Cursus Stralingsveiligheid niveau 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cursus Stralingsveiligheid niveau 3"

Transcriptie

1 Casus Cursus Niveau 3 Cursus Stralingsveiligheid niveau 3 cursusjaar Casus arbo- en milieudienst / SBE

2 Casus Cursus Niveau 3

3 Casus Cursus Niveau 3 Leerdoel en opzet Deze casus maakt onderdeel uit van het cursusgedeelte rond wet- en regelgeving en maatschappelijke aspecten in de (opfris)cursus niveau 3. Het (leer)doel van deze casus is kennismaken met - het Besluit stralingsbescherming; - aspecten van een aanvraag voor een KEW-vergunning; - het toepassen van elementen uit het Uitvoeringsbesluit Stralingsbescherming EZ; - praktische stralingsbescherming, waaronder communicatie van risico s en werkvoorschriften. De casus bestaat uit een aantal gewone vragen en aantal groepsopdrachten. De kern wordt gevormd door de vragen 1 t/m 16. Hierin komen de volgende zaken aan bod - wel of geen vergunning / toepasselijkheid BS (vragen 2 en 3) - risicoanalyse externe blootstelling milieu (vragen 4 t/m 6) - risicoanalyse reguliere blootstelling werknemers (vragen 7 t/m 11) - risicoanalyse inwendige blootstelling milieu (vragen 12 en 13) - risicoanalyse potentiële blootstelling werknemers (vragen 14) - aanvragen vergunningen / rechtvaardiging (vragen 15 en 16) De groepsopdrachten zijn cursief weergegeven en richten zich op het kunnen inschatten van risico s en/of het daarover kunnen communiceren met diverse doelgroepen - communiceren risico s leden van de bevolking (groepsopdracht 1) - communiceren met (blootgestelde) werknemers (groepsopdracht 7) - bepalen en toelichten actuele risico s inwendige besmetting van werknemers t.g.v. diverse handelingen (groepsopdracht 3) - bepalen en toelichten risico s inwendige besmetting voor leden van de bevolking (groepsopdracht 4) - bepalen en toelichten scenario potentiële blootstelling (groepsopdracht 5) - communiceren met / doceren aan aspirant-stralingsdeskundigen (groepsopdrachten 2 en 6) Uitvoering De uitvoering van de casus vindt op verschillende momenten in de cursus plaats. De vragen 1 t/m 4, 15 en 16 worden als oefening bij het college wetgeving gebruikt. Op 18 maart 2015 wordt aansluitend aan het college over risicoperceptie- en communicatie het resultaat van groepsopdracht 1 gepresenteerd. Studenten Biomedische Technologie (Biomedical Engineering BME) moeten de vragen 1 t/m 16 uit de casus (excl. de groepsopdrachten) volledig uitgewerkt ingeleverd hebben op maandag 30 maart 2015 (bij voorkeur via h.f.boersma@rug.nl). Zij bereiden voorafgaand aan het college ook de groepsopdrachten 2 en 7 voor. Van de overige cursisten wordt verwacht dat zij voor 13 april 2015 de casus hebben bestudeerd en waar mogelijk al aan de vragen 5 t/m 16 hebben gewerkt. Op 13 april 2015 wordt de cursusgroep in vier groepen verdeeld die elk als groepsopdracht een deel van de casus bespreken, uitwerken en vervolgens kort plenair presenteren. De vier groepsopdrachten (3 t/m 6) wordt uitgevoerd in lokaal 10, lokaal W2260 en W2270. De volledige uitwerking van de vragen uit de casus ontvangt u aan het eind van deze ochtend op 13 april. 23 januari 2015 versie 5.1 1

