Noot M. Wiersma 1 HvJEU 21 april 2016, nr. C-558/14 (Khachab) JV 2016/171, ve

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Noot M. Wiersma 1 HvJEU 21 april 2016, nr. C-558/14 (Khachab) JV 2016/171, ve"

Transcriptie

1 Noot M. Wiersma 1 1. Het arrest Khachab is na de arresten Chakroun (HvJEU 4 april 2010, C 578/08, JV 2010/177 m.nt. C.A. Groenendijk, ve ) en O. en S. en L. (HvJEU 6/12/2012, C- 356/11, JV 2013/87, ve ) het derde arrest van het HvJEU dat handelt over het in artikel 7 lid 1 onder c neergelegde inkomensvereiste van de Gezinsherenigingsrichtlijn. Waar het Hof in het arrest Chakroun oordeelde over de voorwaarde te beschikken over " voldoende" inkomsten en in het arrest O. en S. en L. over de situatie waarin de gezinshereniger niet over eigen inkomsten beschikt terwijl er kinderen in het spel zijn, oordeelt het Hof in het arrest Khachab over het vereiste dat de gezinshereniger beschikt over "stabiele en regelmatige inkomsten". Naar mijn inschatting zal het arrest Khachab net als het arrest Chakroun belangrijke gevolgen hebben voor (de toepassing van) het inkomensvereiste naar Nederlands recht. 1 Hieronder zal ik na enkele inleidende opmerkingen (2-4) het arrest bespreken (5-19) en vervolgens de gevolgen voor de Nederlandse rechtspraktijk behandelen (20-24). 2. Het belang van de Gezinsherenigingsrichtlijn is voor de praktijk sterk toegenomen sinds de ABRvS in haar uitspraak van 17 december 2014, JV 2015/60 m.nt. C.A. Groenendijk, ve , oordeelde dat artikel 7 lid 1 onder c richtlijn "rechtstreeks en onvoorwaardelijk" van toepassing is op interne situaties, dat wil zeggen ook in geval van Nederlandse referenten. In haar uitspraak van 7 december 2015, /1/V2, ve (een zaak over inburgering in het buitenland), bevestigde de Afdeling bovendien dat dit geldt voor alle bepalingen van de gezinsherenigingsrichtlijn: voor zover in de Nederlandse wetgeving geen onderscheid wordt gemaakt tussen interne situaties en EU-situaties zijn de desbetreffende Unierechtelijke bepalingen rechtstreeks en onvoorwaardelijk van toepassing op de interne situatie. Het (af en toe nog opduikend) idee dat op de gezinsherenigingsrichtlijn geen beroep kan worden gedaan in geval van een Nederlandse referent snijdt dus geen hout meer! 3. Naar aanleiding van het arrest Chakroun werd in Nederland de inkomensnorm verlaagd van 120% naar 100% van het minimumloon en werden aan de artikelen 3.74 lid 1 en 3.75 lid 1 Vb 2000 de woorden "in ieder geval" toegevoegd, 2 opdat de door het Hof voorgeschreven individuele beoordeling van de situatie van de gezinshereniger steeds mogelijk zou zijn. De verlaging van de inkomensnorm had uiteraard direct een belangrijk effect, maar de woorden "in ieder geval" speelden in de praktijk nauwelijks een rol tot de uitspraak van de ABRvS van 10 maart 2015, JV 2015/116, ve , waarin de Afdeling oordeelde dat ingevolge het arrest Chakroun inderdaad steeds een concrete beoordeling van de situatie van de vreemdeling en de referent is aangewezen waar het gaat om de vraag of de inkomsten voldoende zijn, hetgeen iets anders is dan een beoordeling ex artikel 4:84 Awb. 3 Sedert deze uitspraak lijkt de IND (althans in bezwaarprocedures) langzaamaan bereid enige aandacht te besteden aan de mogelijkheid van (een lichte) flexibiliteit in de beoordeling van het inkomen van de gezinshereniger, in elk geval voor wat betreft de hoogte van dit inkomen. Waar het gaat om beoordeling van de duurzaamheid van het inkomen van de referent hebben de woorden "in ieder geval" nog niet tot enige aanpassing in de beslispraktijk geleid. 4. Na het arrest Khachab is het evenwel de vraag of de enkele toevoeging van de woorden "in ieder geval" aan de hoofdregel van 3.75 Vb 2000 de Nederlandse regels ter zake van de 1 Zie voor een bespreking van het arrest O. en S. en L., waarin het Hof oordeelt dat de bevoegdheid een bewijs van stabiele, regelmatige en voldoende inkomsten te beschikken "moet worden uitgeoefend tegen de achtergrond van de artikelen 7 en 24 lid 2 en 3 Handvest, op grond waarvan de lidstaten de verzoeken om gezinshereniging moeten onderzoeken in het belang van de betrokken kinderen en teneinde het gezinsleven te begunstigen en daarbij moeten vermijden dat afbreuk wordt gedaan het doel van de richtlijn en aan het nuttig effect ervan", T.P.A. Weterings: Uitspraak van de maand, A&MR 2013, nr. 1 ve Overigens hebben de (belangrijke) meer algemene overwegingen in de arresten Chakroun en O. en S. en L. uiteraard ook betrekking op (de toepassing van) het duurzaamheidsvereiste. 2 Stb. 2010, 307, ve , inwerkingtreding 19 juni Deze toevoeging diende tevens als implementatie van artikel 7 lid 1 onder c van de gezinsherenigingsrichtlijn. 3 Over dat laatste zie ABRvS 20 november 2015, JV 2016/12, ve

2 Noot M. Wiersma 2 beoordeling van de duurzaamheid van het inkomen van de referent richtlijn-proof hebben gemaakt, zelfs als deze woorden ook in de praktijk zouden leiden tot mitigatie van de regel van artikel 3.75 lid 1 Vb Ik zal betogen dat dit niet het geval is. 5. De casus. Khachab trouwt in 2009 en vraagt 20 februari 2012 om gezinshereniging. Hij heeft een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Op het moment van de aanvraag werkt hij bij een bouwbedrijf. De aanvraag wordt eind maart 2012 afgewezen op de grond dat Khachab sinds 1 maart werkloos is en in de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag slechts 63 dagen heeft gewerkt. Hij heeft in de eerste twee maanden van dagen gewerkt en in 2011 in totaal 48 dagen. De afwijzing van de aanvraag wordt eind mei 2012 in bezwaar bevestigd, Khachab is dan nog steeds werkloos. In beroep en hoger beroep voert Khachab aan dat hij sinds november 2012 weer werkt (als sinaasappelplukker) en dat hij beschikt over een verklaring arbeidsverleden waaruit blijkt dat hij meer dan vijf jaar premies en bijdragen heeft afgedragen in Spanje. Ook beroept hij zich op het economische klimaat waarin het realiseren van duurzame werkgelegenheid uiterst moeilijk is. 6. In eerste instantie lijkt het vrij wonderlijk dat in de situatie van Khachab prejudiciële vragen zouden worden gesteld over het inkomensvereiste nu naar Nederlands recht evident niet aan dit vereiste is voldaan en mogelijke strijd van de Spaanse regels met artikel 7 lid 1 onder c richtlijn ook niet onmiddellijk in het oog springt. Bij nadere beschouwing is echter beslist niet zeker dat (zelfs) Khachab niet aan het inkomensvereiste van de richtlijn zou kunnen voldoen, zoals hieronder zal blijken. 7. Volgens Spaans recht dient de gezinshereniger aan te tonen dat hij beschikt over voldoende financiële middelen om in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien. Het benodigde bedrag hangt af van de gezinssamenstelling. Voor een gezin van twee personen geldt een normbedrag van 798,77 (1,5 x het bedrag van de Spaanse inkomensindicator). Aangaande de stabiliteit van de middelen is in artikel 54 lid 2 van het Koninklijk Besluit 557/2011 bepaald dat gezinshereniging wordt geweigerd. "wanneer onomstotelijk wordt vastgesteld dat er geen vooruitzicht bestaat op het behoud van de financiële middelen in het jaar dat volgt op de indiening van de aanvraag. Bij de beoordeling of er uitzicht is op het behoud van een inkomstenbron gedurende dat jaar, wordt de ontwikkeling van de inkomenspositie van de gezinshereniger in de zes maanden voorafgaand aan aanvraag in aanmerking genomen." 8. Van (beleids)regels voor de toepassing van deze tamelijk vage regeling blijkt niet uit het arrest. 4 In elk geval leidt 63 dagen werken in de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag (5 dagen per week werken komt neer op ongeveer 125 werkdagen per zes maanden) blijkbaar tot de "onomstotelijke vaststelling" dat er geen vooruitzicht bestaat op het behoud van de financiële middelen in het jaar volgend op de aanvraag, waarbij wellicht ook van belang was dat Khachab op het moment van de besluitvorming werkloos was. 9. De Spaanse Sala de lo Contencioso-Administrativo del Tribunal Superior de Justicia del País Vasco vraagt zich af of een beoordeling van de "onomstotelijke waarschijnlijkheid van voldoende stabiele en regelmatige inkomsten van de vreemdeling als beslissingscriterium kan worden aangehouden", omdat aldus niet wordt gekeken of de vreemdeling "beschikt" (dispone, has, dispose) over die inkomsten, maar of hij daar in het jaar volgende op de aanvraag nog over "zal beschikken". 5 Met andere woorden, artikel 7 lid 1 onder c van de richtlijn bevat geen prospectieve inkomenstoets. Daarnaast vraagt het Tribunal zich af of de 4 En ook wat vreemde regeling want hoe kun je nu onomstotelijk vaststellen dat geen vooruitzicht bestaat op iets?

