De Nederlandsche Bank Jaarverslag 1999

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank Jaarverslag 1999"

Transcriptie

1 De Nederlandsche Bank Jaarverslag 1999 Uitgebracht in de Algemene vergadering van aandeelhouders op 17 mei 2000

2 2000 De Nederlandsche Bank nv Oplage: Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) Telex dnbam nl Telefax (020) Internet: ISSN:

3 Inhoud Inhoud Samenstelling van de organen van de Bank 13 Verslag van de president Algemeen overzicht 19 1 Mondiale ontwikkelingen 1.1 Leiding De Verenigde Staten Japan Europa Opkomende markten Internationale economische interactie 52 2 Ontwikkelingen in het eurogebied 2.1 Inleiding Conjunctuur eurogebied Inflatie en arbeidskosten in het eurogebied Monetaire ontwikkelingen en beleid Financiële ontwikkelingen en financiële markten Geldmarkt Kapitaalmarkt Goudmarkt erm-ii Overheidsfinanciën in het eurogebied Budgettaire ontwikkelingen in het eurogebied Divergenties binnen het eurogebied 77 3 De Nederlandse economie 3.1 Inleiding Conjunctuur Arbeidsmarkt en sociale zekerheid Inflatie en arbeidskosten Financiële ontwikkeling Overheidsfinanciën Begrotingsontwikkelingen in Overheidsfinanciën op langere termijn 102 dnb / Jaarverslag

4 Inhoud 4 Financiële stabiliteit 4.1 Inleiding Instituties Internationaal Monetair Fonds Groep van Tien Financial Stability Forum Groep van Twintig Rol van het Eurosysteem Ontwikkelingen in de financiële sector Consolidatie, internationalisatie en branchevervaging Hybride bankkapitaal Crisispreventie en -management Transparantie Transparantie particuliere sector Publieke sector Herziening Kapitaalakkoord Hedge Funds Betrokkenheid van de particuliere sector Standaarden voor betaalsystemen Overige vormen van internationale financiële samenwerking Schuldverlichting en armoedebestrijding Financiële positie van het imf De rol van het imf nu en in de toekomst Het bedrijfseconomische toezicht 5.1 Inleiding Actuele ontwikkelingen in het Nederlandse bankwezen Rentabiliteit Solvabiliteit Balansstructuur Structurele ontwikkelingen in het Nederlandse bankwezen Capaciteit en efficiëntie Intermediairs Internet Actuele ontwikkelingen in de uitvoering van het toezicht Mutaties in het register Actuele ontwikkelingen bij individuele banken Millenniumovergang Onderzoek naar de groei van de kredietverlening Nieuwe instrumenten: risico-analyse en integriteitsaudit Handhaving Internationaal overleg: herziening van het Kapitaalakkoord Nationale regelgeving Raad van Financiële Toezichthouders Dwangsom en bestuurlijke boete Integriteitstoezicht Overig Toezicht op beleggingsinstellingen Algemene ontwikkelingen Beleid Toezicht op wisselkantoren Consumentenzaken dnb / Jaarverslag 1999

5 Inhoud 6 Het betalings- en effectenverkeer 6.1 Inleiding Ontwikkelingen in het girale betalingsverkeer Ontwikkelingen binnen de Europese Unie target Onderpandbeheer en ontwikkelingen van het ccbm Elektronisch geld Retailbetalingsverkeer Ontwikkelingen in g10-verband Ontwikkelingen in het binnenlands betalings- en effectenverkeer Wetgevingsaspecten Het hoogwaardige betalingsverkeer Het massale betalingsverkeer Oversight op effectenafwikkelingssystemen Dienstverlening voor de aex Vernieuwing betalingsverkeer van het Rijk Millenniumovergang van het betalings- en effectenverkeer Nationaal Forum en monitoring girale euro Nieuwe opzet uitvoering wettelijke taak betalings- en effectenverkeer Ontwikkelingen in het chartale betalingsverkeer Bankbiljettencirculatie Distributie Artikel 52 ecb/escb-statuten Muntencirculatie Productie eurobiljetten en munten Voorbereidingen chartale omwisseling Corporate governance en organisatie 7.1 Inleiding Corporate governance Wettelijk kader, doelstellingen en taken De positie van de Nederlandsche Bank in het escb Informatieverschaffing en transparantie Het vennootschappelijk toezicht en vennootschappelijke organen Ontwikkelingen in de organisatie Strategie Ontwikkeling van de formatie van de Bank Arbeidsvoorwaardenoverleg Ondernemingsraad Integere en zorgvuldige bedrijfsvoering Klachten onder de Awb Organisatieschema per 1 mei Verslag van de Raad van Commissarissen over dnb / Jaarverslag

6 Inhoud Jaarrekening Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over Toelichting op de balans per 31 december 1999 en de winst- en verliesrekening over Balans per 31 december Overige gegevens 218 Statistische bijlage 8 dnb / Jaarverslag 1999

7 Inhoud Overzicht relevante website-adressen Weblinks naar centrale banken De Nederlandsche Bank Europese Centrale Bank Nationale Bank van België Danmarks Nationalbank Deutsche Bundesbank Bank of England Bank of Finland Banque de France Bank of Greece Central Bank of Ireland Banca D'Italia Norges Bank Oesterreichische National Bank Banco de España Sveriges Riksbank Centrale Bank van Aruba Bank van de Nederlandse Antillen Board of Governors of the Federal Reserve System Bank of Canada Nippon Ginko Weblinks naar emu- en euro-organisaties Europese Commissie Nationaal Forum voor de introductie van de euro Weblinks naar nationale organisaties Ministerie van Financiën Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Planbureau Sociaal Economische Raad Amsterdam Exchanges Nederlandse Vereniging van Banken Bond van Verzekeraars Nederlandse Munt Stichting Toezicht Effectenverkeer Verzekeringskamer (Apeldoorn) Statistieken Nederland conform sdds-standaard Weblinks naar internationale organisaties Bank voor Internationale betalingen (bib/bis) Internationale Monetaire Fonds (imf) Wereldbank Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (oeso/oecd) Eurostat dnb / Jaarverslag

8 Inhoud Tabellen Hoofdstuk Economische kerngegevens Economische kerngegevens Europese Unie Hoofdstuk Volume bruto binnenlands product Officiële rentetarieven eurogebied naar aankondigingsdatum Budgettaire kerngegevens eurogebied Divergentie in het eurogebied in Feitelijk overheidssaldo Structureel primair overheidssaldo emu-schuld 80 Hoofdstuk Nederland: effectieve vraag Nederland: netto groeibijdragen bruto binnenlands product Productie van de marktsector Werkgelegenheid en arbeidsaanbod Uitkeringsvolume exclusief aow Loonkosten in de marktsector Budgettaire kerngegevens Budgettaire omvang herziening belastingstelsel 103 Hoofdstuk Samenhang g10-comités De belangrijkste imf faciliteiten 126 Hoofdstuk Stand der inschrijvingen in het register Wtk 138 Hoofdstuk Betalingen via betaalsystemen in Europa in Bankbiljettencirculatie Ontwikkeling van het elektronisch betalen met de pin-pas Index ontwikkeling bankbiljettencirculatie en ontvangsten Mutatie muntencirculatie ten opzichte van ultimo s voorgaande jaren dnb / Jaarverslag 1999