4 Casus Cursus Niveau 3 Materiaal Na een korte inleiding van de casus volgen de te beantwoorden vragen en groepsopdrachten. Voor de beantwoording van de vragen kunt u gebruik maken van de gegevens uit de volgende bijlagen die merendeels zijn bijgevoegd: 1. pag. 206/207 uit het Handboek Radionucliden, 2 e druk pag. 10 en tabel 2.1 en 2.2 uit de Richtlijn Radionuclidenlaboratoria (zie voetnoot op pag.5) pag. 12 en gedeelten van het Besluit stralingsbescherming (BS), d.d. 16 juli 2001 in de versie zoals deze op 1 januari 2014 gold vanaf pag Hoofdstuk 1 - Hoofdstuk 2 - Hoofdstuk 4, m.u.v. paragraaf Hoofdstuk 5 - Hoofdstuk 7, art. 76 t/m 78 - Bijlage paragraaf gedeelten uit de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ zoals deze op 1 januari 2014 van kracht was vanaf pag Hoofdstuk 1 - Hoofdstuk 2, pag. 3 en 4 - Bijlage 1.1, pag. 18 en 28 - Bijlage Bijlage 1.4, pag. 76 en pag. 145/146 uit het Radiological Health Handbook pag. 43 en MIRD-data voor Hf-180m vanaf pag Appendix D (p. 381, 382 en 384) uit Inleiding tot de Stralingshygiëne, A.J.J. Bos et al vanaf pag Pag.22 uit Leidraad beheersing van risico s bij handelingen met open bronnen in laboratoria, T.W.M. Grimbergen en M.M. Wiegman (2006) pag Paragraaf , en uit de RUG syllabus Stralingsdeskundigheid Niveau 3 niet opgenomen in deze bijlage 23 januari 2015 versie 5.1 2

5 Casus Cursus Niveau 3 Inleiding casus Onderzoeksinstelling Solid Nucleus overweegt het opstarten van een nieuw wetenschappelijk experiment. Voor dit experiment wordt gebruik gemaakt van het radionuclide Hf-181. Solid Nucleus heeft ten behoeve van een ander experiment de beschikking over 37 MBq tritium (H-3). Solid Nucleus beschikt niet over een Kernenergiewetvergunning. Het experiment met Hf-181 zal 1 keer per maand moeten worden uitgevoerd met een activiteit van 100 MBq per keer. De handelingen die met het radioactieve materiaal worden uitgevoerd zijn de volgende: - Het openen van een capsule (breken van een ampul) met 100 mg hafniumoxidepoeder in een gesloten werkkast (klasse III). - Het overbrengen van het poeder naar een geventileerde kast (niet NEN-EN gekeurd voorheen: niet DIN gekeurd). - Het overgieten van het poeder in een capillair (klein kanaalvormig buisje) met behulp van een trechter in die geventileerde kast. Overige gegevens: - Werkzaamheden nemen per keer maximaal 1 dagdeel (4 uur) in beslag. - De voorraad en het afval van Hf-181 wordt altijd in het radionuclidenlaboratorium bewaard. - De kleinste afstand van het radionuclidenlaboratorium tot de terreingrens bedraagt 15 meter. Vragen en groepsopdrachten 1. Hoeveel is 1 Re inh voor werknemers in dit geval? Voordat definitief wordt besloten tot het opzetten van het experiment, wordt een pilot uitgevoerd, waarbij het experiment wordt nagebootst met slechts 1% van de normaal benodigde activiteit. 2. Geef aan of een Kernenergiewet-vergunning noodzakelijk is voor deze pilot, en zo ja, op basis van welk artikel in het Besluit Stralingsbescherming dat dient te gebeuren. 3. Als je antwoord op vraag 2 nee is, of zou zijn geweest, geef dan aan of het Besluit Stralingsbescherming desondanks wel of niet van toepassing is. Beargumenteer je antwoord met een artikel uit het BS. Naar aanleiding van de pilot wordt besloten tot uitvoering van de experimenten in een radionuclidenlaboratorium, en wordt de Kernenergiewetvergunning aangevraagd. De ondernemer wil voorafgaand aan het aanvragen van een vergunning de omwonenden informeren. U wordt als stralingsdeskundige gevraagd om iets te zeggen over de risico s die de experimenten in het nieuwe isotopenlaboratorium meebrengen voor omwonenden. 23 januari 2015 versie 5.1 3

