Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2016.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2016."

Transcriptie

1 Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar.

2 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: adres: Eindverantwoording: Aantal pagina s: Trefwoorden: Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar. in samenwerking met Visserij Service Nederland Q.A.A. de Bruijn & H. Vis Veluwehaven Postbus GC NIEUWEGEIN Visserij Service Nederland Projectnummer: Jan H. Kemper Visstandonderzoek, visstand, bestandschatting, stilstaande wateren, smalle stromende wateren VA_ Datum: Versie: Februari Definitief_ Opdrachtgever: Contactpersoon: Agentschap Natuur en Bos Chris van Liefferinge Op de voorpagina: De Grote Beek in de Vallei van de Drie Beken Bibliografische referentie Q.A.A. de Bruijn & H. Vis,. Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar., Nieuwegein. Projectnummer VA_, pag. Copyright: Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets uit dit document worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van.

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding... Algemeen... Doelstelling... Leeswijzer... Materialen en methode... Onderzoeksgebied... Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal... Vossemvijver... Groene Beemd... Vallei van de Drie Beken... Strategie en methode... Vistuigen... Overzicht visserijinspanning... Verwerking van vangst... Beoordeling visstand... Beoordelingscriteria... Omgevingsfactoren... Viswatertypering... Resultaten... Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal... Algemeen... Vissoortsamenstelling... Predator-prooiverhouding... Populatieopbouw... Conditie... Viswatertype... Bepotingsgegevens... Vergelijking eerder onderzoek... Hengelvangstgegevens... Vossemvijver... Algemeen... Vissoortsamenstelling... Predator-prooiverhouding... Populatieopbouw... Conditie... Viswatertype... Bepotinggegevens... Vergelijking eerder visstandonderzoek... Hengelvangstgegevens... Hengeltevredenheid... Groene Beemd... Algemeen... Vissoortsamenstelling... Predator-prooiverhouding...

4 Inhoudsopgave Literatuur Populatieopbouw... Conditie... Viswatertype... Bepotingsgegevens... Vergelijking eerder visstandonderzoek... Hengelvangstgegevens... Vallei van de Drie Beken... Algemeen... Vissoortsamenstelling... Predator-prooiverhouding... Populatieopbouw... Conditie... Viswatertype... Bepotingsgegevens... Vergelijking eerder visstandonderzoek... Discussie... Uitvoering bemonstering... Vergelijking gelijkaardige wateren... Visuitzettingen... Beleid ANB... Duurzame oplossing... Conclusies en aanbevelingen... Conclusies... Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal... Vossemvijver... Groene Beemd... Vallei van de Drie Beken... Aanbevelingen voor visserij en visstandbeheer... Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal... Vossemvijver... Hengelvijver en Achterliggende Vijver Groene Beemd... Vallei van de Drie Beken... Algemene aanbevelingen Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Geografische kaarten beviste trajecten GPS coördinaten beviste trajecten Vangstgegevens per locatie Lengte-frequentie grafieken Conditiegrafieken Wetenschappelijke benaming, afkortingen en + grenzen

5 Samenvatting In augustus, september en november is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onderzoek uitgevoerd naar het visbestand in enkele wateren in de Provincie VlaamsBrabant, om zo de lacunes in de kennis over de vissoortensamenstelling en de totale visbiomassa in de wateren op te heffen. Op basis van de huidige visstand is advies uitbracht met betrekking tot het huidige viswatertype, het na te streven viswatertype en het daar bijbehorende visstandbeheer (herbepoting etc.) en inrichting van het viswater. Het betreft de Hengelvijvers Groenendaal in Hoeilaart, Vossemvijver in Tervuren, de Groene Beemd in Sint Pieters-Leeuw en de Vallei van de Drie beken. De meervormige wateren zijn klein in omvang en variëren van, tot, hectare. De Vallei van de Drie beken bestaat uit drie beken die vanuit Limburg tot in Diest stromen. In de meervormige wateren is elektrovisserij- en zegenvisserij uitgevoerd. In de waterlopen van de Vallei van de Drie Beken is alleen elektrovisserij uitgevoerd. In de Hengelvijver van Groenendaal wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn zes vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door snoek (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door rietvoorn (%), baars (%) en snoek (%). Het water komt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij rietvoorn-snoek viswatertype wat tevens het verwachte doeltype is voor de (nabije) toekomst. In de Putselvijver van Groenendaal wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn zes vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door paling (%), snoek (%) en zeelt (%). Het water komt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij rietvoorn-snoek viswatertype wat tevens het verwachte doeltype is voor de (nabij) toekomst. In de Vossemvijver wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn vissoorten aangetroffen en één hybride. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door karper (%), baars (%) en snoek (%). Het water komt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij een blankvoorn-snoek viswatertype. In de Hengelvijver van de Groene Beemd wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door giebel (%), brasem (%) en karper (%). Het water ligt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij een blankvoorn-brasem viswatertype. In de Achterliggende Vijver van de Groene Beemd wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (%), giebel (%) en brasem (%). Het water ligt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand tussen een blankvoorn-brasem en blankvoorn-snoek viswatertype in. In de waterlopen van de Vallei van de Drie Beken wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. De hoogste biomassa s zijn aangetroffen in de benedenloop van de waterlopen (locaties,, en ). Er zijn vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door riviergrondel (%), giebel (%) en paling (%). De visstand in de Vallei van de Drie Beken komt deels overeen met de typische visstand in Kempense beken. Op dit moment is er geen aanleiding om de komende vijf jaar vis uit te zetten in de Vallei van de Drie Beken. Voor de overige wateren is een bepotingsvoorstel uitgewerkt.

6 Inleiding. Algemeen In het Vlaamse Gewest bevinden zich diverse meervormige, stilstaande viswateren die van belang zijn voor de openbare visserij. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is verantwoordelijk voor het visstandbeheer in deze wateren. Een lacune in de kennis van de visstand in dergelijke wateren is het ontbreken van informatie over de totale visbiomassa. In het kader van het visstandbeheer is het daarom gewenst om door middel van onderzoek een beter inzicht te krijgen in de visstand in deze wateren. Op basis hiervan kunnen vervolgens streefbeelden en prioriteiten worden opgesteld en kunnen aanbevelingen worden gedaan naar het te voeren visstandbeheer met betrekking tot het beheer, de inrichting en het uitzettingsbeleid op deze wateren.. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft opdracht verleend om onderzoek uit te voeren naar het visbestand in: Hengelvijvers Groenendaal (Hengelvijver en Putselvijver), Vossemvijver, Groene Beemd (Hengelvijver en Achterliggende Vijver) en Vallei van de Drie Beken. Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is als volgt geformuleerd: Op basis van de huidige visstand, advies uitbrengen met betrekking tot: Het na te streven viswatertype (doeltype) Het daar bijbehorende visstandbeheer (herbepoting etc.) en inrichting van het viswater. De huidige visstand en viswatertype is bepaald op basis van de: o vissoortsamenstelling (aantal en kg/ha), o populatieopbouw o ecologische gilden o predator-prooiverhouding o omgevingsfactoren. Leeswijzer Na deze inleiding volgt het hoofdstuk materialen en methoden waarin het onderzoeksgebied, gebruikte technieken en de methode van visserijen zijn beschreven. De resultaten zijn beschreven in hoofdstuk en opgedeeld in vier aparte paragrafen, in ieder paragraaf wordt de visstand van een viswater beschreven. Na de resultaten volgen de discussie, conclusie en aanbevelingen.

7 Materialen en methode. Onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied omvat drie stilstaande viswateren en een stelsel met beken in de Provincie Vlaams-Brabant (figuur.). Het betreft de Hengelvijvers Groenendaal in Hoeilaart, Vossemvijver in Tervuren en de Groene Beemd in Sint Pieters-Leeuw. Het oppervlakte van de wateren varieert van, tot, hectare. De Vallei van de Drie beken bestaat uit drie beken die vanuit Limburg tot in Diest stromen. figuur. De ligging van de viswateren in het onderzoeksgebied. Groenendaal,. Vossemvijver,.Groene Beemd en. Vallei van de drie beken... Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal De wateren van Groenendaal bestaan uit twee vijvers: de Lindevijver of Hengelvijver en de Putselvijver. De Hengelvijver heeft een oppervlakte van, ha en heeft dieptes variërend van, tot meter. De Putselvijver heeft een oppervlakte van, ha en heeft dieptes variërend van tot, meter. Beide vindt hengelsport plaats. Beide wateren zijn in gebaggerd. De noordelijke en westelijke oevers van de Hengelvijver zijn ingericht als een ondiepe moeraszone en zorgt voor paai- en opgroeigebied voor vis. De zuidelijke en oostelijke oevers bestaan uit damwand. Bij de aanleg van de moeraszone werd slib met een goed ontwikkelde moerasvegetatie uit de Putselvijver gebruikt. In beide wateren is het wateroppervlak bedekt met flab. Voorafgaand van de bemonstering is het flab geruimd. figuur. Hengelvijvers Groenendaal. Links: Hengelvijver, rechts: Putselvijver.

8 .. Vossemvijver De Vossemvijver in de park Tervuren heeft een oppervlakte van, hectare met een maximale diepte tot meter. De oevers zijn bekleed met schanskorven en op enkele stukken begroeid met riet (figuur.). In het midden van het water ligt een eilandje met een ondiepe zone. De onderwaterplanten bedekken % van de bodem. Vermoedelijk gaat het hier om grof hoornblad. In is de Vossemvijver geleegd en opnieuw heringericht. Het water staat in verbinding met andere omliggende vijvers via overlopen. De Vossemvijver wordt gevoed door een beek. De beek is niet optrekbaar in bovenstroomse richting. figuur. Vossemvijver... Groene Beemd De vijvers van de Groene Beemd zijn verdeeld in twee vijvers die met elkaar in verbinding staan via een slootje en een duiker. Beide vijvers hebben een oppervlakte van ha. Het is niet duidelijk of er uitwisseling is van vis tussen beide vijvers. In de Hengelvijver (eerste vijver bij het oprijden van het terrein) wordt intensief bevist. De andere vijver, de Achterste vijver wordt minder intensief bevist. De Hengelvijver heeft dieptes tot anderhalve meter. De oevers bestaan uit houten damwand met daarlangs rietkragen, overhangende bomen en struiken. De oevers lopen steil weg. De Achterliggende Vijver heeft dieptes tot één meter. De oevers bestaan voor een groot gedeelte uit houten damwand begroeid met riet, overhangende bomen en struiken. Enkele oevers zijn flauw aflopend en begroeid met moerasvegetatie (figuur.). figuur. Groene Beemd. Links: hengelvijver (diepe vijver) en rechts Achterliggende Vijver... Vallei van de Drie Beken De Vallei van de Drie Beken is een Vlaams Natuurreservaat in het stroomgebied van de Winterbeek, een zijrivier van de Demer. Het natuurreservaat strekt zich uit in zuidwestelijke richting van de Paalse Plas tot Molenstede, ten noordwesten van Diest, heeft een oppervlakte van ongeveer ha en werd opgericht in. Het gebied dankt zijn naam aan de drie beken die naast elkaar stromen: de Kleine, Middel-, en Grote Beek. Een groot deel van het natuurreservaat kent een historische vervuiling van Tessenderlo Chemie. Tessenderlo Chemie heeft in het verleden jarenlang

9 hoge chloor- en cadmiumconcentraties in het water van de Grote Beek (Winterbeek) geloosd. In het kader van de verlenging van de milieuvergunning, heeft Tessenderlo Chemie de hoge chlorideconcentraties sterk verminderd. Een ecologisch herstel is duidelijk zichtbaar. De visstand in de Vallei van de Drie Beken wordt om de twee jaar onderzocht om het herstel nauwlettend te volgen. In en zijn de beken al onderzocht. figuur. Vallei van de Drie Beken. Links: Rijselsestraatvliet, midden: Kleine beek en rechts: de Grote Beek.. Strategie en methode De bemonstering is uitgevoerd volgens de bevist oppervlak methode (BOM), zoals die wordt beschreven in het STOWA handboek visstandbemonstering (Klinge et. al, ) en het handboek Hydrobiologie (Bijkerk, ). Bij deze methode wordt een, van te voren vastgesteld wateroppervlak, op gestandaardiseerde wijze bevist met een vangtuig waarvan het vangstrendement bekend is. Uit de vangsten en de beviste oppervlaktes wordt met behulp van de rendementen de omvang en samenstelling van de visstand berekend. Voor een betrouwbare schatting van de visstand is het van belang dat er een gedegen inzicht is in de vissoortsamenstelling en de populatieopbouw van de verschillende vissoorten. De oeverzones van de te bemonsteren locaties zijn allen met behulp van elektrovisserij bevist. De visstand in open wateren is met behulp van zegenvisserij in beeld gebracht. Met de zegenvisserij kan naast een kwalitatieve ook een kwantitatieve bepaling van de visdichtheid en visbiomassa worden uitgevoerd. Door inzet van beide typen visserijen wordt beoogd een correct beeld te krijgen van de vissoortsamenstelling en populatieopbouw op de onderzoeklocaties. Bij de Vallei van de Drie Beken is een andere bemonsteringsmethode toegepast. De trajecten zijn vooraf door het ANB toegewezen en worden om de twee jaar bemonsterd om veranderingen in de visstand waar te kunnen nemen. De beken zijn in en al eerder bemonsterd (Van Giels & Hop & ). Net als in de voorgaande onderzoeken zijn de beken met de depletiemethode bemonsterd. Trajecten van meter worden afgezet met keernetten en een eerste keer elektrisch afgevist. Afhankelijk van de omstandigheden op de locatie is het traject vanuit een boot of wadend bevist. De vangst wordt verwerkt en buiten het traject uitgezet. Daarna wordt het traject een tweede keer afgevist en verwerkt De bestandschatting voor de Vallei van de drie beken is berekend met behulp van de formule van Seber & Le Cren (); Bestandschatting (aantal) = c/(c-c) c = vangst eerste afvissing c = vangst tweede afvissing Deze toegepaste methode is afhankelijk van twee succesvolle afvissingen, waarbij de vispopulatie in het bemonsterde traject geïsoleerd is van de rest van het systeem. De voorwaarden die voor deze methode gelden zijn; de eerste vangst dient groot genoeg te zijn om een significant effect te hebben op de populatie, de tweede vangst dient kleiner te zijn dan de eerste vangst,

10 de inspanning van de tweede afvissing dient gelijk te zijn aan de eerste afvissing, waarbij aangenomen wordt dat de vangbaarheid van de overgebleven vissen gelijk is, er is geen toevoer of afvoer van vis tussen de twee afvissingen, de populatie is volledig vangbaar. Op bovenstaande wijze is per locatie een bestandschatting verkregen voor elke aangetroffen vissoort (totaal van alle lengteklassen). Een bestandschatting wordt als nauwkeurig geclassificeerd indien de geschatte onder- en bovengrenzen (% betrouwbaarheidsinterval) niet meer dan % afwijken van het geschatte bestand. Door middel van de gemiddelde biomassa van de vangst (per soort) van elke locatie is een bestandschatting in biomassa verkregen. De bestandschatting van de gehele beek is verkregen door een naar oppervlakte gewogen gemiddelde te berekenen van de individuele locaties. Voor enkele vissoorten voldeden de vangstresultaten van de afvissingen niet altijd aan de voorwaarden die gelden voor de toegepaste methode (c c). Dit betekent dat de eerste afvissing geen significant effect op de populatie heeft gehad. In Van Giels & Hop () werd eenzelfde patroon waargenomen. Om toch een indruk van de omvang van het bestand te krijgen is besloten om het standaardrendement van het elektrovisapparaat in lijnvormige wateren (%) toe te passen op de totale vangst (per traject) van de specifieke soort. De op deze wijze verkregen bestandschatting heeft een beperkte waarde en dient enkel ter indicatie... Vistuigen De oeverzones zijn bemonsterd met een kw elektrovisaggregaat (figuur.). Dit gebeurt overdag, vanuit een boot. Bij de Vallei van de Drie Beken is afhankelijk van de omstandigheden per traject bemonsterd vanuit een boot met het elektrovisaggregaat of wadend met een draagbaar elektrovisapparaat (DEKA). Het open water is bevist met de meter handzegen of meter hydraulische zegen, die met behulp van een boot en minimaal twee personen in een cirkel is uitgevaren (rondvissen, zie figuur.). Tijdens het uitvaren is met behulp van een GPS de exacte omtrek van de zegentrek bepaald. figuur. Zegenvisserij (links), elektrovisserij vanuit een boot (midden) en elektrovisserij wadend (rechts)... Overzicht visserijinspanning In tabel. zijn de visserijinspanningen weergegeven per viswater en bemonsteringstechniek. Gezien de beperkte omvang van de wateren van de Hengelvijvers Groenendaal en de Groene Beemd is gekozen voor het vissen met een meter handzegen. Bij de Hengelvijvers Groenendaal zijn de volledige oevers van de wateren afgevist. In de Vossemvijver is de meter hydraulische zegen ingezet. Van de vier zegentrekken zijn drie zegentrekken succesvol uitgevoerd. Bij de tweede zegentrek was het niet mogelijk om de zegen binnen te halen doordat deze vol zat met waterplanten. De zegen moest worden omgekeerd waarbij de vangst verloren is gegaan. Deze trek is niet meegenomen in de berekening. De zegentrek die verloren is gegaan is gecompenseerd met een extra elektrotraject. Omdat de biomassa wordt berekend op basis van een gewogen gemiddelde tussen de oeverzone en het open water, heeft deze aanpassing geen noemenswaardige invloed op het resultaat.

11 De Vallei van de Drie Beken is bevist met elektrovisserij. Locaties,, en zijn wadend bevist een draagbaar elektrovisapparaat. De overige locaties zijn bemonsterd vanuit een boot. De locaties die wadend zijn bevist liggen in de bovenloop van de beken. De locaties,,,, en liggen allen in de Grote Beek (hoofdloop, verschillende delen worden anders benoemd). De namen uit figuur. komen exact overeen met die uit eerdere rapportages. Locatie ligt in de Kleine beek en locatie in de Rijselsestraatvliet. Locatie ligt in het stuk waar de Grote beek en de Kleine beek samen verder stromen. figuur. Schematische weergaven van de Vallei van de Drie Beken en de bemonsterde locaties tabel. Overzicht van de visserijinspanning per viswater. * met DEKA wadend bevist. Nr. Viswater Deelgebied Elektrovisserij (N=trajecten / meter) Zegenvisserij (N= trekken m zegen /oppervlakte). Hengelvijvers Groenendaal Hengelvijver ( m) (, ha) Putselvijver ( m) (, ha) ( m) (, ha) Hengelvijver ( m) (, ha) Achterliggende Vijver ( m) (, ha) Hulpe (L) ( m) Zwarte Water (L) ( m) Grote Beek (L) ( m) Grote Beek (L) ( m) Winterbeek (L) ( m)* Kleine Beek (L) ( m)* Kleine Beek (L) ( m)* Kleine Beek (L) ( m) Rijselsestraat Vliet (L) ( m)* Kleine Beek L() ( m). Vossemvijver. Groene Beemd... Vallei van de Drie Beken Verwerking van vangst Bij de verwerking van de vis is gewerkt volgens de geldende richtlijnen uit het handboek Hydrobiologie. De vis is zo snel mogelijk verwerkt en bij grote vangsten zijn deelmonsters genomen, zodat de overige vis direct kon worden teruggezet. Men neemt de deelmonsters op gewichtsbasis, nadat de vis gesorteerd is in functionele groepen. Alle gevangen vis werd weer teruggezet. Het water in de opslagteilen is tijdig ververst en waar nodig belucht om zuurstoftekort te voorkomen. Door gebruik te maken van gedegen materiaal (knooploze beugels e.d.) is de kans op beschadiging geminimaliseerd.

12 . Beoordeling visstand.. Beoordelingscriteria De visstand wordt beoordeeld op basis van verschillende criteria. In de eerste plaats wordt de visstand ingedeeld op basis van de vissoortsamenstelling. Ten tweede op basis van de ecologische gilde waartoe de vissoort behoort. Dan de indeling op basis van roofvis/prooi, waarbij de verhouding tussen beide groepen van belang is. Op basis van een representatief aantal individuele vislengtes wordt per vissoort de populatieopbouw bepaald en beoordeeld. Tenslotte is de conditie van de meest abundante soorten beoordeeld op basis van de conditiefactor.. Vissoortsamenstelling Voor elke locatie is de vissoortsamenstelling bepaald op basis van de verhouding waarin de verschillende vissoorten worden aangetroffen. De indeling wordt apart bepaald op basis van het aantal (n/ha) vissen per vissoort en de totale biomassa (kg/ha) per vissoort. Voor bestandschattingen volgens STOWA richtlijnen zijn de volgende stappen doorlopen (Geldt niet voor Vallei van de Drie Beken): de vangst van de afzonderlijke trajecten/trekken is gecorrigeerd voor het rendement van het vangtuig en de toegepaste bemonsteringsmethode en per deelgebied gesommeerd; de som is gedeeld door het beviste oppervlak per deelgebied, wat resulteerde in een bestandschatting voor het deelgebied; het totale bestand per water is berekend door het naar oppervlak gewogen gemiddelde te nemen van de schattingen per deelgebied; Voor de omrekening van lengte naar gewicht en totale visbiomassa, is gebruik gemaakt van de door de STOWA voorgeschreven lengte- gewichtrelaties (Klein Breteler & de Laak, ). In bijlage VI is een overzicht gegeven van de + bovengrens van de verschillende vissoorten.. Ecologische gilden Naast de vissoortsamenstelling, zijn de aangetroffen vissoorten op haar beurt weer ingedeeld in ecologische groepen (gilden). De ecologische groepen werden voor geheel Europa bepaald op basis van verschillende geografische zones in de rivier (Noble & Cowx, ). De eerste zone begint bij de oorsprong van de rivier als snelstromende beek en eindigt in het estuarium met de overgang naar zout water. Door de vele menselijke ingrepen zijn de meeste wateren nog weinig oorspronkelijk. Toch wordt gebruik gemaakt van deze zone indeling. De indeling van de gildes is aan de hand van de richtlijnen die worden beschreven in het Handboek Hydrobiologie (Bijkerk, ). De volgende groepen kunnen worden onderscheiden: Eurytope soorten (Eury) Deze vissoorten komen voor over een breed traject van milieugradiënten. Alle stadia van deze vissoorten komen zowel in stilstaand als stromend water voor en kunnen in vrijwel elk type zoetwater overleven. Tot deze groep behoren de meest voorkomende soorten. Limnofiele soorten (Li) Deze vissoorten zijn in alle levensstadia gebonden aan stilstaand water met een rijke begroeiing. Deze soorten zijn voornamelijk de begeleidende soorten van de brasemzone. Snoek is daar een uitzondering op, die kom ook in klein stromend water voor met waterplanten of andere schuilgelegenheden. Rheofiele vissoorten (Rh) Deze vissoorten zijn in sommige levensstadia gebonden aan stromend water. Het water moet in verbinding staan met een beek, de rivier of de zee. Deze vissoorten zoeken in de paaitijd stro

13 mend water op, maar verblijven als volwassen vis veelal in stilstaand water. Rheofiele soorten zijn weer verder onderverdeeld in drie subgroepen: - Partieel rheofiele soorten (Rp) Sommige levensstadia van deze vissoorten zijn gebonden aan stromend water. Het water moet in verbinding staan met beek of rivier. Deze vissoorten zoeken in de paaitijd stromend water op, maar verblijven als volwassen vis veelal in stilstaand water. - Obligaat rheofiele soorten (Ro) Deze vissoorten zijn in alle levensstadia gebonden aan stromend water. Een verbinding met zee is niet noodzakelijk voor deze vissoorten. - Rheofiel zoet-zout (Rz) Dit zijn stroomminnende soorten die van zout naar zoet of andersom migreren om te paaien. Anadrome vissoorten zoals zalm, zeeforel, steur en houting migreren van zout naar zoet om te paaien. Katadrome vissoorten zoals paling migreren van zoet naar zout om te paaien. Exoten (Ex) Ondanks dat exoten niet een specifiek stromingsgilde vormen, wordt deze wel als zodanig gepresenteerd. Dit is vastgelegd in het Handboek Hydrobiologie (Bijkerk, ) en toegepast in deze rapportage.. Predator- prooiverhouding De predator- prooiverhouding is een belangrijk aspect bij populatie dynamica in de visstand. Om in heldere wateren een gevarieerde visstand te ontwikkelen is een roofvisbestand van tot kg/ha voldoende om het aandeel prooivissoorten en bodem woelende vissoorten te beperken (Hosper, et al., ). Volgens Welsch & Lindal () ontstaat een evenwicht in de visstand bij een predator/prooiverhouding tussen :, en :, (op basis van de biomassa). Uitgegaan wordt van onderzoek in de Nederlandse situatie waarbij het evenwicht is bepaald bij een verhouding tussen : en, (Hop, ). Bij een verhouding < : heeft de roofvis een sterk regulerend effect op aandeel planktivore en bodem woelende vissoorten. Bij een verhouding > :, is er onvoldoende roofvis aanwezig om het aandeel planktivore en bodem woelende vissoorten te beperken. Onder roofvis wordt gerekend: snoek, snoekbaars, baars, meerval en roofblei Exemplaren > cm worden als roofvis aangemerkt. Alle overige vissoorten > cm worden aangemerkt als prooivis.. Conditie Van de meest voorkomende vissoorten zijn exemplaren op één gram nauwkeurig gewogen. Aan de hand van het werkelijke gewicht ten opzichte van het gemiddelde gewicht in de Nederlandse wateren (Klein Breteler & de Laak, ), is de conditiefactor bepaald. Een conditiefactor lager dan, geeft aan dat het gewicht van de vis niet in verhouding is tot zijn lengte. De conditie wordt dan als slecht beoordeeld. Een waarde boven de, geeft aan, dat het gewicht van de vis hoger is dan wordt verwacht op basis van de lengte. De conditie wordt dan als goed beoordeeld. Bij een waarde tussen, en, wordt de conditie als normaal beoordeeld.

14 .. Omgevingsfactoren De visstand wordt sterk beïnvloed door de omgevingsfactoren. De meest bepalende factoren zijn voor ieder waterlichaam beschreven:. Aanwezigheid van waterplanten, Oevertype, Doorzicht, Watertemperatuur, ph, Zuurstofgehalte, Elektrische geleidbaarheid (conductiviteit). Viswatertypering De laatste indeling is gebaseerd op viswatertypering. De drie wateren zijn getypeerd als stilstaande ondiepe wateren. Voor dit type water heeft de OVB (organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij) een viswatertypering opgesteld door Zoetemeyer & Lucas (). De indeling is gebaseerd op verschillende fasen die binnen het eutrofiëringsproces zijn te onderscheiden. Eutrofiëring leidt tot twee veranderingen in voor vis belangrijke habitat kenmerken: ) doorzicht, en ) begroeiing. Er zijn vijf verschillende visgemeenschappen gedefinieerd, van voedselarm tot sterk geëutrofiëerd met daarbij de meest opvallende vertegenwoordigers: Ondiep, voedselarm water met weinig tot geen waterplanten. Kenmerkende vissoorten zijn, baars en blankvoorn Ondiep, helder water met enige waterplanten, Kenmerkende vissoorten zijn rietvoorn en snoek Lichte eutrofiëring. Kenmerkende vissoorten zijn snoek en blankvoorn Matige eutrofiëring. Kenmerkende vissoorten zijn blankvoorn en brasem Sterk geëutrofiëerd troebel water zonder waterplanten. Kenmerkende vissoorten zijn brasem en snoekbaars Voor elk viswatertype is een maximale draagkracht bepaald. Vooropgesteld is dat de draagkracht geen streefbeeld is, maar een maat voor de maximaal haalbare visbiomassa. Deze kan enkel worden bereikt onder de meest optimale omstandigheden. De daadwerkelijke draagkracht van een water is afhankelijk van vele factoren, zoals het areaal paai- en opgroeigebieden, waterkwaliteit, voedselbeschikbaarheid, diepteprofiel, etc. De werkelijke draagkracht van een water is vaak lastig te bepalen. In een stabiele situatie is de actuele visbiomassa een goede afspiegeling van de draagkracht van een water. Daarentegen kan de draagkracht van een wateren ook in ontwikkeling zijn als gevolg van veranderingen in bijvoorbeeld de oeverstructuur, waterkwaliteit of de voedselbeschikbaarheid. Als gevolg van uitzettingen en onttrekkingen kan de actuele visstand afwijken van de draagkracht.

15 Resultaten. Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal.. Algemeen De bemonsteringen zijn uitgevoerd op november en zijn zonder problemen verlopen. In de hengelvijver en Putselvijver werd dit jaar () voor het eerst massale algenbloei met flabvorming waargenomen (tussen juli en oktober). Deze flab werd pas grotendeels geruimd eind oktober. Tijdens de bemonstering in de Hengelvijver was het water vrij helder met een doorzicht tot de bodem. Het water had een temperatuur van, C, een ph van,, een zuurstofgehalte van, mg/l en de geleidbaarheid was µs. In de Putselvijver was het water eveneens vrij helder met een doorzicht tot de bodem. Het water had een temperatuur van, C, een ph van,, een zuurstofgehalte van, mg/l en de geleidbaarheid was µs. Een kaart met de beviste trajecten per viswater is weergegeven in bijlage I. Bijlage II bevat de GPS coördinaten van de trajecten. Tenslotte zijn in bijlage III de vangsten per techniek en vissoort weergegeven... Vissoortsamenstelling In de Hengelvijver zijn zes vissoorten aangetroffen (tabel.). Baars, blankvoorn en snoek zijn de eurytope vissoorten. Kroeskarper, rietvoorn en zeelt zijn de limnofiele vissoorten. In tabel. zijn achtereenvolgens de bestandschattingen weergegeven met betrekking tot de visbiomassa (kg/ha) en in aantal/ha. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. De visbiomassa bestaat voor % uit eurytope vissoorten en % uit limnofiele vissoorten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door snoek (%). De biomassa bestaat vooral adulte exemplaren van snoek. Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door rietvoorn (%), baars (%) en snoek (%). Twee snoeken van en cm zijn door het INBO meegenomen naar de viskwekerij te Linkebeek voor opname in het kweekprogramma-snoekteelt. figuur. Een kroeskarper uit de Hengelvijver. tabel. Overzicht vissoortsamenstelling van de Hengelvijver, per lengteklasse in kg/ha (boven) en aantal/ha (onder). kg/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Blankvoorn Limnofiel Kroeskarper Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Gilde Naam Eurytoop Snoek +, -, >+-,,,, -,, >= Totaal,,,,, Perc. % % % % % - >=, Totaal, Perc. %, %, -, - Totaal -

16 aantal/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Blankvoorn Limnofiel Kroeskarper Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Gilde Naam Eurytoop Snoek + - > >= Totaal Perc. % % % % % - >= Totaal Perc. % % - - Totaal In de Putselvijver zijn net als in de Hengelvijver zes vissoorten aangetroffen (tabel.). Baars, paling en snoek zijn de eurytope vissoorten. Kroeskarper, rietvoorn en zeelt zijn de limnofiele vissoorten. In tabel. zijn achtereenvolgens de bestandschattingen weergegeven met betrekking tot de visbiomassa (kg/ha) en in aantal/ha. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. De visbiomassa bestaat voor % uit eurytope vissoorten en % uit limnofiele vissoorten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door paling (%), snoek (%) en zeelt (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door snoek (%), zeelt (%) en paling (%). Na de bemonstering zijn alle gevangen vissen overgeplaatst naar de Hengelvijver. In beide vijvers is het aandeel vis > cm beperkt tot paling en enkele zeelten. Dit zou kunnen duiden op overmatige predatie van aalscholvers maar hier zijn geen directe aanwijzingen voor gevonden. Andere factoren zoals periodiek lage zuurstofgehaltes kunnen hier ook een oorzaak van zijn. tabel. Overzicht vissoortsamenstelling van de Putselvijver, per lengteklasse in kg/ha (boven) en aantal/ha (onder). kg/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Aal/Paling Limnofiel Kroeskarper Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Gilde Naam Eurytoop Snoek + >+-,,,, -, -, -, - >=,,,, - - >= Totaal Totaal,,,,, Perc. % % % % % Totaal, Perc. %, % Totaal Perc. % % % % % Totaal Perc. % % aantal/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Aal/Paling Limnofiel Kroeskarper Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Gilde Naam Eurytoop Snoek + > >= - - Totaal.. - >= Predator-prooiverhouding In de Hengelvijver bestaat het roofvisstand uit snoek en enkele visetende baarzen (> cm) en heeft een omvang van, kg/ha. De omvang van de prooivissen is slechts, kg/ha. De predator-prooi verhouding is daarmee sterk uit evenwicht. Op kg roofvis is, kg aan prooivis (alle

17 vissen < cm) aanwezig. Deze verhouding van :, ligt ver onder de beoogde verhouding van : en :,. De roofvis oefent daarmee sterke druk uit op de prooivissen. In de Putselvijver is de predator-prooiverhouding net als in de Hengelvijver sterk uit evenwicht. Het roofvisstand bestaat uit jonge snoek en enkele visetende baarzen (> cm) en heeft een omvang van, kg/ha. De omvang van prooivissen is klein, slechts, kg/ha. Op kg roofvis is, kg aan prooivis (alle vissen < cm) aanwezig. Deze verhouding van :, ligt ver onder de beoogde verhouding van : en :,. De roofvis oefent daarmee sterke druk uit op de prooivissen... Populatieopbouw De lengtefrequentie verdeling van alle aangetroffen vissoorten is te vinden in bijlage IV. In figuur. zijn een aantal vissoorten van de Hengelvijver uitgelicht en in figuur. van de Putselvijver. De lengtefrequentie verdelingen zijn gebaseerd op de werkelijk gevangen aantallen per vissoort. In de Hengelvijver is de populatieopbouw van rietvoorn beperkt. De populatie bestaat voornamelijk uit + vissen tussen en cm en enkele tweedejaars vissen van en cm. Grotere exemplaren zijn niet aangetroffen. In de Hengelvijver is de populatieopbouw van snoek redelijk. De populatie bestaat vooral uit jonge + en tweedejaars exemplaren. Ook zijn enkele adulte exemplaren aangetroffen. Door het beperkte aanbod aan prooivis en de grootte van de vijvers zullen slechts enkele jonge snoekjes doorgroeien naar volwassen exemplaren. Het ANB heeft twee volwassen exemplaren meegenomen voor een kweekprogramma. Dit geeft enkele snoekjes de kans om door te groeien zonder dat zij ten prooi vallen aan grotere soortgenoten. Rietvoorn (n= ) Snoek (n= ) Populatieopbouw van rietvoorn en snoek in de Hengelvijver. In de Putselvijver is de populatieopbouw van zeelt beperkt. De populatie bestaat uit +, tweedeen derdejaars vissen. De grootste aangetroffen zeelt is cm. Het ontbreekt aan adulte exemplaren. In de vijver is de populatieopbouw van snoek ook beperkt. De populatie bestaat alleen een uit jonge + en tweedejaars vissen. Er zijn geen adulte exemplaren aangetroffen. Door het beperkte aanbod aan prooivis en de grootte van de vijvers zullen de jonge snoekjes het net als in de Hengelvijver moeilijk hebben om door te groeien naar volwassen exemplaren. figuur. Zeelt (n= )

18 Snoek (n= ) figuur. Populatieopbouw van zeelt en snoek in de Putselvijver... Conditie Conditiefactor,,,, figuur. In figuur. is de conditie van baars in de Hengelvijver weergegeven en in figuur. is de conditie van snoek in de Putselvijver weergegeven. In de Hengelvijver lag de gemiddelde conditiefactor van baars tegen de ondergrens aan van normaal (,). Van de gewogen exemplaren verkeerden exemplaren in slechte conditie. In de Putselvijver was de gemiddelde conditiefactor van snoek met, normaal. Van de gewogen snoeken verkeerden vier snoeken in slechte conditie en vijf in goede conditie. Baars (n= ), Conditiefactor van baars in de Hengelvijver. Snoek (n= ) Conditiefactor,,,,, figuur. Conditiefactor van snoek in de Putselvijver... Viswatertype De Hengelvijver en de Putselvijver van Groenendaal worden getypeerd als ondiepe stilstaande wateren. Beide wateren komen op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij rietvoorn-snoek viswatertype. Dit is samen met het snoek-blankvoornviswatertype het streeftype. Het snoek-blankvoornviswatertype heeft de voorkeur vanwege de hogere biomassa. Het visbestand bestaat uit soorten die onder plantenrijke en periodieke zuurstofarme omstandigheden gedijen, zoals rietvoorn, (jonge) snoek, zeelt en de kroeskarper. Deze vissoorten zijn kenmerkend van deze visgemeenschap. De wateren die tot het rietvoorn-snoek viswatertype behoren, zijn helder, matig voedselrijk en sterk begroeid met waterplanten. Dit komt overeen met de situatie voordat de waterplanten zijn geruimd. In de viswateren zorgt het beperkte aanbod aan fijn zoöplankton en de wegvraat van jonge witvis door de grote aantallen jonge snoekjes, er voor dat de aanwas van het witvisbroed gering is. De draagkracht voor vis van het rietvoorn-snoekviswatertype bedraagt (afhankelijk van de samenstelling van de waterbodem) tot kilogram per hectare. De wateren van de Hengelvijver ( kg/ha) en Putselvijver ( kg/ha) zitten daar flink onder. In dit watertype komt

19 de snoek doorgaans voor in hoeveelheden van maximaal kilogram per hectare. Deze snoeken hebben afmetingen van tot centimeter. In de Hengelvijver is een dergelijk snoekbestand aangetroffen, dat zeer waarschijnlijk tegen het maximale draagkracht aan zit. Echter, doordat het ANB de adulte exemplaren van het water heeft gehaald voor een snoekteeltprogramma, zullen de kleinere snoekjes meer kans hebben om door te groeien naar volwassen exemplaren. Hierdoor zal ook de biomassa toenemen. figuur. De snoek domineert de visstand in de Hengelvijver. Dit exemplaar is meegenomen voor een kweekprogramma voor toekomstige uitzettingen... Bepotingsgegevens Na de herinrichting van de viswateren is in het najaar van de eerste vis in de vijver uitgezet. Aangezien de vijvers volledig werden afgelaten voor de herstelwerkzaamheden, werd het visbestand via een planmatig visstandbeheer terug opgebouwd. Hierbij is gebruik gemaakt van een wetenschappelijk onderbouwde herbepotingstrategie. Het streefbeeld was om een rietvoornsnoek tot snoek-blankvoorn viswatertype te realiseren. De hoeveelheid uit te zetten vis werd vastgesteld op basis van de draagkracht van het watersysteem en past bij een evenwichtige vispopulatie. In de Hengelvijver en de Putselvijver zijn in de afgelopen vijf jaar uitzettingen gedaan van blankvoorn, rietvoorn, winde, zeelt, kroeskarper, snoek, paling en bittervoorn. Het totaal van de uitzettingen betrof in totaal kg aan vis in de Hengelvijver en kg aan vis in de Putselvijver. In beide vijvers zijn snoek, rietvoorn, kroeskarper en zeelt aangetroffen in het huidige visstandonderzoek. De overige uitgezette vissoorten zijn niet aangetroffen. Vermoedelijk heeft de langdurige flabontwikkeling gezorgd voor schommelingen in de zuurstofconcentraties. Alleen vissen die bestand zijn tegen lage zuurstofconcentraties zijn aangetroffen, zoals rietvoorn, zeelt en kroeskarper. Winde, blankvoorn en bittervoorn zijn hier minder goed tegen bestand en zijn dan ook niet aangetroffen. Het wordt geadviseerd om pas nieuwe uitzettingen te doen nadat de flabvorming is verminderd. Indien toch wordt beslist uitzettingen te doen is aan te bevelen alleen vissen uit te zetten die tegen lage zuurstofomstandigheden bestand zijn. De paling is in de Putselvijver in redelijke aantallen aangetroffen. Hiermee kunnen de uitzettingen van deze vissoort als succesvol worden beschouwd. In de Hengelvijver is geen paling aangetroffen terwijl deze soort wel regelmatig is uitgezet (tabel.). Het is onduidelijk wat hier de reden van is. De paling heeft in beide vijvers de mogelijkheid om uit de wateren te migreren richting de Sargasso Zee. De uitzettingen van paling in de Putselvijver kunnen worden doorgezet. Gezien de afwezigheid van paling in de hengelvijver zijn verdere uitzettingen niet gewenst tot duidelijk is waarom de uitzettingen niet succesvol zijn gebleken. Het is opvallend dat tijdens de monsteringen geen paling is aangetroffen. Gezien het feit dat vrijwel de gehele oeverzone elektrisch is bevist lijkt de kans klein dat de soort tijdens het elektrisch vissen is gemist. Mogelijk heeft paling zich in het open water opgehouden maar hier zijn geen aanwijzingen voor.

20 tabel. Herbepotingsgegevens Hengelvijver (links) en de Putselvijver (rechts). Jaar Vissoort Gewicht (kg) Winde Snoek.. Jaar - Baars Gewicht (kg) Lengteklasse (cm) - Blankvoorn - Giebel - Rietvoorn - Vissoort Paling Kroeskarper - Snoek Blankvoorn - Paling < Rietvoorn - Kroeskarper < Winde - Blankvoorn - Zeelt - Rietvoorn Paling Winde - Kroeskarper Zeelt - Paling Paling Paling < Snoek - Zwanenmossel - Snoek - Zwanenmossel - Bittervoorn Blankvoorn - Rietvoorn - Zeelt - Paling Kroeskarper - Winde - Bittervoorn Paling Snoek Snoek Lengteklasse (cm) - - Kroeskarper - Blankvoorn - Rietvoorn - Winde - Zeelt - Kroeskarper - Blankvoorn - Rietvoorn - Winde - Zeelt - Bittervoorn Blankvoorn - Rietvoorn - Zeelt - Paling Bittervoorn Paling - Kroeskarper - Kroeskarper - Vergelijking eerder onderzoek In is eerder onderzoek uitgevoerd op de Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal (Hop, ). In zijn in de Hengelvijver vijf vissoorten aangetroffen (baars, blankvoorn, snoek, zeelt en rietvoorn). In het huidige onderzoek zijn zes vissoorten aangetroffen. Dit zijn dezelfde vissoorten als in en de kroeskarper als nog niet eerder aangetroffen vissoort. De visbiomassa is ook toegenomen ten opzichte van. Destijds werd het bestand geschat op kg/ha en stuks/ha, terwijl de biomassa in het huidige onderzoek uit kg/ha bestaat en stuks/ha. Waar in de biomassa en aantallen vooral uit vissen < cm bestond zijn in het huidige onderzoek grotere exemplaren snoek aangetroffen die de biomassa omhoog halen. Qua aantallen is de visstand nauwelijks veranderd in vergelijking met. Net als in is de visgemeenschap in het huidige onderzoek ingedeeld bij een rietvoorn-snoekviswatertype. In de Putselvijver is het aantal vissoorten in vergelijking met afgenomen. In het huidige onderzoek zijn baars, paling, kroeskarper, rietvoorn, zeelt en snoek aangetroffen. In waren ook blankvoorn, bittervoorn, vetje en winde waargenomen. In het huidige onderzoek is alleen de kroeskarper als nieuwe vissoort aangetroffen. Opvallend is het ontbreken van de blankvoorn in

21 het huidige onderzoek. In behoorde deze vissoort tot de meest voorkomende exemplaren in het water. Ook de omvang van het visbestand is afgenomen. In werd het visbestand geschat op, kg/ha en stuks/ha en in het huidige onderzoek kg/ha en stuks/ha. In en in het huidige onderzoek is de visgemeenschap getypeerd als rietvoorn visgemeenschap. Een ander opvallend verschil is de predator-prooi verhouding. In waren alleen kleine snoekjes op beide waren aangetroffen die nauwelijks een regulerende werking op de planktivore visstand hadden. In het huidige onderzoek is de predator-prooi verhouding sterk uit evenwicht en hebben de roofvissen een zeer sterk beperkend effect op de planktivore visstand. Door het ontbreken van de prooivissen zullen de aangetroffen jonge snoekjes moeilijk overleven en is een omkeer van de predator-prooiverhouding binnen enkele jaren weer te verwachten... Hengelvangstgegevens Er zijn geen hengelvangstgegevens beschikbaar.. Vossemvijver.. Algemeen De bemonsteringen zijn op en september uitgevoerd. Het water stond vol waterplanten en de bemonstering met de meter zegen ging moeizaam. Door de waterplanten moest de tweede zegentrek worden omgekeerd. De zegen zat dermate vol met waterplanten dat het op geen enkele manier mogelijk was om de zegen binnen te halen. Om de inspanning te compenseren is een extra elektrotrek uitgevoerd. De andere zegentrekken zijn in zones uitgevoerd waar iets minder waterplanten aanwezig waren. Bij de eerste zegentrek is het rendement aangepast naar %. In deze zegentrek zat het net eveneens vol waterplanten. Met het verwijderen van de waterplanten uit de zegen is vermoedelijk een klein deel van de vissen verloren gegaan. Tijdens de bemonsteringen was het water helder met een doorzicht van cm en op veel plaatsen bodemzicht. De onderwaterplanten overwoekeren het water. Het gaat hier vermoedelijk om grof hoornblad. De watertemperatuur was, C, de ph had een waarde van,. Het zuurstofgehalte was, mg/l en de geleidbaarheid was µs/cm. Vanwege de hoge watertemperatuur is extra zorg gegeven aan de gevangen vissen door het regelmatig verversen van het water in de opslagtijlen, een snelle verwerking en het nemen van deelmonsters. Een kaart met de beviste trajecten per viswater is weergegeven in bijlage I. Bijlage II bevat de GPS coördinaten van de trajecten. Tenslotte zijn in bijlage III de vangsten per techniek en vissoort weergegeven... figuur. Vissoortsamenstelling Er zijn vissoorten aangetroffen (tabel.). Baars, brasem, blankvoorn, giebel, karper, paling, pos en snoek zijn de aangetroffen eurytope vissoorten. Rietvoorn en zeelt zijn de limnofiele vissoorten. De blauwband is een exoot. In tabel. zijn achtereenvolgens de bestandschattingen weergegeven met betrekking tot de visbiomassa (kg/ha) en in aantal/ha. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de Afbeelding van de hybride tussen karper en brasem. visdichtheid op vissen/ha. De visstand bestaat op basis van gewicht voor % uit eurytope vissoorten en voor % uit limnofiele vissoorten. Minder dan,% bestaat uit exoot. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd

22 door karper (%), baars (%) en snoek (%). Qua aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (%), rietvoorn (%) en pos (%). Er werd ook één hybride aangetroffen, een kruising tussen een brasem en karper. De hybride heeft de kop en vinnen van een brasem en de schubben van een karper. De vis had een lengte van cm. Het aandeel vis uit de lengteklasse - cm is beperk, wat kan duiden op overmatige predatie van aalscholvers. In de zomer hebben de vissen voldoende schuilmogelijkheden tussen de waterplanten. In de winter, wanneer de waterplanten zijn afgestorven zullen de vissen gevoelig zijn voor predatie door aalscholver. tabel. Bestandschatting Vossemvijver per lengteklasse in kg/ha (boven) en aantal/ha (onder). kg/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Brasem Blankvoorn Giebel Hybride Karper Aal/Paling Pos Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Exoot Blauwband Gilde Naam Eurytoop Snoek +, >+-,,,,,,, -,,, -, -,, -,,,,,, - >=,,,, -, >=, Totaal Totaal,,,,,,,,, Perc. Totaal, Perc., % Totaal Perc. Totaal Perc. % % % % % % % % % % % % % aantal/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Brasem Blankvoorn Giebel Hybride Karper Aal/Paling Pos Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Exoot Blauwband Gilde Naam Eurytoop Snoek + > Totaal.. - >= - - >= % % % % % % % % % % % % Predator-prooiverhouding De roofvisstand bestaat uit snoek en visetende baarzen (> cm). Op het water is kg/ha prooivis en kg/ha roofvis aangetroffen. Op kg roofvis is, kg aan prooivis (alle vissen < cm) aanwezig. Deze verhouding van :, ligt tussen de beoogde verhouding van : en :,., zodat de roofvis een regulerend effect heeft op de planktivore visstand... Populatieopbouw De lengtefrequentie verdeling van alle aangetroffen vissoorten is te vinden in bijlage IV. In figuur. zijn een aantal vissoorten uitgelicht. De lengtefrequentie verdelingen zijn gebaseerd op de werkelijk gevangen aantallen per vissoort.

23 Baars (n= ) De populatie van baars bestaat voornamelijk uit tweedejaars vissen. De + en de adulte visetende baarzen komen in kleinere aantallen voor. De grootste aangetroffen baars is cm. De populatieopbouw van blankvoorn bestaat voornamelijk uit eerste en tweedejaars exemplaren. De exemplaren van cm behoren vermoedelijk tot de eerstejaars vissen die in de Vossemvijver profiteren van de goede voedselomstandigheden en daarom na het eerst levensjaar al aan de grote kant zijn. Ook zijn enkele grote exemplaren blankvoorn aangetroffen. Van giebel en karper is een zelfde populatieopbouw aangetroffen van jonge en adulte vissen. De paai van de vissoorten is afgelopen jaar succesvol geweest. In vele wateren plant karper zich niet voort. De ondiepe, plantenrijke zones in de Vossemvijver warmen snel op en zijn daarom een geschikt paaihabitat voor de karper. Ook de giebel profiteert hiervan en plant zich op het water voor. Van paling zijn verschillende lengteklassen op het water aangetroffen en de populatieopbouw is daarmee goed. De Vossemvijver staat in open verbinding doormiddel van een stuw. Glasaal kan de vijver niet intrekken. Het is daarom duidelijk dat het hier om uitgezette glasaal gaat. De populatie paling wordt kunstmatig in stand gehouden. Van zeelt bestaat de populatie voornamelijk uit + vissen. Daarnaast zijn ook enkele tweedejaars en adulte vissen aangetroffen. De grootst aangetroffen zeelt was cm. De populatie van snoek bestaat voornamelijk uit exemplaren groter dan cm. Dit is kenmerkend voor wateren zoals de Vossemvijver. De biomassa van snoek ligt in dit type wateren tussen de en kg/ha. In het geval van de Vossemvijver ligt het dus nog onder de draagkracht. Blankvoorn (n= ) Giebel (n= ) Karper (n= ) Paling (n= ) Snoek (n= )

24 Zeelt (n= ) figuur... Populatieopbouw van baars, blankvoorn, giebel, karper, paling, snoek en zeelt op de Vossemvijver. Conditie Conditiefactor De gemiddelde conditiefactor van karper is goed (,). Slechts één exemplaar had een slechte conditiefactor (figuur.). Zeventien exemplaren hadden een goede conditiefactor (,). Een karper met een lengte van cm had een Baars (n= ) conditiefactor van, (figuur.)., De gemiddelde conditie van baars was goed (,). Slechts drie exemplaren hadden een, slechte conditie (<,). Van de overige soorten zijn onvoldoende, exemplaren (> cm) gevangen om de condi, tie te beoordelen., Karper (n= ), Conditiefactor,,,,,, figuur. Conditiefactor van karper en baars op de Vossemvijver... Viswatertype Het water van de Vossemvijver wordt getypeerd als een ondiep stilstaand water. Het water is niet eenduidig te typeren, maar komt op basis van de eigenschappen en aangetroffen visstand het dichtst bij een blankvoornsnoek viswatertype. Vissoorten die bij deze omstandigheden thuishoren zoals de baars, karper en snoek domineren de visstand. Ook de begeleidende soorten zoals de brasem, paling, pos, rietvoorn en zeelt zijn vertegenwoordigd. Daarentegen is het vrij helder met een hoge bedekking waterplanten, waardoor het ook enkele kenmerken heeft van het ruisvoorn-snoek viswatertype. figuur. Karper in zeer goede conditie. De predator-prooivisverhouding is goed, zodat de prooivis een regulerend effect heeft op de prooivissen die op het water voorkomen. Ook

25 het aandeel + vissen is goed te noemen. Dit duidt op goede paai- en opgroeigebieden op het water. De ondiepe zones met veel vegetatie warmen in het voorjaar snel op zodat zelfs de karper en de giebel zich op het water kunnen voortplanten. De visbiomassa is met kg/ha een prima visbestand voor dit type water... tabel. Bepotinggegevens In de jaren - zijn uitzettingen van blankvoorn, rietvoorn, paling, zeelt, winde, en spiegelkarper gedaan. Vooral de uitzettingen van blankvoorn en rietvoorn zijn fors. De omstandigheden op het water zijn uitermate geschikt voor de limnofiele vissoorten zoals zeelt en rietvoorn. Dit is voornamelijk voor rietvoorn goed terug te Visuitzettingen Vossemvijver in -. zien in de vangsten van de bemonstering. Gewicht Lengteklasse Jaar Vissoort Ook zeelt is in redelijke aantallen aange(kg) (cm) troffen. Daarentegen is blankvoorn nauwe Rietvoorn - Zeelt - lijks aangetroffen, terwijl deze vissoort veel Winde - is uitgezet. Ook winde is niet aangetroffen. paling glasaal Deze soort lijkt dan ook niet geschikt voor Blankvoorn - dit type water. Daarnaast zijn in de aange paling glasaal / Blankvoorn - sloten beek bovenstrooms geen paaihabirietvoorn - tats aanwezig. De uitzettingen van paspiegelkarper - lingen lijken wel succesvol. De VossemvijZeelt - ver staat in verbinding met een beek. Volpaling glasaal wassen paling kan daarom de Vossemvij Blankvoorn - Rietvoorn - ver verlaten om zich voort te planten in de Paling glasaal Sargasso Zee... Blankvoorn Rietvoorn - - Vergelijking eerder visstandonderzoek In is eerder onderzoek naar het visbestand in de Vossemvijver uitgevoerd (Hop, ). Destijds is het visbestand hoger ingeschat op kg/ha en stuks/ha tegen kg/ha stuks/ha in het huidige onderzoek. In biomassa is het visbestand afgenomen, terwijl het in aantallen juist is toegenomen. Het diversiteit aan vissoorten is gelijk gebleven. Winde en graskarper zijn in wel aangetroffen, terwijl de blauwband in het huidige onderzoek is aangetroffen en in niet. Net als in wordt het visbestand op basis van de biomassa nog steeds gedomineerd door karper. In waren baars (%), giebel (%) en zeelt (%) de meest voorkomende vissoorten in aantallen. In het huidige onderzoek wordt het visbestand gedomineerd door baars (%), rietvoorn (%) en pos (%). Net als in is het opvallend dat de algemeen voorkomende blankvoorn ontbreekt. Daarnaast is het broedbestand net als in klein. Mogelijk heeft de invloed van de veelvoorkomende baars invloed op de voedselbeschikbaarheid op het water voor de jongbroed van de witvis... Hengelvangstgegevens Er zijn geen hengelvangstgegevens beschikbaar... Hengeltevredenheid Via de stuurgroep is een enquête verspreid naar sportvissers die gebuik maken van de viswateren in Vlaams-Brabant. Hierop is één reactie ontvangen van een sportvisser die regelmatig in de Vossemvijver vist. Deze persoon vist sinds jaarlijks gemiddeld - keer op roofvis, met name snoek. Deze persoon is tevreden over de vangsten en ziet de hengeldruk de laatste jaren sterk toenemen. Hij gaf verder aan dat op dit ogenblik de vijver slechts gedeeltelijk bevisbaar is. Het zou een hele verbetering zijn als langs de hele oeverlengte vissen toegelaten werd.

26 . Groene Beemd.. Algemeen De bemonsteringen op de Hengelvijver en de Achterliggende Vijver zijn uitgevoerd op september en zijn zonder problemen verlopen. Tijdens de bemonsteringen op de Hengelvijver was het water redelijk troebel met een doorzicht van cm. Het wateroppervlak was voor / bedekt met gele plomp. De watertemperatuur was, C, de ph had een waarde van,. Het zuurstofgehalte was, mg/l en de geleidbaarheid was µs/cm. Op de Achterliggende Vijver was het water eveneens redelijk troebel met een doorzicht van cm. In het water was vrijwel geen vegetatie aanwezig. De watertemperatuur was, C, de ph had een waarde van,. Het zuurstofgehalte was, mg/l en de geleidbaarheid was µs/cm. Een kaart met de beviste trajecten per viswater is weergegeven in bijlage I. Bijlage II bevat de GPS coördinaten van de trajecten. Tenslotte zijn in bijlage III de vangsten per techniek en vissoort weergegeven... Vissoortsamenstelling In de Hengelvijver zijn vissoorten aangetroffen (tabel.). Baars, blankvoorn, brasem, giebel, karper, kolblei en paling zijn de aangetroffen eurytope vissoorten. Bittervoorn, rietvoorn, vetje en zeelt zijn de gevangen limnofiele vissoorten. Riviergrondel en winde zijn de aangetroffen rheofiele vissoorten. Er is één exoot gevangen, de blauwband. In tabel. zijn achtereenvolgens de bestandschattingen weergegeven met betrekking tot de visbiomassa (kg/ha) en in aantal/ha. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. De visstand bestaat op basis van gewicht voor % uit eurytope vissoorten, voor % uit limnofiele vissoorten, voor % uit rheofiele vissoorten en minder dan,% uit exoten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door giebel (%), brasem (%) en karper (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (%), brasem (%) en blankvoorn (%). Het aandeel vis uit de lengteklasse - cm is goed vertegenwoordigd. Van overmatige predatie door aalscholvers lijkt dan ook geen sprake. tabel. Bestandschatting Hengelvijver van de Groene Beemd per lengteklasse in kg/ha (boven) en aantal/ha (onder). kg/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Brasem Blankvoorn Giebel Karper Kolblei Aal/Paling Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Vetje Zeelt Rheofiel Riviergrondel Winde Exoot Blauwband +,,, >+-,,, - - >=,,,,,,,,,,,,,,, Totaal, Totaal,,,,,,,,,,,, Perc. % % % % % % % % % % % % % % %

27 aantal/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Brasem Blankvoorn Giebel Karper Kolblei Aal/Paling Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Vetje Zeelt Rheofiel Riviergrondel Winde Exoot Blauwband + > >= Totaal Totaal Perc. % % % % % % % % % % % % % % % In de Achterliggende Vijver zijn vissoorten aangetroffen (tabel.). Baars, blankvoorn, brasem, giebel, karper en paling zijn de aangetroffen eurytope vissoorten. Bittervoorn, rietvoorn, vetje en zeelt zijn de gevangen limnofiele vissoorten. Riviergrondel is de aangetroffen rheofiele vissoort. Er is één exoot gevangen, de blauwband. In tabel. zijn achtereenvolgens de bestandschattingen weergegeven met betrekking tot de visbiomassa (kg/ha) en aantal/ha. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Opvallend is de hoge densiteit aan + en meerzomerige baars en witvis op het water. De visstand bestaat op basis van gewicht voor % uit eurytope vissoorten, voor % uit limnofiele vissoorten, voor minder dan % uit rheofiele vissoorten en minder dan,% uit exoten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (%), giebel (%) en brasem (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (%), bittervoorn (%) en baars (%). Het aandeel vis uit de lengteklasse - cm is goed vertegenwoordigd. Van overmatige predatie door aalscholvers lijkt dan ook geen sprake. tabel. Bestandschatting Achterliggende Vijver van de Groene Beemd per lengteklasse in kg/ha (boven) en aantal/ha (onder). kg/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Brasem Blankvoorn Giebel Karper Aal/Paling Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Vetje Zeelt Rheofiel Riviergrondel Exoot Blauwband +,, >+-,,, - - >=,,,,,,,,,,,,,,, Totaal Totaal,,,,,,,,,, Perc. % % % % % % % % % % % %, %

28 aantal/ha Gilde Naam Eurytoop Baars Brasem Blankvoorn Giebel Karper Aal/Paling Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Vetje Zeelt Rheofiel Riviergrondel Exoot Blauwband + > >= Totaal.. Totaal Perc. % % % % % % % % % % % % % Predator-prooiverhouding Op beide wateren is geen enkele roofvis aangetroffen. Het aandeel prooivissen op de Hengelvijver bedraagt kg/ha en op de Achterliggende Vijver kg/ha. Door de afwezigheid van de roofvissen is op beide vijvers geen predatiedruk op de + vissen. Voornamelijk op de Achterliggende Vijver profiteren de + vissen hiervan. In de Hengelvijver is het aandeel + vissen minder groot. Dit heeft vermoedelijk te maken met het gebrek aan paaiplaatsen op dit water. De oevers zijn steil en daarom niet geschikt als paaihabitat. De densiteit op beide wateren is redelijk hoog waardoor concurrentie voor voedsel tussen vissen snel zal toenemen... Populatieopbouw De lengtefrequentie verdeling van alle aangetroffen vissoorten is te vinden in bijlage IV. In figuur. zijn een aantal vissoorten van de Hengelvijver uitgelicht. De lengtefrequentie verdelingen zijn gebaseerd op de werkelijk gevangen aantallen per vissoort. De populatie baars bestaat met name uit + en tweedejaars exemplaren. De vissen tussen de en cm behoren tot de + vissen. De vissen van tot cm behoren tot de tweedejaars vissen. De vissen groeien na het tweede jaar minder snel. Mogelijk is dit het gevolg van de beperkte voedselomstandigheden op het water door de hoge densiteit aan vissen. Er zijn geen grote visetende baarzen aangetroffen. De populatie blankvoorn bestaat met name uit + en meerzomerige exemplaren. De vissen kleiner dan cm behoren tot de eerstejaars vissen. Voor de overige vissen is de leeftijd moeilijk te bepalen, de groeisnelheid is afhankelijk van de voedselomstandigheden op het water. De grootst aangetroffen blankvoorn is cm. Van brasem zijn de + en + vissen het talrijkst. Dit duidt op natuurlijke rekrutering. Daarnaast zijn ook enkele grotere brasems aangetroffen van verschillende lengteklassen. De grootst aangetroffen brasem was cm. Op basis van de lengtefrequentieverdeling bij brasem is het lastig vast te stellen dat onttrekking plaats vindt. De lengtefrequentieverdeling worden niet gekenmerkt door ontbreken van volledige lengteklassen. De populatie giebel bestaat vooral uit adulte exemplaren van de lengteklasse - cm. Ook zijn enkele kleinere exemplaren van giebel aangetroffen. Er zijn geen + vissen van giebel aangetroffen.

29 Baars (n= ) Blankvoorn (n= ) Brasem (n= ) Giebel (n= ) figuur. Populatieopbouw van baars, blankvoorn, brasem, giebel, paling in de Hengelvijver van de Groene Beemd. In figuur. zijn een aantal vissoorten van de Achterliggende Vijver uitgelicht. De lengtefrequentie verdelingen zijn gebaseerd op de werkelijk gevangen aantallen per vissoort. De lengtefrequentieverdeling van de meeste vissoorten komt sterk overeen met de lengtefrequentieverdeling van de vissoorten in de Hengelvijver. Op het water zijn voor verschillende vissoorten goede paaiomstandigheden aanwezig. Door de lage predatiedruk is de kans van overleving groot. Net als op de Hengelvijver bestaat de populatie baars met name uit + en tweedejaars exemplaren. De vissen tussen de en cm behoren tot de + vissen. De vissen van tot cm behoren tot de tweedejaars vissen. De vissen groeien na het tweede jaar minder snel. Mogelijk is dit het gevolg van de beperkte voedselomstandigheden op het water door de hoge densiteit aan vissen. De populatie blankvoorn is talrijk aanwezig op het water en bestaat met name uit meerzomerige exemplaren. De + vissen zijn minder talrijk aanwezig. De vissen kleiner dan cm behoren tot de eerstejaars vissen. Voor de overige vissen is de leeftijd moeilijk te bepalen, de groeisnelheid is afhankelijk van de voedselomstandigheden op het water. De grootst aangetroffen blankvoorn is cm. Van brasem zijn de vissen van de lengteopbouw tussen de en cm en en cm het talrijkst, dit zijn respectievelijk tweedejaars en meerzomerige vissen. Het ontbreekt aan + vissen op het water. Dit jaar is de paai minder succesvol verlopen voor brasem. Net als in de Hengelvijver is het lastig om op basis van de lengtefrequentieverdeling vast te stellen dat een bestand onder druk staat. De lengtefrequentieverdeling worden niet gekenmerkt door ontbreken van volledige lengteklassen. De populatie van giebel bestaat alleen uit adulte vissen. Het ontbreekt aan andere jaarklassen. Het is opmerkelijk dat juist in deze vijvers de giebels zich niet voortplanten. Deze vissoort is in staat zich zeer snel te vermenigvuldigen op vijvers bij afwezigheid van regulerende roofvis. Binnen enkele jaren kan zogenaamde vergiebeling optreden. Vermoedelijk ontbreekt het aan juiste paaiomstandigheden op de wateren zoals waterplanten. De populatie rietvoorn bestaat uit + en meerzomerige vissen. De meerzomerige vissen tot cm zijn het talrijkst. Ook het aandeel + vissen is in redelijk aantallen aanwezig. Ook zijn enkele grotere exemplaren tot cm aangetroffen.

30 Baars (n= ) Blankvoorn (n= ) Brasem (n= ) Giebel (n= ) Rietvoorn (n= ) figuur. Populatieopbouw van baars, blankvoorn, brasem, giebel en rietvoorn in de Achterliggende Vijver van de Groene Beemd. Conditie In figuur. is de conditie van een aantal soorten van de Hengelvijver weergegeven. Uit de conditiefactoren kan worden geconcludeerd dat er ondanks de redelijk hoge densiteit aan vissen de voedselomstandigheden op het water voldoende zijn. De gemiddelde conditiefactor van baars (,) en giebel (,) is normaal. Van blankvoorn hebben zeven van de gewogen vissen een slechte conditie (<,). Een gelijk aantal vissen had een goede conditie (>,). Van giebel ligt de conditie van alle vissen tussen de, en,. Van brasem ligt de gemiddelde conditie tegen de bovengrens van normaal (,). Tien vissen hadden een goede conditie en geen van de vissen verkeerde in slechte conditie. Blankvoorn (n= ) Giebel (n= ),,, Conditiefactor Conditiefactor..,,,,,,,

31 Brasem (n= ) Conditiefactor,,,,, figuur. Conditiefactor blankvoorn, giebel en brasem in de Hengelvijver in de Groene Beemd. In figuur. is de conditie van een aantal soorten van de Achterliggende Vijver weergegeven. Net als in de Hengelvijver is de gemiddelde conditie van de vissen normaal. De gemiddelde conditiefactor van blankvoorn (,), giebel (,) en brasem (,) ligt tegen de bovengrens van normaal. Enkele exemplaren van beide soorten hebben een slechte (<,) of goede (>,) conditiefactor. Blankvoorn (n= ) Giebel (n= ),, Conditiefactor Conditiefactor,,,,,,,, Brasem (n= ) Conditiefactor,,,,, figuur. Conditiefactor blankvoorn, giebel en brasem in de Achterliggende Vijver in de Groene Beemd... Viswatertype De wateren van de Groene Beemd kunnen worden getypeerd als een ondiep stilstaand water. De eigenschappen van beide wateren komen overeen en de aangetroffen visstand. De wateren zijn niet eenduidige te typeren maar komen op basis van de omgevingseigenschappen het dichtst bij een blankvoorn-brasem viswatertype en snoek-blankvoorn viswatertype. Giebel, brasem, karper en blankvoorn hebben een groot aandeel in de biomassa. Deze vissoorten kunnen onder plantenarme, voedselrijke omstandigheden goed overleven. Naast de eurytope vissoorten komen in mindere aantallen limnofiele vissoorten voor. Daarnaast is het opvallend dat in beide wateren geen roofvis is aangetroffen. De aanwezige jonge vis ondervindt geen predatiedruk en dit is terug te zien in het visbestand. Voornamelijk in de Achterliggende Vijver is de densiteit hoog. De oevers van de Achterliggende Vijver lopen geleidelijk af en zijn daarom geschikt als paaihabitat. Daarbij warmt het ondiepe water snel op. Daarentegen zijn de oevers van de Hengelvijver steil en

32 niet geschikt als paaihabitat. Een lagere densiteit is dan ook waargenomen. Beide wateren zijn met een sloot direct op elkaar aangesloten, waardoor uitwisseling van vis tussen beide wateren kan plaatsvinden. De draagkracht van het blankvoorn-brasemviswatertype bedraagt (afhankelijk van de samenstelling van de waterbodem) tot kilogram per hectare. De biomassa van beide wateren ligt met kg/ha (Hengelvijver) en kg/ha (Achterliggende Vijver) tussen de beoogde draagkracht. De densiteit aan vissoorten is redelijk hoog... Bepotingsgegevens In het voorjaar van is glasaal uitgezet. Bij het visstandonderzoek zijn enkele jonge alen ( cm) in de Hengelvijver aangetroffen. Schieralen kunnen via de Lakebeek en de Oude Gracht naar de Zenne migreren. De uitzet van glasaal is daarom zinvol... Vergelijking eerder visstandonderzoek Voor zover bekend zijn er in de periode - geen visstandonderzoeken uitgevoerd... Hengelvangstgegevens In de Hengelvijver van de Groene Beemd zijn verschillende viswedstrijden gehouden door visclub de Gouden Brasem. De wedstrijden varieerden van tot per jaar. Aan de wed strijden van - deden - vissers mee. Aan de wedstrijden van deden tot vissers mee. Uit de resultaten komt naar voren dat de hengelvangsten sinds gestaag afnemen. In werd gemid Jaar deld nog meer dan gram per visser per wedstrijd gevangen, terwijl in iets minfiguur. Hengelvangstgegevens Hengelvijver. der dan gram werd gevangen. Door het ontbreken van historische gegevens over de visstand is het lastig om hiervoor een oorzaak te geven. Het huidige visbestand van - kg/ha geeft hengelaars voldoende vangkans. Een lid van de stuurgroep gaf aan dat de gebruikte hengeltechnieken de laatste jaren zijn gewijzigd, wat mogelijk een verklaring kan zijn voor de afnemende vangsten. Er wordt steeds meer gevist op grotere vis (brasem/karper) waardoor gevangen aantallen en gemiddelde gewichten mogelijk zijn afgenomen. Gram/ visser. Vallei van de Drie Beken.. Algemeen De bemonsteringen in de Vallei van de Drie Beken zijn op en augustus uitgevoerd. De elektrovisserij is uitgevoerd op de door het ANB aangewezen locaties. Deze locaties zijn in en eerder bemonsterd. Het betreft in totaal locaties die elektrisch zijn afgevist met de depletiemethode. De trajecten,,, en zijn wadend met de DEKA afgevist en de overige trajecten zijn vanuit een boot met een elektrovisaggregaat afgevist. Tijdens de bemonsteringen in de Vallei van de Drie Beken was het water troebel en varieerden het doorzicht van tot cm. De oevers zijn afwisselend steil en flauw aflopend. De steile oevers bestaan vooral uit houten damwand en de flauw aflopende oevers zijn natuurlijk en begroeid met riet. Op uitzondering van wat fonteinkruid is geen submerse vegetatie aangetroffen. De watertemperatuur varieerden tussen de en graden C en de ph had waardes tussen, en

33 ,. Het zuurstofgehalte varieerden op de locaties tussen, mg/l tot, mg/l. De geleidbaarheid varieerde tussen de en µs/cm. Een kaart met de beviste trajecten per viswater is weergegeven in bijlage I. Bijlage II bevat de GPS coördinaten van de trajecten. Tenslotte zijn in bijlage III de vangsten per techniek en vissoort weergegeven... Vissoortsamenstelling In de waterlopen van de Vallei van de Drie Beken zijn vissoorten aangetroffen (tabel.). Baars, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, giebel, paling, snoek en tiendoornige stekelbaars zijn de aangetroffen eurytope vissoorten. Rietvoorn is de aangetroffen rheofiele vissoort. Bermpje, riviergrondel, serpeling en kopvoorn zijn de aangetroffen rheofiele vissoorten. Er zijn twee exoten gevangen, de blauwband en de zonnebaars. In tabel. zijn achtereenvolgens de bestandschattingen weergegeven met betrekking tot de visbiomassa (kg/ha) en densiteit (aantal/ha). De gemiddelde visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. De visstand bestaat op basis van gewicht voor,% uit rheofiele vissoorten, voor,% uit eurytope vissoorten, voor,% uit exoten en voor minder dan,% uit limnofiele vissoorten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door riviergrondel (%), giebel (%) en paling (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door riviergrondel (%), giebel (%) en blankvoorn (%). De hoogste biomassa s zijn aangetroffen in de benedenloop van de waterlopen (locaties,, en ). tabel. Bestandschatting Vallei van de Drie Beken in kg/ha (boven) en aantal/ha (onder) per traject. kg/ha vissoort/ traject Baars Blankvoorn Brasem DD-stekelbaars Giebel Paling TD-stekelbaars Snoek Ruisvoorn Bermpje Serpeling Riviergrondel Kopvoorn Blauwband Zonnebaars Totaal eurytoop limnofiel rheofiel exoot,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, gemiddeld,,,,,,,,,,,,,,, aantal/ha eurytoop limnofiel rheofiel exoot vissoort/ traject Baars Blankvoorn Brasem DD-stekelbaars Giebel Paling TD-stekelbaars Snoek Ruisvoorn Bermpje Serpeling Riviergrondel Kopvoorn Blauwband Zonnebaars Totaal gemiddeld

34 .. Predator-prooiverhouding Het aandeel predatoren is laag in de waterlopen van de Vallei van de Drie Beken. Alleen in de hoofdloop op locaties,, en zijn visetende vissen aangetroffen. Het bedroeg kleine exemplaren van snoek en visetende baarzen (> cm). In beeksystemen wordt de prooivisstand in percentages van trofische groepen beoordeeld. Een biomassa piscivore vissen tussen - % wordt beoordeeld als goed, kleiner dan % en groter dan % als slecht. Tussen % en % en % en % wordt beoordeeld als matig. In totaal is, kg aan roofvis aangetroffen en, kg aan omnivore en invertivore vis (absolute biomassa). Dit is % van de totale visstand en daarmee wordt de piscivore visstand in de Vallei van de Drie Beken als goed beoordeeld. Populatieopbouw Baars (n= ) De lengtefrequentie verdeling van alle aangetroffen vissoorten is te vinden in bijlage IV. In figuur. zijn een aantal vissoorten van de Vallei van de Drie Beken uitgelicht. De lengtefrequentie verdelingen zijn gebaseerd op de werkelijk gevangen aantallen per vissoort. Over het algemeen is de visstand evenwichtig. De visstand bestaat uit + vissen en meerjarige vissen. De populatie baars bestaat met name uit + en tweedejaars exemplaren. De vissen tussen de en cm behoren tot de + vissen. De vissen van tot cm behoren tot de tweedejaars vissen. De vissen groeien na het tweede jaar minder snel. Mogelijk is dit het gevolg van de beperkte voedselomstandigheden op het water door de hoge densiteit aan vissen. Er zijn geen grote visetende baarzen aangetroffen. De populatie blankvoorn bestaat met name uit + exemplaren. De vissen kleiner dan cm behoren tot de eerstejaars vissen. Ook zijn enkele meerzomerige vissen aangetroffen. De grootste blankvoorn was cm. Van kopvoorn zijn de + en tweedejaars vissen het talrijkst. Dit zijn de vissen in de lengteklassen van tot cm en tot cm. De grootst aangetroffen kopvoorn was cm. De afwezigheid van grotere kopvoorn kan verklaard worden door de open verbinding met de Demer. Deze exemplaren trekken in het voorjaar naar de beken in om te paaien, waarna ze zich weer later afzakken. De populatie riviergrondel bestaat vooral uit meerzomerige vissen. Het ontbreekt aan + vissen. De riviergrondel groeit afhankelijk van de voedselomstandigheden op het water door tot een maximale lengte van - cm. De grootst aangetroffen riviergrondel was cm. De populatie giebels bestaat vooral uit + en tweejarige exemplaren. Het ontbreekt eveneens aan grotere, adulte exemplaren. Blankvoorn (n= ) Kopvoorn (n= )..

35 Riviergrondel (n= ) Giebel (n= ) figuur. Populatieopbouw van baars, blankvoorn, kopvoorn, riviergrondel en giebel in de Vallei van de Drie Beken... Conditie In figuur. is de conditie van een aantal soorten van de Vallei van de Drie Beken weergegeven. De gewogen vissen in de Vallei van de Drie Beken hebben over het algemeen een gemiddelde tot een goede conditie. Blankvoorn, giebel, kopvoorn en riviergrondel hadden een goede conditie. De conditiefactoren van riviergrondel zijn uitlopend van slecht tot zeer goed. Er zijn acht van de gewogen vissen met een slechte conditie. Van de overige vissoorten hadden slechts enkele individuen een slechte conditie. Over het algemeen zijn voldoende voedselbronnen beschikbaar. In bijlage V zijn de conditiefactoren van snoek en serpeling weergegeven. Voor deze vissoorten waren niet voldoende vissen aangetroffen om een gefundeerde uitspraak over te doen. Blankvoorn (n= ) Giebel (n= ), Conditiefactor Conditiefactor,,,,,,,,, Kopvoorn (n= ) Riviergrondel (n= ), Conditiefactor, Conditiefactor,,,,,,,, figuur. Conditiefactor blankvoorn, giebel, riviergrondel en kopvoorn in de Vallei van de Drie Beken... Viswatertype De waterlopen in de Vallei van de Drie Beken kunnen worden getypeerd als kleine Kempense beek (Wils et al., Unknown). Dit type beken hebben een vrij lage productiviteit en ontspringen meestal niet uit echte bronnen, maar worden gevoed door oppervlakkig kwelwater en neerslagwater dat via een netwerk van grachten en sloten in de beek terechtkomt. Op enig fonteinkruid na ontbreekt het dan ook aan onderwaterplanten in de waterlopen van de Vallei van de Drie beken. Het ontbreken ligt niet zozeer aan de lage productie maar aan het beperkte doorzicht, slechte lichtinval en ijzerrijke omstandigheden. Het doorzicht van de waterlopen varieert tussen en cm. Het water is roestbruin door de hoge concentraties ijzer die hier in de bodem zitten.

36 In dit watertype zijn de dominante vissoorten vooral drie- en tiendoornige stekelbaars, kleine modderkruiper, rivierdonderpad, beekprik, bermpje en riviergrondel. Verder worden ook kleine exemplaren aangetroffen van soorten uit de grotere beken van de zandstreek (zoals brasem en snoek). De visstand in de Vallei van de Drie Beken komt deels overeen met de typische visstand in Kempense beken. Zo zijn drie- en tiendoornige stekelbaars, bermpje, en riviergrondel wel aangetroffen. De overige vissoorten behoren niet tot de doelsoorten. De aangetroffen serpeling en kopvoorn zijn typische stromingsminnende vissoorten veel voorkomende in natuurlijke beken. Naast de stromingsminnende vissoorten zijn ook verschillende andere eurytope vissoorten zoals baars, blankvoorn, brasem en snoek aangetroffen. In de beek is de visstand evenwichtig en bestaat zowel uit jonge vissen en meerzomerige vissen. Ook de roofvisstand is goed en bestaat uit % van de visstand... Bepotingsgegevens Er zijn geen bepotingsgegevens beschikbaar... Vergelijking eerder visstandonderzoek De Vallei van de Drie beken heeft de visstand de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Dit is met name een gevolg van het terugdringen van lozingen. Tijdens een visstandbemonstering in werd in de benedenloop van de Hulpe geen vis waargenomen (impactstudie TC, pers. mededeling Chris van Liefferinge). In werden in de In de Vallei van de drie beken acht vissoorten gevangen (Hop et al., ). Dit waren de vissoorten baars, blankvoorn, driedoornige stekelbaars, giebel, paling, snoek, tiendoornige stekelbaars en zonnebaars. Geen enkele stromingsminnende vissoort was aangetroffen. De omvang van het visbestand was geschat op, kg/ha en stuks/ha. Op basis van gewicht werd het visbestand gedomineerd door giebel, snoek, baars en paling. Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn, tiendoornige stekelbaars, zonnebaars en giebel. De vis meeste vis werd aangetroffen in het bovenloopstelsel van de Vallei van de Drie Beken. Herkolonisatie heeft zich ten dele kunnen manifesteren door uitbreiding naar beneden toe, maar voornamelijk door optrekkende vis vanuit de Demer. Ten opzichte van nam het aantal vissoorten in sterk toe (Hop, et al., ). In totaal werden vissoorten aangetroffen. Bittervoorn, bermpje, blauwband, brasem, karper, kopvoorn, rietvoorn, riviergrondel en serpeling waren de aangetroffen vissoorten die in nog niet waren aangetroffen. Ook nam de omvang van het visbestand sterk toe en was geschat op, kg/ha en stuks/ha en werd een verschuiving in de samenstelling waargenomen. De visbiomassa werd gedomineerd door riviergrondel, giebel en paling. Op basis van aantallen werd het bestand gedomineerd door riviergrondel, blauwband en giebel. tabel. Vergelijking visstandonderzoeken. Aantal vissoorten Biomassa (kg/ha) Biomassa (n/ha Biomassa Reofiel (kg/ha) In het huidige onderzoek zijn vissoorten aangetroffen en daarmee zijn twee vissoorten minder aangetroffen dan in. Karper en bittervoorn zijn in het huidige onderzoek niet aangetroffen. Deze behoren niet tot de doelsoorten in de beek. Een belangrijke verschuiving ten opzichte van is het een teken dat de beken zich herstellen naar de toenemen van stromingsminnende vissen. Dit is natuurlijke situatie. Ook de visbiomassa is fors toegenomen in vergelijking met. In het huidige onderzoek wordt de biomassa geschat op kg/ha. Ook de visdichtheid is sterk toegenomen en wordt geschat op vissen/ha. Net als in wordt het visbestand op basis van gewicht vooral gedomi

37 neerd door riviergrondel, giebel en paling. Op basis van aantallen neemt de blankvoorn de plaats in van de blauwband. Net als in zijn de hoogste biomassa s aangetroffen in de benedenloop van de waterlopen (locaties,, en ). Echter, in het huidige onderzoek zijn ook op locaties, en redelijk hoge biomassa s aangetroffen. Dit zijn locaties hoger in de waterloop. In het onderzoek van Hop et al. () wordt gesuggereerd dat de vis optrekt vanuit de Demer. Dit is afgeleid uit de aangetroffen, brede lengtefrequentieverdeling van o.a. riviergrondel. De vissen zijn richting bovenstroomse delen van de waterloop verplaatst. De stuurgroep gaf aan dat er in juli een calamiteit is geweest in de Demer. Hierdoor zijn lage zuurstofconcentraties ontstaan waardoor vis tijdelijk richting de Vallei van de Drie Beken is uitgeweken. Gezien het ruime tijdsbestek tussen de calamiteit en de uitvoering van de bemonstering (ca. maanden), mag verwacht worden dat de calamiteit geen substantiële invloed heeft gehad op de bestandschatting.

38 Discussie. Uitvoering bemonstering De bemonsteringen op de Vossemvijver verliepen moeizaam. De bodem van het water was volledig begroeid met submerse vegetatie wat de zegenvisserij bijna onmogelijk maakte. Zegentrek is niet meegenomen in de bestandschattingen omdat deze omgekeerd moest worden. De vangst is verloren gegaan. Zegentrek drie kon met veel moeite binnen worden gehaald, maar door de aanwezigheid van waterplanten zijn vermoedelijk enkele vissen ontsnapt. Daarom is het rendement aangepast naar %. Voor de zegentrek die verloren is gegaan is een extra elektrotrek uitgevoerd.. Vergelijking gelijkaardige wateren In de afgelopen jaren is in verschillende wateren in het Vlaams Gewest en Nederland de visbiomassa bepaald. Kenmerkend aan de Hengelvijver en de Putselvijver Groenendaal zijn het zeer hoge doorzicht, de bedekking met submerse vegetatie en haar kleine omvang. De Vossemvijver heeft dezelfde eigenschappen, maar is in omvang beduidend groter. De visstand in deze wateren wordt gekenmerkt door een lage diversiteit aan vissoorten en de biomassa is laag en/of bestaat bijna volledig uit grote exemplaren brasem of snoek. De visstand in de Hengel- en Putselvijver komt hier deels mee overeen. Het visbestand in de Vossemvijver is divers en redelijk hoog in biomassa. De vissoortsamenstelling bestaat voor een groot gedeelte uit karper en snoek. Hiermee komt de Vossemvijver ook deels overeen met de kenmerken van de stadswateren. tabel. Bestandschattingen van vergelijkbare hengelwateren van het viswatertype rietvoorn-snoek (rv-sk) en blankvoorn-snoek viswatertype (bv-sk). De wateren uit het huidige onderzoek zijn vetgedrukt. Water Viswatertype Vijverpark Sonsbeek Opp. (ha) Max. diepte (m) Kg/ha Jaar Rapport rv-sk/ bv-sk < Peters, Vossemvijver bv-sk, de Bruijn & Vis, Singels Slaakweg bv-sk < Peters, Singels J. de Wittlaan bv-sk < Peters, Hengelvijver Groenendaal rv-sk,, de Bruijn & Vis, Putselvijver Groenendaal rv-sk, < de Bruijn & Vis, In tabel. is een overzicht weergegeven van de geschatte visbiomassa van de wateren van de Groene Beemd en die van een aantal gelijkaardige wateren. Het gaat om kleine plassen, vijvers en grachten. Deze wateren worden over het algemeen gekenmerkt door een beperkt doorzicht, weinig submerse vegetatie, voedselrijke bodem, en een hoog visbestand. De biomassa ligt veelal binnen de range van - kg/ha. De vijvers van de Groene Beemd hebben in vergelijking tot de gelijkaardige wateren een gemiddelde biomassa.

39 tabel. Bestandschattingen van vergelijkbare hengelwateren van het viswatertype blankvoorn-brasem (bv-br) en brasem-snoekbaars(br-sb). De wateren uit het huidige onderzoek zijn vetgedrukt. Opp. (ha) Vijver Hof ter Rijst Viswatertype bv-br, Max. diepte (m), Broekmeers Zuid bv-br, < Vijver park Gaasbeek Groene Beemd Achterliggende Vijver Kanaalvijver Coloma bv-br, bv-br Groene Beemd Hengelvijver Put Water Kg/ha Jaar Vis & De Bruijn, de Bruijn & Vis, a Vis & De Bruijn, de Bruijn & Vis, bv-br,, Vis & De Bruijn, bv-br de Bruijn & Vis, bv-br, de Bruijn & Vis, a Rivierenhof (Grote hengelvijver) bv-br,, Hop, Groot Wachtbekken br-sb, < de Bruijn & Vis, c Klein Wachtbekken br-sb, < de Bruijn & Vis, c Fort Walem bv-br, de Bruijn & Vis, b. Visuitzettingen.. Beleid ANB Rapport Jaarlijks vinden in diverse wateren visuitzettingen plaats, die worden gefinancierd vanuit het Visserijfonds. De middelen van het Visserijfonds worden ingezet voor maatregelen met betrekking tot het faciliteren van de hengelsport en voor maatregelen die bijdragen tot het bereiken van de goede ecologisch toestand van de waterlopen. Visuitzettingen zijn verdeeld in drie categorieën: uitzet van glasaal uitzettingen in het kader van soortherstel herbepotingen De dienstnota van Vlietinck () geeft richtlijnen inzake het uitvoeren van visuitzettingen. Bij het uitvoeren van herbepotingen wordt de draagkracht van het viswater als uitgangspunt genomen. Wat betreft de visplassen (stilstaande wateren) is er een grote verscheidenheid aan viswatertypes en worden bij de visstandonderzoeken ook sterk uiteenlopende biomassa s vastgesteld. Hier wordt ad hoc bekeken welke streefnorm of streefwaarde moet worden gehanteerd (Vlietinck, ). Op basis van de resultaten van het visstandonderzoek en het na te streven viswatertype is in. een concreet advies voor herbepotingen uitgewerkt, gebaseerd op de beschikbare kennis van het visbestand... Duurzame oplossing Het uitvoeren van herbepotingen is meestal geen structurele oplossing om een natuurlijkere en soortenrijkere visstand te krijgen. In het verleden is er in veel wateren vis uitgezet. Deze herbepotingen leidden echter niet altijd tot een verbetering van de visstand of tot nieuwe aanwas van vis. De uitgezette vissen worden wel groter, echter vermeerdering van de soort treedt (te) weinig op. Het wordt dan ook aanbevolen om te werken aan het verbeteren van paai- en opgroeigebieden voor jonge vis. Op deze wijze zal er een duurzame verbetering van de visstand optreden en zal de natuurlijke mortaliteit worden gecompenseerd door aanwas van jonge vis. Vooral dit laatste aspect is een belangrijk kenmerk van een gezond viswater. Na het uitvoeren van inrichtingsmaatregelen wordt aanbevolen om een aantal doelsoorten uit te zetten die op dit moment niet of in beperkt mate voorkomen. De doelsoorten worden bepaald aan de hand van de inrichting van het water en het na te streven viswatertype. Op deze wijze kan er een duurzame impuls worden gegeven aan de visstand.

40 Zoals opgemerkt is het niet duidelijk wat de overleving is van de vis die wordt uitgezet en welke bijdrage deze vissen leveren aan het nageslacht. Inzicht in deze problematiek kan sturend zijn in de discussie met als kernvraag: Moet er meer worden ingezet op meer herbepoting of kunnen de financiële middelen beter worden ingezet voor de inrichting van het viswater. Het ligt voor de hand om eerst inzicht te verwerven in de overleving van de herbepote vis. De tweede vraag; Wat is de bijdrage aan het nageslacht?, is lastiger te beantwoorden, maar is bovendien van de tweede orde. Mocht de overleving slecht blijken te zijn, dan zal vraag twee niet aan de orde zijn.

41 Conclusies en aanbevelingen. Conclusies.. Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal.. In de Hengelvijver wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn zes vissoorten aangetroffen. De visbiomassa bestaat voor % uit eurytope vissoorten en % uit limnofiele vissoorten. Baars, blankvoorn en snoek zijn de eurytope vissoorten. Kroeskarper, rietvoorn en zeelt zijn de limnofiele vissoorten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door snoek (%). De biomassa bestaat vooral adulte exemplaren van snoek. Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door rietvoorn (%), baars (%) en snoek (%). De predator-prooiverhouding is sterk uit evenwicht. Op kg roofvis is, kg aan prooivis (alle vissen < cm) aanwezig. Het water komt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij rietvoorn-snoek viswatertype wat tevens het verwachte doeltype is voor de (nabije) toekomst. In de Putselvijver wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn zes vissoorten aangetroffen. De visbiomassa bestaat voor % uit eurytope vissoorten en % uit limnofiele vissoorten. Baars, paling en snoek zijn de eurytope vissoorten. Kroeskarper, rietvoorn en zeelt zijn de limnofiele vissoorten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door paling (%), snoek (%) en zeelt (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door snoek (%), zeelt (%) en paling (%). De predator-prooiverhouding is sterk uit evenwicht. Op kg roofvis is, kg aan prooivis (alle vissen < cm) aanwezig. Na de bemonstering zijn alle gevangen vissen overgeplaatst naar de Hengelvijver vanwege geplande werkzaamheden in de Putselvijver. Het water komt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij rietvoorn-snoek viswatertype wat tevens het verwachte doeltype is voor de (nabij) toekomst. Vossemvijver.. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn vissoorten en één hybride aangetroffen. De visstand bestaat op basis van gewicht voor % uit eurytope vissoorten en voor % uit limnofiele vissoorten. Minder dan,% bestaat uit exoot. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door karper (%), baars (%) en snoek (%). Qua aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (%), rietvoorn (%) en pos (%). Op kg roofvis is, kg aan prooivis (alle vissen < cm) aanwezig. Het water ligt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand tussen een rietvoornsnoek en blankvoorn-snoek viswatertype. Het water zal zich in de nabije toekomst ontwikkelen naar een rietvoorn-snoek watertype. Groene Beemd In de Hengelvijver wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha.

42 .. In de Achterliggende Vijver wordt de visbiomassa geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. Er zijn vissoorten aangetroffen. De visstand bestaat op basis van gewicht voor % uit eurytope vissoorten, voor % uit limnofiele vissoorten, voor minder dan % uit rheofiele vissoorten en minder dan,% uit exoten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (%), giebel (%) en brasem (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (%), bittervoorn (%) en baars (%). Er zijn geen roofvissen aangetroffen. Het water ligt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij een blankvoorn-brasem viswatertype. Vallei van de Drie Beken. Er zijn vissoorten aangetroffen. De visstand bestaat op basis van gewicht voor % uit eurytope vissoorten, voor % uit limnofiele vissoorten, voor % uit rheofiele vissoorten en minder dan,% uit exoten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door giebel (%), brasem (%) en karper (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (%), brasem (%) en blankvoorn (%). Er zijn geen roofvissen aangetroffen. Het water ligt op basis van de eigenschappen en de aangetroffen visstand het dichtst bij een blankvoorn-brasem viswatertype. De visbiomassa wordt geschat op kg/ha en de visdichtheid op vissen/ha. wordt het visbestand gedomineerd door riviergrondel (%), giebel (%) en blankvoorn (%). De hoogste biomassa s zijn aangetroffen in de benedenloop van de waterlopen (locaties,, en ). Er zijn vissoorten aangetroffen. De visstand bestaat op basis van gewicht voor,% rheofiele vissoorten, voor,% uit eurytope vissoorten, voor,% uit exoten en voor minder dan,% uit limnofiele vissoorten. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door riviergrondel (%), giebel (%) en paling (%). Op basis van aantallen wordt het visbestand gedomineerd door riviergrondel (%), giebel (%) en blankvoorn (%). Alleen in de hoofdbeek op locaties,, en zijn visetende vissen aangetroffen. De vissen kwamen slechts beperkt voor. De visstand in de Vallei van de Drie Beken komt deels overeen met de typische visstand in Kempense beken. Aanbevelingen voor visserij en visstandbeheer Door de uitvoering van het visserijkundig onderzoek is een goed beeld gekregen van de kwaliteit van de visstand in de verschillende wateren. Bovendien is door de milieu-bemonstering in dit water inzicht verkregen in een aantal omgevingsfactoren die van invloed zijn op de visstand. Onderstaand zijn per water een aantal aanbevelingen geformuleerd, ten aanzien van visserij, visstandbeheer en inrichting... Hengelvijver en Putselvijver Groenendaal Na de herinrichting van de viswateren is in het najaar van de eerste vis in de vijver uitgezet. Het streefbeeld was om een rietvoorn-snoek tot snoek-blankvoorn viswatertype te realiseren. De hoeveelheid uit te zetten vis werd vastgesteld op basis van de draagkracht van het watersysteem en past bij een evenwichtige vispopulatie. In de Hengelvijver en de Putselvijver zijn in de afgelopen vijf jaar uitzettingen gedaan van verschillende vissoorten. Hierbij is gebruik gemaakt van een wetenschappelijk onderbouwde herbepotingsstrategie. Van de uitzettingen is weinig terug gevan

43 gen. Vermoedelijk heeft de langdurige flabontwikkeling gezorgd voor sterke schommelingen in de zuurstofconcentraties. Alleen vissen die bestand zijn tegen deze omstandigheden zijn aangetroffen, zoals rietvoorn, zeelt en kroeskarper. Winde, blankvoorn en bittervoorn zijn hier niet tegen bestand en hebben de omstandigheden op het water niet overleefd. Het wordt daarom geadviseerd om in de hengelvijver pas nieuwe uitzettingen te doen nadat de flabvorming is verminderd en de zuurstofconcentraties voor een langere periode is gemonitord. Op basis van deze gegevens kan het bepotingsplan verder worden uitgewerkt. Indien toch vis wordt uitgezet, wordt aanbevolen alleen vis uit te zetten die bestand is tegen dergelijke omstandigheden. Gezien met de herstellingswerken aan de monnik van de Putselvijver waarbij alle vis uit de Putselvijver werd verwijderd is het noodzakelijk om met een herbepotingsstrategie het visbestand terug op te bouwen. Ook hier is het van belang te kiezen voor soorten die bestand zijn tegen lage zuurstofgehaltes. Het volgende bepotingsplan wordt voorgesteld: in het eerste jaar kg rietvoorn, kg zeelt en kg kroeskarper. Vanaf tweede jaar starten met drie opeenvolgende jaren kg rietvoorn, kg zeelt, kg kroeskarper en vier a vijf éénzomerige snoeken. De afgelopen jaren hebben ook diverse uitzettingen van paling plaatsgevonden. De paling heeft in beide vijvers de mogelijkheid om uit de wateren te migreren richting de Sargasso Zee. De huidige uitzettingen van paling in de Putselvijver kunnen worden doorgezet. Gezien de afwezigheid van paling in de hengelvijver zijn verdere uitzettingen niet gewenst tot duidelijk is waarom de uitzettingen niet succesvol zijn gebleken. Voor een gezonde en gevarieerde visstand is een waterplantenbedekking van -% ideaal. Voor sportvissers is een bedekking van zo n -% gewenst, afhankelijk van de locatie en vissoort waarop gevist wordt. In de Hengelvijver en Putselvijver is preventief tegen gaan van de waterplanten lastig. Zonlicht komt op de voedselrijke bodem waardoor waterplanten snel groeien. De Hengelvijver is net opnieuw ingericht, waardoor uitbaggeren geen optie is. Daarnaast is uitbaggeren zeer kostbaar. Een oplossing op korte termijn is het verwijderen van de waterplanten in het late voorjaar. Hierbij bestaat de kans dat in de nazomer het weer dicht is gegroeid met waterplanten. Het verwijderen van waterplanten in de vijvers is niet alleen voor de hengelmogelijkheden belangrijk, maar zorgt ook in belangrijke mate voor een verhoging van de lokale habitatdiversiteit en bijgevolg mogelijkheden voor toename van de soortendiversiteit. Preventief optreden om flabvorming te voorkomen is moeilijk maar het is belangrijk dat bij flabvorming relatief snel wordt opgetreden om te vermijden dat er zuurstofstress optreedt. In het huidige onderzoek zijn beide vijvers op basis van de omgevingseigenschappen aangetroffen visstand beoordeeld op een rietvoorn-snoekviswatertype. De draagkracht voor vissen van het rietvoorn-snoekviswatertype bedraagt (afhankelijk van de samenstelling van de waterbodem) tot kilogram per hectare. De biomassa van de Hengelvijver is kg/ha en Putselvijver kg/ha en halen daarmee de draagkracht van de wateren niet. Echter, in vergelijking met onderzoek in is de biomassa toegenomen en zit er een stijgende lijn in. Naar verwachting zal de biomassa de komende jaren verder toenemen. In dit geval is ook de kans groot dat het vooraf gestelde doeltype wordt behaald. De vangkans is op het moment beperkt. Op enkele snoeken na, ontbreekt het aan voor sportvissers interessante vissoorten. Door de waterplanten zijn ook de mogelijkheden voor de hengelsport beperkt... Vossemvijver Het water van de Vossemvijver is helder met veel plantengroei. De visstand is divers en evenwichtig. Karper, baars en snoek domineren de visstand. Rietvoorn en de zeelt komen in kleinere aantallen voor. De predator-prooivisverhouding is goed, zodat de prooivis een regulerend effect heeft op de prooivissen die op het water voorkomen. Ook het aandeel + vissen is goed te noemen. Dit duidt op goede paai- en opgroeigebieden op het water. De ondiepe zones met veel vegetatie warmen

44 in het voorjaar snel op zodat zelfs de karper en de giebel zich op het water kunnen voortplanten. Na de herinrichting van het water zijn veel uitzettingen gedaan. Vooral de uitzettingen van de limnofiele vissoorten is aangeslagen. Op het moment is de visstand evenwichtig en daarom wordt het aanbevolen geen vis meer uit te zetten. Door de aanwezigheid van waterplanten is het water moeilijk te bevissen voor de sportvisser. De vangkans is redelijk met een biomassa van kg/ha. Het water herbergt grote snoeken en karpers met een gewicht > kg. Het water is niet eenduidig te typeren, maar komt op basis van de eigenschappen en aangetroffen visstand het dichtst bij een blankvoorn-snoek viswatertype. In de toekomst zal het water zich mogelijk evolueren als een rietvoorn-snoek viswatertype... Hengelvijver en Achterliggende Vijver Groene Beemd De Hengelvijver en de Achterliggende Vijver staan met elkaar in verbinding met een sloot. De visstand op beide vijvers komt dan ook sterk overeen. Giebel, brasem, karper en blankvoorn hebben een groot aandeel in de biomassa en zijn hiermee de belangrijkste sportvissen. De densiteit is in de Achterliggende Vijver hoog. De oevers lopen geleidelijk af en zijn daarom geschikt als paaihabitat. Het water is ondiep en warmt snel op waardoor reproductie plaats kan vinden. In het open water is een dikke laag slib aangetroffen. De sliblaag neemt in omvang snel toe door bladval van de omliggende bomen. Tijdens de bemonstering was het water minder dan een halve meter diep. Het is daarom aan te bevelen om het open water van de vijver te uit te laten baggeren. Hierbij moet voldoende variatie in diepte worden gecreëerd. Door variatie in diepte ontstaat er afwisseling in de waterplantenbedekking, diepere plekken zijn bovendien belangrijk in de winter voor vis tijdens ijsvorming of in de zomer bij hoge temperaturen beide in verband met de zuurstofhuishouding. Ook kunnen de grotere vissen zich in de diepere delen verschuilen tegen aalscholvers. De oevers zijn geschikt als paai- en opgroeigebieden en herinrichting is daarom niet nodig. Daarnaast komt door het verwijderen van de baggerlaag meer ruimte vrij in het water, waardoor de draagkracht ook toe zal nemen. De oevers van de Hengelvijver zijn steil aflopend en niet geschikt als paaihabitat. Daarom is ook een lagere densiteit aangetroffen. Het water bevat dieptes tot drie meter. Hier spelen geen nadelige gevolgen van baggerlaag. De predator-prooiverhouding is sterk uit evenwicht. Het ontbreekt aan snoek en visetende baars kan het aandeel prooivis onvoldoende onderdrukken. Het wordt aanbevolen om in het voorjaar van, en ieder jaar stuks eenjarige snoek op beide vijvers uit te zetten. Hierdoor mag worden verwacht dat de predator-prooiverhouding de komende jaren wijze weer in evenwicht zal raken. Door de uitzet van snoek wordt ook verwacht dat de biomassa sneller zal toenemen. De + en + vissen hebben meer ruimte en voedselbronnen tot beschikking om door te groeien. Bij een volgend visstandonderzoek (in de regel na jaar) kan de situatie opnieuw worden beoordeeld. Hoewel de vangsten aflopen in de afgelopen jaren is met het huidige bestand van en kg/ha de vangkans redelijk groot voor sportvissers. Het water is met name geschikt voor de witvisser. Zowel met de vaste hengel als de feeder kan het water goed worden bevist. De wateren komen op basis van de omgevingseigenschappen en de visstand het dichtst bij een blankvoorn-brasem viswatertype. Gezien het doorzicht, beperkt voorkomen van vegetatie en de visstand is het niet aannemelijk dat het viswatertype op korte termijn zal veranderen... Vallei van de Drie Beken De waterlopen van de Vallei van de Drie Beken kennen een grote historische vervuiling met chloriden door lozingen van het bedrijf Tessenderlo Chemie. In een rapport van de Vlaamse milieuadministratie uit is er sprake van chloride concentraties tot bijna mg/l, waar de norm voor oppervlaktewater op mg/l chloride lag. Ook werd er een historische vervuiling met zware metalen als arseen, barium, cadmium en radium gevonden in de waterbodem en oevers. Men verklaarde de beek dan ook 'biologisch dood'. De fauna noch flora kwam in de waterlopen voor. In is de fosfaatafdeling bij het bedrijf gesloten en zijn de lozingen gestopt. Om de ontwikke

45 lingen in de visstand nauwkeurig te kunnen volgen is de visstand vanaf om de twee jaar op vaste trajecten bemonsterd. In vergelijking met de bemonstering van is in en een sterk herstel van de visfauna waargenomen, in diversiteit, densiteit en biomassa. Nadat de lozingen zijn gestopt is het aandeel rheofiele vissoorten sterk toegenomen wat duidt op verbeterde waterkwaliteit. Net als in zijn de hoogste biomassa s aangetroffen in de benedenloop van de waterlopen (locaties,, en ). Echter, in het huidige onderzoek zijn ook op locaties, en redelijk hoge biomassa s aangetroffen. Dit zijn locaties hoger in de waterloop. Dit betekent dat de vissen zich verder richting de bovenstroomse delen van de waterloop verplaatsten. De stroming minnende vissoorten zoals riviergrondel, kopvoorn en bermpje nemen in biomassa toe wat duidt op beterde leefomstandigheden in de beek. Naar verwachting zal de diversiteit de komende jaren alleen nog maar toenemen. Door de sterke natuurlijke optrek van vis is het aan te bevelen om geen vis uit te zetten. Om nieuwe ontwikkelingen in de visstand nauwkeurig te volgen wordt het wel aanbevolen de bemonsteringen om de twee jaar voort te zetten. De waterlopen in de Vallei van de Drie Beken kunnen worden getypeerd als kleine Kempense beek (Wils et al., Unknown). De aangetroffen visstand in de Vallei van de Drie Beken komt deels overeen met de typische visstand in Kempense beken. Zo zijn drie- en tiendoornige stekelbaars, bermpje en riviergrondel aangetroffen. Ook andere stromingsminnende vissoorten zoals serpeling en kopvoorn hebben zich wel in de beek kunnen vestigen. Het beeksysteem is vanuit de Demer goed optrekbaar waardoor de visstand zich snel heeft kunnen herstellen. In de nabije toekomst is niet uit te sluiten dat nog meer stromingminnende vissoorten zich richting het beeksysteem van de Drie Beken begeven... Algemene aanbevelingen Visstandonderzoek Het wordt aangeraden om de visstandbemonstering elke jaar op een gelijke wijze te herhalen. Verandering in het visbestand kunnen op deze wijze inzichtelijk worden gemaakt, evenals het effect van herbepotingen en inrichtingsmaatregelen.

46 Literatuur Bijkerk R.,. Handboek Hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de ecologische beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. Rapport -, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Amersfoort. Bruijn, Q.A.A. de & H. Vis, a. Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het natuurgebied Berlarebroek, najaar., Nieuwegein. Projectnummer VA_, pag. Bruijn, Q.A.A. de & H. Vis, b. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar., Nieuwegein. Projectnummer VA_, pag. Bruijn, Q.A.A. de & H. Vis, c. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams-Brabant, najaar., Nieuwegein. Projectnummer VA_, pag. De Laak, G.A.J.. Kennisdocument blankvoorn Rutilus rutilus (Linnaeus, ). Kennisdocument. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. Hop, J., a. Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Webbekomsbroek, Hengelvijver Groenendaal, Putselvijver en de Vallei van de drie beken, Provincie Vlaams Brabant. _VLB/rap Hop, J.,. Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest, Rivierenhof en Blaasveld Broek. Rapportnr. /. ATKB, Geldermalsen. I.o.v. Agentschap voor Natuur en Bos. Van Giels, J. & J. Hop,. Onderzoek naar het visbestand in enkele kleine en stilstaande viswateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en Vallei van de drie beken,. Kenmerk: _VLB/Rap, definitief, mei Peters, J.S.. Rapport Visserijkundig Onderzoek; Stadswateren Arnhem. Sportvisserij Nederland, Bilthoven, in opdracht van Hengelsport Federatie Midden Nederland. AVE. Klein Breteler, J.G.P. & G.A.J. de Laak,. Lengte-gewicht relaties Nederlandse vissoorten. Deelrapport. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. OVB rapportnummer: OND, p. Klinge, M., G. Hensens, A. Brenninkmeijer & L. Nagelkerke,. Handboek visstandbemonstering. Voorbereiding, bemonstering, beoordeling. STOWA, Utrecht. Noble R & Cowx I (). Compilation and harmonisation of fish species classification (D). In: FAME Work Package. Final report. University of Hull, United Kingdom. Vis, H. & Q.A.A. de Bruijn,. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar., Nieuwegein. Projectnummer VA_, pag. Wils, C., Verheyen, R., Meire, P., Unknown. Systematiek van natuurtypen voor Vlaanderen:. Waterlopen. Onderzoeksopdracht MINA///. Universiteit Antwerpen, departement Biologie. In opdracht van AMINAL, afd. Natuur. Zoetemeyer, R.B. & B.J. Lucas,. Basisboek visstandbeheer. Sportvisserij Nederland, Bilthoven.

47 Bijlage I Geografische kaarten beviste trajecten In de onderstaande kaartjes is de ligging van de verschillende meetpunten ingetekend. Elektrovistrajecten zijn in blauw aangegeven en de locaties van de zegenvisserijen in geel. Hengelvijver (links) en Putselvijver (rechts) Groenendaal Vossemvijver

48 Hengelvijver (boven) en de Achterliggende Vijver (onder) van de Groene Beemd Vallei van de Drie Beken Benedenlopen van de Vallei van de Drie Beken. Locaties, en behoren tot de Grote Beek. Locatie behoort tot de Middelbeek.

49 Locatie behoort tot de Grote Beek, locatie tot de Middelbeek Beek en locatie tot de Kleine Beek. Locaties, en liggen allen in de Grote Beek.

50 Bijlage II GPS coördinaten beviste trajecten Naam water Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Vallei van de Drie Beken Groenendaal: Hengelvijver Groenendaal: Hengelvijver Groenendaal: Putselvijver Groenendaal: Putselvijver Vossemvijver Vossemvijver Vossemvijver Vossemvijver Vossemvijver Vossemvijver Vossemvijver Groene Beemd Hengelvijver Groene Beemd Hengelvijver Groene Beemd Hengelvijver Groene Beemd Achterliggende Vijver Groene Beemd Achterliggende Vijver Groene Beemd Achterliggende Vijver Vistuig El El El El El El El El El El EL ZE EL ZE EL EL EL ZE ZE ZE ZE EL ZE ZE Trek nr. Begin Lambert X EL ZE ZE Lambert Y Eind Lambert X Lambert Y

51 Bijlage III Vangstgegevens per locatie Voor afkortingen vissoorten zie bijlage VI. Groenendaal: Hengelvijver (links) en Putselvijver (rechts) EL BA BV RV ZE SK ZE KK BA RV EL SK KK BA PA RV SK ZE ZE KK BA RV SK

52 Vossemvijver EL EL BR BV GI KA PA RV ZE KA EL PA PO RV ZE BA ZE BD GI KA PA ZE BA ZE BV KA PO RV ZE A A BA ZE BR BV GI HY KA PA PO SK ZE BA BR BV GI KA PO SK ZE,,,

53 Groene Beemd Hengelvijver EL BA BD BI BV GI KA PA ZE VE ZE RG BA BR RV ZE PA VE WI RG BA BR GI BV GI KB RV WI BV

54 Achterliggende Vijver EL ZE ZE BA BD BI BR BV GI KA PA RV RG BA BI BR BV KA VE BA BI BR BV RV VE,,,

55 In bijlage VI is een overzicht gegeven alle soortnamen en de afkortingen zoals gebruikt in de bovenstaande tabel. Vallei van de Drie Beken Aantal (absolute aantallen) a BA BD BR BV DD GI PA RV SK ZB TD RG BE KV SE Totaal b a b a b a b a b a b a,, b,,,, b a a b a b b a b,,, a,, b,,,,,,,,,,,, b a b a,, b,, a Biomassa (absolute grammen) a BA BD BR BV DD GI PA RV SK ZB TD RG BE KV SE Totaal b,,,,,, a,,,,,, b,, a b,,,,,,,,,,,,,,,, a,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, b,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, a,,,,,,,,,,,,,,,,,,,

56 Aantallen per locatie, vissoort en lengte (aanwezigheid + individuen weergegeven in rood). EL EL ZB BD ZB TD BA BD BR BV DD GI ZB TD RG BA BD BV DD GI ZB TD RG EL EL BD TD BD TD BA BD BV GI PA EL ZB RG BA BD BV PA BV GI ZB RG GI

57 EL BA ZB RG BE KV BD BV DD GI PA BD BV DD GI PA RV ZB RG BE KV EL BD BV DD GI PA ZB RG BE KV BD BV ZB RG EL BA BD BV DD GI PA ZB RG BE KV BA BD BV PA ZB RG BE KV

58 EL BA BD BR BV DD GI RV SK ZB TD RG BE KV SE BD BV DD ZB TD RG EL BE BA BD BV DD GI PA RV SK ZB TD RG BE BA BD BV DD GI PA RV ZB TD RG BE

59 Gevangen gewicht per locatie (in rood zijn de + vissen weergegeven). EL ZB EL BD ZB TD BA,,, BD BR BV DD ZB TD,,, GI BD BV, RG BA DD GI ZB,, TD RG EL BD,, BD,, TD TD EL BA BD,, GI PA ZB RG BA BD, EL BV PA ZB RG GI BV GI, BV,,

60 EL BA BD BV DD GI PA ZB RG BE KV BD BV, DD GI PA RV, ZB, RG BE KV EL BD BV DD GI PA ZB RG BE KV BD BV ZB RG EL BA BD BV, GI PA ZB, DD BE KV BA BD BV PA ZB RG BE KV RG,,

61 EL BA BD BR BV DD,,, GI RV SK ZB TD RG BE KV,,, SE BD BV DD ZB TD RG,,,,,,,, BE EL BA BD BV DD GI PA,,,,,,, RV SK ZB TD RG BE BA,,,, BD BV DD GI PA,,,, RV ZB TD RG BE,,,,,,

62 Bijlage IV Lengte-frequentie grafieken Blankvoorn (n= ) Zeelt (n= ) Kroeskarper (n= ) Baars (n= ) Hengelvijver Groenendaal Rietvoorn (n= ) Snoek (n= ) Baars (n= ) Putselvijver Groenendaal Rietvoorn (n= ) Paling (n= ) Kroeskarper (n= )

63 Zeelt (n= ) Snoek (n= ) Blauwband (n= ) Vossemvijver Pos (n= ) Brasem (n= ) Hybride (n= ) Snoek (n= ) Rietvoorn (n= )

64 Baars (n= ) Blankvoorn (n= ) Giebel (n= ) Karper (n= ) Paling (n= ) Snoek (n= ) Zeelt (n= )

65 Blauwband (n= ) Groene Beemd-Hengelvijver Bittervoorn (n= ) Karper (n= ) Rietvoorn (n= ) Riviergrondel (n= ) Winde (n= ) Zeelt (n= ) Vetje (n= ) Kolblei (n= ) Baars (n= ) Blankvoorn (n= ) Brasem (n= )

66 Giebel (n= ) Blauwband (n= ) Groene Beemd-Achterliggende Vijver Bittervoorn (n= ) Karper (n= ) Paling (n= ) Riviergrondel (n= ) Vetje (n= ) Paling (n= ) Baars (n= ) Blankvoorn (n= )

67 Brasem (n= ) Giebel (n= ) Rietvoorn (n= )

68 Blauwband (n= ) Vallei van de Drie Beken Ruisvoorn (n= ) Brasem (n= ) DD-stekelbaars (n= ) Paling (n= ) Snoek (n= ) Zonnebaars (n= ) Bermpje (n= ) TD-stekelbaars (n= ) Serpeling (n= ) Baars (n= ) Blankvoorn (n= )

69 Kopvoorn (n= ) Riviergrondel (n= ) Giebel (n= )

70 Bijlage V Conditie grafieken Groenendaal Hengelvijver Baars (n= ) Conditiefactor,,,,, Putselvijver Snoek (n= ) Conditiefactor,,,,, Vossemvijver Baars (n= ) Conditiefactor,,,,, Karper (n= ), Conditiefactor,,,,,,

71 Groene Beemd-Hengelvijver Giebel (n= ) Blankvoorn (n= ), Conditiefactor Conditiefactor,,,,,,,,, Brasem (n= ) Conditiefactor,,,,, Achterliggende vijver Giebel (n= ) Blankvoorn (n= ), Conditiefactor Conditiefactor,,,,,,,,, Brasem (n= ) Conditiefactor,,,,,

72 Vallei van de Drie Beken Serpeling (n= ) Snoek (n= ), Conditiefactor Conditiefactor,,,,,,,,,

73 Bijlage VI Wetenschappelijke benaming, afkortingen en + grenzen Nederlandse naam afkorting Bovengrens + (cm) Wetenschappelijke naam Alver al Alburnus alburnus (Linnaeus, ) Baars ba Perca fluviatilus (Linnaeus, ) Bermpje be Barbatula barbatula (Linnaeus, ) Blankvoorn bv Rutilus rutilus (Linnaeus, ) Blauwband bd Pseudorasbora parva (Linnaeus, ) Bittervoorn bi Rhodeus amarus (Linnaeus, ) Brasem br Abramis brama (Linnaeus, ) Bot bo Platichthys flesus (Linnaeus, ) Driedoornige stekelbaars dd Gasterosteus aculeatus aculeatus (Linnaeus, ) Europese Meerval mv Silurus glanis (Linnaeus, ) Giebel gi Carassius gibelio (Bloch, ) Graskarper gk Ctenopharyngodon idella (Valenciennes, ) Hybride hy n.v.t. Karper ka Cyprinus carpio carpio (Linnaeus, ) Kesslersgrondel ke Neogobius kesslerii (Gunther, () Kleine modderkruiper km Cobitis taenia (Linnaeus, ) Kroeskarper kk Abramis bjoerkna (Linnaeus, ) Kolblei kb Carassius carassius (Linnaeus, ) Kopvoorn kv Leuciscus cephalus (Linnaeus, ) Kwabaal kw Lota lota (Linnaeus, ) Marmergrondel ma Proterorhinus marmoratus (Pallas, ) Paling pa Anguilla anguilla (Linnaeus, ) Pos po Gymnocephalus cernuus (Linnaeus, ) Riviergrondel rg Gobio gibio (Linnaeus, ) Roofblei rb Aspius aspius (Linnaeus, ) Ruisvoorn of rietvoorn rv Scardinius erythrophthalmus (Linnaeus, ) n.v.t. Snoek sn Esox lucius (Linnaeus, ) Snoekbaars sb Sander lucioperca (Linnaeus, ) Vetje ve Leucaspius delineatus (Linnaeus, ) Winde wi Leuciscus idus (Linnaeus, ) Zeelt ze Tinca tinca (Linnaeus, ) Zonnebaars zb Lepomis gibbosus (Linneaus, ) Zwartbekgrondel zbg Cottus gobio (Linneaus, )

74 Veluwehaven Postbus GC Nieuwegein e. Aansprakelijkheid:, noch haar aandeelhouders, vertegenwoordigers of werknemers, zijn aansprakelijk voor enige directe, indirecte, incidentele of gevolgschade dan wel boetes of andere vormen van schade en kosten die het gevolg zijn van of voortvloeien uit het gebruik van het advies van door opdrachtgever of voortvloeien uit toepassingen door opdrachtgever of derden van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van. Opdrachtgever vrijwaart voor alle aanspraken van derden en de door daarmee te maken kosten (inclusief juridische bijstand) indien de aanspraken op enigerlei wijze verband houden met de voor de opdrachtgever door verrichtte werkzaamheden. Niettegenstaande het voorgaande is elke aansprakelijkheid van uit hoofde van de overeenkomst van opdracht tussen en opdrachtgever beperkt tot het bedrag dat in het betreffende geval onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van wordt uitbetaald, vermeerderd met het bedrag van het eigen risico dat volgens de verzekering ten laste komt van. Indien geen uitkering mocht plaatsvinden krachtens genoemde verzekering, om welke reden ook, is de aansprakelijkheid van beperkt tot twee keer het bedrag dat door in verband met de betreffende opdracht in rekening is gebracht en is voldaan in de twaalf maanden voorafgaande aan het moment waarop de gebeurtenis die tot de aansprakelijkheid aanleiding gaf [plaatsvond], met een maximumaansprakelijkheid van..

Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April 2014 door: Vis,

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2015

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2015 Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 215 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele

Nadere informatie

Visstandonderzoek in enkele meervormige viswateren in de Provincie Antwerpen, najaar 2016.

Visstandonderzoek in enkele meervormige viswateren in de Provincie Antwerpen, najaar 2016. Visstandonderzoek in enkele meervormige viswateren in de Provincie Antwerpen, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: E-mail adres: Visstandonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2015

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2015 Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 5 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2017.

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2017. Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 7. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2016

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2016 Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: E-mail

Nadere informatie

Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest, 2015.

Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest, 2015. Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest,. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest,.

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het Berlarebroek, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het Berlarebroek, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het Berlarebroek, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April 2014 door: Q.A.A.

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2017.

Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2017. Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 7. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in meervormige

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2015.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2015. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 15. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos Februari 2014 door:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2016.

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2016. Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: E-mail adres: Eindverantwoording:

Nadere informatie

Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken Burchts Weel, 2015.

Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken Burchts Weel, 2015. Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken Burchts Weel, 215. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2016.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2016. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018.

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018. Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 218. Provincie Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 218379/rap1_OVL

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos april 2014 door: Q.A.A. de

Nadere informatie

De visstand in vaarten en kanalen

De visstand in vaarten en kanalen De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015.

Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015. Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015. VisAdvies

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant. Rapportnummer: /VBR_rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Diestsepoort 6 bus Leuven

Provincie Vlaams Brabant. Rapportnummer: /VBR_rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Diestsepoort 6 bus Leuven Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren en waterloopsystemen, Kleine vijver Horst, Webbekomsbroek, Meer van Weerde en Vallei van de Drie Beken 2018. Provincie Vlaams Brabant Rapportnummer:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Vijvers Vlaams-Brabant Rapportnummer: 265/3 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018.

Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018. Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 208. Provincie Limburg Rapportnummer: 2080379/rap02 Status rapport:

Nadere informatie

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:

Nadere informatie

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande en kleine wateren Scheldemeander Meerseput, Scheldemeander Het Anker, Leiemeander te Oeselgem, Oude Durme te Hamme en de Rupelmondse Kreek, 22 Provincie

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 2011

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 2011 Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 211 Project: VA211_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos 24 februari 212 door: Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry Statuspagina

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 22 Provincie West Vlaanderen Rapportnummer: 22369/rap4 Status rapport:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Leiemeanders Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 265/4 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 214 Provincie Vlaams Brabant Rapportnummer: 21439_VLB/rap1

Nadere informatie

Provincie Antwerpen. Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Provincie Antwerpen. Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Rivierenhof (Grote hengelvijver & Bootjesvijver), Fort van Oelegem en Gemeentevijver Zandhoven 2018. Provincie Antwerpen Rapportnummer: 20180379/rap02

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar 2011

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar 2011 Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar 211 Project: VA211_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos 14 februari 212 door: Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry Statuspagina

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Rivierenhof en Blaasveld Broek

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Rivierenhof en Blaasveld Broek Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Rivierenhof en Blaasveld Broek Rapportnummer: 200605/002 Status rapport: Definitief Datum rapport: 3 april 202 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011

Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011 Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 211 Project: VA211_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos maart 212 door: Spierts Igor L.Y. & Vis,

Nadere informatie

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie Limburg, najaar 2017.

Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie Limburg, najaar 2017. Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie Limburg, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Rapportnummer: 26/ Status rapport: Definitief Datum rapport: maart 22 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 22 Provincie Antwerpen Rapportnummer: 22369/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: 2-2-23 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in de Provincie Antwerpen, najaar 2017

Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in de Provincie Antwerpen, najaar 2017 Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in de Provincie Antwerpen, najaar 7 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Brussel-Charleroi, Kanaal Roeselare-Leie en Kanaal Moervaart Durme, 2017

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Brussel-Charleroi, Kanaal Roeselare-Leie en Kanaal Moervaart Durme, 2017 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Brussel-Charleroi, Kanaal Roeselare-Leie en Kanaal Moervaart Durme, 217 Provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant Rapportnummer:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014

Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014 Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014 Provincie Antwerpen Rapportnummer: 20140778_Antw/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 22 april 2015

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, najaar 2013

Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, najaar 2013 Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, najaar 213 Project: VA213_4 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos april 214 door: H. Vis &

Nadere informatie

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 214 Provincie Oost Vlaanderen Rapportnummer: 214539_O-VL/rap1 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, Provincie Limburg Rapportnummer: 9_LI/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: 9 maart Auteur:

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Rapportnummer: 200605/00 Status rapport: Definitief Datum rapport: 3 april 202 Auteur: Gecontroleerd: J. Hop J. Kampen

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2017

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2017 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2017 Provincies Antwerpen, West-Vlaanderen en Vlaams- Brabant

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Scherpenzeel

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Scherpenzeel Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Scherpenzeel Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Scherpenzeel Op 10 en 11 december 2013 uitgevoerd in opdracht van Hengelsportvereniging

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2014 Provincies Antwerpen, West-Vlaanderen en Vlaams- Brabant

Nadere informatie

Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde

Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde Najaarsonderzoek 2015 Rapportnummer: 20130096_3/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 2 december 2015 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:

Nadere informatie

Auteur: J. Hop Datum: Projectleider: J. van Giels Status: Concept

Auteur: J. Hop Datum: Projectleider: J. van Giels Status: Concept Notitie Visonderzoek diverse kanalen West- en Oost Vlaanderen Aan: Stuurgroep provincie West- en Oost Vlaanderen Kenmerk: 20160619/not02//V1 Auteur: J. Hop Datum: 24-8-2016 Projectleider: J. van Giels

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde- Rijnkanaal en Leopoldkanaal, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde- Rijnkanaal en Leopoldkanaal, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde- Rijnkanaal en Leopoldkanaal, 214 Provincies Limburg, Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen Rapportnummer:

Nadere informatie

Sonaronderzoek naar het visbestand in het Netekanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010.

Sonaronderzoek naar het visbestand in het Netekanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010. Sonaronderzoek naar het visbestand in het Netekanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010. Project VA2010_22 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos door: Kemper Jan H. & H. Vis Statuspagina

Nadere informatie

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de viswateren Kanaal Brussel-Schelde, Gent-Oostende en Nieuwpoort-Plassendale, 2016

Onderzoek naar het visbestand in de viswateren Kanaal Brussel-Schelde, Gent-Oostende en Nieuwpoort-Plassendale, 2016 Onderzoek naar het visbestand in de viswateren Kanaal Brussel-Schelde, Gent-Oostende en Nieuwpoort-Plassendale, 216 Provincies Vlaams-Brabant, Antwerpen, West- en Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 214779_3_rap1

Nadere informatie

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013 Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013 Rapportnummer: 20130405/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 6-3-2014 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:

Nadere informatie

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,

Nadere informatie

SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd.

SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd. SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan 2010-2015 is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd. Vóór de daadwerkelijke start van de beheervisserij in de Leijen dient

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Woudenberg

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Woudenberg Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Woudenberg Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Woudenberg Op en 2 december 203 uitgevoerd in opdracht van Hengelsportvereniging Ons

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vijvers park Oudegein te Nieuwegein

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vijvers park Oudegein te Nieuwegein Rapport Visserijkundig Onderzoek Vijvers park Oudegein te Nieuwegein Rapport Visserijkundig Onderzoek Vijvers park Oudegein te Nieuwegein Op 1 november 2012 uitgevoerd in opdracht van Hengelsportvereniging

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer: RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Dender, Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, 2015

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Dender, Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, 2015 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Dender, Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, 215 Provincies Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg Rapportnummer: 214779_2_rap1 Status

Nadere informatie

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 3 Vismonitoring Hollandse IJssel . Inleiding

Nadere informatie

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Aanwezigheid van een bijzondere veenreus Bart Schaub; Hoogheemraadschap van Rijnland Martin Hoorweg; Sportvisserij Nederland Samen met Gerrit van

Nadere informatie

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering

Nadere informatie

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001).

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001). Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 00). Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B-50 Hoeilaart-Groenendaal Werkdocument juni 00 IBW.Wb.V.IR.00.4 . Inleiding

Nadere informatie

Vijver Hoge Neerstraat te Etten-Leur

Vijver Hoge Neerstraat te Etten-Leur Vijver Hoge Neerstraat te EttenLeur Algemene beschrijving Coördinaten: Grootte: Max. diepte: Gem. breedte: Watertype: Opgenomen in: Naam HSV/HSF: Plaats HSV/HSF: 51.57012576279971, 4.6518672466278455 1,4

Nadere informatie

Gemeente Lelystad. Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad. Projectnummer: AT Datum: Mei 2003

Gemeente Lelystad. Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad. Projectnummer: AT Datum: Mei 2003 Gemeente Lelystad Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad Projectnummer: AT 30.2003.095 Datum: Mei 2003 Status: Concept Opgesteld: J. Kampen Gecontroleerd: P. Rutjes Watertoren 20, Postbus

Nadere informatie

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest

Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Rapportnummer: 3/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: februari Auteur: J. Hop paraaf:

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vestinggracht 2 en 3. te Heusden

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vestinggracht 2 en 3. te Heusden Rapport Visserijkundig Onderzoek Vestinggracht 2 en 3 te Heusden Statuspagina Titel Samenstelling E-mail Homepage Opdrachtgever Homepage Visserijkundig Onderzoek Vestinggracht 2 en 3 te Heusden Sportvisserij

Nadere informatie

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 6 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen KRW

Werkprotocol visbemonsteringen KRW Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen KRW Bemonstering, verwerking gegevens, rapportage Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij Service Nederland, Groot-Ammers

Nadere informatie

Sonaronderzoek naar het visbestand in het Albertkanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010

Sonaronderzoek naar het visbestand in het Albertkanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 2010 Sonaronderzoek naar het visbestand in het Albertkanaal in het Vlaamse Gewest. zomer 21 Project VA21_21 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos door: Kemper Jan H. & H. Vis Statuspagina

Nadere informatie

Steeknet & Hengelvangstregistratie

Steeknet & Hengelvangstregistratie Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.

Nadere informatie

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir

Nadere informatie

Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Najaar 2010

Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Najaar 2010 Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Najaar 2 9 mei 2 Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Najaar 2 Kenmerk R-4738369QJB-ibs-V3-NL Verantwoording Titel Onderzoek

Nadere informatie

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 8 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper

Nadere informatie

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen Bijlagenrapport Centrifugaalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Wateren Rondweg te Houten

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Wateren Rondweg te Houten Rapport Visserijkundig Onderzoek Wateren Rondweg te Houten Rapport Visserijkundig Onderzoek Wateren Rondweg te Houten Op 9 maart en april 200 uitgevoerd in opdracht van de Door: P.A.D.M. Wijmans Statuspagina

Nadere informatie

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de

Nadere informatie

Heusden Gracht 1 te Heusden

Heusden Gracht 1 te Heusden Heusden Gracht 1 te Heusden Algemene beschrijving Coördinaten: Grootte: Max. diepte: Gem. breedte: Watertype: Opgenomen in: Naam HSV/HSF: Plaats HSV/HSF: 51.732361897629254, 5.132336711883583 14 ha 5,5

Nadere informatie

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer. Projectnummer:

RWS Waterdienst. Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer. Projectnummer: RWS Waterdienst Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer Projectnummer: 851 Status Definitief Kenmerk 851/rap1 Datum oktober Opgesteld door Jouke Kampen Gecontroleerd Johan van Giels AquaTerra - KuiperBurger

Nadere informatie

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten?

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten? EU-Intercalibratie maatlatten M-typen Meten = Weten? Inhoud presentatie Aanleiding Kort maatlatten M-typen Aanpak onderzoek Resultaten buitenland deel Resultaten binnenland deel Vergelijking maatlatten

Nadere informatie

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Grote en Kleine Keignaert, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de Grote en Kleine Keignaert, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de Grote en Kleine Keignaert, 2014 Provincie West-Vlaanderen Rapportnummer: 20140539_W-VL/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 23 maart 2015 Auteur: Projectleider:

Nadere informatie

Alain Dillen Klaar Meulebrouck Agentschap voor Natuur en Bos

Alain Dillen Klaar Meulebrouck Agentschap voor Natuur en Bos Voorstel tot herstelplan voor de visstand in de Boven-Schelde naar aanleiding van de vissterfte in september 2012 AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS Alain Dillen Klaar Meulebrouck Agentschap voor Natuur en

Nadere informatie

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

MINISTERIEVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer

MINISTERIEVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer MINISTERIEVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Administratie Milieu, Natuur, Land en Waterbeheer 13." c r 11:) Lf er L e (,"' ut VISSERIJCOMMISSIE :::!; \HSIVI \A'lDEkil' ' _, > a: a. Provinciale Visserijcommissie

Nadere informatie

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag 2008 Rapport 2009-023 J.H. Wanink Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Breedweervijver te Heemskerk

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Breedweervijver te Heemskerk Rapport Visserijkundig Onderzoek Breedweervijver te Heemskerk Rapport Visserijkundig Onderzoek Breedweervijver te Heemskerk Op 13 november uitgevoerd in het kader van een excursie van bestuurders van

Nadere informatie

Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland

Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van RAVON in opdracht Waterschap Zuiderzeeland (mede namens Natuurmonumenten en de provincie Flevoland) J. Kranenbarg

Nadere informatie

Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp

Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp Bijlagenrapport Vijzels; faunapomp Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. De Waa. Te Hattem

Rapport Visserijkundig Onderzoek. De Waa. Te Hattem Rapport Visserijkundig Onderzoek De Waa Te Hattem Statuspagina Titel Samenstelling E-mail Homepage Opdrachtgever Homepage Visserijkundig onderzoek De Waa, Hattem OAB Nederland Verlengde Vaarbekerweg 11

Nadere informatie

Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"

Hydraulische evaluatie vispassages Meele en Wijhe Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe" Project: VA2012_08 Opgesteld in opdracht van: Ploegam noord BV maart 2012 door: Q. de Bruijn & H. Vis Statuspagina Statuspagina Titel: Hydraulische

Nadere informatie

Vissen in het beheersgebied van Waterschap Aa en Maas

Vissen in het beheersgebied van Waterschap Aa en Maas Vissen in het beheersgebied van Waterschap Aa en Maas REPTIELEN, AMFIBIEËN EN VISSENONDERZOEK NEDERLAND Vissen in het beheersgebied van Waterschap Aa en Maas Inzicht in de actuele vispopulatie Juli 2004

Nadere informatie