9 Inhoud Grafieken Hoofdstuk Arbeidsproductiviteit vs gedurende de conjunctuurcyclus Particuliere investeringen vs Lange rente vs Japan: bijdragen aan de reële bbp-groei Japan: overheidsschuld en -tekort Kapitaalstromen Ontwikkelingen op de oliemarkt Saldi lopende rekening Wisselkoers van de euro en de yen ten opzichte van de dollar Beurskoersen eurogebied, Verenigde Staten en Japan 56 Hoofdstuk Inflatie en werkloosheid in historisch perspectief Eurogebied: bijdragen aan de reële bbp-groei Eurogebied: export Producenten- en consumentenvertrouwen in het eurogebied Opbouw inflatie eurogebied Nominale effectieve koers van de euro en prijzen eurogebied Opbouw loonkosten per eenheid product eurogebied Eurogebied: inflatie versus groei bbp in Inflatie eurogebied Trendmatige geldgroei in het eurogebied Geldmarkttarieven eurogebied Staatsobligaties eurogebied: ecarts tienjaarsrente ten opzichte van Duitsland Decompositie tekortreductie Hoofdstuk Werkloosheid en vacatures Het onbenutte arbeidspotentieel Inflatie in Nederland en het eurogebied Inflatie in Nederland Goederen- en diensteninflatie Nederland Opbouw mutatie consumptieprijs Krediet aan de particuliere sector Nederland Nederland: koers/winst verhoudingen Collectieve uitgavenquote Ontwikkeling grijze druk 104 dnb / Jaarverslag

10 Inhoud Hoofdstuk Balanstotalen van een aantal grote banken, waaronder de grootste vijf wereldwijd alsmede de Nederlandse grootbanken Kapitaalstromen uit industriële landen naar de rest van de wereld Financiering uitbreiding hipc initiatief Aantal imf-leden en totale quota 124 Hoofdstuk Rentabiliteit van grote banken in een aantal landen Solvabiliteit van grote banken in een aantal landen Uitzettingen Nederlandse banken op een aantal regio s Rentemarge van grote banken in een aantal landen Baten/lasten ratio Nieuwe en oude technologie Het risico-analyse proces 142 Hoofdstuk Omzetten topgiraal betalingsverkeer De ontwikkeling van de waarde van de bankbiljettencirculatie in Nederland en in het eurogebied in Dit verslag werd afgesloten op 15 april Toelichting: Het binnenlandse product, waarin grootheden van een aantal tabellen en grafieken zijn uitgedrukt, is het bruto binnenlandse product tegen marktprijzen, tenzij anders vermeld. Verklaring der tekens 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen afronding of nihil niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen c.q. het gegeven wordt niet (aan de Bank) gerapporteerd = gegevens ontbreken Afronding Soms kloppen tellingen niet geheel (door geautomatiseerde afronding per reeks); anderzijds is de aansluiting van de ene tabel op de andere niet steeds geheel verwezenlijkt (door afronding per tabel). 12 dnb / Jaarverslag 1999

11

12 Samenstelling van de organen van de Bank Bij Koninklijk besluit van 9 april 1999, nr is met ingang van 1 april 1999 drs. J. Koning herbenoemd tot directeur van De Nederlandsche Bank n.v. Raad van Commissarissen Bij het afsluiten van het verslagjaar, was de Raad van Commissarissen als volgt samengesteld: Voorzitter: mr. C.J.A. van Lede (lid sinds 1993). Voorzitter van de Raad van Bestuur van Akzo Nobel nv. Tweede voorzitter: prof.dr. J.A. van Kemenade (lid sinds 1990). Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland. Secretaris: mw. mr. E.H. Swaab (lid sinds 1998). Advocaat te Amsterdam. Overige leden Drs. M.A. van den Bergh (lid sinds 1998). President-directeur van de nv Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij. Prof.drs. P. Bouw (lid sinds 1994). Voormalig president-directeur van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij nv. Mr. P.A.F.W. Elverding (lid sinds 1999). Voorzitter van de Raad van Bestuur van dsm n.v. Mr. E.M. d Hondt (lid sinds 1993). Burgemeester van de Gemeente Nijmegen. Dr. J.C.M. Hovers (lid sinds 1994). Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Océ nv. z.k.h. de Prins van Oranje (lid sinds 1998). Prof.mr. P. van Schilfgaarde (lid sinds 1998). Advocaat te s-gravenhage. Prof. L.C. van Zuthpen ra (lid sinds 1992). Oud-voorzitter van de Raad van Bestuur van Coopers & Lybrand. Commissaris van overheidswege benoemd Drs. T. van de Graaf (lid sinds 1999). Voormalig Secretaris-Generaal van het Ministerie van Algemene Zaken. 14 dnb / Jaarverslag 1999

13 Samenstelling van de organen van de Bank In verband met het aflopen van de benoemingstermijn traden per 1 juli 1999 dr. M. Albrecht en prof.dr. J.A. van Kemenade af als lid van de Raad van Commissarissen. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 mei 1999 werden per 1 juli 1999 prof.dr. J.A. van Kemenade herbenoemd en mr. P.A.F.W. Elverding benoemd als lid van de Raad van Commissarissen. Mw. mr. E.H. Swaab is per die datum door de Raad benoemd tot secretaris. Bij ministeriële beschikking werd met ingang van 1 juli 1999 op eigen verzoek aan prof.dr. D.J. Wolfson ontslag verleend als commissaris van overheidswege, terwijl met ingang van diezelfde datum bij ministeriële beschikking drs. T. van de Graaf als commissaris van overheidswege werd benoemd. Honorerings- en benoemingscommissie Mr. C.J.A. van Lede Prof.dr. J.A. van Kemenade Mr. P.A.F.W. Elverding Financiële commissie Prof.drs. P. Bouw Mr. E.M. d Hondt Prof. L.C. van Zutphen ra Bankraad Bij het afsluiten van het verslagjaar was de Bankraad als volgt samengesteld: Voorzitter: prof.drs. P. Bouw (lid van de Raad van Commissarissen). Leden: drs. J. de Boer (voorzitter mkb-nederland), G.J. Doornbos (voorzitter lto-nederland), drs. T. van de Graaf (commissaris van overheidswege), prof.dr. A. Knoester (lid op persoonlijke titel), drs. G.A. Möller (president-directeur Amsterdam Exchanges nv), drs. C.J. van Rees (voorzitter Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen), mr. J.H. Schraven (voorzitter vno/ncw), ir.drs. H.N.J. Smits (voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken), D. Terpstra (voorzitter cnv), drs. F.J. Tummers (vno/ncw), A.H. Verhoeven (voorzitter mhp), L.J. de Waal (voorzitter fnv). Vertegenwoordiger namens het Ministerie van Financiën: Drs. J.W. Oosterwijk, Thesaurier-Generaal. In 1999 zijn op eigen verzoek de volgende leden van de Bankraad afgetreden: drs. J.C. Blankert, drs. J. Post, A.A. Westerlaken en dr. H.H.F. Wijffels. In 1999 benoemde de Bankraad de volgende personen als nieuw lid: mr. J.H. Schraven, D. Terpstra, drs. F.J. Tummers en ir.drs. H.N.J. Smits. Prof.dr. D.J. Wolfson (voorzitter) trad af in verband met zijn aftreden als commissaris van overheidswege en dr. M. Albrecht vanwege zijn terugtreden uit de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen wees uit dnb / Jaarverslag