3 Noot M. Wiersma 3 stabiele aard en regelmaat van de financiële middelen van de gezinshereniger mag worden beoordeeld op basis van de ontwikkeling van die middelen in de zes maanden voorafgaand aan dat tijdstip. Dit omdat Khachab een verklaring arbeidsverleden heeft overgelegd, waaruit blijkt van een arbeidsduur van meer dan vijf jaar, hetgeen er ook op zou kunnen wijzen dat voldoende inkomen voor hem ook in de toekomst beschikbaar blijft. 10. Net als in het arrest Chakroun stelt het Hof voorop dat "aangezien gezinshereniging de algemene regel is, de bevoegdheid in artikel 7, lid 1, onder c), van richtlijn 2003/86 strikt moet worden uitgelegd". "De lidstaten mogen hun handelingsvrijheid ("margin for manoeuvre") dus niet zo gebruiken dat afbreuk wordt gedaan aan het doel van de richtlijn en aan het nuttig effect daarvan" (punt 25). Vervolgens wijst het Hof erop dat artikel 7, lid 1, onder c), van richtlijn 2003/86 niet aldus mag worden toegepast dat deze toepassing zou indruisen tegen de grondrechten zoals neergelegd in met name artikel 7 van het Handvest. Hoewel artikel 7 Handvest niet aldus mag worden uitgelegd dat het de lidstaten hun beoordelingsmarge ("margin of appreciation") ontzegt bij het onderzoek van verzoeken om gezinshereniging, moeten de bepalingen van richtlijn 2003/86 bij dat onderzoek echter worden uitgelegd en toegepast tegen de achtergrond van met name artikel 7 van het Handvest, zoals overigens blijkt uit de bewoordingen van overweging 2 van deze richtlijn, op grond waarvan de lidstaten de verzoeken om gezinshereniging onderzoeken teneinde het gezinsleven te begunstigen (punt 27-29, met verwijzing naar het arrest O. en S. en L.). 11. Het Hof oordeelt vervolgens dat, hoewel artikel 7 lid 1 onder c richtlijn niet uitdrukkelijk voorziet in de mogelijkheid van een prospectieve inkomenstoets, uit de tekst ervan, en in het bijzonder uit de woorden "stabiele" en regelmatige" volgt dat de financiële middelen van de gezinshereniger in zekere mate een bestendig en continu karakter moeten hebben. Een beoordeling van de regelmaat van de inkomsten brengt "een periodieke analyse van de ontwikkeling van deze inkomsten" ("a periodic analysis of the pattern of those resources") met zich (punt 30) welke strekt tot de beoordeling van het behoud van deze inkomsten na de datum van indiening van het verzoek. Deze redenering van het Hof acht ik wel overtuigend. Minder overtuigend vind ik de verwijzing die het Hof vervolgens maakt naar artikel 16 lid 1 onder a richtlijn, welke bepaling de lidstaten de bevoegdheid geeft de verblijfstitel van een gezinslid in te trekken wanneer de gezinshereniger niet langer over stabiele, regelmatige en voldoende inkomsten beschikt (punt 37-38). Op grond van deze bepaling kan ook worden betoogd dat een beoordeling van het inkomen van de gezinshereniger juist niet té zeer op de toekomst hoeft te zijn gericht omdat bij een onverhoopt beroep op de publieke middelen alsnog het verblijf kan worden beëindigd Na te hebben vastgesteld dat een prospectieve inkomenstoets is toegestaan beoordeelt het Hof of de Spaanse regel op grond waarvan gezinshereniging afhankelijk wordt gesteld van de waarschijnlijkheid dat de gezinshereniger zijn financiële middelen behoudt in het jaar dat volgt op de indiening van het verzoek, waartoe wordt gekeken naar zijn inkomsten in de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag, verenigbaar is met het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel ("the principle of proportionality, which is one of the general principles of EU law", punt 42). Daartoe dient de regel geschikt te zijn om de door de 5 Opvallend is dat het Tribunal de regel van artikel 54 lid 2 van het Koninklijk Besluit 557/2011 omdraait en aldus een veel restrictiever criterium weergeeft ("onomstotelijke waarschijnlijkheid van stabiele en regelmatige inkomsten"). 6 Ook kan verdedigd worden dat als vooruit mag worden gekeken ook - al dan niet in het kader van de individuele beoordeling - de mogelijkheid van inkomensverwerving door de partner in de beoordeling moet worden betrokken, nu dit inkomen na toelating meetelt (artikel 16 aanhef en onder a). Het komt geregeld voor dat de buitenlandse partner al een arbeidscontract aangeboden heeft gekregen.

4 Noot M. Wiersma 4 gezinsherenigingsrichtlijn nagestreefde doelen te verwezenlijken en niet verder te gaan dan ter bereiking van die doelen noodzakelijk is. 13. Tevens dient de Spaanse beoordelingsregel te voldoen aan het "proportionaliteitsvereiste op nationaal niveau" ("proportionality at national level", punt 43). Dit betreft het vereiste dat verzoeken om gezinshereniging op grond van artikel 17 richtlijn "individueel moeten worden behandeld" en dat de bevoegde autoriteiten "bij de tenuitvoerlegging van richtlijn 2003/86 en bij het onderzoek van verzoeken om gezinshereniging, een evenwichtige en redelijke beoordeling van alle in het geding zijnde belangen maken". Dit laatste leidt het Hof af uit het arrest O. en S. en L, in welk arrest het wordt afgeleid uit de artikelen 7 en 24 Handvest. 14. Hoe er nu precies individueel moet worden beoordeeld en wat "alle in het geding zijnde belangen" zijn preciseert het Hof niet. De individuele beoordeling van artikel 17 ziet op de belangenafweging die gemaakt moet worden in het geval niet (langer) aan de voorwaarden voor gezinshereniging wordt voldaan, waarbij wordt voorgeschreven dat - kort gezegd - rekening dient te worden gehouden met de hechtheid van de familiebanden en de banden met het land van herkomst. Een individuele beoordeling van de inkomenssituatie van de gezinshereniger schrijft deze bepaling niet voor. Uit de beoordeling van de Spaanse regeling door het Hof blijkt echter dat onder "alle in het geding zijnde belangen" in elk geval moet worden begrepen het belang van de staat dat geen beroep op de publieke middelen zal worden gedaan, waarbij "op individuele wijze" zal moeten worden beoordeeld of dit waarschijnlijk is. 15. Het is opvallend dat het Hof zo'n duidelijk onderscheid maakt tussen de toetsing aan het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel enerzijds en toetsing aan de evenredigheid op nationaal niveau anderzijds. 7 Bij de beoordeling van de Spaanse regeling lopen de elementen van beide toetsingen evenwel weer door elkaar. 16. Het Hof oordeelt dat "de duur van een jaar, waarin de gezinshereniger naar alle waarschijnlijk over voldoende inkomsten dient te beschikken, redelijk is" (evenredigheid op nationaal niveau) "en niet verder gaat dan noodzakelijk is" (Unierechtelijke evenredigheid) "om op individuele wijze" (evenredigheid op nationaal niveau) "het mogelijke risico te kunnen beoordelen dat de gezinshereniger na gezinshereniging ten laste van de sociale bijstand van de betrokken lidstaat komt" (Unierechtelijke evenredigheid en evenredigheid op nationaal niveau). Daarbij acht het Hof van belang dat de periode van een jaar overeenkomt met de geldigheidsduur van de verblijfstitel van een jaar waarover de gezinshereniger ingevolge artikel 3 lid 1 richtlijn dient te beschikken en ook wijst het Hof opnieuw naar de mogelijkheid van intrekking van het verblijfsrecht van het gezinslid gedurende de eerste vijf jaar van het verblijf in de lidstaat indien de gezinshereniger niet meer over stabiele, regelmatige en voldoende inkomsten beschikt (punt 45). 17. Wat betreft de toepassing van het proportionaliteitsvereiste op nationaal niveau acht het Hof voorts van belang dat volgens de Spaanse regels gezinshereniging slechts kan worden geweigerd "wanneer onomstotelijk wordt vastgesteld dat er geen uitzicht bestaat dat de gezinshereniger de financiële middelen in het jaar dat volgt op de indiening van de aanvraag behoudt." Volgens het Hof legt deze bepaling de gezinshereniger "enkel op" dat hij over voldoende middelen zal blijven beschikken ("the maintenance of the sponsor s resources be foreseeable", punt 46), waarmee het Hof lijkt te doelen op de mogelijkheid dat deze bepaling 7 Voor een bespreking van het onderscheid tussen deze twee evenredigheidsbeginsels, ook afgezet tegen het door het EHRM toegepaste evenredigheidsbeginsel zie de eindscriptie van Willem Hutten: The individual examination under the Family Reunification Directive, 1 februari 2016, ve , met literatuurverwijzingen.

