Gedragsindicatoren volledige competentielijst C-Stick

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gedragsindicatoren volledige competentielijst C-Stick"

Transcriptie

1 Gedragsindicatoren volledige competentielijst C-Stick

2 Inhoudstafel Regels voor het definiëren van competenties en het formuleren van gedragsindicatoren... 3 Methodiek beschrijving gedragsindicatoren... 3 Methode van competentie-inschaling in het onderdeel sleutelcompetenties... 4 Keuze van de gedragsindicatoren... 4 Concrete uitwerking Taalvaardig zijn in het Nederlands Basisvaardigheden ICT hebben Kunnen omgaan met regels Kunnen plannen en organiseren Zichzelf kunnen sturen Kunnen doorzetten Resultaat nastreven Kunnen omgaan met stress Veilig werken en respect voor materiaal hebben Verzorgen van persoonlijke presentatie Efficiënt werken Zorgvuldig en nauwkeurig werken Kunnen samenwerken Contactvaardig zijn Kunnen luisteren Kunnen spreken Kunnen omgaan met klanten Kunnen omgaan met gezag Zelfstandig werken Flexibel zijn Leervermogen bezitten Inlevingsvermogen bezitten Initiatief nemen Zelfreflectie Feedback geven Omgaan met feedback...31 Referenties...32

3 Regels voor het definiëren van competenties en het formuleren van gedragsindicatoren Hoewel een competentie niet zichtbaar is (het is een capaciteit ), kan ze wel geuit worden door middel van gedrag. De competentie wordt dan observeerbaar en meetbaar. Om een objectief beeld te krijgen van een competentie is het belangrijk indicatoren te hanteren die voor alle trainers, observatoren en begeleiders dezelfde zijn. Een eerste belangrijke voorwaarde hiertoe is een duidelijke afbakening en definiëring van competenties. Dit is niet zo eenvoudig, want competenties staan in een bepaalde relatie tot elkaar 1 : veel competenties overlappen elkaar en grijpen in op elkaar. Hoe je je competentie afbakent, is eigenlijk niet zo belangrijk en hangt af van wat je wilt bereiken in jouw opleidingstraject/project/ Het enige belangrijke is dat afgebakende competenties elkaar zo weinig mogelijk overlappen en dat ze zo eenduidig mogelijk gedefinieerd zijn. Een tweede voorwaarde is het omschrijven van gedrag dat iemand vertoont wanneer hij een bepaald ontwikkelingsniveau van een bepaalde competentie behaald. Deze gedragsomschrijvingen noemt men gedragsindicatoren. Voor de formulering van gedragsindicatoren gelden volgende regels 2 : - ze zijn gedragsgericht geformuleerd (observeerbaar!) - ze zijn enkelvoudig, dit wil zeggen dat een gedragsindicator zodanig geformuleerd is dat er slechts één gedraging wordt weergegeven - ze zijn zo veel mogelijk positief geformuleerd - ze zijn zo veel mogelijk zonder waardeoordeel Methodiek beschrijving gedragsindicatoren In de C-Stick zit enerzijds een selectie van competenties die door JES vzw in het kader van het C-Sticksproject gemaakt werd. Anderzijds zitten in de C-Stick de 9+3, een selectie van sleutelcompetenties zoals die door de VDAB bepaald werden. Voor elk van deze competenties werden competentieschalen uitgewerkt. Bij het uitwerken van de competentieschalen zijn twee vragen van belang: 1. Welke gedragsindicatoren nemen we op voor een bepaalde competentie? 2. Welke methode gebruiken we om met deze gedragsindicatoren een kandidaat in te schalen? Om op deze vragen een antwoord te geven, werd beroep gedaan op een heel aantal reeds bestaande competentieschalen, waarvan de referenties hieronder weergegeven worden. 1 Van Merriënboer, J.J.G., van der Klink, M.R., Hendriks, M. (2002). Competenties: van complicaties tot compromis. Over schuifjes en begrenzers. Den Haag: Onderwijsraad. 2 Iedereen competent. Handleiding voor competentiemanagement dat werkt., Van Beirendonck, L., Lanno Campus, 2004.

4 Methode van competentie-inschaling in het onderdeel sleutelcompetenties De meest gebruikte methode om competenties in te schalen is het werken met 3, 4 of 5 niveaus. Dit heeft echter verschillende nadelen: Indien geen gedragsindicatoren verbonden worden aan de niveaus, laat men een grote interpretatieruimte over aan de evaluator. Indien wel gedragsindicatoren verbonden worden aan een niveau, blijkt een cursist vaak niet op alle indicatoren op hetzelfde niveau te scoren, waardoor het opnieuw aan de evaluator is om te gaan interpreteren tot welk niveau de kandidaat gerekend moet worden. Voor de kandidaat biedt de inschaling weinig concrete informatie, zodat hij geen aanknopingspunten heeft om te leren en de inschaling ook niet altijd aanvaardt. Om aan deze nadelen tegemoet te komen, werd ervoor gekozen te werken via een methode die VOKANS eerder ook al gebruikte. Deze methode bestaat eruit een uitgebreide lijst gedragsindicatoren op te stellen, en de evaluator te laten aankruisen welke gedragsindicatoren geobserveerd worden. Het aantal aangekruiste gedragsindicatoren bepaalt het niveau van de kandidaat. Deze methode heeft verschillende voordelen: De interpretatieruimte voor de evaluator is beperkter, waardoor een meer betrouwbare inschaling wordt bekomen. De kandidaat heeft een duidelijk overzicht van welke dingen hij al goed doet, en welke dingen hij op dit moment nog niet goed doet. Dit geeft de kandidaat concrete aanknopingspunten om bij te leren. Bovendien is het voor de kandidaat veel duidelijker waarom hij een bepaalde score krijgt en zal hij dit beter aanvaarden. Voor een derde (werkgever, trajectbegeleider, ) die de resultaten van de inschaling moet interpreteren, is het zeer duidelijk welke criteria werden meegenomen in de beoordeling en hoe de kandidaat op deze criteria scoorde. Keuze van de gedragsindicatoren Het bepalen van de gedragsindicatoren voor de competenties uit de C-Stick vond plaats in vier stappen: het oplijsten van mogelijke gedragsindicatoren, het structureren van deze indicatoren, het testen van deze indicatoren en ten slotte het selecteren van de definitieve gedragsindicatoren. Voor het oplijsten van mogelijke gedragsindicatoren werd inspiratie geput uit de reeds bestaande competentieschalen, waarvan u de referenties hieronder terugvindt. Deze werden vervolgens aangevuld met indicatoren die volgens ons, op basis van onze ervaring als vormings- en opleidingsorganisatie, ontbreken. Vervolgens werd in de gedragsindicatoren een structuur aangebracht door ze te groeperen in verschillende dimensies van een competentie. Samenwerken omvat bijvoorbeeld de dimensies taakverdeling, communicatie en bevorderen van de samenwerking. De gedragsindicatoren werden ten slotte onderworpen aan een uitgebreide testing, waarbij jongeren uit onze verschillende opleidingen en trajecten geobserveerd werden aan de hand van de opgestelde criteria. De observaties gebeurden door twee daartoe opgeleide observatoren. Tijdens deze proefobservaties werden de volgende zaken nagegaan: de relevantie van de gedragsindicatoren en of deze indicatoren inderdaad geschikt zijn om de desbetreffende competentie in te schalen.

5 de betrouwbaarheid van de competentiemeting: door het vergelijken van de observaties van de twee observatoren en de bevindingen van de instructeur die de cursisten gedurende het hele traject begeleid, kan nagegaan worden in hoeverre de schaal betrouwbare inschalingen oplevert. de ruime toepasbaarheid van de competentieschaal: door het testen van de competentieschaal in verschillende contexten (oriëntatie, trajectbegeleiding, opleiding,.) en tijdens verschillende oefeningen kan een ruime toepasbaarheid gegarandeerd worden. Op basis van de resultaten van deze toetsing worden ten slotte de definitieve gedragsindicatoren geselecteerd. Voor de omzetting van de 9+3 naar hetzelfde format werd beroep gedaan op de voorbereidende oefening van Marc Troch waarin telkens de indicatoren in een vierpuntenschaal beschreven werden en de voorbereidende oefening van Luc Liessens (Sleutelvaardigheden binnen AMB). Verder werd ook inspiratie geput uit de verschillende gecontextualiseerde versies (ICT, Vervoer, Handel & administratie, Groen, Horeca, Hout & Bouw) en de verwerking van de 9+3 door Marc Vermeylen voor de sector elektromechanica. Ten slotte werd dit verder aangevuld met de eerder genoemde competentieschalen. Gezien de beperktere tijdspanne was weinig ruimte voor een uitgebreide testing, dus deze stap werd voor de uitwerking van de 9+3 overgeslagen. Concrete uitwerking

6 1. Taalvaardig zijn in het Nederlands Kent hij goed Nederlands? - Spreekt en begrijpt hij/zij goed Nederlands? - Kan hij/zij het goed lezen en schrijven? Begrijpen Hij/zij begrijpt korte zinnen in het Nederlands. Moeilijke woorden begrijpt hij/zij nog niet. Hij/zij vraagt om traag te spreken. Hij/zij begrijpt korte zinnen in het Nederlands. Hij/zij begrijpt vlot Nederlands in dagelijkse situaties. Hij/zij begrijpt vlot Nederlands, ook ingewikkeldere zinnen of vaktaal. Spreken Hij/zij spreekt geen Nederlands Hij/zij spreekt een beetje Nederlands. Hij/zij toont veel dingen. Hij/zij spreekt eenvoudige zinnen in het Nederlands Hij/zij spreekt vlot Nederlands in dagelijkse situaties Hij/zij spreekt vlot Nederlands, ook ingewikkeldere zinnen of vaktaal Lezen Hij/zij kan geen Nederlands lezen Hij/zij kan woorden lezen in het Nederlands Hij/zij kan korte en eenvoudige zinnen lezen in het Nederlands Hij/zij kan een eenvoudige tekst lezen in het Nederlands Hij/zij kan vlot Nederlands lezen, ook ingewikkeldere zinnen of vaktaal Schrijven Hij/zij kan geen Nederlands schrijven Hij/zij kan woorden schrijven in het Nederlands Hij/zij kan korte en eenvoudige zinnen schrijven in het Nederlands Hij/zij kan een eenvoudige tekst schrijven in het Nederlands Hij/zij kan vlot Nederlands schrijven, ook ingewikkeldere teksten of vaktaal

7 2. Basisvaardigheden ICT hebben Kan hij/zij met een computer en GSM werken? - Kan hij/zij een computer gebruiken? Kan hij/zij de belangrijkste computerprogramma s gebruiken? - Kan hij/zij met een GSM bellen en berichten versturen? Computer Hij/zij kan een computer aan- en uit zetten Hij/zij kan met een muis en een PC-klavier werken Hij/zij kan een document op een computer vinden en openen Hij/zij kan een document opslaan op een computer Internet en Hij/zij kan een website openen via internet Hij/zij kan informatie opzoeken op internet (google) Hij/zij kan een versturen via hotmail, yahoo, gmail of Hij/zij kan een versturen via outlook Office-toepassingen Hij/zij kan een tekst typen in word Hij/zij kan lettertype, grootte en kleur van een tekst veranderen in word Hij/zij kan tabellen, figuren en kolommen gebruiken in een tekst Hij/zij kan cijfers ingeven in excel Hij/zij kan grafieken aanmaken in excel Hij/zij kan automatisch optellen in excel Hij/zij kan een presentatie aanmaken in powerpoint Hij/zij kan achtergronden en speciale effecten instellen in powerpoint GSM Hij/zij kan bellen met een GSM Hij/zij kan een SMS versturen met een GSM

8 3. Kunnen omgaan met regels Kan hij/zij omgaan met regels? - Kan hij/zijn zich aan de afspraken en regels houden? Als hij/zij te laat komt, heeft hij/zij een geldige reden Hij/zij verwittigt wanneer hij/zij te laat kom Hij/zij houdt zich aan de duur van de pauzes Als hij/zij afwezig is, is het gewettigd Hij/zij regelt zo goed mogelijk op voorhand zijn/haar afwezigheid Hij/zij verwittigt zo snel mogelijk als hij/zij onverwacht afwezig is Hij/zij houdt zich aan de afspraken Hij/zij leeft regels en procedures na (vb. veiligheids- en hygiëneregels, kledingsvoorschriften, omgangsregels,...) Hij/zij volgt de regels, ook als hij/zij ze zelf niet nuttig vindt Hij/zij moedigt anderen aan om de regels en procedures te respecteren

9 4. Kunnen plannen en organiseren Kan hij/zij goed plannen en organiseren? - Denkt hij/zij eerst goed na voor hij/zij aan iets begint? Bijvoorbeeld wat er eerst moet gebeuren? Hoeveel tijd hij nodig heeft? Welk materiaal? Wie er moet meedoen? - Kan hij/zij een plan maken en dat stap voor stap volgen? Hij/zij weet hoe hij/zij iets moet aanpakken. Hij/zij schat goed in wat het belangrijkst is Hij/zij weet welke dingen hij/zij nodig heeft. Hij/zij schat goed in hoeveel hij/zij ervan nodig heeft Hij/zij schat goed in hoeveel tijd hij/zij nodig heeft Hij/zij schat goed in hoeveel mensen hem/haar moeten helpen Hij/zij weet welke verschillende stappen hij/zij moet doen Hij/zij weet in welke volgorde hij/zij de verschillende stappen moet doen Hij/zij stem af met collega s. Zo storen ze elkaar niet of kunnen ze samenwerken Hij/zij volgt zijn plan zoals hij/zij het bedacht had Hij/zij kijkt regelmatig na of hij/zij zijn/haar plan nog juist volgt Hij/zij kijkt regelmatig na of zijn werk overeenkomt met wat gevraagd was in het begin Hij/zij voorziet problemen en moeilijkheden. Hij/zij zoekt op voorhand al een oplossing Hij/zij past zijn/haar planning aan als dat nodig is

10 5. Zichzelf kunnen sturen Kan hij/zij zichzelf sturen? - Kan hij/zij keuzes maken en deze ook volgen? - Houdt hij/zij daarbij rekening met zijn/haar sterke en zwakke punten en met wat hij/zij belangrijk vindt in het leven? Hij/zij kan benoemen wat hij/zij waardevol en belangrijk vindt Hij/zij kan benoemen wat zijn/haar belangrijkste sterke en zwakke punten zijn Hij/zij zoekt informatie over de verschillende mogelijkheden die hij/zij heeft Hij/zij bekijkt welke mogelijkheden passen bij wat hij/zij waardevol vindt Hij/zij bekijkt welke mogelijkheden passen bij wat hij/zij kan Hij/zij kan benoemen welke stappen hij/zij moet zetten om zijn/haar doel te bereiken Hij/zij kan benoemen wat hij/zij moet bijleren om zijn doel te bereiken Hij/zij kan benoemen wie hem/haar hierbij kan helpen Hij/zij onderneemt de nodige stappen om zijn/haar doel te bereiken Hij/zij betrekt personen om hem/haar te helpen Hij/zij kan anderen overtuigen van zijn keuze

11 6. Kunnen doorzetten Kan hij/zij doorzetten? Kan hij/zij blijven volhouden tot zijn/haar doel bereikt is? Kan hij/zij dit ook bij tegenslagen of in moeilijke omstandigheden? Hij/zij blijft doorwerken tot een opdracht volledig af is Hij/zij blijft doorwerken, ook als de verantwoordelijke afwezig is Hij/zij blijft geconcentreerd, ook als het lang duurt om het doel te bereiken Hij/zij blijft zijn taak goed doen, zelfs bij saaie taken Hij/zij houdt vol, ook al is het erg moeilijk Hij/zij houdt vol, ook als het niet leuk is (bijvoorbeeld bij regen, kou, lawaai, ) Als er problemen zijn, blijft hij/zij zoeken tot er een oplossing gevonden is

12 7. Resultaat nastreven Streeft hij/zij resultaat na? Zorgt hij/zij ervoor dat de afgesproken taken op tijd af zijn met het afgesproken materiaal? Zijn zijn/haar resultaten van goede kwaliteit? Hij/zij controleert of zijn taken op tijd afgeraken Hij/zij past zijn/haar planning aan als taken niet op tijd af geraken Hij/zij controleert of er niet meer materiaal gebruikt wordt dan afgesproken Hij/zij past zijn/haar manier van werken aan als meer materiaal gebruikt wordt Hij/zij controleert of de kwaliteit van zijn/haar werk goed is Hij/zij verbetert zijn/haar werk als de kwaliteit niet goed is Hij/zij zoekt naar manieren om de kwaliteit volgende keer te verbeteren

13 8. Kunnen omgaan met stress Kan hij/zij omgaan met stress? Blijft hij/zij zijn/haar taak goed doen als hij/zij snel moet werken of heel veel werk heeft? Kan hij/zij dat ook als mensen op zijn/haar vingers kijken? Hij/zij blijft rustig als hij/zij plots heel veel werk heeft Hij/zij blijft rustig als hij/zij weinig tijd heeft om iets af te werken Hij/zij blijft rustig als veel mensen hem/haar tegelijk nodig hebben Hij/zij blijft rustig als mensen op zijn/haar vingers kijken Hij/zij blijft zijn taak goed doen onder stress Hij/zij overziet wat belangrijk is en wat niet, ook onder stress Hij/zij blijft beleefd, ook onder stress Hij/zij kan op een gepaste manier aangeven wanneer hij/zij te veel stress heeft

14 9. Veilig werken en respect voor materiaal hebben Werkt hij/zij veilig en heeft hij/zij respect voor materiaal? Vermijdt hij/zij gevaarlijke situaties voor zichzelf en voor de anderen? Draagt hij/zij zorg voor het materiaal? Hij/zij volgt de voorschriften over veiligheid Hij/zij draagt de nodige beschermingsmiddelen Hij/zij ruimt op zodat er geen materiaal in de weg ligt Hij/zij beschermt zichzelf tegen gevaarlijke stoffen Hij/zij let op een gezonde houding (rug, knieën, ) Hij/zij neemt voorzorgen om onveilige situaties te vermijden Hij/zij wijst anderen op onveilig gedrag Hij/zij doet voorstellen om veiliger te werken Hij/zij gebruikt het materiaal volgens de richtlijnen Hij/zij onderhoudt het materiaal Hij/zij zet het materiaal terug op zijn plaats Hij/zij laat het materiaal proper achter Hij/zij meldt als er iets kapot of versleten is aan het materiaal Hij/zij is zuinig met materiaal Hij/zij recycleert materiaal Hij/zij sorteert afval Hij/zij doet voorstellen om zuiniger te werken

15 10. Verzorgen van persoonlijke presentatie Verzorgt hij/zij zijn/haar persoonlijke presentatie? Heeft hij/zij aandacht voor lichaamshygiëne? Verzorgt hij/zij zijn uiterlijk, zijn kleren en zijn houding? Hij/zij ziet er proper uit Hij/zij ruikt fris Zijn/haar kledij ziet er proper uit Hij/zij kan inschatten wat gepast is in een bepaalde situatie Hij/zij past zijn/haar kledij aan aan de situatie Hij/zij is beleefd Hij/zij toont interesse Hij/zij neemt een gepaste lichaamshouding aan

16 11. Efficiënt werken Werkt hij/zij efficiënt? Verspilt hij/zij zo weinig mogelijk tijd en materiaal bij het uitvoeren van zijn taak? Hij/zij werkt door Hij/zij verspilt geen tijd aan andere dingen Hij/zij plant zijn taken zo dat geen tijd verloren gaat Hij/zij legt op voorhand het materiaal dat hij/zij nodig heeft klaar Hij/zij probeert uit of hij/zij op een andere manier sneller kan werken Hij/zij plant zijn taken zo dat zo weinig mogelijk materiaal verbruikt wordt Hij/zij probeert uit of hij/zij op een andere manier minder materiaal kan verbruiken

17 12. Zorgvuldig en nauwkeurig werken Werkt hij/zij zorgvuldig en nauwkeurig? Waakt hij/zij over de kwaliteit van zijn/haar werk? Heeft hij/zij daarbij aandacht voor details? Zijn/haar werk voldoet zo goed mogelijk aan de afgesproken normen Hij/zij controleert de kwaliteit van zijn werk tijdens de uitvoering Hij/zij verbetert fouten als het nodig is Hij/zij werkt aandachtig en vermijdt zo fouten Hij/zij besteedt zorg aan de afwerking Hij/zij heeft oog voor details Hij/zij werkt netjes

18 13. Kunnen samenwerken Kan hij/zij goed samenwerken? - Kan hij/zij samen met anderen een goed resultaat bereiken, bijvoorbeeld in een organisatie of team. Kan hij/zij dat ook als hij/zij daar zelf niet meteen voordeel bij heeft? Alleen als ze het hem/haar vragen Hij/zij zegt wat hij/zij goed kan en wat hij/zij graag wil doen Hij/zij vraagt aan de anderen wat ze goed kunnen en wat ze graag doen Hij/zij houdt rekening met wat de anderen goed kunnen en graag doen Hij/zij doet zijn/haar werk zonder de anderen te storen Hij/zij doet zijn/haar werk zo dat de anderen er iets aan hebben Hij/zij doet wat is afgesproken Alleen als ze het hem/haar vragen Hij/zij vertelt hoe zijn/haar werk opschiet en welke problemen hij/zij tegenkomt Hij/zij vraagt aan de anderen hoe hun werk opschiet en of ze problemen tegenkomen Hij/zij past zijn/haar manier van werken aan als anderen problemen hebben, of als ze sneller of later klaar zijn met hun werk Hij/zij geeft tips aan anderen om hen te helpen bij hun werk Hij/zij vraagt tips aan anderen om hem/haar te helpen bij zijn/haar werk Als hij/zij tips krijgt, probeert hij/zij die toe te passen in zijn/haar werk Alleen als ze het mij vragen Hij/zij helpt anderen met een probleem tijdens hun werk, ook al is dat zijn/haar taak niet Hij/zij zegt soms wat er goed gaat en wat er niet goed gaat, om zo beter samen te werken Hij/zij zegt tegen anderen dat ze goed gewerkt hebben

19 14. Contactvaardig zijn Legt hij/zij vlot contact? - Leert hij/zij gemakkelijk nieuwe mensen kennen? Blijft hij/zij met hen in contact? - Gaat dat ook goed met mensen die heel anders leven dan hij/zij, of heel andere ideeën hebben?, bij eender wie Bij sommige mensen wel, maar bij andere niet Alleen als de andere eerst naar hem/haar komt Hij/zij praat vlot met nieuwe collega s / andere cursisten Hij/zij praat vlot met een nieuwe instructeur / baas / Hij/zij praat vlot met nieuwe klanten / cursisten van andere opleidingen. Hij/zij zet de eerste stap om iemand nieuw te leren kennen Hij/zij is geïnteresseerd in andere mensen Hij/zij probeert anderen op hun gemak te stellen, bij eender wie Bij sommige mensen wel, maar bij andere niet Alleen als de andere eerst naar hem/haar komt Hij/zij blijft contact houden Hij/zij vraagt aan de mensen die hij/zij ken om hem/haar te helpen, bijvoorbeeld als hij/zij iets niet weet of als hij/zij iets nodig heeft Hij/zij probeert ervoor te zorgen dat ruzies op een goeie manier uitgepraat worden Hij/zij gaat voorzichtig om met persoonlijke informatie over een ander. Hij/zij houdt rekening met de gevoelens van die persoon

20 15. Kunnen luisteren Kan hij/zij goed luisteren? - Begrijpt hij/zij meestal wat iemand hem/haar uitlegt? - Weet hij/zij dan wat hij/zij moet doen? Hij/zij richt zich naar de spreker Hij/zij kijkt de spreker aan Hij/zij vraagt meer uitleg als hij/zij iets niet begrijpt Hij/zij laat merken dat hij/zij de uitleg begrepen heeft (bv. Hij/zij knikt of hij/zij zegt mmmm) Hij/zij begrijpt wat hij/zij moet doen na een uitleg Hij/zij laat de spreker uitpraten Hij/zij luistert naar de ander, ook al is hij/zij het niet met hem eens Hij/zij stelt alleen vragen als hij/zij iets echt niet begrijpt Hij/zij stelt alleen vragen die te maken hebben met de uitleg

21 16. Kunnen spreken Praat hij/zij vlot? - Begrijpt iemand anders meestal wat hij/zij vertelt? Kan hij/zij zijn/haar mening of ideeën overbrengen? - Praat hij/zij tegen zijn/haar vrienden anders dan tegen zijn/haar collega s of tegen zijn/haar baas? Hij/zij richt zich naar de luisteraar Hij/zij kijkt de luisteraar aan Hij/zij gebruikt gebaren of gezichtsuitdrukkingen Hij/zij articuleert duidelijk. Hij/zij mompelt niet Hij/zij weet wat belangrijk is om te zeggen en wat niet. Hij/zij komt snel tot de kern van de zaak Hij/zij verandert niet telkens van onderwerp. Hij/zij zegt de dingen in een logische volgorde Hij/zij houdt rekening met wat de luisteraar weet. Hij/zij zegt alles dat de andere nodig heeft om zijn/haar uitleg te begrijpen Hij/zij zegt iets op een gepaste manier Hij/zij vraagt aan de luisteraar of hij hem/haar begrepen heeft Hij/zij past zijn/haar taal aan aan de luisteraar Bijvoorbeeld: Hij/zij spreekt geen dialect tegen iemand die dit niet verstaat Hij/zij past zijn/haar manier van spreken aan aan de luisteraar Bijvoorbeeld: Hij/zij praat luider tegen iemand die niet goed hoort Hij/zij geeft anderen de kans om iets te zeggen of een vraag te stellen

22 17. Kunnen omgaan met klanten Is hij/zij klantvriendelijk? - Kan hij/zij ervoor zorgen dat zijn/haar klanten tevreden zijn? Hij/zij is beleefd en vriendelijk Hij/zij blijft kalm en rustig. Hij/zij beheerst zichzelf Hij/zij ziet er proper en netjes uit Hij/zij zoekt een goeie oplossing voor een vraag of klacht van een klant Hij/zij vraagt hulp of stuurt de klant door als dat nodig is Hij/zij belooft alleen dingen aan de klant die de organisatie ook echt kan doen Als hij/zij iets belooft aan een klant, dan doet hij/zij dat ook Hij/zij luistert goed naar de vraag of klacht van de klant Hij/zij laat me niet doen als hij/zij onderhandelt met een klant Hij/zij legt uit aan de klant waarom hij/zij een bepaalde oplossing voorstelt Hij/zij vraagt aan de klant of hij tevreden is met de oplossing Hij/zij begint vlot te praten met klanten Hij/zij voelt aan wat klanten nodig hebben en speelt daar op in

23 18. Kunnen omgaan met gezag Kan hij/zij omgaan met gezag? - Kan hij/zij aanvaarden dat iemand zijn/haar baas is? Luistert hij/zij naar hem of haar en doet hij/zij wat hij of zij vraagt? - Kan hij/zij op een gepaste manier zijn/haar mening geven als hij/zij niet akkoord gaat? Hij/zij aanvaardt het als hij/zij een opdracht krijg van zijn/haar baas. Hij/zij doet wat hem/haar gevraagd wordt Hij/zij aanvaardt het als zijn/haar baas hem/haar zegt hoe hij/zij bepaalde dingen moet doen. Hij/zij volgt zijn uitleg Hij/zij aanvaardt het als zijn/haar baas hem/haar kritiek geeft. Hij/zij past zich aan aan wat hij zegt Hij/zij zegt op een respectvolle en beleefde manier dat hij/zij het niet eens is met mijn baas Hij/zij aanvaardt de eindbeslissing van zijn/haar baas na een discussie Hij/zij moedigt anderen aan om naar zijn/haar baas te luisteren, als hij/zij het met hem eens is.

24 19. Zelfstandig werken Werkt hij/zij zelfstandig? - Werkt hij/zij zijn/haar taken alleen af, ook zonder toezicht of begeleiding? - Zoekt hij/zij zelf hulp of extra info als hij/zij die nodig heeft? Pas nadat hij/zij extra uitleg heeft gevraagd Hij/zij begint meteen met zijn werk Hij/zij begint meteen met elke volgende stap van zijn werk Hij/zij zoekt hulp als hij/zij problemen heeft bij zijn/haar werk Hij/zij zoekt pas hulp als hij/zij er zeker van is dat hij/zij zelf geen oplossing gaat vinden Pas nadat hij/zij extra uitleg heeft gevraagd Hij/zij controleert of zijn/haar werk overeenkomt met wat er gevraagd wordt Als zijn/haar werk niet overeenkomt met wat gevraagd wordt, dan verbetert hij/zij het meteen Pas nadat hij/zij extra uitleg heeft gevraagd Op het einde van zijn werk vertelt hij/zij aan zijn/haar begeleider wat goed gegaan is en wat niet en hoe dit komt

25 20. Flexibel zijn Past hij/zij zich gemakkelijk aan? - Kan hij/zij zich goed aanpassen als er iets verandert? Bijvoorbeeld als hij/zij ander werk krijgt, met iemand anders moet samenwerken, of als de planning verandert? Hij/zij past zich aan als hij/zij op een andere manier beter of sneller kan werken Hij/zij past zich aan bij onverwachte problemen of veranderingen Hij/zij past zich aan bij plotse kansen Hij/zij past zich aan als men andere dingen van hem/haar vraagt (vb. er komt nieuw, dringend werk bij of zijn/haar werk moet plots sneller af,...). Hij/zij doet meer werk dan afgesproken, als dat nodig is Hij/zij doet ander werk dan afgesproken, als dat nodig is Hij/zij zegt op tijd dat hij/zij zich teveel moet aanpassen Hij/zij zegt op een respectvolle en beleefde manier dat hij/zij zich teveel moet aanpassen

26 21. Leervermogen bezitten Leert hij/zij gemakkelijk nieuwe dingen bij? - Leert hij/zij snel iets bij? Kan hij/zij die nieuwe dingen gebruiken in andere situaties? - Leert hij/zij iets van zijn/haar eigen fouten? Leert hij/zij iets van kritiek of complimenten van anderen? Hij/zij toont interesse in nieuwe dingen. Hij/zij denkt na over wat mensen hem/haar zeggen, Hij/zij durft dingen in twijfel trekken Hij/zij kan zijn/haar eigen ideeën opzij zetten. Hij/zij toont openheid voor andere ideeën. Hij/zij probeert nieuwe dingen, Hij/zij durft fouten maken om te leren. Hij/zij kan nieuwe info snel onthouden Hij/zij leert snel hoe hij/zij iets moet doen Hij/zij luistert goed naar een uitleg en leert zo bij Hij/zij luistert goed naar tips van anderen en leert zo bij Hij/zij kijkt hoe andere mensen dingen doen en leert zo bij Hij/zij probeert zelf uit en leert zo bij Hij/zij denkt erover na of hij/zij iets goed of slecht gedaan heeft. Dit helpt hem/haar om het volgende keer beter te doen. Hij/zij vraagt aan anderen wat zij vonden van zijn/haar werk. Hun mening helpt hem/haar om het volgende keer beter te doen Hij/zij vindt het leuk als mensen hem/haar een compliment of kritiek geven. Het helpt hem/haar om het volgende keer beter te doen Hij/zij gaat zelf op zoek naar informatie als hij/zij iets niet weet Hij/zij gaat zelf op zoek naar manieren om bij te leren Hij/zij gaat zelf op zoek naar informatie over nieuwe evoluties in dingen die hem/haar interesseren Hij/zij kiest zelf wat hij/zij wil bijleren, hoe hij/zij dat kan doen en wat hij/zij daar mee wilt bereiken

27 22. Inlevingsvermogen bezitten Kan hij/zij zich gemakkelijk inleven in anderen? - Kan hij/zij zich goed inleven in iemand anders? Kan hij/zij begrip opbrengen voor de situatie van iemand anders? Houdt hij/zij rekening met anderen en met hun gevoelens? Hij/zij staat ervoor open dat mensen een andere mening hebben, of andere dingen belangrijk vinden Hij/zij toont respect voor de mening van anderen Hij/zij toont respect voor de gevoelens van anderen Hij/zij zorgt ervoor dat hij/zij anderen niet beledigt of kwetst Hij/zij houdt rekening met de mening en de situatie van anderen Hij/zij houdt rekening met de gevoelens van anderen

28 23. Initiatief nemen Neemt hij/zij graag initiatief? - Weet hij/zij van aanpakken? Begint hij/zij graag aan iets nieuw? Kan hij/zij anderen overtuigen om mee te doen? - Doet hij/zij vaak voorstellen? Gaat hij/zij vaak als eerste aan de slag? Hij/zij zegt dat hij/zij klaar is met zijn/haar werk. Hij/zij vraagt of er nog dingen gedaan moeten worden. Hij/zij kijkt zelf wat er nog gedaan moet worden. Hij/zij begint er meteen aan. Hij/zij zoekt zelf direct een oplossing, als hij/zij een probleem heeft in zijn/haar werk. Hij/zij gaat er meteen op in als hij/zij een nieuwe kans ziet Hij/zij zoekt een oplossing, als hij/zij in een vervelende situatie zit. Hij/zij blijft niet bij de pakken zitten. Hij/zij komt als eerste met nieuwe ideeën en oplossingen. Hij/zij motiveert anderen om mee te doen, als hij/zij een goed idee heeft.

29 24. Zelfreflectie Denkt hij/zij na over zichzelf? - Kent hij/zij zichzelf goed? Kan hij/zij zeggen wat zijn/haar sterke en zwakke punten zijn? - Weet hij/zij hoe hij/zij of zijn/haar gedrag bij anderen overkomt? Weet hij/zij hoe anderen op hem/haar of zijn/haar gedrag reageren? Hij/zij kan zeggen wat zijn/haar sterke kanten zijn Hij/zij kan zeggen wat zijn/haar zwakke punten zijn Hij/zij praat positief over zichzelf Hij/zij kan zeggen waar zijn/haar grenzen liggen Hij/zij denkt na over de gevolgen van wat hij/zij doet. Hij/zij vraagt zich af of hij/zij iets goed gedaan heeft of niet Hij/zij vraagt aan anderen of hij/zij iets goed gedaan heeft of niet Hij/zij luistert naar de tips van anderen Hij/zij neem kritiek of complimenten van anderen serieus. Hij/zij denkt hier verder over na

30 25. Feedback geven Kan hij/zij complimenten of kritiek geven? - Kan hij/zij een compliment of kritiek aan iemand geven? Doet hij/zij dat zo dat de andere er iets uit kan leren? Hij/zij gebruikt zinnen die beginnen met Ik... Hij/zij zeg niet: Jij.. Hij/zij spreekt over iemands gedrag. Hij/zij spreekt niet over hoe iemand is Hij/zij spreekt over iets dat iemand gedaan heeft op één bepaald moment. Hij/zij zegt niet: Jij doet altijd.. Hij/zij spreekt over iets dat de andere ook echt kan veranderen Hij/zij legt uit welk gevoel hij/zij had toen de andere dat deed Hij/zij legt uit waarom de andere dat volgens hem/haar deed Hij/zij geeft een voorbeeld van hoe de andere dit anders kan doen Hij/zij zegt geen dingen die hij/zij eigenlijk niet meent of die niet waar zijn Hij/zij geeft zijn/haar complimenten of kritiek op een rustig moment als ze goed kunnen praten Hij/zij vraagt eerst aan de andere of het voor hem ook een goed moment is Hij/zij toont respect voor degene aan wie hij/zij feedback geeft Hij/zij zorgt ervoor dat de andere ook de kans krijgt om iets terug te zeggen Hij/zij luistert goed naar de andere zijn reactie Hij/zij denkt samen met de andere na over een oplossing

31 26. Omgaan met feedback Hoe reageert hij/zij op complimenten of kritiek? - Kan hij/zij een compliment of kritiek positief opnemen en er iets uit leren? Hij/zij luistert goed naar de kritiek of complimenten die hij/zij krijgt Hij/zij laat degene die hem/haar kritiek of een compliment geeft, uitspreken Hij/zij probeert de feedback te begrijpen. Als iets niet duidelijk is, vraagt hij/zij meer uitleg Hij/zij toont dat hij/zij de kritiek belangrijk vindt Hij/zij toont dat hij/zij het compliment belangrijk vindt Hij/zij toont respect voor degene die feedback geeft Hij/zij toot dat hij/zij de feedback apprecieert Hij/zij zegt eerlijk hoe hij/zij zich voelt bij de feedback die hij/zij krijgt Hij/zij denkt na of degene die feedback geeft, gelijk heeft Hij/zij probeert zijn gedrag aan te passen, als de feedback terecht is

32 Referenties VOKANS. (z.d.). Handleiding portfoliotraject. In het kader van het ESF-project Competentiespiegel met steun van ESF en VESOC. te Lintelo, L., van Berkel, A. & Castelijns, M. (2002). Het erkennen van verworven competenties. De ontwikkeling en implementatie van EVC in het hoger beroepsonderwijs: een praktijkvoorbeeld. Utrecht: Lemma. Schelfhout, D., Renders, D., Vos, Ch., e.a. (2001). I.E.D. Intake en evaluatiedocument voor trajectbegeleiding van werkzoekenden naar tewerkstelling. Halle: Jobhuis Halle- Vilvoorde. Goossens, H. & Verrue, J. (z.d.). Ondernemingszin (h)erkennen. Instrumenten voor de screening van studenten hoger onderwijs en de observatie van de leeromgeving. Leuven: Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs, K.U.Leuven. Verbond van Kristelijke werkgevers en Kaderleden vzw. (2003). SAM. Schaal voor attitudemeting. Brussel: VKWK. Van den Dungen, M. & Pijls, T. (2000). Praktijkassessment van sleutelvaardigheden. Methodische verantwoording. s-hertogenbosch: CINOP. De Bruyne, B. (z.d.). Training: Arbeidstrajectbegeleiding: criteria beschrijven en criteriumgericht interviewen. Antwerpen: Karel de Grote-Hogeschool, Departement Sociaal-Agogisch werk. van Berkel, A., Hofman, K., Kinkhorst, G.& te Lintelo, L. (2003). Competentieassessment. De ontwikkeling en toepassing van self-, peer- en expert-assessments in het HBO: een praktijkvoorbeeld. Utrecht: Lemma. Competentieset [www]. Gemeente Delft: mmc_management.htm. Applinet B.V. (z.d.). Regels voor het ontvangen van kritiek [www]. Leren.nl: Applinet B.V. (z.d.). Regels voor het geven van kritiek [www]. Leren.nl:

Deze steekkaarten met tips rond competenties:

Deze steekkaarten met tips rond competenties: Deze steekkaarten met tips rond competenties: zijn een onderdeel van de competentietoolkit ter ondersteuning van sociale sportpraktijken gericht op het ontwikkelen van jongeren. hebben tot doel om te werken

Nadere informatie

Competenties verbonden aan het ComPas

Competenties verbonden aan het ComPas Competenties verbonden aan het ComPas 5 kerncompetenties en 8 erg waardevol competenties 1. Kunnen samenwerken... 2 2. Contactvaardig zijn... 3 3. Inlevingsvermogen/empathie bezitten... 4 4. Zelfreflectie...

Nadere informatie

Waarvoor dient dit attest? mytalent@work is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere.

Waarvoor dient dit attest? mytalent@work is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere. Waarvoor dient dit attest? mytalent@work is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere. Als jongere (al dan niet aan het werk) kan je mytalent@work

Nadere informatie

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Competentiewoordenboek niet-kaderleden 1. Besluitvaardig zijn Competentiewoordenboek niet-kaderleden - Kan tijdig beslissen wat in een bepaalde situatie moet gebeuren - Neemt goede beslissingen rekening houdend met de situatie - Durft beslissingen

Nadere informatie

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS Het doel van dit onderzoek is een vergelijking te maken tussen de aanwezige competenties bij professionals en vrijwilligers

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep Leerlijn Leren leren CED groep 1 1. Taakaanpak Leerlijn leren leren CED groep Groep 1 a. Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een één op één situatie b. Wijst aan waar hij moet beginnen

Nadere informatie

Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator

Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator Competenties van de VVRV Examinator: - Oordeelsvermogen - Nauwkeurigheid - Besluitvaardigheid - Onafhankelijkheid - Effectief communiceren - Reflectie/Leervermogen

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief FUNCTIEBESCHRIJVING: Begeleider binnenschoolse opvang 1. FUNCTIEBENAMING Naam van de functie Afdeling Niveau/rang Graad Begeleider Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang E1-E3 administratief

Nadere informatie

De gedragscriteria voldoen aan deze voorwaarden: duidelijk en begrijpbaar observeerbaar en meetbaar geen waardeoordeel

De gedragscriteria voldoen aan deze voorwaarden: duidelijk en begrijpbaar observeerbaar en meetbaar geen waardeoordeel Basisvaardigheden Algemeen Voor elke basisvaardigheid is omschreven wat de betekenis is = soort van definitie Daarnaast is een vertaling in (observeerbare) gedragscriteria gegeven om te kunnen scoren in

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP

COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP Dit competentieprofiel is een (zelf)reflectiedocument betreffende het functioneren van de BIO op een bepaald moment. Het wordt ingevuld: 1) door de begeleider zelf tijdens

Nadere informatie

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Naam: Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen. 2 Algemeen werk- en denkniveau Ver beneden - gemidde ld Ver bovengemidde ld Algemene

Nadere informatie

Arbeidsbereidheid Is duaal leren voor de jongere een weloverwogen keuze? Is hij gemotiveerd om te leren op de werkvloer?

Arbeidsbereidheid Is duaal leren voor de jongere een weloverwogen keuze? Is hij gemotiveerd om te leren op de werkvloer? Oriënteren en screenen is nagaan in welke mate een leerling arbeidsbereid en arbeidsrijp is en hoe hij hierin nog kan groeien. Dit uit zich in een onderbouwd advies op de klassenraad. Arbeidsbereidheid

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk. COMPETENTIEPROFIEL COACH BEGELEIDING MODULES PSYCHO-EDUCATIEPAKKET DEMENTIE EN NU De coach van Dementie en nu is hij/zij die de vormingssessies begeleidt voor een groep mantelzorgers van personen met dementie.

Nadere informatie

Observatielijst bezoek op de werkplek Competentieprofiel

Observatielijst bezoek op de werkplek Competentieprofiel Observatielijst bezoek op de werkplek Competentieprofiel 1) Kunnen vragen en luisteren naar informatie over de kinderen Sleutelcompetentie: communicatie Je luistert naar wat je ouders hoort vertellen over

Nadere informatie

Wat kan je en wat weet je als medewerker Onderhouds- en Hersteldienst Buurtbeheer?

Wat kan je en wat weet je als medewerker Onderhouds- en Hersteldienst Buurtbeheer? Wat kan je en wat weet je als medewerker Onderhouds- en Hersteldienst Buurtbeheer? Naam deelnemer: Startdatum: Datum evaluatie: Begeleid(st)er: Inschakelingscoach: 1 2 Competenties NAUWKEURIGHEID / ORDE

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Wat zijn generieke competenties?

Wat zijn generieke competenties? Wat zijn generieke competenties? In duaal leren nemen generieke competenties een centrale plaats in. Het is de bedoeling dat jongeren er dus een goed begrip van hebben voordat erover gesproken kan worden

Nadere informatie

Introductie... 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan (pop)... 3 Competenties... 8 Uitleg basiscompetenties Uitleg keuzecompetenties...

Introductie... 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan (pop)... 3 Competenties... 8 Uitleg basiscompetenties Uitleg keuzecompetenties... INHOUDSOPGAVE Introductie... 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan (pop)... 3 Competenties... 8 Uitleg basiscompetenties... 10 Uitleg keuzecompetenties... 15 2 INTRODUCTIE Deze assistent is bedoeld voor jou

Nadere informatie

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud Jezelf presenteren De medewerker moet zichzelf goed presenteren. Bijvoorbeeld door er schoon en verzorgd uit te zien. Zo laat hij/zij een goede indruk

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht 1. FUNCTIEBENAMING Naam van de functie Afdeling Niveau/rang Graad Gemeenschapswacht Gemeenschapswachten C1-C3 Administratief 2. DOEL VAN DE FUNCTIE Uitvoeren van

Nadere informatie

2.3 HET STARR-INTERVIEW IN THEORIE & PRAKTIJK

2.3 HET STARR-INTERVIEW IN THEORIE & PRAKTIJK 2.3 HET STARR-INTERVIEW IN THEORIE & PRAKTIJK Een sollicitant goed inschatten is geen sinecure. Op basis van een kort gesprek, eventueel in combinatie met een technische proef, beoordeelt u als werkgever

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele

Nadere informatie

HOE LAAT IK MEDEWERKERS

HOE LAAT IK MEDEWERKERS MANAGEMENT Een zelfstandige medewerker is een tevreden medewerker HOE LAAT IK MEDEWERKERS ZELFSTANDIG FUNCTIONEREN? De ene mens is de andere niet. Sommigen zijn blij met een chef die aan hen geducht leiding

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

Talentmeting in korte trajecten

Talentmeting in korte trajecten Talentmeting in korte trajecten Het portfolio is voor kort durende maatschappelijke stages een te uitgebreid middel om mee te werken. Voor de kortdurende intensieve maatschappelijke stages is een andere

Nadere informatie

16/06/2014 CRITERIUMGERICHT INTERVIEW HET GEBRUIK VAN CRITERIUMGERICHT INTERVIEW IN EEN EVC-PROCEDURE

16/06/2014 CRITERIUMGERICHT INTERVIEW HET GEBRUIK VAN CRITERIUMGERICHT INTERVIEW IN EEN EVC-PROCEDURE HET GEBRUIK VAN CRITERIUMGERICHT INTERVIEW IN EEN EVC-PROCEDURE Karine Janssens Brussel 17 juni 2014 CRITERIUMGERICHT INTERVIEW Interviewtechniek Gestructureerd Focus = gedrag Doel = competentie beoordelen

Nadere informatie

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4 Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4 Kerndoel 4: De leerlingen leren belangstelling hebben voor de wereld om hen heen, ze leren deze gemotiveerd onderzoeken en daarin taken uitvoeren, waarbij

Nadere informatie

STARR-interview in theorie & praktijk

STARR-interview in theorie & praktijk 1.3 STARR-interview in theorie & praktijk Een sollicitant goed inschatten, is geen sinecure. Op basis van een kort gesprek, eventueel in combinatie met een praktische proef beoordeelt u als werkgever of

Nadere informatie

Maartje Voorbeeld 10.03.2014

Maartje Voorbeeld 10.03.2014 Maartje Voorbeeld 10.03.2014 Maartje Voorbeeld / 10.03.2014 / Talentrapportage 2 Inleiding De wereld en de arbeidsmarkt zijn constant in beweging. Maar waarheen? Niemand weet exact hoe het werkveld er

Nadere informatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst: Wat vind jij van je Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op

Nadere informatie

SPOED competenties en gedragsindicatoren

SPOED competenties en gedragsindicatoren SPOED competenties en gedragsindicatoren Leidraad voor coaches Situering: Fase 2 Analyse Gebruik: - Doel: door de vragenlijst in te vullen krijgt de coachee een zicht op zijn/haar competenties - Doelgroep:

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Bedrijfseconomisch Deskundige (m/v) Doelstelling van de functie Als bedrijfseconomisch deskundige geeft u mee dagelijkse leiding

Nadere informatie

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon:   Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon: Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Naam studieloopbaanbegeleider:

Nadere informatie

SPOED competenties en gedragsindicatoren

SPOED competenties en gedragsindicatoren SPOED competenties en gedragsindicatoren Leidraad voor coaches Situering: Fase 2 Analyse Gebruik: - Doel: door de vragenlijst in te vullen krijgt de coachee een zicht op zijn/haar competenties - Doelgroep:

Nadere informatie

Waar gaan we het over hebben?

Waar gaan we het over hebben? Waar gaan we het over hebben? Onderwerp: Als je verliefd op iemand bent is dat vaak een fijn gevoel. Als de ander dan ook verliefd op jou is, wordt dit gevoel alleen maar sterker. Het is echter niet altijd

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Het gaat erom dat je laat merken dat jij zélf verantwoordelijk bent voor het leren: jij kiest de opdrachten, workshops en klussen zélf,

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau

Nadere informatie

Wees duidelijk tegen je klanten

Wees duidelijk tegen je klanten Ronald Dingerdis Wees duidelijk tegen je klanten 3 In onze training Klantgerichtheid en communicatie vroeg een cursist me onlangs of je tegen je klant kan zeggen dat hij extreem vervelend is. Dat hij onredelijk

Nadere informatie

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1 Kijkwijzer techniek Deze kijkwijzer is een instrument om na te gaan in welke mate leerlingen een aantal competenties bezitten. Door middel van deze kijkwijzer willen we verschillende doelen bereiken: Handvatten

Nadere informatie

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten Tot een geloofsgesprek komen I Ontmoeten Het geloofsgesprek vindt plaats in een ontmoeting. Allerlei soorten ontmoetingen. Soms kort en eenmalig, soms met mensen met wie je meer omgaat. Bij de ontmoeting

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Competence Navigator - Individueel rapport. Piet Pienter 16.03.2015. Competence Navigator - Individueel rapport Piet Pienter 16.03.2015 11:05 1.

Competence Navigator - Individueel rapport. Piet Pienter 16.03.2015. Competence Navigator - Individueel rapport Piet Pienter 16.03.2015 11:05 1. 16.03.2015 16.03.2015 11:05 1. Algemene verdeling van de indicaties Aantal deelnemers: 7, Aantal indicaties 136 / 140 In het 360 diagnose proces over jouw competenties, hebben 7 mensen, waaronder jijzelf,

Nadere informatie

Competentiedatabank HeRMAN. Algemene kennis

Competentiedatabank HeRMAN. Algemene kennis Competentiedatabank HeRMAN Competentie Definitie Expert: gedragsindicatoren Goed: gedragsindicatoren Minder goed: gedragsindicatoren Leek: gedragsindicatoren Algemene kennis Lezen Kennis hebben van de

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd Assertiviteitstest Kun je duidelijk jouw grenzen aangeven? Vink steeds het antwoord aan dat het best bij je past. 1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven.

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Luisteroefening 1 - Actief luisteren

Luisteroefening 1 - Actief luisteren 1. Communicatie 1.6 Oefeningen c. Luisteroefening 1 - Actief luisteren Doelstelling: Deze luisteractiviteit helpt leerlingen hun luistervaardigheden te verbeteren en na te denken over wat goed en slecht

Nadere informatie

Persoonlijke ontwikkeling

Persoonlijke ontwikkeling Zomer Persoonlijke ontwikkeling GEDRAG Je houdt je aan regels en afspraken Je kunt je beurt afwachten Het omgaan met teleurstelling lukt Je komt er altijd eerlijk voor uit als er iets fout is gegaan OMGAAN

Nadere informatie

Naam: Datum: Ik-Wijzer

Naam: Datum: Ik-Wijzer Ik-Wijzer Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert C December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT C 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl 13 Acquisitietips AngelCoaching Coaching en training voor de creatieve sector Tip 1 Wat voor product/dienst ga je aanbieden? Maak een keuze, niemand kan alles! Tip 1 Veel ondernemers zijn gezegend met

Nadere informatie

Rapport Sales 360. Test Kandidaat

Rapport Sales 360. Test Kandidaat Rapport Sales 360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het rapport

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

3 Mijn profiel... 1. Zelfevaluatie stap 1... 1. Zelfevaluatie stap 2... 2. Zelfevaluatie stap 3... 6. Zelfevaluatie stap 4... 10

3 Mijn profiel... 1. Zelfevaluatie stap 1... 1. Zelfevaluatie stap 2... 2. Zelfevaluatie stap 3... 6. Zelfevaluatie stap 4... 10 PDF processed with CutePDF evaluation edition www.cutepdf.com 3 Mijn profiel... 1 Zelfevaluatie stap 1... 1 Zelfevaluatie stap 2... 2 Zelfevaluatie stap 3... 6 Zelfevaluatie stap 4... 10 1 pdracht samenwerken...

Nadere informatie

Persoonlijk Rapport Junior Scan

Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijke gegevens Naam test junior Datum test 02/09/2011 (17:19) Jouw ondernemersprofiel In vergelijking met het branche normprofiel geeft jouw profiel het volgende

Nadere informatie

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten BOL 1 e jaars AG studenten In de beroepspraktijk verwacht men van je dat je kunt opkomen voor jezelf en voor je opvattingen over je stage, de hulpverlening etc. Men verwacht tegelijkertijd dat je dit op

Nadere informatie

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 Opdrachtformulier Feedback geven

Nadere informatie

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen? Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen? Samenwerkingsverband NIP-NVO zorg voor mensen met een verstandelijke beperking 2014 1 Inhoud Voorwoord 3 Wat doet de psycholoog of orthopedagoog? 5

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert D December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT D 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend D December 2009 LEIDINGGEVEND D 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend D

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek,

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek, 4 INZICHTEN De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek, waarbij 37 trainers en coaches een seizoen lang intensief zijn gevolgd. Dit onderzoek

Nadere informatie

Deskundige ICT - systeembeheerder

Deskundige ICT - systeembeheerder 1. FUNCTIEDOEL De deskundige ICT levert samen met zijn/haar collega s expertise informatie, diensten en producten af aan de interne klanten, met de nodige kwaliteitsvereisten, volgens de juiste procedures

Nadere informatie

Persoonlijke rapportage van B. Smit

Persoonlijke rapportage van B. Smit Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

2. Procedures en instructies opvolgen 2. De leerling leert instructies en procedures op te volgen Dagbesteding & Arbeid

2. Procedures en instructies opvolgen 2. De leerling leert instructies en procedures op te volgen Dagbesteding & Arbeid VSO LEERLIJN LEREN LEREN LEERJAREN 1, 2 & 3 DEZE LEERDOELEN KOMEN UIT DE LEERLIJN VOORBEREIDING OP DAGBESTEDING & ARBEID PUNT 3.1 T/M 3.8 Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/ 1. Samen en overleggen

Nadere informatie

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule Een klacht is een kans. Wanneer een klant de moeite neemt om zijn onvrede te laten blijken, biedt dat je de mogelijkheid de klant alsnog tevreden te stellen

Nadere informatie

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren)

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren) VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren) VSO LEERLIJNEN VOORBEREIDING OP DAGBESTEDING & ARBEID CED-Groep 2012 Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/ Arbeid 1.1. Verkennen

Nadere informatie

De loopbaanchecklist

De loopbaanchecklist De loopbaanchecklist Met deze checklist ga je voor je zelf na hoe het gesteld is met de manier waarop je jouw loopbaan stuurt. Bij het beantwoorden van de vragen gaat het niet direct om andere banen, je

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Competenties en talenten in het vrijwilligerswerk. Studiedag Week van de Vrijwilliger 28/2

Competenties en talenten in het vrijwilligerswerk. Studiedag Week van de Vrijwilliger 28/2 Competenties en talenten in het vrijwilligerswerk Studiedag Week van de Vrijwilliger 28/2 Stelling 1 Waarom zou je? Een echt win-win! Een sterkere ploeg waardoor je vlotter kunt werken aan je doelstelling

Nadere informatie

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben IK WIJZER Ik wil graag weten wie ik ben Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Copyright DilemmaManager B.V. Pagina 2 van 8 1 Inleiding Hallo Ruben, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer.

Nadere informatie

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo Sander, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk vindt.

Nadere informatie

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan 08540 LerenLoopbaanBurgerschap 10-04-2008 08:28 Pagina 1 ontwikkelingsproces 1+2 1 2 3 4 5 6 7 Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan Leren, Loopbaan en Burgerschap Wat laat

Nadere informatie

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. Bij SNAP leren we ouders en kinderen vaardigheden om problemen op te lossen en meer zelfcontrole te ontwikkelen. Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. SNAP (STOP

Nadere informatie

O&O-competentietest. Ben je een onderzoeker of een ontwerper, een denker of een doener? O&O-competentietest van: Ingevuld door: Datum:

O&O-competentietest. Ben je een onderzoeker of een ontwerper, een denker of een doener? O&O-competentietest van: Ingevuld door: Datum: O&O-competentietest Ben je een onderzoeker of een ontwerper, een denker of een doener? O&O-competentietest van: Ingevuld door: Datum: Ontwikkeld door Expertisecentrum technasium Januari 007 Vormgeving

Nadere informatie

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend PO Leerlijn leren leren Vakoverstijgend PI-7 LEERLIJN LEREN LEREN - VERSIE MAART 2009* Voor leerlingen die niet vanzelfsprekend aan het leren gaan. De leerlingen leren belangstelling hebben voor de wereld

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7

Nadere informatie

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1 Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling Zelfbeeld 1. Gebruikt en begrijpt het woord wij. 2. Ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de anderen in de groep. 3. Toont non-verbaal

Nadere informatie

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Pagina 1 van 7 BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Voorafgaand aan het gebruik van de BECCI checklist: Maak a.u.b. gebruik van de toegevoegde handleiding met een gedetailleerde uitleg over hoe

Nadere informatie

Sales Skills Monitor. Rapportage. johndoe@live.nl. woensdag 8 januari 2014

Sales Skills Monitor. Rapportage. johndoe@live.nl. woensdag 8 januari 2014 woensdag 8 januari 2014 Rapportage Een competentie is een samenspel van wat je weet, kunt, wilt en wat je durft. Het gaat dus om dit klavertje-vier dat een verkoper in staat stelt in concrete situaties

Nadere informatie

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat Rapport Team Competenties i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor

Nadere informatie

Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Dit volume is goed, dit moet ik zo houden.

Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Dit volume is goed, dit moet ik zo houden. Wie Citaat feedback Wat? (Interpreteren) Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Wat & waarom? (Vervolg vraag) Goed volume in je stem. Het volume van mijn stem is zodanig dat de informatie goed te horen

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. Rapport 360 -feedback Voorbeeldrapport

VERTROUWELIJK. Rapport 360 -feedback Voorbeeldrapport VERTROUWELIJK Rapport 36 -feedback Voorbeeldrapport 7-2-215 www.talentfactor.nl Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Sterkte / zwakte analyse... 4 3 Score top 5... 6 4 Verschil eigen score en omgevingsscore...

Nadere informatie

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding Methodisch werken binnen Lang Verblijf woonzorg en dagbesteding 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Gentle Teaching 4 Middelen 5 Voor wie is Gentle Teaching? 5 3. Competentievergrotend werken 6 Middelen

Nadere informatie

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

5 Assertiviteit. 1 Inleiding DC 5 Assertiviteit 1 Inleiding Als SAW er zul je regelmatig in situaties terecht komen waarin je duidelijk moeten maken wat je wel of niet wilt. Bijvoorbeeld omdat een cliënt op een activiteitenafdeling

Nadere informatie

GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer

GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer 10 GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer www.fokjeritsma.nl info@fokjeritsma.nl 2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Wees je bewust van je doel... 6 Bellen: een uitstekend instrument... 6 Systeem... 7

Nadere informatie

GEDRAGSCODE FRANCISCUSSCHOOL

GEDRAGSCODE FRANCISCUSSCHOOL Inleiding GEDRAGSCODE FRANCISCUSSCHOOL Goede leerprestaties kunnen bereikt worden als leerlingen en leerkrachten met plezier naar school gaan. Respect en zorg voor elkaar, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid

Nadere informatie

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ...

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ... P1 VOORBEELD OBSERVATIE-INSTRUMENT GROEP klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit PRESENTATIE stemgebruik taalvaardigheid non-verbaal communiceren professionele houding PERSOON

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

Intakewerkblad DEELNEMER ART.60:. PROJECT BEGELEIDER INSCHAKELINGSCOACH BEGELEIDER OCMW..

Intakewerkblad DEELNEMER ART.60:. PROJECT BEGELEIDER INSCHAKELINGSCOACH BEGELEIDER OCMW.. Intakewerkblad DEELNEMER ART.60:. PROJECT BEGELEIDER INSCHAKELINGSCOACH BEGELEIDER OCMW.. Instructies Dit werkblad hoort bij het intake-formulier. Het dient als kapstok voor een structuur in de gesprekken

Nadere informatie