14 Samenstelling van de organen van de Bank zijn midden per 1 juli 1999 prof.drs. P. Bouw aan als lid van de Bankraad. De Bankraad benoemde per 1 juli 1999 prof.drs. P. Bouw tot voorzitter. Als commissaris van overheidswege is drs. T. van de Graaf lid geworden van de Bankraad. Ondernemingsraad In het verslagjaar was de Ondernemingsraad als volgt samengesteld: G.M. Dik M.W. van Donselaar (plv. secretaris) J.J. Elling drs. W. de Graaf (voorzitter) mw. T.B. Gubbels-Stienstra J.P.N. Hoek E.J. Hölscher G.C. van Kaldekerken N.C. Kloosterman mw. M. Muiderman J.W.Th. van Opzeeland A.J.M. Schmidt mw. drs. A.H.A. Schreuder (secretaris en plv. voorzitter) H. Veldhuizen mw. G.H. van Zaanen 16 dnb / Jaarverslag 1999

15 Verslag van de President dnb / Jaarverslag

16 Verslag van de President 18 dnb / Jaarverslag 1999

17 Verslag van de President Algemeen overzicht De beslagen bol De kristallen bol was wat beslagen in Werd in mei vorig jaar voor de wereld als geheel nog een bbp-groei voor 1999 voorspeld van ruim 2%, de realisatie blijkt rond 1 procentpunt hoger uitgekomen te zijn, waarbij opmerkelijkerwijs de inflatieramingen in de industrielanden niet opwaarts behoefden te worden bijgesteld. Voor ramingen die bijna halverwege het schattingsjaar werden gepresenteerd, is dit een ongebruikelijk grote foutenmarge. Omvangrijk was met name de ramingsfout voor de Verenigde Staten (1 procentpunt meer groei dan in mei 1999 verwacht) en voor de Aziatische landen, waaronder de zogenoemde tijgereconomieën uit die regio (6 procentpunten meer groei dan voorzien). Betrekkelijk gering bleef het verschil tussen realisatie en raming voor de Europese Unie (0,5 procentpunt), al week het groeipatroon binnen het jaar wel duidelijk af van eerdere inzichten: een dieper dan voorziene teruggang werd gevolgd door een feller en omvangrijker herstel. Ook in het verleden waren de groeiramingen niet altijd even trefzeker. In de eu en Japan bleef in de jaren negentig als geheel de bbpgroei duidelijk achter bij de aanvankelijke inzichten, terwijl voor de Verenigde Staten het verschil verwaarloosbaar was. Concentreren wij ons op de tweede helft van het afgelopen decennium dan wordt het beeld wat anders en pregnanter: de Verenigde Staten groeiden in die periode systematisch substantieel sneller dan verwacht, het Japanse herstel werd continu te rooskleurig ingeboekt, en de Europese ontwikkeling viel wel wat tegen maar sloot in het algemeen toch niet al te slecht aan bij de aanvankelijke ramingen. Een belangrijke vraag is hoe de autoriteiten onder zulke omstandigheden moeten opereren, omdat onzekerheden de mate beperken waarin het beleid op ramingen gestuurd kan worden. Deze vraag is relevant voor zowel budgettaire als monetaire autoriteiten. Ook voor sociale partners die een bredere verantwoordelijkheid voelen dan directe belangenbehartiging, is deze vraag van betekenis. Behoedzaam ramen is een onderdeel van het antwoord dat het Nederlandse kabinet heeft gegeven op de vraag hoe budgettair moet worden omgegaan met de onzekere economische buitenwereld. Vaste uitgavenkaders en een strikte scheiding tussen uitgaven en inkomsten zijn een ander deel van het antwoord. De meevallende ontwikkelingen gedurende de afgelopen jaren in Nederland bergen het gevaar in zich dat wordt geconcludeerd dat ramingsfouten asymmetrisch zijn ( het kan alleen nog maar meevallen ) en behoedzame kaders te vroegtijdig worden losgelaten. De huidige aanpak is zeer succesvol geweest en zou gecontinueerd moeten worden. Ook de monetaire autoriteiten moeten een adequaat antwoord proberen te vinden op de onzekerheden die hen omringen, onzekerheden die overigens verschillende oorzaken kunnen hebben. Zo kunnen aard en omvang van de schokken waarmee de economie wordt dnb / Jaarverslag

18 Verslag van de President geconfronteerd onduidelijk zijn, getuige bijvoorbeeld de discussies over de new economy die in de Verenigde Staten het levenslicht zou hebben gezien en op de geboorte waarvan in Europa met smart wordt gewacht. Ook de gedragsreacties in een economie kunnen veranderen, zonder dat precies duidelijk is in welke mate dit is geschied. In de Verenigde Staten lijkt, mogelijk als gevolg van wijzigingen in het functioneren van de arbeidsmarkt, de werkloosheidsvoet waarbij de inflatie gaat versnellen enigszins gedaald, maar nauwelijks anders dan proefondervindelijk valt vast te stellen in welke mate. Deze ontwikkelingen maken het voor het Federal Reserve System uitermate moeilijk de potentiële, niet-inflatoire groei in te schatten. Daarmee is het ook veel ingewikkelder dan in het verleden geworden om de omvang en het tempo van een noodzakelijke monetaire verkrapping te bepalen. Een niet onbegrijpelijke reactie onder de geschetste omstandigheden is dat monetaire autoriteiten in mindere mate dan voorheen een pre-emptief beleid voeren. Dat wil zeggen dat ze voorzichtiger worden met wijzigingen in de monetaire beleidskoers en in samenhang daarmee ook geneigd zijn kleinere rentestappen te zetten dan in het verleden. Het Amerikaanse monetaire beleid is niet in tegenspraak met deze analyse. Zoals eerder opgemerkt, verschilt de situatie in Europa in meerdere opzichten nog van die in de Verenigde Staten, zodat dit betoog niet zonder meer voor het eurogebied opgaat. Vanaf januari 1999 tot de afsluiting van dit jaarverslag heeft de Fed vijf maal het officiële tarief met 25 basispunten verhoogd, terwijl de ecb de tarieven één maal met 50 basispunten heeft verlaagd, en één maal met 50 respectievelijk drie maal met 25 basispunten heeft verhoogd. Het Amerikaanse mirakel De opmerkingen over het Amerikaanse monetaire beleid leiden meer in concreto tot de gang van zaken in de economie van de vs. De ontwikkeling van deze grootste economie van de wereld blijft ronduit fascinerend. Goudlokje lijkt een bijna ontembare tijgerin te zijn, met een sprintvermogen waaraan geen einde schijnt te komen. De Amerikaanse economie zit thans in haar langste expansiefase ooit (ruim negen jaar). Bij alle onduidelijkheden die over de precieze oorzaken van dit fenomeen nog steeds bestaan, is inmiddels helder geworden dat de vs-economie een positieve aanbodschok ondergaat, die wordt gedreven door investeringen in nieuwe technologieën, waarbij of waardoor deze economie voorshands minder inflatoire tendenties dan in het verleden lijkt te kennen. Daaraan heeft uiteraard de productiviteitsstijging bijgedragen, die vanaf het vierde kwartaal van 1995 is opgetreden, tot zeer recent zelfs in versnellende mate: een ongebruikelijk fenomeen in deze vergevorderde fase van de economische opgang. Hoe positief de ontwikkelingen in de Verenigde Staten ook mogen zijn, niet verheeld mag worden dat er aanzienlijke onzekerheden en risico s aan dit beeld kleven, waarop in het vorig jaarverslag ook reeds werd gewezen. Het feit dat deze risico s zich tot nu toe nog niet gematerialiseerd hebben, doet aan het bestaan ervan niet af. De Amerikaanse economie draait thans op volle toeren, waarbij een deel van de brandstof wordt geleverd door de uitbundige ontwikkeling op de aandelenmarkt. Naar schatting gemiddeld 3 á 4% van de waardestijging op deze markt komt met enige vertraging in de consumptieve bestedingen tot uitdrukking. Waar deze waardestijging de naar het 20 dnb / Jaarverslag 1999

19 Verslag van de President heden geprojecteerde stroom van rooskleurige winstverwachtingen voor de komende jaren is, moeten wij hopen dat de toekomst niet zal vergeten ook werkelijkheid te worden. Het is buitengewoon moeilijk, zo niet onmogelijk om daar een oordeel anders dan in de vorm van een subjectief gevoel over te geven. Centrale banken hebben bij hun beleid dan ook geen concrete doelstelling voor het niveau van de beurskoersen. Nog daargelaten dat hen ter realisering daarvan ook niet een adequaat instrumentarium ter beschikking staat. Dat wil overigens niet zeggen dat rentestappen van een centrale bank geen invloed op de koersontwikkeling kunnen hebben, doch slechts dat die invloed qua timing en omvang niet met voldoende precisie te sturen valt. Heel duidelijk werd dit in het verslagjaar toen de Amerikaanse kapitaalmarktrente met 180 basispunten steeg, hetgeen de New Yorkse beurs niet verhinderde met ruim 20% omhoog te gaan. Als beleggers gebiologeerd zijn door fantastische winstperspectieven, zo zeer zelfs dat zij accepteren dat de bedrijven waarin zij beleggen nog nooit winst hebben gemaakt en dat de eerstkomende jaren ook niet zullen doen, laten zij zich op zo n moment niet meer beïnvloeden door rentebewegingen op korte termijn. Door de uitbundige ontwikkelingen op de beurs voelt de consument zich rijker en rijker worden. Dit gevoel van toenemende welvaart vertaalt zich in extra consumptieve bestedingen. Het moeilijke probleem waarvoor de Amerikaanse monetaire autoriteiten derhalve staan, is hoe de groei van de vraag, die dus sterk vanuit de vermogenssfeer wordt gedreven, geleidelijk meer in overeenstemming kan worden gebracht met de groei van het aanbod. En dat uiteraard voordat daadwerkelijk wordt gestoten op de grenzen van de oude economie, of beter op economische wetmatigheden die hun relevantie niet hebben verloren en ook niet zullen verliezen: een overspannen arbeidsmarkt, waardoor loon- en prijsstijgingen een ongewenste dynamiek krijgen en/of tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans die steeds moeilijker gefinancierd kunnen worden en uiteindelijk tot een scherpe depreciatie van de dollar zouden kunnen leiden. Stapsgewijs zijn in de afgelopen 10 maanden de monetaire teugels in Amerika aangetrokken, waardoor de Federal Funds Rate op 21 maart 2000 op 6% kwam. Deze verkrapping vond plaats in een periode van sterk stijgende olieprijzen, voorafgegaan door een terugval van de olieprijzen in begin 1999 tot usd 10 per vat, dat wil zeggen tot het laagste niveau (in reële termen) in de afgelopen 25 jaar. Het beloop van de olieprijzen in de afgelopen twee jaar is uitermate grillig geweest en roept reminiscenties op aan een rit in een achtbaan. In essentie is, zoals keer op keer wordt bewezen, de ontwikkeling van de olieprijzen niet of nauwelijks voorspelbaar. Wel lijkt veilig te kunnen worden gesteld, dat de olieprijs inherent instabiel is, zolang deze zich te ver beweegt van de productiekosten, die onder omstandigheden en afhankelijk van de oliemaatschappij tot onder usd 10 per vat kunnen liggen. Overigens is het opmerkelijk hoe veel minder gevoelig de wereldeconomie is voor fluctuaties in de olieprijs dan in de jaren zeventig, gevolg van de ontwikkeling van nieuwe energiebronnen en een efficiënter energiegebruik. Of de geschetste verkrapping van het beleid van de Amerikaanse centrale bank voldoende is om het gewenste evenwicht op macroniveau tussen vraag en aanbod te realiseren, zal nog moeten blijken. Veel ruimte lijkt de arbeidsmarkt niet meer te bieden, nu het werkdnb / Jaarverslag

20 Verslag van de President loosheidsniveau (4,1%) ruim onder het percentage is gekomen dat voor kort nog als de natuurlijke werkloosheidsvoet werd gezien (5 á 6,5%). Dat manifeste spanningen op de Amerikaanse arbeidsmarkt zolang achterwege zijn gebleven, of beter dat de loonstijging zo beperkt kon blijven, valt aan een scala van factoren toe te schrijven, waaronder immigratie, veel vrijkomende arbeidskrachten door het hoge economische herstructureringstempo en, meer in het algemeen, de goedwerkende arbeidsmarkt, waarbij de inzet van uitzendkrachten overigens reeds bestaand sinds de jaren twintig in de afgelopen jaren sterk aan gewicht heeft gewonnen. De beschikbaarheid van arbeidskrachten begint geleidelijk echter haar grenzen te bereiken, reden waarom op straffe van opleving van de inflatie, die onderliggend nu iets meer dan 2% bedraagt, de consumptieve vraag moet worden afgeremd. Betalingsbalansonevenwichtigheden In de groei van de Amerikaanse vraag moest in de afgelopen jaren in toenemende mate door het buitenland worden voorzien. Dat leidde tot een verder uiteenlopen in 1999 van de saldi op de lopende rekeningen van de betalingsbalans van de drie grote mondiale handelsblokken (Verenigde Staten 3,7% bbp, Europa +0,9% bbp, Japan +2,7% bbp). Het lopende-rekeningtekort van de Verenigde Staten voor 1999 lijkt zonder precedent, maar is dit niet, al moet ongeveer 15 jaar worden teruggegaan om percentages in dezelfde orde van grootte te vinden. Alleen voltrokken de tekorten zich destijds in een volstrekt andere economische omgeving, met een dollar op extreme hoogte (1985: 1 dollar = 1,51 euro; 1999: 1 dollar = 0,94 euro), en een zeer omvangrijk gat in de begroting (1985: 5% bbp; 1999: + 1% bbp). Toen was sprake van de onzalige combinatie van een tweelingtekort. Aan de scherpe dollardepreciatie in , uitgelokt door een relatief ruim monetair beleid en een groeiende zorg over de permanentie van dit tweelingtekort, kan dan ook geen precedent worden ontleend om thans eenzelfde ontwikkeling te verwachten. Hoe omvangrijk ook, het huidige lopende-rekeningtekort van de Verenigde Staten wordt kennelijk voorshands met graagte gefinancierd door het buitenland, aangezien de kapitaaltoevoer dit tekort ruimschoots heeft overtroffen. Daarbij is het aandeel van de directe investeringen in de kapitaalinvoer de afgelopen jaren fors gestegen (tot bijna 40% in ), hetgeen het grote vertrouwen van buitenlandse investeerders in de vs-economie weerspiegelt. Op de lange termijn vormt de relatieve vergrijzing van de bevolking en daarmee de relatieve spaargeneigdheid een belangrijke verklarende factor voor de structurele verschillen in de externe posities van de drie grote economische blokken in de wereld. Op de korte termijn spelen met name cyclische verschillen en, in samenhang daarmee, de verwachtingen rond de wisselkoersen een rol. Zouden de thans bestaande groeiverschillen met de rest van de wereld niet aan pregnantie verliezen, dan moet met een nog verder oplopend extern tekort voor de vs worden gerekend en zou wellicht abrupt een einde kunnen komen aan de spontane geneigdheid tot financiering van dit tekort. Gezien de ontwikkelingen bij de twee andere economische grootmachten, Europa en Japan, lijkt dit voorshands een minder waarschijnlijk maar nog steeds niet uit te sluiten scenario. Met de 22 dnb / Jaarverslag 1999

