DEMOCRATIE EN RECHTSSTAAT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEMOCRATIE EN RECHTSSTAAT"

Transcriptie

1 DEMOCRATIE EN RECHTSSTAAT 1. Democratie Dit hoofdstuk begint met een paragraaf over democratie. Zoals je weet, leven we in Nederland in een democratisch land. De deelvraag van deze paragraaf is: Wat is een (parlementaire) democratie? Het antwoord op deze vraag vormt de basis van de volgende paragrafen over politiek. A. Wetten en staat Overal hebben mensen regels gemaakt om het samenleven mogelijk te maken. Veel regels zijn nergens vastgelegd. Zo geef je een onbekende vaak een hand, maar begroet je een bekende met een simpel 'hoi'. Als je dat anders doet, wordt er soms raar van opgekeken, maar de politie of de rechter bemoeit zich er niet mee. Sommige regels worden zo belangrijk gevonden, dat iedereen zich eraan moet houden. Bij overtreding van die regels grijpen politie en rechter wel in. Veel oude regels gelden nog steeds: je mag geen mensen doden en je mag niet stelen. Als de maatschappij verandert, komen er nieuwe regels bij, zoals: iedereen moet tot z'n zestiende jaar naar school, je mag geen giftige stoffen in het water lozen. Deze voor iedereen geldende regels worden wetten genoemd. Wetten gelden binnen een bepaald land, zoals Nederland of België. In plaats van land kunnen we ook spreken van de Nederlandse staat. Een staat heeft drie kenmerken: 1. er is een precies afgebakend grondgebied. De grenzen daarvan zijn in de loop van de tijd ontstaan door natuurlijke barrières, zoals bergen, zeeën, rivieren en ook door oorlogen en huwelijken tussen Koningshuizen 2. binnen dat gebied woont een bevolking, die vaak veel gemeenschappelijks heeft, zoals een geschiedenis, een cultuur en een taal; 3. de staat, ook wel overheid genoemd, heeft binnen dat gebied het hoogste gezag. Dat betekent dat de overheid met fysiek geweld mag optreden tegen mensen die de wetten overtreden. De politie gebruikt geweld tegen voetbalsupporters die vernielingen aanrichten. De rechter ontneemt de inbreker of moordenaar zijn vrijheid door hem tot een gevangenisstraf te veroordelen. De overheid beschikt over macht, omdat zij burgers via straffen kan dwingen zich aan de wetten te houden. We spreken van gezag als die macht als juist en redelijk wordt aanvaard. Overheidsgezag omvat altijd macht: de mogelijkheid om mensen te straffen of te dwingen. Maar een overheid kan niet alleen werken op basis van macht. De overheid functioneert grotendeels omdat de bewoners haar optreden als juist en redelijk ervaren. Zo vinden zij het juist dat misdadigers worden gestraft, dat er scholen zijn, dat mensen zonder inkomen en bejaarden een uitkering krijgen en dat zij voor zulke zaken belasting moeten betalen. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

2 B. Belangen, conflicten, politiek en beleid Mensen verschillen op veel punten van elkaar. Zo zijn er jongeren en ouderen, vrouwen en mannen, mensen met betaald werk en werklozen, gezonden en zieken, zelfstandigen en mensen in loondienst, autochtonen en allochtonen, rijken en armen. Al die groepen hebben verschillende belangen. Zo willen ondernemers de lonen laag houden om te kunnen concurreren met het buitenland, terwijl werknemers hogere lonen eisen. Zieken en langdurig werklozen willen meer geld van de overheid, anderen vinden dat de schoolklassen kleiner moeten worden. Weer anderen zien graag meer politie om de criminaliteit te bestrijden. Zo doen talloze groepen een beroep op de staat, op de overheid. Zij vragen dat de staat het belastinggeld anders verdeelt en nieuwe, dwingende regels (wetten) opstelt. De staat verdeelt niet alleen geld, maar zorgt er ook voor dat conflicten tussen verschillende groepen binnen de perken blijven en niet met geweld worden uitgevochten. Zo mogen werknemers wel staken, maar niet de ondernemer of nietstakende collega's fysiek bedreigen. Ook kan de rechter de staking na enige tijd verbieden als hij de schade voor andere mensen te groot vindt, bijvoorbeeld bij een spoorwegstaking. Zulke conflicten en regels hebben een politiek karakter. (Met politiek bedoelen we: alles wat te maken heeft met de overheid: hoe komen besluiten en wetten tot stand? Wie hebben daar belang bij? Wie heeft de meeste invloed? Wat houden die besluiten in en wat zijn de effecten van die besluiten? ) De overheid en andere organisaties voeren een beleid. Beleid voeren betekent proberen een bepaald doel te bereiken door het doelgericht gebruik van bepaalde middelen. Zo kan de overheid zich tot doel stellen de werkloosheid te verminderen. Middelen daartoe kunnen bijvoorbeeld zijn: meer geld besteden aan (om)scholing van werklozen of verbeteren van de concurrentiepositie van Nederland waardoor er meer banen komen. Ook als iedereen het eens is over het doel, zijn er vaak meningsverschillen over wat de meest effectieve middelen zijn. C. Democratie en dictatuur De rol van de bevolking bij het nemen van besluiten kan sterk verschillen. In sommige landen wordt de inwoners niet om hun mening gevraagd of ga je de gevangenis in als je openlijk kritiek levert op de overheid. Eén persoon - meestal één man - of een kleine groep mensen heeft de macht in handen. We spreken dan van een dictatuur. De inwoners hebben rechten, maar voornamelijk plichten. Zij zijn onderdanen, ondergeschikt aan de staat. In andere landen kunnen de bewoners wel invloed uitoefenen op de besluiten. Ook mogen zij zeggen en schrijven dat de overheid het verkeerd doet en anders moet handelen, zonder bang te zijn dat ze in de cel belanden. Dan is het geen dictatuur, maar een democratie. De bewoners zijn geen ondergeschikte onderdanen, die alleen maar moeten gehoorzamen, maar burgers, die naast plichten ook rechten hebben. Nederland kent een democratisch stelsel en wij vinden onze rechten en vrijheden heel gewoon. Toch is democratie niet vanzelfsprekend. In de negentiende eeuw mochten in Nederland alleen rijke mannen stemmen. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

3 Pas na lange strijd van arbeiders en vrouwen is er algemeen kiesrecht gekomen, in 1917 voor mannen en in 1919 voor vrouwen. Tijdens de Duitse bezetting ( ) was van democratie en vrijheid niets over. Ook in andere westerse landen is algemeen kiesrecht pas in de twintigste eeuw ingevoerd. In Zwitserland mogen vrouwen pas sinds 1971 stemmen. Momenteel leeft bijna de helft van de wereldbevolking niet in een democratie, maar in een dictatuur. D. Kenmerken van de democratie Democratie is van oorsprong een Grieks woord, dat betekent dat het volk heerst. In landen met miljoenen inwoners heerst het volk echter niet rechtstreeks, maar via vertegenwoordigers. We noemen dat indirecte of vertegenwoordigende (representatieve) democratie. Alleen bij kleine aantallen mensen is directe democratie mogelijk. Dan praten en beslissen alle burgers rechtstreeks mee. De democratische landen kennen allemaal een vertegenwoordigend stelsel. Wel mag in veel landen de bevolking af en toe via een volksstemming of referendum rechtstreeks beslissen over een belangrijke kwestie. In Nederland is dat niet mogelijk, maar misschien gaat dat veranderen. Je hoort vaak dat een besluit democratisch is, omdat de meerderheid ervoor was. Dat is belangrijk, maar democratie is meer dan dat. Centraal staan gelijkheid en vrijheid. gelijkheid: alle burgers hebben gelijke rechten, er mag niet worden gediscrimineerd op grond van bijvoorbeeld huidskleur, sekse, politieke of godsdienstige opvattingen; vrijheid: de burgers moeten hun eigen leven kunnen inrichten zoals zij dat willen. Zolang zij daarmee de vrijheid van andere burgers niet schaden, mag de overheid die vrijheid niet beperken. De belangrijkste kenmerken van de (vertegenwoordigende) democratie zijn: 1. Algemeen kiesrecht: alle volwassen mannen en vrouwen mogen stemmen. Hoe ieder individu stemt, is geheim, tenzij iemand dat zelf vrijwillig vertelt; 2. Regelmatige verkiezingen: in Nederland kiezen de burgers elke vier jaar leden van een volksvertegenwoordiging of parlement. Zo'n parlement neemt besluiten over wetten en controleert de regering. De regering is het dagelijks bestuur van het land en kan alleen blijven regeren zolang zij het vertrouwen heeft van de meerderheid van het parlement. Als de regering bij de volgende verkiezingen geen meerderheid meer haalt, komt er een andere regering; 3. Vrijheid van meningsuiting: mensen kunnen vrij hun mening geven: mondeling, via kranten, radio, televisie en Internet, zonder dat de regering dat onmogelijk maakt. Daardoor kunnen de burgers verschillende standpunten horen en een eigen mening vormen. Er zijn wel grenzen aan de vrijheid, bijvoorbeeld bij belediging van personen, maar de regering mag geen publicaties of uitzendingen verbieden. Dat mag alleen de onafhankelijke rechter, die niet onder controle van de regering staat; Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

4 4. Vrijheid van vereniging en vergadering: iedereen mag een vereniging oprichten van mensen met dezelfde ideeën of belangen. Ook partijen die het helemaal niet eens zijn met de regering mogen meedoen aan de verkiezingen. Je mag ook bijeenkomsten en demonstraties organiseren. Zo kun je proberen de politieke besluiten te beïnvloeden. Over de vraag of ook organisaties toegestaan moeten worden die tegen de democratische rechten en vrijheden zijn, lopen de meningen uiteen; 5. Machtenscheiding. Hierover lees je meer in paragraaf 2.A. Zonder deze 5 punten kun je niet van een democratie spreken. Toch blijft het risico dat machtige groepen in de maatschappij, de regering, ambtenaren of een meerderheid in het parlement rechten en vrijheden ontnemen aan mensen met een 'afwijkende' godsdienst, 'afwijkende' politieke opvattingen of een uitkering. Daarom is een goede democratie ook een rechtsstaat. Dat betekent grofweg dat belangrijke rechten van alle burgers gegarandeerd zijn en dat iedereen zich aan de wetten moet houden, ook de overheid. Over de rechtsstaat gaat hoofdstuk 2. E. Sociale voorwaarden voor democratie Democratie blijkt een moeilijk stelsel. Sommige rijke mensen kunnen vinden dat een meerderheid van niet-rijken hen dwingt teveel belasting te betalen. Mensen met lage inkomens vinden vaak dat zij, ondanks het kiesrecht, weinig vrijheid hebben, bijvoorbeeld bij het zoeken naar een woning. Ze denken dan dat de rijken het uiteindelijk toch voor het zeggen hebben. Alleen het invoeren van democratische regels is niet voldoende. Die regels werken alleen goed onder bepaalde maatschappelijke omstandigheden. Dat noemen we sociale voorwaarden voor democratie. De kans dat het met een democratie goed gaat, is groot, als: 1. er sprake is van een gunstige sociaal-economische ontwikkeling. Dan kunnen de lonen én de winsten omhoog en is er werk voor vrijwel iedereen. Er hoeft geen keiharde strijd gevoerd te worden. Mensen zullen positief over het democratische stelsel denken. Zij hebben dan geen behoefte aan een 'sterke man' die belooft met harde hand de problemen aan te pakken; 2. er een zekere mate van sociaal-economische gelijkheid bestaat. Bij grote ongelijkheid in opleiding, inkomen en kansen kan de bovenlaag gemakkelijk contact leggen met de regering, een krant oprichten en advertenties betalen. Mensen met erg lage inkomens hebben al die mogelijkheden niet en kunnen dus veel minder invloed uitoefenen op de besluiten. Velen van hen zullen zich van de politiek afkeren omdat ze niet serieus worden genomen; 3. er sprake is van een democratische politieke cultuur. Dat betekent dat conflicten worden beslecht door verkiezingen, gesprekken, onderhandelingen en andere niet-gewelddadige middelen, zoals demonstraties en stakingen. Ook is tolerantie belangrijk. Mensen moeten ruimte geven aan meningen waar zij het niet mee eens zijn. Een regering moet kritiek niet verbieden, maar toelaten. Zo'n houding groeit meestal geleidelijk. Na een zekere tijd kunnen we dan spreken van een democratische traditie. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

5 Nederland heeft een sterke democratische traditie. Er is hier weinig politiek geweld. Een democratische politieke cultuur betekent ook dat de meerderheid rekening houdt met de rechten en belangen van minderheden; 4. burgers zich hebben verenigd in organisaties op grond van ideeën of belangen. Voorbeelden daarvan zijn kerken, vakbonden, organisaties van werkgevers, boeren en vrouwen of milieuactiegroepen. Via zulke groepen kunnen de burgers ook buiten de verkiezingen invloed uitoefenen op de politiek. Zo hebben in Nederland de kerken de laatste jaren gewezen op de armoede van een deel van de bevolking; 5. militairen geen invloed hebben op de politiek. Militairen kunnen immers geweld gebruiken of daar mee dreigen om hun zin te krijgen. Daarmee kunnen zij democratisch genomen besluiten ongedaan maken. In gevestigde democratieën zoals Nederland gehoorzamen de militairen aan de democratische besluitvorming. In delen van Afrika, Azië en Latijns-Amerika werd en wordt door het leger echter soms ingegrepen in de politiek, bijvoorbeeld door een staatsgreep; 6. De staat goed functioneert, goede diensten verleent (dus zorgt voor wegen, scholen, ziekenhuizen en veiligheid) en niet te veel de belangen van één groep behartigt. Dan hebben mensen vertrouwen dat conflicten op democratische wijze opgelost kunnen worden. De staat moet zijn eigen wetten kunnen uitvoeren en tegelijkertijd ruimte laten voor kritiek; 7. Er geen hevige conflicten zijn tussen etnische groepen of mensen van verschillende godsdiensten. Bij zulke conflicten blijft van de tolerantie niets over. De vrijheid van mensen van een andere groep of godsdienst wordt aangetast, er wordt geweld gebruikt en militairen raken in het conflict betrokken. Dan gaat het meestal ook slecht met de economie, functioneert de staat slecht en gooit de regering mensen met afwijkende meningen in de gevangenis. Een triest voorbeeld is de recente burgeroorlog in ex-joegoslavië. Hoe belangrijk zulke sociale voorwaarden zijn, kun je zien in Oost-Europa. Daar leefde de bevolking vaak eeuwenlang onder een dictatuur. Na de val van de communistische dictaturen rond 1990 zijn bijna overal democratische regels en vrijheden ingevoerd. In de meeste voormalige Oostbloklanden werkt de democratie inmiddels behoorlijk goed, maar in sommige landen gaat het slecht of moeizaam, zoals in Rusland. Als je Rusland langs de lat van bovenstaande 7 voorwaarden legt, kun je zeggen dat het land nooit ervaring heeft gehad met democratie (3), de economie na 1990 grotendeels is ingestort (1), de kloof tussen rijk en arm alsmaar groter werd (2), er veel geweld is in het land en militairen nog steeds een belangrijke rol in de politiek spelen (5), georganiseerde oppositie in de praktijk nog altijd wordt aangepakt (4), de staat vaak ondemocratisch te werk gaat bij de aanpak van veronderstelde onrust en dat er nog steeds grote spanningen zijn tussen etnische groepen (7). Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

6 2. Rechtsstaat In veel landen worden mensenrechten geschonden. In een goede democratie hoort dat niet voor te komen, want zo'n democratie is ook altijd een rechtsstaat, waar de mensenrechten worden gerespecteerd. In deze paragraaf onderzoek je de deelvraag: Wat is een rechtsstaat en wat zijn mensenrechten? A. Kenmerken van de rechtsstaat We kunnen pas van een volwaardige democratie spreken als er ook sprake is van een rechtsstaat. Kenmerken daarvan zijn: 1. Alle burgers hebben gelijke rechten. Dat staat in Nederland in artikel 1 van de belangrijkste wet, de Grondwet: 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.' Deze wettelijke gelijke rechten (waaronder het kiesrecht) moeten in de praktijk worden nageleefd. Zo mag iemand niet worden vrijgesproken omdat hij veel geld heeft, terwijl iemand zonder geld voor hetzelfde misdrijf in de gevangenis belandt; 2. Wat wel en niet mag, staat in de wetten. Niet alleen de burgers, maar ook de overheid moet zich aan de wetten houden. Dat is een belangrijk verschil met een dictatuur. In een rechtsstaat kan een burger een proces beginnen tegen de overheid en zo'n proces ook winnen; 3. Er bestaat een machtenscheiding tussen: de wetgevende macht, die de wetten maakt: meestal het parlement, vaak samen met de regering; de uitvoerende macht, die zorgt dat de wetten worden uitgevoerd: de regering en de ambtenaren; de rechterlijke macht, die optreedt als de wetten worden overtreden: de rechters en rechtbanken In dictaturen bestaat in de praktijk geen machtenscheiding. Eén man, een kleine groep of één partij maakt de wetten, heeft de leiding bij de uitvoering en zegt tegen de rechters wat ze moeten doen als die wetten worden overtreden. Dan staan de bewoners weerloos tegenover een almachtige staat. Heel belangrijk is de onafhankelijkheid van de rechters. Rechters worden voor het leven (tot hun pensioen) benoemd, krijgen zo n hoog salaris dat ze geen behoefte hebben aan extra s bv. smeergeld en kunnen niet door de regering worden ontslagen. 4. In de grondwet en internationale verdragen (afspraken tussen landen) zijn de belangrijkste grondrechten opgenomen. Die perken de macht van de overheid tegenover de burger in. In de grondwet staan de belangrijkste regels van een staat. Om te voorkomen dat belangrijke regels en grondrechten in een plotselinge opwelling door een toevallige meerderheid van het parlement worden veranderd, is voor een grondwetswijziging een tweederde meerderheid nodig. Bovendien moet er twee keer over worden gestemd, een keer vóór en een keer na de verkiezingen. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

7 B. Mensenrechten De grondrechten worden ook vaak mensenrechten genoemd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen klassieke (individuele) mensenrechten en sociale mensenrechten. Beide soorten grondrechten staan in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties uit 1948 en de grondwetten van veel landen. De belangrijkste klassieke grondrechten in de Nederlandse grondwet zijn: vrijheid van godsdienst; vrijheid van drukpers/meningsuiting; vrijheid van vereniging, vergadering en demonstratie; onaantastbaarheid van het lichaam; bescherming tegen willekeurige huiszoeking; brief-, telefoon- en telegraafgeheim Deze grondrechten stellen grenzen aan het optreden van de overheid. Zo betekent onaantastbaarheid van het lichaam bijvoorbeeld dat de politie gevangenen niet mag mishandelen of martelen, ook niet als ze van zware misdrijven worden verdacht. Burgers kunnen zich op deze grondrechten beroepen als ze vinden dat de overheid haar eigen regels heeft overtreden. Zo kan de politie een huiszoeking hebben gedaan of telefoongesprekken afgeluisterd. Wanneer burgers dat onterecht vinden, kunnen ze naar de rechter stappen. Als de rechter de klacht terecht vindt, kan hij/zij bepalen dat de staat aan de burger een schadeloosstelling betaalt of dat de politie moet ophouden met afluisteren. Naast deze klassieke mensenrechten zijn er sociale mensenrechten, zoals het recht op eten, onderdak, werk, onderwijs en gezondheidszorg. Een deel daarvan staat in Nederland pas sinds kort in de grondwet. Volgens de grondwet zijn al deze sociale mensenrechten 'voorwerp van zorg' van de overheid. Dat is een aansporing voor een actief beleid, maar individuele burgers kunnen daaraan geen rechten ontlenen. Een werkloze kan niet met de grondwet in de hand via de rechter de overheid dwingen om hem een baan te bezorgen. Een woningzoekende kan ook niet op die manier aan huisvesting komen. De meeste landen hebben de mensenrechtenverklaring van de Verenigde Naties ondertekend, maar met de naleving daarvan is het vaak droevig gesteld. Dat geldt niet alleen voor niet-democratische landen. Ook in veel min of meer democratische landen wordt openlijke kritiek op de regering maar mondjesmaat toegestaan, zitten journalisten in de gevangenis en worden op politiebureaus mensen gemarteld. Het indienen van een klacht tegen de overheid is vaak bij voorbaat kansloos. Vaak blijken rechters niet werkelijk onafhankelijk. Ze volgen aanwijzingen op van de regering of van mensen met geld. Vergeleken met veel andere landen is het in Nederland redelijk gesteld met de mensenrechten. De verschillende overheidsorganen beseffen het belang van de rechtsstaat. Al een paar decennia geleden heeft het Parlement het antidiscriminatiebeginsel in de grondwet opgenomen en van tijd tot tijd wordt grondig uitgezocht of de overheid zich zelf wel aan de wet houdt (denk aan de infiltratie in criminele organisaties). Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

8 Nederlandse rechters corrigeren af en toe besluiten van bestuurders en ambtenaren, bijvoorbeeld wanneer asielzoekers worden teruggestuurd naar landen waar zij groot gevaar lopen om te worden gearresteerd en gemarteld. Toch loopt ook in Nederland niet alles zoals het hoort. Af en toe overlijden mensen in cellen op politiebureaus, waarbij het de vraag is of er wel op tijd medische hulp is ingeroepen. Er zijn regelmatig klachten over te hardhandig optreden van de politie. Daarnaast is het de vraag of met de talloze gegevens over burgers in databestanden de privacy nog wel voldoende wordt gewaarborgd. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

9 3. Politieke stromingen en partijen Je weet nu wat democratie en rechtsstaat betekenen. Je hebt ook gezien dat mensen verschillende belangen en opvattingen hebben. In een democratie mogen mensen hun ideeën vrij uiten en kunnen zij zich organiseren. De deelvraag in deze paragraaf luidt: Wat zijn de belangrijkste politieke opvattingen en welke partijen horen bij die opvattingen? A. Belangen,ideologieën,partijen Politici spreken vaak over het algemeen belang. Daarbij gaat het over welvaart, veiligheid, onderwijs en gezondheidszorg. Maar moeten vooral particuliere bedrijven voor de welvaart zorgen of heeft de overheid daarbij een grote taak? bereik je veiligheid door meer politie op straat en strengere straffen of door meer kansen op werk voor jongeren? hoeveel betaalt de overheid uit belastinggeld aan onderwijs en gezondheidszorg en hoeveel moeten de leerlingen of patiënten zelf bijdragen? Bij zulke kwesties hebben mensen verschillende belangen. Daarnaast hebben zij verschillende opvattingen over hoe de maatschappij het beste georganiseerd kan worden. Dat leidt tot uiteenlopende ideeën over het 'algemeen' belang. Zulke opvattingen over hoe de maatschappij functioneert en in de toekomst moet functioneren, noemen we ideologieën. Mensen met dezelfde ideologie vormen een politieke stroming. In een democratie kunnen aanhangers van een bepaalde ideologie zich verenigen in een politieke partij. Dat is een georganiseerde groep mensen, die: ideeën heeft over alle belangrijke beleidsterreinen, dus niet alleen economie, maar ook gezondheidszorg, uitkeringen, onderwijs, buitenlands beleid, milieu, enzovoort. Die ideeën samen worden het programma genoemd; kandidaten stelt bij de verkiezingen. Men hoopt dat veel kandidaten van de partij worden gekozen, zodat de partij veel kans krijgt om haar programma uit te voeren. Politieke partijen zijn belangrijke politieke factoren. Ze zijn zowel landelijk als provinciaal en gemeentelijk georganiseerd. Partijen houden regelmatig vergaderingen met hun leden, hebben aparte jongerenorganisaties, organiseren discussies, geven tijdschriften uit en hebben een homepage op Internet. Van de volwassen Nederlanders is 3 procent lid van een politieke partij. Een halve eeuw geleden was dat nog 15 procent. Soms zijn er binnen één politieke ideologie of stroming meerdere politieke partijen. De drie belangrijkste stromingen in de Nederlandse politiek zijn: liberalisme, socialisme (sociaal-democratie) en christen-democratie. Vaak worden politieke stromingen en partijen ingedeeld in links en rechts. Linkse partijen willen dat de overheid actief ingrijpt om de sociale ongelijkheid - in onderwijskansen, inkomen, huisvesting, enzovoort - te verminderen. Links hecht sterk aan gelijke kansen. Rechts vreest dat de vrijheid van mensen in gevaar komt als de overheid zich teveel met sociaal-economische zaken bemoeit. Dat kan beter aan de mensen zelf en aan de markt worden overgelaten. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

10 Op sociaal-economisch gebied zijn socialisten links en liberalen rechts. Tussen links en rechts bevindt zich het politieke midden of centrum. B. Liberalisme Het liberalisme hecht sterk aan vrijheid. Ieder individu moet zoveel mogelijk zijn eigen leven kunnen inrichten en is daarvoor zelf verantwoordelijk. De overheid moet die vrijheid niet inperken. Mensen moeten zelf bepalen wat voor films ze zien en wat voor boeken ze lezen. Ook moeten ze kunnen kiezen voor abortus en euthanasie, al moet dat zorgvuldig worden geregeld. Ook op economisch gebied is vrijheid belangrijk. Als ondernemers door regelingen van de overheid en hoge belastingen worden gehinderd, kunnen zij minder goed met het buitenland concurreren. Dat kan de welvaart in gevaar brengen. Liberalen menen dat mensen goed weten wat hun eigen belangen zijn. Als iedereen die eigen belangen nastreeft, zonder daarbij de wetten te overtreden, zal het met het land en de samenleving vanzelf goed gaan. Toch heeft de overheid wel degelijk taken. De staat moet zorgen voor veiligheid, infrastructuur (wegen, kanalen, vliegvelden), onderwijs en gezondheidszorg. Ook zijn uitkeringen nodig bij werkloosheid, ziekte en ongeval. Maar die uitkeringen moeten niet te hoog zijn, want dat leidt tot misbruik en dat stimuleert mensen niet om op eigen benen te staan. Ook moeten initiatieven niet worden ontmoedigd door mensen met hoge inkomens extra veel belasting te laten betalen. De grote liberale partij is de VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie). Ook D66 (Democraten 66) wordt vaak een liberale partij genoemd. D66 hecht veel belang aan de rechten van het individu. Maar de partij wil zich niet baseren op een politieke ideologie. In de praktijk is D66 voor wat meer overheidsbemoeienis op sociaal-economisch gebied dan de VVD. Daarnaast wil de partij de kiezer meer rechtstreekse invloed geven, bijvoorbeeld door een referendum (volksstemming). C. Socialisme (sociaal-democratie) Het socialisme (tegenwoordig meestal sociaal-democratie genoemd) is ontstaan als een reactie op het liberalisme. Volgens socialisten leidde de economische vrijheid tot uitbuiting van arbeiders: lange werktijden, lage lonen, slechte werkomstandigheden en een armoedige oude dag. Daarom moest de overheid wetten maken om de arbeiders te beschermen. Anders brengt de vrijheid van de een (de ondernemer) de vrijheid van de ander (de arbeider) in gevaar. Dan zijn er geen gelijke kansen voor iedereen op bijvoorbeeld onderwijs en werk. Socialisten zijn daarom voor een actieve overheid die moet zorgen voor gelijke kansen en een rechtvaardige inkomensverdeling. Die overheid moet regels stellen waaraan bedrijven zich moeten houden en is verantwoordelijk voor goede sociale voorzieningen voor mensen die niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Ook herverdeling van het inkomen is een overheidstaak: mensen met hoge inkomens moeten meer belasting betalen. Over individuele vrijheid in de privé-sfeer, zoals abortus en euthanasie, denken socialisten hetzelfde als de liberalen. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

11 De grootste partij in deze stroming was lange tijd de PvdA (Partij van de Arbeid). Die partij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van de sociale voorzieningen in Nederland, aangeduid als verzorgingsstaat. De laatste jaren is de PvdA meer de liberale kant op gegaan: minder overheidsbemoeienis en meer overlaten aan de markt. Ook heeft de PvdA meegewerkt aan de afslanking van de verzorgingsstaat. Twee andere socialistische partijen zijn Groen Links (GL) en inmiddels de grootste van de drie - de Socialistische Partij (SP). Zij denken niet dat de markt veel problemen op zal lossen als de overheid zich terugtrekt. Groen Links vestigt sterk de aandacht op de milieuproblemen, terwijl de SP vooral opkomt voor arbeiders en uitkeringsgerechtigden. D. Christen-democratie Liberalisme en socialisme zijn niet gebaseerd op een godsdienst. Dat ligt anders bij de confessionele partijen, die zich laten inspireren door de bijbel. De hoofdstroming hiervan noemt zich christen-democratie. Op sociaal-economisch gebied zitten de christen-democraten vaak tussen de liberalen en de socialisten in: wat minder vertrouwen in het individu en de markt dan de liberalen en wat minder vertrouwen in de overheid dan de socialisten. Zij benadrukken dat het functioneren van de maatschappij een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van iedereen. Problemen moeten zoveel mogelijk in overleg en harmonie worden opgelost. Daarbij moeten maatschappelijke organisaties, zoals kerken, vakbonden (werknemers), organisaties van ondernemers (werkgevers), boeren en vrouwen een belangrijke rol spelen. Overheid, werkgevers en werknemers (de laatste twee worden de sociale partners genoemd) moeten het samen eens worden over het sociaal-economisch beleid. Christen-democraten hebben meegewerkt aan de opbouw van de verzorgingsstaat, maar geven nu de voorkeur aan de 'verantwoordelijke samenleving'. Steun voor mensen die zich zelf niet kunnen verzorgen, is niet alleen een taak van de overheid, maar ook van familie, buren, vrienden en particuliere organisaties. Christendemocraten benadrukken het belang van het gezin als hoeksteen van de samenleving. Mensen moeten eerbied hebben voor Gods schepping. Daarom moeten zij als een rentmeester de natuur beheren en niet vernietigen. Ook mogen mensen niet te snel ingrijpen in het menselijk leven. Daarom is men in principe tegen abortus en euthanasie, hoewel het in de praktijk in bepaalde situaties wel toelaatbaar is. De belangrijkste vertolker van de christen-democratie is het CDA (Christen- Democratisch Appèl). Het CDA is in 1980 ontstaan uit één katholieke en twee protestantse partijen. Van 1918 tot 1994 zaten het CDA en zijn voorgangers als grote midden-partij(en) altijd in de regering. De aanhang van deze partij is echter de laatste twintig jaar flink geslonken. Naast het CDA kent Nederland twee kleine confessionele partijen, de Christen-Unie en de SGP (Staatkundig Gereformeerde Partij). Alle twee willen ze het beleid strikter laten bepalen door bijbelse voorschriften dan het CDA dat doet. Zo zijn ze absoluut tegen abortus en euthanasie. Ze keren zich ook tegen moreel verval, dat zou blijken uit seksreclame en pornografie. Zij zien dat als een uitwas van de individuele vrijheid. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

12 De SGP is voorstander van een gereformeerde staatsgodsdienst en tegen het vrouwenkiesrecht. De Christen-Unie heeft ook 'linkse' standpunten: actief overheidsingrijpen voor de 'sociaal zwakkeren' en strenge maatregelen tegen milieuverontreiniging. E. Andere stromingen en partijen De PVV (van Geert Wilders wordt over t algemeen als een populistische en op een aantal punten uiterst rechtse partij beschouwd; veel van haar standpunten zijn radicaler dan die van de VVD, vooral op het gebied van veiligheid en integratie. Je kunt de PVV beschouwen als de belangrijkste opvolger van de LPF. In navolging van Pim Fortuijn zijn de mensen meer gaan zeggen wat ze werkelijk (?) dachten over deze onderwerpen; in 2002 stemden ze massaal op deze nieuwe partij, vooral na de moord op Pim Fortuyn zelf. Dit leverde indertijd een kabinet op dat door onderlinge twisten binnen een jaar weer uit elkaar viel. Geert Wilders pakte het tien jaar later anders aan: hij gaf gedoogsteun aan het laatste kabinet-balkenende en hield zo zijn handen vrij om zijn eigen standpunten te blijven uiten. Uiteindelijk liet hij in 2012 het kabinet vallen. De meeste partijen hebben opvattingen over het hele overheidsbeleid. Toch zijn er ook partijen die zich vooral op één punt richten. Die noemen we one-issuepartijen. Zo zijn er op dit moment partijen die speciaal opkomen voor de belangen van ouderen (50Plus) of van de dieren (Partij voor de Dieren). De laatste paar jaar neemt het aantal fracties in de Tweede Kamer flink toe, vooral door afsplitsingen en door Kamerleden die zelfstandig doorgaan nadat ze uit de fractie zijn gezet. Inmiddels is het politieke landschap in Nederland dermate versplinterd, dat nauwelijks meer kan worden gesproken van grote partijen. Om een coalitie te kunnen vormen die op steun kan rekenen van een meerderheid in het Parlement zouden anno 2015 volgens de peilingen wel 4 tot 5 partijen nodig zijn. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

13 4. Regering en parlement Je kent nu de betekenis van democratie en rechtsstaat en de opvattingen van de politieke stromingen en partijen. Maar we weten nog niet hoe er besluiten worden genomen. Daarom is nu de deelvraag: Hoe is de politieke besluitvorming geregeld en wat is daarbij de rol van regering en parlement? Met andere woorden: wat is de formele politieke structuur? A. Constitutionele monarchie Elk jaar wordt op de derde dinsdag in september, Prinsjesdag genoemd, het politieke jaar geopend met een plechtige bijeenkomst van parlement, ministers en Koning. Dan is zichtbaar dat Nederland niet alleen een parlementaire democratie is, maar ook een monarchie met een Koning(in) als erfelijk staatshoofd. De macht van de Koning is echter beperkt. Nederland is - net als België, Engeland, Denemarken, Noorwegen en Zweden - een constitutionele monarchie. De taken van de Koning staan in de grondwet. Hij heeft vooral een symbolische en ceremoniële functie. De Koning kan geen politieke beslissingen nemen of uitspraken doen. Voor alles wat hij zegt, zijn de ministers verantwoordelijk. Hijzelf en zijn naaste familieleden zijn volgens de grondwet 'onschendbaar'. Kritiek op uitspraken van de Koning moet zich niet op hem richten, maar op de ministers. De Koning praat regelmatig met de ministers, maar wat daar besproken wordt, mag niet openbaar worden gemaakt: het 'geheim van Noordeinde'. Als ministers zich laten beïnvloeden door de Koning, zijn zij verantwoordelijk en moeten zij zich tegenover het parlement en de media verdedigen. Ondanks het koninklijk ceremonieel is Prinsjesdag een politieke gebeurtenis onder verantwoordelijkheid van de ministers. De Koning leest de Troonrede voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het komende jaar. B. Verkiezingen Prinsjesdag is een jaarlijks terugkerend evenement. Het lijkt alsof de Koning de baas is, maar de troonrede is opgesteld door de regering, die steunt op een meerderheid in het met algemeen kiesrecht gekozen parlement. Elke vier jaar kunnen de Nederlanders rechtstreeks stemmen voor: 1. de Tweede Kamer: het belangrijkste onderdeel van het parlement of de volksvertegenwoordiging; 2. de Provinciale Staten: de volksvertegenwoordiging in elk van de twaalf provincies; 3. de Gemeenteraad: de volksvertegenwoordiging in elk van de bijna 400 gemeenten; 4. het Europees Parlement: de volksvertegenwoordiging in de Europese Unie (eens in de vijf jaar); 5. Gebiedscommissies voor wijken van de grote gemeenten Amsterdam en Rotterdam. De Eerste Kamer, die samen met de Tweede Kamer het Parlement vormt, wordt indirect gekozen. De leden van de Provinciale Staten bepalen wie in de Eerste Kamer komt. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

14 Bij deze verkiezingen kunnen alle Nederlanders van achttien jaar en ouder hun stem uitbrengen: actief kiesrecht. Daarnaast hebben zij passief kiesrecht: zij kunnen worden gekozen als lid van de Tweede Kamer en de andere vertegenwoordigende lichamen. Voor de gemeenteraden mogen ook mensen stemmen die in Nederland wonen en de nationaliteit bezitten van één van de andere landen van de Europese Unie (EU). Mensen van buiten de EU hebben op gemeenteniveau stemrecht als ze vijf jaar legaal in Nederland wonen. De kiezers kunnen één stem uitbrengen op een stembiljet, waarop een groot aantal partijen staat vermeld. Je stemt op een persoon (kandidaat genoemd) binnen die lijst, maar veel maakt dat niet uit, want alle stemmen op een lijst worden bij elkaar opgeteld. De meeste mensen stemmen op de bovenste persoon van die lijst, de lijsttrekker. De lijsttrekkers reizen tijdens de verkiezingscampagne het hele land rond om propaganda te maken. Aan die campagnes wordt steeds meer geld uitgegeven. De partijen gebruiken vaak dezelfde methoden als de commerciële reclame. De partijen maken veel propaganda, omdat veel kiezers zich niet meer met een partij verbonden voelen. Vroeger stemden kerkelijke mensen bijna altijd op confessionele partijen en niet-kerkelijke arbeiders op de PvdA. Tegenwoordig zijn er veel zwevende kiezers die per verkiezing bepalen wat ze stemmen. Alle stemgerechtigden ontvangen een oproep, maar zij zijn niet verplicht om daadwerkelijk naar het stembureau te gaan. Toch brengt zo'n 75% van de stemgerechtigden bij de belangrijkste verkiezingen (voor de Tweede Kamer) zijn stem uit. Bij de andere verkiezingen is dat een stuk lager. De Tweede Kamer telt 150 leden. Anders gezegd: er zijn 150 zetels (stoelen) te verdelen. Om te bepalen hoeveel zetels iedere partij krijgt, geldt in Nederland het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Het aantal zetels is evenredig aan het aantal stemmen. Een partij met tien procent van de stemmen krijgt 10 procent van de zetels, dus 15 leden in de Tweede Kamer. Om één zetel te winnen, heb je = 0,67 procent van de stemmen nodig. Dit kiesstelsel - dat in Nederland ook geldt voor de andere verkiezingen - levert een volksvertegenwoordiging op die heel precies de uitspraak van de kiezers weerspiegelt. Het is betrekkelijk gemakkelijk voor kleine en nieuwe partijen om in de Tweede Kamer te komen. C. Regerinq(svorming), formatie van een kabinet Na de verkiezingen moet er een regering worden gevormd uit partijen die samen de meerderheid (76 of meer zetels) hebben in de Tweede Kamer. Omdat in Nederland nooit één partij zo'n meerderheid behaalt, moeten de grootste partijen met elkaar onderhandelen. Dat is een moeizaam proces, dat vaak een paar maanden duurt. Tijdens deze kabinetsformatie speelt de Koning een actieve rol. Hij krijgt van alle kanten adviezen, maar moet zelf bepalen wie hij benoemt als informateur. Die informateur gaat bekijken wat voor soort regering mogelijk is: welke partijen kunnen het eens worden over het programma en tevens steunen op een meerderheid? Als duidelijk is welke partijen met elkaar willen samenwerken, benoemt de Koning een formateur. Die moet een nieuwe regering samenstellen en kijkt hoeveel ministers iedere partij krijgt en wie minister gaan worden. Meestal wordt die formateur de leider (premier of minister-president) van de nieuwe regering. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

15 Het ligt eenvoudig als de partijen die in de vorige regering zaten, zetels hebben gewonnen en bovendien met elkaar verder willen regeren. Dan moet de Koning zich daarbij aansluiten. Hij heeft meer invloed op de vorming van de regering als de verkiezingsuitslag onduidelijk is en hij uiteenlopende adviezen krijgt. Maar, ook dan geldt dat de nieuwe regering moet steunen op een meerderheid in de Tweede Kamer. De grote partijen komen niet vanzelfsprekend in de regering. De partijen die de regering gaan vormen, moeten het eens worden over de hoofdpunten van het beleid. Jarenlang liepen de opvattingen over de overheidstaken op sociaal-economisch gebied tussen sociaal-democraten (PvdA) en liberalen (VVD) zo ver uiteen, dat zij niet konden samenwerken in dezelfde regering. Er waren wel regeringen mogelijk van VVD met christen-democraten (CDA) of van de PvdA met christen-democraten. In het dagelijkse spraakgebruik, in kranten en op de televisie worden de termen regering, kabinet en ministerraad vaak door elkaar gebruikt. Men bedoelt het kleine gezelschap mensen dat in Nederland de dagelijkse leiding heeft. Strikt genomen staat regering voor de (op dit moment dertien) ministers en de Koning gezamenlijk, ministerraad alleen voor de ministers en kabinet voor de ministers en (zeven) staatssecretarissen. Het kabinet wordt geleid door de minister-president of premier. De premier en de minister van Financiën hebben algemene taken. De andere ministers hebben ieder een gespecialiseerd beleidsterrein, zoals Economische Zaken, Defensie, Buitenlandse Zaken, Veiligheid en Justitie of Infrastructuur en Milieu. Ministers hebben de leiding over een departement of ministerie. Daar werken ambtenaren, die het beleid uitvoeren. Voor sommige taken zijn er dus staatssecretarissen: onderministers, die verantwoordelijk zijn voor een deel van het beleidsterrein van een ministerie. De regering moet zorgen dat de: bestaande wetten worden uitgevoerd, dat in acute noodsituaties effectief wordt ingegrepen en dat (nieuwe) problemen worden aangepakt, zoals werkloosheid, sociale zekerheid, milieuverontreiniging of de Europese samenwerking. Meestal zijn er nieuwe wetten nodig, dus regelingen waaraan iedereen zich moet houden. In grote lijnen maakt de regering haar plannen voor vier jaar bekend in het regeerakkoord. Dat wordt jaarlijks uitgewerkt in de troonrede en de tegelijk verschijnende miljoenennota. Daarin staan de concrete plannen: een begroting en waar de overheid het benodigde geld vandaan denkt te halen. Voor 2015 ging het om bedragen van rond de 250 miljard euro. D. Parlement Met de troonrede en de miljoenennota richt de regering zich tot het parlement. Ook hiervoor bestaan verschillende termen: volksvertegenwoordiging, parlement, Eerste en Tweede Kamer samen, of Staten-Generaal. Het gaat om de 150 direct gekozen leden van de Tweede Kamer en de 75 indirect gekozen leden van de Eerste Kamer. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

16 In Nederland bestaat een duidelijk onderscheid tussen regering en parlement. Ministers en staatssecretarissen komen regelmatig in de vergaderingen van de Tweede en Eerste Kamer aan het Binnenhof in Den Haag om met de kamerleden over het beleid te discussiëren, maar ze mogen geen lid zijn van het parlement. Ze zitten bij die vergaderingen op een andere plaats dan de kamerleden. Zo staat het parlement tegenover de regering. Maar tegelijkertijd is er een belangrijke scheidslijn binnen het parlement tussen leden van regeringspartijen en van niet-regeringspartijen. Die laatste worden oppositiepartijen genoemd. Regeringspartijen stellen wel kritische vragen aan de regering, maar hebben de neiging om 'hun' regering te steunen. De oppositie probeert de regering hinderlijk te volgen en fouten in het beleid of de uitvoering daarvan aan de kaak te stellen. Enerzijds willen oppositiepartijen daarmee het regeringsbeleid bijstellen en verbeteren. Anderzijds zenden ze via de media een boodschap aan de kiezers: stem de volgende keer niet op één van de regeringspartijen, maar stem op ons. De leden van één partij in Tweede Kamer, gemeenteraad enzovoort worden fractie genoemd. Een fractie wordt geleid door een fractievoorzitter. Die voert het woord bij discussies over de belangrijkste onderwerpen. Bij minder belangrijke of specialistische zaken zijn niet de fractievoorzitters, maar andere kamerleden, fractiespecialisten genoemd, aan het woord. Zo heeft iedere partij specialisten voor economische zaken, onderwijs, buitenland, enzovoort. Het parlement heeft twee belangrijke taken: 1. wetgeving. Alle wetsvoorstellen moeten door het Parlement worden goedgekeurd; eerst door de Tweede Kamer en daarna door de Eerste Kamer; 2. controleren van de regering. E. Wetgeving Voor de wetgeving heeft het parlement een aantal rechten: 1. begrotingsrecht. De jaarlijkse begroting, opgenomen in de miljoenennota, moet voor ieder ministerieel departement afzonderlijk worden goedgekeurd 2. de Tweede Kamer heeft het recht van amendement: de kamerleden kunnen bij meerderheid van stemmen veranderingen aanbrengen in wetsvoorstellen; 3. de Tweede Kamer heeft het recht van initiatief: Als kamerleden vinden dat er een nieuwe wet moet komen, maar de regering doet er niets aan, kunnen zij zelf een wetsontwerp indienen. Dat moet verder dezelfde weg doorlopen als een door de regering ingediend wetsontwerp. De weg van wetsontwerp tot wet is sterk vereenvoudigd als volgt: 1. De regering maakt een wetsontwerp. In de praktijk doen ambtenaren dat. Als de ministerraad het met het ontwerp eens is, vraagt hij nog her en der advies en wijzigt het eventueel; Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

17 2. De regering zendt het ontwerp naar de Tweede Kamer. Daar bekijken vooral de fractiespecialisten het. Zij stellen vragen aan de betreffende minister en doen voorstellen om bepaalde punten te wijzigen, bijvoorbeeld om de maximale boete bij overtreding van de wet te verhogen. Die specialisten discussiëren ook met de minister over het wetsontwerp in de grote zaal van de Tweede Kamer. Omdat er nog niet wordt gestemd en andere Kamerleden bezig zijn met andere contacten en wetsontwerpen, zijn alleen de fractiespecialisten aanwezig. Daarom zie je op de televisie soms een debat in een bijna lege zaal. Daarna geeft de voltallige Tweede Kamer haar oordeel over het wetsontwerp. Eerst stemmen de leden over de ingediende amendementen (wijzigingen), daarna over het wetsontwerp als geheel; 3. Als een meerderheid van de Tweede Kamer vóór heeft gestemd, gaat het wetsontwerp naar de Eerste Kamer. Die mag geen wijzigingen meer aanbrengen, maar alleen ja of nee tegen het hele voorstel zeggen. Ondanks kritiek neemt de Eerste Kamer bijna altijd het voorstel aan; 4. Ten slotte zetten de betreffende minister en de Koning hun handtekening onder de wet, die vervolgens wordt gepubliceerd in het Staatsblad. Vanaf het moment van publiceren gaat de wet in werking en dient iedere Nederlander die ook te kennen. Theoretisch kan de minister of de Koning weigeren om te tekenen. Maar in dat geval zouden ze wel moeten aftreden. F. Controle Om de regering te controleren beschikken Tweede en Eerste Kamer over de volgende middelen: het stellen van mondelinge en schriftelijke vragen aan de regering. Het gaat daarbij om minder belangrijke zaken. Kamerleden stellen per jaar zo'n 700 vragen. Zij krijgen een openbaar antwoord van de minister, dat is opgesteld door een ambtenaar; het houden van een interpellatie over een belangrijk onderwerp. Dat is een spoeddebat waarbij een minister uitleg aan de kamer moet komen geven. Dat gebeurt zo'n tien keer per jaar; als het parlement vindt dat op een belangrijk punt erg veel is misgegaan, kan het een parlementaire enquête instellen. Kamerleden vormen een onderzoekscommissie, die mensen kan verplichten om voor de commissie te verschijnen en onder ede te getuigen. De verhoren van de commissie zijn openbaar en worden vaak op de televisie uitgezonden. Dit middel wordt steeds meer gebruikt, denk aan het onderzoek naar de gang van zaken rond de Fyra, de woningcorporaties en (alweer van een tijdje terug) Sebrenica. G. Kabinetscrisis Soms vinden Kamerleden dat een minister, staatssecretaris of het hele kabinet grote fouten heeft gemaakt. Dan kunnen zij een motie van wantrouwen indienen. Zo'n motie maakt alleen kans op een meerderheid als ook parlementsleden van regeringsfracties vóór stemmen. Wanneer zo'n motie wordt aangenomen, moet de minister of het hele kabinet aftreden. In het laatste geval spreken we van een kabinetscrisis. Er komen dan nieuwe, vervroegde verkiezingen. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

18 Een minister of soms het hele kabinet kan ook ontslag nemen als een belangrijk wetsontwerp door het parlement wordt verworpen. Als dat dreigt, gebruikt de minister of het kabinet zijn machtswoord en stelt het parlement voor een moeilijke keus: het wetsvoorstel aanvaarden of het risico lopen van een kabinetscrisis. Kamerleden van regeringspartijen houden niet van zo'n kabinetscrisis en de daarbij komende problemen. Daarom zijn zij geneigd om met tegenzin toch maar voor het wetsontwerp te stemmen. Niet alleen het parlement moet de regering controleren. Dat is ook een taak van de pers, de burgers en organisaties die betrokken zijn bij bepaalde zaken (bv. de vakbonden, als het over arbeidsvoorwaarden gaat). In een democratie is grote openheid van zaken gewenst. Daarom zijn de vergaderingen van de kamers, gemeenteraden enzovoort openbaar: er is een publieke tribune en een perstribune. Democratie en rechtstaat reader cursus betrokken bij harderwijk

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1199 woorden 12 januari 2005 7,9 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 1031 woorden 22 juni 2007 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer samenvatting 1. Democratie Wetten:

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 2641 woorden 24 januari 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Politieke besluitvorming Oriëntatie Politiek

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Samenvatting door een scholier 2429 woorden 17 november 2002 8,7 41 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2, Politieke besluitvorming.

Nadere informatie

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2 Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april 2002 7,4 22 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Toets politieke besluitvorming H2 Wat is een parlementaire democratie? : Democratie is dat burgers ook

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming. Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari 2002 8 42 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Politieke besluitvorming. Oriëntatie Politiek voltrek zich in een sociaal-economisch en een sociaal-culturele

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 politiek Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 politiek Samenvatting door een scholier 2236 woorden 13 januari 2005 7 39 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer: Hoofdstuk 2 Politieke

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat

Nadere informatie

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave Boekverslag door B. 1102 woorden 2 juni 2003 5.4 32 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave - Inleiding - Samenvatting verkiezingsstrijd - Artikelen - Bronvermelding Inleiding Verkiezingen We

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

2 keer beoordeeld 20 februari 2016 5,4 Samenvatting door een scholier 1315 woorden 2 keer beoordeeld 20 februari 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3 Parlementaire democratie Par. 1 wat

Nadere informatie

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld. Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november 2004 5,8 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer: Hoofdstuk 3! Par 1: Staat! Nederland is een onafhankelijke staat, waarvan we spreken

Nadere informatie

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Boekverslag door E. 2025 woorden 23 oktober 2014 5.9 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: wat leer je bij maatschappijleer? Iets is een maatschappelijk probleem

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door een scholier 1027 woorden 10 augustus 2010 5,3 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3. Politiek 3.1. Keuzes

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari 2015 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Toets P.D. par. 1 t/m par.6. Paragraaf Politiek

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen 5 paragrafen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen 5 paragrafen Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen 5 paragrafen Samenvatting door M. 3239 woorden 14 april 2015 6 1 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Samenvatting Maatschappijleer

Nadere informatie

Paragraaf 1: Democratie

Paragraaf 1: Democratie Samenvatting door een scholier 3985 woorden 9 februari 2005 8 35 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Samenvatting Maatschappijleer. Hoofdstuk 2: Politieke besluitvorming. Paragraaf 1: Democratie

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door M. 1798 woorden 20 januari 2014 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1 Wat is politiek? Politiek

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming) Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming) Samenvatting door een scholier 1829 woorden 6 november 2004 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer hdst. 2 Politieke

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

Maatschappijleer par. 1!

Maatschappijleer par. 1! Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei 2004 6,6 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer POLITIEK Politiek is de manier waarop voor een land besluiten worden genomen (de meeste besluiten worden

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1365 woorden 30 mei 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1 Democratie Democratie is historisch gezien een

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang: Samenvatting door M. 1124 woorden 15 januari 2014 9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 Algemeen belang: Openbare orde en veiligheid Buitenlandse betrekkingen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Politiek Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Politiek Samenvatting door een scholier 3695 woorden 14 oktober 2004 8,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Samenvatting Maatschappijleer

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Bijlage 4 Verklarende woordenlijst Ambtenaar persoon die een baan heeft bij de overheid Amendement de Tweede Kamer wil iets aan een voorstel voor een wet veranderen B en W de burgemeester en de wethouders

Nadere informatie

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum november 2012 Hoofdstuk 4 Het landsbestuur (regering en parlement) Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier

Nadere informatie

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Mensbeelden, ideologieën, politieke partijen Politieke partijen Welke politieke partijen zijn er eigenlijk in Nederland en wat willen ze? Om antwoord

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 2064 woorden 30 juni 2003 7,4 92 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1.1 Politiek = houdt zich bezig met nemen van beslissingen over

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door M. 1603 woorden 10 januari 2015 6,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

6,8. Samenvatting door een scholier 2639 woorden 16 januari keer beoordeeld

6,8. Samenvatting door een scholier 2639 woorden 16 januari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2639 woorden 16 januari 2011 6,8 9 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Democratie politiek stelsel dat het mogelijk maakt op vreedzame wijze conflicten

Nadere informatie

Derde Kamer Handboek Politiek 2

Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november 2006 6,7 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Politieke besluitvorming De manier

Nadere informatie

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN 1. Iemand die in de Tweede Kamer zit is een politicus, omdat hij: A. lid is van een politieke partij. B. beslissingen en keuzes moet maken voor het hele land. C. in dienst

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 3185 woorden 12 mei 2004 8,6 26 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer Delphi (met aanvullende

Nadere informatie

Wie bestuurt het land?

Wie bestuurt het land? Wie bestuurt het land? Nederland is een democratie. Een belangrijk kenmerk van een democratie is een parlement. In zo n parlement zitten mensen die door de bevolking zijn gekozen. Zij zitten namens een

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart 2003 6,6 278 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer PTA Hoofdstuk 1 t/m 6.4 Hoofdstuk 1: Politiek v Politiek:

Nadere informatie

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6 Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november 2004 7,1 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer H4 t/m H6 Hoofdstuk 4 1. - in ons land kiezen wij volksvertegenwoordigers via de

Nadere informatie

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Antwoorden door een scholier 587 woorden 14 januari 2004 3,8 76 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer H2 1. a) Bron2 in bron 1 wordt

Nadere informatie

Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie

Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie tekst 5 5 Het tweede kabinet-balkenende (CDA, VVD, D66) trad aan op 27 mei 2003. Op 30 juni 2006 bood minister-president Balkenende het ontslag

Nadere informatie

Handboek Politiek deel 2

Handboek Politiek deel 2 Handboek Politiek deel 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid van de Derde Kamer der Staten-Generaal, Gefeliciteerd! Deze week ben jij een politicus. Je gaat samen met je klasgenoten discussiëren

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Plak hier je pasfoto Derde Kamerlid Dit Handboek Politiek is van: Naam Klas Leeftijd Fractie Fotografie & cartoons: - Hans Kouwenhoven - RVD: p. 17 -

Nadere informatie

Tweede Kamerverkiezingen. groep 7 en 8

Tweede Kamerverkiezingen. groep 7 en 8 Tweede Kamerverkiezingen groep 7 en 8 inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Democratie 4 3. Politieke partijen 5 4. De Tweede Kamer 6 5. Kiezen 7 6. De uitslag 8 7. De meerderheid 9 8. Het kabinet 10 9. De oppositie

Nadere informatie

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen met je

Nadere informatie

Wie bestuurt het land?

Wie bestuurt het land? Wie bestuurt het land? 2 Nederland is een democratie. Een belangrijk kenmerk van een democratie is een parlement. In zo n parlement zitten mensen die door de bevolking zijn gekozen. Zij zitten namens een

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 2124 woorden 7 februari 2008 7 71 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1: Gedonder over schiphol >>>

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6 Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6 Samenvatting door een scholier 2516 woorden 8 november 2005 6 4 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3.1 Nederland is een staat. Er is pas een onafhankelijk

Nadere informatie

1Nederland als democratie

1Nederland als democratie Thema 1Nederland als democratie en rechtsstaat 1.1 Inleiding Nederland is een democratie. Wij kiezen bepaalde mensen - de volksvertegenwoordigers - die namens ons regeren. Zij nemen besluiten en besturen

Nadere informatie

Paragraaf 1: Democratie

Paragraaf 1: Democratie Samenvatting door een scholier 2221 woorden 29 juni 2011 3,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: Democratie Nederland heeft representatieve/ vertegenwoordigende

Nadere informatie

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari 2010 7,2 36 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Impuls Samenvatting Maatschappijleer Impuls H4/H5/H6 4.1 Het parlement is baas boven baas

Nadere informatie

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat 7.1 Onze democratie Tekst 1: Wie is de baas in Nederland? Nederland is een democratie. Dat betekent: de bevolking is de baas. Maar je kunt niet 16,7 miljoen bazen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door een scholier 2135 woorden 26 oktober 2003 6,6 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer, Politieke

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 2740 woorden 19 november 2006 7,2 18 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Nadere informatie

Proeftoets E2 havo

Proeftoets E2 havo Proeftoets E2 havo 5 2016 1. Een verdachte kan te maken krijgen met een aantal personen en instanties. Wat is de juiste volgorde? A. 1. de politie 2. de rechter 3. de officier van justitie. B. 1. de officier

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer samenvatting paragraaf 1t/m 5 Wat is politiek? Politiek

Nadere informatie

e Kamer Derde Kamer Handboek Politiek 2 der Staten-Generaal

e Kamer Derde Kamer Handboek Politiek 2 der Staten-Generaal erde Kamer Derde Kamer e Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluis Samenvatting door een scholier 1711 woorden 16 februari 2005 4,3 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Begrippen politieke beslui Trias politica = Driedeling

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 1669 woorden 25 december 2004 6,2 25 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Koningin

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 2322 woorden 29 mei 2013 3,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer

Nadere informatie

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november 2005 7,1 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer (blz 7 t/m 63) Wat is maatschappijleer? Maatschappelijke problemen (voorbeelden)

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen Samenvatting door een scholier 1517 woorden 10 januari 2008 8,1 157 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT OKTOBER 2018 AAN DE SLAG MET #3 WAT HEB JE NODIG? PowerPoint Per groepje twee werkbladen met opdrachten van verschillende landen DE WERKVORM IN HET KORT Eerst leg je aan de hand van een PowerPointdia uit

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door Chi 2891 woorden 19 juni 2017 8,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer H3 3.1 - Wat is politiek Politiek = de manier waarop een land

Nadere informatie

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz Inhoudsopgave 1. Democratie blz. 3 2. De staatsinrichting van Nederland blz. 4 2.1. Het kabinet en het parlement 3. De Grondwet blz. 6 3.1. De Grondrechten 4. Europa blz. 7 Afsluitende opdracht De Klassengrondwet

Nadere informatie

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie. Samenvatting door E. 1264 woorden 5 april 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer: parlementaire democratie 1 wat is politiek Politiek: manier waarop een land bestuurd wordt Politici

Nadere informatie

1. Politiek, staat en dictatuur

1. Politiek, staat en dictatuur Boekverslag door F. 2224 woorden 13 augustus 2008 6.8 297 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Politiek, staat en dictatuur POLITIEK Algemeen belang = dingen waar veel mensen gebruik van maken of voordeel

Nadere informatie

7,5. Paragraaf 1. Samenvatting door een scholier 2232 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 3

7,5. Paragraaf 1. Samenvatting door een scholier 2232 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 2232 woorden 17 maart 2010 7,5 35 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 1.1 Eeuwenlang macht in handen koningen/keizers en groepje edelen.

Nadere informatie

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat Beschrijving van de activiteit De quiz wordt gespeeld op de wijze van petje op, petje af. In de plaats van petjes krijgen de kinderen

Nadere informatie

HIER. Interview EERSTE KAMERLEDEN Esther-Mirjam Sent & Ben Knapen. Dit doet de Eerste Kamer GEBEURT HET! INVLOED VAN DE EERSTE KAMER EERSTE KAMER

HIER. Interview EERSTE KAMERLEDEN Esther-Mirjam Sent & Ben Knapen. Dit doet de Eerste Kamer GEBEURT HET! INVLOED VAN DE EERSTE KAMER EERSTE KAMER STEM 2019 VOOR (V)MBO MAGAZINE OVER DE EERSTE KAMER HOE WORDT DE EERSTE KAMER GEKOZEN? Interview EERSTE KAMERLEDEN Esther-Mirjam Sent & Ben Knapen Dit doet de Eerste Kamer HIER GEBEURT HET! INVLOED VAN

Nadere informatie

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen.

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen. Boekverslag door P. 2527 woorden 6 juli 2004 6.7 24 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 2 Politieke stromingen en partijen. 1 Stroming: een geheel van opvattingen. Ideologie:

Nadere informatie

Herziene versie 2012 MET WERKBLAD EN PUZZEL. groepen 6-8

Herziene versie 2012 MET WERKBLAD EN PUZZEL. groepen 6-8 Herziene versie 2012 M WRKBLAD N PUZZL groepen 6-8 inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Democratie 4 3. Politieke partijen 5 4. De weede Kamer 6 5. Kiezen 7 6. De uitslag 8 7. De meerderheid 9 8. Het kabinet

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie Samenvatting door een scholier 2087 woorden 13 januari 2011 7,8 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is politiek? Politiek kan je het beste

Nadere informatie

Stemmen Verkiezingen Europees Parlement 2019

Stemmen Verkiezingen Europees Parlement 2019 Stemmen Verkiezingen Europees Parlement 2019 2 Voorwoord Dit boek gaat over de verkiezingen voor het Europees Parlement op 23 mei 2019. Het boek is gemaakt door de medewerkers van Leren & Ontwikkelen Cliënten.

Nadere informatie

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater. Samenvatting door H. 2201 woorden 16 januari 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer samenvatting Paragraaf 1 Politiek is -De wijze waarom een land

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Hoofdstuk 1: Wat is politiek? Samenvatting door een scholier 3074 woorden 21 januari 2010 6,6 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1: Wat is politiek? Wat is politiek en waarom is het belangrijk dat we ons ermee bemoeien?

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 2864 woorden 13 november 2003 8,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Nadere informatie

Parlementaire democratie!

Parlementaire democratie! Parlementaire democratie 1 wat is politiek? Politiek = de manier waarop een land bestuurd word. terreinen waarover voortdurend word besloten: - openbare orde en veiligheid (blauw op straat) - buitenlandse

Nadere informatie

Derde Kamer. Derde Kamer. Handboek Politiek 1. der Staten-Generaal

Derde Kamer. Derde Kamer. Handboek Politiek 1. der Staten-Generaal erde Kamer Derde Kamer Kamer e Kamer Handboek Politiek 1 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door een scholier 2405 woorden 29 oktober 2013 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi HOOFDSTUK 1 De maatschappijàhet samenleven

Nadere informatie

2.1 Omcirkel het juiste antwoord.

2.1 Omcirkel het juiste antwoord. 2.1 Vraag 1 Het Parlement in Nederland bestaat uit... A. Eerste en Tweede Kamer B. Tweede Kamer en Provinciale Staten C. Provinciale staten en Gemeenteraad D. Tweede Kamer en Gemeenteraad Vraag 2 Waarom

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces

Nadere informatie

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Boekverslag door J. 1987 woorden 17 februari 2008 7.4 581 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer. PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 1 wat is politiek?

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 3613 woorden 16 april 2006 7,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer HF1 Politiek 1.1 Wat is politiek?

Nadere informatie

Stemmen Europese verkiezingen 2014

Stemmen Europese verkiezingen 2014 Stemmen Europese verkiezingen 2014 2 Voorwoord Dit boek gaat over de verkiezingen voor het Europees Parlement van 22 mei 2014. Het boek is gemaakt door de medewerkers van het Educatief Centrum voor Cliënten,

Nadere informatie

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning Samenvatting door O. 1153 woorden 25 september 2013 4,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 paragraaf 1 In 17 eeuw 18 eeuw (1600-1700)was Nederland een republiek. In een

Nadere informatie

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011 Introductie Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de resultaten wil het bureau het kabinet en de politiek in het algemeen informeren over zorgen en wensen

Nadere informatie

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid van de Derde Kamer der Staten-Generaal, Gefeliciteerd! Deze week ben jij een politicus. Je gaat samen met je klasgenoten discussiëren over

Nadere informatie

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Dilemma s Inleiding Tijdens de vorige les heb je geleerd dat het woord democratie een samentrekking is van de woorden demos (volk) en kratein

Nadere informatie

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd.

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd. Samenvatting door een scholier 2631 woorden 4 november 2002 5,7 21 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Pw Staatsinrichting H1 Rechtsstaat: Kern v. Nederlandse staatsinrichting. Staatsinrichting: Manier waarop

Nadere informatie