Vijf maatregelen. Bestrijding overlast en verloedering. Deze brochure is een uitgave van:

Transcriptie

1 Vijf maatregelen Bestrijding overlast en verloedering Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Veiligheid en Bestuur Postbus ea Den Haag Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend Maart 2010/B-5690

2 Vijf maatregelen Bestrijding overlast en verloedering 1

3 2

4 Inhoud Bestrijding overlast en verloedering 5 Jeugdoverlast 7 Rijksbeleid 7 Gemeentelijke maatregelen 9 Alcohol, drugs en uitgaansoverlast 10 Rijksbeleid 10 Gemeentelijke maatregelen 11 Verloedering 14 Rijksbeleid 14 Gemeentelijke maatregelen 15 Woonoverlast en bestuurlijk toezicht 19 Rijksbeleid 19 Gemeentelijke maatregelen 21 Burgerparticipatie 23 Rijksbeleid 23 Gemeentelijke maatregelen 24 Veiligheidshuis, nazorg aan detentieverlaters, veelplegers 25 Rijksbeleid 25 Gemeentelijke maatregelen 25 Contactpersonen 27 Vijf maatregelen per gemeente 28 3

5 4

6 Bestrijding overlast en verloedering De bestrijding van overlast en verloedering is een speerpunt van beleid voor zowel Rijk als gemeenten. In het bestuursakkoord is een ambitieuze doelstelling vastgelegd: een reductie van 25 procent in 2010 ten opzichte van Met de ondertekening van het manifest Bestrijding Overlast en Verloedering hebben BZK, WWI en veertig gemeenten onlangs gezamenlijk besloten nog een extra impuls te geven om deze doelstelling te halen. Elke gemeente heeft vijf maatregelen aangeleverd die zij specifiek inzetten om overlast en verloedering te bestrijden. In deze publicatie wordt inzicht gegeven in de uiteenlopende maatregelen die gemeenten inzetten. Om de uitgave overzichtelijk te houden, is ervoor gekozen om niet alle projecten per gemeente apart te benoemen. De maatregelen zijn geclusterd in zes thema s. Per thema vindt u beknopte informatie over het rijksbeleid dat is ingezet. Verder worden enkele voorbeelden genoemd van het ingezette beleid in de gemeenten. Ook treft u een matrix aan waarin te zien is welke maatregelen de verschillende gemeenten inzetten. Deze uitgave geeft een overzicht van maatregelen die gemeenten inzetten om overlast en verloedering te bestrijden. De genoemde contactpersonen per gemeente kunnen uitgebreider toelichten waarom de voorgestelde maatregel effectief zijn bij de bestrijding van overlast en verloedering. Ook kunt u contact opnemen met de heer Westerveld (bert.westerveld@minbzk.nl) om inzage te krijgen in de volledige beschrijving die elke gemeente heeft aangeleverd. De landelijke opschoondagen in 2010 en 2011, waaraan alle veertig gemeenten zich verbonden hebben, worden niet genoemd in deze publicatie. De voorbereiding van de opschoondag in 2010 is echter al in volle gang. Als het goed is, hebt u onlangs ook informatie gekregen per over de organisatie van de landelijke opschoondag. In 2010 wordt het thema daarom verbreed van zwerfafval naar schoon-heel-veilig. Tijdens de landelijke opschoondag ook thema s in het kader van overlast en verloedering, zoals graffiti en vernieling, aan bod komen. Wij gaan er van uit dat deze publicatie een goed startpunt vormt om ervaringen met effectieve maatregelen actief uit te wisselen. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, voor deze, de directeur Veiligheid en Bestuur, DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE, voor deze, de directeur Stad en Bouw, mevrouw dr. ir. A.M.C. van Rijn drs. J.M.C. Smallenbroek 5

7 6

8 Jeugdoverlast Rijksbeleid Overlast veroorzaakt door jeugdgroepen is een van de meest voorkomende problemen in gemeenten, zo blijkt uit de Integrale Veiligheidsmonitor. Deze problematiek is hardnekkig en zorgt voor veel onveiligheidsgevoelens bij burgers. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet sinds 2008 dan ook extra in op de aanpak van jeugdgroepen. In 2008 en 2009 door middel van de verbetering van de shortlistmethodiek (politietraject). In 2010 ontwikkelt het ministerie een handreiking voor gemeenten om hulp te bieden bij het invullen van de eigen regierol, het opzetten van het casusoverleg en de feitelijke aanpak van de hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen (gekwalificeerde interventies per jeugdgroep). Omdat zowel Marokkaans-Nederlandse als Antilliaans-Nederlandse jongeren sterk zijn oververtegenwoordigd in de jongerenproblematiek, heeft WWI aanvullend beleid ontwikkeld voor deze doelgroepen. WWI stelt geld beschikbaar voor 22 gemeenten om straatcoaches aan te stellen, die overlast op straat tegengaan, en gezinsmanagers die multiprobleemgezinnen aanpakken. In het samenwerkingsverband van 22 aangesloten gemeenten wordt kennis over effectieve interventies en instrumenten uitgewisseld. De aanpak van Antilliaans-Nederlandse probleemjongeren voor de komende jaren ( ) is erop gericht enerzijds de problematiek van Antilliaans-Nederlandse probleemjongeren verder terug te dringen en anderzijds om zoveel mogelijk de benodigde specifieke kennis en deskundigheid bij reguliere instanties onder te brengen. Het beleid op lokaal niveau wordt vormgegeven door de Antillianengemeenten. Zij maken op dit moment plannen voor de periode 2010 tot en met Belangrijk hierbij is dat het gaat om een goed gecoördineerde en samenhangende aanpak. De gemeenten ontvangen een bijdrage via de decentralisatie-uitkering. In 2014 moet de aanpak zijn ingebed bij de reguliere instanties. Contactpersoon BZK: Saskia Dijkstra, (070) (Programma Integrale Veiligheid) Contactpersoon WWI: Inger van de Werf, (070) (Afdeling Integratie en Inburgering) 7

9 8

10 Gemeentelijke maatregelen Gemeenten hebben veel maatregelen beschikbaar op het gebied van jeugdproblematiek. Gemeenten zetten in op een individuele aanpak van jongeren of de inzet van straatcoaches. Ook hulpverleningstrajecten om te voorkomen dat jeugdigen afglijden naar criminele activiteiten worden genoemd. Veel gemeenten zijn bezig met de invoering van de shortlistmethode om jeugdgroepen goed in kaart te brengen. Een aantal voorbeelden van aangeleverde maatregelen per gemeente vindt u hieronder: Er wordt vanuit sommige gemeenten ingezet op de verbetering van de sociale omgeving van probleemjongeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld in Den Haag en Almelo door ondersteuning bij het vinden van een baan, het verbeteren van de woonsituatie of het aflossen van schulden. In Breda is het project grote broer opgestart. Dit houdt in dat Marokkaans- Nederlandse jongeren tussen de 17 en 23 jaar ingezet worden om overlastgevende Marokkaans-Nederlandse jongeren in de leeftijd van 10 tot 16 jaar aan te spreken en eventueel naar instanties door te leiden. Dit gebeurt onder de begeleiding van professionele coaches. In Ede worden extra activiteiten georganiseerd voor jongeren. Deze bestaan uit: begeleiding bij het leren samen te spelen en elkaar de ruimte te geven (tot 12 jaar). Bij de meidengroep 16+ staat het leren benutten van de eigen mogelijkheden centraal. Hier gaat het met name om Marokkaans-Nederlandse meisjes. In Culemborg is extra ingezet op de handhaving van de leerplicht bij Marokkaans- Nederlandse probleemjongeren ter voorkoming van schooluitval. Ook worden twee extra ketenregisseurs aangesteld om de overlast en criminaliteit van een groep van zo n zestig Marokkaans-Nederlandse jongeren te stoppen. 9

11 Alcohol, drugs en uitgaansoverlast Rijksbeleid Het kabinet heeft in de hoofdlijnenbrief alcoholbeleid (november 2007) samenhangende maatregelen aangekondigd om uitgaansoverlast en alcoholmisbruik door jongeren aan te pakken. De wijziging van de Drank- en Horecawet, die onlangs aan de Tweede Kamer is toegezonden, geeft gemeenten meer instrumenten: het toezicht op de uitvoering van de Drank- en Horecawet gaat over naar gemeenten en gemeenten krijgen meer mogelijkheden om aanvullende lokale regels te stellen en sancties op te leggen. Bovendien wordt het aanwezig hebben van alcohol voor jongeren tot 16 jaar strafbaar. Daarnaast heeft dit kabinet het voornemen gemeenten in de Gemeentewet de bevoegdheid te geven risicogebieden aan te wijzen waarbinnen, tijdens bepaalde perioden, het gebruik van een bepaald alcoholpercentage strafbaar wordt gesteld (de brief bij de verkenning blaastesten, oktober 2009). Het gaat daarbij om gebieden waar al langer sprake is van ernstige overlast als gevolg van alcoholgebruik of waar gevreesd wordt voor verstoring van de openbare orde. Het Trimbos Instituut en het CCV implementeren dit najaar de agressiepreventietraining Bar Veilig die in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ontwikkeld. Horecaondernemers en hun personeel leren in deze cursus hoe ze beginnende agressie kunnen herkennen en hoe ze hiermee moeten omgegaan. Voor de aanpak van zogenoemde hokken en keten wordt een handleiding voor gemeenten ontwikkeld. Deze is eind 2009 gereed. Het drugsbeleid wordt herijkt. Uitgangspunt hierbij is een integrale afweging tussen gezondheidsbelangen enerzijds en bredere maatschappelijke belangen anderzijds. Bijvoorbeeld bescherming van de jeugd aan de ene kant en het tegengaan van overlast en criminaliteit aan de andere kant. Het kabinet zet in op kleinschalige coffeeshops; dit betekent coffeeshops terug naar waar ze oorspronkelijk voor bedoeld waren: verkooppunten voor lokale gebruikers. Het kabinet wil door middel van pilots samen met de betrokken gemeenten bekijken wat een goede manier is om dit te realiseren. Hiervoor is in 2010 en 2011 maximaal 6 miljoen euro gereserveerd. Contactpersoon BZK: Gert Varkevisser, (070) (Programma Integrale Veiligheid) 10

12 Gemeentelijke maatregelen Met betrekking tot de aanpak van uitgaansoverlast is de bestrijding van alcoholmisbruik een veelgenoemde maatregel. Mensen drinken steeds meer en veroorzaken daardoor ook steeds vaker overlast. Dit eindigt vaak in vechtpartijen en gespannen situaties. Een aantal voorbeelden van aangeleverde maatregelen per gemeente vindt u hieronder: In Rotterdam wordt het horecapreventieteam opgericht. Hierin werken politie, stadstoezicht en jongerenstewards samen. De doelstelling is het nog effectiever aanpakken van geweld. In het team wordt het hele spectrum van voorlichting, preventie, toezicht en handhaving bestreken. In Zoetermeer wordt de veilig stappen bus ingezet. Deze bus brengt jongeren van de ene naar de andere horecagelegenheid. De bus stopt ook dicht bij de woonkernen, zodat de jongeren veilig thuiskomen. In Amersfoort wordt het project Amersfoort fris voortgezet. Dit project is gericht op het uitstellen van alcoholgebruik van jongeren onder de 16 jaar en tegengaan van overmatig gebruik bij jongeren tussen de 16 en 25 jaar. In Maastricht wordt het flexteam ingezet om de drugsoverlast te bestrijden. Dit is een persoonsgerichte, pandgerichte en gebiedsgerichte aanpak van overlast door bijvoorbeeld drugs. Het flexteam is een klein zelfsturend team bestaande uit specialisten op terrein van bestuursrecht, strafrecht, bouw- en milieurecht en de apv. Eindhoven zet in op de effectievere aanpak van onder andere alcohol- en drugsverslaafden, tijdelijke daklozen en prostituees. Zij zorgen voor veel drugsgerelateerde overlast. Instrumenten hiervoor zijn onder andere: verruiming van de opvang, meer gedoog- en gebruikersruimten, outreachende veiligheidsmedewerkers en de opzet van een nieuwe long- stayvoorziening. Dordrecht maakt gebruik van gebiedsverboden voor notoire overlastgevers, een verbod voor gebruik van alcohol in bepaalde gebieden, toezicht in openbare ruimte en ambulante hulpverlening. 11

13 12

14 13

15 Verloedering Rijksbeleid Het kabinet heeft ingezet op een reductie van overlast en verloedering met 25 procent in 2010 t.o.v Met fysieke verloedering wordt bedoeld de mate waarin mensen overlast ervaren van hondenpoep, zwerfvuil, vernielingen van straatmeubilair en graffiti. Om de kabinetsdoelstelling te halen moet in 2010 ten opzichte van 2006 de fysieke verloedering nog met 15,5 procent dalen. Het schoonhouden en goed onderhouden van de fysieke leefomgeving is bij uitstek een lokale verantwoordelijkheid. Het Rijk ondersteunt gemeenten hierbij onder andere door: de instelling van de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking voor het beboeten van leefbaarheidsovertredingen, een BOA-insigne dat bijdraagt aan herkenbaar toezicht, een Postbus 51-voorlichtingscampagne in het voorjaar van 2010 gericht op het tegengaan van verloedering en overlast, het actief ondersteunen van de Landelijke Schoonmaakdagen in 2010 en 2011, het verspreiden van best practices en inzicht geven in mogelijke aanpakken door een toolkit graffiti en een webdossier vandalisme (via de CCV-site), het vergemakkelijken van het schadeverhaal bij graffiti en vandalisme en diverse thematische bijeenkomsten die samen met het CCV georganiseerd worden. Ook in het kader van stedelijke venieuwing is het tegengaan van verloedering van de leefomgeving een belangrijk thema. Voor de nieuwe periode van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (Isv-3) is één van de drie landelijke doelstellingen namelijk het bevorderen van de fysieke kwaliteit van de leefomgeving. Steden kunnen hun budget voor Isv-3 inzetten voor fysieke maatregelen om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, waaronder ook het tegengaan van verloedering valt. In het kader van Isv-3 hebben de G-31 hun meerjaren ontwikkelingsprogramma s (Mops) voor de periode bij de minister WWI ingediend. De overige gemeenten leveren hun plannen voor ISV begin 2010 bij de provincies in. Contactpersoon BZK: Robert Flos, (070) (Programma Integrale Veiligheid) Contactpersoon WWI: Pedro Campos Ponce, (070) (Cluster Stedenbeleid en Woningproductie) 14

16 Gemeentelijke maatregelen Gemeenten zetten in op het onderhoud en schoonhouden van openbare ruimten. Er moet dan onder meer worden gedacht aan de aanpak van graffiti, hondenpoep en zwerfvuil. Een aantal voorbeelden van aangeleverde maatregelen per gemeente vindt u hieronder: De gemeente Apeldoorn richt speciale opruimploegen op die bestaan uit mensen vanuit het re-integratiebeleid. De gemeente Ede stimuleert bewoners om zelf de buurt schoon te houden. Middelen zoals gereedschap worden door de gemeente beschikbaar gesteld. De gemeente Nijmegen zet daklozen en verslaafden in om zwerfafval in het centrum te verwijderen. In Almere bestaat een graffitifonds voor particulieren en ondernemers. Dit fonds zorgt ervoor dat graffiti binnen twee dagen kosteloos wordt verwijderd. Verder zetten veel gemeenten in op de striktere aanpak van graffiti aan de hand van snelle verwijdering van de graffiti of aanpak van daders. De gemeente Den Haag heeft tien extra hondenpoepzuigers aangeschaft. 15

17 16

18 17

19 18

20 Woonoverlast en bestuurlijk toezicht Rijksbeleid Er is een uitgebreid instrumentarium beschikbaar om woonoverlast aan te pakken. Veel gemeenten zijn echter niet goed bekend met de mogelijkheden die het bestaande instrumentarium biedt. Daarom wordt een handreiking ontwikkeld waarin wordt uitgelegd hoe gemeenten de bestaande instrumenten zo effectief mogelijk in kunnen zetten. Deze handreiking wordt verwacht in het eerste kwartaal van Op het gebied van bestuurlijk toezicht wijzigt het beleid met betrekking tot de buitengewone opsporingsambtenaren (boa s) binnenkort op een aantal punten. Door de jaren heen heeft het BOA-beleid inhoud gekregen met het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) en diverse circulaires. Zo zijn voorwaarden gesteld aan het aanstellen van boa s (noodzaakcriterium), de kwaliteit van de boa s (bekwaamheids- en betrouwbaarheidseis) en het toezicht op de (strafrechtelijke handhaving door de) boa s.nieuwe ontwikkelingen vragen om een herziening vanhet bestel. Te denken valt aan de introductie van de bestuurlijke boete voor overlastfeiten, de komst van de strafbeschikking, de intensivering van de milieuhandhaving, de regierol van gemeenten, het geweld tegen ambtenaren in het publieke domein, en de toenemende vraag van gemeenten om meer eigen handhavingsinstrumenten om veiligheid te kunnen bevorderen. Het doel van deze herziening is om de kwaliteit van de strafrechtelijke handhaving door de buitengewone opsporingsambtenaren (boa s) te vergroten en te komen tot een transparant, handhaafbaar en gebruiksvriendelijk boa bestel. De belangrijkste beleidswijzigingen betreffen: a. terugbrengen aantal verschillende soorten boa s door middel van de invoering van zes boa domeinen; b. mogelijkheid scheppen voor verplichte aanvullende opleidingstrajecten voor professionalisering boa s; c. creëren van randvoorwaarden voor intensivering toezicht op de boa s; d. landelijke opsporingsbevoegdheid voor boa's e. aanpassing aanvraagprocedure; Contactpersonen BZK: Christa Pronk, (070) (Programma Integrale Veiligheid) Harmen van Dijk, (070) (Programma Bestuur en Organisatie) Contactpersoon WWI: Martijn Wijma, (070) en Frenk Wiersma, (070) (Cluster Huurbeleid en Aandachtsgroepen) 19

21 20

22 Gemeentelijke maatregelen De meeste gemeenten zetten in op wijkteams of interventieteams. Op deze manier hopen gemeenten snel en adequaat in te kunnen grijpen bij woonoverlast en overlast in de openbare ruimte. Voor elke gemeente geldt dat wonen in de wijken een plezier moet zijn. Met betrekking tot de aanpak van kleine ergernissen zetten gemeenten toezichthouders in en maken ze gebruik van buurtveiligheidsteams. Ook de inzet van (straat)coaches wordt genoemd. Een aantal voorbeelden van aangeleverde maatregelen per gemeente vindt u hieronder: In Groningen is een meldpunt zorg en overlast ingesteld. Deelnemende partijen krijgen overlastmeldingen binnen en bespreken de oplossing. De focus ligt op ongestoord woongenot. Overlastgevenden worden ook doorgeleid naar zorg. Arnhem zet veel in op de aanpak van huisjesmelkers en drugspanden. Dit doen zij door middel van het convenant Integrale Handhaving. In Rotterdam worden 500 medewerkers opgeleid tot buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Omdat het gezag van stadswachten steeds minder geaccepteerd wordt, krijgen deze boa s de geweldsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het gebruik van handboeien. In Schiedam bestaat het project watch out. Dit project houdt in dat onder aansturing van gemeentelijke toezichthouders 17 werkloze jongeren uit de stad leren om toezicht te houden. Ook worden zij opgeleid tot beveiliger en steward (baangarantie). 21

23 22

24 Burgerparticipatie Rijksbeleid Het Rijk faciliteert en ondersteunt gemeenten bij het ontwikkelen van burgerparticipatie, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van burgernet en sms-alert. Burgernet is een uniek samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een telefonisch netwerk van inwoners en medewerkers van bedrijven uit de gemeente. De centralist van de meldkamer van de politie start, na een melding van bijvoorbeeld een inbraak of een vermist kind, een Burgernetactie op. Sms-alert is een initiatief waarmee de politie via sms-berichten burgers kan inschakelen als de politie de hulp van de bevolking in een bepaald gebied kan gebruiken. Hieronder valt bijvoorbeeld het opsporen van verdachten, vermiste personen of het waarschuwen bij (milieu)rampen. Daarnaast wordt SMS-alert ook gebruikt om preventieberichten te sturen zoals bijvoorbeeld het attenderen op kinderlokkers, inbrekers en oplichters aan de deur. Daarnaast ondersteunt BZK samen met de VNG-gemeenten via het deelproject In actie met burgers! het Actieprogramma Lokaal Bestuur. Doel van het project is om gemeenten die op een vernieuwende manier met burgers (gaan) samenwerken actief met elkaar in contact te brengen via Lokale proeftuinen burgerparticipatie. In het kader van de wijkenaanpak is er in de periode in totaal 95 miljoen euro beschikbaar voor bewoners om met initiatieven in hun wijk te komen. Bewoners zijn in de afgelopen periode ook met divers veiligheidsinitiatieven gekomen. Zoals het project Go4it! van bewoners uit Groningen. Door jongeren uit de wijk vrijwillig in te zetten bij klussen in de wijk probeert men jeugdcriminaliteit tegen te gaan, de veiligheid te vergroten en de leefbaarheid in de wijk te verbeteren. Daarnaast vinden er in het kader van de wijkenaanpak in het experiment bewonersparticipatie ook activiteiten op het gebied van veiligheid plaats. De gemeente Amersfoort is één van de vijf gemeenten die aan de slag is met lokale methoden om bewonersparticipatie te versterken. Amersfoort zet daarbij in overleg met bewoners in op het thema veiligheid. Bewoners worden medeopdrachtgever voor het inzetten van surveillanten in de wijk en voor de verdere invulling van het thema veiligheid. Contactpersoon BZK: Mathilde Smit, (070) (Programma Integrale Veiligheid) Contactpersoon WWI: Josien Kuiper, (070) (Programmadirectie Wijken) 23

25 Gemeentelijke maatregelen Burgerparticipatie loopt als een rode draad door alle aangeleverde maatregelen. Veel gemeenten zetten in op buurtbemiddeling. Dit houdt in dat buurtbewoners leren om onderling ruzies en problemen op te lossen. Gemeenten proberen de burgers meer betrokken te laten raken bij de problemen die binnen een wijk spelen. Op deze manier wordt er meer saamhorigheid gecreëerd en zullen burgers sneller actie ondernemen als er problemen ontstaan. Ook wordt er veel tijd in overleggen tussen burgers en ambtenaren gestoken. Op deze manier kan er snel en goed overlegd worden over actuele problemen en kunnen er ook effectieve oplossingen bedacht worden. Een aantal voorbeelden van aangeleverde maatregelen per gemeente vindt u hieronder: Zoetermeer organiseert wijkbijeenkomsten waarin burgers van informatie worden voorzien, maar ook kunnen oefenen in het begrijpen van straattaal en het omgaan met jongeren. Het project waskracht is in Zoetermeer opgestart. Dit project houdt in dat burgers en wijkagenten samenwerken in teams om de veiligheid en leefbaarheid van de wijk te verbeteren. Amersfoort zet buurtmentoren in. Dit zijn vrijwillige ouders, vaak van Marokkaanse komaf. Zij houden toezicht en gaan in gesprek met jongeren die overlast veroorzaken. Deventer stelt bewoners in staat om zelf invloed uit te oefenen op de inzet van politie en toezicht. Zij kunnen aangeven waar zij de inzet nodig achten. Maastricht heeft het project safer neighbourhoods. Dit zijn teams met wijkagenten, wijkgebonden medewerkers handhaving, opbouwerkers, woningcorporatie en actief betrokken bewoners. Middelen zoals buurtbemiddeling en gedragscodes worden ingezet. In het kader van een landelijke pilot van de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie (SMVP) en Movisie is in 2007 in Zwolle het project "Samen gaan voor de Palestrinalaan" gestart. Het doel van de pilot is het vergroten van aktief burgerschap om hiermee de leefbaarheid en veiligheid in deze multiculturele laan te verbeteren. Door de gezamenlijke inzet van gemeente, welzijnsinstellingen, woningcorporaties en de politie zijn de afgelopen periode al goede resultaten geboekt. Eindhoven geeft aan dat coproductie met bewoners en georganiseerde ondernemers -al dan niet in KVO-verband- een belangrijk instrument is om de leefbaarheid te bevorderen en verloedering aan te pakken. Dit doen ze bij voorkeur door afspraken te maken in zogenaamde buurtcontracten en deze duurzaam te waarborgen. 24

26 Veiligheidshuis, nazorg aan detentieverlaters, veelplegers Rijksbeleid In 2009 is een landelijk dekkend netwerk van veiligheidshuizen gerealiseerd. Verder draagt het realiseren van een effectieve nazorg voor ex-gedetineerden bij aan de gezamenlijke ambitie van zowel Rijk als gemeenten om het hoge recidivecijfer van zeventig procent terug te dringen. Voor gemeenten kan het terugdringen van recidive een bijdrage leveren aan het verminderen van overlast en het vergroten van het gevoel van veiligheid bij burgers. Een sluitende aanpak nazorg levert hieraan een belangrijke bijdrage. Om de vereiste daling van de recidive te realiseren zet het kabinet in op een persoonsgerichte aanpak van veelplegers. Contactpersonen BZK Veiligheidshuizen: Linda Vos, (070) (Programma Integrale Veiligheid) Nazorg: Saskia Dijkstra, (070) (Programma Integrale Veiligheid) Veelplegers: Jacos van Zelst, (070) (Programma Bestuurlijke Aanpak) Gemeentelijke maatregelen De aangeleverde maatregelen op dit gebied zijn veelal uniform van aard. Gemeenten vinden het van belang om het veiligheidshuis voort te zetten en verder te professionaliseren. De gemeenten regelen onder andere zaken zoals nazorg aan ex-gedetineerden en de aanpak van veelplegers vanuit het veiligheidshuis. Dit omdat het via deze weg eenvoudiger is om actoren samen te brengen en tot een integrale aanpak te komen. Veel gemeenten maken gebruik van het veiligheidshuis voor de aanpak van overlast door jeugdgroepen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de volgende gemeenten: Almere, Arnhem, Eindhoven, Gouda, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerlen, Helmond, Maastricht, Nijmegen, Sittard-Geleen, Tilburg en Zwolle. 25

27 26

28 Contactpersonen Almere mevr. M. van Dijk (036) Alkmaar mevr. M. Hartog (072) Almelo mevr. I. van Tuinen (0546) Amersfoort mevr. R. Wernand (033) Amsterdam mevr. M. Geldorp (020) Apeldoorn dhr. V. Ledeboer (055) Arnhem mevr. L. Ram (026) Breda mevr. J. Teuwsen (076) Culemborg dhr. H.A.M. Binneveld (0345) Den Bosch dhr. MB. Schoenmakers (073) Den Haag Secretariaat (070) Deventer mevr. S. Klein Goldewijk (0570) Dordrecht mevr. S.L. Moret (078) Ede mevr. V. Tinkelenberg (0318) Eindhoven dhr. PJ. Prinsen (040) Emmen mevr. A.J. de Jong (0591) Enschede mevr. C. Slim (053) Gouda mevr. A. van der Landen (0182) Groningen mevr. S. Slob (050) Haarlem mevr. M.J. Patist) Verheij (023) Haarlemmermeer mevr. F. de Swarte (023) Heerlen dhr. R. Conemans (045) Helmond dhr. T. Wouters (0492) Hengelo dhr. J. Cozijnsen (074) Leeuwarden mevr. C. de Jong (058) Leiden Secretariaat (071) Lelystad dhr. L. Broekhuis (0320) Maastricht dhr. M. Detisch (043) Nijmegen mevr. C. Polman (024) Rotterdam mevr. A.M. Bannink (010) Schiedam dhr. ON. Boot (010) Sittard) Geleen dhr. M.J. Loman (046) Tilburg mevr. D.A.S. Pauly (013) Utrecht dhr. A. van Breukelen (030) Veenendaal mevr. W. Noordkamp (0318) Venlo dhr. R.J.M. Versleijen Zaanstad mevr. C. Oprel (075) Zwolle dhr. D.P. van Tricht (038) Zoetermeer dhr. R. Eggink (079) Zeist dhr. O. Vos (030)

29 Vijf maatregelen per gemeente Veiligheidshuis, nazorg, detentieverlaters Alcohol, drugs en uitgaanoverlast Burgerparticipatie Verloedering Jeugdoverlast Woonoverlast en inzet toezicht Almere x x x x x x Alkmaar x x x x Almelo x x x x x Amersfoort x x x x x x Amsterdam x x x x x Apeldoorn x x x x Arnhem x x x x Breda x x x x Culemborg x x x Den Bosch x x x Den Haag x x x x Deventer x x x x Dordrecht x x x x x Ede x x x x Eindhoven x x x x x x Emmen x x x x x Enschede x x Gouda x x x x Groningen x x x x x x 28

30 Veiligheidshuis, nazorg, detentieverlaters Alcohol, drugs en uitgaanoverlast Burgerparticipatie Verloedering Jeugdoverlast Woonoverlast en inzet toezicht Haarlem x x x x x x Haarlemmermeer x x x x Heerlen x x x x Helmond x x x x Hengelo x x Leeuwarden x x x x x Leiden x x x x x Lelystad x x x x x Maastricht x x x x x Nijmegen x x x x x Rotterdam x x x x Schiedam x x x Sittard-Geleen x x x tilburg x x x x Utrecht x x x x Veenendaal x x x x Venlo x x x x Zaanstad x x Zwolle x x x x 29

31 Veiligheidshuis, nazorg, detentieverlaters Alcohol, drugs en uitgaanoverlast Burgerparticipatie Verloedering Jeugdoverlast Woonoverlast en inzet toezicht Zoetermeer x x x x x Zeist x x x 30

32 31

33 32