ARCHEOLOGIEBELEID GEMEENTE ENSCHEDE
|
|
- Camiel Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ARCHEOLOGIEBELEID GEMEENTE ENSCHEDE Vastgesteld door de gemeenteraad op 28 januari 2008
2 ARCHEOLOGIEBELEID GEMEENTE ENSCHEDE 2007 Gemeente Enschede/Past2Present-Archeologic Rapportage 402 Past2Present-ArcheoLogic 2
3 INHOUDSOPGAVE 1 ARCHEOLOGIEBELEID; WETTELIJKE KADERS EN NOODZAAK NUT EN NOODZAAK ARCHEOLOGIEBELEID ARCHEOLOGIE BINNEN HET GROTERE GEMEENTELIJK KADER HET ARCHEOLOGISCH PROCES INLEIDING INVENTARISATIE (WAT ZIT ER IN DE BODEM?) SELECTIE (IS HET BELANGRIJK?) BEHEERSMAATREGELEN (WELKE MAATREGEL EN WELKE EISEN?) OPZET VAN HET ARCHEOLOGIEBELEID IN DE GEMEENTE ENSCHEDE ONDERDELEN ARCHEOLOGIEBELEID ARCHEOLOGISCHE VERWACHTINGENKAART ONDERBOUWING BELEID: KWANTITATIEVE KEUZES EN NORMEN ONDERBOUWING BELEID: KWALITATIEVE NORMEN WERKING VAN DIT BELEIDSPLAN INVENTARISATIEONDERZOEK: WANNEER MOET IK EEN ONDERZOEKSPLICHT OPLEGGEN? DE VRAAG NUT EN NOODZAAK VAN INVENTARISATIE HOE BEPAAL IK OF IK EEN INVENTARISATIE (ONDERZOEKS) PLICHT OP MOET LEGGEN? LEGENDA-EENHEDEN OP DE ENSCHEDESE KAART BIJHOUDEN VAN DE ARCHEOLOGISCHE BELEIDSKAART WAAR BEN IK NAAR OP ZOEK? ARCHEOLOGISCHE SELECTIE: ALS IK IETS VIND, IS HET DAN BELANGRIJK? DE VRAAG NUT EN NOODZAAK VAN SELECTIE HOE STEL IK VAST OF DE VINDPLAATS BELANGRIJK IS? ARCHEOLOGISCHE MAATREGELEN: ALS BESLOTEN IS DAT DE VINDPLAATS BELANGRIJK IS, WAT MOET IK ER DAN MEE DOEN? DE VRAAG MAATREGEL: BEHOUD IN SITU MAATREGEL: OPGRAVEN WELKE MAATREGEL MOET IK EISEN? WERKPROCESSEN INLEIDING WERKPROCES BELEIDSONTWIKKELING WERKPROCES VERGUNNINGEN WERKPROCES PLANONTWIKKELING CAPACITEIT EN ORGANISATIE Past2Present-ArcheoLogic 3
4 BIJLAGE 1 BELEIDSKAART NORMENMATRIX BIJLAGE 2 VOORBEELDBEPALINGEN BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 3 NORMEN VOOR EN EISEN AAN HET VOORONDERZOEK EN DE ARCHEOLOGISCHE MAATREGELEN NORMEN EN EISEN AAN HET VOORONDERZOEK: DE INVENTARISATIE NORMEN VO0R DE WAARDERING EISEN AAN DE OPGRAVINGEN: ONDERZOEKSVRAGEN EISEN AAN DE FYSIEKE BESCHERMING BIJLAGE 4 FINANCIËLE GEGEVENS INLEIDING TOELICHTING GEHANTEERDE METHODE BIJ DE KOSTENBEREKENING JAARLIJKSE KOSTEN67 TOELICHTING GEHANTEERDE METHODE BIJ DE TOEREKENING JAARLIJKSE KOSTEN GEKOZEN KOSTENTOEREKENING Past2Present-ArcheoLogic 4
5 1 Archeologiebeleid; Wettelijke kaders en noodzaak 1.1 NUT EN NOODZAAK ARCHEOLOGIEBELEID De Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), in werking getreden op 1 september 2007, legt de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed bij gemeenten. De wet geeft aan dat archeologie voortaan binnen de instrumenten van de ruimtelijke ordening dient te worden meegewogen. De kern van de nieuwe wetgeving is als volgt samengevat: het rijk blijft verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen ex monumentenwet 1988 en dus voor de aanwijzing van archeologische rijksmonumenten; de provincie kan archeologische attentiegebieden aanwijzen die moeten worden opgenomen in bestemmingsplannen van de gemeente. Tevens kan zij verplichtingen opleggen bij ontgrondingen; de gemeente kan archeologische verplichtingen verbinden aan bouw-, sloopen aanlegvergunningen; de nieuwe regels gelden alleen bij nieuwe bestemmingsplannen evenals wijziging van bestaande bestemmingsplannen (bv. art. 19 of art. 17- procedures). De wetgever regelt de omgang met de archeologie via de instrumenten uit de ruimtelijke ordening. Daarbij krijgt de gemeente een substantiële inhoudelijke beleidsruimte toegewezen om een belangenafweging te maken. De ruimte wordt in de wet niet beperkt door inhoudelijke afwegingskaders, omdat die niet van rijkswege zijn meegegeven. Tenslotte legt de nieuwe wet eigenlijk alleen vast wat langzamerhand al gewoonte was geworden bij de ontwikkeling van nieuwe ruimtelijke plannen. De nieuwe wet impliceert voor de gemeente het volgende: voor alle bodemverstoringen binnen de archeologische contouren op de plankaart bij het bestemmingsplan geldt een vergunningenstelsel; de vergunningvrager is financieel en operationeel verantwoordelijk; de overheid (gemeente) stelt de eisen en handhaaft ze. Past2Present-ArcheoLogic 5
6 Archeologie is daarmee net als alle andere beleidsvelden een beleidskeuze geworden binnen de procedurele afweging van de WRO. De nieuwe wet geeft de gemeente verplichtingen en beleidsruimte om de archeologische monumentenzorg te regelen in bestemmingsplannen en bij alle vergunningen die tot bodemverstoring leiden. Het nieuwe bestel vormt voor de gemeente de reden om een archeologiebeleid te ontwikkelen, dat de basis is voor een autonome positie van de gemeente in de archeologische monumentenzorg. Archeologie kan een risico met zich meebrengen wanneer het niet op de juiste wijze in de plannen is opgenomen. Daarnaast kan een eigen archeologiebeleid ook bijdragen aan het versterken van de gemeentelijke identiteit. In essentie voldoet goed gemeentelijk beleid aan de volgende voorwaarden: het beperkt bestuurslasten aanzienlijk; het beperkt uitvoeringskosten aanzienlijk; het voorkomt een rituele onderzoekscultuur; het is een middel om evenwicht te brengen tussen goede erfgoedzorg en een goed draagvlak voor de erfgoedzorg; het draagt bij aan de benutting van het gemeentelijke erfgoed in de vormgeving van ruimtelijke plannen, waardoor een hogere ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid wordt bereikt. Uiteindelijk hebben alle betrokken partijen in de gemeente Enschede baat bij een duidelijk gemeentelijk beleid. Welke partijen dat zijn en wat het beleid voor die partijen doet is hieronder weergegeven: Burger Minimaliseren beperkingen in grondgebruik; Minimaliseren van de archeologische last; Identificatie met de eigen gemeentelijke identiteit; Ontwikkelaar Normeren archeologische verplichtingen; Kompas bij locatiekeuze; Voorspelbaar maken (financiële) risico s; Benutting van het historische verhaal in de stedenbouwkundige en architectonische vormgeving; Gemeente Enschede Beperken administratieve last; Beperken exploitatielasten; Eigen betaalbare keuzes en een eigen identiteit; Benutting van de eigen gemeentelijke geschiedenis; Past2Present-ArcheoLogic 6
7 1.2 ARCHEOLOGIE BINNEN HET GROTERE GEMEENTELIJK KADER Archeologie kan op twee manieren aan de orde komen: bij het aanvragen van een bouw-, sloop- of aanlegvergunning of bij planontwikkelingen. In allebei de gevallen wordt archeologie in een dusdanig vroeg stadium bij het project betrokken, dat de risico s voorafgaand aan de werkzaamheden in kaart zijn gebracht. Dat gebeurt door het archeologisch proces te doorlopen zoals dat in hoofdstuk 2 is verwoord. In een aantal stappen wordt door een archeoloog geïnventariseerd of er archeologie aanwezig is en welke waarde die heeft. Als er behoudenswaardige archeologie wordt aangetroffen, neemt de gemeente een selectiebesluit. Wil de gemeente deze archeologische waarden behouden, of niet? Mocht besloten worden de archeologie te behouden, dan wordt besloten tot planinpassing, opgraven of begeleiden. Het selectiebesluit wordt genomen door de gemeente. Dat kan door de betreffende ambtenaar worden gedaan, eventueel met inschakeling van de Monumentencommissie. Vergunningverlening is aan de orde als de te verstoren oppervlakte uitkomt boven een vastgestelde ondergrens. Voor grotere ontwikkelingen kan in de beginfase van de planvorming worden geschat wat er aan archeologie te verwachten is en hoe daar mee om te gaan. De gemeenteraad behoudt altijd de mogelijkheid het archeologisch belang af te wegen tegen overige gemeentelijke belangen. Past2Present-ArcheoLogic 7
8 WAAROM ARCHEOLOGIEBELEID? Past2Present-ArcheoLogic 8
9 2 Het archeologisch proces INVENTARISATIE Bureauonderzoek Inventariserend veldonderzoek Boringen Proefsleuven Overig Selectie MAATREGELEN Opgraven beschermen Inpassen Begeleiden 2.1 INLEIDING Het archeologische proces bestaat uit meerdere stappen en formeel te doorlopen procedures. Het gehele proces is onderverdeeld in twee hoofdstappen te weten de inventarisatie (blauw) en te treffen beheersmaatregelen (geel). Tussen beide bevindt zich de selectie van de aangetroffen archeologische waarden. Het gehele proces heeft sterke gelijkenis met het uitvoeringsproces voor de bodemkwaliteit. Kenmerkend voor het archeologisch proces is dat iedere afzonderlijke stap voortbouwt op de resultaten van de vorige. Past2Present-ArcheoLogic 9
10 De rol van de gemeente in dit proces is die van het bevoegd gezag: de gemeente zorgt ervoor dat het AMZ-proces naar behoren wordt doorlopen en neemt selectiebesluiten. 2.2 INVENTARISATIE (WAT ZIT ER IN DE BODEM?) Voor grotere plangebieden wordt doorgaans gestart met een bureauonderzoek, waarin wordt geïnventariseerd wat er reeds bekend is over het gebied. Op basis van het bureauonderzoek wordt een eerste inschatting gemaakt van de archeologische potentie van het gebied. Deze inschatting bestaat uit zowel kwantitatieve risico s als kwalitatieve beoordelingen. Deze laatste omvatten te verwachten typen vindplaatsen en een uitsplitsing in prospecteerbaar en niet prospecteerbaar (wel of niet traceerbaar met gegeven opsporingsmethoden). Op basis van de gebiedsspecifieke verwachtingen wordt per deelgebied de meest efficiënte strategie van verkennend veldonderzoek bepaald. Onder efficiënt wordt hier een optimale verhouding bedoeld tussen de kosten en de resterende risico s (bijvoorbeeld toevalsvondsten tijdens de bouw), alsmede een optimale verhouding tussen de geleverde onderzoeksinspanning en de kwaliteit van de gegenereerde gegevens. De resultaten van de bureaustudie zijn bepalend voor het vaststellen van zowel de kostprijs, onderzoeksmethodiek als de duur van de aansluitende fasen en beheersmaatregelen (verkennend veldonderzoek, opgraving, bescherming e.d.). Het bureauonderzoek wordt gevolgd door inventariserend vooronderzoek, dat in de regel bestaat uit twee stappen: booronderzoek en/of proefsleuvenonderzoek. Dit wordt in de nieuwe kwaliteitsnorm ook wel Inventariserend Veldonderzoek (IVO) genoemd. In sommige gevallen kan hieraan een oppervlakte kartering worden toegevoegd. Hierbij worden de percelen (liefst in het voorjaar) belopen waarbij geen feitelijk bodemonderzoek wordt gedaan. Doel van booronderzoek is vooral eventuele nog onbekende archeologische resten opsporen en begrenzen ( karteren ). Doel van proefsleuvenonderzoek is bepalen in hoeverre een aangetroffen vindplaats de moeite van verder onderzoek waard is ( waarderen ). Bij de waardering spelen bijvoorbeeld aspecten als gaafheid, conservering en zeldzaamheid een rol. De resultaten van het veldonderzoek bepalen dus zowel de kostprijs, onderzoeksmethodiek als de duur van de daar weer op volgende fasen. Past2Present-ArcheoLogic 10
11 2.3 SELECTIE (IS HET BELANGRIJK?) Nadat de inventarisatie heeft plaatsgehad wordt een waardering opgesteld en volgt een selectieadvies volgens de richtlijn in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (CvAK, 2005). Dit advies wordt voorgelegd aan de provincie. Deze zal het proces en de resultaten toetsen aan het beleid en het streekplan waarvan de archeologie en overige cultuurhistorie (historisch landschap en gebouwde monumenten) een onderdeel zijn. De provincie beziet of het voorgestelde besluit past in het gemeentelijke beleid met als resultante een gemeentelijk selectiebesluit. Op dat moment is duidelijk welke archeologische waarden een rol spelen waarmee in het stedenbouwkundig ontwerp rekening moet worden gehouden. 2.4 BEHEERSMAATREGELEN (WELKE MAATREGEL EN WELKE EISEN?) De laatste fase is de keuze voor een beheersmaatregel (opgraven, ter plaatse behouden of begeleiden van bouwactiviteiten en grondwerk). Nadat de selectie van de contouren met archeologische waarden is vastgesteld, levert het bevoegde gezag een set van eisen die aan de verschillende beheersmaatregelen worden gesteld. Gewoonlijk worden deze door de opdrachtgever/adviseur opgesteld, zodat deze daarin proactief optreedt. Vaak zijn ze al bijgevoegd in het selectieadvies en dienen dan uitsluitend te worden geaccordeerd. Belangrijk is dat het bevoegd gezag geen uitspraak doet over de keuze van de beheersmaatregel, maar alleen aangeeft wat de eisen zijn aan de beheersmaatregel. Voorkeur heeft behoud in de bodem. Uitgangspunt is dus dat bescherming ter plaatse de voorkeur heeft. Indien dat niet mogelijk is zullen de waarden door onderzoek moeten worden veiliggesteld. Om te komen tot een keuze van een specifieke beheersmaatregel is een veel breder scala aan kennis gevraagd dan alleen archeologische kennis. Voor deze keuze is het noodzakelijk om het stedenbouwkundig ontwerp, het bestemmingsplan, de civieltechnische uitgangspunten, de architectonische invulling en de archeologische en cultuurhistorische waarden over elkaar te leggen en de meest economische oplossing te formuleren. Op basis van deze stapeling wordt een pakket van maatregelen samengesteld. Door bijvoorbeeld anders te funderen of openbare ruimten te verplaatsen of anders in te richten, kunnen delen van vindplaatsen fysiek worden beschermd. Andere delen zullen moeten worden opgegraven, opdat voldoende bouwvolume kan worden gerealiseerd. Een ander deel van de archeologische waarden hoeft mogelijk alleen te worden begeleid. Dit houdt in dat tijdens het bouwrijp maken het grondwerk archeologisch wordt begeleid. Begeleiding is een maatregel die vaak wordt toegepast bij de aanleg van bovengrondse en ondergrondse infrastructuur. Door een gecombineerde afweging ontstaat een gevarieerd pakket aan archeologische maatregelen dat financieel haalbaar moet zijn. Past2Present-ArcheoLogic 11
12 Een punt van aandacht is het gebrek aan normen en interventiewaarden in de archeologie. Er worden geen inhoudelijke eisen gesteld, zoals die er wel zijn voor bijvoorbeeld het milieuonderzoek. Bij het laatste is duidelijk wat en wanneer er moet worden gesaneerd. Bij archeologie ontbreken deze normen volledig. Wat is bijvoorbeeld behoudenswaardig, wat niet? Wat gaan we opgraven, hoe, en wat niet? Welke eisen stellen we aan de opgraving en uitwerking? Welke eisen stellen we aan bescherming? Wat moet worden uitgewerkt en gerapporteerd en wat niet? Voor al deze vraagstukken is een archeologiebeleid onontbeerlijk. Past2Present-ArcheoLogic 12
13 3 Opzet van het archeologiebeleid in de gemeente Enschede 3.1 ONDERDELEN ARCHEOLOGIEBELEID Het archeologiebeleid van Enschede bestaat uit een aantal onderdelen. Deze worden hieronder kort gepresenteerd. Ook wordt per onderdeel verwezen naar het betreffende hoofdstuk uit dit beleidsplan. Methode voor de bouw van een archeologisch beleidsplan. Beeldkwaliteitsplan archeologie-ontw.planologie Document selectiebeleid-meetlat 2-Kwalitatieve keuzes (wat is belangrijke archeologie?) Beleidskaart vrijstelling inventarisatie archeologie 1-Kwantitatieve keuzes (Vrijstellingsoppervlak bodemverstoring) Integrale Toets Ruimtedruk Financiën Capaciteit Andere overheden Verwachtingenkaart ARCHEOLOGISCHE VERWACHTINGENKAART De gemeente Enschede beschikt over een archeologische verwachtingenkaart. Deze kaart en de toelichting hierop zijn vervaardigd door BAAC. 1 De kaart geeft 1 Lotte & Boshoven, 2005 Past2Present-ArcheoLogic 13
14 een overzicht van de aanwezige archeologie in Enschede. Dat overzicht is gedetailleerder dan de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Voor de verwachtingenkaart is uitvoerig bronnenonderzoek uitgevoerd. Op basis van een studie naar de relatie tussen archeologie, landschap en bodem, wordt in deze kaart een gemeentelijke verwachting gegeven. De bijbehorende rapportage heeft bovendien een belangrijke meerwaarde vanwege de focus op de archeologische waarden die verborgen liggen onder en tussen de bebouwing van de kernen binnen de gemeente Enschede. De verwachting is uitgedrukt in laag, middelhoog en hoog. De kaart is echter slechts een inventarisatie van de archeologie. De wetgever heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bodemkwaliteit, geen inhoudelijke interventiewaarden meegegeven voor de intrinsieke waardering van de archeologie. Dat is dus een kwestie van eigen beleid van Enschede. De kaart vormt dus het archief, waaruit keuzes kunnen worden gemaakt, wat hiervan belangrijk is. Dat is een gemeentelijke beleidskeuze. Aan de kaart worden beleidsadviezen gekoppeld die als basis dienen als input voor de voorwaarden bij op te stellen gemeentelijke bestemmingsplannen of bij vrijstellingen van bestemmingsplannen (o.a. artikel 19 procedures) ONDERBOUWING BELEID: KWANTITATIEVE KEUZES EN NORMEN De volgende stap is de inventarisatie van de mate van bedreiging van de archeologievoorraad zoals is weergegeven op de verwachtingskaart. Deze onderbouwing geeft een globaal overzicht van de archeologie in de gemeente Enschede en stelt daar de voorziene ontwikkeling op het gebied van bodemverstoring in de gemeente tegenover. De combinatie van deze gegevens resulteert in een aantal mogelijke keuzes voor de gemeente voor wat het opleggen van een onderzoeksplicht in verschillende gebieden binnen de gemeente betreft. De gemaakte keuzes worden weergegeven op de beleidskaart: hierop staan de gebieden waarvoor vrijstellingen en verplichtingen voor archeologisch onderzoek gelden. Zie achter bijlage ONDERBOUWING BELEID: KWALITATIEVE NORMEN Als er bij de inventarisatie archeologie wordt aangetroffen, is dat dan voor de gemeente Enschede van belang en wat voor moois kan er dan mee worden gedaan voor de verdere invulling van de gemeentelijke historische identiteit? Hiervoor is inhoudelijk selectiebeleid ontwikkeld. De belangrijkste onderdelen van het selectiebeleid zijn: 1. Selectieagenda: de omschrijving van de gemaakte archeologische keuzen (perioden en thema s); 2. Normen of ondergrenzen: hieraan moeten toekomstige vindplaatsen voldoen willen zij voor gemeentelijke selectie in aanmerking komen; 3. Onderzoeksvragen in geval van een opgraving: de operationalisering van de selectieagenda. Past2Present-ArcheoLogic 14
15 De inhoudelijke selectie is vastgesteld in het separate document Selectiebeleid van Enschede. 3.2 WERKING VAN DIT BELEIDSPLAN Dit beleidsplan volgt de stappen in het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) zoals beschreven in hoofdstuk 2. In Deel 1 van dit document, Inventarisatie, worden de volgende onderwerpen behandeld: Wanneer moet ik een onderzoeksplicht opleggen? Wat zijn de eisen aan de inventarisatie? Standaard Programma s van Eisen In Deel 2, Selectie, wordt aandacht besteed aan: Als er iets wordt gevonden, is het dan belangrijk? Hoe bepaal ik de grootte van de vindplaats? Hoe selecteer ik? In Deel 3, Maatregelen, wordt ingegaan op: Als het belangrijk is, wat moet ik er dan mee doen? Wat zijn de eisen aan de maatregelen? Programma s van Eisen In Deel 4, Organisatorische aspecten, worden handreikingen gegeven voor interne organisatieafspraken Opgraving weergegeven in een kindertekening Past2Present-ArcheoLogic 15
16 DEEL 1 INVENTARISATIE Past2Present-ArcheoLogic 16
17 4 Inventarisatieonderzoek: Wanneer moet ik een onderzoeksplicht opleggen? 4.1 DE VRAAG Er komt een initiatiefnemer bij de balie van de gemeente Enschede met een aanvraag voor een bouw-, sloop- of aanlegvergunning. Binnen het plangebied zullen bodemingrepen worden gepleegd, zoals het ontgraven van funderingen, het aanleggen van een riolering of een parkeerkelder. Bij deze ingrepen worden mogelijkerwijs archeologische resten verstoord. Moet u in alle gevallen een archeologisch onderzoek eisen voor u de vergunning verleent? En waar moet een dergelijk onderzoek aan voldoen? Onderstaand lichten we eerst de achtergronden toe en geven daarna een stappenplan om vast te stellen of de gemeente Enschede een onderzoek moet eisen. 4.2 NUT EN NOODZAAK VAN INVENTARISATIE Doorgaans wordt gestart met een bureauonderzoek, waarin wordt geïnventariseerd wat er reeds bekend is over het gebied. Op basis van het bureauonderzoek wordt een eerste inschatting gemaakt van de archeologische potentie van het gebied en wordt een verwachtingsmodel opgesteld. Deze inschatting bestaat uit zowel kwantitatieve risico s als kwalitatieve beoordelingen. Deze laatste omvatten te verwachten typen vindplaatsen en een uitsplitsing in prospecteerbaar en niet prospecteerbaar (wel of niet traceerbaar met gegeven opsporingsmethoden). Dit is voor het grondgebied van de gemeente Enschede grotendeels al gebeurd. De archeologische verwachtingskaart en het bijbehorende rapport vormen hier de documentatie van. Het bureauonderzoek wordt gevolgd door inventariserend veldonderzoek, dat in de regel bestaat uit twee stappen: booronderzoek en/of proefsleuvenonderzoek. Dit wordt in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) ook wel Inventariserend Veldonderzoek (IVO) genoemd. In sommige gevallen kan hieraan een oppervlakte kartering worden toegevoegd. Hierbij worden de percelen (liefst in het voorjaar) belopen waarbij geen feitelijk bodemonderzoek wordt gedaan. Past2Present-ArcheoLogic 17
18 Doel van booronderzoek is vooral eventuele nog onbekende archeologische resten opsporen en begrenzen ( karteren ). Doel van proefsleuvenonderzoek is bepalen in hoeverre een aangetroffen vindplaats de moeite van verder onderzoek waard is ( waarderen ). Bij de waardering spelen bijvoorbeeld aspecten als gaafheid, conservering en zeldzaamheid een rol. Ook kan er sprake zijn van een waarderend booronderzoek, bijvoorbeeld wanneer archeologie zo diep onder maaiveld ligt dat proefsleuven geen optie zijn. Het doel van IVO-Karterend Plus onderzoek is extra informatie te verkrijgen. Dat heeft zowel voordelen voor de archeologie (een archeologische waarde kan worden vastgesteld), als voor toekomstige bodemverstoorders (een archeologische waarde is bekend, dat kan ook betekenen geen vooronderzoek) als voor de gemeente (minder vooronderzoek, snellere vergunningverlening dus minder administratieve lasten). 4.3 HOE BEPAAL IK OF IK EEN INVENTARISATIE (ONDERZOEKS) PLICHT OP MOET LEGGEN? Zoek naar het betreffende gebied op de Beleidskaart Archeologie Enschede. Er zijn verschillende mogelijkheden: 1) De verstoring ligt binnen de legenda-eenheid: Rijksmonument. In dit geval moet u contact opnemen met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) om te vernemen welke eisen er aan het (voor)onderzoek gesteld worden. 2) De verstoring ligt binnen de legenda-eenheid: archeologisch waardevol gebied A. Binnen deze legenda-eenheid moet altijd archeologisch (voor)onderzoek worden uitgevoerd. 3) De verstoring ligt binnen de legenda-eenheid: archeologisch waardevol gebied B. Controleer of de oppervlakte van de verstoring binnen de oppervlaktenorm (50m2) valt. Controleer ook de diepte. Is de verstoring kleiner of minder diep dan de norm, dan is archeologisch vooronderzoek niet nodig. Is de verstoring even groot of groter en even diep of dieper dan de norm, dan is archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. 4) De verstoring ligt binnen de legenda-eenheid: onderzoeksgebied A. Controleer of de oppervlakte van de verstoring binnen de oppervlaktenorm valt (250m2). Controleer ook de diepte. Is de verstoring kleiner of minder diep dan de norm, dan is archeologisch vooronderzoek niet nodig. Is de verstoring even groot of groter en even diep of dieper dan de norm, dan is archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. 5) De verstoring ligt binnen de legenda-eenheid: onderzoeksgebied B. Controleer of de oppervlakte van de verstoring binnen de oppervlaktenorm valt (500m2). Controleer ook de diepte. Is de verstoring kleiner of minder diep dan de norm, dan is archeologisch onderzoek niet nodig. Is de verstoring even groot of groter en even diep of dieper dan de norm, dan is archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Past2Present-ArcheoLogic 18
19 Voor onderzoeksgebied B streeft de gemeente Enschede ernaar om, daar waar dat archeologisch-inhoudelijk opportuun is, karterend vooronderzoek voor te schrijven tot een maximale grondoppervlakte van 2500m2. (= IVO- Karterend Plus). 6) De verstoring ligt in een Verstoringsgebied (rood gestippeld). Controleer of de oppervlakte van de verstoring binnen de oppervlaktenorm valt (500m2). Controleer ook de diepte. Is de verstoring kleiner of minder diep dan de norm, dan is archeologisch onderzoek niet nodig. Is de verstoring even groot of groter en even diep of dieper dan de norm, dan is licht archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. 7) De verstoring ligt binnen de legenda-eenheid: archeologisch gebied met lage verwachting. In dit geval is archeologisch vooronderzoek niet nodig; het gebied heeft ofwel een lage verwachting ofwel is al eens onderzocht. De vergunning kan afgegeven worden. Deze legenda-eenheden en de bijbehorende ondergrenzen zijn vastgelegd op de beleidskaart, of een vertaling van deze kaart in het bestemmingsplan. Ze zijn samengevat in het schema dat u achterin dit document aantreft achter Bijlage LEGENDA-EENHEDEN OP DE ENSCHEDESE KAART Wat stellen de verschillende legenda-eenheden op de kaart voor? Archeologisch Rijksmonument omvat de gebieden die een wettelijke bescherming genieten. Hier moet de RACM geraadpleegd worden. Archeologisch waardevol gebied A omvat de terreinen die door de RACM zijn aangeduid als gebieden met een archeologische status, de zogenaamde AMKterreinen. Het betreft hier inclusief het centrum binnen de grachten. Hier moet per bodemingreep worden vastgesteld welk onderzoek nodig is. Archeologisch waardevol gebied B omvat het centrum buiten de grachten maar blijft binnen bestemmingsplan Stadscentrum. Dit gebied valt net buiten de oude stadskern. De oppervlaktenorm (50m2) is daarom ook klein gehouden. Archeologisch onderzoeksgebied A omvat de oude erven in de gemeente, evenals de verdwenen oude erven. Deze oude woongronden kunnen een schat aan informatie over de bewoningsgeschiedenis opleveren en zijn van veel betekenis voor Enschede. Archeologisch onderzoeksgebied B omvat de gebieden in de gemeente die een hoge en middelhoge archeologische verwachting hebben. Deze gebieden bevinden zich voornamelijk in het buitengebied. De rood gestippelde Verstoringsgebieden omvat gebieden met een hoge en middelhoge archeologische verwachting die in meer of mindere mate verstoord zijn. In deze gebieden vindt een lichtere vorm van onderzoek plaats, gericht op het vaststellen van de mate van verstoring. Gebied met een lage verwachting omvat de gebieden met een lage archeologische verwachting en afgravingen waarvoor een ontgrondingvergunning is verleend. Past2Present-ArcheoLogic 19
20 4.5 BIJHOUDEN VAN DE ARCHEOLOGISCHE BELEIDSKAART De gemeente Enschede heeft voor het centrum van de stad de verwachtingen al specifieker in kaart gebracht dan op de beleidskaart is aangegeven. Zo zal Archeologisch waardevol gebied A nog gespecificeerd gaan worden voor gebieden in het centrum van Enschede met een specifieke verwachting en de gebieden waar de gemeente aanwezige resten in situ wil bewaren. Daarnaast zullen de rood gestippelde Verstoringsgebieden op de kaart nog aangevuld gaan worden met de uitbreidingslocaties die na 1950 gebouwd zijn. Ook is het de ambitie van de gemeente Enschede om op termijn de beleidskaart zo aan te passen dat duidelijk wordt welke gebieden geen archeologische verwachting (meer) hebben en waarvoor dus ook geen vooronderzoeksplicht geldt. Het gaat dan o.a. om terreinen die zijn afgegraven, terreinen waar een ontgrondingen heeft plaatsgevonden, ernstig vervuilde gebieden (de zgn. saneringslocaties) of onderzochte terreinen waarbij is vastgesteld dat er geen sporen van archeologische waarden aangetroffen zijn. 4.6 WAAR BEN IK NAAR OP ZOEK? Stap 1 Boren Allereerst dient vastgesteld te worden of er zich in het plangebied archeologische waarden bevinden. Dit kan onderzocht worden door middel van een verkennend booronderzoek. Het doel van dit booronderzoek is het vaststellen of de bodemopbouw nog intact is en het vaststellen van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. De gemeente Enschede is in het bezit van een standaard Programma van Eisen voor een dergelijk booronderzoek. Met dit Programma van Eisen kan de initiatiefnemer bij archeologische uitvoerders een offerte aanvragen. Voor de gestippelde legenda-eenheid Verstoringsgebied is een ander Programma van Eisen van toepassing, dat er op gericht is te achterhalen of het gebied inderdaad tot op het archeologisch niveau verstoord is. Stap 2 Proefsleuven Indien er uit het booronderzoek blijkt dat er archeologische waarden aanwezig zijn, dan moet vastgesteld worden in welke staat deze zijn en of ze verder onderzocht moeten worden. Dit gebeurt door middel van een proefsleuvenonderzoek. Ook voor een proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen noodzakelijk. De resultaten worden gewaardeerd aan de hand van drie criteria: belevingswaarde, inhoudelijke kwaliteit en fysieke kwaliteit. Voor de waardering is een scorelijst opgesteld. Licht archeologisch vooronderzoek Sommige terreinen op het grondgebied van Enschede zijn in zekere mate verstoord maar wel van archeologische waarde. Voor deze gebieden rood gestippeld ; zie beleidskaart stelt de gemeente Enschede licht archeologisch Past2Present-ArcheoLogic 20
21 vooronderzoek verplicht. Het gaat om een vorm van boren die minder intensief is dan gebruikelijk. De gemeente Enschede heeft hiervoor een Programma van Eisen opgesteld. De bedoeling van dit type vooronderzoek is om vast te stellen of de bodem verstoord is in de mate waarin dat wordt verondersteld. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen in de loop van de tijd zo bepaalde gebieden van de kaart worden afgevoerd. Bijzondere inzet De gemeente Enschede heeft het voornemen om uiteraard met behoud van de kwaliteit van het werk- voor kleine archeologische onderzoeken in het centrum(grachten), onder de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerd (regio)archeoloog, amateurs en veldwerkers in opleiding in te zetten. Dit zal het draagvlak voor de archeologie en de archeologiebeoefening in Enschede verbreden. Past2Present-ArcheoLogic 21
22 Stappenplan archeologie gemeente Enschede Ruimtelijk plan Is er sprake van activiteiten waardoor: 1. grondbewerking wordt uitgevoerd dieper dan 0,4 of 0,5 meter 2. de bestemming van de grond verandert ja nee 1. Raadpleeg de archeologische beleidskaart Geen archeologisch bezwaar 2. Overleg met beleidsadviseur archeologie dienst stedelijke ontwikkeling en beheer (dsob) Wettelijk beschermd Archeologisch Monument: RACM Archeologisch waardevol gebied A en B: controleer diepe/oppervlakte Archeologisch onderzoeksgebied A en B: controleer diepte/oppervlakte Rood gestippelde gebieden: controleer locatie en diepte/oppervlakte Archeologisch gebied met lage trefkans: geen voorschriften Verstoorde en reeds onderzochte gebieden: geen voorschriften ** Past2Present-ArcheoLogic 22
23 DEEL 2 ARCHEOLOGISCHE SELECTIE Past2Present-ArcheoLogic 23
24 5 Archeologische selectie: Als ik iets vind, is het dan belangrijk? 5.1 DE VRAAG U heeft onderzoek laten uitvoeren binnen een plangebied. Uit dat onderzoek is gebleken dat er zich in het plangebied een archeologische vindplaats bevindt. En dan? Is het een belangrijke vindplaats? Onderstaand lichten we eerst de achtergronden toe en geven daarna een stappenplan hoe u een vindplaats selecteert. 5.2 NUT EN NOODZAAK VAN SELECTIE Waar opgegraven wordt, worden keuzes gemaakt. Het is namelijk niet mogelijk om alles te onderzoeken, hoe graag we dat ook zouden willen. Maar waar kiezen we dan voor? Wat is belangrijk, en wie bepaalt dat? Uiteindelijk is de keus aan de gemeente. Maar hoe komt de gemeente Enschede tot een dergelijke keus? In Nederland is inmiddels geïnventariseerd wat we precies weten, en ook wat we niet weten, over de verschillende perioden in ons land. Op gemeentelijk niveau wordt daarop ingezoomd door middel van het selectiebeleid: wanneer hebben er mensen gewoond, en wat weten we van die eerdere bewoners? De methode die gehanteerd wordt om te inventariseren wat er aan kennis over het gemeentelijk verleden bestaat, is dezelfde als de methode die op landelijk niveau wordt gebruikt. Vervolgens komt de vraag: Wat willen we nog meer van ze weten? Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig. Zijn er bijvoorbeeld duidelijk aanwijsbare kennislacunes waarop archeologisch onderzoek een antwoord zou kunnen geven? Of zijn er bijzondere aspecten van de gemeentelijke geschiedenis waar we graag meer over zouden willen weten? In dit selectiebeleid is een aantal onderwerpen opgenomen waar de gemeente Enschede nadere aandacht aan wil besteden. Er wordt altijd inventariserend veldonderzoek verricht (IVO, conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) tot het moment dat afdoende informatie beschikbaar is om een uitspraak te doen over de behoudenswaardigheid van de vindplaats. Hierna kan selectie plaatsvinden. In sommige gevallen zal dat al na het bureauonderzoek het geval kunnen zijn, in andere na het karterend Past2Present-ArcheoLogic 24
25 booronderzoek. Tenslotte is het mogelijk dat waardering en selectie pas mogelijk zijn als de gehele inventarisatie is doorlopen, dus na het waarderend onderzoek. In het onderzoeksrapport van de archeologisch uitvoerder wordt vermeld of de vindplaats van belang is aan de hand van drie criteria: belevingswaarde (op beide aspecten herinneringswaarde en schoonheid), inhoudelijke kwaliteit en fysieke kwaliteit. De archeologisch uitvoerder zal vervolgens een advies uitbrengen of de vindplaats nader onderzocht moet worden. Maar: niet alle vindplaatsen zijn voor de gemeente van even groot belang. Het is een beleidsvrijheid van de gemeente om kwalitatieve normen op te stellen door middel van een selectieagenda. Daarom is voor de gemeente Enschede een eigen selectiebeleid met onderzoeksagenda opgesteld. Opgenomen in de selectieagenda zijn: Thema s Paleogeografie Nederzettingen Beknopte inhoud De wisselwerking tussen de mens en het landschap: wonen, begraven, landbouwen, wegennet. De bewoningsgeschiedenis van de gemeente: nederzettingsstructuur, beïnvloeding, kernvorming, specialisering Grafvelden Economie en landgebruik Begraven: grafcultuur, locatie grafvelden, fysisch-antropologisch onderzoek, genetisch onderzoek. Economie in de regio: aardewerk, import, ambachten Religie en Cultus Cultusplaatsen: offergaven, neerslag van rituelen, kerstening Perioden Datering Paleolithicum Oude Steentijd, v. Chr Laat-Paleolithicum Mesolithicum Laat-Mesolithicum Midden Neolithicum Midden Romeinse Tijd Oude Steentijd Midden Steentijd, v. Chr. Midden Steentijd Nieuwe Steentijd, v. Chr n. Chr. Laat Romeinse Tijd Vroege Middeleeuwen Vroege Middeleeuwen n. Chr n. Chr. Late Middeleeuwen- Nieuwe Tijd Na 900 n. Chr. Past2Present-ArcheoLogic 25
26 De belangrijkste onderdelen van het selectiebeleid zijn: 1. Selectieagenda: de omschrijving van de gemaakte archeologische keuzen (perioden en thema s); 2. Inhoudelijke normen: hieraan moeten toekomstige vindplaatsen voldoen willen zij voor gemeentelijke selectie in aanmerking komen; 3. Onderzoeksvragen: de operationalisering van de selectieagenda. Deze kan gebruikt worden in Programma s van Eisen als er maatregelen getroffen worden (opgraven of begeleiden) 5.3 HOE STEL IK VAST OF DE VINDPLAATS BELANGRIJK IS? Stap 1. Beoordeling rapport Allereerst beoordeelt u als bevoegd gezag het rapport van de archeologisch uitvoerder, of u laat dat doen. Is het rapport voldoende duidelijk, zijn de vraagstellingen uit het Programma van Eisen beantwoord, zijn de conclusies juist? Als dat het geval is, kijkt u naar de waardering van de vindplaats. Is deze behoudenswaardig, of niet? Stap 2. Behoudenswaardig of niet? Niet behoudenswaardig: de initiatiefnemer heeft aan zijn archeologische verplichting voldaan. Wel behoudenswaardig: u kijkt of de vindplaats voldoet aan de gemeentelijke selectieagenda. Stap 3. Gemeentelijke selectie U vergelijkt de puntentelling van het ingevulde scoreformulier waardering met de gemeentelijke selectie-eisen. Het uitgangspunt daarbij is: Kunnen de vragen uit de selectieagenda worden beantwoord met deze vindplaats? Om deze vraag te beantwoorden, zijn voor de drie aspecten belevingswaarde, fysieke kwaliteit en inhoudelijke kwaliteit sleutelvragen opgesteld. De antwoorden op de sleutelvragen leiden tot maximale scores per onderdeel. Een vindplaats moet een vastgestelde minimale score halen, wil deze in aanmerking komen voor gemeentelijke selectie. In deze fase wordt de vindplaats als geheel dus langs de meetlat gelegd, om te zien of deze voldoet aan de gemeentelijke selectie. Figuur 1 is een beslisdiagram dat beschrijft hoe een nieuw aangetroffen vindplaats na afronding van het waarderend onderzoek behandeld wordt. U deelt eenvoudigweg het aantal te behalen punten per norm door 3. Voor belevingswaarde betekent dit dus de klassen minder dan 6 punten, 6 tot en met 12 punten en meer dan 12 punten. Een vindplaats wordt allereerst langs de norm belevingswaarde gevoerd. Bij een score van meer dan 12 punten vindt direct preselectie plaats en wordt de vindplaats naast de selectieagenda gehouden ter bepaling van de uiteindelijke selectie. Bij een lagere score wordt de vindplaats getoetst aan de tweede norm, de inhoudelijke kwaliteit. Bij een score van 10 of meer punten op inhoudelijke Past2Present-ArcheoLogic 26
27 kwaliteit gaat de vindplaats door naar de agenda voor toetsing aan uiteindelijke selectie. Bij een score lager dan 10 punten vindt geen preselectie plaats. Vervolgens wordt de vindplaats naast de agenda gehouden met daarin de vooraf geselecteerde thema s en perioden. Als laatste toets voor uiteindelijke gemeentelijke selectie wordt bepaald of de vindplaats qua gaafheid en conservering (fysieke kwaliteit) in potentie de mogelijkheid biedt om de in de selectieagenda opgenomen onderzoeksvragen te beantwoorden. Is dat het geval dan vindt selectie plaats door de gemeente en komt de vindplaats in aanmerking voor één van de drie beheersmaatregelen. Is dat niet het geval dan zal de gemeente de vindplaats gekend verloren laten gaan, tenzij een andere overheid zich ontfermt over de vindplaats op basis van een ander transparant selectiemechanisme. Figuur 1: Beslisdiagram Selectie voor de selectie van archeologische relicten Waarderend veldonderzoek met scorelijst op basis van sleutelvragen Gemeentelijke Norm Belevingswaarde - max. 18 punten - minder dan 6 punten 6 tot 12 punten meer dan 12 punten Gemeentelijke Norm Informatiewaarde - max. 30 punten - minder dan 10 punten 10 tot 20 punten meer dan 20 punten Gemeentelijke Norm Selectie - periode en thema - S e l e c t i e a g e n d a Gemeentelijke Norm Fysieke kwaliteit - kwalitatief - Kunnen vragen uit de selectieagenda met deze vindplaats worden beantwoord? Provinciale norm Fysieke kwaliteit P R O V I N C I A L E S E L E C T I E G E M E E N T E L I J K E S E L E C T I E Norm Rijk Fysieke kwaliteit S E L E C T I E R I J K Past2Present-ArcheoLogic 27
28 DEEL 3 ARCHEOLOGISCHE MAATREGELEN (OPGRAVEN, INPASSEN/BESCHERMEN, BEGELEIDEN) Past2Present-ArcheoLogic 28
29 6 Archeologische maatregelen: Als besloten is dat de vindplaats belangrijk is, wat moet ik er dan mee doen? 6.1 DE VRAAG U heeft een onderzoek laten uitvoeren binnen een plangebied. Uit dat onderzoek is gebleken dat er zich in het plangebied een archeologische vindplaats bevindt. Vervolgens heeft u vastgesteld dat de vindplaats behoudenswaardig is en binnen de gemeentelijke selectie valt. Wat moet u er vervolgens mee doen? Hieronder lichten we de verschillende maatregelen toe en geven vervolgens een stappenplan hoe u voor een maatregel kiest en aan welke eisen deze dan moet voldoen. 6.2 MAATREGEL: BEHOUD IN SITU Indien mogelijk, geniet het altijd de voorkeur een behoudenswaardige vindplaats te behouden en niet te verstoren. Dit kan gerealiseerd worden door aanpassing van de bouwplannen. Om de archeologische resten ter plaatse te behouden, is een aantal eisen aan de fysieke bescherming te stellen. 6.3 MAATREGEL: OPGRAVEN Vaak is het niet mogelijk de bouwplannen aan te passen. In dat geval moet de vindplaats door middel van onderzoek worden veiliggesteld. In de praktijk betekent dit een opgraving. Hiervoor is een Programma van Eisen benodigd. 6.4 WELKE MAATREGEL MOET IK EISEN? Vooraf Om te komen tot de keuze van een specifieke beheersmaatregel is een veel breder scala aan kennis gevraagd dan alleen archeologische kennis. Voor deze keuze is het noodzakelijk om het bestemmingsplan, de civieltechnische uitgangspunten, de Past2Present-ArcheoLogic 29
30 plannen en de archeologische en cultuurhistorische waarden over elkaar te leggen en de meest economische oplossing te formuleren. Op basis van deze stapeling wordt een pakket van maatregelen samengesteld. Door bijvoorbeeld wijziging van de plannen of door bepaalde ingrepen te verplaatsen of anders in te richten, kunnen delen van vindplaatsen fysiek worden beschermd. Andere delen zullen moeten worden opgegraven. Een ander deel van de archeologische waarden hoeft mogelijk alleen te worden begeleid. Dit houdt in dat het grondwerk archeologisch wordt begeleid. Begeleiding is een maatregel die vaak wordt toegepast bij de aanleg van bovengrondse en ondergrondse infrastructuur. Door een gecombineerde afweging ontstaat een gevarieerd pakket aan archeologische maatregelen dat financieel haalbaar moet zijn. Inpassing Stel in overleg met de initiatiefnemer vast welke delen van de vindplaats behouden kunnen blijven. Dit behoud moet voldoen aan een aantal eisen. Deze vindt u in het hoofdstuk Eisen, onder paragraaf Fysieke Bescherming. Opgraven Voor het uitvoeren van een opgraving is een Programma van Eisen benodigd. U kunt gebruik maken van de onderzoeksvragen die uit het selectiebeleid voortvloeien. U vindt deze onderzoeksvragen in het hoofdstuk Eisen, onder paragraaf Onderzoeksvragen. Een tijdschaal volgens een kindertekening: wat is belangrijk en wat moet ik ermee doen? Past2Present-ArcheoLogic 30
31 DEEL 4: OPERATIONELE ASPECTEN Past2Present-ArcheoLogic 31
32 7 Werkprocessen 7.1 INLEIDING Voor een goede inbedding van het voorgestelde beleid moet in het stadskantoor van Enschede een goede afstemming plaatsvinden tussen de verschillende beleidsvelden en uitvoeringsafdelingen. De archeologische beleidsontwikkeling en uitvoering moet heel direct afgestemd worden op het proces van vergunningverlening, beheer en onderhoud en planontwikkeling. Dit vraagt om een aantal aanpassingen in het huidig werkproces en betekent een gemeentelijke taakverbreding. Binnen de gemeente Enschede gaat zich een aantal nieuwe werkprocessen afspelen met de invoering van het beleidsveld archeologie. Hieronder geven we deze werkprocessen schematisch weer en lichten ze kort toe. 7.2 WERKPROCES BELEIDSONTWIKKELING Inleiding Het beleidswerk bestaat o.a uit het actualiseren van de archeologische verwachtingenkaart. Deze informatie wordt vastgelegd in databases en komt beschikbaar uit nieuw onderzoek. Deze kaart is de basis voor het aanpassen van de beleidskaart en dient voorlopig om de twee jaar plaats te vinden. Het totale beleid wordt over vijf jaar geevalueerd. De Monumentencommissie kan B&W hierover adviseren. De consequenties van de beleidsherziening en de beheersmatige aspecten zoals financiën worden afgestemd met andere beleidsvelden. De werkzaamheden worden uitgevoerd door de archeologisch beleidsmedewerker. In de hieronder gepresenteerde drie schema s is sprake van de inzet van een senior-archeoloog alsmede de inzet van de archeologisch beleidsmedewerker. De inzet van beiden zal zich in de paktijk (verder) uitkristalliseren. Past2Present-ArcheoLogic 32
33 Beschrijving Als het beleid eenmaal is opgezet, zal het regelmatig herzien moeten worden. Nieuw uitgevoerde archeologische onderzoeken dragen bij aan de inhoudelijke kennis en zorgen er tegelijkertijd voor dat het areaal aan gebieden waarop een onderzoeksplicht rust, afneemt. Immers, wat al onderzocht is hoeft niet nogmaals onder de loep genomen te worden. Voor de herziening dienen de gespecificeerde waardenkaart en de beleidskaart bijgewerkt te worden. Eventueel kan het beleid dan ook inhoudelijk worden bijgesteld. De herziening kan, indien het om kleine wijzigingen gaat, direct met B&W worden afgestemd. Als het om grotere bijstellingen gaat kunnen deze ook langs de Monumentencommissie gevoerd worden. De termijn waarop het beleid herzien wordt is hier op vijf jaar gesteld; dit kan eventueel ook per collegeperiode of een andere interval die de gemeente zinnig acht. 7.3 WERKPROCES VERGUNNINGEN Inleiding De inrichting van het archeologisch vergunningverleningsproces is uiteraard onderdeel van het algemene proces van het verlenen van bouw, sloop en aanlegvergunningen. De vergunningverlening en ruimtelijke ontwikkeling heeft een eigen ruimtelijk en inhoudelijk wegingskader. De vergunningverlener toetst alles aan dit kader. Past2Present-ArcheoLogic 33
34 Beschrijving Dit begint bij de planologische toetsing op het aspect archeologie. Deze eerste stap kan door de betreffende ambtenaar zonder archeologisch inhoudelijke kennis worden uitgevoerd. Indien onderzoeksverplichtingen moeten worden opgelegd kan hiervoor een standaard module aan de vergunningvrager worden meegegeven. Dit bevat tevens een standaard PvE. De uitvoering van het archeologisch inventariserend onderzoek gebeurt door de vergunningvrager. Bij grote onderzoeken kan de gemeente er voor kiezen hierop toezicht te houden tijdens de uitvoering, maar dat zal eerder uitzondering dan regel zijn. De rapportage wordt getoetst door de senior archeoloog. Op basis van deze rapportage kan het opleggen van een maatregel noodzakelijk blijken bij de bouw, sloop of aanleg. Hiervoor schrijft de archeoloog een advies aan B&W. B&W kan de besluitvorming mandateren aan de gemeente-ambtenaar. Bij grote werken kan hiervoor nog advies worden gevraagd aan de Monumentencommissie. De vergunningaanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregel. Archeologisch werkproces vergunningen PROCESSTAP Archeologische vergunningverlening Actor Verlening en handhaving Planologische Toets aan Bestemmingsplan Loket ambtenaar Uitvoering Vooronder zoek derden Opleggen verplichtingen Vooronderzoek module Loket ambtenaar Opstellen/Keuren Programma s van eisen Vooronderzoek Senior archeoloog Keuren Rapportage Senior archeoloog Check amateurs Selectieadvies op basis van toetsingskader Senior archeoloog Klein B&W Groot Uitvoering Vooronder zoek derden Opleggen Voorwaarden Maatregel;Programma van eisen Monumenten cie Senior archeoloog Veldtoezicht Toezichthouder Beoordelen eindrapport Senior archeoloog Vrijgave Loket ambtenaar Past2Present-ArcheoLogic 34
35 De coordinatie berust bij de vergunningverlener, die tevens als aanspreekpunt naar de initiatiefnemer fungeert. De senior archeoloog stelt hiervoor een PvE op en houdt indien nodig toezicht als bevoegd gezag. De senior archeoloog beoordeelt de eindrapportage. Na afloop van het veldwerk wordt de lokatie vrijgegegeven. De resultaten worden op de archeologische verwachtingenkaart vastgelegd. Deze procedure wordt ook gevolgd voor het beheer en onderhoudswerk van de gemeente. 7.4 WERKPROCES PLANONTWIKKELING Inleiding Het werkproces voor de planontwikkeling is iets minder strak gedefinieerd dan de andere processen, omdat dit deels afhangt van de wijze waarop de gemeente de grondexploitatie regelt en de mate waarin marktpartijen hierin participeren. Het proces is direct verbonden met het ruimtelijke ordeningsproces en wijze waarop het bestemmingsplan en een ontheffing tot stand komt. Beschrijving Het is van belang dat direct bij een bestuurlijke opdracht tot onderzoek naar een ontwikkellocatie de archeologische beperkingen inzichtelijk worden gemaakt middels een bureauonderzoek, inclusief een inschatting van de kosten. Dit doet de archeologisch beleidsmedewerker. Past2Present-ArcheoLogic 35
36 Archeologisch werkproces Planontwikkeling PROCESSTAP Archeologie Actor Verlening en handhaving PROCESSTAP RO & BOUW Archeologische toets Archeologisch beleidsmedew. Bestuurlijke opdracht Eisen Vooronderzoek in nieuw plangebied (module) Toezichthouder Uitvoering Vooronder zoek derden Toezicht op uitvoering Archeologisch beleidsmedewerke Keuren Rapportage Senior archeoloog Check amateurs Selectieadvies op basis van toetsingskader Senior archeoloog Klein B&W Groot Monumenten cie Afstemming bestemmingsplan en bouwplan Archeologisch beleidsmedew. Voorontwerp BP/Stedebouw Art 10 overleg Uitvoering maatregel derden Opleggen Voorwaarden Maatregel;Programma van eisen Senior archeoloog Veldtoezicht Toezichthouder Definitief BP/Stedebouw Beoordelen eindrapport Senior archeoloog Bouwrijp maken Vrijgave en overdracht bestaande archeologische waarden naar vergunningproces Loket ambtenaar Start bouw Indien de gemeente Enschede verantwoordelijk is voor het bouwrijp maken kan de gemeente opdrachtgever zijn voor het inventariserende onderzoek; mits de planvorming reeds zover is gevorderd dat ook budget beschikbaar is. Uitvoering gebeurt door een daarvoor gecertificeerde partij. De gemeente is handhaver/toezichthouder en opdrachtgever. Indien er een marktpartij bij betrokken is kan de gehele inventarisatie ook door die partij worden geregeld. De gemeente beoordeelt de rapportage en schrijft een selectieadvies voor B&W; dit doet de senior archeoloog. Bij grote ontwikkelingen kan de Monumentencie om advies worden gevraagd. Na het selectiebesluit volgt een cruciale stap om de maatregelen vast te stellen (opgraven, inpassen of begeleiden van de aangetroffen archeologische waarden). Deze maatregelen kunnen alleen worden bepaald na Past2Present-ArcheoLogic 36
37 afstemming met het planologisch en stedenbouwkundig ontwerp. Nadat de meest economische oplossing is vastgesteld wordt een bestemmingsplantekst of onderbouwing opgesteld. De resultante is de basis van het art. 10 overleg WRO. Hierna volgt de uitvoering van de maatregel. De senior archeoloog stelt hiervoor een PvE op en houdt toezicht op de uitvoering. Tegelijkertijd kan het stedenbouwkundig plan en en het bestemmingsplan definitief worden gemaakt. Na afloop van het veldwerk wordt het terrein vrijgegeven. Op dat moment kan het bouwrijp maken starten. Tijdens de bouwrijpmakingsfase worden tevens de fysieke beschermingsmaatregelen getroffen en kan waar nodig archeologische bouwbegeleiding worden uitgevoerd. Na afloop van het werk beoordeelt de senior archeoloog het eindrapport en adviseert over de vrijgave van het terrein. De gebieden zijn opgenomen op de plankaart en worden verder afgehandeld via het vergunningverleningsproces indien hier in de toekomst ontwikkelingen gaan plaatsvinden. 7.5 CAPACITEIT EN ORGANISATIE Het is van belang dat de gemeente Enschede een intern aanspreekpunt creeert waar de coordinatie voor het archeologiebeleid en de uitvoering tesamenkomt. Het aansturen van uitvoerende werkzaamheden en het uitbrengen van adviezen is ingevolge het archeologisch kwaliteitssysteem voorbehouden aan een senior archeoloog. Daarnaast moet op de ruimtelijke ordeningsafdeling, de cultuurbeleidsafdeling, op financien en bij de afdeling vergunningverlening bewustwording ontstaan van de nieuwe archeologische taak. Dat geldt dus zowel op het niveau van nieuwe planontwikkeling als op het niveau van de handhaving en toezicht. Verder wordt aanbevolen de amateurs te betrekken in het proces en is het aan te bevelen de rol van de huidige Monumentencommissie opnieuw te bezien en een slagvaardig orgaan voor beide gebieden in te richten. Dit gebeurt momenteel in veel gemeenten. Een belangrijk aspect is de communicatie over dit beleid in de gemeente. Hiervoor kan een brochure verschijnen, alsmede een handzaam boekje met de nieuwe regels. Dat valt samen met de uitwerking van de keuze voor het benuttingscenario. Uitvoerend veldwerk Voor uitvoerend veldwerk is een uitvoeringsorganisatie noodzakelijk met een ministeriele erkenning. Het inbedden van een uitvoerend orgaan binnen de gemeente ligt niet voor de hand. De gemeente ontwikkelt zich immers naar een meer regisserende in plaats van uitvoerende rol. Naast een grote structurele kostenpost is een dergelijk apparaat onvoldoende flexibel ten opzichte van de vraag. Ook brengt het binnen de gemeente veelal een rollenprobleem met zich mee, met name als het uitgangspunt van de veroorzaker betaalt strak wordt gehanteerd. Als de gemeente niet als veroorzaker optreedt, is de uitvoering in ieder geval een verantwoordelijkheid van derden. Past2Present-ArcheoLogic 37
Beleidsplan Archeologie
Beleidsplan Archeologie gemeente Schouwen-Duiveland Past2Present Woerden 2008 Beleidsplan archeologie Schouwen-Duiveland Beleidsplan archeologie Schouwen-Duiveland 1 2 Past2Present the missing link Inhoudsopgave
Nadere informatieGemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport
Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend
Nadere informatieHet bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.
Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.
Nadere informatieAdvies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)
Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel
Nadere informatieOp weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen
Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen F. Kortlang en A. Van de Water 30 mei 2012 www.archaeo.nl Inhoud Archeologiebeleid: Waarom? Aanpak Verwachtingenkaart Beleidskaart Uitgangspunten
Nadere informatieVerkenning N345 Voorst Notitie Archeologie
Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status
Nadere informatieQuickscan Archeologie
Quickscan Archeologie Project : Emplacement Enschede Projectleider : F. Bakermans Versie : EDMS nr. : xxx Status : Concept Inhoud INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek 1.3
Nadere informatieRijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl
Nadere informatieBrede Afspraak Archeologie
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email
Nadere informatieRijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief
3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl
Nadere informatieArcheoLogic Notitie AL133. Tweede mening Groesbeek Mariëndaal V2.0
ArcheoLogic Notitie AL133 Tweede mening Groesbeek Mariëndaal V2.0 ARCHEOLOGIC NOTITIE AL133 Tweede mening Groesbeek Mariëndaal INLEIDING Het plangebied Mariëndaal te Groesbeek bestaat uit twee delen, welke
Nadere informatieBijlage 5a. De AMZ-cyclus op land
Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Inleiding De AMZ-cyclus omvat de volgende fasen: - Bureauonderzoek en opstellen van PvE s; - Inventariserend veldonderzoek (verkennende/karterende/waarderende fase); -
Nadere informatieBijlage 3 De AMZ-procedure
Bijlage 3 De AMZ-procedure In de archeologische monumentenzorg wordt het feitelijke beheer van het gemeentelijk bodemarchief gerealiseerd in stappen. Elke stap eindigt met de afweging of er voldoende informatie
Nadere informatieArcheologische Begeleiding
Protocol 4007 Archeologische Begeleiding Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013
Nadere informatieArcheologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure
Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel
Nadere informatieAfbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)
Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend
Nadere informatieHeesch - Beellandstraat
Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder
Nadere informatieINT09.0031/MB. Oriëntatienota Archeologie
INT09.0031/MB Oriëntatienota Archeologie 2 Inhoudsopgaaf 1. Inleiding... 4 2. Archeologiebeleid... 4 3. Archeologische verwachtingenkaart... 4 4. Wat gebeurt er als de gemeente geen beleid opstelt?...
Nadere informatieNotitie 285 GRIPSCAN ARCHEOLOGIE PEPPELWEG, ROTERDAM
GRIPSCAN ARCHEOLOGIE PEPPELWEG, ROTERDAM Inleiding Op verzoek van Cleton & Com heeft Crevasse Advies een gripscan archeologie uitgevoerd ten behoeve van herontwikkeling van het plangebied Peppelweg in
Nadere informatieCHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend Algemene punten 1. Het IVO-waarderend (voorzover proefsleuven- of booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt
Nadere informatieCHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning
Nadere informatieOp weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september
Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel Fokko Kortlang 27 september 2012 www.archaeo.nl Inhoud 1. Archeologiebeleid: Waarom? 2. Archeologie in Boxtel 3. Aanpak 4. Verwachtingenkaart 5.
Nadere informatieBijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting
Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554
Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).
Nadere informatieGemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)
Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12 Toelichting Cröddendijk 12, Lettele Bestemmingsplan Adviesnummer: 767 Auteur: Namens Bevoegd gezag: M. van der Wal, MA
Nadere informatieSelectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32
Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2016-20 Bijlage 13 bij besluit 2016/0567-V1 V&V Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Controle BCE Erik Peters Afdeling Ruimte,
Nadere informatieErfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie
Erfgoedkaart Drimmelen deelkaart archeologie Programma 1) Wat is Erfgoed? 2) Waarom Archeologie? 3) Landelijk kader 4) Gemeentelijke uitwerking 5) De weg naar een kaart 6) Praktisch: historische bebouwing
Nadere informatieGemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking
Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 839 Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Auteur: Bevoegd gezag: R.E. Buitenhuis drs. B. Vermeulen (Gemeentelijk Archeoloog)
Nadere informatieArcheologische Beleid
Archeologische Waarden- en Beleidskaart Rotterdam Archeologisch Beleid. Toelichting. Colofon. Archeologische Beleid 1. Archeologisch Belangrijke Plaatsen 2. Gebieden met een zeer hoge archeologische verwachting.
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse
HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven
Nadere informatieModelvoorschriften archeologie in de omgevingsvergunning
Op grond van artikel 5.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) kunnen ten aanzien van archeologie voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning, indien hier in het bestemmingsplan een grondslag
Nadere informatiePRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG
PRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG AWN 22 SEPTEMBER 2012 Opgraving Nieuw Rijngeest- Zuid Oegstgeest 2009 Een nieuwe kijk op de
Nadere informatieDit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen.
Modellen bouwvergunning en sloopvergunning Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen. A. Modellen bouwvergunning Uitgangspunt
Nadere informatieQUICKSCAN ARCHEOLOGIE ONTWIKKELING TWEE PLANGEBIEDEN BORCULOSEWEG, BARCHEM, GEMEENTE LOCHEM
QUICKSCAN ARCHEOLOGIE ONTWIKKELING TWEE PLANGEBIEDEN BORCULOSEWEG, BARCHEM, GEMEENTE LOCHEM Inleiding Op verzoek van Buytenhof Planontwikkeling BV uit Vriezenveen heeft Crevasse Advies een quickscan archeologie
Nadere informatieArcheologie en cultuurhistorie
Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Toetsingskader Verdrag van Valetta Monumentenwet 1988 Interimbeleid archeologie gemeente Terneuzen De onderste steen boven? Europees beleid Verdrag van Valetta
Nadere informatieThematische herziening archeologie
Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2
Nadere informatieV&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1
Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle
Nadere informatieUITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID
UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID 1. Inleiding Op 16 januari 1992 werd in Valletta, de hoofdstad van Malta, op initiatief van de Raad van Europa het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische
Nadere informatiePlan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop
Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop
Nadere informatieArcheologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899
1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Plaats Toponiem / Straat Onderzoekskader Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam,
Nadere informatieADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013
NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);
Nadere informatieBijlage 25 Notitie Archeologie Windpark Greenport Venlo
Bijlage 25 Notitie Archeologie Windpark Greenport Venlo Kenmerk: 079485465 Versie: B Auteur: Arcadis Nederland B.V. ONDERWERP Bijlage 25 Notitie Archeologie DATUM 7-7-2017 PROJECTNUMMER C05057.000103.0400
Nadere informatieSelectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA
Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf
Nadere informatieFacetbestemmingsplan Archeologie
GEMEENTE SCHOILAND Facetbestemmingsplan Archeologie Gemeente Schouwen-Duiveland Pelmolenlaan 12-14 3447 GW Woerden Telefoon + 31 (0)348 437786 Fax + 31 (0)348 437789 e-mail info@past2present.nl FACETBESTEMMINGSPLAN
Nadere informatiePapendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.
1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.
Nadere informatieOMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)
OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der
Nadere informatieBijlage 7 Model-planregels
Bijlage 7 Model-planregels Doel van de planregels De planregels vormen het juridisch-planologisch kader voor de bescherming van belangrijk archeologische waarden, door de aanvrager van een omgevingsvergunning
Nadere informatieSelectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen
Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2013-29 Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Aanvrager Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf Gemeente Breda
Nadere informatieVoorstel raad en raadsbesluit
Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.14.1659 B.14.1659 Landgraaf, 11 december 2014 ONDERWERP: Vaststellen Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart Landgraaf
Nadere informatie8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas
QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.
Nadere informatieArcheologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen
Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen Omgevingswet 2018? De overheid wil regels voor ruimtelijke plannen vereenvoudigen en samenvoegen Doel: makkelijker maken om bouwprojecten te starten
Nadere informatieBijlage 8 Reacties op zienswijzen over archeologische dubbelbestemming in het bestemmingplan Buitengebied Midden-Drenthe
Bijlage 8 Reacties op zienswijzen over archeologische dubbelbestemming in het bestemmingplan Buitengebied Midden-Drenthe Inleiding Over het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied zijn 108 zienswijzen ingediend
Nadere informatieErfgoedverordening Heemskerk 2009
Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Januari 2009 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2009 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel 1: Begripsbepalingen 5 Artikel 2: Het gebruik van het beschermd
Nadere informatieCHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-karterend Algemene vragen 1. Het IVO-karterend (voorzover booronderzoek en proefsleuven) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt
Nadere informatieUitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie
Uitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie Categorieën Niet alle delen van de binnenstad hebben dezelfde archeologische verwachtingswaarde. Op basis van eerdere opgravingen en historische
Nadere informatieVOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK
VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK 1. Wettelijk kader In 1992 werd het Verdrag van Valletta ( Malta ) opgesteld. Dit Verdrag stelt
Nadere informatieUitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer
78 Augustus 2014 Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer Auteur: Bart Vermeulen COLOFON 2014, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur: Bart
Nadere informatieCULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN
CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen
Nadere informatieEen verborgen verleden. Archeologie in Heerde. www.heerde.nl
Een verborgen verleden Archeologie in Heerde www.heerde.nl Een verborgen verleden De gemeente Heerde heeft een rijke geschiedenis. U als inwoner kent een deel van deze geschiedenis. Misschien zelf meegemaakt
Nadere informatieHoe nu verder met archeologie in Maasdriel? Presentatie voor Commissie Ruimte Woensdag 10 oktober
Hoe nu verder met archeologie in Maasdriel? Presentatie voor Commissie Ruimte Woensdag 10 oktober Structuur presentatie I Achtergrond gemeentelijk archeologiebeleid wet- en regelgeving? II Hoe kan je inhoud
Nadere informatieArcheologische MonumentenZorg
Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan
Nadere informatieArcheologie Bouwen en verbouwen. www.sudwestfryslan.nl
Archeologie Bouwen en verbouwen www.sudwestfryslan.nl Archeologie Heeft u bouwplannen of moet u voor andere werkzaamheden graven in de grond? Dan bent u soms verplicht om vooraf archeologisch onderzoek
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen
Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak,
Nadere informatieLegenda archeologische (verwachtings)waarden: Voorschriften binnenstad Zutphen
Legenda archeologische (verwachtings)waarden: Voorschriften binnenstad Zutphen Bekende waarden Archeologisch rijksmonument: Alle ontgrondingsaanvragen moeten bij de minister worden ingediend via de gemeente
Nadere informatieCULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN
CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN Onderzoek naar cultuurhistorische structuren, landschappen en panden Aansluitend op Belvedere- (Behoud door ontwikkeling) en het MoMo-beleid (Modernisering
Nadere informatieMEMO. Projectgegevens
MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW
Nadere informatieArcheologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126
OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:
Nadere informatieRaadsvoorstel. Agendapunt: 8 Onderwerp: Archeologische monumentenzorg gemeente Montferland. Portefeuillehouder: wethouder T.M.M.
Raadsvoorstel Agendapunt: 8 Onderwerp: Archeologische monumentenzorg gemeente Montferland Portefeuillehouder: wethouder T.M.M. Kok Samenvatting: De nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz)
Nadere informatieHandleiding voor de Archeologische Monumentenkaart
Handleiding voor de Archeologische Monumentenkaart Pagina 1 van 7 Colofon Bron voor AMK gegevens: ARCHIS De AMK is tot stand gekomen in samenwerking met de Provincies Redactie teksten: A. Sloos Redactie
Nadere informatieArcheologiebeleid op Walcheren
Archeologiebeleid op Walcheren Netwerkbijeenkomst Erfgoed en Ruimte RCE 12 december 2012 Walcherse Archeologische Dienst, december 2012 Archeologie op Walcheren Verdrag van Malta 1992: bescherming archeologie
Nadere informatie4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
Nadere informatieAdviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Nadere informatieArcheologiebeleid gemeente Rijnwoude
Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude 1. Inleiding In 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. Deze wet verplicht de raad om, bij de vaststelling van een bestemmingsplan,
Nadere informatieFiguur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)
Archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie Naar de archeologie in onder andere de Groeneveldse Polder is een bureaustudie gedaan door de heer Bult van het Vakteam Archeologie i. De in weergegeven
Nadere informatieQuick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de
Nadere informatieNota archeologie gemeente Roermond 2011
Inleiding In opdracht van de gemeente Roermond is in de periode 2006 2008 een archeologieatlas voor de gehele gemeente vervaardigd. Deze atlas vormt de basis voor het Roermondse archeologiebeleid dat transparant
Nadere informatieGEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART
BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE
Nadere informatieQuickscan Inleiding Resultaten quickscan
Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.
Nadere informatie1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012
1 J gemeente «tffl" Heemskerk Erfgoedverordening Heemskerk 2012 mei 2012 J>^^^ ERFGOEDVERORDENING HEEMSKERK 2012 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2012 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel
Nadere informatiewijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WORDT
WAAR wijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WAS wijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WORDT VERORDENING 2685/5 Indeling en aanhef indeling in hfdst. op cijfer, artikel op
Nadere informatieArcheologienota Waterland 2011
Archeologienota Waterland 2011 Inhoudsopgave Archeologienota Waterland 2011...1 1 Inleiding: archeologie in Waterland...3 2 Waarom archeologiebeleid?...4 2.1 Wettelijk kader...4 2.2 Doel...4 2.3 Basis
Nadere informatieArcheologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede definitief 18-02-2013
Archeologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede 18-2-213 Inleiding In de fase van het Ontwerp-Tracébesluit OTB) N18 Varsseveld - Enschede is een gecombineerd archeologische onderzoek
Nadere informatieWerkwijzer servicepunt archeologie
Werkwijzer servicepunt archeologie Inleiding Aanleiding De provinciale bemoeienis met de archeologische monumentenzorg vloeit voort uit de medeverantwoordelijkheid voor het behoud en beheer van het cultuurhistorisch
Nadere informatieBELEIDSPLAN ARCHEOLOGIE gemeente Bloemendaal
B BELEIDSPLAN ARCHEOLOGIE gemeente Bloemendaal Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 1.1 DE AANLEIDING... 4 1.2 ARCHEOLOGIEBELEID INZICHTELIJK GEMAAKT!... 4 1.3 SAMENVATTING BESLISPUNTEN... 5 2 Wettelijk
Nadere informatiePARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN
1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 3 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische
Nadere informatieSamenvatting Nieuwe wetgeving Nieuwe rol van de gemeente Bescherming van het bodemarchief
Samenvatting Nieuwe wetgeving Door de toenemende bodemverstorende werkzaamheden in Nederland is het archeologische erfgoed in gevaar. Met het van kracht worden van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg
Nadere informatieDEEL 5 RICHTLIJNEN VOOR ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR DERDEN IN HET KADER VAN DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG BINNEN DE GEMEENTEN KATWIJK.
1 DEEL 5 RICHTLIJNEN VOOR ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR DERDEN IN HET KADER VAN DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG BINNEN DE GEMEENTEN KATWIJK. 2 Inleiding Deze richtlijnen zijn bedoeld voor archeologische
Nadere informatieToelichting Archeologieverordening Almere 2016
Toelichting Archeologieverordening Almere 2016 Algemene toelichting De Archeologieverordening Almere 2016 geeft uitwerking aan de in de Nota Archeologische Monumentenzorg 2016 van de gemeente Almere genoemde
Nadere informatieBouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging
Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,
Nadere informatieAdvies Archeologische Monumentenzorg 2013 nr. 83
Advies Archeologische Monumentenzorg 2013 nr. 83 Selectiebesluit Proefsleuvenonderzoek Betonson fase 1 en 2 te Son naam Gemeente/bedrijf Datum Aanvrager René van de Gemeente Son en Breugel 8-8-2013 Brand
Nadere informatieDe kracht van vrijwilligers Bijdragen aan archeologisch onderzoek. Bijdragen aan archeologisch onderzoek
21 Bijdragen aan archeologisch onderzoek 22 De kracht van vrijwilligers Bijdragen aan archeologisch onderzoek Het belang van actief onderzoek doen Vrijwilligers ondersteunen gemeenten en beroepsarcheologen
Nadere informatieBlad 2. Beoordeling verzoek
Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een
Nadere informatie1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen,
Sinds 2010 heeft de gemeente Oss een archeologiebeleid. Vanaf 1 januari 2013 geldt dit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente Oss, inclusief Lith dus. Deze brochure is voor iedereen bedoeld
Nadere informatiePARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING
1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOELICHTING INHOUD 1. INLEIDING 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Doel 2 1.3 Situering en begrenzing plangebied 3 2. BELEIDSKADER 4 2.1 Wet op de Archeologische Monumentenzorg
Nadere informatieNota Archeologie gemeente Landerd. Nota van Inspraak
Nota Archeologie gemeente Landerd Nota van Inspraak 1 Colofon Opdrachtgever: Gemeente Landerd Contactpersonen: Dhr. R. Peters Auteur: drs. A.E.M. Van de Water en drs. F.P. Kortlang Titel: Nota Archeologie
Nadere informatieARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BEPLANTINGEN ENSCHEDE - ZUID
ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BEPLANTINGEN ENSCHEDE - ZUID DIENST LANDELIJK GEBIED Januari 2011! C01023.000188.0120 Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding en onderzoekskader 5 1.1 Aanleiding onderzoek 5 1.2
Nadere informatieErfgoedverordening Amsterdam
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden
Nadere informatieAdvies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92
Keizer Karel V Singel 8 Postbus 435 5600 AK Eindhov en Fax: 040 2594510 Website: www.milieudienst.sre.nl Advies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92 Deel 1) Concept selectiebesluit archeologie Deel
Nadere informatieQuickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen
Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg
Nadere informatieVos Archeo SELECTIEADVIES Geldermalsen Zeshoek
Vos Archeo SELECTIEADVIES Geldermalsen Zeshoek Kruising Rijnstraat, Lingeplein en Kostverlorenkade Oosterbeek, 13 februari 2014 Betreft: Selectieadvies archeologisch onderzoek in het centrum van Geldermalsen
Nadere informatie