5 Noot M. Wiersma 5 voldoende ruimte laat voor een individuele beoordeling ("assessment on a case-by-case basis", punt 45) van de waarschijnlijkheid dat de middelen beschikbaar zullen blijven. 18. Over de terugkijkperiode van zes maanden merkt het Hof tot slot op dat in de richtlijn dienaangaande niets is bepaald, maar dat "een dergelijke periode in elk geval niet in strijd [is] met de doelstelling van de richtlijn" (Unierechtelijke evenredigheid, punt 47). 19. Het Hof concludeert dat de Spaanse regeling niet in strijd is met artikel 7 lid 1 onder c richtlijn. In afwijking van het voorstel AG geeft het Hof de Spaanse rechter niet de opdracht mee om aan de hand van de door Khachab naar voren gebrachte omstandigheden, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel en door een onderzoek van de persoonlijke situatie van Khachab conform artikel 17 van richtlijn 2003/86, te beoordelen of het waarschijnlijk is dat hij genoeg inkomsten heeft om zijn echtgenote te onderhouden, en zo ja, dat hij over voldoende inkomsten zal blijven beschikken nadat de gezinshereniging is toegestaan" (Conclusie AG, punt 45). Maar het Hof sluit ook niet uit dat alsnog op basis van een individuele beoordeling wordt vastgesteld dat Khachab - bijvoorbeeld omdat hij in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag premies heeft afgedragen en geen beroep heeft gedaan op bijstand - aan het inkomensvereiste voldoet. 20. Wat betekent het arrest voor het Nederlandse vereiste te beschikken over duurzame bestaansmiddelen? Hoewel de Spaanse inkomenstest anders in elkaar steekt dan de Nederlandse en het Hof een prospectieve inkomenstoets waarbij een inschatting wordt gemaakt van het inkomen van de gezinshereniger in het jaar na de aanvraag is toelaatbaar acht, zal dit arrest niet zonder gevolg kunnen blijven voor de Nederlandse regels voor het bepalen van de duurzaamheid van het inkomen van de referent. Het gaat dan in het bijzonder om de regels van artikel 3.75 lid 1 en 3.75 lid 3 Vb 2000 (de eis van een jaarcontract of contract voor onbepaalde tijd met loondoorbetalingsgarantie op moment van de aanvraag respectievelijk de eis dat drie jaar voorafgaand aan de aanvraag gemiddeld per jaar is voldaan aan de inkomensnorm) en artikel 3.20 VV 2000 (de eis dat middelen uit arbeid als zelfstandige eerst duurzaam zijn als deze op het moment van de aanvraag reeds 1,5 jaar beschikbaar zijn). 21. In de eerste plaats is zeer wel denkbaar dat het Hof deze regels, die veel zwaardere eisen opleggen aan het inkomen van de gezinshereniger dan de Spaanse regels, niet verenigbaar acht met een "strikte" uitleg van artikel 7 lid 1 onder c richtlijn, doordat deze regels (te zeer) afbreuk doen aan het doel en het nuttig effect van de richtlijn, zodat Nederland met de (inflexibele toepassing van) deze regels zowel haar "margin for manoeuvre" als haar "margin of appreciation" overschrijdt. 22. Bovendien lijken de Nederlandse regels weliswaar "geschikt" om te voorkomen dat de gezinshereniger en zijn familie ten laste zullen komen van de sociale bijstand, maar zij leggen beperkingen op aan de mogelijkheid van gezinshereniging die niet "noodzakelijk" lijken. Want waarom zou een terugkijkperiode van zes maanden niet volstaan voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid dat het inkomen in het jaar na de aanvraag behouden blijft, zeker als iemand redelijke vooruitzichten heeft op behoud van het inkomen? Wellicht dat het Hof ook een terugkijktermijn van een jaar acceptabel acht, want zoals de AG terecht opmerkt kan een terugkijktermijn van méér dan zes maanden in sommige gevallen juist gunstiger zijn dan een termijn van zes maanden, mits de terugkijkregel niet te star is. 8 Als het alternatief voor zes 8 "Het is niet gezegd dat de gezinshereniger en zijn gezin beter af zouden zijn indien werd gekeken naar het inkomenspatroon over een langere periode, bijvoorbeeld van één jaar. Dit zou wel het geval zijn als de gezinshereniger bijvoorbeeld eerst zeven maanden had gewerkt, daarna werkloos was geworden en vervolgens vier maanden later weer werk had gevonden, maar niet als hij van de twaalf maanden vóór zijn verzoek alleen de laatste vijf had gewerkt" (Conclusie AG, punt 43). De AG gaat hier uit van een soepeler soort terugkijktermijn dan de

6 Noot M. Wiersma 6 maanden terugkijken de driejaarstermijn van artikel 3.75 lid 3 Vb 2000 is, waarbij ieder jaar gemiddeld aan de inkomensnorm moet zijn voldaan, is echter nauwelijks een casus te verzinnen waarin dit het geval zou zijn. Zonder onderbouwing van de noodzaak van een dergelijk strenge regeling moet deze in strijd met het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel worden geacht. 23. Tot slot valt moeilijk in te zien dat de Nederlandse regels strekken tot een "evenwichtige en redelijke beoordeling van alle in het geding zijnde belangen" op basis van een "individuele beoordeling". De flexibiliteit in de toepassing van artikel 3.75 lid 1 Vb 2000 is zeer beperkt en flexibiliteit ontbreekt volledig in artikel 3.75 lid 3 Vb 2000 en artikel 3.20 VV Voor jonge gezinsherenigers leiden de regels in veel gevallen tot onevenwichtige en onredelijke resultaten, nu zij aan de strenge terugkijkregel van drie jaar vrijwel nooit kunnen voldoen en een contract met inkomensgarantie voor ten minste een jaar in veel gevallen niet verkregen kan worden, terwijl dit geenszins hoeft te betekenen dat een beroep op de publieke middelen in het jaar na de aanvraag waarschijnlijk is. 9 Ook voor oudere gezinsherenigers zijn flexibele contracten steeds vaker de standaard en ook zij voldoen vaak niet aan de restrictieve terugkijkregel van artikel 3.75 lid 3 Vb 2000, terwijl ook voor hen de noodzaak van een toekomstig beroep op de bijstand vaak geheel niet waarschijnlijk is. Het Hof vindt de Spaanse regels acceptabel nu deze ertoe strekken de waarschijnlijkheid te beoordelen van een mogelijk beroep op de sociale bijstand in het jaar na de aanvraag (zij vergen enkel de voorzienbaarheid van het behoud van de inkomsten), terwijl de Nederlandse regels (en de toepassing ervan) ertoe strekken zekerheid te krijgen dat een beroep op bijstand in het eerste jaar na de aanvraag is uitgesloten. De toevoeging van de woorden "in ieder geval" aan artikel 3.75 lid 1 Vb welke woorden in artikel 3.75 lid 3 Vb 2000 en artikel 3.20 VV 2000 ontbreken - hebben deze strekking niet gewijzigd. 24. Het is voor de in Nederland wonende gezinsherenigers en hun familieleden te hopen dat zich op korte termijn een casus voordoet waarin de Nederlandse duurzaamheidsregels aan het Hof kunnen worden voorgelegd - voor zover in het arrest Khachab door de rechter zelf niet reeds aanleiding wordt gezien voor het oordeel dat deze regels niet verenigbaar zijn met artikel 7 lid 1 onder c richtlijn. Iedere Nederlandse rechter kan ter zake vragen voorleggen, ook in een interne situatie (Dzodzi-arrest, RV 1990, 92), terwijl het stellen van een prejudiciële vraag verplicht is als een "concept frequently gives rise to difficulties of interpretation in the various Member States, a national court or tribunal against whose decisions there is no judicial remedy under national law must comply with its obligation to make a reference to the Court, in order to avert the risk of an incorrect interpretation of EU law, HvJEU 9 september 2015, C- 160/14 (Ferreira da Silva), ve Een dergelijke situatie lijkt hier aan de orde. M. Wiersma, advocaat bij Wybenga advocaten Rotterdam Nederlandse. 9 Verwezen kan in dit verband worden naar de EC-Richtsnoeren voor de toepassing van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging, waarin de Commissie de lidstaten adviseert aanvragen om gezinshereniging bij een tijdelijk contract niet direct af te wijzen, maar een individuele beoordeling te maken van de inkomensvooruitzichten, met medeneming van opleiding en vaardigheden, de vacatures in het werkgebied van de referent, de arbeidsmarktsituatie in de lidstaat en de verdiensten in het verleden (hoewel dit volgens de Commissie niet een aanvullende eis mag zijn voor jonge referenten aan het begin van hun carrière).

7

Datum van inontvangstneming : 19/01/2015

Datum van inontvangstneming : 19/01/2015 Datum van inontvangstneming : 19/01/2015 Vertaling C-558/14-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-558/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing 5 december 2014 Tribunal Superior de Justicia

Nadere informatie

Gezinnen gezien? SAMENVATTING. September 2014

Gezinnen gezien? SAMENVATTING. September 2014 SAMENVATTING Gezinnen gezien? September 2014 Onderzoek naar Nederlandse regelgeving en uitvoeringspraktijk in het licht van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn 2 College voor de Rechten van de Mens

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:19292

ECLI:NL:RBDHA:2013:19292 ECLI:NL:RBDHA:2013:19292 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24-12-2013 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer AWB 13-2852 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS Marianne Wiersma wiersma@wybenga-advocaten.nl 010-214 00 00 / 06 15 07 46 15 VERLENGING & INTREKKING VV

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK ,, Raad van State 201604740/1/V1. Datum uitspraak: 26 april 2017 ( AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: (hierna: vreemdeling 1 ) en de vreemdelingen), appellanten, hierna gezamenlijk:

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

Het middelenvereiste bij gezinshereniging onder de Wet Momi

Het middelenvereiste bij gezinshereniging onder de Wet Momi Artikel MARIANNE WIERSMA* - MR. M. WIERSMA IS ADVOCAAT IN ROTTERDAM BIJ WYBENGA ADVOCATEN. Het middelenvereiste bij gezinshereniging onder de Wet Momi Voor gezinshereniging geldt als eis dat het gezinslid

