1. De functiebeschrijving lezen

Transcriptie

1 Functie indelen 1. De functiebeschrijving lezen Om een goed beeld te vormen van de functie die u gaat indelen, leest u de functiebeschrijving. Deze moet voldoen aan de kwaliteitseisen in de cao. Een van deze eisen is dat de functie-eisen vanuit negen gezichtspunten zijn beschreven ( Dit geeft u nadere informatie over het kennisniveau, de vaardigheden en de inconveniënten. De omschrijving van de activiteiten in de functiebeschrijving zijn behulpzaam bij het bepalen van het juiste functieniveau. 2. Inloggen op FWG VVT Ga naar Het startscherm van FWG VVT verschijnt, met links het zoekveld en de knop Overzicht functies. Onder deze knop vindt u alle ijkfuncties en voorbeeldfuncties in het systeem. Hierover leest u meer op pagina 11. Rechts ziet u drie tabbladen: een sterretje (voor het bewaren van kaderteksten), Kadertekst en Niveau-onderscheidende elementen. Startscherm FWG VVT 8

2 3. Zoeken naar relevante kaderteksten Om te starten met de functie-indeling, vult u in het zoekveld (een deel van) de betreffende functienaam, een kernactiviteit, doelgroep of specialisme in. In het veld onder de zoekterm kunt uw eigen branche selecteren of andere/meerdere branches selecteren. Op die manier kunt u ook zoeken naar een functie die in uw branche wellicht minder vaak voorkomt. Het systeem toont bij de zoekterm passende kernfuncties. Door op één van de kernfuncties te klikken, komt rechts de bijbehorende kadertekst in beeld. Onder de titelnaam van de kernfunctie worden kernfuncties aangegeven die qua inhoud aangrenzend zijn. Bij de Verzorgende thuiszorg vindt u hier bijvoorbeeld een link naar de Verzorgende verpleeg- en verzorgingshuis, de Verpleegkundige thuiszorg en de Medewerker zorg. Deze zijn aanklikbaar. Door meerdere kernfuncties en bijbehorende kadertekst te lezen, kunt u een keuze maken voor de meest relevante kernfunctie. Met name de kern van de functie is hiervoor een goed aanknopingspunt. Wilt u kaderteksten met elkaar vergelijken? Klik dan op het sterretje linksboven. De betreffende kadertekst komt bovenin het scherm te staan en is aanklikbaar. Doe dit ook voor de kadertekst(en) waarmee u wilt vergelijken. U kunt ze zo op een eenvoudige manier opnieuw oproepen. In de kadertekst vindt u ook namen van referentiefuncties. Dat zijn functies die voor kunnen komen binnen deze kernfunctie. Ook dit kan een hulpmiddel zijn om vast te stellen of u de juiste kernfunctie heeft gekozen. Tips: Gebruik de functienaam uit de beschrijving of een deel ervan. Levert dit geen resultaat op? Zoek dan op benamingen van soortgelijke functies. U kunt ook zoeken op in de functiebeschrijving voorkomende termen als hospice, cliëntgegevens, intramusculair of thuis. Meerdere woorden opgeven als zoekterm kan ook. De applicatie zoekt naar kaderteksten waar één of meer van de opgegeven woorden in voorkomen. Wilt u een overzicht van alle beschikbare kernfuncties, type dan een spatie in het zoekveld en klik op zoeken. Alle kernfuncties komen in alfabetische volgorde in beeld. Door in het venster met zoekveld op de pijl te klikken wordt dit venster gesloten. Het venster met de kaderteksten of de niveau-onderscheidende elementen wordt vergroot, waardoor u meer informatie in beeld krijgt. 9

3 Zoekresultaten en bijbehorende kadertekst Bewaren van relevante kaderteksten door middel van het sterretje 10

4 4. Zoek naar verschillen in functieniveaus Nu u een kernfunctie heeft gekozen, kunt u zich verder verdiepen in de verschillende niveaus (functiegroepen) waarop de functie voorkomt. Op het tabblad Kadertekst heeft u deze al zien staan. Op het tabblad Niveau-onderscheidende elementen staan dezelfde niveaus in een matrix weergegeven, uitgesplitst naar de verschillende onderdelen van de functie-inhoud. Hierdoor ziet u snel waar de belangrijkste verschillen tussen functieniveaus zitten. Door te klikken op de pijl in de balk Begrippen aan de rechterkant wordt dit venster geopend en/of gesloten. Hier vindt u een toelichting op de begrippen die voorkomen in de kaderteksten of de matrix met niveau-onderscheidende elementen. Lees de informatie per niveau van links naar rechts. Als er Idem staat, betekent dit dat hetzelfde element van toepassing is als weergegeven op het lagere niveau. Als er in een matrix-cel niets staat, dan is het niveau-onderscheidende element niet aangetroffen op dat niveau. Elementen weergegeven tussen [haakjes] kunnen op dit functieniveau voorkomen maar zijn niet niveau-onderscheidend. Matrix met niveau-onderscheidende elementen In de onderste drie rijen van de matrix staan niveau-onderscheidende elementen weergegeven die niet in de kadertekst stonden. Deze geven nadere informatie over vereiste kennis, vaardigheden en veel voorkomende inconveniënten. Deze informatie gebruikt u eveneens om door beredeneerd vergelijken het niveau van de functie te bepalen. 11

5 Onder de matrix ziet u de balk Functiebeschrijving. U kunt deze openklappen door op het pijltje te klikken. Hier vindt u de ijkfuncties die bij deze kernfunctie passen en, indien van toepassing, een voorbeeld van een resultaatgerichte functiebeschrijving. Tips: Door in het venster met zoekveld op de pijl te klikken wordt dit venster gesloten. Het venster met de niveau-onderscheidende elementen wordt vergroot, waardoor u meer informatie in beeld krijgt. Ook al zijn de functieniveaus gebaseerd op onderzoek, een niveau lager of hoger dan de reeks is mogelijk indien de functie-inhoud lichter of zwaarder is dan de aangegeven niveaus. Vereiste kennis, vaardigheden en inconveniënten per niveau Van sommige kadertekstniveaus zijn twee varianten. Dat betekent dat uit het onderzoek van FWG blijkt dat een functie op dat niveau op twee verschillende manieren kan voorkomen. Bijvoorbeeld uitvoerend en leidinggevend. Bij het beredeneren van de indeling analyseert u de informatie per kolom. De informatie in de kolommen moet dus niet gecombineerd worden. 12

6 Meerdere varianten van een kadertekstniveau 5. IJkfuncties raadplegen Om uw keuze voor een functiegroep te toetsen, kunt u gebruik maken van ijkfuncties. IJkfuncties geven een gedetailleerd beeld van functies uit uw branche en de bijbehorende functie-eisen. Onder de matrix vindt u onder de balk Functiebeschrijving de tot deze kernfunctie behorende ijkfunctie(s). U kunt deze balk openklappen door op het pijltje te klikken. Deze sluiten aan bij de informatie per functieniveau in de kadertekst en/of de matrix met niveau-onderscheidende elementen. IJkfuncties kunt u tevens oproepen door in het zoekvenster bovenin op de knop Overzicht functies te klikken. Hier vindt u een overzicht van alle ijkfuncties in het systeem. U kunt hier een selectie in aanbrengen door te filteren op een specifieke functiegroep of kernfunctie. Door te klikken op een ijkfunctie komt de gehele beschrijving in beeld. De ijkfuncties zijn voorzien van een gevalideerde functie-indeling en kunt u gebruiken om de keuze voor een indelingsniveau te onderbouwen. U ziet in dit scherm ook Voorbeeldfuncties staan. Hierover leest u meer op pagina 15. Tip: Omdat de ijkfuncties uit uw eigen branche komen, maken deze inzichtelijk hoe een bepaalde functie er in uw branche uit kan zien. Dit kan u helpen bij het beoordelen van het juiste functieniveau. 13

7 Overzicht ijkfuncties 6. Indelen van de functie en motiveren Op basis van informatie uit kaderteksten en de niveau-onderscheidende elementen kunt u de functie beredeneerd indelen en kunt u de functie-indeling motiveren. De ijkfuncties kunt u gebruiken om de keuze voor een indelingsniveau te onderbouwen. Onder Menu kunt u kiezen voor Indeling motiveren. Hiermee opent een venster waarin u uw indelingskeuze en de motivatie voor de indeling kunt noteren en waarin u de functiebeschrijving kunt uploaden. De kernfunctie is al ingevuld. Door op Opslaan te klikken worden de indeling en motivatie opgeslagen in Inzicht & Overzicht. U kunt deze tevens afdrukken. Tip: Gemaakte indelingen kunt u terugvinden in Inzicht & Overzicht (via Menu ). 14

8 Indeling motiveren Voorbeeld motivatie We geven een voorbeeld van een motivatie bij de functie-indeling van een Medewerker activiteiten. Na het analyseren van de functiebeschrijving is op de functienaam en de kernactiviteiten naar de meest relevante kernfunctie en kaderteksten gezocht. Bij de kernfunctie Agogisch werkende/bewegingsagoog is de kern van de functie bekeken die past bij de in te delen functie. Vervolgens zijn de activiteiten vergeleken met de kaderteksten en de niveau-onderscheidende elementen en zijn ijkfuncties bekeken. Bij de motivatie wordt aangegeven welke informatie gebruikt is om tot de indeling van de functie te komen. 15

9 Voorbeeld motivatie De functie Medewerker activiteiten wordt ingedeeld op niveau 40. De inhoud van de functie sluit, vanwege het begeleiden van cliënten bij activiteiten gericht op activering en/of ontspanning, goed aan bij de kadertekst Agogisch werkende/ bewegingsagoog op niveau 40: Agogisch werkende/bewegingsagoog belast met het intensief begeleiden van groepen en/of individuele cliënten, zoals cliënten met ernstige gedragsproblematiek, bij dagbestedings-, activerings- en/of bewegingsactiviteiten met een welzijns-/begeleidings-doelstelling. Omdat de cliënten geen behandeldoelstelling hebben en er ook geen sprake is van het zelfstandig ontwikkelen van nieuwe activiteiten is niveau 45 niet aan de orde. Daarnaast worden functies op niveau 45 gekenmerkt door een hbo opleidingsniveau, hetgeen in de onderhavige functie niet aan de orde is (mbo niveau 4). De functie Medewerker activiteiten kan worden vergeleken met de ijkfunctie Dagactiviteitenleider, niveau 35. Deze ijkfunctie heeft echter geen activiteiten gericht op het zelfstandig opstellen van het activiteitenprogramma en begeleidt ook geen bewegingsactiviteiten. Derhalve is niveau 40 gerechtvaardigd. 16