21 Verslag van de President Japanse economie voorbij haar diepste punt en de Europese duidelijk versnellend naar een groeipad in 2000 en 2001 van 3% à 3,5%, en mogelijk enige vertraging van het expansietempo in de Verenigde Staten, kan het lopende-rekeningtekort van de Verenigde Staten wat teruglopen. Daarmee zouden de risico s van een scherpe valutaire wending afnemen en zou worden bijgedragen aan een zachte landing van de Amerikaanse economie. Maar geheel verdwenen zullen ook dan die risico s nog niet zijn, gezien de onzekerheden rond de effectenbeurzen. Ontwikkelingen in Europa Tegenover de uitbundige en dynamische Amerikaanse economie steekt de Europese wat bleekjes af. Toch was 1999 per saldo, met een bbp-groeivoet voor de eu van 2,3% (eurogebied 2,3%), niet eens zo n slecht jaar, zeker niet als naar het zich versnellende en verbredende beloop van de groei in de loop van het jaar wordt gekeken (ten opzichte van de overeenkomstige periode een jaar eerder lieten de opeenvolgende kwartalen de volgende groeicijfers zien: 1,7%, 1,8%, 2,3%, 3,1%). Er is een reëel perspectief dat in de groei op 3% à 3,5% uitkomt. Deze positieve ontwikkeling voltrekt zich in een omgeving waarin de perspectieven voor voortgezette prijsstabiliteit in het eurogebied goed zijn. Bijna alle deelnemers aan de muntunie hebben voorts in 1999 hun (niet overmatig ambitieuze) kwantitatieve doelstellingen op budgettair terrein gerealiseerd en in de komende periode mag, gezien de gunstige economische vooruitzichten, verdere vooruitgang worden verwacht. Dat wil niet zeggen dat er niet nog veel te wensen zou zijn. Vanuit het Europees Stelsel van Centrale Banken (escb) klinkt met bijna voorspelbare maar daarom niet minder terechte regelmaat de mantra, dat de begrotingsconsolidatie in Europa te traag gaat en dat verdere structurele hervormingen op arbeidsmarkt en productmarkten dringend geboden zijn. Weliswaar is in Europa enige voortgang geboekt met verruiming van de mogelijkheden voor deeltijdwerk en met de bestrijding van jeugdwerkloosheid, alsmede met betrekking tot de liberalisering van de telecommunicatieen elektriciteitssector, maar breder bekeken kan nauwelijks nog een voldoende worden gegeven. Daarbij verschilt overigens de situatie van land tot land. Onaanvaardbaar hoog blijft in elk geval in het eurogebied de werkloosheid, ook na de verwachte, niet onaanzienlijke terugloop dit jaar tot 8,5 % van de beroepsbevolking. Als het vernieuwingsproces dat thans in de Amerikaanse economie gaande is naar Europa zou overslaan en moeilijk valt in te zien waarom dat niet op een gegeven moment zal geschieden, beleidsmatig bevorderd door overheden die de noodzaak daartoe zien zoals ook uit de recente top in Lissabon bleek kunnen alleen ten volle daarvan de vruchten worden geplukt bij goed functionerende arbeids- en productmarkten. Anders sterft de new-economy-zwaan in eigen schoonheid. Voor Europa was het verslagjaar het jaar van de invoering van de euro. Technisch verliep die invoering nagenoeg vlekkeloos, maar ook in bredere zin kan met voldoening op het eerste emu-jaar worden teruggekeken. Eerste prioriteit van het escb is het nastreven en vervolgens handhaven van prijsstabiliteit. Mede overigens als gevolg van meewerkende externe omstandigheden (waaronder de aanvankelijk lage olieprijs, felle internationale concurrentie en deregulering op belangrijke prodnb / Jaarverslag

22 Verslag van de President ductmarkten) kon, zoals eerder opgemerkt, de interne waarde van de euro binnen de stabiliteitsgrenzen blijven (een prijsstijging van 0-2%), waarbij met voldoening kan worden geconstateerd dat de Raad van Bestuur van de ecb als een homogeen en besluitvaardig college heeft gefunctioneerd. De rentemaatregelen waartoe moest worden besloten sinds de start van de emu werden in grote harmonie genomen, op basis van een twee-pijler-strategie die met grote consistentie is uitgedragen. Geconstateerd kan voorts worden, dat de euro zich in hoog tempo een belangrijke plaats verworven heeft in de mondiale valutaire wereld. Meer dan 50 landen gebruiken op dit moment de nieuwe valuta op enigerlei wijze in hun monetaire en wisselkoersbeleid. Daarnaast rukt de euro op in de internationale obligatiemarkt. Met een aandeel van 40 à 45% van het totaal aan nieuwe emissies in de wereld ongeveer gelijk aan het dollaraandeel is een sprong voorwaarts gemaakt ten opzichte van het vroegere, gecumuleerde aandeel van de valuta s die in de euro zijn opgegaan. Europa is de grootste kapitaalverschaffer in de wereld, en nu ook in eigen munt. Tot tevredenheid mag ook strekken dat meteen na de start van de monetaire unie één geldmarkt in Europa is ontstaan, in hoge mate mogelijk gemaakt door target, het betalingsverkeersysteem van het eurogebied, dat inmiddels het grootste betalingsverkeersysteem ter wereld is geworden. De komst van de muntunie heeft ook gevolgen gehad voor de financiële sector, die Europeser is gaan denken en handelen, en bijvoorbeeld voor de effectenbeurzen, waarbij gewezen kan worden op de voorgenomen fusie tussen de Amsterdamse, Brusselse en Parijse beurzen. Die voornemens zullen overigens met voortvarendheid tot uitvoering moeten worden gebracht, omdat het hele Europese beurzenveld in beweging is. Kortom, op vele terreinen is een proces van Europeanisering in gang gezet, dat nog lang niet tot een einde is gekomen. De belangrijkste verdienste van de emu in 1999 is tegelijkertijd de minst direct bewijsbare. Los van het feit dat de komst van de muntunie in Europa tot een evenwichtiger beleidsmix en een veel sterkere oriëntatie op de middellange termijn heeft geleid, is de kwetsbaarheid voor negatieve externe impulsen duidelijk verminderd. Uiteindelijk was een belangrijke drijfveer voor de creatie van het Europese Monetaire Stelsel in 1979 de verbreding van het Duitse draagvlak voor wisselkoersstabiliteit tot een Europees draagvlak. Zonder de muntunie zouden de wisselkoersen in 1999 in Europa mogelijk uit elkaar zijn gespeeld, met negatieve gevolgen voor groei en werkgelegenheid. Toch denken sommigen minder opgewekt over het succes van de emu in het eerste bestaansjaar. Dat komt door het beloop van de externe waarde van de euro vanaf de start van de muntunie. Hoog gespannen verwachtingen stuwden de euro fors omhoog tot een niveau van usd 1,17, geholpen door een versoepeling van het beleid van de Fed. Bij de Amerikaanse autoriteiten heerste immers nog grote onzekerheid over de groeivooruitzichten doordat Latijns-Amerika ernstig besmet leek te raken door het Azië-virus. Vanaf eind januari 1999 ging het echter voortdurend bergafwaarts met de euro, tot op 27 januari van dit jaar de pariteit met de dollar werd doorbroken. Ten tijde van het afsluiten van dit jaarverslag bewoog de euro zich al geruime tijd tussen usd 0,95 en usd 1,0, met overigens perioden waarin de 0,95- grens in neerwaartse richting werd doorbroken. Kijkt men door alle tijdelijke en incidentele factoren heen de euforie ten aanzien van de euro vóór de start van de emu; de Kosovocrisis; minder gelukkige, maar meer nog ongelukkig geïnterpreteerde 24 dnb / Jaarverslag 1999

23 Verslag van de President uitlatingen over de euro van de kant van politici en leden van de ecb- Raad; en de soms opflakkerende twijfel over de soliditeit van het economisch beleid in enkele landen dan kan toch worden geconstateerd dat het in essentie het prestatieverschil tussen de Europese en de Amerikaanse economie is geweest dat het onderliggend beloop van de euro heeft bepaald. In het niet al te verre verleden kunnen meerdere perioden met groeiverschillen tussen de twee grote economische blokken worden gevonden die niet hebben nagelaten de onderlinge wisselkoersverhouding substantieel te beïnvloeden. Ditmaal bestaat overigens het gevoel dat marktpartijen het prestatieverschil wat overdrijven. In de eerste plaats lijkt de performance van de Europese economie en deze is maatgevend voor de beoordeling van de euro nog te zeer te worden afgemeten aan die van de Duitse, die in 1999 moeizamer op gang kwam dan de meeste andere Europese economieën. In de tweede plaats heeft in Europa daadwerkelijk in 1999 een krachtig herstel plaatsgevonden en zijn de vooruitzichten dat dit herstel zich breed zal voortzetten en dat in de Verenigde Staten de groei geleidelijk zal gaan vertragen. Intussen hebben de perikelen rond de euro er wel toe geleid dat in juli van het verslagjaar ministers en centrale bankiers tot een nuttige spraakregeling kwamen ter zake van de euro. Alleen nog in uitzonderlijke gevallen zullen de bewindslieden commentaar geven op de ontwikkeling van de wisselkoers, volgens een korte en van tevoren opgestelde tekst. De ecb-raad zal voor discipline in eigen huis zorgen. Deze Raad had al eerder, in februari van het verslagjaar, haar positie ten aanzien van het wisselkoersbeleid geformuleerd: de wisselkoers is een belangrijke indicator in de monetaire-beleidsstrategie (hoort thuis in de tweede pijler van deze strategie), maar er is geen wisselkoersdoelstelling. Alleen bij excessieve grilligheid van het beloop van de euro, dan wel in een situatie waarin de koers zeer duidelijk niet in overeenstemming is met de fundamentals, kan gezamenlijke internationale actie opportuun zijn. Benadrukt moet in dit verband worden dat vooraf geen nadere precisering van de genoemde omstandigheden kan en zal worden gegeven. Overigens mag niet worden uitgesloten dat de negatieve perceptie die bij sommigen als gevolg van het koersbeloop van de euro bestaat mede komt doordat de zichtbaarheid van de muntunie nog steeds betrekkelijk gering is, nu er nog geen gemeenschappelijke bankbiljetten en munten zijn. Uit de laatste euro-enquête van de Bank kon de opmerkelijke conclusie worden getrokken dat sinds de start van de emu de bekendheid van het publiek met de muntunie en de euro duidelijk is teruggelopen. Met de komst van de emu is ook de systematiek van de waardering van de winst van de Bank veranderd. Belangrijke verschillen met het verleden zijn dat nu wordt gewaardeerd tegen marktwaarde en dat koerswinsten en -verliezen (zowel voor valutakoersen als rentevoetveranderingen) onmiddellijk in de winst tot uitdrukking komen. Dit heeft tot gevolg dat de volatiliteit van de winst van de Bank is toegenomen. Hoezeer van een succesvol eerste jaar voor de ecb kan worden gesproken, de situatie rond de ecb is nog niet volledig uitgekristalliseerd. Eerder werd reeds gewezen op de verbeterde coördinatie met de ministers van financiën inzake het wisselkoersbeleid, waaraan kan worden toegevoegd dat de ministers ook onderling in Euro-x1-verband hun afstemming van beleid en beleidsinzichten hebben versterkt. dnb / Jaarverslag

24 Verslag van de President Ook zijn stappen voorwaarts gemaakt als het gaat om de externe vertegenwoordiging van het escb. De ecb-president neemt inmiddels deel aan allerlei internationale fora overigens in wisselende hoedanigheid, soms als waarnemer, soms als deelnemer en krijgt in die fora ook steeds meer de gelegenheid om als spreekbuis van het Stelsel op te treden. Daartoe is dan vooraf in de ecb-raad een goede coördinatie noodzakelijk. De ecb kan overigens in de verschillende fora niet zonder meer de nationale centrale banken vervangen, gelet op het beperkte mandaat van de ecb (in essentie zorgdragen voor prijsstabiliteit in het eurogebied) en het feit dat een aantal taken van nationale centrale banken in nauwe samenspraak met respectievelijk onder uiteindelijke verantwoordelijkheid van nationale regeringen plaatsvindt. Waar echter raakvlakken met de eigen verantwoordelijkheid van de ecb kunnen bestaan bijvoorbeeld bij imf-discussies over het internationale monetaire stelsel ligt coördinatie met en betrokkenheid van de ecb voor de hand. Hoe dit alles zich op lange termijn zal uitkristalliseren, hangt in zeer belangrijke mate af van de vraag welke verantwoordelijkheden, die thans nog bij nationale overheden thuishoren, naar een supranationaal niveau zullen worden getild. De Aziatische en Latijns-Amerikaanse regio s Richten wij ons thans kort op Japan. Naar de economie van dat land kan nog steeds slechts met zorg worden gekeken. Zoals reeds eerder bleek, heeft Japan een langjarig proces achter de rug, waarbij de realisaties op economisch gebied systematisch achterbleven bij de verwachting, al gold dat voor het eerst niet voor Werd in het voorjaar van dat jaar nog een groeiterugval verwacht van ongeveer 1%, uiteindelijk werd voor het jaar als geheel een licht positief cijfer gerealiseerd, met als kanttekening dat dit cijfer verhult dat tegen het einde van het jaar de Japanse economie weer volledig in het slop leek te zitten. Toch is, mede door enig herstel van de bedrijfsinvesteringen, een positieve groeivoet in het jaar 2000 niet onwaarschijnlijk. De uitkomsten voor het eerste kwartaal zijn wat dit betreft bemoedigend. Te hopen valt dat de sterke yen geen roet in het eten gaat gooien. Van groot belang voor een verdere versterking van de groei is het moment waarop de zich verbeterende winstpositie van het bedrijfsleven via hogere bonussen gaat doorspoelen naar de werknemers en daarmee naar de consumptieve vraag. Aan de zwakke financiële sector, gevolg van de eerdere zeepbel-economie, is inmiddels het een en ander gedaan en via een zeer expansief budgettair beleid hebben de Japanse autoriteiten een echt inklappen van de vraag weten te voorkomen. En vroeg of laat, zo schijnt de gedachte bij de beleidsmakers te zijn, zal het vertrouwen bij de consument terugkeren; maar experimenten zoals een expliciete inflatiedoelstelling van de Bank of Japan die de uitruil tussen huidige en toekomstige consumptie zou kunnen beïnvloeden kunnen aan zo n proces van vertrouwensherstel in de Japanse context geen bijdrage leveren. De Japanse economie heeft geen behoefte aan probeersels die de onzekerheid alleen maar verder aanwakkeren. Een problematische consequentie van het in het verleden gevoerde beleid is de huidige omvang van het begrotingstekort (7,6% bbp) en de dramatisch opgelopen staatsschuld (105% bbp). Een budgettair consolidatieproces is onvermijdelijk. Uiteraard is de vraag of dit dempend zal uitwerken op de economie en dus het groeiherstel zal vertragen dan wel juist vertrouwen zal wekken en het herstel 26 dnb / Jaarverslag 1999

25 Verslag van de President zal ondersteunen. Wat hier ook van moge zijn, politiek leeft in Japan op dit moment breed het besef dat urgent aan het fiscale consolidatieproces moet worden begonnen, zeker gezien de vergrijzingsgolf die op het land afkomt. Verrassend snel voltrok zich het herstel in Azië. Boekten Zuid- Korea, Maleisië en Thailand afgezien van Indonesië de meest getroffen landen in 1998 nog een negatieve bbp-groei van 6 à 10%, in 1999 en 2000 ligt het groeipercentage van de economie van deze drie landen weer ruim boven 4%. Dit zeer vlotte herstel kan uiteraard slechts verwelkomd worden, maar heeft als negatieve kant dat daarmee ook de druk op structurele hervormingen aanzienlijk is verminderd en dat deze hervormingen in trager vaarwater terecht zijn gekomen. De oorzaken van het herstel in Azië zijn relatief eenvoudig te duiden. In het algemeen was de uitgangspositie met betrekking tot het budgettaire beleid ten tijde van het ontstaan van de crises goed, zodat de recessie voor een deel bestreden kon worden met een verruimend budgettair beleid. Daarnaast werden de crises in deze landen niet zozeer uitgelokt door de hoogte van de buitenlandse schuld, maar door de samenstelling ervan. Een zeer groot deel was kortlopend van aard en gedenomineerd in buitenlandse valuta, hetgeen mede leidde tot krampachtig en te lang vasthouden aan de bestaande koersen. Nadat de koersen waren losgelaten en de schulden geherstructureerd, kon het herstel ras een aanvang nemen, geholpen door de relatieve openheid van de regio, waardoor de export sterk kon aantrekken na de afwaardering van de valuta s. Voorts was de druk van de financiële markten, gevolg van het geliberaliseerde kapitaalverkeer, enorm groot. Politieke omstandigheden zorgden voor enige vertraging, maar zodra deze hobbels waren genomen ging het beleid, onder meer in Zuid- Korea, onmiddellijk in de goede richting. Door dit alles herstelde zich het vertrouwen van de internationale investeerders en kon de dramatisch teruggelopen kapitaalinvoer weer omslaan in een forse import van kapitaal. Het meest moeizaam verloopt thans nog het herstel in Indonesië, maar in dat land is de politieke situatie nog steeds uitermate gecompliceerd. In het door de Azië-crisis besmette Latijns-Amerika is de gang van zaken in 1999 eveneens wat anders verlopen dan aanvankelijk werd gedacht. De groei van het bbp in Brazilië bedroeg in 1999 bijna 1%, een veel gunstiger uitkomst dus dan de aanvankelijk verwachte inkrimping van 3 à 4%, en zal in 2000 gevolgd worden door een toeneming van naar schatting rond 4%. De relatief gunstige ontwikkeling in Brazilië, mede tot stand gebracht door het loslaten van de koppeling met de dollar, is ten dele ten koste gegaan van de omringende landen. Een aantal daarvan was reeds geconfronteerd met hoge lopende-rekeningtekorten en een slechte financiële positie, zowel wat betreft de overheid als wat betreft de economie als geheel. In combinatie met het feit dat de Latijns-Amerikaanse regio, als gevolg van een geringere openheid, minder van het herstel van de wereldeconomie heeft kunnen profiteren dan de Aziatische, zal het herstel in Latijns- Amerika zich vermoedelijk dan ook wat langzamer voltrekken dan in Azië. De lama s zijn dan ook geen tijgers. dnb / Jaarverslag

26 Verslag van de President Het Internationaal Monetair Fonds Zowel bij de oplossing van de problematiek in Azië als die in Latijns- Amerika heeft het imf een belangrijke rol gespeeld. Die intense betrokkenheid van het Fonds, waarvoor dit terzijde veel waardering bestaat, is niet kritiek- en spanningsloos verlopen, zodat de brede discussie over de positie van het imf die na de oplossing van de crisis is gestart bepaald niet uit de lucht kwam vallen. Toenemende kritiek was er met name op de omvang van de hulppakketten en de te geringe en/of te late inschakeling van de private sector, gevolg ook van het hanteren door grote aandeelhouders van het imf van politieke overwegingen. Mede hierdoor leek het imf zich steeds meer te ontwikkelen tot een internationale lender of last resort, met als risico dat uiteindelijk toch belastinggeld zou moeten worden ingezet en waardoor voor dit soort reddingsacties de grenzen van de internationale solidariteit zouden worden overschreden. De ondertoon in de kritiek, ook van Nederlandse zijde, is steeds geweest dat geleidelijk meer en meer is afgeweken van basisuitgangspunten voor deze instelling. Het imf is in beginsel een monetaire instelling en dient dat te blijven. Alleen dan ook kan een heldere afbakening met het takenpakket van de Wereldbank tot stand worden gebracht. Voorts moet het Fonds niet alle financieringsproblemen van landen in moeilijkheden zelf proberen op te lossen, maar een katalyserende rol vervullen bij het tot stand brengen van private financiering door een evenwichtige combinatie van beperkte geldelijke hulp en adequate conditionaliteit. Niet voor niets hebben de meeste Fondsfaciliteiten duidelijke toegangslimieten; maar deze werden in toenemende mate buiten werking gesteld. Voor een imf dat zich op deze wijze ontwikkelt, zal op den duur het internationale draagvlak gaan verdwijnen. Zonder hier in de details van een houdbaar imf te treden, kunnen enkele voorwaarden worden aangestipt waaraan zal moeten worden voldaan. In de eerste plaats zal de transparantie bij alle betrokken partijen debiteuren, crediteuren, maar ook het imf zelf verbeterd moeten worden. Alleen dan kan immers de markt tot een betere risicobeoordeling komen en optimaal disciplinerend werken. In de tweede plaats is een scala van maatregelen, over de gehele breedte, nodig om de debiteurlanden minder gevoelig voor externe schokken te maken. Deze maatregelen lopen van het gezond maken van het financiële systeem tot een goed schuldmanagement en een voor het land in kwestie geschikt wisselkoerssysteem. In de derde plaats moet de private sector, ter voorkoming van moral hazard, een rol spelen bij het te hulp schieten van in problemen gekomen landen. Het vooraf vastleggen van de modaliteiten ter zake zal drempelverhogend voor het ontstaan van crises werken. In de vierde plaats zal nog eens vastgenageld moeten worden vanuit welke filosofie het Fonds moet opereren, met als leidende gedachte dat de surveillance tot de kern van de Fondsactiviteiten behoort en het imf er voor alle leden dient te zijn. In deze filosofie passen dan ook niet de voorstellen zoals neergelegd in het zogenaamde Meltzer-rapport, die onder meer neerkomen op afschaffing van de programmaconditionaliteit en liquiditeitssteunverlening aan slechts een zeer beperkte groep van landen. Zou worden teruggekeerd naar de hiervoor reeds kort beschreven basisfilosofie, dan impliceert dit dat nog eens zorgvuldig naar het bestaande instrumentarium van het imf moet worden gekeken, in het besef overigens dat een volledige zwart-witbenadering, leidend tot afschaffing van alle niet in deze filosofie passende faciliteiten, weinig realistisch is. 28 dnb / Jaarverslag 1999

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012 Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012 De obligatiemarkten werden in het derde kwartaal vooral beïnvloed door de ingrepen van de Europese Centrale Bank (ECB). Aan het begin van het kwartaal bleven aanvankelijk

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006 Profiel Het AEGON Equity Fund is een besloten fonds voor gemene rekening, waarin verzekeringsrelaties van AEGON kunnen participeren. Het AEGON Equity Fund belegt wereldwijd in aandelen met de nadruk op

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Valutamarkt

Hoofdstuk 24 Valutamarkt Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil

Nadere informatie

Visie op 2010 Hoop op herstel

Visie op 2010 Hoop op herstel Visie op 21 Hoop op herstel Dr. A.E. (Annelies) Hogenbirk 15 december 29 Rabobank Economisch Onderzoek Agenda Terugblik op de recessie Mondiale economische ontwikkelingen Groene loten Waar zit de groei?

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

E F F E C T U E E L. augustus 2011-18. Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

E F F E C T U E E L. augustus 2011-18. Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh E F F E C T U E E L augustus 2011-18 Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh Hilaire van den Bergh werkt bij BCS Vermogensbeheer B.V. te Rotterdam. De inhoud van deze publicatie schrijft hij

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

CEP 2009 Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis

CEP 2009 Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis Persconferentie CEP CEP Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis Coen Teulings Opzet Persconferentie CEP I II III Oorzaken en gevolgen kredietcrisis Gevolgen voor NL Wat betekent dit voor beleid? Persconferentie

Nadere informatie

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003 CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van

Nadere informatie

Twaalf grafieken over de ernst van de crisis

Twaalf grafieken over de ernst van de crisis Twaalf grafieken over de ernst van de crisis 1 Frank Knopers 26-04-2012 1x aanbevolen Voeg toe aan leesplank We hebben een aantal grafieken verzameld die duidelijk maken hoe ernstig de huidige crisis is.

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2001-II De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2005 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017 In onze tweede nieuwsbrief nieuwe stijl blikken wij terug op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor het komende kwartaal.

Nadere informatie

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten:

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten: SAMENVATTING BELANGRIJKSTE CONCLUSIES IN HET RAPPORT D.D. 19 SEPTEMBER 2011 NAAR AANLEIDING VAN DE BESPREKINGEN IN HET KADER VAN DE 2011 ARTIKEL IV CONSULTATIES VAN HET IMF 1. HOOFDTHEMA Het belangrijkste

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. 1. De Wereldbank berichtte onlangs dat de Chinese economie binnen afzienbare tijd de grootste economie van

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage april 2002 1 De internationale conjunctuur lijkt door het dieptepunt heen. In de Verenigde Staten en Zuidoost-Azië

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus 20201 2500 EE Den Haag Onderwerp DNB-analyse effecten langdurig lage rente De Nederlandsche Bank N.V. Prof. dr. K.H.W. Knot President Postbus

Nadere informatie

Outlook 2016. Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Outlook 2016. Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7 Outlook 2016 Inleiding 2016 is in China het jaar van de aap. Apen zijn de genieën van de Chinese dierenriem. Ze leven in groepen, zijn intelligent en geestig. Niets is voor hen te moeilijk. Als het wel

Nadere informatie

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019 In deze nieuwsbrief blikken wij terug op het afgelopen jaar, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor de komende periode. Terugblik 2018 Voordat

Nadere informatie

Beleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Beleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Beleggingsthema s 2016 What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Inleiding De dagen die in 2015 het verschil maakten, zijn de dagen waarop centrale bankiers uitspraken deden, what a difference

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Macro-economisch scorebord 2015K4

Macro-economisch scorebord 2015K4 Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Het 1 e kwartaal van 2015.

Het 1 e kwartaal van 2015. 1 Het 1 e kwartaal van 2015. Achteraf bezien was het eerste kwartaal van 2015, vooral in Europa, uiterst vriendelijk voor beleggers. Hoewel door Invest4You, ondanks de jubelverhalen in de pers een zekere

Nadere informatie

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 8: Financiële stelsel. 8.1 Overzicht

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 8: Financiële stelsel. 8.1 Overzicht Naslagwerk Economie van Duitsland 8.1 Overzicht Het Duitse bankenstelsel is anders georganiseerd dan in de meeste andere landen. Naast een centrale bank, de Bundesbank, de reguliere zaken en retailbanken

Nadere informatie

Arbeidskosten per eenheid product

Arbeidskosten per eenheid product Arbeidskosten per eenheid product CPB Achtergronddocument, behorend bij: MEV 2012 September 2011 Martin Mellens CPB Memo Aan: Belangstellenden Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl) Economie 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 20 november 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage september De wereldeconomie

CPB Notitie. Economierapportage september De wereldeconomie CPB Notitie Nummer : 2002/69 Datum : 17 september 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage september 2002 1 De economische groei in de industrielanden zal door de onrust op de financiële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN DECEMBER 2014 1. Economie VS blijg anker Het IMF verwacht een wereldwijde economische groei van 3,8% in 2015 Met een verwachte economische

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties)

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties) Feiten sociaal-economische situatie I Concurrentiepositie ten opzichte van eurogebied Sinds 997 is sprake van een gestage verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie, die in de ramingen van het

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 DE WERELD EN EUROPA IN 2017: De economische groei versnelde Het monetaire beleid bleef ondersteunend...

Nadere informatie

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1 Roads to recovery George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne 1 De Grote Recessie 2008: Financiële crisis subprime hypotheken crisis 15 september: Lehman Brothers bankroet stilstand

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

USD / 1.16 1.15 1.14 1.13 1.12 1.11

USD / 1.16 1.15 1.14 1.13 1.12 1.11 Energiemarktanalyse Groenten & Fruit door Powerhouse Marktprijzen Macro-economie Markten in mineur Afgelopen week De angst voor een wereldwijde economische vertraging is weer toegenomen na een slechte

Nadere informatie

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013 Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013 Gedurende het slotkwartaal van 2013 heeft de ECB ervoor gekozen om het monetaire beleid verder te verruimen. De reden hiervoor was onder meer een verrassend lage

Nadere informatie

Centraal Economisch Plan 2019

Centraal Economisch Plan 2019 Economische groei terug naar normaal Internationale risico s raken de Nederlandse economie Centraal Economisch Plan bbp-groei, in % 2,9 1,5 2,5 2,2 2016 2017 2018 1,5 1,5 Krappe arbeidsmarkt met hogere

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit

Nadere informatie

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein De Verenigde Staten gaan meestal voorop bij het herstel van de wereldeconomie. Maar terwijl een gerenommeerd onderzoeksburo recent verklaarde dat de Amerikaanse

Nadere informatie

Economische prognose IMF voor het GOS

Economische prognose IMF voor het GOS Economische prognose IMF voor het GOS Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de

Nadere informatie

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Hoofdstuk 27 Landenrisico Hoofdstuk 7 Landenrisico Open vragen 7. Het IMF verdeelt de wereldeconomie in industrielanden, opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden. Binnen de opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht Nederlandse economie in zicht Vooruitzichten 6-7 Economisch Bureau Nederland december Nederlandse economie: groei houdt aan De Nederlandse economie groeide in met ongeveer % - tweemaal zoveel als in 4.

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Michiel Verbeek, januari 2013

Michiel Verbeek, januari 2013 Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor

Nadere informatie

Economische visie op 2015

Economische visie op 2015 //5 Economische visie op 5 Nieuwjaarsbijeenkomst VNO-NCW regio Zwolle Björn Giesbergen januari 5 Inhoud Visie op 5 Europa: toekomstige koploper of eeuwige achterblijver? (conjunctuur/financiële markten)

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2007 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie