe en uitgeput voelden [24]. De vragen over pijn betreffen de hoeveelheid pijn en de beperkingen ten gevolge van die pijn. Personen met lage scores lijden aan extreme pijn en ervaren extreme beperkingen ten gevolge van die pijn. Personen met hoge scores ervaren weinig of geen klachten [24]. De schaal voor algemene gezondheidsbeleving meet de subjectieve evaluatie van de algemene gezondheidstoestand. Een patiënt die laag scoort, beoordeelt zijn of haar persoonlijke gezondheid als slecht en verwacht dat deze waarschijnlijk nog achteruit zal gaan. Een patiënt die hoog scoort, beoordeelt zijn of haar gezondheid als uitstekend [24]. De gezondheidsverandering is een score waarbij de gezondheid vergeleken wordt met de gezondheid van één jaar geleden. Een score boven de 50% wijst op een verandering in positieve zin terwijl een score onder de 50% op een verandering in negatieve zin wijst. Een score van exact 50% wijst op geen verandering van de gezondheid ten opzichte van één jaar geleden [24]. 15

26 EuroQol De EuroQol bestaat uit de EQ-5D en de EQ Visual Analogue Scale (EQ-VAS). In de EQ-5D worden vijf gezondheidsindicatoren nagevraagd: mobiliteit, zelfzorg, dagelijkse activiteiten, pijn/klachten en stemming (angstig of depressief). Telkens zijn er drie antwoordmogelijkheden. Hierbij kan de patiënt aangeven of hij/zij geen, enige of ernstige problemen heeft bij een bepaalde gezondheidsindicatie [25]. De EQ-VAS is een schaal van 0 tot 100, waarop de patiënt zijn/haar eigen gezondheidsperceptie moet uitdrukken. Deze score is een subjectieve weergave van de totale gezondheid van de patiënt. Hierbij was 0 de slechtste en 100 de beste gezondheid die ze zich kunnen inbeelden. Deze vragenlijst peilt naar de gezondheidstoestand op de dag van afname van het interview [23, 25] HADS De Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) is een schaal om mogelijke angst- en depressieve stoornissen aan te tonen. Hij bestaat uit een korte vragenlijst van 14 vragen, waarbij zeven vragen peilen naar angst en zeven naar depressie. Elke vraag heeft vier antwoordmogelijkheden en men krijgt per vraag een score van nul tot drie. Indien een score van acht of meer wordt behaald, wijst dit op een mogelijke angststoornis of depressieve aandoening [23, 25] Organisatie ondervraging Eerst en vooral werd een informatiebrief (zie informed consent in bijlage) samen met een toestemmingsformulier naar de geselecteerde patiënten gestuurd. Hierbij werden ze uitgenodigd om deel te nemen aan de studie door middel van een interview. Dit kon plaatsvinden na een opvolgafspraak in de afdeling VINRAD of op een ander willekeurig moment. Patiënten die niet reageerden op de brief, werden telefonisch gecontacteerd om alsnog deel te nemen aan de studie. De interviews vonden plaats van februari tot oktober Hierbij werden 58 interviews uitgevoerd door twee masterstudenten geneeskunde en 7 interviews door de studiecoördinator. Elk interview duurde ongeveer 15 à 20 minuten. Patiënten die het niet zagen zitten om naar het UZ Gent te komen, werden gevraagd om schriftelijk deel te nemen aan de studie. Zo namen nog eens 54 patiënten deel aan de studie. In totaal werd van 119 patiënten een vragenlijst afgenomen. 68 patiënten behoorden tot groep 1, 29 patiënten tot groep 2 en 22 patiënten tot groep 3. De overige patiënten namen niet deel aan de studie. Dit kwam doordat ze de deelname weigerden, niet in staat waren om langs te 16

27 komen, niet bereikt konden worden of omdat de contactgegevens van de patiënt niet meer correct waren. In dit laatste geval werd getracht om via het zenden van een informatiebrief naar de huisarts van de patiënt alsnog de contactgegevens te verkrijgen. 3.8 Dataverwerking In Office Excel werden de patiëntengegevens en de aneurysmagegevens eerst samen ingegeven. Later werden deze gegevens in aparte documenten gesplitst. Deze twee databases werden vervolgens in het statistisch verwerkingsprogramma SPSS ingevoerd. De statistische analyses en grafische weergaves werden met dit programma gemaakt. Om een goede vergelijking van de levenskwaliteit mogelijk te maken tussen de verschillende patiëntengroepen werd eerst groep 1 vergeleken met groep 2. Hierna werd de statistiek herhaald nadat de derde groep patiënten (de uitgesloten groep) met zowel gecoilde als nietgecoilde aneurysmata was toegevoegd aan groep 1. Dit werd zo gedaan omdat verwacht werd dat deze patiënten mogelijk een mindere levenskwaliteit zouden hebben aangezien ze een groter risico op een hersenbloeding hebben vanwege hun niet-behandeld aneurysma. Ten slotte werd de levenskwaliteit van groep 1 en groep 2 vergeleken op basis van een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis. Dit werd zo uitgevoerd omdat deze parameter werd gezien als een verstorende factor. Eerst werden dus enkel patiënten met een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis met elkaar vergeleken (62 patiënten in groep 1 en 4 patiënten in groep 2). Vervolgens werd dit ook gedaan voor patiënten zonder een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis (34 patiënten in groep 1, 39 patiënten in groep 2). Daarnaast werd gekeken naar het verschil in levenskwaliteit binnen groep 1 en groep 2 afzonderlijk, waarbij telkens de scores werden vergeleken tussen de patiënten met of zonder een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis. Het vergelijken van de levenskwaliteit waarbij de parameter subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis een rol speelt, werd toegepast bij de RAND-36, HADS, EQ-VAS en de EQ-5D. Voor de vergelijking van de antwoorden bij deze eerste drie vragenlijsten werd gebruik gemaakt van de Mann-Whitney U Test. Deze test werd per vragenlijst dus vijfmaal uitgevoerd. Voor de vergelijking van de EQ-5D vragenlijst werd gebruik gemaakt van de Chikwadraattest. Vooraleer deze test kon worden uitgevoerd, was het echter nodig om de twee antwoordopties die op een slechtere levenskwaliteit wezen (enige en ernstige problemen), samen te voegen. Dit was nodig omdat het aantal patiënten per optie anders te klein was om een Chi-kwadraattest op uit te voeren. Een aantal van minstens 5 in de kruistabel is hiervoor vereist. 17

28 Als laatste werd nog de ICC (Intraclass correlation coëfficiënt) toegepast tussen de EuroQol en de RAND-36 vragenlijsten. Aangezien de ICC enkel te berekenen is tussen continue variabelen, werd deze enkel bepaald tussen de persoonlijke gezondheidsscore (EQ-VAS) en de algemene gezondheidsbeleving (deelaspect van de RAND-36). Dit werd uitgevoerd om de mate van overeenstemming tussen de twee scores te analyseren. Hierbij wordt een waarde van >0,75 als sterk overeenkomend gezien, een waarde van >0,40 als middelmatig overeenkomend en een waarde van <0,40 als slecht overeenkomend. 3.9 Vergelijking met masterthesis O. Vergauwen In 2011 heeft de masterstudent Ortwin Vergauwen een masterthesis gemaakt met als titel: Bloedingsrisico en levenskwaliteit bij conservatief beleid van incidentele intracraniële aneurysmata. Deze thesis werd tevens geschreven onder begeleiding van Prof. Dr. L. Defreyne. In onze studie worden eveneens de levenskwaliteit en de spontane bloedingskans nagegaan bij patiënten met een conservatief beleid van incidentele intracraniële aneurysmata. Daarom zullen de conclusies van de masterthesis van O. Vergauwen getoetst worden aan de resultaten van deze studie. 18

29 4. Resultaten 4.1 Geslacht en leeftijd Grafiek 1: Vergelijking leeftijd per groep Tussen de drie groepen bestaat geen significant verschil in leeftijd. De gemiddelden voor groep 1, 2 en 3 zijn respectievelijk 60, 56 en 59 jaar. De mediaan van groep 1, 2 en 3 bedraagt respectievelijk 60, 56 en 58 jaar. De standaarddeviatie bedraagt 10,83 jaar in groep 1, 14,28 jaar in groep 2 en 6,62 jaar in groep 3. Grafiek 2: Vergelijking geslacht per groep 19

30 Het grootste deel van de onderzoekspopulatie is van het vrouwelijk geslacht. In groep 3 is dit verschil het grootst. Groep 1 telt 31 mannen en 65 vrouwen, groep 2 telt 13 mannen en 30 vrouwen en groep 3 telt 2 mannen en 24 vrouwen. 4.2 Wijze van vaststelling Alle aneurysmata in deze studie zijn incidenteel vastgesteld aangezien dit een inclusiecriterium was. Een deel hiervan zijn aneurysmata die ontdekt werden door screening (bij pathologieën zoals polycystische nierziekte of fibromusculaire dysplasie). Bij de aneurysmata met een conservatieve aanpak (niet-gecoild) werden 4 van de 169 aneurysmata (2,4%) gevonden d.m.v. screening. Bij de endovasculair behandelde aneurysmata (gecoild) zijn er 10 van de 78 aneurysmata (12,8%) gevonden d.m.v. screening. 4.3 Subarachnoïdale bloeding door aneurysmaruptuur Grafiek 3: Subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis per groep Van de 96 patiënten in groep 1 hebben 62 patiënten (64,6%) een ruptuur van een aneurysma in hun voorgeschiedenis. In groep 2 zijn er slechts 3 patiënten (7,1%) van de 42 die een ruptuur hebben meegemaakt en in groep 3 is dit het geval bij 10 (38,5%) van de 26 patiënten. 20

31 4.4 Aantal aneurysmata per patiënt Grafiek 4: Aantal aneurysmata per groep In groep 1 bedraagt het gemiddelde aantal aneurysmata 2,23, de mediaan bedraagt 2 en er is een standaarddeviatie van 0,788. In groep 2 is er een gemiddelde van 1,37, een mediaan van 1 en de standaarddeviatie bedraagt 0,618. In groep 3 is er een gemiddelde van 3,23, een mediaan van 3 en een standaarddeviatie van 1, Risicofactoren Diabetes mellitus In groep 1 heeft 6,3% van de patiënten diabetes mellitus. In groep 2 bedraagt dit 12,9% en in groep 3 bedraagt dit 10%. Bij 50 patiënten ontbreekt deze informatie. Bloeddrukmedicatie In groep 1 neemt 38% van de patiënten medicatie voor een te hoge bloeddruk. In groep 2 bedraagt dit 34% en in groep 3 bedraagt dit 57%. Bij 42 patiënten ontbreekt deze informatie. Antistollingsmedicatie In groep 1 neemt 12% van de patiënten antistollingsmedicatie. In groep 2 bedraagt dit 17% en in groep 3 bedraagt dit 18,1%. Bij 46 patiënten ontbreekt deze informatie. 21

32 Cholesterolverlagende medicatie In groep 1 neemt 40% van de patiënten medicatie voor een verhoogde cholesterolwaarde. In groep 2 bedraagt dit 15% en in groep 3 bedraagt dit 22,2%. Bij 57 patiënten ontbreekt deze informatie. Tabaksgebruik In groep 1 rookt 54,1% met een gemiddelde van 12,71 pakjaren. In groep 2 bedraagt dit 51,6% met een gemiddelde van 11,5 pakjaren en in groep 3 bedraagt dit 69,6% met een gemiddelde van 15,74 pakjaren. Bij 37 patiënten ontbreekt deze informatie. BMI In groep 1 heeft 34,4% overgewicht (BMI tussen 25 en 30 kg/m2) en 20,3% obesitas (BMI 30 kg/m2). In groep 2 heeft 16,1% overgewicht en 6,5% obesitas. In groep 3 heeft 10,0% overgewicht en 20,0% obesitas. Bij 50 patiënten ontbreekt deze informatie. Alcoholgebruik In groep 1 drinkt 71,2% zelden (maandelijks) tot nooit alcohol en 28,8% wekelijks tot dagelijks. In groep 2 drinkt 58,6% zelden tot nooit en 41,4% wekelijks tot dagelijks alcohol. In groep 3 bedraagt dit respectievelijk 65,0% en 35,0%. Bij 50 patiënten ontbreekt deze informatie. Polycystische nierziekte In groep 1 heeft geen enkele patiënt polycystische nierziekte, in groep 2 zijn er 4 patiënten met deze ziekte en in groep 3 heeft 1 patiënt polycystische nierziekte. 22

33 4.6 Anatomische locatie Tabel 1: Anatomische locatie van de aneurysmata Niet-gecoild Gecoild Anatomische locatie Aantal Percentage Aantal Percentage A. cerebri media bifurcatie 68 40,7% 28 35,9% A. carotis interna siphon pars cavernosa 17 10,2% 3 3,8% A. communicans posterior 15 9,0% 16 20,5% A. communicans anterior 14 8,4% 6 7,7% A. carotis interna siphon pars supra-ophtalmica 10 6,0% 5 6,4% A. carotis interna siphon pars cerebralis 8 4,8% 1 1,3% A. cerebri anterior (A1) 7 4,2% 3 3,8% A. choroidea anterior 5 3,0% 0 0,0% A. cerebri media (M1-M2-M3) 5 3,0% 0 0,0% A. pericallosa (A2-A3) 4 2,4% 2 2,6% A. cerebri posterior 4 2,4% 2 2,6% A. cerebelli superior 4 2,4% 1 1,3% A. ophtalmica 2 1,2% 0 0,0% A. basilaris (tip) 1 0,6% 7 9,0% A. cerebelli posterior inferior 1 0,6% 2 2,6% A. basilaris (zijdelings) 1 0,6% 2 2,6% A. vertebralis pars intracranialis 1 0,6% 0 0,0% A. cerebelli anterior inferior 0 0,0% 0 0,0% Totaal De meest frequente locaties bij de niet-gecoilde aneurysmata zijn: A. cerebri media bifurcatie (40,7%), A. carotis interna siphon pars cavernosa (10,2%) en A. communicans posterior (9,0%). Bij de gecoilde aneurysmata zijn dit de A. cerebri media bifurcatie (35,9%), A. communicans posterior (20,5%) en A. basilaris (tip) (9,0%). 4.7 Anterieure of posterieure circulatie Bij de niet-gecoilde aneurysmata (169 in totaal) situeren er zich 140 aneurysmata (83,8%) in de anterieure en 27 aneurysmata (16,2%) in de posterieure circulatie. Bij 2 aneurysmata ontbreekt deze informatie. Bij de gecoilde aneurysmata (78 in totaal) situeren er zich 49 aneurysmata (62,8%) in de anterieure en 29 (37,2%) in de posterieure circulatie. Procentueel gezien bevinden er zich meer gecoilde aneurysmata in de posterieure circulatie. 23

34 4.8 Maximale diameter Grafiek 5: Verdeling maximale diameter van de niet-gecoilde aneurysmata De gemiddelde maximale diameter bij niet-gecoilde aneurysmata bedraagt 3,42 mm, de mediaan bedraagt 3,00 mm en de standaarddeviatie 1,53 mm. Verder is de gemiddelde maximale diameter van de niet-gecoilde aneurysmata in groep 1 gelijk aan 3,6 mm. Grafiek 6: Verdeling maximale diameter van de gecoilde aneurysmata De gemiddelde maximale diameter bij gecoilde aneurysmata bedraagt 6,82 mm, de mediaan bedraagt 5,85 mm en de standaarddeviatie 3,93 mm. Verder is de gemiddelde maximale diameter van de gecoilde aneurysmata in groep 2 gelijk aan 6,7 mm. 24

35 4.9 Observatietijd Grafiek 7: Observatietijd van niet-gecoilde aneurysmata in vergelijking met preoperatieve observatietijd van gecoilde aneurysmata Bij de niet-gecoilde aneurysmata werd een totaal van 748 observatiejaren bekomen op basis van 234 aneurysmata. Dit is inclusief de preoperatieve observatieperiode van 65 gecoilde aneurysmata. De preoperatieve observatietijd van 13 gecoilde aneurysmata werd niet meegerekend aangezien deze minder dan 30 dagen was. Voor de gecoilde aneurysmata (postoperatief) werd een totale observatietijd van 316 jaar bekomen op basis van 78 aneurysmata. Het gemiddeld aantal observatiedagen voor niet-gecoilde aneurysmata bedraagt 1472 dagen. De gemiddelde observatietijd van de gecoilde aneurysmata bedraagt preoperatief 374 dagen en postoperatief 1475 dagen. 25

36 4.10 Levenskwaliteit RAND-36 Tabel 2: Levenskwaliteit per groep op basis van de RAND-36 vragenlijst Onderdeel RAND-36 Gemiddelde (%) Mediaan (%) Standaarddeviatie (%) Fysiek functioneren Groep 1 65,0 % 65,0 % 27,9% Groep 2 61,0 % 60,0 % 29,2% Sociaal functioneren Groep 1 82,0 % 88,0 % 24,0% Groep 2 76,0 % 100,0 % 29,8% Rolbeperkingen fysiek Groep 1 61,0 % 75,0 % 43,2% Groep 2 60,0 % 75,0 % 43,6% Rolbeperkingen emotioneel Groep 1 72,0 % 100,0 % 39,6% Groep 2 72,0 % 100,0 % 41,9% Mentale gezondheid Groep 1 70,0 % 67,5% 24,1% Groep 2 68,0 % 55,0% 20,4% Vitaliteit Groep 1 63,0% 67,5% 22,0% Groep 2 55,0% 55,0% 22,0% Pijn Groep 1 78,0% 95,0% 27,5% Groep 2 68,0% 67,0% 27,7% Algemene gezondheidsbeleving Groep 1 48,0% 52,0% 17,4% Groep 2 43,0% 40,0% 19,5% Gezondheidsverandering Groep 1 56,0% 50,0% 23,5% Groep 2 51,0% 50,0% 24,5% 26

37 In tabel 2 zijn telkens de gemiddelde score, de mediaan en de standaarddeviatie weergegeven per onderdeel van de RAND-36 vragenlijst. In de bijlagen zijn de grafieken per onderdeel terug te vinden (grafieken 11 t.e.m. 19). Tabel 3: Mann-Whitney U Testen RAND-36 vragenlijst Onderdeel RAND-36 p-waarde Fysiek functioneren 0,618 Sociaal functioneren 0,556 Rolbeperkingen fysiek 0,840 Rolbeperkingen emotioneel 0,789 Mentale gezondheid 0,339 Vitaliteit 0,110 Pijn 0,086 Algemene gezondheidsbeleving 0,192 Gezondheidsverandering 0,413 In de bovenstaande tabel zijn de p-waarden terug te vinden van de Mann-Whitney U testen ter vergelijking van groep 1 en groep 2 voor de verschillende onderdelen van de RAND-36 vragenlijst. Voor geen enkel onderdeel werd een significant verschil gevonden (p<0,05). Vervolgens werd op dezelfde manier nagegaan of er een verschil was tussen beide groepen als eerst enkel patiënten met een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis werden geïncludeerd (zie tabel 6 in bijlage 7.2) en daarna enkel patiënten zonder een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis (zie tabel 7). Opnieuw werden er geen significante p- waarden gevonden. Verder werd binnen de groepen zelf het verschil in levenskwaliteit tussen patiënten met en patiënten zonder een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis vergeleken. Voor patiënten met gecoilde aneurysmata (groep 2) werden er geen significante waarden gevonden (zie tabel 8). Bij patiënten met niet-gecoilde aneurysmata (groep 1) werd echter wel een significant verschil (p=0,009) aangetoond bij Gezondheidsverandering (zie tabel 9). De gemiddelde score voor dit onderdeel bedraagt 62% bij patiënten met een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis en 47% bij patiënten zonder een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis. 27

38 EuroQol EQ-5D Tabel 4: Resultaten EQ-5D vragenlijst Niet-gecoild Gecoild Aantal patiënten (n=) Percentage (%) Aantal patiënten (n=) Percentage (%) EQ-5D mobiliteit Geen problemen 45 66, ,1 Enige problemen 23 33, ,9 Ernstige problemen 0 0,0 0 0,0 EQ-5D zelfzorg Geen problemen 63 92, ,1 Enige problemen 3 4,4 1 3,4 Ernstige problemen 2 3,0 1 3,4 EQ-5D dagelijkse activiteiten Geen problemen 43 63, ,9 Enige problemen 21 30, ,1 Ernstige problemen 4 5,9 2 6,9 EQ-5D pijn/klachten Geen pijn/klachten 35 51,5 8 27,6 Matige pijn/klachten 33 48, ,5 Zeer ernstige pijn/klachten 0 0,0 2 6,9 EQ-5D stemming Niet angstig of depressief 45 66, ,2 Matig angstig of depressief 18 26, ,9 Erg angstig of depressief 5 7,4 2 6,9 Uit deze resultaten blijkt dat er geen enkele patiënt ernstige problemen meldt op het vlak van mobiliteit, maar dat er in beide groepen ongeveer 1/3 (33,8% voor groep 1 en 37,9% voor groep 2) van de ondervraagden toch enige hinder ondervindt. Op het vlak van zelfzorg geven in totaal slechts 3 patiënten aan dat ze ernstige problemen ondervinden en slechts 4 patiënten ondervinden enige problemen. Bij het aspect dagelijkse activiteiten zijn er meer patiënten die problemen aangeven. In groep 1 heeft 36,8% en in groep 2 heeft 62% enige tot ernstige problemen. Ook op het vlak van pijn en andere lichamelijke klachten zijn er duidelijk meer 28

39 problemen te zien. In groep 1 heeft 48,5% en in groep 2 heeft 72,4% matige tot zeer ernstige pijn of andere klachten. Tot slot geeft 33,9% in groep 1 en 44,8% in groep 2 aan matig tot erg angstig of depressief te zijn. Tabel 5: Chi-kwadraattest EQ-5D vragenlijst Onderdeel EQ-5D p-waarde Mobiliteit 0,698 Zelfzorg 0,937 Dagelijkse activiteiten 0,022 Pijn en klachten 0,030 Stemming 0,429 In bovenstaande tabel zijn de p-waarden terug te vinden van de Chi-kwadraattesten tussen groep 1 en groep 2 voor de verschillende onderdelen van de EQ-5D vragenlijst. Voor de onderdelen dagelijkse activiteiten (p=0,022) en pijn/klachten (p=0,030) werd een significant resultaat gevonden. Voor deze onderdelen is de levenskwaliteit in groep 1 hoger in vergelijking met groep 2. Vervolgens werd de Chi-kwadraattest uitgevoerd tussen de patiënten van groep 1 en 2 op basis van een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis. Ten slotte werden ook de patiënten met en zonder subarachnoïdale bloeding per groep met elkaar vergeleken. Voor geen enkele test werd een significant resultaat gevonden (zie tabel 12 t.e.m. 15 in bijlage). 29

40 Persoonlijke gezondheidsscore (EQ-VAS) Grafiek 8: Persoonlijke gezondheidsscore per groep In groep 1 ligt de gemiddelde score 6,3% hoger in vergelijking met groep 2 (respectievelijk 71,4% en 65,1%). De mediaan is in beide groepen gelijk, namelijk 70%. Daarnaast is de standaarddeviatie 12,88% voor groep 1 en 18,05% voor groep 2. Bij het uitvoeren van de Mann-Whitney U Test tussen groep 1 en groep 2 werd voor de EQ-VAS geen significante p-waarde gevonden. Bij het vergelijken van de groepen op basis van een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis en bij het vergelijken binnen de groepen zelf op basis van een bloeding in de voorgeschiedenis werden eveneens geen significante resultaten gevonden (zie tabel 10 in bijlage). 30

41 HADS Depressie Grafiek 9: HADS score depressie In groep 1 vinden we een gemiddelde score van 4,45 en een mediaan van 4. In groep 2 vinden we een lagere gemiddelde score van 4,21 en een mediaan van 3. De standaarddeviatie bedraagt 4,03 in groep 1 en 4,60 in groep Angst Grafiek 10: HADS score angst 31

42 In groep 1 vinden we een gemiddelde score van 6,3 en een mediaan van 5. In groep 2 vinden we een hogere gemiddelde score van 6,55 en een mediaan van 6. De standaarddeviatie in groep 1 bedraagt 4,94 en bedraagt 4,27 in groep 2. Volgens deze vragenlijst zijn er 16 patiënten (23,5%) uit groep 1 die depressief zijn en 21 patiënten (30,9%) die angstig zijn (score 8). Verder zijn er 5 patiënten (15,6%) uit groep 2 die depressief zijn en 11 patiënten (34,4%) die angstig zijn. In tabel 11 (zie bijlage) zijn de p-waarden te zien van de Mann-Whitney U Testen. Er werden echter geen significante resultaten bekomen ICC Tot slot werd nog de ICC (Intraclass correlation coefficient) toegepast tussen de persoonlijke gezondheidsscore (EQ-VAS) en de algemene gezondheidsbeleving (RAND-36). Een score van 0,672 werd gevonden Complicaties en events Spontane bloedingen Tijdens de observatietijd werd bij geen enkel aneurysma een spontane bloeding vastgesteld. Voor de niet-gecoilde aneurysmata gaat het om 748 observatiejaren en voor de gecoilde aneurysmata om 316 observatiejaren Reden van coiling Bij 2 aneurysmata werd er gekozen voor coiling vanwege een toename in volume. In één geval was er een recidief na clipping en werd voor coiling gekozen als therapie. Bij geen enkel aneurysma was een vormverandering de reden om coiling te verrichten. De andere patiënten hadden geen specifieke reden om het aneurysma te laten behandelen buiten het voorkomen van een spontane bloeding en het verminderen van de ongerustheid die hierbij komt kijken Technisch succes van de operatie Van de 78 gecoilde aneurysmata waren er 6 aneurysmata met een beperkte inloop (neck remnant) en was er 1 aneurysma waarbij nog contrastinloop te zien was voorbij de halsregio 32

43 van het aneurysma. Enkel bij deze laatste operatie kan er gesproken worden van een nietsuccesvolle operatie. Bijgevolg is het slaagpercentage 98,7% Peroperatieve complicaties van gecoilde aneurysmata Er vond tweemaal een perforatie van het aneurysma plaats tijdens de operaties. Bij het geperforeerd aneurysma van de eerste patiënt kon het bloeden snel gestopt worden door het inbrengen van extra coils. Bij het geperforeerd aneurysma van de tweede patiënt was dit niet het geval en was er dus sprake van een iatrogene subarachnoïdale bloeding. Het klinisch gevolg voor de eerste patiënt was enkel hoofdpijn. Deze hoofdpijn verdween na enkele dagen. Bij de tweede patiënt was er sprake van hoofdpijn en nekstijfheid bij het ontwaken. Beide klachten verdwenen na enkele dagen. Hiernaast vond er bij één patiënt een beperkte slagadervernauwing plaats van de carotisbifurcatie. Dit gaf echter geen neurologische klachten of symptomen. Migratie van de coils tijdens de operatie vond plaats bij 2 patiënten, hierbij waren de coils deels in het bloedvat zelf aanwezig. Dit had echter geen klinische implicaties voor de patiënt. Andere technische complicaties waren een breuk van een coil met migratie van de coil tot gevolg en een occlusie van de A. vertebralis door dissectie van de vaatwand. Beide complicaties hadden eveneens geen klinische gevolgen voor de patiënten in kwestie. Ten slotte vond bij één patiënt een hartstilstand plaats tijdens de operatie. De patiënt werd gereanimeerd en er waren geen klinische gevolgen bij het ontwaken. Er is verder geen enkele patiënt overleden tijdens de operaties Postoperatieve complicaties (<1 maand) Bij 7 patiënten was er sprake van sensoriële of motorische neurologische klachten (hoofdpijn, fatische stoornis, evenwichtsstoornis, aandachtsstoornis, diplopie, tintelingen, krachtsverlies, partiële parese N. occulomotorius en incontinentie) na de operatie. Op een totaal van 78 operaties is dit een complicatiepercentage van 8,9%. Bij 4 patiënten waren deze klachten na enkele dagen verdwenen. Bij de andere 3 patiënten bleven deze klachten aanhouden. Bij 1 patiënt was er sprake van een transiënte ischemische aanval (TIA) vier dagen postoperatief. Daarnaast vond er bij 3 patiënten een rekanalisatie van het aneurysma plaats. De oorzaak van deze rekanalisaties was een coilcompactie. Hiervoor werd er een secundaire coiling verricht bij 1 patiënt. Ten slotte waren er postoperatief moeilijkheden om de bloeddruk onder controle te houden bij 1 patiënt. Bij geen enkele patiënt was er postoperatief een neurochirurgisch ingrijpen nodig. 33

44 Postoperatieve complicaties (>1 maand) Er was bij geen enkele patiënt sprake van een perforatie of slagaderocclusie meer dan één maand na de operatie. Bij 17 patiënten was er sprake van rekanalisatie door coilcompactie. In 6 gevallen werd hiervoor een secundaire coiling verricht. Dit brengt het totale aantal aneurysmata die een secundaire coiling ondergingen op 7 (9,0%). Er waren bij 3 patiënten nog neurologische klachten aanwezig meer dan een maand na de operatie. Dit komt overeen met 3,8% van de 78 uitgevoerde operaties (bij 69 verschillende patiënten). De eerste patiënt had last van blijvende hoofdpijn, opwaartse diplopie, wisselende miosis en ptosis. De tweede patiënt had eveneens last van diplopie. Ook had deze patiënt last van vermoeidheid en evenwichtsstoornissen. De laatste patiënt had na 30 dagen nog steeds last van een pijnlijk oog waarbij er lichtflitsen waargenomen werden. Na enkele maanden verminderden deze klachten. De eerste en de derde patiënt hadden hierdoor moeilijkheden bij het uitvoeren van hun normale dagelijkse activiteiten en met hun mobiliteit. De tweede patiënt was reeds overleden op het moment van de interviewafname. Hierdoor ontbreekt de informatie over zijn levenskwaliteit. Verder werd er tijdens een controle angiografie bij één patiënt een carotisdissectie teweeggebracht. Om deze complicatie op te lossen, was er een interventie van de vaatchirurg nodig. Achteraf werden geen neurologische complicaties vastgesteld. Tot slot was er bij geen enkele patiënt neurochirurgie nodig en is er ook geen enkele patiënt overleden aan de gevolgen van een complicatie bij de operaties. 34

45 5. Discussie 5.1 Levenskwaliteit De hoofdvraag van deze studie is of er een verschil bestaat in levenskwaliteit tussen patiënten met een incidenteel intracranieel aneurysma die een conservatief beleid ondergingen en patiënten die hiervoor een preventieve endovasculaire behandeling kregen. Uit de resultaten blijkt dat er weinig verschil in psychosomatische impact bestaat tussen een conservatief en een preventief therapeutisch medisch beleid RAND-36 Bij de resultaten van de RAND-36 vragenlijst blijkt er weinig verschil te zijn tussen de beide groepen op vlak van levenskwaliteit. Voor fysiek functioneren, sociaal functioneren, vitaliteit, pijn, algemene gezondheidsbeleving en gezondheidsverandering merken we wel een hogere score bij de patiënten met conservatief beleid. Geen enkel resultaat bleek echter significant te zijn. Ook in de studie van Buijs JE et al. werd geen verschil in levenskwaliteit gevonden tussen patiënten met een endovasculair behandeld aneurysma en patiënten met een conservatief behandeld aneurysma [27]. Wel werd een significant resultaat gevonden bij het vergelijken van patiënten met en zonder subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis in groep 1. De gezondheid van patiënten met een niet-gecoild aneurysma en met een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis verbeterde significant ten opzichte van patiënten die geen subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis hadden. Dit valt mogelijk te verklaren doordat patiënten met een subarachnoïdale bloeding in de voorgeschiedenis direct na deze gebeurtenis vaak een erg slechte levenskwaliteit hebben. Hiervoor ondergaan zij vervolgens een endovasculaire behandeling of een clipping met postoperatief een intensief revalidatieproces. Dit resulteert meestal in een verbetering van de algemene en neurologische toestand en een verbetering van de levenskwaliteit in vergelijking met net na de ruptuur [28]. De gezondheid van patiënten zonder subarachnoïdale bloeding bleef stabiel. Verder kunnen we concluderen dat beide groepen voor 6 van de 9 RAND-36 onderdelen een score van 60% of meer behaalden. Voor de algemene gezondheidsbeleving en de vitaliteit werden lagere scores gevonden. De patiënten ondervonden dus weinig pijn of fysieke, sociale en emotionele beperkingen door hun gezondheidstoestand in de afgelopen 4 weken. Uit de scores voor de gezondheidsverandering kunnen we concluderen dat de gezondheid van de patiënten niet gewijzigd is in het afgelopen jaar. Wel hebben de patiënten het gevoel minder 35

46 energiek te zijn en beoordelen ze hun persoonlijke gezondheid eerder als slecht. De combinatie van alle verschillende onderdelen weegt dus door op de algemene gezondheidsbeleving. Deze laatste twee bevindingen komen overeen met de studie van Buijs JE et al. waarin geconcludeerd wordt dat patiënten met een incidenteel niet-geruptureerd aneurysma een lagere levenskwaliteit hebben in vergelijking met patiënten zonder aneurysmata [27] EuroQol Uit de resultaten van de EQ-5D vragenlijst blijkt dat er weinig patiënten ernstige problemen ondervinden bij de 5 verschillende onderdelen. Op het vlak van mobiliteit is er zelfs geen enkele patiënt met ernstige problemen. Dit komt overeen met de literatuur [27]. Mogelijk komt dit doordat patiënten met ernstige problemen op het vlak van mobiliteit minder vlot naar het interview konden komen. Een deel van de interviews werd echter schriftelijk thuis ingevuld. Dus deze factor lijkt voor ons maar een beperkte rol te spelen. Verder blijkt dat patiënten met een conservatief beleid significant minder pijn en andere klachten hebben en minder problemen in hun dagelijkse activiteiten ondervinden in vergelijking met patiënten die een preventieve coiling ondergingen. Er kan echter niet met zekerheid gezegd worden of dit verschil te wijten is aan de operatie zelf of dat dit verschil reeds aanwezig was preoperatief. Tot slot werden ook geen significante verschillen gevonden tussen beide groepen bij de persoonlijke gezondheidsscore. De significante verschillen voor de onderdelen pijn en dagelijkse activiteiten vinden we dus niet terug in de subjectieve score HADS Net zoals in de resultaten van de EQ-5D vragenlijst zijn er op vlak van angst en depressieve klachten geen significante verschillen waar te nemen. Oorspronkelijk hadden we verwacht dat patiënten met een conservatief beleid angstiger en vaker depressief zouden zijn aangezien zij nog steeds een risico hebben op een ruptuur van hun onbehandeld aneurysma. Uit de resultaten blijkt deze veronderstelling niet correct te zijn ICC Een Intraclass correlation coefficient van 0,672 werd gevonden. Deze waarde suggereert een vrij sterke overeenkomst tussen de antwoorden van de patiënten bij de persoonlijke gezondheidssore (EQ-VAS) en de algemene gezondheidsbeleving (RAND-36). We kunnen 36

47 dus besluiten dat de patiënten beide vragenlijsten op een vrij gelijke manier hebben beantwoord Verband SAB in de voorgeschiedenis en levenskwaliteit Buiten het significant resultaat bij het vergelijken van de gezondheidsverandering bij patiënten van groep 1 met en zonder een subarachnoïdale bloeding (SAB) in de voorgeschiedenis, werd er geen enkel ander significant resultaat gevonden. Hieruit kunnen wij dus besluiten dat het hebben van een ruptuur van een aneurysma in de voorgeschiedenis geen rol speelt bij het vergelijken van de levenskwaliteit tussen beide groepen. 5.2 Gebeurtenissen en complicaties Spontane bloedingskans Op een totaal van 1064 observatiejaren werd geen enkele spontane bloeding vastgesteld. In de literatuur vinden we een jaarlijkse spontane bloedingskans van 0,2-0,87% terug voor niet-behandelde aneurysmata [6,8]. Als we deze bloedingskans toepassen op de 748 observatiejaren van de niet-behandelde aneurysmata in onze studie, zou men tussen de 1 en 7 spontane bloedingen verwachten. Dit werd in deze studie dus niet gevonden. Oorspronkelijk was er gepland om een Kaplan Meier curve op te stellen van het aantal overleden patiënten en het aantal spontane bloedingen. Aangezien geen spontane bloedingen werden vastgesteld en slechts acht patiënten overleden waren (waarvan 3 patiënten met een onbekende doodsoorzaak), werd na overleg met een biostatisticus beslist om deze curve niet op te nemen Slaagpercentage Bij 98,7% van de operaties werd een succesvolle ingreep uitgevoerd. In de literatuur werd een slaagpercentage van 96,2% teruggevonden [19]. In onze studie werd dus een hoger slaagpercentage gevonden Complicaties In deze studie werd een complicatiepercentage van 8,9% gevonden postoperatief (<30 dagen) en van 3,8% op lange termijn (> 30 dagen). In de literatuur vonden we respectievelijk 7,6-9,1% postoperatief en 0,8-1,8% terug op lange termijn [17, 19, 29]. Het is moeilijk om 37

48 dergelijke percentages te vergelijken tussen studies aangezien niet alles studies dezelfde complicaties beschrijven. Deze gegevens zijn belangrijk bij het afwegen van een endovasculaire behandeling tegenover een conservatief beleid. Het risico op complicaties op lange termijn moet namelijk opwegen tegen het risico op een spontane bloeding om voor een endovasculaire behandeling te kiezen. Bij 21,9% van de aneurysmata werd een rekanalisatie vastgesteld in deze studie en bij 9% werd een secundaire coiling uitgevoerd. In de literatuur vinden we respectievelijk 16,9% en 9,9% terug [19] Verband SAB in de voorgeschiedenis en coiling Uit de resultaten blijkt dat er 62 van de 96 patiënten in groep 1 en 4 van de 43 patiënten in groep 2 een subarachnoïdale bloeding (SAB) in de voorgeschiedenis hebben. Tegenovergestelde aantallen werden echter verwacht. Er werd namelijk aangenomen dat patiënten die al een hersenbloeding door een geruptureerd aneurysma hadden meegemaakt, eerder geneigd zouden zijn om zich te laten behandelen voor hun ander aneurysma om zo het risico op een volgende bloeding te verminderen. Dit gegeven kan mogelijk verklaard worden doordat het gemiddeld aantal aneurysmata 2,23 bedraagt in groep 1 en 1,37 in groep 2. Aangezien de patiënten met een conservatief beleid gemiddeld gezien bijna 1 aneurysma meer hebben, is de kans dus ook groter dat ze al een ruptuur van een ander aneurysma in de voorgeschiedenis hebben. Een andere verklaring hiervoor kan het verschil in gemiddelde maximale diameter zijn tussen de niet-gecoilde aneurysmata van groep 1 (3,6 mm) en de gecoilde aneurysmata van groep 2 (6,7mm). Bij kleinere aneurysmata is de endovasculaire behandeling technisch moeilijker waardoor er een groter risico bestaat op complicaties. Dit zorgt er mogelijk voor dat patiënten meer terughoudend zijn voor een electieve ingreep. Een laatste mogelijke verklaring is dat patiënten van groep 1 die reeds een ruptuur in de voorgeschiedenis hebben net terughoudend zijn voor een nieuwe behandeling omdat deze behandeling opnieuw een bloeding kan veroorzaken. 5.3 Vergelijking met masterthesis O. Vergauwen In de studie van O. Vergauwen werd gedurende 474 observatiejaren geen enkele spontane bloeding vastgesteld [23]. In onze studie werden eveneens geen spontane bloedingen vastgesteld tijdens de 748 observatiejaren van niet-gecoilde aneurysmata. Verder blijkt uit de studie van Vergauwen dat er een verminderde levenskwaliteit vermoed wordt bij patiënten met een niet-gecoild aneurysma ten opzichte van een gezonde populatie 38

49 [23]. Dit komt overeen met de literatuur [21]. In onze studie werd eveneens een eerder matige score gevonden bij bepaalde vragenonderdelen (bv. algemene gezondheidsbeleving en vitaliteit). Het oorspronkelijke doel van O. Vergauwen was om een vergelijking te maken van de levenskwaliteit tussen behandelde en niet-behandelde patiënten. Deze vergelijking werd in onze studie gemaakt. Er bleken echter geen significante verschillen te bestaan tussen beide groepen, behalve op het vlak van dagelijkse activiteiten en pijn en klachten in de EQ-5D vragenlijst. 5.4 Beperkingen van de studie Mogelijk vormt de eerder kleine steekproefgrootte een beperking van deze studie. Meerdere resultaten waren namelijk bijna significant en hadden bij een grotere steekproef toch significant kunnen worden. Ook dient vermeld te worden dat door het opsplitsen van de groepen in patiënten met ruptuur en zonder ruptuur in de voorgeschiedenis het aantal patiënten erg klein wordt en dus mogelijk niet meer representatief is. Het lijkt ons dan ook nuttig om in de toekomst dit onderzoek te herhalen met een groter aantal patiënten. Verder zijn de patiënten in deze studie niet ad random ingedeeld in beide groepen. De finale beslissing om tot coiling over te gaan lag immers altijd bij de patiënt. Ook dit vormt een beperking van deze studie. Om de resultaten objectiever te maken zouden de groepen ad random verdeeld moeten worden. Het is namelijk mogelijk dat mensen met een goede gezondheid zich minder zorgen maken en dus minder snel geneigd zullen zijn om een operatie te ondergaan voor iets waar ze op dat moment geen last van hebben. Anderzijds is het mogelijk dat patiënten die al een minder goede gezondheid hebben geen risico willen nemen en eerder geneigd zijn om zich te laten behandelen. Of het ethisch verantwoord is om de patiënten ad random in te delen, is een andere vraag. Ook dient vermeld te worden dat groep 3 een complex gegeven is aangezien deze groep overlap vertoont met zowel groep 1 als groep 2. Na de statistische analyse tussen groep 1 en groep 2 werden de testen nog eens herhaald waarbij de patiënten van groep 3 bij groep 1 werden gevoegd. De patiënten van groep 3 hebben immers ook een niet-gecoild aneurysma en hebben dus een kans op ruptuur van dit aneurysma in de toekomst. Echter bij de statistische analyse bleken er geen significante resultaten te zijn. Dit was een extra argument om deze groep te excluderen voor de vergelijking van de levenskwaliteit tussen de verschillende groepen. 39

50 In deze studie werden geen vragenlijsten afgenomen bij een gezonde controlegroep. Hierdoor is de exacte impact op de levenskwaliteit bij patiënten met een intracranieel aneurysma niet te achterhalen. Ten slotte zou het voor een toekomstig onderzoek een voordeel zijn om de vragenlijsten zowel preoperatief als postoperatief af te nemen bij de patiënten. Eventueel kan deze vragenlijst postoperatief meerdere keren afgenomen worden om de evolutie van de levenskwaliteit beter te kunnen opvolgen. Op die manier kan een verschil in levenskwaliteit eenvoudig worden aangetoond. Hierbij zou het ook nuttig zijn om postoperatief aan de patiënten te vragen of ze de operatie opnieuw zouden laten uitvoeren. 5.5 Conclusie We kunnen besluiten dat voor de aneurysmata die voldeden aan de inclusiecriteria in deze studie geen directe reden bestaat om tot coiling over te gaan. Er was namelijk geen overtuigend verschil in levenskwaliteit te vinden die pleit voor een behandeling. In deze studie werd ook geen enkele spontane bloeding vastgesteld, wat een bewijs is dat de kans op spontane bloeding zeer klein is. Het complicatierisico bij het coilen van de aneurysmata in deze studie bedraagt 3,8%. Bij de beslissing om tot coiling over te gaan moet de kans op spontane bloeding bijgevolg afgewogen worden tegenover de kans op complicaties. Zo kan na meerdere jaren het risico op spontane bloeding het risico op complicaties van een ingreep overstijgen waardoor het toch een voordeel kan zijn om zich te laten behandelen. Aangezien er geen duidelijke resultaten zijn die pleiten voor een endovasculaire behandeling of een conservatief beleid, kan de keuze best genomen worden op individuele basis na uitvoerig overleg met de behandelende arts. 40

51 6. Referentielijst [1] Yuan JL, Bao X, Zhang W, Shi QQ, Liu XB. Endovascular treatment for unruptured small wide-necked ophthalmic segment aneurysms: technique feasibility, efficacy and mid-term follow-up. Neurol India 2013, 61(6): [2] Kang HG, Kim BJ, Lee J, Kim MJ, Kang DW, Kim JS, et al. Risk Factors Associated With the Presence of Unruptured Intracranial Aneurysms. Stroke 2015, 46: [3] Delgado F, Saiz A, Hilario A, Murias E, San Román Manzanera L, Lagares Gomez-Abascal A, et al. Neuroimaging follow-up of cerebral aneurysms treated with endovascular techniques. Radiologia 2014, 56(2): [4] M.H. Li, S.W. Chen, Y.D. Li, Y.C. Chen, Y.S. Cheng, Hu DJ, et al. Prevalence of unruptured cerebral aneurysms in chinese adults aged 35 to 75 years: a cross-sectional Study. Annals of Internal Medicine 2013, 159(8): I-30. [5] Harada K, Fukuyama K, Shirouzu T, Ichinose M, Fujimura H, Kakumoto K, et al. Prevalence of unruptured intracranial aneurysms in healthy asymptomatic Japanese adults: differences in gender and age. Acta Neurochir (Wien) 2013, 155(11): [6] Müller TB1, Sandvei MS, Kvistad KA, Rydland J, Håberg A, Vik A, et al. Unruptured intracranial aneurysms in the Norwegian Nord-Trøndelag Health Study (HUNT): risk of rupture calculated from data in a population-based cohort study. Neurosurgery 2013, 73(2): [7] Backes D, Vergouwen MD, Velthuis BK, van der Schaaf IC, Bor AS, Algra A, et al. Difference in aneurysm characteristics between ruptured and unruptured aneurysms in patients with multiple intracranial aneurysms. Stroke 2014, 45(5): [8] Güresir E, Vatter H, Schuss P, Platz J, Konczalla J, De rochement Rdu M, et al. Natural history of small unruptured anterior circulation aneurysms: a prospective cohort study. Stroke 2013, 44(11): [9] Wiebers DO, Whisnant JP, Huston J, Meissner I, Brown RD Jr, Piepgras DG, et al. Unruptured intracranial aneurysms: natural history, clinical outcome, and risks of surgical and endovascular treatment. Lancet 2003, 362(9378): [10] Acerbi F, Broggi M, Ferroli P. No treatment for small unruptured intracranial aneurysm: is this the right way to go? World Neurosurg. 2013,80(1-2):4-5. [11] Kang H, Ji W, Qian Z, Li Y, Jiang C, Wu Z, et al. Aneurysm Characteristics Associated with the Rupture Risk of Intracranial Aneurysms: A Self-Controlled Study. PLoS One 2015, 10(11): e [12] Lee GJ, Eom KS, Lee C, Kim DW, Kang SD. Rupture of Very Small Intracranial Aneurysms: Incidence and Clinical Characteristics. J Cerebrovasc Endovasc Neurosurg. 2015, 17(3): [13] Putu P, Firman S, Ismail MR, Nik-Ismail NA, Yaacob NY, Muda AS. Endovascular treatment of intracranial aneurysms: diversity in treatment techniques of varying anatomical presentations. Acta Med Indones. 2014, 46(1): [14] Miri M, Ghanaati H, Salamati P, Ebrahimi Nik H, Jalali AH, Saeednejad M, et al. Coil Embolization of Intracranial Aneurysms: A Six-Month Follow-Up Study. Iran J Radiol. 2015, 12(3): e [15] Lubicz B, Collignon L, Lefranc F, Bruneau M, Brotchi J, Balériaux D, et al. Circumferential and fusiform intracranial aneurysms: reconstructive endovascular treatment with self-expandable stents. Neuroradiology 2008, 50(6): [16] Darsaut TE, Kotowski M, Raymond J. How to choose clipping versus coiling in treating intracranial aneurysms. Neurochirurgie. 2012, 58(2-3):

52 [17] Shigematsu T, Fujinaka T, Yoshimine T, Imamura H, Ishii A, Sakai C, et al. Endovascular therapy for asymptomatic unruptured intracranial aneurysms: JR-NET and JR-NET2 findings. Stroke 2013, 44(10): [18] McDonald JS, McDonald RJ, Fan J, Kallmes DF, Lanzino G, Cloft HJ. Comparative effectiveness of unruptured cerebral aneurysm therapies: propensity score analysis of clipping versus coiling. Stroke 2013, 44(4): [19] Oishi H, Yamamoto M, Shimizu T, Yoshida K, Arai H. Endovascular therapy of 500 small asymptomatic unruptured intracranial aneurysms. AJNR Am J Neuroradiol. 2012, 33(5): [20] Geurts M, Timmers C, Greebe P, Algra A, Rinkel GJ. Patients with unruptured intracranial aneurysms at the waiting list for intervention: risk of rupture. J Neurol. 2014, 261(3): [21] Shen X, Xu T, Ding X, Wang W, Liu Z, Qin H. Multiple intracranial aneurysms: endovascular treatment and complications. Interv Neuroradiol. 2014, 20(4): [22] Stapleton CJ, Torok CM, Rabinov JD, Walcott BP, Mascitelli JR, Leslie-Mazwi TM, et al. Validation of the Modified Raymond-Roy classification for intracranial aneurysms treated with coil embolization. J Neurointerv Surg. 2015, pii: neurintsurg [23] Defreyne L, De Keukeleire K, Vergauwen O. Bloedingsrisico en levenskwaliteit bij conservatief beleid van incidentele intracraniële aneurysmata [24] Van Der Zee K, Sanderman R. RAND-36. Groningen: Northern Centre for Health Care Research, University of Groningen, the Netherlands, 1993:1 28. [25] EuroQol Group. EuroQol-a new facility for the measurement of health-related quality of life. Health Policy 1990, 16: [26] Sluzewski M, van Rooij WJ, Slob MJ, Bescós JO, Slump CH, Wijnalda D. Relation between aneurysm volume, packing, and compaction in 145 cerebral aneurysms treated with coils. Radiology 2004, 231(3): [27] Buijs JE, Greebe P, Rinkel GJ. Quality of life, anxiety, and depression in patients with an unruptured intracranial aneurysm with or without aneurysm occlusion. Neurosurgery. 2012, 70(4): [28] Liu C. A discussion of the optimal treatment of intracranial aneurysm rupture in elderly patients. Genet Mol Res. 2014, 3(3): [29] Kwon SC, Kwon OK. Endovascular coil embolization of unruptured intracranial aneurysms: a Korean multicenter study. Acta Neurochir. 2014, 156(5):

53 7. Bijlagen 7.1 Grafieken Grafiek 11: Fysiek functioneren RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 65%, Std.Dev. = 27,94 Mediaan = 65% Gecoild: Mean = 61%, Std. Dev.= 29,21 Mediaan = 60% Grafiek 12: Sociaal functioneren RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 82%, Std. Dev. = 24,01 Mediaan = 88% Gecoild: Mean = 76%, Std. Dev. = 29,79 Mediaan = 100%

54 Grafiek 13: Rolbeperkingen fysiek RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 60%, Std. Dev. = 43,22 Mediaan = 75% Gecoild: Mean = 61%, Std. Dev. = 43,60 Mediaan = 75% Grafiek 14: Rolberkingen emotioneel RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 72%, Std. Dev. = 39,62 Mediaan = 100% Gecoild: Mean = 72%, Std. Dev. = 41,87 Mediaan = 100%

55 Grafiek 15: Mentale gezondheid RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 70%, Std. Dev. = 24,14 Mediaan = 74% Gecoild: Mean = 68%, Std. Dev. = 20,39 Mediaan = 76% Grafiek 16: Vitaliteit RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 63%, Std. Dev. = Mediaan = 67.5% Gecoild: Mean = 55%, Std. Dev. = 22,01 Mediaan = 55%

56 Grafiek 17: Pijn RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 78%, Std. Dev. = 27,53 Mediaan = 95% Gecoild: Mean = 68%, Std. Dev. = 27,67 Mediaan = 67% Grafiek 18: Algemene gezondheidsbeleving RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 48%, Std. Dev. = 17,40 Mediaan = 52% Gecoild: Mean = 43%, Std. Dev. = 19,46 Mediaan = 40%

57 Grafiek 19: Gezondheidsverandering RAND-36 Niet-gecoild: Mean = 56%, Std. Dev. = 23,41 Mediaan = 50% Gecoild: Mean = 51%, Std. Dev. = 24,53 Mediaan = 50% 7.2 Tabellen Tabel 6: Vergelijking RAND-36 patiënten met een subarachnoïdale bloeding tussen gecoilde en niet-gecoilde groep Mann-Whitney U Test RAND-36 p-waarde Fysiek functioneren 0,837 Sociaal functioneren 0,279 Rolbeperkingen fysiek 0,233 Rolbeperkingen emotioneel 0,140 Mentale gezondheid 0,279 Vitaliteit 0,372 Pijn 0,372 Algemene Gezondheidsbeleving 0,186 Gezondheidsverandering 0,744

Chapter Fourteen. General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae

Chapter Fourteen. General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae Chapter General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de gevolgen op de lange termijn bij een subarachnoïdale bloeding

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Aneurysma

Patiënteninformatie. Aneurysma Patiënteninformatie Aneurysma Inhoud Inleiding... 3 Informatie over het ziektebeeld... 3 Diagnose... 3 Behandeling... 4 Postoperatieve zorgen... 5 Clipping... 5 Coiling... 5 Verwikkelingen... 6 Clipping

Nadere informatie

Bloedingsrisico en levenskwaliteit bij conservatief beleid van incidentele intracraniële aneurysmata

Bloedingsrisico en levenskwaliteit bij conservatief beleid van incidentele intracraniële aneurysmata FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2010-2011 Bloedingsrisico en levenskwaliteit bij conservatief beleid van incidentele intracraniële aneurysmata Ortwin VERGAUWEN Promotor:

Nadere informatie

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van

Nadere informatie

RAND 36 Vragenlijst (Kwaliteit van leven)

RAND 36 Vragenlijst (Kwaliteit van leven) RAND 36 Vragenlijst (Kwaliteit van leven) Toelichting In deze vragenlijst wordt naar uw gezondheid gevraagd. Wilt U elke vraag beantwoorden door het juiste hokje aan te kruisen. Wanneer U twijfelt over

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

New developments in imaging and treatment of intracranial aneurysms

New developments in imaging and treatment of intracranial aneurysms Anjob Laurent de Gast New developments in imaging and treatment of intracranial aneurysms Sinds de introductie van loslaatbare coils in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, heeft de endovasculaire

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Mastocytose klachten lijst

Mastocytose klachten lijst Datum:.. /.. /.... Studie nr Mastocytose klachten lijst In de tabel hieronder kunt u aankruisen hoe vaak u last heeft van bepaalde mastocytose klachten, bij 0 zijn de klachten afwezig en bij vakje 10 zijn

Nadere informatie

Comparison of Cousin Biotech Adhesix versus conventional mesh in open anterior inguinal hernia repair: a multi- centre RCT. Formulier Vragenlijsten

Comparison of Cousin Biotech Adhesix versus conventional mesh in open anterior inguinal hernia repair: a multi- centre RCT. Formulier Vragenlijsten Comparison of Cousin Biotech Adhesix versus conventional mesh in open anterior inguinal hernia repair: a multi- centre RCT Trial identificatienummer Datum - - Short Form 36, VAS pain score, VAS discomfort

Nadere informatie

Uitstekend... 1. Zeer goed... 2. Goed... 3. Matig... 4. Slecht... 5

Uitstekend... 1. Zeer goed... 2. Goed... 3. Matig... 4. Slecht... 5 SF-36 GEZONDHEIDSTOESTAND VRAGENLIJST INSTRUCTIE: Deze vragenlijst gaat over uw standpunten t.a.v. uw gezondheid. Met behulp van deze gegevens kan worden bijgehouden hoe u zich voelt en hoe goed u in staat

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Fibromusculaire dysplasie (FMD) Peter W de Leeuw Afd Interne Geneeskunde Maastricht Universitair Medisch Centrum Maastricht

Fibromusculaire dysplasie (FMD) Peter W de Leeuw Afd Interne Geneeskunde Maastricht Universitair Medisch Centrum Maastricht Fibromusculaire dysplasie (FMD) Peter W de Leeuw Afd Interne Geneeskunde Maastricht Universitair Medisch Centrum Maastricht Wat is FMD niet? Wat is FMD? Ontsteking van het bloedvat Atherosclerose ( aderverkalking

Nadere informatie

Endovasculaire behandeling van intracraniële vasculaire aandoeningen

Endovasculaire behandeling van intracraniële vasculaire aandoeningen Endovasculaire behandeling van intracraniële vasculaire aandoeningen Click to add title Click to add subtitle intracraniële vasculaire aandoeningen Aneurysma Arterio Veneuze Malformatie (AVM) Durale Arterio

Nadere informatie

4. In uw dagelijks leven (bijvoorbeeld bij het uit bed stappen, douchen, aankleden) voelt u dan:

4. In uw dagelijks leven (bijvoorbeeld bij het uit bed stappen, douchen, aankleden) voelt u dan: IN TE VULLEN 3 MAANDEN NA DE OPERATIE CarolinasComfortScale Beantwoord alstublieft ALLE vragen voor elk van de 8 activiteiten. Gebruik nvt (niet van toepassing) als u een activiteit niet verricht. Omcirkel

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

2. Week 1-4 (Leuven) Randomisatie, HVPG 1 en 2, opbouwen dosering propranolol. ...of of of of...

2. Week 1-4 (Leuven) Randomisatie, HVPG 1 en 2, opbouwen dosering propranolol. ...of of of of... Page 1 of 8 2. Week 1-4 (Leuven) Randomisatie, HVPG 1 en 2, opbouwen dosering propranolol A. Patiënt informatie 1. Initialen patiënt (1e letter 1e voornaam, 1e en 2e letter achternaam) 2. Geboortedatum

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Diagnose Aneurysma van de Abdominale Aorta. O.R.M. Wikkeling, vaatchirurg (Endo)vasculair Team Nij Smellinghe Ziekenhuis te Drachten

Diagnose Aneurysma van de Abdominale Aorta. O.R.M. Wikkeling, vaatchirurg (Endo)vasculair Team Nij Smellinghe Ziekenhuis te Drachten Diagnose Aneurysma van de Abdominale Aorta O.R.M. Wikkeling, vaatchirurg (Endo)vasculair Team Nij Smellinghe Ziekenhuis te Drachten Waar hebben we het over? 1955 1972 Beroemde mensen welke aan een geruptureerd

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven vragenlijst

Kwaliteit van Leven vragenlijst Patient registration label Kwaliteit van Leven Vragenlijst 3 4 weken na randomisatie In te vullen door geincludeerde patiënt Patient Identification Number Datum van invullen 1 SF-36 GEZONDHEIDSTOESTAND

Nadere informatie

Identificatienummer Datum (dd/mm/jjjj) RAND-36

Identificatienummer Datum (dd/mm/jjjj) RAND-36 Identificatienummer Datum (dd/mm/jjjj) RAND-36 In deze vragenlijst wordt naar uw gezondheid gevraagd. Wilt u elke vraag beantwoorden door het juiste hokje aan te kruisen? Wanneer u twijfelt over het antwoord

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is Samenvatting 229 230 Samenvatting Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is een vorm van beroerte die vaak op jonge leeftijd optreedt en meestal ernstige gevolgen heeft:

Nadere informatie

Valorisatie addendum

Valorisatie addendum 169 Valorisatie addendum Een aneurysma van de abdominale aorta (AAA) is een lokale verwijding van de buikslagader. We spreken van een AAA indien de diameter ten minste 1.5 maal groter is dan de verwachte

Nadere informatie

De volgende vragen gaan over uw gezondheidstoestand

De volgende vragen gaan over uw gezondheidstoestand De volgende vragen gaan over uw gezondheidstoestand De volgende vragen gaan over uw standpunten t.a.v. uw gezondheid. Met behulp van deze gegevens kan worden bijgehouden hoe u zich voelt en hoe goed u

Nadere informatie

4. Maand (België) Patiënt getransplanteerd Anders 1b. Indien Intrekken toestemming, datum

4. Maand (België) Patiënt getransplanteerd Anders 1b. Indien Intrekken toestemming, datum Page 1 of 17 4. Maand 6-12-18-24 (België) H. Visit 1. Betreft visit Screening Week 1-4 Maand 3 Maand 6 Maand 9 Maand 12 Maand 15 Maand 18 Maand 21 Maand 24 2. Datum visit / / I. Patiënt informatie 1. Initialen

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Informatiebrief D-dimer and AP-FXIII in CVT studie, versie 1.2 3 november 2011. D-dimer en AP-FXIII in de diagnostiek van sinustrombose

Informatiebrief D-dimer and AP-FXIII in CVT studie, versie 1.2 3 november 2011. D-dimer en AP-FXIII in de diagnostiek van sinustrombose Informatiebrief voor de patiënt in tweede instantie Informatiebrief over de studie naar Geachte mevrouw / mijnheer, Op het moment dat u deze brief leest bent u herstellende van klachten waarvoor u werd

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

De acuut zieke chronische patiënt in een acuut ziekenhuis

De acuut zieke chronische patiënt in een acuut ziekenhuis De acuut zieke chronische patiënt in een acuut ziekenhuis Dr. De Coster Olivier, Stedelijke Ziekenhuis Roeselare UZ-Brussel Stedelijk Ziekenhuis Roeselare Brugsesteenweg 90 8800 Roeselare T 051 23 61 11

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Arterioveneuze malformatie (AVM)

Patiënteninformatie. Arterioveneuze malformatie (AVM) Patiënteninformatie Arterioveneuze malformatie (AVM) Inhoud Inleiding... 3 Informatie over het ziektebeeld... 3 Definitie... 3 Symptomen... 4 Diagnose... 5 Behandeling... 5 Stereotactische radiochirurgie...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Ongeruptureerd intracranieel aneurysma: richtlijn voor behandeling en screening

Ongeruptureerd intracranieel aneurysma: richtlijn voor behandeling en screening Ongeruptureerd intracranieel aneurysma: richtlijn voor behandeling en screening Versie: mei 2018. Revisie: mei 2020 Auteurs: E. Osei, M. Scheele, B. Roozenbeek (beheerder richtlijn) Beoordeeld door: Afdeling

Nadere informatie

Screening op aneurysmata in families met subarachnoïdale bloedingen

Screening op aneurysmata in families met subarachnoïdale bloedingen Screening op aneurysmata in families met subarachnoïdale bloedingen Dr Y Ruigrok, neuroloog 29 november 2014 Belangenverstrengeling Geen - # 2 Inhoud Inleiding Onderzoek naar familiair voorkomen en screening?

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

2. Week 1-4 (België) Randomisatie, HVPG 1 en 2, opbouwen dosering propranolol. ...of of of of...

2. Week 1-4 (België) Randomisatie, HVPG 1 en 2, opbouwen dosering propranolol. ...of of of of... Page 1 of 7 2. Week 1-4 (België) Randomisatie, HVPG 1 en 2, opbouwen dosering propranolol A. Patiënt informatie 1. Initialen patiënt (1e letter 1e voornaam, 1e en 2e letter achternaam) 2. Geboortedatum

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Ferns, S. P. (2010). Durability of endovascular treatment for intracranial aneurysms

Citation for published version (APA): Ferns, S. P. (2010). Durability of endovascular treatment for intracranial aneurysms UvA-DARE (Digital Academic Repository) Ferns, S.P. Link to publication Citation for published version (APA): Ferns, S. P. (2010). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Dr. R.M. van den Berg-Vos, neuroloog Vergroot endovasculaire behandeling de kans op een goed

Nadere informatie

Lange termijn follow up van coarctatio aorta

Lange termijn follow up van coarctatio aorta Diagnostiek en chirurgie in de levensloop van een patiënt met een aangeboren hart-afwijking. Coarctatio Aortae Lange termijn follow up van coarctatio aorta Toon (A.L.) Duijnhouwer, cardioloog Take home

Nadere informatie

Hartelijk dank voor uw deelname aan de TULYP-studie en de TULYP-studie patiënten vragenlijst.

Hartelijk dank voor uw deelname aan de TULYP-studie en de TULYP-studie patiënten vragenlijst. Vragenlijst TULYP studie Hartelijk dank voor uw deelname aan de TULYP-studie en de TULYP-studie patiënten vragenlijst. U ontvangt deze vragenlijst omdat u recent op controle bent geweest of omdat u recent

Nadere informatie

Bijlage 5-1/9. Invulformulier patiënt opvolging. Geboortedatum: Adres: Controlemoment. 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden

Bijlage 5-1/9. Invulformulier patiënt opvolging. Geboortedatum: Adres: Controlemoment. 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden Bijlage 5-1/9 Invulformulier patiënt opvolging Patiënt: Code: Geboortedatum: Adres: Controlemoment 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden (afsluiten) Sportactiviteit

Nadere informatie

INCH trial Onderzoek naar Littekenbreukcorrecties

INCH trial Onderzoek naar Littekenbreukcorrecties Naam: Geb datum: INCH trial Onderzoek naar Littekenbreukcorrecties Onderzoek naar het verschil in effectiviteit tussen open en laparoscopische littekenbreukcorrecties. Patiënten Dagboek In te vullen vanaf

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren aneurysma aorta abdominalis (DSAA)

Factsheet Indicatoren aneurysma aorta abdominalis (DSAA) Factsheet en aneurysma aorta abdominalis (DSAA) DSAA 2017.2 Registratie gestart: 1 januari 2013 Datum Versie Mutatie Eigenaar 20-10-2017 2017.2 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA Versie 2017.2 pagina

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Bariatrische Chirurgie (DATO) Start registratie: 2014

Factsheet Indicatoren Bariatrische Chirurgie (DATO) Start registratie: 2014 Factsheet en Bariatrische Chirurgie (DATO) 2017 Start registratie: 2014 Inclusie & exclusie criteria DATO Inclusie De patiënten die geregistreerd dienen te worden zijn die patiënten die een chirurgische

Nadere informatie

ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage

ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage ULTRA CRF INVULINSTRUCTIES ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage CASE RECORD FORM INSTRUCTIES Dit Case Record Form (CRF) moet worden ingevuld door de behandelend arts die bekend

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Factsheet en Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle patienten met een degeneratieve lumbale wervelkolomaandoening die een

Nadere informatie

Naam: Geb.dat.: Datum:

Naam: Geb.dat.: Datum: RAND-36 V2.0 1 Naam: Geb.dat.: Datum: Toelichting In deze vragenlijst wordt naar uw gezondheid gevraagd. Wilt u elke vraag beantwoorden door het juiste hokje aan te kruisen. Wanneer u twijfelt over het

Nadere informatie

ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage

ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage ULTRA CRF INVULINSTRUCTIES ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage CASE RECORD FORM INSTRUCTIES Dit Case Record Form (CRF) moet worden ingevuld door de behandelend arts die bekend

Nadere informatie

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Diabetes Mellitus type 2 (DM2) wordt door verschillende experts aangeduid als een leefstijlziekte

Nadere informatie

Kwaliteit van leven vragenlijst (SPF36)

Kwaliteit van leven vragenlijst (SPF36) Kwaliteit van leven vragenlijst (SPF36) Toelichting In deze vragenlijst wordt naar uw gezondheid gevraagd. Wilt U elke vraag beantwoorden door het juiste hokje aan te kruisen. Wanneer U twijfelt over het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Micro endoscopische operatie (buisjesmethode) voor lage rughernia minder effectief U doet mee aan de Sciatica MED Trial, het doelmatigheidsonderzoek naar de behandeling

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

uitstekend zeer goed goed matig slecht

uitstekend zeer goed goed matig slecht Inclusienummer: PI Datum van invullen: gezondheid en kwaliteit van leven 1. Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid? uitstekend zeer goed goed matig slecht 2. In vergelijking met 1 jaar

Nadere informatie

Arterio-veneuze malformatie

Arterio-veneuze malformatie Arterio-veneuze malformatie Behandeling Sanne Roijackers, coassistent IC 7-12-2016 Casus 60 jarige man Bewusteloos gevonden in badkamer Anisocorie L>R; bdz lichtreactief Subduraal hematoom met midlineshift

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Aneurysma Aorta Abdominalis. (Verwijding van de grote buikslagader)

Aneurysma Aorta Abdominalis. (Verwijding van de grote buikslagader) Aneurysma Aorta Abdominalis (Verwijding van de grote buikslagader) Bij toeval is ontdekt, dat uw lichaamsslagader, de aorta, verwijd is. Deze verwijding noemen we een aneurysma. De arts heeft u hier van

Nadere informatie

Patient Details. Evaluation Date: / /

Patient Details. Evaluation Date: / / EQ5D FORM-RELAPSE OR Evaluation Date: Section to be completed by the RITAZAREM Participant Zet bij iedere groep in de lijst hieronder een kruisje in het hokje achter de zin die het best past bij uw eigen

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) NEDERLANDE AMENVATTING (DUTCH UMMARY) 189 Nederlandse amenvatting (Dutch ummary) trekking van proefschrift Patiënten met een chronische gewrichtsontsteking, waaronder reumatoïde artritis (RA), de ziekte

Nadere informatie

UNIVERSITAIRE ZIEKENHUIZEN LEUVEN I NFORMATIE VOOR PATIËNTEN VERBREDING OF ANEURYSMA VAN DE GROTE BUIKSLAGADER ENDOPROTHESE DIENST VAATHEELKUNDE

UNIVERSITAIRE ZIEKENHUIZEN LEUVEN I NFORMATIE VOOR PATIËNTEN VERBREDING OF ANEURYSMA VAN DE GROTE BUIKSLAGADER ENDOPROTHESE DIENST VAATHEELKUNDE UNIVERSITAIRE ZIEKENHUIZEN LEUVEN I NFORMATIE VOOR PATIËNTEN VERBREDING OF ANEURYSMA VAN DE GROTE BUIKSLAGADER ENDOPROTHESE DIENST VAATHEELKUNDE 2 3 INLEIDING Welkom op onze afdeling. Bij u werd een verbreding

Nadere informatie

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN HET EFFECT VAN DE CVRM ZORGSTRAAT OP DE BLOEDDRUK EN HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Berdien Oosterveld Begeleiding: Job van der Palen Peter van der Lugt Mirella Nijmeijer Wetenschapsavond

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%. Samenvatting gezondheidsbeleving, 2015 Het Internet Panel (DIP) is in maart 2015 benaderd over het onderwerp gezondheidsbeleving. De GGD doet elke 4 onderzoek naar de gezondheid van bewoners. Dit doen

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie