MASTER ORTHOPEDAGOGIEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MASTER ORTHOPEDAGOGIEK"

Transcriptie

1 FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE Naam student: Brigitte van Meerten Adres: de Meesterstraat 32 Woonplaats: Delft Telefoon: Studentnummer: adres: Onderwerp: leesontwikkeling Toewijzing aan leerstoelgroep: onderwijsleerproblemen Scrptiebegeleider: Peter de Jong

2 De invloed van fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid op de ontwikkeling van lezen in het eerste jaar van de leesinstructie. Abstract In dit onderzoek is onderzocht welke factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van lezen in het eerste jaar van de leesinstructie. Er is gekeken naar de invloed van fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid op lezen (leesaccuratesse en leessnelheid). De onderzoeksgroep bestond uit 107 kinderen uit groep 3 van vijf basisscholen. Met behulp van taken zijn fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid gemeten, als mede de leesaccuratesse en leessnelheid. Daarnaast zijn ook nog andere achterliggende factoren gemeten. Hiermee is aan het begin en aan het eind van groep 3 de leesontwikkeling van elke deelnemer vastgelegd. Gebleken is dat in het eerste jaar van de leesinstructie vooral leesaccuratesse belangrijk leek te worden, dat fonologisch bewustzijn vooral gerelateerd is aan leesaccuratesse en benoemsnelheid aan zowel leesaccuratesse als leessnelheid. Benoemsnelheid lijkt hiermee dus meer invloed te hebben op lezen gedurende het eerste jaar van de leesinstructie dan gedacht werd. Inleiding Beginnend lezen Kinderen beginnen meestal in groep 3 met lezen. Om te leren lezen, moeten jonge kinderen onder andere het alfabetische principe begrijpen. Dit is het idee dat letters in geschreven woorden, fonemen in gesproken woorden weergeven (Lervag, Braten & Hulme, 2009). Wanneer kinderen het alfabetische principe begrijpen, leren ze de letters (grafemen) uit een geschreven woord, om te zetten in klanken (fonemen) (Share, 2008). Dit wordt fonologisch decoderen genoemd en is een manier om woorden te herkennen. Wanneer kinderen beter gaan lezen, wordt directe woordherkenning belangrijker. Bij directe woordherkenning wordt het woord in één keer herkend. Naarmate woorden vaker gelezen worden, zullen ze sneller worden herkend. Directe woordherkenning is nodig voor het vlot kunnen lezen (Wimmer & Goswami, 1994). Vervolgens gaan vaardigheden zoals letterkennis, fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid een steeds grote rol spelen in de

3 ontwikkeling van het lezen (Lervag, Braten & Hulme, 2009). Hier kom ik later op terug. Volgens de self-teaching hypothese van Share (1995; 1999) is fonologisch decoderen belangrijk voor het verwerven van directe woordherkenning. Elke succesvolle decodering van een nieuw woord geeft de gelegenheid om een orthografische representatie te vormen waarop directe woordherkenning is gebaseerd (Share, 1999). De orthografische representaties zijn nodig om woorden direct te herkennen en vloeiend en moeiteloos te lezen. Naarmate de directe woordherkenning toeneemt, zal dus ook de leesvaardigheid toenemen. Volgens Share gebeurt het verwerven van orthografische representaties in een proces van twee stappen. In de eerste stap wordt een (onbekend) geschreven woord omgezet in de gesproken vorm door het vertalen van de letters naar de bijbehorende klank en het aaneenrijgen van deze klanken. Als deze fonologische decodering succesvol is, kan in de tweede stap een associatie worden gemaakt tussen de geschreven en de gesproken vorm van het woord. Cognitieve en niet-cognitieve factoren In dit onderzoek wordt de vraag gesteld welke cognitieve factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van lezen in het eerste jaar van leesinstructie. De belangrijkste cognitieve factoren die van invloed zijn op het leren lezen in groep 3 zijn onder andere letterkennis, fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid. Letterkennis is een voorwaarde die nodig is om te kunnen lezen (Lervag, Braten & Hulme, 2009). Volgens Muter, Hulme, Snowling en Stevenson (2004) is letterkennis nodig voor woordherkenning en hiermee een sterke voorspeller van de vroege leesontwikkeling (zie ook de Jong & van der Leij, 1999). Wanneer een kind beschikt over letterkennis wordt fonologisch decoderen, het omzetten van letters in klanken, gemakkelijker (Lervag, Braten & Hulme, 2009). Naast letterkennis heeft het fonologisch bewustzijn invloed op de leesontwikkeling. Fonologisch bewustzijn kan gedefinieerd worden als het bewustzijn van de klankstructuur van een taal. Het is het vermogen om klanken in gesproken woorden te herkennen en te manipuleren (Torgesen, Wagner, Rashotte, Burgess & Hecht, 1997) en is nodig bij leestaken waar fonologisch decoderen wordt vereist (Vaessen & Blomert, 2010). Volgens Vaessen en Blomert (2010) is het fonologische bewustzijn belangrijk bij beginnende lezers en blijkt het een significante voorspeller te zijn van lezen (zie ook Patel, Snowling & de Jong, 2004). Onderzoek heeft aangetoond dat naast letterkennis en fonologisch bewustzijn de benoemsnelheid ook van invloed is op de leesontwikkeling (de Jong & van der Leij, 1999). Benoemsnelheid is de snelheid waarmee de namen van zeer bekende items, zoals cijfers en

4 kleuren, worden geproduceerd (Lervag, Braten & Hulme, 2009; Patel, Snowling & de Jong, 2004). De leesontwikkeling wordt naast cognitieve factoren ook beïnvloed door nietcognitieve factoren. Onder niet-cognitieve factoren valt onder andere de omgeving van het kind, zoals de orthografie van een taal (Wimmer & Goswami, 1994). In een transparante orthografie, zoals Nederlands, is de relatie tussen de orthografie en de fonologie consistent (Georgiou, Parrila & Papadopoulos, 2008). In een niet-transparante orthografie, zoals Engels, is deze relatie veel inconsistenter. Beginnende lezers hebben dan meer tijd nodig om de relaties te leggen en te leren lezen. Daarom verloopt de leesontwikkeling in lezers van een transparante orthografie sneller dan in lezers van een niet-transparante orthografie. Er moet wel gezegd worden dat dit geconcludeerd is uit onderzoek waarbij alleen gekeken is naar éénlettergrepige woorden. Naarmate een woord langer wordt, zoals meerlettergrepige woorden, is er ook meer inconsistentie in de Nederlandse orthografie (Patel, Snowling & de Jong, 2004). Om te leren lezen wordt fonologisch bewustzijn vereist (Patel, Snowling & de Jong, 2004). Het effect van fonologisch bewustzijn op de leesontwikkeling in een transparante orthografie kan worden beperkt tot het eerste jaar van de leesinstructie tot de accuratesse in fonologisch decoderen is bereikt (de Jong & van der Leij, 1999). Lezers van een transparante orthografie zullen accurater zijn op jongere leeftijd dan lezers in een niet-transparante orthografie, omdat ze de orthografisch representaties van woorden sneller gevormd hebben. In een niet-transparante orthografie, lijkt deze accuratesse pas later in de leesontwikkeling bereikt te worden. Daarom zal fonologisch bewustzijn langer van invloed blijven (Landerl, Wimmer & Frith, 1997; de Jong & van der Leij, 2002). Wanneer de invloed van fonologisch bewustzijn op lezen langzamerhand minder wordt, zal leessnelheid belangrijker worden (Share, 1999; Vaessen & Blomert, 2010). Volgens Yap en van der Leij (1993) komen leesproblemen in transparante orthografieën het eerste tot uiting in de leessnelheid en dit maakt het beste onderscheid tussen slechte en goede lezers (Wimmer, 1993). Dit kan een reden zijn waarom leesonderzoek in transparante orthografieën voornamelijk op leessnelheid gericht is (Patel, Snowling & de Jong, 2004). Uit onderzoek is gebleken dat leesaccuratesse en leessnelheid verschillende aspecten van lezen zijn. Volgens Wolf en Bowers (1999) is leesaccuratesse vooral gerelateerd aan fonologisch bewustzijn en leessnelheid meer aan benoemsnelheid. In fonologisch bewustzijn is het begrip van de klankstructuur van een taal nodig om klanken in gesproken woorden te herkennen en te manipuleren, dat weer nodig is voor het verwerven van directe

5 woordherkenning (Torgesen, et al., 1997; Share, 1999). Het is een accuratesse maat, omdat wanneer er eenmaal accuraat wordt gelezen de invloed van fonologisch bewustzijn minder wordt. Vervolgens wordt de snelheid waarin gelezen wordt belangrijker (de Jong & van der Leij, 1999; Share, 1999; Vaessen & Blomert, 2010). Dit is gerelateerd aan benoemsnelheid, omdat het hierbij voornamelijk gaat om de snelheid waarin items worden geproduceerd (Patel, Snowling & de Jong, 2004). Dat leesaccuratesse vooral is gerelateerd aan fonologisch bewustzijn en leessnelheid meer aan benoemsnelheid, wordt ondersteund door het onderzoek van Georgiou, Parrila en Papadopoulos (2008). Dit onderzoek beschrijft dat de orthografie waarin gelezen wordt belangrijk is om rekening mee te houden bij het verklaren van de leesontwikkeling. Uit het onderzoek blijkt dat in transparante orthografieën bij lezen vooral gebruik gemaakt wordt van op snelheid gerichte metingen en dit kan leiden tot de sterke rol van benoemsnelheid. In niettransparante orthografieën wordt voor het meten van leesvaardigheid juist meer gebruik gemaakt van op accuratesse gerichte metingen. Dit kan leiden tot de sterke rol van fonologisch bewustzijn dat ook meestal een accuratesse maat is. Doordat transparante orthografieën zich voornamelijk op leessnelheid richten, kan dit leiden tot de onderschatting van de rol van fonologisch bewustzijn in de leesontwikkeling (Vaessen & Blomert, 2010). In Nederland richt onderzoek zicht vooral op de snelheid van de leesontwikkeling. Er is maar weinig onderzoek waarin zowel accuratesse als snelheid van lezen worden bekeken en er is betrekkelijk weinig bekend over de invloed van fonologisch bewustzijn op leessnelheid en de invloed van benoemsnelheid op leesaccuratesse. Dit is de reden voor de centrale vraag in dit onderzoek: in welke mate fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid invloed hebben op de leesontwikkeling, dat wil zeggen zowel op leesaccuratesse als op leessnelheid. Door aan het begin en einde van groep 3, het eerste jaar van de leesinstructie, metingen uit te voeren die gericht zijn op de factoren die van invloed zijn op de leesontwikkeling, wil ik bepalen in welke mate de leesontwikkeling verklaard kan worden door fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid. Dit ga ik doen om uiteindelijk antwoord te kunnen geven op de vraag welke factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van lezen in het eerste jaar van de leesinstructie. Verwacht wordt dat fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid invloed hebben op zowel leessnelheid als leesaccuratesse.

6 Methode Deelnemers Het aantal deelnemers in deze studie waren 114 kinderen uit groep 3 van vijf basisscholen uit de omgeving van Amsterdam. Het betreft kinderen in de leeftijd van zes tot acht jaar. Tabel 1. Gemiddelde leeftijd en standaarddeviatie deelnemers in maanden. Meetmoment 1 Meetmoment 2 Aantal N M SD M SD Totaal Jongens Meisjes Meetinstrumenten Tijdens twee meetmomenten zijn taken afgenomen bij de kinderen die gericht zijn om een indruk van de intelligentie te krijgen en de leesontwikkeling in kaart te brengen. Blokpatronen Om een indruk van de intelligentie van elk kind te krijgen, werd de blokpatronen subtest van de WISC-III NL (Wechsler Intelligence Scale for Children) afgenomen (Kort, Compaan, Bleichrodt, Resing, Schittekatte, Bosmans, Vermeir & Verhaeghe, 2002). In deze test moest het kind met blokjes een patroon naleggen binnen de tijdslimiet van 45 seconden. Dit kan iets zeggen over het ruimtelijke inzicht van het kind. De score en de tijd die het kind nodig heeft om het patroon neer te leggen werden genoteerd in het score formulier. Na drie opeenvolgende fouten, werd de test afgebroken. Woordenschat Om een indruk van de intelligentie van elk kind te krijgen werd ook de woordenschat subtest van de WISC-III NL afgenomen (Kort, et al., 2002). In deze test moest het kind de betekenis van allerlei woorden geven. Dit zegt iets over de kennis van woorden die het kind heeft. Het kind werd gevraagd om in eigen woorden een omschrijving van het woord te geven. Wanneer

7 het kind de betekenis van een woord wist, kreeg het 2 punten. Wanneer het kind een inhoudelijk minder duidelijk antwoord gaf, kreeg het 1 punt. Bij een vaag of onjuist antwoord, kreeg het kind geen punten. De score werd genoteerd op het score formulier. Na vijf opeenvolgende onjuiste antwoorden, werd de test afgebroken. Klankdeletie (non)woorden Het fonologische bewustzijn werd in kaart gebracht door middel van een klankdeletietest. De test bestaat uit 24 echte woorden en 24 non-woorden, beide verdeeld over vier blokken. Elk item werd eerst verbaal gepresenteerd. Het kind werd gevraagd dit te herhalen. Hierna werd gevraagd hoe het woord klinkt wanneer een specifiek foneem uit het (non-)woord werd weggelaten. De positie van dit foneem varieerde. Naast deze deleties van een foneem in een woord, werd de snelheid waarmee dit gedaan gemeten. De snelheid werd gemeten als de tijd tussen het begin van de stimulus en het drukken op de knop door de testleider nadat de reactie van de respondent is gegeven (Mann & Wimmer, 2002). Bij vier fouten binnen een blok, werd de test afgebroken. De analyses in dit onderzoek beperkte zich tot de scores van woorden. De scores op non-woorden werden buiten beschouwing gelaten. RAN-kleuren en RAN-cijfers De benoemsnelheid werd gemeten door middel van de RAN-kleuren en RAN-cijfers taak (Wolf & Denckla, 2005). De RAN-kleuren is een taak waarbij de kinderen zo snel mogelijk de namen van vier kleuren (blauw, groen, rood en geel) moesten noemen. Bij de RAN-cijfers moesten de kinderen zo snel mogelijk de namen van vier getallen (2, 4, 5 en 7) noemen. Beide taken bevatten 24 items per kaart en elke taak bevat twee kaarten. Na het benoemen van de items op de kaart, werd er op de knop gedrukt door de testleider. Hiermee werd de tijd geregistreerd. Vervolgens werden de fouten en overgeslagen antwoorden ingevoerd in de computer. Wat betreft de scoring geven de RAN-kleuren en RAN-cijfers twee scores. Dit zijn de tijd waarin de 24 items worden genoemd en het aantal foute antwoorden. Er is gekozen de tijd om te scoren naar het aantal genoemde items per seconden en alleen de scores van de RAN-cijfers mee te nemen in de uiteindelijke analyses. Deze keuze is gebaseerd op de correlaties tussen de twee meetmomenten en is dus een betere maat om voorspellingen mee te doen.

8 Leesaccuratesse Accuratesse van het lezen werd gemeten door middel van het lezen van woorden en nonwoorden. Elke test bevat 40 items, die toenemen in moeilijkheid. Het kind werd gevraagd de (non-)woorden op te lezen, zonder tijdsdruk. De score was het aantal (non-)woorden dat correct werd gelezen. Bij vier opeenvolgende fouten, werd de test afgebroken. Leessnelheid Snelheid van het lezen werd gemeten door middel van de Eén-Minuut-Test (EMT) van Brus en Voeten (1995), de Drie-Minuten-Toets (DMT) van Verhoeven (1995) en De Klepel (van den Bos, lutje Spelberg, Scheepstra & de Vries, 1994). De EMT bestaat uit 116 woorden en de DMT (kaart 1a) uit 150 woorden. In beide leestaken moet het kind gedurende één minuut zo snel mogelijk de woorden voorlezen zonder fouten te maken. De Klepel bestaat uit 116 non-woorden en hierbij moet het kind gedurende twee minuten zo snel mogelijk de nonwoorden voorlezen zonder fouten te maken. De score was steeds het aantal correct voorgelezen (non-) woorden binnen één minuut (Klepel1) en binnen twee minuten (Klepel2). In de analyses werden voor leessnelheid woorden de EMT en de DMT samengenomen en leessnelheid non-woorden beperkte zich tot de scores op de Klepel2. Procedure De kinderen participeerden in een cross- linguïstisch onderzoek naar de leesontwikkeling, waarmee bepaald werd in welke mate er veranderingen hebben plaatsgevonden. In november 2011, heeft het eerste meetmoment plaatsgevonden en in de periode april - mei 2012 het tweede meetmoment. De taken in het eerste meetmoment waren blokpatronen, woordenschat, klankdeletie, RAN-kleuren, RAN-cijfers, leesaccuratesse en leessnelheid. Het tweede meetmoment bevat alleen de taken klankdeletie, RAN-kleuren, RAN-cijfers, leesaccuratesse en leessnelheid. De taken werden verdeeld over twee sessies, A en B. De volgorde van sessies werd afgewisseld over de kinderen. Eén sessie nam rond de 30 minuten in beslag. De volgorde van de gehele testafname wordt weergeven in de bijlage. Elk kind werd getest door een getrainde testleidster.

9 Resultaten De resultaten bestaan uit vier verschillende onderdelen. Allereerst wordt een overzicht gegeven van de gemiddelden en standaarddeviaties van de taken die zijn afgenomen in het eerste jaar van de leesinstructie om de toename tussen de twee meetmomenten te bepalen. Vervolgens zijn de resultaten van correlaties tussen de taken op Meetmoment 1 en Meetmoment 2 weergeven. Zo wordt een indruk van de samenhang tussen de taken verkregen. De samenhang tussen de taken op Meetmoment 1 en lezen op Meetmoment 2 zijn ook berekend om een beeld te geven in welke mate lezen voorspeld kan worden. Tot slot is de variantie van de leesontwikkeling verklaard om na te gaan in welke mate fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid van invloed zijn op de leesontwikkeling. De steekproef bestond uit 114 deelnemers, waarvan er 107 werden meegenomen in de uiteindelijke analyses. Uit de skewness en kurtosis van de beschrijvende analyse van een twintigtal taken, bleek het om een scheve verdeling van de scores te gaan. Na analyse van de scatterplots van Meetmoment 1 en Meetmoment 2, werden zeven uitbijters verwijderd. Het betrof alleen uitbijters op de leesvariabele en deze waren onder te verdelen in drie slechte en drie goede lezers. Eén deelnemer werd als uitbijter beschouwd wegens een ontbrekende score op de RAN-cijfers taak. Na het verwijderen van de uitbijters, werd de afwijking in de verdeling minder. In Tabel 2 worden de gemiddelden, standaarddeviaties en effectgroottes weergeven, gebaseerd op de scores van de 107 deelnemers.

10 Tabel 2. Gemiddelden, standaarddeviaties en effectgrootte taken Meetmoment 1 & 2. Meetmoment 1 Meetmoment 2 Taken M SD M SD d Fonologisch bewustzijn woorden non-woorden Benoemsnelheid RAN-kleuren RAN-cijfers Leesaccuratesse woorden non-woorden Leessnelheid EMT DMT Klepel Klepel Tabel 2 toont de gemiddelden en standaarddeviaties van de scores op Meetmoment 1 en Meetmoment 2 op de verschillende taken van lezen en leesgerelateerde taken (fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid). De grootte van de toename van elke taak wordt weergeven door d (standaard effectgrootte). Dit is het aantal standaarddeviaties op Meetmoment 1 waarmee het gemiddelde van de taak op Meetmoment 2 is toegenomen ten opzichte van het gemiddelde op Meetmoment 1. Het toont het verschil tussen de twee meetmomenten. Met uitzondering van benoemsnelheid kleuren, zijn fonologisch bewustzijn en benoemsnelheidcijfers met ongeveer één standaarddeviatie toegenomen. Leesaccuratesse en leessnelheid laten een groter effect zien met een toename van meer dan twee standaarddeviaties op Meetmoment 2.

11 Tabel 3. Correlatie scores taken op Meetmoment 1 en Meetmoment 2. Taken FB BSc Acc W Acc NW Sn W Sn NW FB..322**.479**.473**.455**.448** BSc.304**.242* **.411* Lezen Acc W.517**.324**.726**.777**.603** Acc NW.582**..350**.686**.667**.590** Sn W.438**.467**.742**.705**.906** Sn NW.467**.324**.713**.752**.866** Noot 1. Correlaties van Meetmoment 1 zijn weergeven boven de diagonaal en van Meetmoment 2 onder de diagonaal. Noot 2. Fonologisch bewustzijn (FB), RAN-cijfers (BSc), leesaccuratesse woorden (Acc W), leesaccuratesse non-woorden (Acc NW), leessnelheid woorden (Sn W) en leessnelheid nonwoorden (Sn NW). **p <.01 *p <.05 In Tabel 3 zijn de correlaties tussen de taken op Meetmoment 1 en lezen op Meetmoment 2 weergeven. De correlaties tussen fonologisch bewustzijn en lezen (leesaccuratesse en leessnelheid) op Meetmoment 1 en Meetmoment 2 zijn op leessnelheid ongeveer gelijk gebleven, terwijl de correlaties tussen fonologisch bewustzijn en leesaccuratesse iets zijn toegenomen op Meetmoment 2. De correlaties tussen benoemsnelheid en lezen zijn hoger op leessnelheid en ongeveer gelijk gebleven op Meetmoment 2. Op leesaccuratesse tonen de correlaties een toename van bijna een twee keer zo hoge correlatie op Meetmoment 2. De correlaties tussen leesaccuratesse en leessnelheid zijn het hoogste van alle taken en licht gestegen op Meetmoment 2.

12 Tabel 4. Correlaties tussen taken Meetmoment 1 en lezen Meetmoment 2. Lezen Meetmoment 2 Meetmoment 1 Acc W Acc NW Sn W Sn NW Fonologisch bewustzijn.455**.434**.245*.276** Benoemsnelheid.435**.352**.451**.344** Lezen Acc W.531**.493**.468**.368** Acc NW.459**.448**.414**.395** Sn W.671**.528**.592**.483** Sn NW.653**.501**.547**.480** **p <.01 *p <.05 In Tabel 4 zijn de correlaties tussen de taken op Meetmoment 1 en lezen (leesaccuratesse en leessnelheid) op Meetmoment 2 weergeven. De correlaties tonen een significant verband en zijn het hoogst tussen lezen op Meetmoment 1 en Meetmoment 2. Fonologisch bewustzijn heeft een hogere correlatie met leesaccuratesse dan met leessnelheid. Benoemsnelheid toont een vergelijkbare correlatie op zowel leesaccuratesse als leessnelheid. Het valt op dat de correlaties tussen de taken op Meetmoment 1 en lezen op Meetmoment 2 niet heel hoog zijn (<.70).

13 Tabel 5. Regressieanalyses fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid met lezen (toename van verklarende variantie). Lezen Stap Acc W Acc NW Sn W Sn NW Met autoregressor 1. Leeftijd Autoregressor 29.4** 19.9** 35.9** 23.4** 3. Blokpatronen Woordenschat Fonologisch bewustzijn 4.2* 5.7** Benoemsnelheid 5.9** 4.0* 4.7** Benoemsnelheid 8.0** 6.5** 4.5** Fonologisch bewustzijn * Zonder autoregressor 1. Leeftijd Blokpatronen * * 3. Woordenschat 3.6* Fonologisch bewustzijn 16.2** 15.5** 4.9* 5.6* 5. Benoemsnelheid * Benoemsnelheid 5.5* 3.5* 6.3** Fonologisch bewustzijn 13.4** 13.3** * **p <.01 *p <.05 In Tabel 5 zijn de resultaten van de regressieanalyses weergeven. De resultaten tonen in hoeverre lezen (leesaccuratesse en leessnelheid) op Meetmoment 2 worden verklaard door de algemene intelligentie factoren (leeftijd, blokpatronen en woordenschat), de autoregressor, fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid op Meetmoment 1. Er is gecontroleerd op de algemene intelligentie factoren op Meetmoment 1. Deze blijken niet verantwoordelijk te zijn voor het verklaren van de variantie van lezen op Meetmoment 2. De autoregressor is lezen (leesaccuratesse of leessnelheid) op Meetmoment 1. Deze verklaart de meeste variantie op leesaccuratesse (19.9% tot 29.4%) en leessnelheid (23.4% tot 35.9%) op Meetmoment 2. Fonologisch bewustzijn lijkt nog extra variantie in de leesaccuratesse van (non-)woorden te

14 verklaren. Deze is laag, maar wel significant (3.2% tot 5.7%). Benoemsnelheid verklaart nog extra variantie op zowel leesaccuratesse (4.0% tot 8.0%) als op leessnelheid woorden (4.5% tot 4.7% ). Wanneer de autoregressor niet wordt meegenomen, lijkt vooral fonologisch bewustzijn variantie te verklaren op zowel leesaccuratesse als leessnelheid dan wanneer de autoregressor wel wordt meegenomen. Voor fonologisch bewustzijn op leesaccuratesse is dit het grootst, namelijk 13.3% tot 16.2%. Op leessnelheid is dit 4.7% tot 5.6%. Benoemsnelheid verklaart weinig variantie op leesaccuratesse (3.5% tot 5.5%) en doet dit niet bovenop fonologisch bewustzijn. Op leessnelheid woorden verklaart benoemsnelheid wel wat variantie (4.6% tot 6.3%). Discussie Om antwoord te kunnen geven op de vraag welke factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van lezen in het eerste jaar van de leesinstructie, zijn verschillende analyses uitgevoerd. Eerst is de effectgrootte van de taken gericht op fonologisch bewustzijn, benoemsnelheid, leesaccuratesse en leessnelheid berekend met behulp van de gemiddelden en standaarddeviaties. Dit is gedaan om een indruk van de toename van de scores tussen de twee meetmomenten te krijgen. De toename was groter voor de leestaken (leesaccuratesse en leessnelheid) dan op fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid. Vervolgens is de samenhang berekend tussen de taken op Meetmoment 1 en Meetmoment 2. Uit de correlaties is gebleken dat fonologisch bewustzijn een vergelijkbare samenhang heeft met zowel leesaccuratesse als leessnelheid op Meetmoment 1. Benoemsnelheid hangt op dit meetmoment vooral samen met leessnelheid. Op Meetmoment 2 leken voor zowel fonologisch bewustzijn als benoemsnelheid de samenhang met leesaccuratesse te zijn toegenomen. Dit sluit aan op de bevindingen van de Jong en van der Leij (1999) dat het effect van fonologisch bewustzijn op de leesontwikkeling beperkt is tot het eerste jaar van de leesinstructie en nauwelijks meer extra invloed heeft als de accuratesse in fonologisch decoderen is bereikt. Na het berekenen van de samenhang tussen de taken op Meetmoment 1 en Meetmoment 2, is de samenhang berekend tussen de taken op Meetmoment 1 en lezen op Meetmoment 2. De correlaties toonden een significant verband dat indiceerde dat lezen op Meetmoment 2 voorspeld kan worden door de taken op Meetmoment 1. Fonologisch bewustzijn heeft meer samenhang met leesaccuratesse dan met leessnelheid. Dit sluit aan op

15 onderzoek van Georgiou, Parrila en Papadopoulos (2008) en betekent dat leesaccuratesse vooral gerelateerd is aan fonologisch bewustzijn. Benoemsnelheid heeft een vergelijkbare samenhang met zowel met leessnelheid en leesaccuratesse en lijkt hiermee misschien wel meer invloed te hebben op het leren lezen (leesaccuratesse en leessnelheid) dan fonologisch bewustzijn. Dit is merkwaardig, want er wordt gezegd dat benoemsnelheid meer gerelateerd is aan leessnelheid (Patel, Snowling & de Jong, 2004). Om de correlaties nader te bekijken en te bepalen in welke mate fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid invloed hebben op lezen, zijn er regressieanalyses uitgevoerd. Uit de regressieanalyses is gebleken dat de algemene intelligentie factoren niet verantwoordelijk zijn voor het verklaren van lezen op Meetmoment 2. Dit betekent dat intelligentie dus niet helemaal de toename van de leesontwikkeling verklaard. Vooral lezen op Meetmoment 1 lijkt lezen op Meetmoment 2 het beste te kunnen voorspellen, wat een verklaring kan zijn waarom fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid nog maar weinig extra verklaren. Wanneer niet naar de invloed van lezen op Meetmoment 1 werd gekeken, leek fonologisch bewustzijn lezen op Meetmoment 2 het beste te kunnen voorspellen. Hiermee lijkt fonologisch bewustzijn al een onderdeel van lezen op Meetmoment 1 te zijn en is dus al aan het begin van de leesontwikkeling van invloed. Een verklaring waarom fonologisch bewustzijn niks op de leessnelheid lijkt te verklaren is dat wanneer er eenmaal accuraat wordt gelezen de invloed van fonologisch bewustzijn minder wordt. Volgens de Jong en van der Leij (1999), Share (1999) en Vaessen en Blomert (2010) wordt dan pas de snelheid waarmee gelezen wordt belangrijker. Benoemsnelheid lijkt meer invloed dan fonologisch bewustzijn te hebben op lezen, omdat het zowel leesaccuratesse als leessnelheid kan voorspellen. Uit de correlaties bleek al dat benoemsnelheid niet exclusief aan snelheid is gerelateerd en ook de regressieanalyse toonde dat benoemsnelheid vrij veel variantie verklaarde op leesaccuratesse in verhouding tot leessnelheid. Dit is niet in overeenstemming met wat verwacht werd want volgens de Patel, Snowling en de Jong (2004) is benoemsnelheid meer gerelateerd aan leessnelheid omdat het hierbij voornamelijk gaat om de snelheid waarin items worden geproduceerd. Concluderend kan gezegd worden dat in het eerste jaar van de leesinstructie vooral leesaccuratesse belangrijk lijkt te worden. Gebleken is dat fonologisch bewustzijn aan het begin van groep 3 belangrijk lijkt te zijn en vooral gerelateerd aan leesaccuratesse. Benoemsnelheid lijkt pas later in de leesontwikkeling belangrijker te worden en naast leessnelheid ook gerelateerd te zijn aan leesaccuratesse. Benoemsnelheid lijkt hiermee dus meer invloed te hebben op lezen gedurende het eerste jaar van de leesinstructie dan gedacht

16 werd. Waarschijnlijk is de leesaccuratesse grotendeels bereikt aan het einde van groep 3 en is hiermee de invloed van fonologisch bewustzijn op lezen afgenomen. Dit verklaart waarom fonologisch bewustzijn minder gerelateerd is aan leessnelheid, omdat met het bereiken van leesaccuratesse de invloed van fonologisch bewustzijn afneemt en de leessnelheid belangrijker begin te worden. Hiermee neemt de invloed van benoemsnelheid toe.

17 Literatuur Brus, B. T. & Voeten, M. J. M. (1995). Een-minuut-test. Nijmegen, Netherlands: Berkhout. de Jong, P. F. & van der Leij, A. (1999). Specific contributions of phonological abilities to early reading acquisition: Results from a Dutch latent variable longitudinal study. Journal of Educational Psychology, 91, de Jong, P. F., & van der Leij, A. (2002). Developmental changes in the manifestation of a phonological deficit in dyslexic children learning to read a regular orthography. Journal of Educational Psychology, 95, Georgiou, G. K., Parrila, R. & Papadopoulos, T. C. (2008). Predictors of Word Decoding and Reading Fluency Across Languages Varying in Orthographic Consistency. Journal of Educational Psychology, 100(3), Kort, W., Compaan, E.L., Bleichrodt, N., Resing, W.C.M., Schittekatte, M., Bosmans, M., Vermeir, G. & Verhaeghe, P. (2002). WISC-III NL Handleiding. Amsterdam: NIP Dienstencentrum. Landerl, K. & Wimmer, H. (2008). Development of word reading fluency and spelling in a consistent orthography: An 8-year follow-up. Journal of Educational Psychology, 100, Landerl, K., Wimmer, H. & Frith, U. (1997). The impact of orthographic consistency on dyslexia: A German-English comparison. Cognition, 63, Lervag, A., Braten, I. & Hulme, C. (2009).The Cognitive and Linguistic Foundations of Early Reading Developmens. Developmental Psychology, 45(3), Mann, V. & Wimmer, H. (2002). Phoneme awareness and pathways into literacy: A comparison of German and American children. Reading and Writing: An Interdisciplinary Journal, 15, Muter, V., Hulme, C., Snowling, M. & Stevenson, J. (2004). Phonemes, rimes, vocabulary, and grammatical skills as foundations of early reading development: Evidence from a longitudinal study. Developmental Psychology, 40, Patel, T. K., Snowling, J. S. & de Jong, P. F. (2004). A cross-linguistic comparison of children learning to read in English and Dutch. Journal of Educational Psychology, 96(4), Share, D. L. (1995). Phonological recoding and self-teaching: Sine qua non of reading acquisition. Cognition, 55, Share, D. L. (1999). Phonological recoding and orthographic learning: A direct test of the selfteaching hypothesis. Journal of Experimental Child Psychology, 72, Share, D. L. (2008). On the Anglocentricities of current reading research and practice: The perils of overreliance on an outlier orthography. Psychological Bulletin, 134, Torgesen, J. K., Wagner, R. K., Rashotte, C. A.. Burgess, S. & Hecht, S. (1997). Contributions of Phonological Awareness and Rapid Automatic Naming Ability to the Growth of Word-Reading Skills in Second-to Fifth-Grade Children. Scientific studies

18 of Reading, 1(2), Vaessen, A. & Blomert, L. (2010). Long-term cognitive dynamics of fluent reading development. Journal of Experimental Child Psychology, 105, Van den Bos, K. P., lutje Spelberg, H. C., Scheepstra, A. M. J. & de Vries, J. R. (1994). De Klepel: handleiding. Nijmegen, Nederland: Berkhout. Verhoeven, L. (1995). Drie-Minuten-Toets: Handleiding. Arnhem, Netherlands: CITO. Wimmer, H. (1993). Characteristic of developmental dyslexia in a regular writing system. Applied Psycholinguistics, 14, Wimmer, H. (2006). Don t neglect reading fluency! Developmental Science,9, Wimmer, H. & Goswami, U. (1994).The influene of orthographic consistency on reading development: word recognition in English and German children. Cognition, 51, Wolf, M. & Bowers, P. G. (1999). The double deficit hypothesis for the developmental dyslexias. Journal of Educational Psychology, 91, Wolf, M. & Denckla, M. B. (2005). Rapid automatized naming and rapid alternating stimulus tests (RAN/RAS). Austin: PRO-ED. Yap, R. & van der Leij, A. (1993). Word processing in dyslexics: An automatic decoding deficit? Reading and Writing, 5,

19 Bijlage Volgorde testafname Meetmoment 1: Sessie A Letter Klank test Letter Naam test WISC Blokpatronen Accuratesse: Woorden lezen Accuratesse: Non-woorden lezen WISC Woordenschat Snelheid: Woorden lezen (EMT) Snelheid: Non-woorden lezen (Klepel) Snelheid: Woorden lezen (DMT) Spellingtest Leesinteresse vragenlijst Sessie B Letter klank test Letter naam test Benoemsnelheid kleuren (RAN-kleuren) Klankdeletie test: Woorden Benoemsnelheid cijfers (RAN-cijfers) Non-woord repetitie test Klankdeletie test: Non-woodren Volgorde testafname Meetmoment 2: Sessie A Accuratesse: Woorden lezen Accuratesse: Non-woorden lezen Leesinteresse vragenlijst Leesmotivatie vragenlijst Snelheid: Woorden lezen (EMT)

20 Snelheid: Non-woorden lezen (Klepel) Snelheid: Woorden lezen (DMT) Spellingtest Sessie B Benoemsnelheid kleuren (RAN-kleuren) Klankdeletie test: Woorden Orthografische keuze test Benoemsnelheid cijfers (RAN-cijfers) Non-woord repetitie test Klankdeletie test: Non-woorden Cijferreeksen

Fonemisch bewustzijn, benoemsnelheid en leren lezen

Fonemisch bewustzijn, benoemsnelheid en leren lezen Fonemisch bewustzijn, benoemsnelheid en leren lezen P. de Jong en G. Wolters Samenvatting Benoemsnelheid wordt de laatste jaren, naast fonemisch bewustzijn, steeds meer gezien als een belangrijke determinant

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

De relatie tussen leesprocessen, cognitieve vaardigheden onderliggend aan woordlezen en de leesuitkomst

De relatie tussen leesprocessen, cognitieve vaardigheden onderliggend aan woordlezen en de leesuitkomst De relatie tussen leesprocessen, cognitieve vaardigheden onderliggend aan woordlezen en de leesuitkomst Masterscriptie Orthopedagogiek, Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Universiteit van

Nadere informatie

Weak Reader, Weak Speller or Both: What Underliying Skills Predict Reading and Spelling Best in Seventh Grade?

Weak Reader, Weak Speller or Both: What Underliying Skills Predict Reading and Spelling Best in Seventh Grade? Weak Reader, Weak Speller or Both: What Underliying Skills Predict Reading and Spelling Best in Seventh Grade? Masterscriptie Orthopedagogiek Naam student: Mirjam de Jong Datum: januari 2012 Begeleiders:

Nadere informatie

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T.

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Zeguers Het menselijke brein is waarschijnlijk niet uitgerust

Nadere informatie

Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier

Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier Onderzoek naar Leessnelheid, Leesbegrip en Onderliggende Vaardigheden Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen

Nadere informatie

STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR. 1. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo

STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR. 1. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR 1. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo Marco van de Ven, Esther Steenbeek-Planting, Cindy Teunissen, Ludo Verhoeven In hoeverre vindt

Nadere informatie

Het belang van de visuele aandachtsspanne bij het leren lezen.

Het belang van de visuele aandachtsspanne bij het leren lezen. Het belang van de visuele aandachtsspanne bij het leren lezen. Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam V.C. Apeldoorn Begeleiding: Dr. P.F.

Nadere informatie

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie Peter F. de Jong Brussel, Juni 2014 Overzicht Belang van kennis over oorzaken Belangrijkste oorzaken Enkele

Nadere informatie

Symbolische numerieke vaardigheden zijn even belangrijk voor rekenen als fonologisch bewustzijn voor lezen

Symbolische numerieke vaardigheden zijn even belangrijk voor rekenen als fonologisch bewustzijn voor lezen Symbolische numerieke vaardigheden zijn even belangrijk voor rekenen als fonologisch bewustzijn voor lezen Kiran Vanbinst, Daniel Ansari, Pol Ghesquière, & Bert De Smedt Situering Technisch lezen + elementair

Nadere informatie

Leren lezen in het Engels op de basisschool

Leren lezen in het Engels op de basisschool Leren lezen in het Engels op de basisschool Ans van Berkel Om te kunnen lezen in een vreemde taal moet je niet alleen in staat zijn de betekenis van het gelezene te verwerken, maar moet je allereerst de

Nadere informatie

Veerle Smans & Bart Boets 2. Abstract

Veerle Smans & Bart Boets 2. Abstract Het belang van fonologische vaardigheden in de vroege leesontwikkeling Een prospectieve longitudinale studie bij kinderen met familiaal risico op dysleie 1 Veerle Smans & Bart Boets 2 Abstract Deze longitudinale

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Visuele aandachtspanne. Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam

Visuele aandachtspanne. Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam Visuele aandachtspanne Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam Programma Waarom visuele aandachtspanne (VAS)? Wat is VAS? Relatie met lezen Recente ontwikkelingen Samenvatting Vragen Dyslexie Een

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 4 expertisecentrum nederlands 4 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

De relatie tussen taal en leesvaardigheid. The relationship between language and reading skills

De relatie tussen taal en leesvaardigheid. The relationship between language and reading skills Running head: RELATIE TAAL EN LEESVAARDIGHEID De relatie tussen taal en leesvaardigheid Een onderzoek naar de relatie tussen taal en leesvaardigheden bij kinderen uit groep vier en zes van de basisschool

Nadere informatie

LEESVAARDIGHEDEN VAN KINDEREN MET EEN AUTISME SPECTRUMSTOORNIS

LEESVAARDIGHEDEN VAN KINDEREN MET EEN AUTISME SPECTRUMSTOORNIS LEESVAARDIGHEDEN VAN KINDEREN MET EEN AUTISME SPECTRUMSTOORNIS Hoe verhouden begrijpend lezen, automatisering, fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid zich tot het technisch en begrijpend lezen? Masterscriptie

Nadere informatie

Het verband tussen leesvaardigheden, fonologie en grammatica bij kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 12 jaar

Het verband tussen leesvaardigheden, fonologie en grammatica bij kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 12 jaar Running head: LEESVAARDIGHEDEN, FONOLOGIE & GRAMMATICA Het verband tussen leesvaardigheden, fonologie en grammatica bij kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 12 jaar The relationship between reading

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Actuele cognitieve theorieën over dyslexie. Prof. Dr. Pol Ghesquière Gezins- en Orthopedagogiek

Actuele cognitieve theorieën over dyslexie. Prof. Dr. Pol Ghesquière Gezins- en Orthopedagogiek Actuele cognitieve theorieën over dyslexie Prof. Dr. Pol Ghesquière Gezins- en Orthopedagogiek Wat is dyslexie? Specifiek probleem met het leren lezen en/of spellen = leerstoornis Manifesteert specifiek

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal

De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal n.j.veenendaal@uu.nl Introductie Resultaten proefschrift (2011-2015) Onderzoek 1: Leesvaardigheid 100+ kinderen

Nadere informatie

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs?

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs? Opgesteld door: José van der Hoeven Vraagsteller: docent voortgezet onderwijs Geraadpleegde experts: dr. Elise de Bree (UvA), dr. Madelon van den Boer (UvA) Referentie: Kennisrotonde. 2017. Wat is er bekend

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/19451

Nadere informatie

Taalvaardigheid, leesvaardigheid en fonologisch/fonemisch bewustzijn

Taalvaardigheid, leesvaardigheid en fonologisch/fonemisch bewustzijn Koptekst: TAALVAARDIGHEID, LEESVAARDIGHEID EN FONOLOGIE Universiteit Utrecht Faculteit Sociale Wetenschappen Pedagogische Wetenschappen Taalvaardigheid, leesvaardigheid en fonologisch/fonemisch bewustzijn

Nadere informatie

Predictoren voor beginnende geletterdheid 1

Predictoren voor beginnende geletterdheid 1 Predictoren voor beginnende geletterdheid 1 W. Verhagen, C. Aarnoutse en J. van Leeuwe 226 2006 (83) 226-245 Samenvatting Het primaire doel van dit longitudinale onderzoek bij 226 leerlingen is de predictie

Nadere informatie

Dyslexie en Engels als tweede taal

Dyslexie en Engels als tweede taal Dyslexie en Engels als tweede taal De rol van ervaring bij het lezen van Engelse woorden Lieke Koelen en Saskia Visser Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie Januari 2010 Samenvatting Uit recent

Nadere informatie

Verschil tussen stil en hardop lezen waar zit het hem in? Difference between aloud and silent reading

Verschil tussen stil en hardop lezen waar zit het hem in? Difference between aloud and silent reading waar zit het hem in? Difference between aloud and silent reading Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam R. Honig van den Bossche Begeleiding:

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Lezen is een essentiële vaardigheid om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Eén van de belangrijkste taken van het basisonderwijs is dan ook om alle kinderen te

Nadere informatie

De invloed van het (hoogbegaafd) Non-verbaal leervermogen op leesproblemen.

De invloed van het (hoogbegaafd) Non-verbaal leervermogen op leesproblemen. De invloed van het (hoogbegaafd) Non-verbaal leervermogen op leesproblemen. The influence of the (gifted) Nonverbal learning ability in readingproblems. Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige

Nadere informatie

De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie. Eva Staels

De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie. Eva Staels De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie Eva Staels 1 Verklarende theorieën Specificiteitsparadox Specifiek Algemeen Pag. 2 Verklarende theorieën Specifiek Achterliggend defect

Nadere informatie

De neurobiologische basis van leren lezen en dyslexie

De neurobiologische basis van leren lezen en dyslexie De neurobiologische basis van leren lezen en dyslexie ONL congres juni 2011 Anniek Vaessen Literacy and Numeracy group Universiteit Maastricht Lezen en spellen in onze maatschappij LEZEN EN SPELLEN: -school/opleiding

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Het effect van context in een leestraining bij allochtone kinderen

Het effect van context in een leestraining bij allochtone kinderen Het effect van context in een leestraining bij allochtone kinderen Scriptie voor het doctoraalexamen Orthopedagogiek, Leren en Ontwikkeling, Katholieke Universiteit Nijmegen Door: S.E. Engelbregt Begeleiders:

Nadere informatie

Cognitieve verklaringsmodellen van dyslexie: een overzicht van recente wetenschappelijke bevindingen

Cognitieve verklaringsmodellen van dyslexie: een overzicht van recente wetenschappelijke bevindingen Cognitieve verklaringsmodellen van dyslexie: een overzicht van recente wetenschappelijke bevindingen Prof. Dr. Pol Ghesquière Gezins- en Orthopedagogiek Wat is dyslexie? Specifiek probleem met het leren

Nadere informatie

TOELICHTING OUDERS BIJ DE DYSLEXIERAPPORTAGE

TOELICHTING OUDERS BIJ DE DYSLEXIERAPPORTAGE TOELICHTING OUDERS BIJ DE DYSLEXIERAPPORTAGE In het dyslexierapport worden een aantal afkortingen en begrippen gebruikt die nadere uitleg behoeven. In de lijst die volgt worden deze in het kort uitgelegd.

Nadere informatie

Dyslexie, familiair risico en zwakke lezers: longitudinaal onderzoek van 6 tot 14 jaar. NHL- ECNO Groningen, 17 november 2016 p.1

Dyslexie, familiair risico en zwakke lezers: longitudinaal onderzoek van 6 tot 14 jaar. NHL- ECNO Groningen, 17 november 2016 p.1 1 Dyslexie, familiair risico en zwakke lezers: longitudinaal onderzoek van 6 tot 14 jaar. Ben Maassen Centre for Language and Cognition Groningen (CLCG) Research School of Behavioural and Cognitive Neurosciences

Nadere informatie

Het trainen van leesvloeiendheid. Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen

Het trainen van leesvloeiendheid. Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen Het trainen van leesvloeiendheid Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen D. (8 jaar) Ik ga het niet doen, want ik kan het toch niet H. (7 jaar) Ben ik al

Nadere informatie

Specialistische behandeling van dyslexie: Ieder zijn eigen tempo!

Specialistische behandeling van dyslexie: Ieder zijn eigen tempo! Anniek Vaessen & Patty Gerretsen Specialistische behandeling van dyslexie: Ieder zijn eigen tempo! Samenvatting Behandelingen voor dyslexie zijn langdurig en intensief. Het is echter niet bekend in hoeverre

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 7 expertisecentrum nederlands 7 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

De zin van onzinwoorden het gebruik van pseudowoorden bij de signalering, de diagnostiek en de behandeling van dyslexie

De zin van onzinwoorden het gebruik van pseudowoorden bij de signalering, de diagnostiek en de behandeling van dyslexie De zin van onzinwoorden het gebruik van pseudowoorden bij de signalering, de diagnostiek en de behandeling van dyslexie Tom Braams Tijdschrift voor Remedial Teaching, 2002/2, 5-9 Sinds in 1994 de Klepel

Nadere informatie

Dyslexie en rekenproblemen: De invloed van het fonologisch bewustzijn, benoemsnelheid en het verbaal korte termijngeheugen op rekenvaardigheden

Dyslexie en rekenproblemen: De invloed van het fonologisch bewustzijn, benoemsnelheid en het verbaal korte termijngeheugen op rekenvaardigheden Dyslexie en rekenproblemen: De invloed van het fonologisch bewustzijn, benoemsnelheid en het verbaal korte termijngeheugen op rekenvaardigheden Masterthesis Universiteit Utrecht Auteur: Renske Pals Studentnummer:

Nadere informatie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 5 expertisecentrum nederlands 5 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Ede - Academie Educatie. Lectoraat Talenten en Opbrengsten

Christelijke Hogeschool Ede - Academie Educatie. Lectoraat Talenten en Opbrengsten Christelijke Hogeschool Ede - Academie Educatie Lectoraat Talenten en Opbrengsten Onderzoeksprogramma Academische Opleidingsscholen Algemene informatie Gegevens deelnemers Titel onderzoeksplan Samenvatting

Nadere informatie

Hebben jonge kinderen met SLI een groter risico op dyslexie?

Hebben jonge kinderen met SLI een groter risico op dyslexie? Experimental ORL Hebben jonge kinderen met een groter risico op dyslexie? Prof. Dr. P. Ghesquière b mede namens E. Vandewalle a, Dr. B. Boets a,b en Prof. Dr. I. Zink a,c a ExpORL, b Gezins- en Orthopedagogiek

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

De samenhang tussen begrijpend lezen, technisch lezen en taalbegrip bij kinderen met en zonder leesproblemen

De samenhang tussen begrijpend lezen, technisch lezen en taalbegrip bij kinderen met en zonder leesproblemen Running head: BEGRIJPEND LEZEN, TECHNISCH LEZEN EN TAALBEGRIP De samenhang tussen begrijpend lezen, technisch lezen en taalbegrip bij kinderen met en zonder leesproblemen Masterthesis Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 3

Flitsend Spellen en Lezen 3 Flitsend Spellen en Lezen 3 Flitsend Spellen en Lezen 3 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden. Het programma heet Flitsend spellen en Lezen omdat veelvuldig gebruik

Nadere informatie

M. Tierens. W. Magez. K. Van Parijs. Normen: Jongens versus Meisjes?

M. Tierens. W. Magez. K. Van Parijs. Normen: Jongens versus Meisjes? M. Tierens W. Magez K. Van Parijs Normen: Jongens versus Meisjes? 2 CoVaT-CHC BASISVERSIE: NORMEN: JONGENS VERSUS MEISJES? M. Tierens, W. Magez & K. Van Parijs (2016) 1. Inleiding Bij psychologische tests

Nadere informatie

6-9-2012. Over de grenzen van taal en rekenen. Ontwikkeling van rekenvaardigheid bij baby s en peuters

6-9-2012. Over de grenzen van taal en rekenen. Ontwikkeling van rekenvaardigheid bij baby s en peuters 6-9-2012 Over de grenzen van taal en rekenen Over de invloed van taal op de rekenvaardigheid van jonge kinderen Tijs Kleemans Eliane Segers Ludo Verhoeven Behavioural Science Institute Even voorstellen

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 8 expertisecentrum nederlands 8 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

Invuldatum leerling dossier: 1. School en leerling gegevens. 2. Gegevens leerling. Naam school adres Postcode en plaats

Invuldatum leerling dossier: 1. School en leerling gegevens. 2. Gegevens leerling. Naam school adres Postcode en plaats Leerling dossier dyslexie Om te kunnen bepalen of een leerling in aanmerking komt voor vergoeding van het onderzoek en de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, vragen wij aan school om onderstaand

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

The phonological representations hypothesis of dyslexia : consequences for the formation of associations Messbauer, V.C.S.

The phonological representations hypothesis of dyslexia : consequences for the formation of associations Messbauer, V.C.S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The phonological representations hypothesis of dyslexia : consequences for the formation of associations Messbauer, V.C.S. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Bouwstenen van numerieke vaardigheden: Associaties tussen hoeveelheid en ruimte

Bouwstenen van numerieke vaardigheden: Associaties tussen hoeveelheid en ruimte Bouwstenen van numerieke vaardigheden: Associaties tussen hoeveelheid en ruimte Theoretische achtergrond De invloed van cultuur en embodiment op quantityspace mapping bij peuters Strategiegebruik bij quantity-space

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor met de Bibliotheek Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school (Monitor dbos) wil doelgericht samenwerken met de Bibliotheek om de taalontwikkeling en de informatievaardigheden

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 24.10.2018 Ontwikkelingsfuncties 5- tot 10-jarigen Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/8 Inleiding

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

Susan Fast. Keywords: orthografie - fonologie - leren vreemde taal - spelling

Susan Fast. Keywords: orthografie - fonologie - leren vreemde taal - spelling De rol van orthografische vaardigheden bij het leren van de spelling van nieuwe Franse woorden bij Nederlandse dyslectische en niet-dyslectische leerlingen Susan Fast Keywords: orthografie - fonologie

Nadere informatie

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Dyslexie is een specifieke leerstoornis waarbij sprake is van ernstige

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/56730

Nadere informatie

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m) WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)!!! Het woord test vermijden, beter: Ik heb wat spelletjes meegebracht waar we samen mee kunnen spelen. Je mag je intresse en enthousiasme laten blijken door bijvoorbeeld

Nadere informatie

Welk neuro-anatomisch netwerk ligt aan de basis van lezen en leesproblemen?

Welk neuro-anatomisch netwerk ligt aan de basis van lezen en leesproblemen? Welk neuro-anatomisch netwerk ligt aan de basis van lezen en leesproblemen? Dr. Maaike Vandermosten Prof. Dr. Pol Ghesquière Prof. Dr. Jan Wouters Dyslexia Collaboration KU Leuven (DYSCO) OVERZICHT 1.

Nadere informatie

Early Identification and Intervention in Children at Risk for Reading Difficulties A.G.F.M. Regtvoort

Early Identification and Intervention in Children at Risk for Reading Difficulties A.G.F.M. Regtvoort Early Identification and Intervention in Children at Risk for Reading Difficulties A.G.F.M. Regtvoort Samenvatting Leren lezen is een proces dat zich voor de meeste kinderen volgens een vast patroon over

Nadere informatie

Asraoui, A. (2012). Masteronderzoek. Universiteit Leiden. Juni 2012 REMEDIAL COACHING

Asraoui, A. (2012). Masteronderzoek. Universiteit Leiden. Juni 2012 REMEDIAL COACHING REMEDIAL COACHING Remedial Coaching met FAST-Methode heeft succes. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode a. Respondenten b. Procedure c. De Interventie: FAST-Methode d. Meetinstrumenten 3. Resultaten a.

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E.

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Hakvoort Samenvatting Dyslexie komt voor bij ongeveer 3 tot 10%

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 3

Flitsend Spellen en Lezen 3 Flitsend Spellen en Lezen 3 Flitsend Spellen en Lezen 3 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden. Het programma heet Flitsend spellen en Lezen omdat veelvuldig gebruik

Nadere informatie

De invloed van de sociaal economische status en de geletterdheid van de thuisomgeving op de leesvaardigheid van kinderen

De invloed van de sociaal economische status en de geletterdheid van de thuisomgeving op de leesvaardigheid van kinderen FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Child Development and Education De invloed van de sociaal economische status en de geletterdheid van de thuisomgeving op de leesvaardigheid

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat SAMENVATTING Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat beschreven wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 6, heeft betrekking op de prestaties van leerlingen

Nadere informatie

Dyslexie en Hoogbegaafdheid

Dyslexie en Hoogbegaafdheid Dyslexie en Hoogbegaafdheid Amber de Wilde in samenwerking met Evelyn Kroesbergen - Universiteit Utrecht, afdeling Orthopedagogiek - Ambulatorium Universiteit Utrecht - Pieter Span Expertisecentrum Hoogbegaafdheid

Nadere informatie

Tweede Taalverwerving bij Traag Lezende Kinderen:

Tweede Taalverwerving bij Traag Lezende Kinderen: FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Afdeling Psychologie Tweede Taalverwerving bij Traag Lezende Kinderen: De Invloed van een Snelheidstraining op Engelse Leesvaardigheid Barbara de Ridder

Nadere informatie

Naar herziening van het dyslexie typerende profiel. Peter F. de Jong Universiteit van Amsterdam

Naar herziening van het dyslexie typerende profiel. Peter F. de Jong Universiteit van Amsterdam Naar herziening van het dyslexie typerende profiel Peter F. de Jong Universiteit van Amsterdam Het huidige dyslexie typerende profiel (DTP) Argumenten voor het gebruik van het DTP Wisseling van perspectief

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor met de Bibliotheek Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school (Monitor dbos) wil doelgericht samenwerken met de Bibliotheek om de taalontwikkeling en de informatievaardigheden

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Dyslexie en taal: De verschillen tussen kinderen met en zonder dyslexie op het gebied van verledentijdsmorfologie

Dyslexie en taal: De verschillen tussen kinderen met en zonder dyslexie op het gebied van verledentijdsmorfologie Dyslexie en taal: De verschillen tussen kinderen met en zonder dyslexie op het gebied van verledentijdsmorfologie Masterthesis Universiteit Utrecht Masteropleiding Pedagogische Wetenschappen Masterprogramma

Nadere informatie

Fonologisch zwakke kleuters profiteren van letterkennis opgedaan in groep 2 en van zeer intensieve lees- en spellinginstructie in groep 3

Fonologisch zwakke kleuters profiteren van letterkennis opgedaan in groep 2 en van zeer intensieve lees- en spellinginstructie in groep 3 T. Braams & A.M.T. Bosman Fonologisch zwakke kleuters profiteren van letterkennis opgedaan in groep en van zeer intensieve lees- en spellinginstructie in groep Bij twee groepen oudste kleuters werden een

Nadere informatie

Running head: DYSLEXIE EN DE ENGELSE TAALVAARDIGHEID. Dyslexie en de Engelse taalvaardigheid. Tessa Schill ( ) Universiteit Utrecht

Running head: DYSLEXIE EN DE ENGELSE TAALVAARDIGHEID. Dyslexie en de Engelse taalvaardigheid. Tessa Schill ( ) Universiteit Utrecht Running head: DYSLEXIE EN DE ENGELSE TAALVAARDIGHEID Dyslexie en de Engelse taalvaardigheid Tessa Schill (3955338) Universiteit Utrecht Masterthesis Orthopedagogiek Werkveld Leerlingenzorg Cursuscode:

Nadere informatie

Ga nu aan de slag met de nieuwe CELF-5-NL!

Ga nu aan de slag met de nieuwe CELF-5-NL! Ga nu aan de slag met de nieuwe CELF-5-NL! De CELF-5-NL is de vernieuwde test die het afnemen en scoren eenvoudiger maakt waardoor u tijd kunt besparen. Nieuwe normen (2019) Digitale afname en scoring

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Over de hele wereld groeien veel kinderen met een migrantenachtergrond tweetalig op, omdat hun etnische of eerste taal verschilt van de meerderheidstaal, hun tweede taal. De etnische

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

De relatie tussen non-woord repetitie en leesvaardigheid bij kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis

De relatie tussen non-woord repetitie en leesvaardigheid bij kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/04/1610 224 Vol. 16, No. 4, 2010, pp. 224 238 Nijmegen University Press De relatie tussen non-woord repetitie en leesvaardigheid bij kinderen met een specifieke

Nadere informatie

Samenvatting. Summary

Samenvatting. Summary STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE Vol. 19, 2014, pp. 58-102 32.8310/02/1914-58 c University of Groningen Press Verbetering van leestempo bij (zeer) ernstige dyslexie met een computerondersteunde, fonologisch

Nadere informatie