Nadere informatie

Voortgezet verblijf secundaire migranten

Voortgezet verblijf secundaire migranten Voortgezet verblijf secundaire migranten B2 Voortgezet verblijf secundaire migranten 1 Inleiding 2 Wettelijke bepalingen 2.1 Afhankelijke verblijfstitels 2.1.1 De afhankelijke vergunning tot verblijf

Nadere informatie

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:3612

ECLI:NL:RBAMS:2017:3612 ECLI:NL:RBAMS:2017:3612 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-03-2017 Datum publicatie 15-06-2017 Zaaknummer 13.751.363-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Europees strafrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 Instantie Datum uitspraak 15-12-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-6222 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

B 19 Voortgezet verbliif 19

B 19 Voortgezet verbliif 19 B 19 Voortgezet verbliif 19 4 Voortgezet verblijf van vreemdelingen die voor verblijf bij (huwelijks-)partner of voor verruimde gezinshereniginp zijn toegelaten na verlies van de afhankeliike verblijfstitel

Nadere informatie

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 54/14 Luxemburg, 8 april 2014 Pers en Voorlichting Arrest in gevoegde de zaken C-293/12 en C-594/12 Digital Rights Ireland en Seitlinger e.a. Hof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 573 Migratiebeleid Nr. 127 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2014 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2014 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2014 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS Marianne Wiersma wiersma@wybenga-advocaten.nl 010-214 00 00 / 06 15 07 46 15 VERLENGING & INTREKKING VV

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8529 28 maart 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 20 maart 2014, nummer WBV 2014/10, houdende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326 ECLI:NL:RBDHA:2014:10326 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer 14/6302 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

CASUS #1. www.arbocatalogusggz.nl

CASUS #1. www.arbocatalogusggz.nl CASUS #1 Een klant komt met zijn vrouw aan de balie van een publieke organisatie. De klant heeft thuis een brief gekregen dat hij, na een halfjaardurende procedure, eindelijk zijn aangevraagde document

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt:

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt: Samenvatting Inleiding Dit advies heeft betrekking op het Europese en nationale openbare-ordebeleid. Een algemeen uitgangspunt dat daarbij wordt gehanteerd is dat indien migranten een gevaar vormen voor

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 23 juli 2014 met refertenummer X.

Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 23 juli 2014 met refertenummer X. nr. 135 900 van 7 januari 2015 in de zaak RvV X / IX In zake: 1. X 2. X Gekozen woonplaats: X tegen: de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept 20-2-2012 De raad van de gemeente Montferland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, met overneming van de daarin vermelde

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-hertogenbosch, van 23 november 2012 in zaak nr. 12/9408 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-hertogenbosch, van 23 november 2012 in zaak nr. 12/9408 in het geding tussen: 201211916/3/V2. Datum uitspraak: 19 november 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de minister van Buitenlandse Zaken, appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank Den

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

De belangrijkste uitspraken over de Wet bescherming persoonsgegevens (in de eerste helft van 2012)

De belangrijkste uitspraken over de Wet bescherming persoonsgegevens (in de eerste helft van 2012) BIRD & BIRD ACTUALITEITENLUNCH PRIVACY De belangrijkste uitspraken over de Wet bescherming persoonsgegevens (in de eerste helft van 2012) Gerrit-Jan Zwenne 3 juli 2012 vijf uitspraken en een conclusie

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Openbaar. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND

Openbaar. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND IND-werkinstructie nr. 2012/7 (AUA) Openbaar ^~å Klantdirecteuren IND c.c. DDMB s~å Hoofddirecteur IND a~íìã 13 december 2012 sáåçéä~~íë Migratierecht extra låçéêïéêé Normbedragen geldend vanaf 1 Inleiding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112173/1/V1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 De Raad van de Gemeente Beesel; Gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

16 (AUB) Extern. IND-werkinstructie nr. 2011/16. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND

16 (AUB) Extern. IND-werkinstructie nr. 2011/16. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND IND-werkinstructie nr. 2011/16 16 (AUB) Extern ^~å Klantdirecteuren IND c.c. DDMB s~å Hoofddirecteur IND a~íìã 15 december 2011 sáåçéä~~íë Migratierecht extra låçéêïéêé Normbedragen geldend vanaf 1 Inleiding

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15221 7 juni 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 30 mei 2013, nummer WBV 2013/13, houdende

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111776/1/V1. Datum uitspraak: 13 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017 Datum van inontvangstneming : 15/06/2017 Samenvatting C-246/17-1 Zaak C-246/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. dr. K.H.D.M. Dijkhoff Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Betreft: consultatieverzoek naar aanleiding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-636/16-1 Zaak C-636/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Contencioso-Administrativo

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

Uitspraak 201405096/1/A2

Uitspraak 201405096/1/A2 Uitspraak 201405096/1/A2 Datum van uitspraak: Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201405096/1/A2. Datum uitspraak: 21 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK woensdag 21 januari 2015 Uitspraak op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( ) Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas (2014-089) De raad van de gemeente Peel en Maas; Gelezen raadsvoorstel 2014-089; Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en

Nadere informatie

Opinie. Mark Klaassen jurist en politicoloog M.A.K. Klaassen LLM is als universitair docent verbonden aan het Instituut voor Immigratierecht van de

Opinie. Mark Klaassen jurist en politicoloog M.A.K. Klaassen LLM is als universitair docent verbonden aan het Instituut voor Immigratierecht van de Mark Klaassen jurist en politicoloog M.A.K. Klaassen LLM is als universitair docent verbonden aan het Instituut voor Immigratierecht van de Universiteit Leiden. Een helder kader voor het afgeleid verblijfsrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand; De raad van de gemeente Opsterland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN De Raad van de gemeente Buren, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 008 009 Aanhangsel van de Handelingen Vragen door de leden der Kamer gesteld overeenkomstig artikel 40 van het Reglement van Orde, en de daarop door de regering

Nadere informatie

Een niet formalistisch mvv-vereiste

Een niet formalistisch mvv-vereiste Artikel Pieter Boeles Prof. mr. P. Boeles is emeritus hoogleraar immigratierecht aan de Universiteit Leiden. Een niet formalistisch mvv-vereiste Artikel 8 EVRM en de Gezinsherenigingsrichtlijn nopen tot

Nadere informatie

-1- Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave (conform de indeling van het verslag):

-1- Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave (conform de indeling van het verslag): 34 590 Wijzing van de Wet arbeid vreemdelingen en de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende

Nadere informatie

Advies W /III

Advies W /III Advies W12.18.0366/III Datum: woensdag 28 november 2018 Soort: Voorlichting Ministerie: Sociale zaken en Werkgelegenheid Vindplaats: Kamerstukken I 2018/19, 34934, nr. E Verzoek om voorlichting van de

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken j1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 9 juli 2015 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 9 juli 2015 (*) ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 9 juli 2015 (*) Prejudiciële verwijzing Richtlijn 2003/86/EG Artikel 7, lid 2 Gezinshereniging Integratievoorwaarden Nationale regeling op grond waarvan gezinsleden van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014 Datum van inontvangstneming : 16/05/2014 Vertaling C-165/14-1 Zaak C-165/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 april 2014 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 239 Besluit van 25 mei 2004 tot wijziging van het Besluit geslachtsnaamswijziging Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak

Nadere informatie

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over bijstand EU-onderdanen.

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over bijstand EU-onderdanen. Rotterdam, 4 juni 2013. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over bijstand EU-onderdanen. Aan de Gemeenteraad. Op 6 mei 2013 stelde

Nadere informatie

IND-werkinstructie nr. 2012/1 (AUA)

IND-werkinstructie nr. 2012/1 (AUA) IND-werkinstructie nr. 2012/1 (AUA) Openbaar ^~å Klantdirecteuren IND c.c. DDMB s~å Hoofddirecteur IND a~íìã 15 juni 2012 sáåçéä~~íë Migratierecht-extra låçéêïéêé Normbedragen geldend vanaf 1 Inleiding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; No. 19. De raad van de gemeente Vlagtwedde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012 Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012 gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel

Nadere informatie

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 april 2018 *

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 april 2018 * Jurisprudentie ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 april 2018 * Prejudiciële verwijzing Recht op gezinshereniging Richtlijn 2003/86/EG Artikel 2, aanhef en onder f) Begrip alleenstaande minderjarige Artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Ede Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, gelet op artikel 36 van de Participatiewet en de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.3.2019 COM(2019) 162 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitvoering van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22872 29 juli 2015 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 21 juli 2015, nummer WBV 2015/10, houdende

Nadere informatie

Gezinnen gezien? Onderzoek naar Nederlandse regelgeving en uitvoeringspraktijk in het licht van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn

Gezinnen gezien? Onderzoek naar Nederlandse regelgeving en uitvoeringspraktijk in het licht van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn Gezinnen gezien? Onderzoek naar Nederlandse regelgeving en uitvoeringspraktijk in het licht van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn september 2014 4 College voor de Rechten van de Mens Inleiding 4 1

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Vertaling C-155/15-1 Zaak C-155/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 april 2015 Verwijzende rechter: Kammarrätten i Stockholm (Zweden)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/02/2019

Datum van inontvangstneming : 25/02/2019 Datum van inontvangstneming : 25/02/2019 Samenvatting C-836/18-1 Zaak C-836/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie