Thesis Sport en Bewegen in de Buurt De trein naar succes

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thesis Sport en Bewegen in de Buurt De trein naar succes"

Transcriptie

1 2015 Thesis Sport en Bewegen in de Buurt De trein naar succes Edwin Eekhof I.N.K.Y. Sport Management

2 Hoe draagt een activiteit in de Haagse Sporttuin bij aan de effecten van sportdeelname van jeugd in de buurt? Masterthesis ter afsluiting van de MBA Sport Management van het Sport Management Institute te Groningen. 2

3 Voorwoord Voor u ligt de thesis Hoe draagt een activiteit in de Haagse Sporttuin bij aan de effecten van sportdeelname van jeugd in de buurt. Een onderzoek dat is gehouden onder de deelnemers van de Haagse Sporttuin en de leerlingen van groep zes, zeven en acht van de acht aangesloten basisscholen rondom de Haagse Sporttuin in de Haagse Schilderswijk. Daarnaast is dit onderzoek ook uitgezet bij dezelfde doelgroep in Nederland, waarbij ook de huidige manager en initiatiefnemer actief hebben meegedacht over de succesfactoren van de sporttuin. Deze thesis is geschreven in het kader van mijn afstuderen voor de opleiding van MBA Sport Management aan het Sport Management Institute te Groningen. Van september 2014 tot en met september 2015 ben ik bezig geweest met het onderzoek, het schrijven en verfijnen van deze thesis. Ik wil de Haagse Sporttuin, de aangesloten basisscholen en in bijzonder Sebastiaan Nederhoed en George van Hurck bedanken voor de medewerking. Daarnaast ook dank aan mijn begeleiders Sandra Meeuwsen en Philip Wagner voor hun waardevolle aanwijzingen. Tenslotte dank ik graag mijn medestudenten. Wij vormden een unieke groep waarin de humor altijd heel dichtbij was. Ik wens u veel leesplezier toe. s-gravenhage, 4 september Edwin Eekhof info@inkysportmanagement.nl 3

4 Management summary In the spirit of Sport en Bewegen in de Buurt - (Sport and Movement in the Neighborhood) and after some research it trended into a more manageable long-term proven organization the "de Haagse Sporttuin (The Hague Sport yard)". The main question for this research is: "How does an activity like de Haagse Sporttuin effect sports participation of youth in the neighborhood?". Working from an idea of Where and When in recent years, through memorandums in all layers of sports promotion we started encouraging target groups to increasingly move more in different disciplines. Eventually resulting in the final Sport en Bewegen in de Buurt met buurtsportcoaches (Sport and Movement in the Neighborhood with local coaches) focusing on the creation of intermediary functions which leads to a boost with local partnerships between sport, education, welfare and community. The conclusion is that participants find it very nice and convenient to sport and exercise in the immediate vicinity of their home, school and or place of work, but that must meet some additional criteria. These criteria particularly focus on a playing field that can be locked and the involvement of an active administrator and coordinator. Furthermore, a varied program of activities for the participants that needs to be carried out by professionals. To strengthen the identity of an organization one nationwide name should be sought so there is more clarity to the market. Continued research is also needed to establish quality controlled products and conditions. 4

5 Inhoudsopgave VOORWOORD... 3 MANAGEMENT SUMMARY... 4 INHOUDSOPGAVE... 5 LEESWIJZER INLEIDING AANLEIDING DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING MET DE HOOFDVRAAG EN DEELVRAGEN ONDERZOEKSOPZET AFBAKENING BEGRIPPEN EN DEFINITIES TOEGEPAST KWANITATIEF ONDERZOEK STRATEGIE STEEKPROEF STEEKPROEFOMVANG SCHATTING VAN HET RESPONSPERCENTAGE VALIDITEIT REPRESENTATIVITEIT BETROUWBAARHEID THEORETISCH KADER DE ONTWIKKELING IN VISIE OP SPORTDEELNAME (THEORETISCH KADER) HET MAPE-MODEL DE HAAGSE SPORTTUIN WAT ZIJN DE ONTWIKKELINGEN VAN SPORT EN BEWEGEN IN DE BUURT INLEIDING DE START BUURT, ONDERWIJS EN SPORT IMPULS BREDE SCHOLEN, SPORT EN CULTUUR SPORT EN BEWEGEN IN DE BUURT RESULTATEN PRIMAIR ONDERZOEK RECHTE TELLINGEN CONCLUSIE AANBEVELINGEN PERSOONLIJKE BESCHOUWING...32 BIJLAGE 1; ENQUÊTE...33 BIJLAGE 2; RECHTE TELLINGEN...39 BIJLAGE 3; INTERVIEW SEBASTIAAN NEDERHOED EN GEORGE VAN HURCK...89 BIBLIOGRAFIE

6 Leeswijzer In de inleiding wordt de aanleiding van het probleem gepresenteerd. Verder wordt hier de probleemstelling geformuleerd. In hoofdstuk 2 wordt de opzet van dit onderzoek uiteengezet met daarin de afbakening. Ook wordt de methode verder uitgewerkt. Het onderzoek is een kwantitatief onderzoek. Binnen de methode zijn de volgende punten meegenomen: onderzoeksopzet, procedure, meetinstrumenten en data-analyse. In hoofdstuk 3 staat het theoretisch kader. Hierbij wordt gebruikgemaakt van relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp. De geschiedenis van de Haagse Sporttuin staat omschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 staan de ontwikkelingen van de afgelopen tientallen jaren op het gebied van sportstimulering centraal. In hoofdstuk 6 staan de bevindingen centraal van het onderzoek bij de sporttuin, onderzoek bij de aangesloten basisscholen en de resultaten van een enquête onder scholieren. Ook wordt ingegaan op het interview met de huidige manager en initiatienemer van de sporttuin. In hoofdstuk 7 wordt de conclusie verder uitgewerkt en toegelicht. In hoofdstuk 8 worden de aanbevelingen behandeld. In hoofdstuk 9 is een persoonlijke beschouwing opgenomen. Tenslotte zijn in de bijlagen de enquêtevragen, rechte tellingen en de literatuurlijst toegevoegd. 6

7 1. Inleiding Sportparticipatie onder jongeren levert een belangrijke bijdrage aan de gezondheid van de jeugd.initiatieven die de deelname van jongeren aan sportactiviteiten stimuleren worden door gemeenten positief ontvangen. Een voorbeeld is de Haagse Sporttuin, een initiatief van George van Hurck (De Haagse Sporttuin, 2014). Daarnaast zijn er kennisinstellingen op het gebied van sportparticipatie die ondersteuning bieden doormiddel van advies en onderzoek. Het lectoraat Kracht van Sport, onder leiding van Marije Baart de la Faille-Deutekom, bijvoorbeeld. Dit lectoraat onderzoekt de effectiviteit (Marije Baart de la Faille-Deutekom, Cees Vervoorn, 2014). Gemeenten staan voor de opgave om initiatieven te beoordelen op effectiviteit en rentabiliteit. Immers, de subsidiegelden moeten verantwoord worden besteed. Zowel de gemeente Den Haag als het lectoraat Kracht van Sport zijn geïnteresseerd in de effecten van de Haagse Sporttuin op de sportdeelname van de jeugd en de vraag of ze een hoger rendement kunnen halen. Het onderzoek Sport en Bewegen in de Buurt, de trein naar succes, is uitgevoerd in het kader van afstuderen voor de MBA Sport Management en geeft meer inzicht in deze onderwerpen. 1.1 Aanleiding Het programma Sport en Bewegen in de Buurt is een initiatief van het ministerie van VWS. Het programma heeft als doel een vraaggericht lokaal sport en beweegaanbod en het stimuleren van meer lokaal maatwerk. Een voorbeeld hiervan is dat samen met gemeenten, de sport en het bedrijfsleven eraan bijdragen dat er lokaal (meer) kansrijke verbindingen ontstaan tussen sport en beweegaanbieders en andere partijen (VWS, november 2011). Hiermee sluit het programma goed aan op een ontwikkeling die omstreeks 1996 is ingezet waarbij de overheid meer investeert om doormiddel van sportstimulatie het gedrag van mensen te veranderen. De nota Wat sport beweegt (VWS, 1996) van staatsecretaris en voormalig zwemkampioene Erica Terpstra markeerde het begin van deze ontwikkeling. Met de nota Wat sport beweegt formuleerde de Rijksoverheid een aantal duidelijke beleidsdoelen die zij met sport wil bereiken. Tevens werd hiermee een grootschalig stimuleringspakket in het leven geroepen, de zogenaamde Breedtesportimpuls. Binnen het nieuwe kader kwam de inzet van sport als middel om maatschappelijke doelen te bereiken centraal te staan. In de jaren na 1996 ging de centrale overheid op zoek naar methoden om de sport meer te betrekken bij het inzetten van gedragsverandering voor specifieke doelgroepen binnen de samenleving. Tussen 1996 en 2012 werd ook duidelijk dat het ontwikkelen van effectief sportbeleid nog in de kinderschoenen staat (Boonstra, 2010). In deze periode werd gezocht naar de optimale manier om verschillende doelgroepen meer te laten bewegen, participeren en gezonder te laten leven. De afgelopen 10 jaar hebben sportverenigingen een professionaliseringsslag gemaakt, waarin de reguliere sportvereniging meer als medium gebruikt wordt om sociale en maatschappelijke projecten te kunnen uitvoeren (Eekhof, 2013). De omgeving van de sportverenigingen en sportstimuleringsprogramma s is de afgelopen jaren echter veranderd. Een belangrijke ontwikkeling is de verschuiving van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Dit betekent dat ook naar andere bouwstenen gekeken moet worden, zoals de Publieke Private Samenwerking, afgekort als PPS (PPS Netwerk Nederland, 2015), de Social Business Development ( 2015) en natuurlijk de al eerder genoemde Bewoners en Jeugdparticipatie (Breedveld, K., 2014). De overheid is terughoudender in het verstrekken van subsidies en de vraag naar effectmeting van sportstimuleringsprogramma s is belangrijker geworden. De overheid vraagt meer duidelijkheid over het rendement van subsidies. Tegelijkertijd wordt er bezuinigd en moeten organisaties rendabeler gaan werken. Dit geldt ook voor organisaties die aansluiting zoeken bij het programma Sport en Bewegen in de Buurt (VWS, november 2011). 7

8 Hiermee gaan organisaties een nieuwe fase in, passend bij de nieuwe visie van VWS: Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Structurele financiering van organisaties en accommodaties neemt af. De projecten, onder andere de buurtsportcoaches, krijgen subsidies naar rato van de verwachte kwalitatieve en kwantitatieve opbrengsten. Tot minimaal 2016 blijven structurele subsidies beschikbaar voor buurtsportcoaches die ontwikkelingen in gang moeten zetten. Daarmee zijn ook onderzoeken naar effectmeting van bijvoorbeeld De Haagse Sportuin zeer actueel geworden. Figuur 1 Overzicht initiatieven school en sport & bewegen (NISB, 2014) 1.2 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is het doen van onderzoek naar de effecten van de Haagse Sporttuin op sportparticipatie van jongeren in de leeftijd negen tot twaalf jaar, om inzicht te krijgen in hoeverre de Haagse Sporttuin bijdraagt aan de sportdeelname, zodat kan worden bepaald hoe groot de effecten zijn en of er mogelijkheden zijn om de organisatie rendabeler te maken. 1.3 Probleemstelling met de hoofdvraag en deelvragen Naast effectmeting van toekomstige programma s is er behoefte aan meer inzichten in wat er in de afgelopen jaren al is gedaan op het gebied van het laten participeren van jongeren in wijken en buurten. Inzichten uit onderzoek kunnen argumenten geven voor de subsidieverleners en zouden toekomstige programma s mogelijk rendabeler maken. Maar ook moet er gekeken worden hoe de Publieke Private Samenwerking (PPS), de Social Business Development en de al eerder genoemde Bewoners en Jeugdparticipatie hier een belangrijke rol in kunnen spelen. De cohesie tussen deze drie bouwstenen is van groot belang. 8

9 Dit is een vervolg op het al sinds 2005 draaiende project van de Haagse Sporttuin (De Haagse Sporttuin, 2014). Binnen dit meerjarige project is de deelname van de jeugd van negen tot twaalf jaar niet beperkt tot een enkele keer, maar voor de lange termijn. De participatie wordt op deze manier positief bevorderd. Dit wetende is het belangrijk te achterhalen waarom deze doelgroep landurig blijft deelnemen. Dit wordt als lering meegenomen naar andere activiteiten van sport en bewegen in de buurt. De centrale vraag van het onderzoek naar De Haagse Sporttuin luidt : Hoe draagt een activiteit in de Haagse Sporttuin bij aan de effecten van sportdeelname van jeugd in de buurt? Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt onderzoek gedaan naar de volgende deelvragen: 1. Wat zijn de ontwikkelingen van sport en bewegen in de buurt? 2. Wat zijn motieven voor deze doelgroep om wel of niet te gaan bewegen of sporten? 3. Wat zijn de effecten die deze doelgroep ervaart? 4. Hoe kan de sportdeelname nog beter geschikt gemaakt worden voor deze doelgroep? 5. Wat is de rol van de buurtsportcoach? 9

10 2. Onderzoeksopzet 2.1 Afbakening Dit onderzoek combineert gegevens uit een casestudy (De Haagse Sporttuin) met kwantitatief onderzoek onder jongeren in de leeftijd negen tot twaalf jaar die ervaring hebben met gemeente-sportparticipatie organisaties. De Haagse Sporttuin is gekozen omdat het een speciaal afgekaderd en duidelijk omschreven project is op het gebied van sportparticipatie. De casestudy richt zich op de vraag wat de effecten zijn binnen deze sporttuin bij basisschooljeugd van negen tot twaalf jaar. Daarbij wordt gekeken in welke tijdsspanne de jeugd deelneemt en gedurende welke periode dit is. Hierbij wordt ook gekeken naar eerder onderzoek naar de Haagse Sporttuin (Tiessen-Raaphorst, Rapportage sport 2014, 2014). Om de betekenis van de resultaten van de casestudy te kunnen toetsen zal ook gekeken worden naar landelijke gegevens. Omdat er relatief weinig informatie beschikbaar is wordt gebruikgemaakt van primair onderzoek. Gegevens uit een landelijke enquête onder jongeren die bekend zijn met gemeentelijke initiatieven voor sportparticipatie worden hiervoor gebruikt. Er wordt gekeken in welke mate het beeld dat wordt verkregen uit de casestudy bevestigd wordt door de enquêteresultaten. Op deze wijze wordt antwoord gezocht op de deelvragen van het onderzoek. Als bijvangst van het onderzoek wordt een poging gedaan om objectief een indicatie te geven van de meerwaarde van buurtsportcoaches. 2.2 Begrippen en definities In deze thesis wordt een aantal begrippen gebruikt. Hieronder volgt een uitleg van deze begrippen. De Haagse Sporttuin Eerste project voor sport en bewegen in de buurt en dan in het bijzonder in een achterstandswijk in Den Haag, de Schilderswijk (De Haagse Sporttuin, 2014). Schilderswijk Specifieke multiculturele krachtwijk in het centrum van Den Haag, waar jeugd ver moet reizen om een sport te beoefenen bij een vereniging (De Haagse Sporttuin, 2014). Effecten Onder effect verstaan we veranderingen in het gedrag van deelnemers veroorzaakt door een ingreep (Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 2014). Positieve gevolgen van middelen, waarbij de jeugd van negen tot twaalf jaar actiever zal deelnemen. Deelname Het ergens aan meedoen (Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 2014). Actieve deelname van de doelgroep aan de activiteiten binnen de Haagse Sporttuin in een bepaalde tijdslijn en gedurende een bepaalde periode. Jeugd De benaming voor de periode dat iemand kind (doelgroep negen tot twaalf jaar) is (Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 2014). Buurt Een gebied binnen een stad dat door bewoners als een bij elkaar horend geheel wordt ervaren (Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 2014). 10

11 Publiek Private Samenwerking in het PPS PPS is een verzamelnaam van verschillende samenwerkingsverbanden tussen de overheid en de markt (PPS Netwerk Nederland, 2015). Social Business Development Zakelijke doel zal zijn om de armoede, of een of meer problemen (zoals onderwijs, gezondheidszorg, toegang tot technologie en milieu), waarin mensen en de maatschappij dreigen te overwinnen; niet winstmaximalisatie. Business objective will be to overcome poverty, or one or more problems (such as education, health, technology access, and environment) which threaten people and society; not profit maximization (Wikimedia foundation, 2015). Jeugdparticipatie Jeugdparticipatie is betrokkenheid en inbreng van de jeugd bij zaken die hen aangaan, zoals aspecten van onderwijs, opvang, vrijetijdsactiviteiten (waaronder sport en culturele activiteiten), ruimtelijke ordening, jeugdhulp en overheidsbeleid (Nederlands Jeugd Instituut, 2015). Bewonersparticipatie Met bewonersparticipatie bedoelen wij het actief meedenken en meedoen om de leefbaarheid in de wijk, buurt of straat te verbeteren (Companen, 2015). Partners Deze partijen leveren een bijdrage aan het programma Sport en Bewegen in de Buurt: ( 2014). 2.3 Toegepast kwanitatief onderzoek Om tot het juiste type onderzoek te komen, wordt gekeken naar wat uit dit onderzoek moet worden behaald. We kijken in het geval van de Haagse Sporttuin naar de praktijk en hoe we die kunnen verbeteren vanuit dit onderzoek. De Haagse Sporttuin is anders dan andere pleintjes in Den Haag, maar ook anders dan in vergelijkbare sportstimuleringsprojecten in andere steden binnen Nederland. Het specifieke van de Haagse Sporttuin is nu ook precies waar we naar op zoek zijn. We kunnen dus stellen dat we hiermee de richting hebben bepaald naar toegepast onderzoek. Als we een betrouwbaar, valide, repliceerbare, objectieve, ethisch verantwoorde en ofwel een praktisch georiënteerd onderzoek willen uitvoeren, zijn de resultaten preciezer, meer geldig, controleerbaar, objectiever, ethischer en theoretisch of praktisch meer relevant voor de Haagse Sporttuin en de partners. Betrouwbaarheid verwijst bij kwantitatief onderzoek ook naar de consistentie of stabiliteit van een meting. Met andere woorden: hiermee kunnen we beter adviseren over de effecten. 11

12 We zullen vanuit de empirische/analytische (positivisme) kant gaan kijken om zo objectieve en kwantitatieve feiten naar voren te halen. Binnen dit kwantitatief onderzoek, is dit kwantificeerbaar gericht op beschrijven of toetsen (Velde, Jansen, & Dikkers, 2013). Binnen dit kwantitatief onderzoek zullen vragen uit bestaande enquêtes worden gehaald en waar nodig aangevuld worden met vragen die relevant zijn voor dit onderzoek. De vragen worden gebaseerd op de specifieke activiteiten en de effecten daarvan binnen een sporttuin. De enquête wordt echter aangeboden op verschillende manieren. Dit wordt de multi-methode genoemd (zie hoofdstuk 2.4). 2.4 Strategie In de strategie wordt beschreven op welke manieren de gegevens zijn verzameld. Middels deskresearch is informatie over de context verzameld. Deskresearch in de vorm van literatuurstudie is gebruikt voor het theoretisch kader van hoofdstuk 3. Daarnaast is gekozen voor het afnemen van gestructureerde vragenlijsten (enquêtes) als strategie. Deze vragen zijn via Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) opgesteld. De enquête wordt echter aangeboden op verschillende manieren (multi-methode). De vragenlijst: 1. De vragenlijst is aangeboden in de vorm van een online panelvragenlijst aan een panel kinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool (leeftijd van negen tot twaalf jaar) die ervaring hebben met buurtsportorganisaties; 2. De vragenlijst wordt ook voorgelegd aan kinderen in groep zes, zeven en acht van de aangesloten basisscholen bij de Sporttuin (leeftijd van negen tot twaalf jaar); 3. De vragenlijst wordt aangeboden aan kinderen in groep zes, zeven en acht (leeftijd van negen tot twaalf jaar) die deelnemen aan de activiteiten van de Haagse Sporttuin. Op deze drie manieren zijn veel kwantitatieve gegevens verzameld. De analyse is erop gericht om te bepalen of de gevonden resultaten een bevestiging zijn van het model. Door een doorsnede-onderzoek wordt een doorsnede gegeven van ervaringen en gedragingen van jongeren in de leeftijdsgroep negen tot twaalf jaar, die zich bezighouden met sporten bij buurtsportverenigingen. 2.5 Steekproef In dit deel wordt meer in detail beschreven hoe de gegevens zijn verzameld en verwerkt. Het uitzetten van de schriftelijke vragenlijsten is als volgt gedaan. De vragenlijsten zijn in drie verschillende lijnen weggezet. Als eerste het inzetten van een panel, waarbij er landelijk wordt gekeken naar de doelgroep van negen tot en met twaalf jaar. Vervolgens het uitzetten van de vragenlijsten bij de aangesloten basisscholen om daar ook een beeld te krijgen en of dit een ander beeld geeft dan het landelijke. Tot slot bij de Haagse Sporttuin zelf om daar de doelgroep te ondervragen. 2.6 Steekproefomvang Om de juiste steekproefomvang voor het onderzoek onder de doelgroep van negen tot en met twaalf jaar te bepalen is gebruikgemaakt van de steekproefformule. Hiermee is de steekproefgrootte berekend. De steekproefformule bestaat uit twee aparte formules. Met de eerste formule wordt de minimale steekproefomvang berekend. 12

13 De formule is (Brinkman, 2011): n = p% x q% x (z/e%)² n = de minimale steekproefomvang p = gespecificeerde categorie q = ongespecificeerde categorie z = betrouwbaarheid e = foutmarge Voor het bepalen van de Z-waarde wordt gebruikgemaakt van de Z-waarde tabel. De Z- waarde is afhankelijk van de gewenste betrouwbaarheid van het onderzoek. Voor toegepast onderzoek wordt hiervoor meestal de waarde 95% aangehouden. Dit komt overeen met een Z-waarde van 1,96. Z-waarde tabel niveau z-waarde 68% 1 80% 1,28 90% 1,65 95% 1,96 99% 2,57 De foutmarge geeft aan hoe nauwkeurig de resultaten moeten zijn. Voor toegepast onderzoek wordt hier meestal de waarde vijf procent aangehouden. Een nauwkeurigheid van vijf procent betekent dat wanneer het resultaat van een enquêtevraag is dat 30 procent de mening ja invult, dat dan in de hele populatie tussen 25 en 35 procent deze mening ( ja ) heeft. Hoe groter de steekproef, des te nauwkeuriger de resultaten kunnen worden gerapporteerd. Bij de berekening van de juiste steekproefgrootte moet een tweede formule worden gebruikt indien de hele populatie kleiner is dan personen. Deze formule heet de gecorrigeerde steekproefformule: n n = 1 + (n/n) n = de gecorrigeerde steekproefomvang N = de populatieomvang De benodigde steekproefomvang is berekend met behulp van de formule voor een minimale steekproefomvang: n = 50% x 50% x (1,96 / 5%) ^2 = 50% x 50% x (1,96/5%) ^2 = 248,16 = 248 Omdat de populatie groter is dan , is het niet nodig om de tweede formule te gebruiken. 2.7 Schatting van het responspercentage Ter bepaling van het aantal enquêtes dat verstuurd dient te worden, moet rekening worden gehouden met non-respons. Non-respons is het deel van de respondenten dat niet reageert op het verzoek om mee te doen aan een enquête. 13

14 De berekening van het totaal te versturen enquêtes is als volgt (Brinkman, 2011): na = n x 100 / re% na = aantal te versturen enquêtes re% = geschatte responspercentage n = aantal benodigde netto respons De populatie voor dit onderzoek bestaat uit kinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool (leeftijd van negen tot twaalf jaar) die ervaring hebben met buurtsportorganisaties. Dit is zowel landelijk als in de Schilderswijk, Den Haag uitgevoerd. Voor de enquête aan de panelkinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool (leeftijd van negen tot twaalf jaar) die ervaring hebben met buurtsportorganisaties is deze berekening niet nodig gebleken, aangezien de enquête al aan de totale populatie is verstuurd. Voor het panelonderzoek is het bureau uitgegaan van een respons van 20 procent. 2.8 iteit De validiteit van een onderzoek heeft te maken met de vraag of het onderzoek de juiste elementen meet en er geen systematische fouten worden gemaakt (Brinkman, 2011). Bij de vragenlijst is het ook belangrijk dat hij aansluit bij de onderzoeksvraag. Maar het kan ook zijn dat er in de vragenlijst woorden gebruikt worden die respondenten op een verschillende manier kunnen interpreteren. iteit wordt verdeeld in interne en externe validiteit. Interne validiteit: De mate waarin de vragen uit de enquête tevens betrekking hebben op de onderzoeksvragen. Ook de duidelijkheid van de vragen en de eerlijkheid van de respondenten spelen hierin een rol. In deze enquête zijn de vragen opgebouwd om de mate van tevredenheid van de kinderen te onderzoeken waarbij er ook een opbouw is naar de verhouding van het aantal keer deelnemen per week en de welke activiteiten er precies zijn. Hierbij zijn de vragen zo aangepast aan het niveau van de kinderen zodat de eerlijkheid niet in het geding is. Externe validiteit: De mate waarin de groep respondenten een goede afspiegeling is van de totale populatie. In deze enquête bestaat de populatie uit kinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool (leeftijd van negen tot twaalf jaar) die ervaring hebben met buurtsportorganisaties. Dit is zowel landelijk als in de Schilderswijk, Den Haag uitgevoerd. 2.9 Representativiteit De representativiteit is de mate waarin de deelnemers aan het onderzoek een juiste afspiegeling zijn van de totale populatie (Brinkman, 2011). Om betrouwbaar te kunnen rapporteren moet de samenstelling van de groep respondenten voldoende lijken op de samenstelling van de hele populatie. In een onderzoek over kinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool (leeftijd van negen tot twaalf jaar) die ervaring hebben met buurtsportorganisaties dienen niet alleen jongeren van negen tot twaalf jaar aanwezig te zijn maar ook een afvaardiging uit iedere andere leeftijdsgroep. Om de representativiteit te controleren wordt de samenstelling van de gehele populatie vergeleken met de samenstelling van de respons. 14

15 2.10 Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid heeft te maken met de vraag of de meting wel vrij is van toeval (Brinkman, 2011). Een betrouwbaar onderzoek is herhaalbaar en levert telkens dezelfde uitkomst op (ook als een andere onderzoeker het onderzoek uitvoert of op een ander tijdstip). Betrouwbaarheid heeft ook te maken met de vraag of respondenten wel een eerlijk antwoord geven op de vragen. Als vragen erg persoonlijk worden, kan het zijn dat de respondent niet eerlijk antwoordt. Indien vragen onduidelijk zijn geformuleerd is het mogelijk dat respondenten een verkeerd antwoord geven omdat zij de vraag niet begrijpen. Teneinde de betrouwbaarheid van het onderzoek zo hoog mogelijk te krijgen, moet aandacht worden besteed aan de kwaliteit van de vragen, de omvang van de steekproef en de samenstelling van de respons. Bij het opstellen van de vragenlijst is het aan te raden om een test uit te voeren om te achterhalen of de vragenlijst duidelijk is. Het is nuttig om een collegaonderzoeker kritisch naar de vragenlijst te laten kijken. In het geval van kinderen in de leeftijd van negen tot twaalf jaar zal er ook gekeken moeten worden op de vragen op het juiste niveau gesteld worden door dit te toetsen bij docenten van de basisschool. Voorafgaand aan de vragenlijst, wordt er een korte introductie weergegeven. Hierin staat vermeld hoe de kinderen de vragenlijst in moeten vullen. De kinderen vullen de vragenlijst individueel in. De vragenlijst is zo samengesteld dat deze op een willekeurig ander tijdstip weer kan worden afgenomen met hetzelfde resultaat. De stabiliteit van het onderzoek is hiermee ook gewaarborgd. 15

16 3. Theoretisch kader 3.1 De ontwikkeling in visie op sportdeelname (theoretisch kader) Eind jaren tachtig en begin jaren negentig van de vorige eeuw zijn diverse studies gedaan, waarbij op de achtergrond de vraag speelde naar de rol van de overheid op het terrein van de sport. Een nieuwe rol voor de overheid werd gevonden in de bevordering van de sport (deelname) als verdienstelijk goed (merit good). Daarbij is de belangrijkste legitimatie van het sportbeleid niet langer de sociale en geografische spreiding van sportvoorzieningen (sport als doel op zich, dat voor iedereen toegankelijk dient te worden gemaakt), maar het bereiken van sportexterne doelstellingen als (neven)effect van sport (sport als middel). Een belangrijke aanzet tot deze instrumentele of functionalistische benadering is gegeven door het rapport Sport als bron van inspiratie voor onze samenleving, dat de fusie markeerde van de federatie van sportbonden (NSF) en het Nederlands Olympisch Comité (NOC) tot NOC*NSF (W.J.H. Mulier Instituut, 2012) (W.J.H. Mulier Instituut, 2011). In het rapport worden de instrumentele potenties van sport ruim gezien. De nota bevatte tien thema s of terreinen, van economie en welzijn tot ontwikkelingssamenwerking en milieuzorg, waaraan sport zou kunnen bijdragen. Door meer nadruk te leggen op het concreet maken van de bijdrage van sport kwam er meer nadruk te liggen op de instrumentele waarde van de sport. Anders gezegd, de nadruk kwam te liggen op: mensen die sporten en bewegen lopen minder kans om (te) dik te worden, blijven vitaler, voelen zich beter en dat komt weer tot uitdrukking in hun gedrag. Sport brengt mensen samen. Of dat nu op de vereniging, het fitnesscentrum, in de wijk of op school is: sport leidt tot een actieve(re) deelname aan de samenleving. En nergens vallen verschillen tussen bevolkings- en leeftijdsgroepen zo eenvoudig weg als bij het kijken naar of deelnemen aan sport. Er wordt nu geïnvesteerd in sportactiviteiten in de wijk, omdat het de contacten tussen mensen vergroot en daarmee de leefbaarheid wordt verbeterd. Om te beginnen is het daarbij nodig zicht te hebben op de precieze omvang van de sportdeelname en de ontwikkeling daarvan. Allereerst om de effectiviteit van sportstimuleringsprogramma s te kunnen meten (output), en vervolgens om ontwikkelingen in de aan die sportdeelname toegedichte effecten te kunnen meten (outcome). Concreet heeft dit geleid tot wat uiteindelijk Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) (NISB, 2014). is gaan heten. Dit voorgaande is allemaal ontwikkeld vanuit de beleidslijn van de drie lagen van de publieke sector. Ook de onderzoeksinstituten hebben hierbij een steentje aan bijgedragen. De vele rapporten van deze instituten geven de sport in Nederland extra houvast, maar een wetenschappelijke onderbouwing op het gebied van Sport en Bewegen in de Buurt is hier nog niet te traceren. Het maakt het daarom in dit onderzoek uiterst complex om dit wel op en juiste manier onderbouwd te krijgen. Dit betekent dat ook naar andere bouwstenen gekeken moet worden, zoals de Publieke Private Samenwerking (PPS), de Social Business Development en natuurlijk de al eerder genoemde Bewoners en Jeugdparticipatie. Om het effect te meten wordt gebruik gemaakt van een beginmodel (zie figuur 2). Het model bevat een aantal variabelen en geeft de verbanden eenvoudig weer. 16

17 Figuur 2 Conceptualisering (Verschuren & Doorewaard, 2007) Figuur 2 is het startpunt. Dit zijn niet de enige punten. De noodzaak tussen bewegen en gezondheid is ook van belang. Net als het feit dat de jeugd van tegenwoordig te weinig beweegt en daardoor te dik wordt. Sport moet meer als middel ingezet worden binnen de nieuwe participatiesamenleving, waarin de sociale innovatie een belangrijk onderdeel moet zijn. Onder sociale innovatie verstaan we de vernieuwing van de wijze waarop het nieuwe werken tot stand komt (Wikipedia). Binnen de sociale sportinnovatie wordt hiermee de Sportimpuls bedoeld. De Sportimpuls geeft nieuwe verbindingen en daarmee sociale innovatie (Meeuwsen, 2012). De community sport is ook een onderdeel daarvan. Community sport organizations provide opportunities for active participation, social engagement, and community cohesion (Misener, 2009). Ons sportkapitaal is blijvend van grote maatschappelijke en economische waarde. (Broeke, 2013). Naast het belang voor de gezondheid, wordt vaak gesteld dat de intrinsieke waarde van sport en bewegen nog veel meer omvat. Sport en bewegen is immers leuk en het brengt (ont)spanning, ontmoeting, competitie en ontlading met zich mee. Daarnaast voel je je doorgaans fitter en gezonder door (Lucassen, 2014). Om het theoretisch kader te creëren van dit onderzoek moet er creatief omgegaan worden met de beschikbare middelen. Dit betekent dat ook naar andere bouwstenen gekeken moet worden, zoals de Publieke Private Samenwerking (PPS), de Social Business Development en de Bewoners en Jeugdparticipatie. Met dit laatste bouwsteentje kunnen we figuur 3 creëren en kunnen we van een bestaand model naar een model waarmee we naar het beoogde doel van dit onderzoek kunnen komen. Door deze participatie sluit het beweegaanbod beter aan bij de behoeften en mogelijkheden van deelnemers. Deelnemers bepalen zelf hoe ze willen bewegen, de beweegactiviteiten organiseren, de werving voor nieuwe groepsleden verzorgen en deelnemers de activiteiten presenteren. De jeugd is bezig te ontdekken hoe zij zich kan ontwikkelen in onze maatschappij. 17

18 De jeugd leert deze maatschappij kennen door middel van het opdoen van ervaringen en uitproberen. Op basis van de opgedane ervaringen beoordeelt de jeugd de maatschappij om hem/haar heen en neemt hij/zij beslissingen voor de eigen toekomst. De jeugd is hierbij in staat om individuele keuzes te maken en voor die keuzes ook verantwoordelijkheid te dragen. De leeftijd speelt hierin geen rol. Iedereen kan op eigen niveau en eigen wijze haar mening kenbaar maken (Breedveld, K., 2014). Om dit uit te kunnen dragen dient aan een aantal basisvoorwaarden ten aanzien van participatie voldaan te worden: Inspelen op diversiteit en leeftijd; Inbreng serieus nemen en als gelijkwaardig zien; Mogelijkheden voor concretisering van de participatie; Draagvlak voor participatie bij alle deelnemende organisaties, instellingen en overheden; Participatie is een continu proces en is structureel aanwezig binnen overheid of instelling; Jeugd en volwassenen staan open voor ondersteuning bij het inzetten en uitvoeren van participatie; De groepen van informatie voorzien over beleid en doelen; Volwassenen en jeugd stellen samen het kader vast waarbinnen participatie kan plaatsvinden ( 2015). Nadenken over participatie betekent ook nadenken en keuzes maken in: Het niveau van participatie; De soorten participatie; Structurele of incidentele participatie; Directe of indirecte participatie ( 2015). Er zijn diverse niveaus van participatie, te weten: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en (mee)beslissen. Participatiemogelijkheden van jeugdigen verschillen. Onderscheid kan worden gemaakt naar sekse, etniciteit, sociaal milieu en leeftijd. Het niveau van jeugdparticipatie is afhankelijk van de sociale competenties die de groep bezit. Ook kunnen verschillende participatie-activiteiten met verschillende niveaus van participatie aangeboden worden. Samen vormen deze activiteiten het structurele participatiebeleid van de gemeente. Informeren Jeugd wordt geïnformeerd door volwassenen en er wordt informatie van jeugd verkregen door naar jeugd te luisteren. Raadplegen Jeugd wordt geraadpleegd of bijvoorbeeld beleidsvoornemens overeenkomen met hun wensen en verwachtingen. De jeugd is een serieuze gesprekspartner, heeft inzicht in het proces en hun mening wordt serieus genomen. Adviseren Jeugd wordt niet alleen naar hun mening gevraagd, maar zij hebben ook een stem bij de besluitvorming, bijvoorbeeld door gevraagd en ongevraagd advies te geven. De gemeente beoordeelt en kan onderbouwen waarom reacties al dan niet meegenomen worden. Coproduceren De jeugd neemt het initiatief tot het opzetten van activiteiten en neemt besluiten over de uitvoering. Volwassenen hebben een begeleidende rol. (Mee)beslissen De jeugd geeft niet alleen hun mening of advies, maar heeft een geldende stem in het maken van beslissingen. Samen met beleidsmakers maken zij keuzes ( 2015). 18

19 Samengevat gaat het om onderstaande driedeling: Politieke participatie: betrekken van jeugd bij het jeugdbeleid van de lokale en landelijke overheden; Maatschappelijke participatie: betrekken van jeugd bij voorzieningen in haar directe leefomgeving; Consumptieve participatie: deelname aan activiteiten en gebruikmaken van voorzieningen die gericht zijn op de jeugd. Deze laatste vorm wordt vaak gezien als belangrijke opstap naar actievere vormen van beleid ( 2015). De doelgroep krijgt nieuwe inzichten in en mogelijk meer begrip voor elkaars wensen, behoeften en standpunten. Dit verbetert de kwaliteit van gekozen oplossingen. De doelgroep voelt zich meer betrokken bij besluiten die voor het algemeen belang genomen worden. Het vergroot de sociale cohesie in de wijk ( 2015). Door deze vormen van participatie groeit het zelfvertrouwen van deelnemers, niet alleen op het gebied van bewegen maar ook op andere vlakken zoals houding en lichaamsbeleving. Deelnemers ontwikkelen vaak ook meer initiatieven op andere gebieden en wordt hun creativiteit gestimuleerd. De ouders als bewoners van de wijk zullen hierin ook meer vertrouwen hebben en raken op die manier ook meer betrokken bij de georganiseerde activiteiten. 3.2 Het MAPE-model Het MAPE-model is daarom het meest ideale model om dit te doen. De indicatoren worden gecategoriseerd in een viertal categorieën (Bouckaert, 1999). Het MAPE-model focust op de middelen (M) die via activiteiten (A) en prestaties (P) worden omgezet in maatschappelijke effecten (E). Het model verduidelijkt op welke aspecten van de cyclus bepaalde instrumenten binnen de sturing tussen de Haagse Sporttuin en de aangesloten basisscholen al dan niet ingrijpen. Maar ook waar de bewoners en de jeugd hierbij worden en kunnen worden ingezet om het rendement van de sporttuin verder te verhogen. Met behulp van het MAPE-model wordt nagegaan in hoeverre de Haagse Sporttuin stuurt op deze middelen, activiteiten, prestaties en/of effecten volgens de basisprincipes van het MAPE-model: M. Sturen op middelen of input betekent dat de Haagse Sporttuin bepaalt hoeveel middelen de Sporttuin krijgt. Het begrip middelen is de verzamelnaam voor alle menselijke, materiële en immateriële inbreng (bijvoorbeeld: financiën, personeel) die nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit (Bouckaert, 1999). Denk hierbij aan de inzet van trainers bij activiteiten, maar ook de coördinatie via een manager. Als laatste maar niet onbelangrijk in het geheel is de beheerder van de sporttuin. Ook de bewoners en de jeugd hebben hierin een belangrijke rol. A. Sturen op activiteiten betekent dat de Haagse Sporttuin instrumenten inzet die de sporttuin tot een bepaald proces moeten stimuleren of verplichten. Activiteiten zijn handelingen die door een organisatie (moeten) worden uitgevoerd om bepaalde prestaties te leveren (Bouckaert, 1999). Deze activiteiten worden vanuit de manager aangestuurd en ingevuld door met name externe trainers die worden ingezet bij de terugkerende activiteiten. De ouders, bewoners en de deelnemers worden in dit proces ook nadrukkelijk betrokken om zo het draagvlak van de activiteiten verder te verhogen en te optimaliseren. P. Sturen op prestaties betekent dat de sturingsinstrumenten zich richten op prestaties waarop de Haagse Sporttuin vervolgens afgerekend wordt en zich bijgevolg moet verantwoorden over de al dan niet behaalde prestaties en de omvang van de prestaties. 19

20 Prestaties zijn producten en/of verstrekte diensten die het directe gevolg zijn van een bepaalde activiteit. Hierbij wordt met name gekeken hoelang de kinderen binnen de doelgroep deelnemen aan de activiteiten en hoe vaak ze deelnemen binnen het programma wat wordt aangeboden. De activiteiten worden in een doorlopend en terugkerend jaarrooster kenbaar gemaakt bij de aangesloten basisscholen, maar ook via de buurtverenigingen verspreid. Daarnaast speelt de gemeente hierin ook een rol aan de hand van het informeren via de kanalen die hiervoor beschikbaar zijn. Door de betrekking in dit proces van zowel ouders, bewoners als de deelnemers krijg je een pakket wat door alle partijen wordt ondersteund en langdurig kan plaats vinden. E. Sturen op effecten betekent dat de sturing zich richt op de uitkomst of de resultaten van deze prestaties. Bij een sporttuin wordt gestuurd op de activiteiten waarbij de deelname hoog is en waar men ook over langere periode aan blijft deelnemen. Deze effecten worden steeds beter waarneembaar door de optimale samenwerking en betrekking van alle partijen. Figuur 3 geeft in een opslag het gehele traject weer van participatie van zowel bewoners, ouders en jeugd, wat nodig is om succes te optimaliseren. Bewoners en Jeugdparticipatie Figuur 3 MAPE-model Haagse Sporttuin (Bouckaert, 1999) 20

21 4. De Haagse Sporttuin De Haagse Sporttuin is een multifunctioneel sportcomplex van 2000m² dat kinderen uit de Schilderswijk de kans biedt om laagdrempelig deel te nemen aan georganiseerde sportactiviteiten. Het sportcomplex heeft vier multifunctionele sportvelden waarop vrijwel iedere sport wordt beoefend. De Haagse Sporttuin wordt geëxploiteerd door scholen die, in samenwerking met sociaal-maatschappelijke instellingen binnen de wijk, uitsluitend sportactiviteiten verzorgen. Acht samenwerkende basisscholen, met gezamenlijk ruim 1500 leerlingen, initiëren de activiteiten op het sportcomplex waarbij zoveel mogelijk wordt samengewerkt met sportverenigingen en wijkorganisaties, zoals de buurthuizen en buurtsportverenigingen. De Haagse Sporttuin ligt midden in de Schilderswijk, hierdoor kan een kind de Sporttuin zelf op veilige wijze bereiken. De meeste sportverenigingen liggen te ver buiten de Schilderswijk voor kinderen om daar zelfstandig naartoe te reizen. Figuur 4 Kaart Den Haag met schilderswijk, Foodscape Schilderswijk en luchtfoto van de Haagse Sporttuin (De Haagse Sporttuin, 2014). 21

22 De Haagse Sporttuin is meer. Het biedt kinderen de kans om in een veilige, afgeschermde en pedagogische omgeving buiten te sporten zodat ouders zich geen zorgen hoeven te maken wanneer hun kinderen buiten zijn. De voortdurende aanwezigheid van een beheerder, de verplichte begeleiding van kinderen tijdens activiteiten en de beperkte toegankelijkheid van het sportcomplex dienen ertoe dat kinderen zich in zowel motorisch, als in sociaal-emotioneel opzicht optimaal kunnen ontwikkelen. De Haagse Sporttuin heeft als uiteindelijke doelstelling kinderen (met een sportachterstand) vanuit een georganiseerd aanbod van schoolsporten door te laten stromen naar sportverenigingen. Samenwerking met instellingen binnen de wijk en sportverenigingen is noodzakelijk zodat doorstroom plaatsvindt. Aanvankelijk wordt een kind lid van de Haagse Sporttuin. Vervolgens wordt het lid van de dependancevereniging in de wijk en tenslotte wordt het lid van de reguliere sportvereniging op de hoofdlocatie van de vereniging. De Haagse Sporttuin vormt de brug tussen sporten op straat en de sportvereniging (De Haagse Sporttuin, 2014). Figuur 5 Foto van de Haagse Sporttuin voor de aanpassing en foto van de Haagse Sporttuin van na de aanpassing (De Haagse Sporttuin, 2014) 22

23 5. Wat zijn de ontwikkelingen van sport en bewegen in de buurt 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling van Sport en Bewegen in de Buurt beschreven. Met behulp van relevante literatuur wordt ingegaan op de ontwikkelingen binnen Sport en Bewegen in de Buurt. Vanaf 1996 zijn de steeds sneller opvolgende impulsen moeilijker te volgen (VWS, november 2011). Hieronder een ontrafeling van de verschillende lijnen. 5.2 De start In de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog kwam sport vaker op de agenda te staan van de Rijksoverheid. Het duurde echter tot 1996 voordat er actief werd geopteerd voor meer actie in de wijken van de steden. Ook de raakvlakken met andere terreinen worden steeds belangrijker, zoals welzijn en gezondheid. In het eerste kabinet Kok (Paars 1) werd oud Olympisch zwemster Erica Terpstra geïnstalleerd als staatssecretaris met sport in haar portefeuille, bij een ministerie dat voor het eerst sport in haar naam voerde, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Onder verantwoordelijkheid van Terpstra kwam de nota Wat sport beweegt. Contouren en speerpunten voor het sportbeleid van de Rijksoverheid tot stand. Niet alleen was dit de eerste serieuze rijksnota op het gebied van sport sinds 1974, het was ook de nota waarmee de dominantie van de instrumentele benadering van sport in het sportbeleid werd vastgelegd en het uitgangspunt werd voor het sportbeleid in de jaren daarna. In 2005 kwam staatssecretaris Ross met een nieuwe sportnota: Tijd voor sport. Ook hierin lag de nadruk op de instrumentele waarde van sport, maar specifieker op de drie aandachtsgebieden van VWS: vitaal (Volksgezondheid), meedoen/participatie (Welzijn) en presteren (Sport). Wat verder vernieuwend was voor dit type nota, was de behoorlijk SMART geformuleerde beleidsaanpak: de doelstellingen waren Specifiek en Meetbaar geformuleerd, Acceptabel en Realistisch, en voorzien van een duidelijke Tijdsgrens (Roozenburg & Eekels, 1998). Daarmee zette het ministerie de lijn voort die was ingezet met de nota Sport, Bewegen en Gezondheid, uit Daarnaast liepen ook nog de projecten als de Proeftuinen, evenals eerdere programma s rond Verenigingsmanagers en Professionalisering in de Sport (Prins) (W.J.H. Mulier Instituut, 2012) (W.J.H. Mulier Instituut, 2011). Wij werden ons allemaal steeds bewuster dat er allerlei factoren een rol gingen spelen binnen de maatschappij en dat daarin een steeds duidelijkere rol werd gegeven binnen de wijk of buurt van een stad, maar steeds meer een rol werd toegedicht aan de reguliere sportvereniging (Eekhof, 2013). De overheid ging, in samenspraak met de in hoofdstuk 1 benoemde partners, meer projecten bekostigen om activiteiten wijkgerichter uit te voeren. 5.3 Buurt, Onderwijs en Sport Het deelnamebeleid op het gebied van sport wordt gekenmerkt door een aaneenrijging van kleinere en grotere stimuleringsmaatregelen, van steeds enkele jaren. Ruim tien jaar terug heette die maatregel BSI (Breedtesportimpuls), later werd dat Buurt, Onderwijs en Sport (BOS). BSI en BOS richtten zich voornamelijk op lokale overheden, wat een vervolg was van de nota Tijd voor sport (W.J.H. Mulier Instituut, 2012) (W.J.H. Mulier Instituut, 2011). De Buurt, Onderwijs en Sport impuls is tussen 2005 en 2011 als tijdelijke stimuleringsmaatregel van het ministerie van VWS door ruim 226 gemeenten ingezet om achterstanden van jongeren aan te pakken. In de vorm van laagdrempelige arrangementen werd een gezonde en actieve leefstijl bevorderd en onderwijs- en opvoedingsachterstanden teruggedrongen. Buurt-, onderwijs- en sportorganisaties werkten samen onder regie van de gemeente om een BOS arrangement op wijkniveau te realiseren. Naast sportactiviteiten speelden ook gezondheidsonderwijs en buurtactiviteiten een rol. 23

24 De onderlinge betrokkenheid in de buurt werd zo vergroot. Met de BOS-impuls wilde het ministerie van VWS bereiken dat achterstanden van jongeren van 4 tot 19 jaar werden aangepakt. Door middel van sport zou de kans op overgewicht en obesitas teruggedrongen worden en doordat de projecten in de buurt plaatsvinden wordt betrokkenheid bij de buurt vergroot. De overlast die jongeren geven wordt hiermee verminderd ( 2013). 5.4 Impuls brede scholen, sport en cultuur De voorgaande regeling werd op haar beurt opgevolgd door het meedoen-programma en de combinatiefunctionarissenregeling. Waar BSI en BOS zich vooral richtten op lokale overheden, waren het in het meedoen-programma negen bonden die een impuls ondergingen. In de Sportimpuls zijn het de sportaanbieders zelf (verenigingen, exploitanten) die middelen kunnen aanvragen. De combi-fies regeling is vooral gericht op de creatie van intermediaire functies die lokaal een stimulans moeten geven aan samenwerkingsverbanden tussen sport, onderwijs, welzijn en gemeente (W.J.H. Mulier Instituut, 2012) (W.J.H. Mulier Instituut, 2011). Met De Impuls brede scholen, sport en cultuur (Impuls) worden vier belangrijke doelstellingen nagestreefd: Het uitbreiden van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs, om te beginnen in de 40 krachtwijken. Het versterken van circa tien procent van de sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk. Het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen. Het bevorderen van het vertrouwd raken van de jeugd tot 18 jaar met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening ( 2008). 5.5 Sport en Bewegen in de Buurt Sport en Bewegen in de Buurt met buurtsportcoaches is de laatste trend vanuit Den Haag en is vooral gericht op de creatie van intermediaire functies die lokaal een stimulans moeten geven aan samenwerkingsverbanden tussen sport, onderwijs, welzijn en gemeente (W.J.H. Mulier Instituut, 2012) (W.J.H. Mulier Instituut, 2011). Met het programma Sport en Bewegen in de Buurt wil het ministerie van VWS in de periode van 2012 tot en met 2016 bereiken dat de gezonde keuze tevens een gemakkelijke keuze wordt. Wanneer mensen gemakkelijker kunnen sporten en bewegen, bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken bij werk, school of het veldje om de hoek, worden zij gestimuleerd tot een actieve en gezonde leefstijl. Om dat te bereiken berust het programma op twee belangrijke pijlers: een vraaggericht lokaal sport- en beweegaanbod en het stimuleren van meer lokaal maatwerk. De Sportimpuls draagt bij aan een van de doelstellingen die zijn geformuleerd in de Sportagenda 2016 (NOC*NSF), namelijk het bevorderen van de sportdeelname in Nederland met tien procent (VWS, november 2011). 24

25 6. Resultaten primair onderzoek Er is gekeken, op basis van een casestudy van de Haagse Sporttuin, gekeken naar de resultaten of beter gezegd naar de bevindingen. In dit hoofdstuk worden de bevindingen verder uitgewerkt en verbonden aan de theorie. Zoals eerder beschreven in hoofdstuk 3.3 is het onderzoek over drie lijnen uitgezet. Het landelijke panelonderzoek heeft 122 geënquêteerden opgeleverd. De Haage Sporttuin, waar in meerdere sessies verspreid over meerdere meetmomenten is gewerkt, heeft 50 geënquêteerden opgeleverd. In de laatste lijn bij de aangesloten scholen heeft dat nog eens nog eens 77 geënquêteerden opgeleverd. Bij de Haagse Sporttuin doen jaarlijks een groot aantal kinderen mee aan de georganiseerde activiteiten. Elke week sporten er gemiddeld (over 40 weken genomen) 550 kinderen per week. In de vakanties ligt dit aantal lager, gemiddeld (over 10 weken, de kerstvakantie is de Sporttuin gesloten) op 100 kinderen per week. Sinds begin 2015 zijn de dependanceverenigingen zeer actief. Er zijn 100 deelnemers gezamenlijk per week, verdeeld over meerdere trainingsgroepen. De bezettingsgraad is niet goed in een percentage weer te geven. Het aanbod is te divers. Er worden bijna 60 trainingsuren (alle sportmomenten bij elkaar) per week gegeven. Het ene sportmoment heeft 4 deelnemers, het andere sportmoment 40. Gedurende de sessies luidde de vraag: wat heb ik hier aan als deelnemer en wat levert het me op. De deelnemende kinderen en de klassen wilde heel graag meewerken om te kijken naar meer mogelijkheden voor de Sporttuin. Dat is het algemene gevoel en hoe kan het nog leuker gemaakt worden, want tevreden zijn ze bijna allemaal. De enkeling die dat niet vindt komt met de opmerking: te weinig voetbal. De enquête konden de kinderen op twee manieren invullen digitaal bij de meester of in hardcopy bij de onderzoeker en ondersteuners. Het invullen werd niet als vervelend gezien en leverde ook geen moeilijkheden op bij de geënquêteerden. Hierdoor is het opmerkelijk dat de totaalrespons tegenviel. Minder leerkrachten hebben gezorgd voor het invullen van de enquête bij de leerlingen. 6.1 Rechte tellingen In totaal hebben 321 panelleden, verspreid over Nederland, met kinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar vragen beantwoord. Hiervan vielen 103 panelleden af omdat hun kinderen niet aan sport doen (behalve wat ze op school doen). Een opmerkelijk cijfer: een derde van de panelleden. Van de 218 panelleden, waarvan een of meer kinderen aan sport doen, waren er 173 de afgelopen 12 maanden actief geweest bij een of meer wijksportactiviteiten. Van deze 173 leden hebben er 122 de vragenlijst volledig ingevuld. Dit aantal is toegevoegd aan de set met vragenlijsten die schriftelijk zijn ingevuld. Er zijn vervolgens nog enkele vragenlijsten verwijderd omdat de antwoorden fouten bevatten. De kinderen hadden de vraag niet begrepen. De respons van de enquêtes is uitgekomen op een aantal van 249, waarbij het panel 122 respondenten heeft opgeleverd. Bij de tweede en derde manier zijn 127 respondenten opgenomen (zie figuur 6). Frequency Cumulative hinvoer ,0 51,0 51,0 panel ,0 49,0 100,0 100,0 25

26 Figuur 6 Afgenomen enquêtes Uit het onderzoek komt naar voren dat er meer jongens dan meisjes hebben deelgenomen. Dit is niet de verhouding van de deelnemers bij de activiteiten. Ruim 66% is in de leeftijd van elf en twaalf jaar waarbij bijna 42% in groep acht zit van de basisschool. Hieronder in figuur 7, 8 en 9 een systematisch overzicht.. Frequency Cumulative Jongen ,4 53,4 53,4 Meisje ,6 46,6 100,0 100,0 Figuur 7 aantal jongens en meisjes Frequency Cumulative ,4 10,4 10, ,9 22,9 33, ,9 34,9 68, ,7 31,7 100,0 100,0 Figuur 8 Leeftijdsopbouw Frequency Cumulative ,3 23,3 23, ,9 34,9 58, ,8 41,8 100,0 100,0 Figuur 9 Groepsopbouw Er hebben in totaal kinderen van 112 verschillende scholen deelgenomen, waarbij de deelname van een tweetal scholen Het Startpunt en de Prinses Marijke uit de Haagse Schilderswijk de bijdrage hebben geleverd voor de deelnemende scholen aan de Haagse Sporttuin. De derde school, de Prinses Irene, heeft ook een bijdrage geleverd maar in relatief veel kleinere mate dan de twee eerder genoemde scholen. 26

27 We zien dat kinderen meerdere keren per week aan een activiteit deelnemen. De geijkte sporten worden met de activiteiten beoefend. Hier werden voetbal, basketbal, gymnastiek/turnen, tennis, hockey, badminton, korfbal, handbal en judo het meeste genoemd. De sporten die vaak werden aangehaald door de deelnemers zijn dansen en paardrijden. De frequentie die hiermee wordt uitgevoerd varieert meestal tussen één keer per week tot ben en paar keer geweest. Gymnastiek/turnen is daar een uitzondering op, waarbij zelfs twee tot vier keer week een activiteit wordt gedaan. De kinderen nemen deel aan deze activiteiten bij de georganiseerde sport. We zien dat er veel kinderen deelnemen aan sportactiviteiten, maar dat dit relatief weinig is bij een soortgelijk iets als de Sporttuin. Ze doen mee aan de georganiseerde activiteiten in de eigen wijk. De intensiteit bij de activiteiten bij de Sporttuin zijn relatief veel hoger dan bij de georganiseerde sport. De kinderen nemen geregelder deel aan de georganiseerde sportactiviteiten. Ook de variatie bij de sportactiviteiten is een extra stimulans om deel te nemen aan deze activiteiten. Het Startpunt, direct gelegen naast de Sporttuin, heeft de meeste deelnemers opgeleverd die aan het onderzoek hebben deelgenomen. Meer dan helft van de kinderen sport in de wijk en/of de buurt. Zowel in georganiseerd verband als op het plein in de buurt. Dansen is buiten de reguliere sporten, een veelgenoemde activiteit die erg gewaardeerd wordt door voornamelijk de meisjes. Als gekeken wordt naar de frequentie van het sporten bij de reguliere sporten dan is dat van een keer per week tot ben een paar keer geweest. Dit is anders bij een buurtorganisatie waar er twee tot vier keer per week kan worden deelgenomen. De stimulans om te gaan deelnemen komt met 40% bij de gymdocent vandaan. De reden van de kinderen zijn met bijna 41% de gezelligheid en met 33% dat de kinderen zich willen verbeteren. Bijna 75% van de kinderen vinden het leuk om deel te nemen aan activiteiten. De meeste kinderen wonen in de directe omgeving en hebben een beperkte reistijd die tot ongeveer tien minuten bedraagt. De reistijd naar een wijkactiviteit moet niet meer dan tien minuten bedragen om de drempel zo laag mogelijk te houden voor de kinderen. Los van het onderzoek dat is verricht door middel van de enquête heeft de onderzoeker tijdens zijn aanwezigheid in de Haagse Sporttuin kunnen waarnemen dat randvoorwaarden cruciaal zijn om de doelgroep te bereiken maar ook te behouden. Ook het interview met de huidige manager Sebastiaan Nederhoed en grondlegger George van Hurck zien het belang van randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn: Betrokkenheid van de basisscholen, beheerder, coördinator en ouders; Leuke en voldoende activiteiten onder leiding van gecertificeerde trainers; Persoonlijke aandacht; Duidelijke regels tijdens het sporten; Duidelijke lijn in welke activiteiten wanneer en hoelang; Laagdrempeligheid; Inzetten van de professionals; Praktische zaken optimaliseren (Nerderhoed, 2015). 27

28 7. Conclusie Vanuit de hoofdvraag Hoe draagt een activiteit in de Haagse Sporttuin bij aan de effecten van sportdeelname van jeugd in de buurt? kan worden gesteld dat de Sporttuin erin is geslaagd om een alternatieve sociale omgeving te creëren, welke een veilige context biedt waarin bovengemiddeld ruimte is voor persoonlijke aandacht en sturing op discipline, zelfvertrouwen en het nemen van verantwoordelijkheid door de deelnemers. De rol en de betrokkenheid van professionals zijn cruciaal voor het bereiken van de resultaten van de Sporttuin. Als je dit landelijk door zou trekken dan is daar een duidelijke rol weggelegd voor de buurtsportcoach. De (succesvolle) coördinator en trainers weten de jongeren te raken doordat zij beschikken over sporttechnische vaardigheden en omdat zij in hun manier van doen aansluiten bij de leefwereld van de jongeren. De betrokken docenten van de aangesloten basisscholen en de schoolse context bieden een veilige omgeving aan om te sporten en zorgen dat de drempel voor deelname aan het programma wordt verlaagd. De betrokkenheid van de basisscholen en de rol van de docenten, in samenwerking met de overige professionals, is erg belangrijk om de leerlingen betrokken te houden bij het programma en ze te raken op de momenten dat het nodig is. Vanuit de Bewoners- en Jeugdparticipatie zien we steeds meer initiatief om ook daar de samenwerking mee aan te gaan om de betrokkenheid bij deelnemers en de ouders verder te bevorderen. Overige werkende bestanddelen zijn: Het stellen van duidelijke regels tijdens het sporten; Het benutten van de specifieke kracht per type sport; De status van de Sporttuin op de scholen; De laagdrempelige manier waarop de sport wordt aangeboden (Nerderhoed, 2015). De betrokken professionals (trainer, docent, coördinator) hebben allen hun eigen rol in het programma. Ook is er een belangrijke rol voor zowel bewoners, ouders als deelnemers. De manier waarop zij invulling geven aan deze rol en zich opstellen in het contact met elkaar is van wezenlijk belang bij het tot stand brengen van de invulling en uit uitvoering van het aangeboden programma. De hierboven beschreven werkzame mechanismen gaan specifiek in op het handelen van de betrokken professionals. Een belangrijk werkzaam mechanisme van de Sporttuin is de persoonlijke aandacht die de betrokken professionals in het programma aan de deelnemers kunnen geven. Aandacht die niet alle deelnemende jeugd normaliter in dezelfde mate op school, thuis of bij de sportvereniging ontvangen. De doelgroep krijgt nieuwe inzichten in en mogelijk meer begrip voor elkaars wensen, behoeften en standpunten. Dit verbetert de kwaliteit van de gekozen oplossingen. De doelgroep voelt zich meer betrokken bij besluiten die voor het algemeen belang genomen worden. Het vergroot de sociale cohesie in de wijk. Deze werkzame bestanddelen komen voort uit de Bewoners en Jeugdparticipatie ( 2015). Een tweede werkzaam mechanisme dat verband houdt met de rol van de betrokken professionals, heeft te maken met wat wel street credibility 1 wordt genoemd. Deze street credibility is binnen de Sporttuin vooral terug te vinden bij de coördinator en in veel gevallen ook bij de trainers. 1 Commanding level of respect in an urban environment due to experience in or knowledge of issues affecting those environments (Niveau van respect in een stedelijke omgeving als gevolg van ervaring in of kennis van zaken met betrekking tot die omgeving) (Urban Dictionary LLC, 1999). 28

29 8. Aanbevelingen Uit het onderzoek is gebleken dat randvoorwaarden cruciaal zijn om de doelgroep te bereiken maar ook te behouden. Deze randvoorwaarden zijn: Duidelijke criteria; Betrokkenheid van de basisscholen, beheerder en coördinator; Leuke en voldoende activiteiten onder leiding van gecertificeerde trainers (Nerderhoed, 2015). Om dit te verbeteren zullen werkzame mechanismen helder verwoord moeten worden en blijven. Deze werkzame mechanismen om de gewenste effecten te behalen zijn: Persoonlijke aandacht; Street credibility; Duidelijke regels tijdens het sporten; Duidelijke lijn in welke activiteiten wanneer en hoe lang; Laagdrempeligheid; Investeer in kwaliteit, kennis en wisselwerking; Inzetten van de professionals; Draagvlak optimaliseren binnen basisscholen; Praktische zaken optimaliseren; Link naar sportvereniging met gestaffelde contributie om de doorstroming richting verenigingen te bevorderen; Nog betere betrokkenheid van bewoners, ouders en deelnemers bij het programma, via bewoners en jeugdparticipatie. Publieke Private Samenwerking, afgekort als PPS, is al benoemd als één van de bouwstenen en dan voornamelijk hoe vanuit deze bouwsteen duurzaamheid gerealiseerd wordt. Dit is te bereiken door middel van heavy versie, zoals PPS ook wel eens genoemd wordt, waarbij de winst en investeringen terug worden gevloeid binnen de projecten. De Sporttuin zou in de huidige vorm ook toepasbaar gemaakt kunnen worden voor nieuwe plekken. Bij een benefit sharing spreken private en publieke actoren af om de winsten die gemaakt worden bij de nieuw op te zetten projecten ook terug te investeren in het nieuwe en aanvulde plannen (PPS Netwerk Nederland, 2015). De volgende benoemde bouwsteen is de Social Business Development. Hierbij wordt gekeken naar succesvolle social business initiatieven, ook buiten de sport en welke lessen hieruit worden geleerd voor zowel de Haagse Sporttuin alsvergelijkbare programma s in het land. Een aantal succesvolle tips hieruit zijn: zoek je heros (highly empowered resourceful operatives) en faciliteer deze medewerkers. Zij zijn de interne en externe ambassadeurs. Wacht niet tot iedereen zover is, maar stuur de heros voor de troepen uit. Kort maar krachtig: leer van anderen. Maak een strategisch meerjarenplan met voldoende flexibiliteit. Vier successen en deel de learnings en leer de organisatie dat alle ervaringen waardevol zijn. Data, data, big data! Door middel van gericht onderzoek. Sterk leiderschap is een must ( 2015). Als laatste is er de Bewoners en Jeugdparticipatie en hoe het nog beter kan. Door participatie ontstaat er voor alle partijen een win-win-situatie. Ook het streven naar het erbij horen en meedoen is een belangrijk aspect voor succes. Waardeer eigen initiatief is de belangrijkste succesfactor te noemen. Al tijdens het opstellen van de enquêtes voor de jeugd is aan het licht gekomen dat er in Nederland geen eenduidige naam is voor faciliteiten van de overheid om kinderen aan het sporten te krijgen. Hoe omschrijf je aan een kind van 10 jaar wat je bent? Men kiest namen als De Sporttuin, DO-IT, Cruyff-Courts, Krajicek-Playgrounds, buurtsportvereniging, maar voor kinderen is het onduidelijk van wie het uitgaat. 29

30 Als overige aanbeveling is het nuttig als onderzocht wordt in hoeverre het nuttig is om een naam te gaan voeren. Alle buurtsportactiviteiten in Nederland moeten een duidelijke, landelijke term voeren en die uitdragen in alle landelijke communicatie naar zowel de jeugd als alle betrokkenen. Sport en Beweeg-Courts De eigen namen gaan niet verloren, maar worden hieraan gekoppeld, zoals: Sport en Beweeg-Court De Haagse Sporttuin ; Sport en Beweeg-Court Do-It ; Sport en Beweeg-Court Buurtsportvereniging Amersfoort. Dan behoudt iedereen zijn eigen naam, maar wordt landelijk voor kinderen en ouders direct duidelijk wat je bent. Dan hoeven de organisaties die promotie doen enkel een bord te plaatsen met daarop Sport en Beweeg-Court. Dan weet men direct: daar kan mijn kind gratis en onder begeleiding sporten! De buurtsportcoach of combinatiefunctionaris is bij uitstek de persoon die mensen en organisaties verbindt om hen beter te doen functioneren door gebruik te maken van elkaars krachten. De invloed van kinderen op de organisatie en vormgeving van de beweegactiviteit is bevorderend voor de motivatie en deelname. Zo leiden regulering, begeleiding, zelfsturing en beïnvloeding tot zelfstandigheid, betrokkenheid en mogelijk een beter zelfbeeld. Dit zijn effecten van de deelname. Ook een aantal specifieke sleutels zijn van belang om een sporttuin succesvol te maken. Denk hierbij aan een veilig, toegankelijk, maar afsluitbaar terrein, een vaste beheerder, passend sport- en beweegaanbod met een link naar de sportvereniging en het centraal stellen van de kwaliteit. De buurtsportcoach of combinatiefunctionaris is hierin een belangrijk figuur. Deze rol is ook terug te zien bij de Haagse Sporttuin door middel van de coördinator, welke als vast aanspreekpunt dagelijks bereikbaar is en een juiste balans zoekt naar de inzetbaarheid van een specifiek aanbod binnen de Sporttuin. De beheerder zorgt voor de toegankelijkheid van de Sporttuin en voor de noodzakelijke veiligheid. De doelgroep krijgen nieuwe inzichten in en mogelijk meer begrip voor elkaars wensen, behoeften en standpunten. Dit verbetert de kwaliteit van gekozen oplossingen. De doelgroep voelen zich meer betrokken bij besluiten die voor het algemeen belang genomen worden. Het vergroot de sociale cohesie in de wijk ( 2015). Een belangrijke tool die gebruikt kan worden om participatie te optimaliseren is de toolkit Jeugdparticipatie. In deze toolkit ligt de focus op jongeren van 12 tot circa 23 jaar. Een essentiële afbakening voor deze toolkit is de duiding van het begrip jongerenparticipatie als: de invloed die een jongere heeft op zijn of haar leefomgeving. Het gaat dus nadrukkelijk niet over deelname van jongeren aan allerlei sociaal-maatschappelijke activiteiten in de sfeer van vrije tijd, sport, educatie en jongerenwerk. 30

31 Het gaat hierbij om: Inspraak (ik kan mijn mening geven); Invloed (er wordt met mijn mening/idee iets gedaan); Eigen initiatief (ik kan dingen organiseren die ik zelf wil) ( 2010). Kortom, actief sporten heeft een positief effect op het gedrag, het sociale netwerk, de schoolprestaties en de gezondheid van de jeugd en dit alles in een veilige omgeving. Hierbij staat de juiste begeleiding in een hoog vaandel. Als laatste is aan te bevelen de sporttuin blijvend te laten ondersteunen en te voeden met kennis vanuit onderzoek. Data, data, big data! Dit onderzoek dient zowel bij te dragen aan de verantwoording van het programma als aan kennisontwikkeling. Dit onderzoek kan op verschillende niveaus worden uitgevoerd: zowel MBO, HBO als WO. 31

32 9. Persoonlijke beschouwing Ik ben met veel enthousiasme in september 2014 begonnen. Al snel werden de eerste contouren zichtbaar van wat ik precies wilde doen en dat resuteerde in een gestructureerd onderzoek met naar mijn mening een goed opgezette organisatie. Ik mag met recht zeggen dat ik met een kritische blik dit onderzoek heb gedaan. Ik vind dat het resultaat ook daadwerkelijk ertoe moet dienen om niet alleen de Sporttuin, maar ook alle andere initiatieven naar een beter rendement te leiden. Een reflectie op het literatuuronderzoek: De beschikbare theorie was zeer goed bruikbaar voor het onderzoek. De meeste inzichten waren voldoende bruikbaar, maar misten wel het benodigde wetenschappelijke stapje. Hiervoor is een uitstapje gemaakt zodat het voldoende op niveau kwam. Het theoretisch kader gaf voldoende handvatten om het onderzoek uit te voeren. Daarbij waren de kernbegrippen uit de probleemstelling en onderliggende deelvragen aan de hand van de literatuur goed te definiëren en te onderzoeken. Voor het wetenschappelijke gedeelte van dit onderzoek heb ik aanvulde literatuuronderzoek gedaan. Een reflectie op de gehanteerde onderzoeksmethodologie: Ik heb de juiste dataverzamelingsmethoden gehanteerd om een antwoord te vinden op de probleemstelling en de onderliggende deelvragen, maar had wel een alternatieve methode nodig om het compleet te maken door middel van extra wetenschappelijk onderbouwde bouwstenen en een goed interview. Met ondersteuning van een researcher heb ik de onderzoeksdoelgroep goed kunnen bereiken, waarin de doelgroep goed meewerkte. Met deze benadering hadden we wel gehoopt meer respons te kunnen genereren. De problemen lagen dus vooral op gebied van niet afdoende wetenschappelijk onderbouwde stukken voor sport en bewegen in de buurt. In een worst case scenario had ik direct moeten beginnen met een andere hoofdvraag, wat neerkomt op een geheel ander onderzoek. Ik denk dat we niet veel meer hebben kunnen doen aan de betrouwbaarheid van het onderzoek. Een reflectie op de onderzoeksuitkomsten: De onderzoeksuitkomsten bieden voldoende inzichten om met relevante aanbevelingen te komen, zeker ook als je daarin het interview meeneemt. Deze onderzoeksresultaten voldoen aan mijn verwachtingspatroon, maar zijn niet echt verrassend. Ik heb voor de totstandkoming van de uitkomsten op de juiste manier gebruikgemaakt van de theorie en de onderzoeksmethoden, maar zie wel in dat er ook een vervolg moet komen op dit onderzoek. Wellicht iets voor de toekomst? 32

33 Bijlage 1; Enquête Hallo deelnemers, Fijn dat je even mee wilt helpen! Als spelbegeleider wil ik graag weten hoe het met jullie gaat. Vinden jullie het leuk om te sporten? Wat kunnen we doen om het sporten nog leuker te maken? Ik heb daarom een aantal vragen opgeschreven. Door mee te doen kunnen we je deelname nog leuker maken. Je hoeft je naam niet in te vullen. Dank je wel! Edwin Eekhof Eerst een paar simpele vragen. Ben je een jongen of en meisje? Hoe oud ben je? Op welke basisschool zit je? In welk groep zit je? 33

34 1. Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan? Het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep Sport die je misschien hebt gedaan Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via de Mussen/SamSam/etc Ja, tijdens een sportdag of met familie Overig, bijvoorbeeld ongeorganiseerd, (zelf gedaan) Atletiek badminton basketbal gymnastiek/turnen handbal hardlopen/joggen/trimmen hockey honkbal/softbal judo Korfball tafeltennis tennis vecht- en verdedigingssporten (excl. judo) voetbal [veld/zaal (futsal)] volleybal [zaalvolleybal/beachvolleybal] andere sport namelijk :. 34

35 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Hoe vaak Sport die je misschien hebt gedaan Atletiek badminton basketbal gymnastiek/turnen handbal hardlopen/joggen/trimmen hockey honkbal/softbal judo Korfbal tafeltennis tennis vecht- en verdedigingssporten (excl. judo) voetbal [veld/zaal (futsal)] volleybal [zaalvolleybal/beachvolleybal] 1x per week 2 4 keer per week 2-3 keer per maand 1 x per maand Een paar keer geweest andere sport namelijk :. Via.. 35

36 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin hebt gedaan? (Je mag meer sporten aankruisen) Hoe vaak Sporten die je misschien hebt gedaan Ja 1x per week 2 4 keer 2-3 keer per week per maand 1 x per maand Een paar keer geweest badminton basketbal handbal hardlopen/joggen/trimmen hockey honkbal/softbal judo Korfbal tafeltennis tennis vecht- en verdedigingssporten (excl. judo) voetbal [veld/zaal (futsal)] volleybal [zaalvolleybal/beachvolleybal] Andere sport namelijk:.. Ik sport niet bij de Sporttuin Aantal keren: Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Je mag meer hokjes aankruisen. Ik vind het leuk om te sporten, Ik moet van mijn vader/moeder, Ik moet van mijn gymjuf/meester, Ik wil lekker bewegen voor mijn gezondheid, Ik moet op advies van arts/fysiotherapeut Ik sport voor meer conditie, kracht en/of lenigheid, Ik heb een doel dat ik wil halen, Ik wil mezelf verbeteren Ik sport voor de gezelligheid/ vrienden ontmoeten Ik leer graag nieuwe vaardigheden/ nieuwe sporten/ nieuwe trucjes Bij een buurtsportorganisatie is het mogelijk om na schooltijd en in de buurt van je school activiteiten, zoals sport-, beweeg- en gezonde activiteiten te doen. In Den Haag heet deze buurtsportorganisatie een Sporttuin.

37 Met Simsim of De Mussen bedoelen wat de naam is van het buurthuis of buurtsportorganisatie waar je activiteiten komt doen na je schooltijd. Je bent nu over de helft met beantwoorden van de vragen. De volgende vragen gaan over de Sporttuin. Je komt naar de Sporttuin, dat vinden we heel leuk en hebben hieronder ook daarover wat aparte vragen. 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Je mag meer hokjes aankruisen. Vader/moeder/broer/zus Andere familieleden (oom/tante, neef/nicht) Kinderen uit de buurt Kinderen van school Gymleraar Overige Wat vertel je dan?.. 6. Vind je het leuk om te sporten bij de Sporttuin? ja wat vind je leuk? gaat wel, wat zou leuker kunnen? nee, maar ik moet. Wat vind je niet leuk? Hoeveel minuten doe jij er over om in de Sporttuin te komen?. Minuten 37

38 8. Wat vind je van deze reistijd? Het is wel oke zo Het is niet te lang maar ook niet te kort Het is eigenlijk te lang Reistijd maakt voor mij helemaal niets uit Afstand is goed, maar de route is niet prettig, Wat zou je veranderen aan de route naar de Sporttuin 9. Waar ken je de kinderen uit de Sporttuin van? Je Mag meer hokjes aankruisen. Ik ken ze uit de Sporttuin Ik ken ze van mijn eigen school Ik ken ze uit de buurt Ik ken ze van een andere manier: Buurthuis, Plein, Wat vind je van het contact met de andere kinderen? Ik vind het leuk. Wat vind je het leukste? Ik vind het minder leuk. Wat vind je het minst leuk? 11. Zou je sport willen beoefenen bij een vereniging / club? Nee, dat wil ik niet. Nee, want ik ben al lid bij een vereniging Ja, dat wil ik wel, als lid van een sportvereniging Ja, dat wil ik wel bij de Sporttuin Ja, via school De Sporttuin is een plek waar je in een leuke gezellige omgeving kan sporten met je vriendjes en vriendinnetjes. 12. Lijkt het je leuk om bij de Sporttuin te komen sporten? Ja/nee/weet niet Ja, ik wil graag een lijstje met de activiteiten ontvangen in mijn mailbox. .. Einde Enquête! Ik wil je graag bedanken voor het invullen van de enquête. Over de verloting van de prijzen wordt je op de hoogte gehouden. Ik hoop je graag nog een keer terug te zien bij de Sporttuin. 38

39 Bijlage 2; RECHTE TELLINGEN Totaal 249 bruikbare enquêtes van respondenten die tot de doelgroep behoren. Een deel is afgenomen met behulp van een landelijk internetpanel, een deel is schriftelijk afgenomen: afgenomen Frequency Cumulative hinvoer ,0 51,0 51,0 panel ,0 49,0 100,0 100,0 Samenstelling van de respons Ben je een jongen of een meisje? Frequency Cumulative Jongen ,4 53,4 53,4 Meisje ,6 46,6 100,0 100,0 Hoe oud ben je? Frequency Cumulative ,4 10,4 10, ,9 22,9 33, ,9 34,9 68, ,7 31,7 100,0 100,0 In welk groep zit je? Frequency Cumulative ,3 23,3 23, ,9 34,9 58, ,8 41,8 100,0 100,0 39

40 Kinderen van in totaal 112 verschillende scholen hebben deelgenomen al zijn er een paar scholen bij waarvan relatief veel kinderen hebben meegedaan. Op welke basisschool zit je? Frequency Cumulative 't Palet 1,4,4,4 Aan de Meule 1,4,4,8 Algra school 1,4,4 1,2 Ariens 1,4,4 1,6 Averbeke 1,4,4 2,0 Bargerpaske 1,4,4 2,4 Beatrixschool 1,4,4 2,8 Beijumkorf 1,4,4 3,2 Berkenschool 1,4,4 3,6 Bernadetteschool 2,8,8 4,4 Bockxmeerschool 1,4,4 4,8 Brakkenstein 1,4,4 5,2 BS Baardwijk in Waalwijk 1,4,4 5,6 BS De Beerze 1,4,4 6,0 BS de Grienden 1,4,4 6,4 BS Jeroen 2,8,8 7,2 BS Tarcicius 1,4,4 7,6 CBS de Brug 1,4,4 8,0 CBS it Finster 1,4,4 8,4 CBS Samenopweg 1,4,4 8,8 Christoffel 2,8,8 9,6 De Bron 1,4,4 10,0 De Hovenier 1,4,4 10,4 De Hussel 1,4,4 10,8 De Keerkring 1,4,4 11,2 De Kreeke 1,4,4 11,6 De Krullevaar 1,4,4 12,0 De Meander 1,4,4 12,4 De Meule 1,4,4 12,9 De Opstap 1,4,4 13,3 De Prinses Marijkeschool 1,4,4 13,7 De Regenboog 1,4,4 14,1 De Restoeverschool 1,4,4 14,5 De Roosten 1,4,4 14,9 40

41 De Schakel 2,8,8 15,7 De Schalmei 1,4,4 16,1 De Schelp 1,4,4 16,5 De Sparrenboschschool 1,4,4 16,9 De Tandem 1,4,4 17,3 De Terebint 1,4,4 17,7 De Triolier 1,4,4 18,1 De Trompetter 1,4,4 18,5 De Vlechter 1,4,4 18,9 De vlinderhof 1,4,4 19,3 de westhoek 1,4,4 19,7 De Wingerd 1,4,4 20,1 De Wissel 1,4,4 20,5 den bongerd 1,4,4 20,9 Dirk van Dijkschool 1,4,4 21,3 doekesschool te hardenberg 1,4,4 21,7 Dr Schaepmanschool 1,4,4 22,1 Driemaster 1,4,4 22,5 Ekke de Haan 1,4,4 22,9 Elim 1,4,4 23,3 Haarschool Holten 1,4,4 23,7 harspit 1,4,4 24,1 Het Schrijverke 1,4,4 24,5 Het Startpunt 64 25,7 25,7 50,2 Het Veer 1,4,4 50,6 Het Veldboeket 1,4,4 51,0 hoeksteen 1,4,4 51,4 hugo de groot school 1,4,4 51,8 jacinta 1,4,4 52,2 Karel eykmanschool 1,4,4 52,6 kleine wereld 1,4,4 53,0 klimop 1,4,4 53,4 koningin betrisschool 1,4,4 53,8 merwijck 1,4,4 54,2 mikado 1,4,4 54,6 MSV 1,4,4 55,0 Nieuwe regentesse school 1,4,4 55,4 OASE 1,4,4 55,8 41

42 OBS De Dolfijn oost 1,4,4 56,2 obs de Vlonder 1,4,4 56,6 OBS Die Heenetrecht 1,4,4 57,0 OBS Het Palet 1,4,4 57,4 OBS Hilmare 1,4,4 57,8 obs t wad 1,4,4 58,2 Ommelander 1,4,4 58,6 Onze Wereld 3 1,2 1,2 59,8 ooswijzer 1,4,4 60,2 P.H. Schreuderschool 1,4,4 60,6 Paulus 1,4,4 61,0 ph schreuderschool 1,4,4 61,4 pieter de jongschool 1,4,4 61,8 Pionier 1,4,4 62,2 Piusx Bemmel 1,4,4 62,7 pr.claus 1,4,4 63,1 Prins Willem Alexander 1,4,4 63,5 Prinses Irene 6 2,4 2,4 65,9 Prinses Marijke 45 18,1 18,1 83,9 Schuttershoek 1,4,4 84,3 Sjaloomschool 1,4,4 84,7 Sparrenbos Rosmalen. 1,4,4 85,1 st. Josephschool 1,4,4 85,5 Stadsschool 1,4,4 85,9 Staetlansskoalle 1,4,4 86,3 Sterrerijk 1,4,4 86,7 Ter Doest in Graauw 1,4,4 87,1 thomas van aq 1,4,4 87,6 thyssen 1,4,4 88,0 Tiggeldobbe 1,4,4 88,4 Toermalijn 1,4,4 88,8 Trudoschool 1,4,4 89,2 Van Ostadeschool 2,8,8 90,0 VD Meulen Vastwijk' 1,4,4 90,4 Vijf Eikenschool 1,4,4 90,8 Vlinderboom 1,4,4 91,2 Volle Leven 1,4,4 91,6 Vorsenpoel 1,4,4 92,0 42

43 Willemschool 1,4,4 92,4 Windvaan 2,8,8 93,2 zonder antwoord 17 6,8 6,8 100,0 100,0 Met welke wijksportactiviteiten hebben de kinderen ervaring? Een aantal kinderen heeft ervaring met meerdere wijksportacti viteiten Telling van het aantal wijksportactiviteiten waaraan het kind deelneemt Frequency Cumulative ,2 89,2 89, ,4 8,4 97, ,0 2,0 99,6 4 1,4,4 100,0 100,0 Verdeling ervaring met wijksportactiviteiten: [Bij een Cruyf court in de buurt] Doe je mee aan sport/ spelactiviteiten die georganiseerd worden in je eigen wijk? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,8 94,8 94,8 Ja 13 5,2 5,2 100,0 100,0 [Bij wijksportactiviteiten] Doe je mee aan sport/ spelactiviteiten die georganiseerd worden in je eigen wijk? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,5 77,5 77,5 Ja 56 22,5 22,5 100,0 100,0 43

44 [Bij sportactiviteiten van de gemeente] Doe je mee aan sport/ spelactiviteiten die georganiseerd worden in je eigen wijk? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,3 72,3 72,3 Ja 69 27,7 27,7 100,0 100,0 [Bij een sporttuin] Doe je mee aan sport/ spelactiviteiten die georganiseerd worden in je eigen wijk? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,8 41,8 41,8 Ja ,2 58,2 100,0 100,0 WELKE sporten doen ze dan? [atletiek] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 35 14,1 49,3 49, ,2 39,4 88,7 8 3,2 11,3 100,0 Total 71 28,5 100,0 Missing System ,5 [badminton ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. 44

45 Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 35 14,1 64,8 64,8 14 5,6 25,9 90,7 5 2,0 9,3 100,0 Total 54 21,7 100,0 Missing System ,3 [basketbal ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 46 18,5 59,7 59, ,4 33,8 93,5 5 2,0 6,5 100,0 Total 77 30,9 100,0 Missing System ,1 45

46 [gymnastiek/turnen ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 29 11,6 37,7 37, ,3 55,8 93,5 5 2,0 6,5 100,0 Total 77 30,9 100,0 Missing System ,1 [handbal ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 25 10,0 42,4 42, ,2 47,5 89,8 6 2,4 10,2 100,0 Total 59 23,7 100,0 Missing System ,3 [hardlopen/joggen/trimmen ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative 46

47 Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 50 20,1 70,4 70,4 18 7,2 25,4 95,8 3 1,2 4,2 100,0 Total 71 28,5 100,0 Missing System ,5 [hockey ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 14 5,6 28,6 28, ,6 59,2 87,8 6 2,4 12,2 100,0 Total 49 19,7 100,0 Missing System ,3 [honkbal/softbal ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) 13 5,2 38,2 38,2 17 6,8 50,0 88,2 47

48 Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 4 1,6 11,8 100,0 Total 34 13,7 100,0 Missing System ,3 [judo ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 9 3,6 26,5 26,5 19 7,6 55,9 82,4 6 2,4 17,6 100,0 Total 34 13,7 100,0 Missing System ,3 [korfbal] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 15 6,0 31,3 31, ,4 64,6 95,8 2,8 4,2 100,0 Total 48 19,3 100,0 Missing System ,7 48

49 [tafeltennis ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 34 13,7 56,7 56,7 22 8,8 36,7 93,3 4 1,6 6,7 100,0 Total 60 24,1 100,0 Missing System ,9 [tennis ] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 33 13,3 56,9 56,9 20 8,0 34,5 91,4 5 2,0 8,6 100,0 Total 58 23,3 100,0 Missing System ,7 49

50 [vecht- en verdedigingssporten (excl. judo)] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of i Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 15 6,0 23,8 23, ,1 63,5 87,3 8 3,2 12,7 100,0 Total 63 25,3 100,0 Missing System ,7 [voetbal [veld/zaal (futsal)]] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 71 28,5 43,6 43, ,9 47,2 90,8 15 6,0 9,2 100,0 Total ,5 100,0 Missing System 86 34,5 [volleybal [zaalvolleybal/beachvolleybal]] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in Frequency Cumulative 50

51 Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 19 7,6 32,8 32, ,7 58,6 91,4 5 2,0 8,6 100,0 Total 58 23,3 100,0 Missing System ,7 [andere sport] 1.Welke sporten heb je de afgelopen 12 maanden gedaan?het maakt niet uit waar je de sporten hebt gedaan en je mag meerdere sporten aankruisen. Kruis aan of je de sport doet met je club of via sportbuurtwerk of in een groep. Frequency Cumulative Ja, zelf, lekker buiten op het plein of in het park Ja, met een trainer, elke week de zelfde tijd (bijvoorbeeld in De Sporttuin) Ja, via een buurtorganisatie (zoals de sporttuin) 16 6,4 32,7 32, ,0 51,0 83,7 8 3,2 16,3 100,0 Total 49 19,7 100,0 Missing System ,3 Welke sporten zijn dan die andere sporten: welke andere sport Frequency Cumulative ,9 81,9 81,9? 1,4,4 82,3 / 1,4,4 82,7 acrobatiek 1,4,4 83,1 Baantje Trekken 1,4,4 83,5 dansen 7 2,8 2,8 86,3 Dansen 2,8,8 87,1 51

52 fietsen 1,4,4 87,6 free running 1,4,4 88,0 geen 1,4,4 88,4 Gymles 1,4,4 88,8 indoor spelletjes 1,4,4 89,2 Kaatsen 1,4,4 89,6 kickboksen 1,4,4 90,0 Kickboksen 1,4,4 90,4 Majorettes 1,4,4 90,8 modern dans 1,4,4 91,2 Moderne dans 1,4,4 91,6 paardrijden 2,8,8 92,4 Paardrijden 3 1,2 1,2 93,6 Rugby 1,4,4 94,0 Scouting 1,4,4 94,4 Squash 1,4,4 94,8 streetdance 1,4,4 95,2 Teakwondo 2,8,8 96,0 thaibox 1,4,4 96,4 trefbal 1,4,4 96,8 voetbal 1,4,4 97,2 Voetbal 1,4,4 97,6 Voetbal, skateboerd 1,4,4 98,0 waterpolo 1,4,4 98,4 Yoga en paardrijde 1,4,4 98,8 zwemmen 3 1,2 1,2 100,0 100,0 52

53 Hoe vaak hebben ze de verschillende sporten gedaan? [atletiek] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 16 6,4 23,2 23,2 2?4 keer per week 13 5,2 18,8 42,0 2-3 keer per maand 7 2,8 10,1 52,2 1 x per maand 6 2,4 8,7 60,9 Een paar keer geweest 27 10,8 39,1 100,0 Total 69 27,7 100,0 Missing System ,3 [badminton ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 13 5,2 21,3 21,3 2?4 keer per week 8 3,2 13,1 34,4 2-3 keer per maand 6 2,4 9,8 44,3 1 x per maand 5 2,0 8,2 52,5 Een paar keer geweest 29 11,6 47,5 100,0 Total 61 24,5 100,0 Missing System ,5 [basketbal ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 19 7,6 26,8 26,8 2?4 keer per week 9 3,6 12,7 39,4 2-3 keer per maand 5 2,0 7,0 46,5 1 x per maand 9 3,6 12,7 59,2 Een paar keer geweest 29 11,6 40,8 100,0 Total 71 28,5 100,0 Missing System ,5 53

54 [gymnastiek/turnen ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 27 10,8 37,0 37,0 2?4 keer per week 20 8,0 27,4 64,4 2-3 keer per maand 4 1,6 5,5 69,9 1 x per maand 4 1,6 5,5 75,3 Een paar keer geweest 18 7,2 24,7 100,0 Total 73 29,3 100,0 Missing System ,7 [handbal ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 25 10,0 43,9 43,9 2?4 keer per week 7 2,8 12,3 56,1 2-3 keer per maand 4 1,6 7,0 63,2 1 x per maand 4 1,6 7,0 70,2 Een paar keer geweest 17 6,8 29,8 100,0 Total 57 22,9 100,0 Missing System ,1 [hardlopen/joggen/trimmen ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 20 8,0 34,5 34,5 2?4 keer per week 13 5,2 22,4 56,9 2-3 keer per maand 6 2,4 10,3 67,2 1 x per maand 2,8 3,4 70,7 Een paar keer geweest 17 6,8 29,3 100,0 Total 58 23,3 100,0 Missing System ,7 54

55 [hockey ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 12 4,8 23,5 23,5 2?4 keer per week 8 3,2 15,7 39,2 2-3 keer per maand 8 3,2 15,7 54,9 1 x per maand 6 2,4 11,8 66,7 Een paar keer geweest 17 6,8 33,3 100,0 Total 51 20,5 100,0 Missing System ,5 [honkbal/softbal ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 15 6,0 34,1 34,1 2?4 keer per week 4 1,6 9,1 43,2 2-3 keer per maand 5 2,0 11,4 54,5 1 x per maand 4 1,6 9,1 63,6 Een paar keer geweest 16 6,4 36,4 100,0 Total 44 17,7 100,0 Missing System ,3 [judo ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 18 7,2 40,0 40,0 2?4 keer per week 6 2,4 13,3 53,3 2-3 keer per maand 5 2,0 11,1 64,4 1 x per maand 3 1,2 6,7 71,1 Een paar keer geweest 13 5,2 28,9 100,0 Total 45 18,1 100,0 Missing System ,9 55

56 [korfbal] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 10 4,0 22,7 22,7 2?4 keer per week 10 4,0 22,7 45,5 2-3 keer per maand 5 2,0 11,4 56,8 1 x per maand 2,8 4,5 61,4 Een paar keer geweest 17 6,8 38,6 100,0 Total 44 17,7 100,0 Missing System ,3 [tafeltennis ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 15 6,0 32,6 32,6 2?4 keer per week 4 1,6 8,7 41,3 2-3 keer per maand 8 3,2 17,4 58,7 1 x per maand 5 2,0 10,9 69,6 Een paar keer geweest 14 5,6 30,4 100,0 Total 46 18,5 100,0 Missing System ,5 [tennis ] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 29 11,6 48,3 48,3 2?4 keer per week 7 2,8 11,7 60,0 2-3 keer per maand 7 2,8 11,7 71,7 1 x per maand 1,4 1,7 73,3 Een paar keer geweest 16 6,4 26,7 100,0 Total 60 24,1 100,0 Missing System ,9 56

57 [vecht- en verdedigingssporten (excl. judo)] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 30 12,0 46,9 46,9 2?4 keer per week 14 5,6 21,9 68,8 2-3 keer per maand 6 2,4 9,4 78,1 1 x per maand 3 1,2 4,7 82,8 Een paar keer geweest 11 4,4 17,2 100,0 Total 64 25,7 100,0 Missing System ,3 [voetbal [veld/zaal (futsal)]] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 55 22,1 37,9 37,9 2?4 keer per week 66 26,5 45,5 83,4 2-3 keer per maand 9 3,6 6,2 89,7 1 x per maand 3 1,2 2,1 91,7 Een paar keer geweest 12 4,8 8,3 100,0 Total ,2 100,0 Missing System ,8 [volleybal [zaalvolleybal/beachvolleybal]] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 18 7,2 32,1 32,1 2?4 keer per week 15 6,0 26,8 58,9 2-3 keer per maand 7 2,8 12,5 71,4 1 x per maand 3 1,2 5,4 76,8 Een paar keer geweest 13 5,2 23,2 100,0 Total 56 22,5 100,0 Missing System ,5 57

58 [andere sport] 2. Hoe vaak heb je de sporten de afgelopen 12 maanden gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 27 10,8 58,7 58,7 2?4 keer per week 10 4,0 21,7 80,4 2-3 keer per maand 4 1,6 8,7 89,1 Een paar keer geweest 5 2,0 10,9 100,0 Total 46 18,5 100,0 Missing System ,5 Hoe vaak zijn de kinderen op de wijksportactiviteiten actief met de verschillende sporten? [badminton ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 5 2,0 16,7 16,7 2?4 keer per week 3 1,2 10,0 26,7 2-3 keer per maand 4 1,6 13,3 40,0 1 x per maand 3 1,2 10,0 50,0 Een paar keer geweest 15 6,0 50,0 100,0 Total 30 12,0 100,0 Missing System ,0 [basketbal ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 7 2,8 19,4 19,4 2?4 keer per week 5 2,0 13,9 33,3 2-3 keer per maand 2,8 5,6 38,9 1 x per maand 5 2,0 13,9 52,8 Een paar keer geweest 17 6,8 47,2 100,0 Total 36 14,5 100,0 Missing System ,5 58

59 [gymnastiek/turnen ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 8 3,2 27,6 27,6 2?4 keer per week 4 1,6 13,8 41,4 2-3 keer per maand 4 1,6 13,8 55,2 1 x per maand 2,8 6,9 62,1 Een paar keer geweest 11 4,4 37,9 100,0 Total 29 11,6 100,0 Missing System ,4 [handbal ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 9 3,6 32,1 32,1 2?4 keer per week 2,8 7,1 39,3 2-3 keer per maand 2,8 7,1 46,4 1 x per maand 2,8 7,1 53,6 Een paar keer geweest 13 5,2 46,4 100,0 Total 28 11,2 100,0 Missing System ,8 [hardlopen/joggen/trimmen ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 10 4,0 34,5 34,5 2?4 keer per week 2,8 6,9 41,4 2-3 keer per maand 1,4 3,4 44,8 1 x per maand 3 1,2 10,3 55,2 Een paar keer geweest 13 5,2 44,8 100,0 Total 29 11,6 100,0 Missing System ,4 59

60 [hockey ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 3 1,2 10,3 10,3 2?4 keer per week 4 1,6 13,8 24,1 2-3 keer per maand 3 1,2 10,3 34,5 1 x per maand 3 1,2 10,3 44,8 Een paar keer geweest 16 6,4 55,2 100,0 Total 29 11,6 100,0 Missing System ,4 [honkbal/softbal ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 5 2,0 21,7 21,7 2?4 keer per week 1,4 4,3 26,1 2-3 keer per maand 4 1,6 17,4 43,5 1 x per maand 3 1,2 13,0 56,5 Een paar keer geweest 10 4,0 43,5 100,0 Total 23 9,2 100,0 Missing System ,8 [judo ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 5 2,0 23,8 23,8 2?4 keer per week 2,8 9,5 33,3 2-3 keer per maand 3 1,2 14,3 47,6 1 x per maand 1,4 4,8 52,4 Een paar keer geweest 10 4,0 47,6 100,0 Total 21 8,4 100,0 Missing System ,6 60

61 [korfbal] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 6 2,4 24,0 24,0 2?4 keer per week 3 1,2 12,0 36,0 2-3 keer per maand 3 1,2 12,0 48,0 1 x per maand 1,4 4,0 52,0 Een paar keer geweest 12 4,8 48,0 100,0 Total 25 10,0 100,0 Missing System ,0 [tafeltennis ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 3 1,2 13,0 13,0 2?4 keer per week 1,4 4,3 17,4 2-3 keer per maand 3 1,2 13,0 30,4 1 x per maand 3 1,2 13,0 43,5 Een paar keer geweest 13 5,2 56,5 100,0 Total 23 9,2 100,0 Missing System ,8 [tennis ] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 8 3,2 32,0 32,0 2?4 keer per week 1,4 4,0 36,0 2-3 keer per maand 3 1,2 12,0 48,0 1 x per maand 2,8 8,0 56,0 Een paar keer geweest 11 4,4 44,0 100,0 Total 25 10,0 100,0 Missing System ,0 61

62 [vecht- en verdedigingssporten (excl. judo)] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 7 2,8 21,9 21,9 2?4 keer per week 4 1,6 12,5 34,4 2-3 keer per maand 7 2,8 21,9 56,3 1 x per maand 2,8 6,3 62,5 Een paar keer geweest 12 4,8 37,5 100,0 Total 32 12,9 100,0 Missing System ,1 [voetbal [veld/zaal (futsal)]] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 28 11,2 40,0 40,0 2?4 keer per week 16 6,4 22,9 62,9 2-3 keer per maand 4 1,6 5,7 68,6 1 x per maand 5 2,0 7,1 75,7 Een paar keer geweest 17 6,8 24,3 100,0 Total 70 28,1 100,0 Missing System ,9 [volleybal [zaalvolleybal/beachvolleybal]] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 14 5,6 41,2 41,2 2?4 keer per week 1,4 2,9 44,1 2-3 keer per maand 5 2,0 14,7 58,8 1 x per maand 1,4 2,9 61,8 Een paar keer geweest 13 5,2 38,2 100,0 Total 34 13,7 100,0 Missing System ,3 62

63 [andere sport] [Schaal 2] 3. Weet je nog welke sporten je de afgelopen 12 maanden bij de Sporttuin (of bij een buurtsportorganisatie zoals De Sporttuin) hebt gedaan? Frequency Cumulative 1x per week 3 1,2 18,8 18,8 2?4 keer per week 4 1,6 25,0 43,8 2-3 keer per maand 2,8 12,5 56,3 1 x per maand 3 1,2 18,8 75,0 Een paar keer geweest 4 1,6 25,0 100,0 Total 16 6,4 100,0 Missing System ,6 Motieven die de kinderen noemen om te sporten bij de wijksporactiviteiten: [Ik vind het leuk om te sporten] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd 52 20,9 20,9 20,9 Ja ,1 79,1 100,0 100,0 [Ik moet van mijn vader/moeder] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,2 91,2 91,2 Ja 22 8,8 8,8 100,0 100,0 [Ik moet van mijn gymjuf/meester Ik wil lekker bewegen voor mijn gezondheid] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,8 59,8 59,8 Ja ,2 40,2 100,0 100,0 63

64 [Ik moet op advies van arts/fysiotherapeut] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,2 97,2 97,2 Ja 7 2,8 2,8 100,0 100,0 [Ik sport voor meer conditie, kracht en/of lenigheid] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,2 62,2 62,2 Ja 94 37,8 37,8 100,0 100,0 [Ik heb een doel dat ik wil halen] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,3 82,3 82,3 Ja 44 17,7 17,7 100,0 100,0 [Ik wil mezelf verbeteren ] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,1 67,1 67,1 Ja 82 32,9 32,9 100,0 100,0 [Ik sport voor de gezelligheid/ vrienden ontmoeten] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,4 59,4 59,4 Ja ,6 40,6 100,0 100,0 64

65 [Ik leer graag nieuwe vaardigheden/ nieuwe sporten/ nieuwe trucjes] 4. Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om te sporten? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,4 55,4 55,4 Ja ,6 44,6 100,0 100,0 Met wie praten de kinderen over wat ze doen en meemaken op de wijkssportactivteiten? [Vader/moeder/broer/zus ] 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,2 42,2 42,2 Ja ,8 57,8 100,0 100,0 [Andere familieleden (oom/tante, neef/nicht)] 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,3 80,3 80,3 Ja 49 19,7 19,7 100,0 100,0 [Kinderen uit de buurt] 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,1 63,1 63,1 Ja 92 36,9 36,9 100,0 100,0 [Kinderen van school] 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,4 51,4 51,4 Ja ,6 48,6 100,0 100,0 65

66 [Gymleraar ] 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,6 87,6 87,6 Ja 31 12,4 12,4 100,0 100,0 Overige mensen waarmee ze praten over de wijksportactiviteiten die ze doen: [Andere] 5. Met wie praat je over de Sporttuin? Frequency Cumulative ,6 95,6 95,6 Broer 1,4,4 96,0 Iedereen 2,8,8 96,8 Juffrouw 1,4,4 97,2 Voetbal 3 1,2 1,2 98,4 vrienden/vriendinnen 4 1,6 1,6 100,0 100,0 Wat vertellen de kinderen aan anderen over de wijksportactiviteiten? Frequency 32? 2 aan mijn ouders wat ik heb gedaan en aan vrienden o ook tennis te komen doen 1 Aan mijn ouders wat ik heb gedaan en aan vrienden of die ook willen komen. 1 Alles wat ik gedaan heb. 1 Als ik het leuk heb gehad, vertel ik wat ik heb gedaan en als ik wat saais heb gedaan niet zo vaak Atletiek is een goede sport vel mensen ken je dan en je begint ook andere te kennen van een andere school 1 1 bijvoorbeeld hoe ik gescoord heb 1 Dansen 1 dat atletiek leuk is 1 Dat de sport die ik speel heel leuk vind 1 Dat de sportdag heel leuk is alleen die beach vind ik soms toch niet zo handig 1 dat er een johan cruyf in de buurt van mijn huis is 1 66

67 Dat er sport is en dat het leuk is en dan schrijf ik me in. 1 Dat het daar heel leuk en gezellig is. 1 dat het een leuke manier van sporten is 1 Dat het een leuke sporttuin is en je kan er val alles doen 1 Dat het er heel gezellig is. 1 Dat het er leuk is 1 DAT HET ER LEUK IS 1 Dat het erg leuk is. 1 Dat het heel leuk is 1 Dat het heel leuk is en zij ook kunnen gaan. 1 Dat het heel leuk is of dat ze ook moeten komen 1 dat het hier heel leuk is 1 Dat het hier heel leuk is. 1 dat het leuk en gezellig is 1 dat het leuk is 11 Dat het leuk is 5 Dat het leuk is of ze vandaag ook komen sporten 1 Dat het leuk is om daar te sporten en de sfeer. 1 Dat het leuk is om in het sporttuin te sporten 1 dat het leuk is om samen wat te gaan doen of een wedstrijdje 1 Dat het leuk is om te voetballen 1 Dat het leuk is. 3 dat het leuk was 1 Dat het leuk was 2 Dat ik daar heb gesport en dat het leuk was 1 Dat ik dan lekker druk kan zijn en beter met de adhd en odd om kan gaan 1 Dat ik het leuk vind 1 dat ik het leuk vind en wat ik wel sport 1 Dat ik het leuk vind om nog meer te voetballen 1 dat ik het leuk vind om te voetballen 1 dat ik het leuk vindt 1 Dat ik in de Sporttuin zit. En dan zeggen mijn vrienden leuke dingen der over. 1 Dat ik korfbal leuk vind. 1 dat ik leuk en wat ik wil sporten 1 Dat ik op tennis zit als je ook wil kan je komen 1 dat ik op tennis zit als je ook wilt kan je komen 1 Dat ik sporten leuk vind en op sommige dagen kan ik niet. 1 Dat ik wil sporten. 1 67

68 Dat je daar gratis kan sporten (kinderen in Schilderswijk) 1 Dat je in de sporttuin hele leuke sporten kan doen. En het ook echt super leuk is. 1 dat sporten leuk is 1 Dat wij bijvoorbeeld volgende week een toernooi hebben met handbal of volleybal (sport waar ik op zit) 1 Dat ze ook mee gaan. 1 Dat ze ook moeten komen, dat het leuk is. 1 De sporttuin is echt leuk. Dan maak ik soort van reclame en op woensdagmiddag vraag ik aan mijn vrienden. Vond jij volleybal leuk? 1 de sporttuin is wel goed om te sporten enzo 1 Geen 9 geen idee 1 gewoon wanneer we weer gaan spelen en westrijde moeten doen 1 Gewoon wat ze daar doen enzo. 1 gezellig en beweging 1 Gezellig het is 1 Gezellig, je leert er veel. 1 Goals, techniek 1 he neef je moet naar de haagse sporttuin komen daar kan je leuk sporten het is ook gratis 1 het heet bij ons do-it is dat hetzelfde? 1 Het is leuk ook sportief. 1 Het was heel leuk en ik heb nieuwe trucjes geleerd 1 het was kapot leuk of saai 1 Het was leuk 1 Het was leuk wat ik deed. 1 hoe alles gaat en 1 Hoe de dag was wat ik heb gedaan of wat nieuws heb geleerd 1 hoe de trainingen gingen 1 Hoe de wedstrijd is gegaan 1 Hoe goed ik ben en ruzies. 1 hoe het daar is en hoe het mij bevalt 1 Hoe het gegaan is. 1 Hoe het was 1 Hoe ik heb gescoord. Hoe we hebben gewonnen. 1 Hoe leuk de sporttuin isover wat ik doe bij de sporttuin 1 hoe leuk het is 3 Hoe leuk het is 4 Hoe leuk het is op voetbal 1 68

69 Hoe leuk het is. 2 Hoe leuk het was en is. 1 hoe leuk ik het vind 1 Hoe leuk ik het vindt 1 hoe leuk is 1 hoe leuk is het is om samen dingen te doen op het sportveldje 1 hoe leuk t is 1 Hoe lueuk het is 1 Hoe we het vinden.en wat we gaan doen. 1 Hoeeuk het js 1 Ik heb bij sport dit en dat geleerd en gedaan 1 Ik praat niet over de sporttuin 1 Ik vertel hoe leuk het daar is en hoe het daar gaat 1 Ik vertel wat ik allemaal doe en hoe de dag was. 1 ik vind bewegen leuk 2 Ik vind bewegen leuk. 2 ik vind het leuk 1 ik wil op sport 1 Ik zit op een turnvereniging 1 kan niet 1 Ken de sporttuin nog niet 1 kom je ook 1 Kom ook naar de sporttuin daar kan je leuke sporten doen 1 Leuk 2 leuk is 1 leuk is te doen 1 Niets 1 Niets 1 Niks 6 Niks 1 Nou dat ik ben afgevallen en geen overgewicht heb 1 Of het leuk was of dat het saai was. 1 Of ik er ook naar toe mag gaan. 1 Of ik mee kan doen. 1 Of ik op die sport mag mee doen aan wedstrijden of ik ook naar andere sporten mogen. 1 of we hebben gewonnen of verloren 1 Of we hebben gewonnen,en of ik heb gescoord 1 69

70 Of ze meegaan. 1 Over dat ik ben ingeschreven bij een sport of dat we naar een sport moeten gaan 1 over de sport 1 Over de sport die ik doe 1 over de wedstrijden 1 Over hoe het gaat. 1 over hoe leuk en leerzaam het dan is 1 Over hoe leuk het is en gezond en leerzaam. 1 over wat er gebeurd is 1 Over wat ik heb gedaan nou goed 1 Spelmiddagen zijn leuk 1 van alles 1 Van alles 2 van sporten word ik moe en ik ben al dun genoeg. ik weer 28 en mijn zusje 29 1 Vanalles 1 vind het leuk 1 Wanneer we gaan sporten en wat voor meester we hebben 1 wat er gebeurt is met sporten. 1 Wat ik allemaal gedaan heb en als ik trucjes heb geleerd laat ik dat ook zien. 1 Wat ik allemaal heb gedaan. 1 Wat ik daar allemaal doe en nog veel meer 1 wat ik doe en of ze ook komen 1 Wat ik er doe 1 Wat ik geleerd heb 1 wat ik heb gedaan 2 Wat ik heb gedaan bij de sporttuinen. 1 Wat ik heb gedaan bijvoorbeeld 1 Wat ik heb gedaan en dat ik het leuk vond. 1 wat ik heb gedaan. Wie er waren, dat het leuk was. 1 Wat ik heb geleerd met basketbal en tennis 1 Wat ik heb gespeeld en wat is mooi en wat is niet mooi. 1 Wat ik leuk vind 1 wat ik wil doen 1 Wat je leuk vindt en wat niet 1 wat voor sport ik daar gedaan heb 1 wat voor sport zij doen en of ze het leuk vinden 1 wat voor training we gedaan hebben 1 Wat we daar doen 1 70

71 wat we doen en wat ik leer en dat ik het het erg leuke vind 1 Wat we doen. 1 wat we gedaan hebben 1 Wat we gedaan hebben 1 wat we hebben gedaan 1 Wat we hebben gedaan 2 Wat we hebben gedaan. 1 Welke sport ik doe/hoelang en hoe ik het vind 1 Welke truuksik heb geleerd en hoe dat ongeveer gaat. 1 Wij hebben geen sporttuin? 1 X 1 Ze zit er op en ik zeg altijd tegen haar hoe was het. 1 zullen we samen naar meiden voetbal 1 Total 249 Wat vinden de kinderen van de wijksportactiviteiten? 6. Vind je het leuk om te sporten bij de sporttuin? Frequency Cumulative ja wat vind je leuk? ,7 84,2 84,2 gaat wel, wat zou leuker kunnen? nee, maar ik moet. Wat vind je niet leuk? 28 11,2 12,7 96,8 7 2,8 3,2 100,0 Total ,8 100,0 Missing System 28 11,2 Wat vinden kinderen er leuk of niet leuk aan om actief te zijn bij de wijksportactiviteiten? Frequency ? 2????? alles 4 71

72 Alles 4 Alles anders doe ik het niet 1 alles eigenlijk 1 alles over sporttuin 1 alles wat bij de sporttuin hoort 1 Alles, want je beweegt veel. 1 alles. vooral balsporten 1 Als we er een zou hebben 1 Bekenden uit de buurt 1 bewegen 1 bewegen en met elkaar om gaan op een leuke manier 1 Breder aanbod 1 Dansen 1 dat de lessen leuk is 1 Dat de meesters soms heel hard schreeuwen en dat vind ik niet leuk 1 dat er geen sporttuin in mijn buurt is ik woon in Amersfoort-Vathorst 1 dat er heel veel kinderen zijn 1 Dat er veel verschillende dingen worden gedaan 1 dat ik gezond bezig. En ik doe het ook voor mijn lol. 1 Dat ook andere jongeren ook mee doen. 1 De breedte als het smal is zit je op elkaars lip en dat is niet fijn 1 De kinderen & leraren 1 de meesters en de zandveld 1 De sporten zijn super leuk 1 De technieken en je kan meer bewegen 1 druk 1 een klein beetje want ik wil ook gewoon ergens naar toe met mijn familie 1 Een wc, een winkeltje waar je iets lekkers kan kopen 1 Eigenlijk van alles maar als ik moest kiezen uit drie dan voetbal en volleybal, dansen 1 Er is een beachvolleybal en dat vind ik erg leuk 1 Er is vaak weer een andere sport te proberen 1 Erg leuk 1 Gaat wel 1 Gaat wel sommige leraren worden snel boos en soms zijn de voetbalteams oneerlijk. 1 geen 14 Geen antwoord 1 geen idee 1 GEWOON GEZELLIG MET JE VRIENDEN, LEKKER BEZIG 1 72

73 gewoon het sporten en spelen 1 gewoon lekker bewegen 1 gezellig 1 Gezellig en leuk met andere kinderen 1 gezellig met andr kinderen 1 gezellig samen 1 gezellih 1 Gg 1 Groter 1 Handbal 1 het is altijd gezellig 1 Het is altijd gezellig 1 Het is altijd hetzelfde. Er zijn gemene kinderen van het startpunt. Er gebeurt niks tegen pesterijen. 1 Het is heel leuk 1 Het is leuk 1 Het is leuk omdat het gezond is en je krijgt nieuwe vrienden. 1 het is vaak op woensdagmioddag maar dan moet ik ook trainen voor de volley dus kan ik vaak niet mee doen dat is jammer 1 Het si geen sportwinkel, maar een sportvereniging 1 het sporten 1 het turnen en de meisjes 1 Het wachten 1 Hier staat geen vraag bij 1 ik ben nog nooit bij de sporttuin geweest 1 ik hou van voetbal 1 Ik hou van voetbal 1 ik houd van sporten 1 Ik sport daar niet 1 ik sport er niet 1 Ik sport niet bij de sporttuin 1 Ik sport niet in een Sporttuin, maar ik zit gewoon op Judo 1 ik vind alles leuk 1 ik vind alles leuk. 1 Ik vind de meesters aardig maar soms ook saai. 1 Ik vind de sport best leuk alleen irriteer ik me soms aan de kinderen 1 Ik vind het aller leukste om in de sporttuin te sporten aardige meesters en juffen en veel ruimte veel materialen 1 Ik vind het heel erg dom en ik ga dus ook niet meer het is zo saai 1 73

74 Ik vind het heel leuk om te sporten omdat ik met me vrienden gezellig speel 1 ik vind het leuk en dan kan ik mijn conditie verhogen 2 ik vind het leuk en soms spelletjes. ik kan niet spelen. ik vind hoogspringen, fietsen en skateboarden niet leuk. 1 ik vind het leuk om te sporten 1 Ik vind het leuk omdat de meesters lief zijn en ze hebben veel activiteiten. 1 ik vind het leuk omdat je er veel oefeningen hebt. 1 Ik vind het leuk want je leert snel 1 ik vind voetbal leuk. Soms gaat het goed. Ze zijn soms streng 1 ik weet niet wat ik hier moed schrijven 1 is gezellig met z'n allen 1 ja 1 Ja heel leuk eigenlijk. Soms vind ik de ruzies niet leuk maar dan is het weer opgelost. 1 ja iets beter 1 ja ik vind het helemaal goed 1 Ja ik word er lekker sportief van 1 Ja omdat er goeie en leuke sporten zijn 1 Ja want er zitten ook echt leuke sporten tussen. 1 Ja, heel leuk. 1 Ja, het sporten. 1 Ja, sporten. 1 Je leert nieuwe trucjes van een andere trainer 1 Je ontmoet andere kinderen. 1 lekker bewegen 1 Lekker bewegen 1 Lekker bezig met vriendinnen 1 lekker bezig zijn 2 lekker buiten sporten 1 Lekker buiten zijn 1 lekker met vriendjes sporten 1 Lekker voetballen 1 leuk 1 Leuk 1 leuk gezond 1 leuk met andere kinderen 1 leuke dingen doen 1 leuke sporten 1 leuker 1 74

75 meer 1 Meer bekend worden 1 meer leiding aanwezig 1 Meer vriendjes 1 met andere jongens lekker bewegen en spelen 1 Met andere kids 1 met andere kindere spelen 1 met anderen spelen 1 met je vrienden spelen 1 moves 1 N.v.t 1 niet echt, doen altijd dezelfde dingen 1 Nieuwe dingen leren. Kijken of ik op die sport wil. 1 niks 1 NIKS 1 Nou de sporttuin is leuk maar de sporten zijn steeds hetzelfde. ik wil nieuwe sporten. 1 Nou met z'n allen gezellige dingen doen. 1 nvt 1 Om met mijn vriendinnen te sporten. 1 Om te sporten en aan je conditie te werken bijvoorbeeld je wilt afvallen, dan kan je lekker gaan sporten 1 Om te sporten en ik vind handbal heel leuk 1 om te voetballen 1 Omdat het leuk vind. Nou goed? 1 omdat je kan leren samenwerken met andere kinderen uit de buurt. 1 samen een wedstrijd spelen 1 Samen me kinderen spelen sporten want doordat ik druk ben op school heb ik weinig vrienden maar door sport kan ik lekker bewegen en moe worden 1 samen spelen 1 samen sporten met vrienden 1 Samen trainen en wedstrijden spelen. 1 samen voetballen 1 Sommige leraren zijn een beetje streng. 1 spelen met kinderen 1 Sporten 2 Sporten is gezond en leuk om te doen 1 Sporten is leuk de sport wat ik doe mensen leren kennen 1 sportief bezig zijn, samen gezellig bezig zijn, dingen leren, conditie verbeteren 1 Tuurlijk, vind ik het leuk want ik hou ook van sporten. 1 75

76 veel verschillende sporten kan ik doen, dat vind ik leuk 1 veel vriendinnen 1 Verschillende sporten proberen. 1 vind heel leuk 1 Vind het wel oke de kinderen zijn aardig 1 voetbal 1 Voetbal 3 Voetbal en turnen. 1 Voetbal, soms streng, lange warming up. 1 voetballen 2 Voetballen met Meester Hassan. 1 voetballen op het zand 1 Voetballen op het zand. 1 voetballen vind ik leuk 1 volleybal en atletiek 1 Vrienden 1 Want ze zijn daar heel vriendelijk 1 wat is de vraag 1 Wat moet hier ingevuld worden? 1 Wedstrijden 1 weet ik niet 1 weet niet 1 Weet niet 2 Winnen 1 x 1 Xxxxx 1 zwemmen in een team 1 Total 249 Hoever is het naar de wijksportactiviteiten? 7. Hoeveel minuten doe jij er over om in de Sporttuin (bij de wijkssportactiviteiten) te komen? Frequency Cumulative ,4 9,1 9, ,0 2,2 11, ,2 7,8 19, ,8 7,4 26, ,4 2,6 29,1 76

77 ,5 33,0 62, ,2 1,3 63, ,2 1,3 64,8 8 2,8,9 65, ,9 18,3 83,9 11 1,4,4 84,3 12 2,8,9 85, ,2 10,0 95, ,6 1,7 97, ,2 1,3 98, ,6 1,7 100,0 Total ,4 100,0 Missing System 19 7,6 Wat vinden de kinderen van de reistijd tot de wijksportactiviteiten? Wat vind je van deze reistijd? Frequency Cumulative Het is wel oke zo ,6 68,3 68,3 Het is niet te lang maar ook niet te kort 19 7,6 8,6 76,9 Het is eigenlijk te lang 15 6,0 6,8 83,7 Reistijd maakt voor mij helemaal niets uit Afstand is goed, maar de route is niet prettig, 33 13,3 14,9 98,6 3 1,2 1,4 100,0 Total ,8 100,0 Missing System 28 11,2 Wat zouden de kinderen eventueel willen veranderen aan de route naar de wijksportactiviteiten? wat zou je veranderen aan de route naar de Sporttuin Frequency Cumulative ,8 98,8 98,8 Ik woon 1,4,4 99,2 niks 1,4,4 99,6 77

78 veiliger 1,4,4 100,0 100,0 Kennen de kinderen elkaar al, alleen van de wijksportactiviteiten of kennen ze elkaar ook van andere activiteiten? [Ik ken ze uit de Sporttuin] 9. Waar ken je de kinderen uit de Sporttuin van? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,2 58,2 58,2 Ja ,8 41,8 100,0 100,0 [Ik ken ze van mijn eigen school] 9. Waar ken je de kinderen uit de Sporttuin van? Frequency Cumulative Niet geselecteerd 83 33,3 33,3 33,3 Ja ,7 66,7 100,0 100,0 [Ik ken ze uit de buurt] 9. Waar ken je de kinderen uit de Sporttuin van? Frequency Cumulative Niet geselecteerd ,8 53,8 53,8 Ja ,2 46,2 100,0 100,0 [Andere] 9. Waar ken je de kinderen uit de Sporttuin van? Frequency Cumulative ,6 93,6 93,6-2,8,8 94,4 buurthuis 1,4,4 94,8 Honkplein 1,4,4 95,2 leer ze daar kennen 1,4,4 95,6 mijn 1,4,4 96,0 niet 1,4,4 96,4 ontmoet in de sport 1,4,4 96,8 plein 1,4,4 97,2 78

79 Plein 2,8,8 98,0 Plein op school 1,4,4 98,4 school 1,4,4 98,8 School 1,4,4 99,2 winkel 1,4,4 99,6 x 1,4,4 100,0 100,0 Hoe ervaren de kinderen het samen sporten/spelen met andere kinderen in de wijksportactiviteiten? [Ik vind het leuk. Wat vind je het leukste?] 10. Wat vind je van het contact met de andere kinderen? Frequency Cumulative 33 13,3 13,3 13,3? 3 1,2 1,2 14,5 / 1,4,4 14,9 alles 4 1,6 1,6 16,5 Als we samen sporten 1,4,4 16,9 ander tegenstanders 1,4,4 17,3 andere kinderen leren kennen 1,4,4 17,7 anderer kinderen dan school 1,4,4 18,1 atletiek 1,4,4 18,5 bekenden en nieuwe 1,4,4 18,9 bewegen 1,4,4 19,3 contact 1,4,4 19,7 contact hebben 1,4,4 20,1 culturen 1,4,4 20,5 Culturen 1,4,4 20,9 dan ken ik tenminste kinderen 1,4,4 21,3 dansen 3 1,2 1,2 22,5 Dansen 1,4,4 22,9 dat ik meer vrienden heb 1,4,4 23,3 Dat ik met me vriendinnen om kan gaan 1,4,4 23,7 dat ik wat leer 1,4,4 24,1 dat ik ze al ken. 1,4,4 24,5 79

80 dat ik ze vaak zie 1,4,4 24,9 dat je gezellig kunt kletsen 1,4,4 25,3 dat je niet alleen bent 1,4,4 25,7 dat je samen kunt spelen 1,4,4 26,1 Dat je samen speelt 1,4,4 26,5 dat we allemaal met elkaar sporten 1,4,4 26,9 Dat we met elkaar spelen 1,4,4 27,3 dat we samenwerken 1,4,4 27,7 dat ze aardig zijn 1,4,4 28,1 dat ze hun best doen 1,4,4 28,5 dat ze mijn leuker zien 1,4,4 28,9 dat ze niet vervelend doen 1,4,4 29,3 dat ze ook mijn vrienden zijn 1,4,4 29,7 dat ze vriendelijk zijn 1,4,4 30,1 dat ze vrienden zijn 1,4,4 30,5 de gezelligheid 1,4,4 30,9 De gezelligheid 3 1,2 1,2 32,1 de samenwerking 1,4,4 32,5 dingen doen 1,4,4 32,9 er zijn veel sporten om te doen 1,4,4 33,3 er zijn veel sporten te doen 1,4,4 33,7 gaat wel 1,4,4 34,1 geen 8 3,2 3,2 37,3 Gewoon 1,4,4 37,8 gezellg 1,4,4 38,2 gezellig 6 2,4 2,4 40,6 Gezellig 4 1,6 1,6 42,2 gezellig kletsen 1,4,4 42,6 gezellig met vriendinnen 1,4,4 43,0 Gezellig omgaan met elkaar. 1,4,4 43,4 gezellig onderling 1,4,4 43,8 gezellig. 1,4,4 44,2 gezelligheid 3 1,2 1,2 45,4 Gezelligheid 1,4,4 45,8 gezelligheid/samenspel 1,4,4 46,2 gezillijg 1,4,4 46,6 80

81 Gg 1,4,4 47,0 goed 3 1,2 1,2 48,2 Grapjes maken 1,4,4 48,6 Grappen maken en gezelligheid 1,4,4 49,0 het is gezellig 1,4,4 49,4 het is gezzelig 1,4,4 49,8 het spelen 1,4,4 50,2 het turnen 1,4,4 50,6 iedereen is aardig 1,4,4 51,0 Iedereen is aardig 1,4,4 51,4 Je kan met ze lachen 1,4,4 51,8 je kan nieuwe kinderen leren kennen je kan nieuwe vrienden maken 1,4,4 52,2 1,4,4 52,6 je krijgt meer vrienden 1,4,4 53,0 Je sport ook met je klasgenoten 1,4,4 53,4 kan komen wanneer ik wil 1,4,4 53,8 ken ze niet 1,4,4 54,2 Korfbal 1,4,4 54,6 krijg je meer vrienden 1,4,4 55,0 lachen 2,8,8 55,8 Lachen 1,4,4 56,2 lekker bezig zijn 1,4,4 56,6 lekker kletsen 1,4,4 57,0 LEKKER KLETSEN EN VOETBALLEN 1,4,4 57,4 leuk 4 1,6 1,6 59,0 leuke vrienden 1,4,4 59,4 meer vriendinnen 1,4,4 59,8 met elkaar 1,4,4 60,2 met elkaar kletsen 1,4,4 60,6 Met mijn vrienden spelen is altijd leuk. 1,4,4 61,0 met vrienden te sporten 1,4,4 61,4 Met vriendens sporten 1,4,4 61,8 n v t 1,4,4 62,2 81

82 Nieuwe mensen leren kennen 1,4,4 62,7 nieuwe vriedinnen 1,4,4 63,1 Nieuwe vrienden 1,4,4 63,5 niks 2,8,8 64,3 Om nieuwe vrienden te maken. 1,4,4 64,7 om samen te leren 1,4,4 65,1 om samen te voetballen 1,4,4 65,5 om te gaan voetballen 1,4,4 65,9 om te praten 1,4,4 66,3 Om te spelen en praten 1,4,4 66,7 Ontmoeten 1,4,4 67,1 ontmoeten van vrienden 1,4,4 67,5 praten 1,4,4 67,9 Praten 2,8,8 68,7 samen 1,4,4 69,1 samen bezig zijn 1,4,4 69,5 Samen bezig zijn en voetballen 1,4,4 69,9 samen buiten spelen 1,4,4 70,3 samen met nieuwe kinderen sporten 1,4,4 70,7 samen speelen 1,4,4 71,1 samen spelen 5 2,0 2,0 73,1 Samen spelen 1,4,4 73,5 samen spelen en sporten 1,4,4 73,9 Samen spelen. 1,4,4 74,3 samen sporten 2,8,8 75,1 Samen sporten 1,4,4 75,5 samen sporten. 1,4,4 75,9 samen sporten/voetballen 1,4,4 76,3 Samen zijn 1,4,4 76,7 spelen 7 2,8 2,8 79,5 Spelen 5 2,0 2,0 81,5 spelen sporten 1,4,4 81,9 spellen, spullen alles 1,4,4 82,3 sport 1,4,4 82,7 sporten 2,8,8 83,5 82

83 Tricks 1,4,4 83,9 Turnen 1,4,4 84,3 Uitwisseling 1,4,4 84,7 veel verschillende kindeeren 1,4,4 85,1 vind ik altijd gezellig 1,4,4 85,5 voetbal 6 2,4 2,4 88,0 Voetbal 3 1,2 1,2 89,2 voetbal spelen 4 1,6 1,6 90,8 Voetbal spelen 2,8,8 91,6 voetballen 2,8,8 92,4 voetballen met andere 1,4,4 92,8 volleybal 2,8,8 93,6 vriendin 1,4,4 94,0 vriendjes 1,4,4 94,4 vriendjes maken 1,4,4 94,8 we hebben veel lol 1,4,4 95,2 We maken veel grapjes 1,4,4 95,6 We spelen met elkaar 1,4,4 96,0 Weet ik niet 1,4,4 96,4 x 2,8,8 97,2 ze doen aardig 1,4,4 97,6 Ze doen aardig 1,4,4 98,0 ze doen onaardig 1,4,4 98,4 ze zijn aardig 1,4,4 98,8 Ze zijn aardig 2,8,8 99,6 Ze zijn hulpzaam 1,4,4 100,0 100,0 [Ik vind het minder leuk. Wat vind je het minst leuk?] 10. Wat vind je van het contact met de andere kinderen? Frequency Cumulative 41 16,5 16,5 16,5-3 1,2 1,2 17,7? 4 1,6 1,6 19,3... 1,4,4 19,7 / 10 4,0 4,0 23,7 \ 1,4,4 24,1 alleen maar meisjes 1,4,4 24,5 83

84 alles is leuk 3 1,2 1,2 25,7 Alles is leuk 1,4,4 26,1 als anderen niet gaan 1,4,4 26,5 als de leraar ziek is 1,4,4 26,9 als er gepest wordt 1,4,4 27,3 als er gepest wordt. 1,4,4 27,7 als er oudere kinderen zijn die gaan plagen 1,4,4 28,1 als er teveel grote jongens 1,4,4 28,5 als het liet lukt en ze laggen me uit 1,4,4 28,9 als het slecht weer is 1,4,4 29,3 Als iemand irritant doet. 1,4,4 29,7 Als iemand ruzie maakt 1,4,4 30,1 als je te kort speelt bijv. 2 minuten 1,4,4 30,5 als we ruzie krijgen 1,4,4 30,9 Als ze gemeen zijn. 1,4,4 31,3 basketbal 1,4,4 31,7 Dat er ook veel kleine kinderen zijn. dat ik om half 6 thuis moet zijn om te eten dat ik ook door regen moet fietse Dat ik soms moe ben van school 1,4,4 32,1 1,4,4 32,5 1,4,4 32,9 1,4,4 33,3 Dat ik soms verlies 1,4,4 33,7 dat ik ze maar één keer per zie Dat ze irritant zijn, de kinderen van het Startpunt. 1,4,4 34,1 1,4,4 34,5 dat ze stoer doen 1,4,4 34,9 druk 1,4,4 35,3 Drukke kinderen 1,4,4 35,7 geen 14 5,6 5,6 41,4 geld niet voor mij 1,4,4 41,8 gevechten 1,4,4 42,2 hard trainen 1,4,4 42,6 84

85 het opruimen 1,4,4 43,0 Het plagen 1,4,4 43,4 hockey 1,4,4 43,8 Hockey 1,4,4 44,2 ik vind het wel leuk 1,4,4 44,6 irritant doen 2,8,8 45,4 kan ik niet opnoemen 1,4,4 45,8 ken ze niet 1,4,4 46,2 klieren 1,4,4 46,6 leuk 1,4,4 47,0 n v t 1,4,4 47,4 n.v.t. 1,4,4 47,8 niet 2,8,8 48,6 Niet 1,4,4 49,0 niet aardig doen tegen andere 1,4,4 49,4 Niet iedereen even aardig 1,4,4 49,8 niets 13 5,2 5,2 55,0 Niets 4 1,6 1,6 56,6 niets. 1,4,4 57,0 niets. Het is altijd leuk om met andere te sporten of te spelen. 1,4,4 57,4 niks 35 14,1 14,1 71,5 Niks 10 4,0 4,0 75,5 niks vind alles leuk 1,4,4 75,9 nvt 1,4,4 76,3 om te lopen 1,4,4 76,7 omdat ik heb dan gelijk ruzie want als iemand te dichtbij me kom 1,4,4 77,1 onsportief 1,4,4 77,5 ook als het regent 1,4,4 77,9 Opscheppers 1,4,4 78,3 pesten 2,8,8 79,1 Pesterij 1,4,4 79,5 regen 2,8,8 80,3 rennen of voetbal 1,4,4 80,7 ruzie 7 2,8 2,8 83,5 85

86 Ruzie 3 1,2 1,2 84,7 slecht weer 1,4,4 85,1 sommige dingen 1,4,4 85,5 SOMMIGE VIND IK NIET ZO AARDIG 1,4,4 85,9 soms deden ze irritant 1,4,4 86,3 soms druk 1,4,4 86,7 soms is er niemend 1,4,4 87,1 soms oneens 1,4,4 87,6 soms ruzie 2,8,8 88,4 soms ruzieen ze. 1,4,4 88,8 soms vind ik ze niet aardig 1,4,4 89,2 soms zijn kinderen flauw 1,4,4 89,6 soms zijn ze niet zo aardig 1,4,4 90,0 steeds andewre kinderen 1,4,4 90,4 stom 1,4,4 90,8 stomme kinderen/plagen/verliezen 1,4,4 91,2 turnen 1,4,4 91,6 Uitscheld 1,4,4 92,0 vaak hetzelfde 1,4,4 92,4 verliezen 1,4,4 92,8 verplicht 1,4,4 93,2 vervelende jongens 1,4,4 93,6 voetbal 1,4,4 94,0 Voetbal 1,4,4 94,4 Volleybal 2,8,8 95,2 Vv 1,4,4 95,6 Wachten 1,4,4 96,0 want ik ben lang dat ze me gaan slaan 1,4,4 96,4 weet ik niet 1,4,4 96,8 weet ik niet 2,8,8 97,6 Weet ik niet 1,4,4 98,0 x 2,8,8 98,8 ze pesten 1,4,4 99,2 Ze pesten vaak 1,4,4 99,6 ze zijn te groot 1,4,4 100,0 100,0 86

87 Zouden de kinderen naast de wijkssportactiviteiten sport willen beoefenen bij een vereniging/ club? 11. Zou je sport willen beoefenen bij een vereniging / club? Frequency Cumulative Nee, dat wil ik niet ,5 21,5 21,5 Nee, want ik ben al lid bij een vereniging Ja, dat wil ik wel, als lid van een sportvereniging Ja, dat wil ik wel bij de Sporttuin 60 24,1 28,0 49, ,3 29,4 79, ,6 13,6 92,5 Ja, via school 16 6,4 7,5 100,0 Total ,9 100,0 Missing System 35 14,1 Slotvraag: Heb je nog andere opmerkingen over de vragenlijst of doe je nog aan andere sportactiviteiten mee? Heb je nog andere opmerkingen over deze vragenlijst of doe je nog aan andere sportactiviteiten die je nog niet genoemd hebt? (en waar doe je die dan.) Frequency Cumulative ,9 67,9 67,9-3 1,2 1,2 69,1? 1,4,4 69,5 Bomen klimmen 1,4,4 69,9 er hadden wat meer ook vragen in gemogen over sportverenigingen 1,4,4 70,3 Geen 19 7,6 7,6 77,9 Geen 1,4,4 78,3 ik kan niets bedenken 1,4,4 78,7 Ik voetbal al via een sportclub. ja ik heb het ingevuld maar ken geen sporttuin bij ons in brabant wel do-it dus heb ik de vragen daar voor beantwoord hopelijk is dat goed? 1,4,4 79,1 1,4,4 79,5 87

88 Jazzballet sporthal 1,4,4 79,9 Kruist bij vraag 11:- Ja, dat wil ik wel, als lid van een sportvereniging. en- Ja, dat wil ik wel bij de Sporttuinbeide antwoorden aan. Meisje geeft aan niet aan de sporttuin te doen. met andere kinderen op een veldje 1,4,4 80,3 1,4,4 80,7 1,4,4 81,1 minder leuk met regen 1,4,4 81,5 Nee 21 8,4 8,4 90,0 Nee 12 4,8 4,8 94,8 NEE 1,4,4 95,2 nee hoor 1,4,4 95,6 Nee, geen ander opmerkingen Nee, geen andere opmerkingen 1,4,4 96,0 1,4,4 96,4 nee. 1,4,4 96,8 Nee. 1,4,4 97,2 Nee. Weet niks meer 1,4,4 97,6 nein, das habe ich nicht 1,4,4 98,0 Niks 1,4,4 98,4 Nvt 1,4,4 98,8 Sporttuin is bij ons meer een asfalt veldje basketbal en voetbal maar een echte sporttuin of cruyfcourt zou geweldig zijn wat voor sportwedstrijd onze school ook doet, ik doe dan ook altijd mee 1,4,4 99,2 1,4,4 99,6 X 1,4,4 100,0 100,0 88

89 Bijlage 3; Interview Sebastiaan Nederhoed en George van Hurck 89

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Lees het volledige stappenplan voor alle informatie en tips over het monitoren en evalueren van het beleid rondom de inzet van buurtsportcoaches of raadpleeg

Nadere informatie

Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) Auteur: Lysbeth de Vries, met medewerking van VSG en NOC*NSF. NISB/2012/62.

Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) Auteur: Lysbeth de Vries, met medewerking van VSG en NOC*NSF. NISB/2012/62. Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) Auteur: Lysbeth de Vries, met medewerking van VSG en NOC*NSF NISB/2012/62.736/TRN/itd Ede, april 2012 Dit document heeft 11 pagina s Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches Caroline van Lindert Ine Pulles Nationale Kennisdag Sport en Gemeenten 29 januari 2015 Mulier Instituut, Utrecht Agenda Doelstellingen

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 3 Sport in de samenleving Bij deze opgave horen de teksten 7 en 8, tabel 4 en figuur 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Sport en bewegen nemen in de Nederlandse samenleving een belangrijke plaats

Nadere informatie

Sport en bewegen in de opvang

Sport en bewegen in de opvang Sport en bewegen in de opvang Eindrapportage van drie jaar onderzoek Rianne Verwijs Niels Hermens Inhoud Voorwoord De opvang in beweging 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 2 Sport en Bewegen bij de instellingen

Nadere informatie

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte 1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte Bevolking Doesburg De gemeente Doesburg heeft 11.437 inwoners. 30-39: 1129 Daarvan is 39% tussen de 40 64 jaar ( 4455) en 21% boven de 65 jaar ( (Bron: CBS 2014).

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

CHESS Het stappenplan

CHESS Het stappenplan CHESS Het stappenplan In 7 stappen naar betere jeugdsportplannen 1. Wat willen we verbeteren? De probleemanalyse 1.1 Welk probleem willen we aanpakken? 1.2. Voor wie is het een 1.3 Welke gevolgen heeft

Nadere informatie

* Medegefinancierd door het Ministerie van OCW 5

* Medegefinancierd door het Ministerie van OCW 5 Inleiding 3 Buurtsportcoaches 4 Procedure 4 Stimulerende rol 5 Effectief accommodatiegebruik 5 De Sportimpuls 6 Lokale sport- en beweegaanbieders 6 Lokale aanpak en samenwerking 7 Omvang van de subsidie

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

It s time for us to do something about the health of our nation

It s time for us to do something about the health of our nation It s time for us to do something about the health of our nation april 2013 Aanleiding We maken ons zorgen over de verslechterende gezondheid van onze jeugd Percentage overgewicht jongeren blijft stijgen

Nadere informatie

* Medegefinancierd door het Ministerie van OCW

* Medegefinancierd door het Ministerie van OCW Inleiding 3 Buurtsportcoaches 4 Procedure 4 Stimulerende rol 5 Effectief accommodatiegebruik 5 De Sportimpuls 6 Lokale sport- en beweegaanbieders 6 Lokale aanpak en samenwerking 6 Procedure en omvang van

Nadere informatie

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest Lees het volledige stappenplan voor alle informatie en tips over het monitoren en evalueren van het beleid rondom de inzet van buurtsportcoaches of raadpleeg

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie van sport(stimulering)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach

Monitoring en evaluatie van sport(stimulering)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach Monitoring en evaluatie van sport(stimulering)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach Monitoring en evaluatie van sport(stimulerings)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach Liesbeth Preller

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland. Werkplan: Startnotitie primair onderwijs

Jeugdmonitor Zeeland. Werkplan: Startnotitie primair onderwijs Jeugdmonitor Zeeland Werkplan: Startnotitie primair onderwijs 2014 1 VOORWOORD JEUGDMONITOR ZEELAND De Jeugdmonitor Zeeland biedt beleidsmakers voor de Zeeuwse jeugd de mogelijkheid om statistische en

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4.

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4. Samenvatting In 2012 zijn door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport buurtsportcoaches (BSC es) geïntroduceerd. Deze BSC es hebben als doel mensen te stimuleren meer te gaan bewegen. Deze

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Linda Ooms (Mulier Instituut) Wikke van Stam (Mulier Instituut) Liesbeth Preller (Kenniscentrum Sport) Anneke Hiemstra (Kenniscentrum Sport) Maart/april 2019

Nadere informatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Toen het project 2030 werd gestart, is aan de gemeenteraad toegezegd dat na vier afgeronde en het project geëvalueerd zou worden. In april heeft het projectteam 2030 een

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging)

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging) Jongerenparticipatie in en door de sport Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging) Nota Jongerenparticipatie in en door de sport Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 234 Toekomstig sportbeleid Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Uitbreiding deelname Programma Sport en Bewegen in de Buurt

Uitbreiding deelname Programma Sport en Bewegen in de Buurt gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Portefeuillehouder drs. M.J. Bezuijen Collegevergadering 4 december 2012 Inlichtingen Maurits van Tubergen Lotgering (023 5676632 ) Registratienummer 2012.0068182

Nadere informatie

Impuls brede scholen, sport en cultuur

Impuls brede scholen, sport en cultuur Impuls brede scholen, sport en cultuur Sport Koepel Edam Volendam, combineert de hele dag! Sport Koepel is de organisatie voor Edamse en Volendamse sportverenigingen, scholen, sportieve Edammers en Volendammers

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Integraal (sport) beleid. Lerende Netwerken 18 april Zaanstad

Integraal (sport) beleid. Lerende Netwerken 18 april Zaanstad Integraal (sport) beleid Lerende Netwerken 18 april Zaanstad Gemeente Katwijk Aanleiding sportnota Visie op sport en bewegen Integrale en interactief benadering Proces Sportnota Realisering combinatiefuncties

Nadere informatie

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland Juni 2016 Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland 1. Algemeen Tot op heden bestaat de gemeentelijke aandacht voor sport hoofdzakelijk uit het zorg dragen voor instandhouding van accommodaties. Tevens is

Nadere informatie

Zet u straks ook een combinaris in?

Zet u straks ook een combinaris in? Zet u straks ook een combinaris in? Visiedocument Combinatiefuncties in provincie Groningen juni 2008 Huis voor de Sport Groningen Visiedocument Combinatiefuncties in provincie Groningen Inhoudsopgave

Nadere informatie

EFQM model theoretisch kader

EFQM model theoretisch kader EFQM model theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. EFQM model EFQM staat voor European Foundation for Quality Management. Deze instelling is in 1988 door een aantal

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Liesbeth Preller (Kenniscentrum Sport) Anneke Hiemstra (Kenniscentrum Sport) Maart/april 2019 Mulier Instituut Inhoud workshop Inrichting proces Doelstellingen

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Over monitoren: trends, determinanten en effecten. Jos de Haan Sociaal en Cultureel Planbureau Erasmus Universiteit Rotterdam

Over monitoren: trends, determinanten en effecten. Jos de Haan Sociaal en Cultureel Planbureau  Erasmus Universiteit Rotterdam Over monitoren: trends, determinanten en effecten Jos de Haan Sociaal en Cultureel Planbureau www.scp.nl Erasmus Universiteit Rotterdam 23-11-2009 SCP en Monitoring SCP: ruime traditie in het beschrijven

Nadere informatie

De brug tussen zorg, sport en bewegen. Hans Arends Donderdag 21 september 2012

De brug tussen zorg, sport en bewegen. Hans Arends Donderdag 21 september 2012 De brug tussen zorg, sport en bewegen Hans Arends Donderdag 21 september 2012 Samenwerking tussen sport en zorg in de Sportimpuls Big Move, Start2run, Bewegen op Recept en BeweegKuur zijn goede voorbeelden

Nadere informatie

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief logoocw Geadresseerde Den Haag Ons kenmerk PO/ZO/2007/30206 Onderwerp koersbrief Samenvatting Vanaf volgend jaar wil het kabinet het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur bundelen en

Nadere informatie

Werkbladen voor het monitoren en

Werkbladen voor het monitoren en Werkbladen voor het monitoren en evalueren van de inzet van buurtsportcoaches Bijlagedocument bij: Stappenplan voor het monitoren en evalueren van de inzet van buurtsportcoaches Wikke van Stam Anouk Brandsema

Nadere informatie

Meer halen uit sportevenementen

Meer halen uit sportevenementen Checklist maatschappelijke spin-off sportevenementen Deze checklist is bedoeld voor mensen die beleidsmatig en/of coördinerend betrokken zijn bij sportevenementen. Het is een praktisch instrument om meer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 98

Nadere informatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Hoe maak ik een jeugdenquête Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wanneer een enquête 4 Hoofdstuk 2 Hoe maak ik een enquête 5 Hoofdstuk 3 Plan van aanpak

Nadere informatie

BAOZW/U Lbr.12/006

BAOZW/U Lbr.12/006 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Bestuurlijke Afspraken Sport en Bewegen in de Buurt Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk BAOZW/U201102333 Lbr.12/006

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad n.v.t. W.F. Mulckhuijse (SP), R. Pet (GroenLinks), K.G. van Rijn (PvdA), K. Jongejan (VVD) In te vullen door Raadsgriffie Portefeuillehouder nvt nvt RV-nummer: RV-68/2008

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 1. Inleiding De projectgroep Combifuncties Onderwijs wil in de periode

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn De toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn bevat vier praktische instrumenten om samen met cliënten te werken aan verbetering of vernieuwing van diensten

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie

Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie Karsten Klein Rabin Baldewsingh Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag De

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Sport en bewegen binnen het Sociaal Domein Breng beweging in de drie D s!

Sport en bewegen binnen het Sociaal Domein Breng beweging in de drie D s! ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden Sport en bewegen binnen het Sociaal Domein Breng beweging in de drie D s! De drie D s Drie transities in het sociale domein:

Nadere informatie

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga april 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar Korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van credit management juni 2014 Tussentijdse meting Trendmeter 14 B16475 / juni

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Twentse kiezer is meer bezorgd over werkgelegenheid en is bezuinigen op sociale zekerheid

Twentse kiezer is meer bezorgd over werkgelegenheid en is bezuinigen op sociale zekerheid Twentse kiezer is meer bezorgd over werkgelegenheid en is bezuinigen op sociale zekerheid beu 14 maart 2014 Twentse kiezers zijn vergeleken met het landelijk beeld vaker bezorgd over de werkgelegenheidsontwikkeling

Nadere informatie

VanAnaarBeter Praatpalen (S12)

VanAnaarBeter Praatpalen (S12) Managementsamenvatting campagne-effectonderzoek Managementsamenvatting (1/3) Inleiding Jarenlang waren praatpalen langs de snelweg de manier om hulpdiensten te bereiken bij pech onderweg. Tegenwoordig

Nadere informatie

Gemeente Den Haag Kinderen doen mee!

Gemeente Den Haag Kinderen doen mee! Kinderen doen mee! Ilona Ligtvoet, gemeente Den Haag DSZW Richard van der Zand, ministerie van SZW 1 Achtergrond Kinderen moeten gelijke kansen krijgen om hun talenten te ontplooien, ongeacht het inkomen

Nadere informatie

Evaluatie Stimulans

Evaluatie Stimulans Evaluatie Stimulans 2009-2010 Actis Advies drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 11 juni 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Uitkomsten 4 2.1 Activiteiten Stimulans scholen 4 2.2 Tevredenheid ten aanzien van

Nadere informatie

Sportimpuls. Brengt gezond leven dichterbij

Sportimpuls. Brengt gezond leven dichterbij Brengt gezond leven dichterbij Doel Een meer duurzame sport- en beweegdeelname realiseren Verhogen sportparticipatie (+10%) gericht op mensen die niet of nauwelijks sporten en bewegen of dreigen uit te

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

De Impuls van een combinatiefunctionaris, 2-meting. Anneke von Heijden Janine van Kalmthout

De Impuls van een combinatiefunctionaris, 2-meting. Anneke von Heijden Janine van Kalmthout De Impuls van een combinatiefunctionaris, 2-meting Anneke von Heijden Janine van Kalmthout in opdracht van het ministerie van VWS Mulier Instituut Utrecht, mei 2012 mulier instituut - sociaal-wetenschappelijk

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Meedoen! sportbonden en verenigingen aan zet? Wat te verwachten: Programma Meedoen Alle Jeugd door Sport 3-10-2011

Meedoen! sportbonden en verenigingen aan zet? Wat te verwachten: Programma Meedoen Alle Jeugd door Sport 3-10-2011 Meedoen! sportbonden en verenigingen aan zet? DemosDate Gent, België 4 oktober 2011 Remco Hoekman Senior onderzoeker W.J.H. Mulier Instituut, 's-hertogenbosch, oktober 2011 Wat te verwachten: Beschrijving

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Workshop. Zicht op de resultaten van de buurtsportcoach

Workshop. Zicht op de resultaten van de buurtsportcoach Workshop Zicht op de resultaten van de buurtsportcoach Zicht op de effecten van de buurtsportcoach Geeske van Asperen, NISB Caroline van Lindert, Mulier Instituut Evelien Wijdeveld, EWorks Programma Voorstellen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Ruimte voor meer beweging - Haagse Sporttuin -

Ruimte voor meer beweging - Haagse Sporttuin - Ruimte voor meer beweging - Haagse Sporttuin - Sebastiaan Nederhoed, projectleider HST Dayenne L abée, adviseur NISB 10 december 2009 Opbouw Meer beweging meer ruimte nodig? Voorbeeld Haagse Sporttuin

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

12 Sportbeleidsstukken

12 Sportbeleidsstukken DC 12 Sportbeleidsstukken 1 Inleiding In dit thema bespreken we het overheidsbeleid ten aanzien van sport. We besteden aandacht aan de sportnota Tijd voor Sport. Het ministerie van VWS heeft in 2011 een

Nadere informatie

Monitor sportbeleid 2006-2010. Marcia de Jong Dorine Collard Koen Breedveld. Annex 1 bij Beleidsdoorlichting Sport. W.J.H.

Monitor sportbeleid 2006-2010. Marcia de Jong Dorine Collard Koen Breedveld. Annex 1 bij Beleidsdoorlichting Sport. W.J.H. Monitor sportbeleid 2006-2010 Annex 1 bij Beleidsdoorlichting Sport Marcia de Jong Dorine Collard Koen Breedveld W.J.H. Mulier Instituut Monitor

Nadere informatie

Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016

Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Gebiedscode 32, sub-gebied 1 Haagse Markt e.o. (Transvaal). Meningspeiling onder bewoners en belanghebbenden In opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Beleidsplan Unie van Betrokken Ouders

Beleidsplan Unie van Betrokken Ouders Beleidsplan 2015-2020 Unie van Betrokken Ouders Plaats: Apeldoorn Datum: 18-11-2014 Inhoudsopgave INLEIDING 1 UVBO- SCHEMA 2 ORGANISATIEBESCHRIJVING 3 MISSIE 3 VISIE 3 SPEERPUNTEN 4 KRITISCHE SUCCESFACTOREN

Nadere informatie

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

VICTIMS IN MODERN SOCIETY VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking

Nadere informatie

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid Uitdagingen voor jongeren en EU beleid Floor van Houdt Plv afdelingsleider voor Europese Commissie Date: in 12 pts Europa 2020 Strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei Aandacht voor jongeren

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 53 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname 2 3 4 6 5 7 8 Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport Duurzaamheid sporten

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Jeugdparticipatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Jeugdparticipatie Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Jeugdparticipatie Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wat is jeugdparticipatie 4 Hoofdstuk 2 Waarom jeugdparticipatie 6 Hoofdstuk 3 Stappenplan voor

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Burgerpanel Wijdemeren

Burgerpanel Wijdemeren BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING 3 2019 DORPENBELEID Gemeente April-mei 2019 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

De Klanteffectvragenlijst. Handleiding

De Klanteffectvragenlijst. Handleiding De Klanteffectvragenlijst Handleiding Deze handleiding is tot stand gekomen met bijdragen van Stimulansz en Tevreden.nl. www.tevreden.nl www.stimulansz.nl Inhoud Inleiding... 1 Voorwoord... 4 Wat is maatschappelijk

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 47 november 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index november 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is. Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

SPORTIEVE KRACHT IN DE WIJK

SPORTIEVE KRACHT IN DE WIJK SPORTIEVE KRACHT IN DE WIJK Onderwerpen Niels Hermens en Erik Puyt De Buurtsportvereniging Positief opvoed- en opgroeiklimaat Sport en het sociaal domein: Vier beleidsterreinen met wetenschappelijk effect

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Gemeenten kunnen lokaal kiezen waarom ze voor Sportdorp kiezen en wat ze hierin belangrijk vinden.

Gemeenten kunnen lokaal kiezen waarom ze voor Sportdorp kiezen en wat ze hierin belangrijk vinden. Sportdorpen Limburg Wat is Sportdorp? Sportdorp is een samenwerkingsverband van sportverenigingen en andere lokale partijen in een dorpskern om inwoners vanuit hun eigen behoefte meer en vaker te laten

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 44 augustus 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index augustus 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam ! De gemeente Appingedam wil jongeren actiever laten participeren in beleidsvorming, zodat ze beter kan inspelen op de behoeften van jongeren. Om dit

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 52 il In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index il Sportdeelname il Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak

Nadere informatie

PARTICIPATIE IN GORINCHEM

PARTICIPATIE IN GORINCHEM PARTICIPATIE IN GORINCHEM Gemeente Gorinchem April 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017 / 58 Datum April 2017 Opdrachtgever

Nadere informatie

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit Aad Zoeteman, Sigrid Fiering en Linda van der Lans Eenheid Audit en Advies (tel. 070 441 75 78) Provincie Zuid-Holland

Nadere informatie