6 Casus Cursus Niveau 3 GR1. Groepsopdracht 1 BME. Deze wordt uitgevoerd door studenten Biomedische Technologie en bestaat uit een hoofd- en een bij-onderdeel die door de groep als geheel moeten worden uitgevoerd. 1. Verzorg een presentatie van ongeveer 10 minuten over de risico s van straling/radioactiviteit in het algemeen, en de risico s van de werkzaamheden in het lab in het bijzonder. Doelgroep bestaat uit omwonenden die geen enkele kennis van zaken hebben. De overige cursisten mogen zich tijdens de presentatie in de rol van omwonenden verplaatsen. De gegevens die het feitelijk risico weergeven worden hierna in diverse vragen behandeld, maar deze opdracht kan al eerder worden uitgevoerd waarbij als uitgangspunt mag worden aangenomen dat de effectieve (volg)doses buiten de instelling ten gevolge van de handelingen in het lab het Secundair Toetsingsniveau niet zullen overschrijden. De presentatie vindt plaats tijdens het college Maatschappelijke aspecten op woensdag 18 maart Verwerk de inhoud van de presentatie in een kort artikel over dit onderwerp, bedoeld voor de wijkkrant (en dus voor de dezelfde doelgroep). Het artikel dient geschreven te worden in lettertype Georgia, 11 pt en moet ten minste 1 A4 groot zijn, maar mag niet meer dan 1½ A4 bedragen. Presentatie en artikel mogen elkaar inhoudelijk niet tegenspreken. Het artikel dient vóór maandag 16 maart 2015 naar de docenten Mulder en Boersma gestuurd te worden (h.a.j.mulder@rug.nl en h.f.boersma@rug.nl). Eenmaal besloten tot het aanvragen van een Kernenergiewetvergunning zal moeten worden aangetoond dat geen wettelijk limieten worden overschreden. Hiervoor wordt de risicoanalyse gebruikt. In de volgende vragen worden diverse aspecten van een dergelijke risicoanalyse behandeld. Bij de beantwoording van alle volgende vragen mogen handelingen met tritium buiten beschouwing worden gelaten. 4. In welk artikel van het BS wordt bepaald wat de maximale jaardosis op de terreingrens is? Hoe groot is deze waarde? 5. Geef een schatting van het maximaal te verwachten jaarlijkse omgevingsdosisequivalent op de terreingrens. Ga er daarbij van uit dat de muren van het gebouw uit beton bestaan, en een dikte van 15 cm hebben. Maak bij de beantwoording hiervan gebruik van wat in appendix D van het boek van Bos et al. wordt gegeven, van het feit dat het soortelijk gewicht van beton ongeveer 2300 kg/m 3 is, en van de gegevens uit het Radiological Health Handbook. N.b. de uitwerking van deze vraag is lastig (vergelijkbaar met een niveau 3 examenvraagstuk). Je kunt deze vraag ook later maken en verder werken met een jaarlijks omgevingsdosisequivalent van 0,2 msv op de terreingrens. GR2. Groepsopdracht 2 BME. Deze wordt uitgevoerd door studenten Biomedische Technologie. Maak vraag 5 van deze casus en verzorg een presentatie van niet meer dan 10 min waarin de uitwerking van deze vraag op voor de andere cursisten begrijpelijke wijze wordt uitgelegd. Bereid je voor op mogelijke vragen van de andere cursisten. Geef ook het antwoord van vraag 6. Het gebruik van whiteboard etc. is uiteraard ook toegestaan. De presentatie dient uiterlijk donderdag 9 april 2015 naar de docent te worden gestuurd (h.f.boersma@rug.nl), en wordt gegeven op maandag 13 april januari 2015 versie 5.1 4

7 Casus Cursus Niveau 3 6. Geef aan of je antwoord bij 5. voor een lid van de bevolking een overschrijding betekent van de bij 4. gegeven waarde. Geef tevens aan of je op basis van je antwoord bij 5. nog verder invulling aan ALARA moet geven. GR3. Groepsopdracht 3. Deze opdracht wordt op 13 april 2015 tijdens het college uitgevoerd. Wijs binnen de groep één persoon aan die in een korte presentatie (plm. 5 minuten) het verloop van de discussie, de ingebrachte argumenten en de uiteindelijke conclusie van deze opgave schetst. Bediscussieer allereerst wat de meest risicovolle handeling is die tijdens het experiment wordt uitgevoerd. Doe dit vanuit het perspectief van degene die het experiment gaat uitvoeren. Maak daarbij gebruik van tabel 2.1 uit de Richtlijn Radionuclidenlaboratoria (RRL) 1 en paragraaf uit de syllabus. Geef een aanvaardbare schatting voor de verspreidingsparameter p die met de diverse handelingen correspondeert, evenals voor de lokale ventilatieparameter r. Maak vervolgens vraag 7. Bediscussieer het resultaat en geef ten slotte aan of je voor je risicoanalyse de voorkeur aan de RRL of de Leidraad uit paragraaf zou geven. 7. Bij de aanvraag voor een vergunning geef je aan wat de klasse zal zijn waartoe het radionuclidenlaboratorium behoort (B, C of D). Bepaal aan de hand van tabel 2.2 (RRL) en eventueel paragraaf welke klasse je wilt aanvragen voor het laboratorium. Hanteer hierbij, los van de uitkomst van de discussie in de groepsopdracht 3, p=-3 voor het overgieten in het capillair. Houd er hierbij rekening mee dat geen handelingen met hoger verspreidingsrisico dan aangegeven in tabel uit de syllabus mogen plaatsvinden. Levert dit nog beperkingen op met betrekking tot de maximaal per keer te hanteren hoeveelheid Hf-181? Zo ja, geef een eenvoudige oplossing voor dit probleem. Herhaal deze vraag waarbij geen gebruik van de RRL, maar van de nieuwe Leidraad, genoemd in paragraaf , gemaakt wordt. De f- en g-parameters zijn vermeld in bijlage 8. De werkzaamheden in het laboratorium worden steeds door één persoon uitgevoerd. De afstand tot het preparaat bedraagt daarbij minimaal 1 meter. Er zijn geen aanvullende afschermende maatregelen genomen. Ga er, onafhankelijk van je antwoord bij vraag 7, van uit dat er per keer met 100 MBq Hf-181 gewerkt wordt. 8. Bij zwakke β-emitters wordt de bijdrage van deze stralers aan het dosistempo veelal verwaarloosd. In deze casus wordt vrijwel uitsluitend achter het raam van een zuurkast gewerkt. Toon door berekening aan dat de benodigde glasdikte om ervoor te zorgen dat alle door 181 Hf uitgezonden β s worden gestopt niet meer is dan 1 mm. Hierbij mag worden aangenomen dat de soortelijke dichtheid van glas ten minste kg/m 3 is. Rechtvaardig aan de hand hiervan het verwaarlozen van de bijdrage van de β s aan het dosistempo. 9. Geef nu een schatting van het maximale omgevingsdosisequivalent dat de betrokken medewerker jaarlijks oploopt tijdens de experimenten. Geef een argument waarom je deze dosis terug zou willen brengen (baseer je daarbij eventueel op het BS). 1 De Richtlijn Radionuclidenlaboratoria (RRL) is in 2002 ingetrokken en voorlopig vervangen door een Bijlage radionuclidenlaboratorium die bij elke relevante KEW-vergunning wordt gevoegd. Deze standaard bijlage overlapt voor een groot deel met de RRL. Tabel 2 uit deze bijlage correspondeert met tabel 2.1 uit de RRL. 23 januari 2015 versie 5.1 5

8 Casus Cursus Niveau Geef eveneens een schatting van het maximale omgevingsdosisequivalent voor het geval er gebruik gemaakt wordt van loodglas met een dikte van 1 cm loodequivalent als persoonlijk beschermingsmiddel. Toon daartoe eerst aan dat de transmissie door dit loodglas 0,23 is. Voor de soortelijke dichtheid van loodglas mag kg/m 3 worden genomen. GR4. Groepsopdracht 4. Deze opdracht wordt uitgevoerd tijdens het college op 13 april Maak vragen 11 t/m 13. Voer in de groep de discussie over de wijze waarop de belastingsfactor en theoretisch maximale lozing geschat of bepaald moeten worden. Wijs binnen de groep iemand aan die in ongeveer 5 min de resultaten van deze vragen presenteert en daarbij in het bijzonder stil staat bij de overwegingen en argumenten die een rol hebben gespeeld in de keuze van de parameters die voor de bepalingen nodig zijn. 11. Geef een conservatieve schatting van de belastingsfactor van het laboratorium ten gevolge van deze werkzaamheden. Gebruik hierbij de formule in paragraaf In het ontwerp van het laboratorium wordt rekening gehouden met een filtersysteem voor de lucht die vanuit de gesloten werkkast geloosd wordt. Hiervoor mag s=1 worden gehanteerd (standaard zijn dergelijke werkkasten met absoluutfilters uitgerust, waarbij voor de meeste stoffen s=4 geldt hier wordt een zeer conservatieve aanname gemaakt). Voor de handelingen in zuurkast en op tafel geldt s= Geef aan of in dit geval een lozingsvergunning op grond van de Kernenergiewet noodzakelijk is of zou kunnen zijn. 13. Bepaal aan de hand van de theoretische maximale lozing in lucht per jaar, uitgedrukt in Re inh, en toets dit aan het secundair niveau uit tabel Er wordt een schatting gemaakt van de effectieve dosis die de medewerker oploopt in het geval zich een ernstig ongeval voordoet. Stel dat tijdens een korte hevige brand de hele werkvoorraad zich homogeen verspreid in het laboratorium (inhoud 150 m 3 ). Veronderstel dat het laboratorium aan de ventilatie-eisen van B-laboratoria voldoet, en dat het ventilatiesysteem naar behoren functioneert. De medewerker blust de brand in 10 minuten, en verlaat direct daarna het laboratorium. Tijdens de bluswerkzaamheden bedraagt het ademtempo van de medewerker 2 m 3 /uur. De medewerker draagt geen adembescherming. 14. Bereken de effectieve dosis voor de medewerker ten gevolge van inhalatie van het vrijgekomen Hafnium-181-oxide. GR5. Groepsopdracht 5. Deze opdracht wordt uitgevoerd tijdens het college op 13 april Lees het scenario voorafgaand aan vraag 14. Bedenk ten minste één ander scenario voor een potentiële blootstelling (= een blootstelling waarvan je niet zeker weet dat die zich voor zal doen, maar waarvoor je wel de gevolgen kunt berekenen). Bereken de dosisconsequenties van dit scenario. Wijs binnen de groep iemand aan die in een presentatie van ongeveer 5 minuten het scenario schetst, de frequentie waarmee zich dit kan voordoen en de gevolgen die dit heeft voor de blootstelling van de werker. Vergelijk in de presentatie de dosisconsequenties met het antwoord op vraag 14. Maak daartoe eerst vraag 14. Als de beschikbare tijd echter onvoldoende is om vraag 14 te maken mag je uitgaan van 1 msv. 23 januari 2015 versie 5.1 6

9 Casus Cursus Niveau 3 Uit de gegevens in deze casus en de resultaten van voorgaande vragen is het in principe mogelijk een aanvraag voor een KEW-vergunning samen te stellen. In art. 2.6 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming wordt aangegeven waaraan een volledige aanvraag voor een KEW-vergunning moet voldoen. 15. Kun je tenminste drie aspecten noemen waaraan in het voorstaande nog geen aandacht is besteed, en die toch in de aanvraag dienen te worden vermeld. Geef waar mogelijk ook aan wat je daarover zou willen melden in een aanvraag. Naast hetgeen in art. 2.6 van de Uitvoeringsregeling wordt verlangd, dient altijd een rechtvaardiging van de handeling plaats te vinden in de aanvraag. Op grond van het huidige BS is het in veel gevallen niet noodzakelijk zelf een rechtvaardiging te formuleren, maar kan worden volstaan met een verwijzing naar de desbetreffende categorie in de MR Bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling, kortweg MR Rechtvaardiging. Indien de geplande toepassing niet in deze regeling staat moet men zelf een rechtvaardiging formuleren. 16. Geef een formulering van de rechtvaardiging voor deze toepassing. Ga er daarbij van uit dat deze toepassing niet in de huidige MR rechtvaardiging staat. De praktijk blijkt weerbarstiger dan hierboven aangenomen. Bij de productie van Hf-181- oxide worden ook een aantal andere radioactieve isotopen als verontreiniging meegeproduceerd. De meest bepalende blijkt Hf-180m te zijn (per levering 60 MBq). Hieronder volgen enkele gegevens voor dit nuclide. - e(50)(w) inh = 2, Sv/Bq (geldt voor werknemers; deze waarde mag hier ook als conservatieve schatting voor leden van de bevolking worden gebruikt). - Gegevens uit Medical Internal Radiation Dose (MIRD) voor Hf-180m. 17. Maak aan de hand van het vervalschema en de bijbehorende gegevens een globale schatting van de omgevingsdosisequivalenttempoconstante (bronconstante) h. Verifieer eerst dat ook in dit geval de bijdrage van elektronen en β-deeltjes verwaarloosbaar is. 18. Bereken vraag 1 opnieuw voor 180m Hf en geef vervolgens voor de vragen 5 t/m 7, 9 t/m 11, 13 en 14 aan of de nu ontstane situatie tot problemen leidt. Kwalitatieve beschouwingen volstaan. Draag waar nodig of zinvol eenvoudige oplossingen aan voor ontstane problemen. GR6. Groepsopdracht 6. Deze wordt uitgevoerd tijdens het college op 13 april 2015 door studenten Biomedische Technologie mogelijk aangevuld met enkele andere cursisten. Eén van de studenten Biomedische Technologie, die nog niet eerder een presentatie gaf verzorgt nu een presentatie van ongeveer 5 minuten waarin de uitwerking van deze opdracht op voor de andere cursisten begrijpelijke wijze wordt uitgelegd. Maak vragen 17 en 18 van deze casus en gebruik daarbij de uitwerking van de vragen 1 t/m 16. Formuleer na het maken van vraag 18 een eindconclusie m.b.t. de problemen die de verontreiniging met zich meebrengt. 23 januari 2015 versie 5.1 7

10 Casus Cursus Niveau 3 Als de vergunning is verleend dient de ondernemer ervoor te zorgen dat alle werkers voor de start van de handelingen adequaat zijn geïnformeerd en geïnstrueerd. GR7. Groepsopdracht 7. Deze wordt uitgevoerd door studenten Biomedische Technologie en bestaat uit een hoofd- en een bij-onderdeel die door de groep als geheel moeten worden uitgevoerd. 1. Verzorg een presentatie van niet meer dan 10 minuten over de risico s van de werkzaamheden in het lab. Doelgroep bestaat uit werkers met een basale kennis van straling/radioactiviteit en stralingsbescherming niveau HBO of evt MBO. Vertel iets over het onderzoek dat gaat worden uitgevoerd. Besteed in de presentatie aandacht aan de reguliere en potentiële blootstellingen en de speciale stralingshygiënische maatregelen die daarom moeten worden gevolgd. De overige cursisten mogen zich tijdens de presentatie in de rol van werkers verplaatsen. Bereid vooraf in de groep ook de situatie voor waarin één van de werkers haar ongerustheid uit in verband met een (mogelijke) zwangerschap. Hoe zou je hier vanuit het oogpunt van de werkgever mee om willen gaan? De presentatie vindt plaats tijdens het college op maandag 13 april Verwerk de inhoud van de presentatie in een geschreven werkinstructie voor de werknemers. De werkinstructies moeten geschreven worden in lettertype Georgia, 11 pt en moet ten minste 1 A4 groot zijn, maar mag niet meer dan 1½ A4 bedragen. Presentatie en werkinstructies mogen elkaar inhoudelijk niet tegenspreken. De werkinstructie dient vóór donderdag 9 april 2015 naar de docent gestuurd te worden (h.f.boersma@rug.nl). H.F. Boersma januari 2015 versie 5.1 8

11 9 Januari 2015

12 Halveringstij d en vervalconstante Ttp= 42,39 d = 3'66x106 s,,1 = 1.89x1t-t Vervalschema (vereenvoudigd) Belangrij kste uitgezonden straling Straling y (Bq s)-r E (kev) Íl o,e3o 11e 1ol Íl- 0, I 403 Tr 0, Tz 0, cc K y ó cely2 0, i<., 0, Bronconstanten l8l1u Kermatempo in lucht k - Omgevingsdosisequivalenttempo h - 0,012 ptgylh per MBq/ml 0,093 psv/h per MBq/m2 Diversen SpeciÍïeke activiteit Vrijstellingsgrenzen Huidbesmetting Wondbesmetting; Injcctie Vervoer A,n = 6,29Y l0lr Bq g C; = lor Bqg en A' = 10i'Bq Hnri..l = 5x10-ro Sv/s Per Bq/cm2 e(50) = 5,4x10-e Sv/Bq A1 =2 TBq A2 = 0,5 10 Januari 2015

13 Productie en toepassingen Het radionucli6" is een activeringsproduct. Metabool model Voor stralingshygiënische doeleinden wordt aangenomen dat hafnium zich vanuit het bloed als volgt verdeelï:50% naar bot en50% naar overige organen/weefsels. De biologische halveringstijd voor bot is gesteld op 8000 dagen, terwijl voor overige organen/weefsels een halveringstijd van 7 dagen wordt genomen. Ingestie- en longzuiveringsklassen Ingestie Alle verbindingen Inhalatie Hydroxide, oxide, halogenide carbide, nitraat Overige verbindingen h f1 h = 0,002 = 0,002 = 0,002 Klasse M Klasse F Dosisconversiecoëffïciënt en radiotoxiciteitsequivalent voor werknemers (w) en voor leden van de bevolking (b) e(s0)(w) ÁR"(w) e(s0)(b) AR.(b) Ingestie ft = 0,002 1,1x10-9 9,1x108 1,1x10-9 9,1x108 Inhalatie F 1,8x10-e 5,6x108 1,4x10-e 7,1x108 Inhalatie M 4,1x10-e Sv/Bq 2,4x108 Bq 4,1x10-e Sv/Bq 2,1x108 Bq Gegevens voor totale-lichaamstelling Na eenmalige inname Tijd (d) Lichaamsactiviteit (Bq per Bq 0,25 9,8x10-1 '7,4x10-r 7 1,1x10-1 5,4x ,2x10-1 3,1xI ,3x10-1 2,9x ,9xI0-2 2,2x ,7x70-3 2,0x10-1 inname) '7,4xl0-r 4,9x ,5x ,5x10-1 8,3x10-2 7,0x Januari 2015

14 12 Januari 2015

15 13 Januari 2015

16 Besluit Stralingsbescherming (Tekst geldend op: ) Besluit van 16 juli 2001, houdende vaststelling van het Besluit stralingsbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst van 20 december 2000, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. Arbo/Amil/00/84346, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken; Gelet op de artikelen, 28, 29, eerste lid, 30, 31, 32, eerste en vierde lid, 34, 35, 37, eerste lid, 37a, 38a, 67, 69, vierde en vijfde lid, 69a, 69b, 73 en 76 van de Kernenergiewet, artikel 16 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, artikel 37, tweede lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg alsmede op richtlijn nr. 96/29/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PbEG L 159) en richtlijn nr. 97/43/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1997 betreffende de bescherming van personen tegen de gevaren van ioniserende straling in verband met medische blootstelling en tot intrekking van richtlijn 84/466/Euratom (PbEG L 180); De Raad van State gehoord (advies van 27 maart 2001, no. W /IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst van 2 juli 2001, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. Arbo/Amil/01/41134, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan: Hoofdstuk 1. Definities en toepassingsgebied Artikel 1 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: aanwijsinstrument: instrument voor tijd- of plaatsbepaling, dan wel voor het meten, bepalen of aangeven van andere grootheden, bestemd voor gebruik op of in de directe omgeving van personen; activiteit: activiteit als bedoeld in de bijlage; activiteitsconcentratie: activiteitsconcentratie als bedoeld in de bijlage; afgedankte hoogactieve bron: hoogactieve bron die niet langer wordt gebruikt, noch bestemd is om te worden gebruikt voor de handeling waarvoor een vergunning is verleend; algemeen coördinerend deskundige: stralingsbeschermingsdeskundige die namens de ondernemer ervoor zorgt dat handelingen of werkzaamheden plaatsvinden binnen het kader van de regels bij of krachtens de wet, die daarop toezicht houdt en controle uitoefent, die andere zaken die betrekking hebben op stralingsbescherming coördineert en die namens de P a g i n a 1 geldend per 1 januari Januari 2015

17 Besluit Stralingsbescherming ondernemer intern toestemming verleent voor handelingen en werkzaamheden; arbodienst: een dienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet; A-werknemer: de blootgestelde werknemer, bedoeld in artikel 79, tweede lid; beheer van radioactieve afvalstoffen: alle activiteiten die te maken hebben met het hanteren, de voorbehandeling, de behandeling, het conditioneren, de opslag of de eindberging van radioactieve afvalstoffen, met uitzondering van het vervoer buiten het terrein van de inrichting; beheersysteem: systeem dat gegevens en documenten bevat die betrekking hebben op de stralingsbescherming binnen de onderneming; besmetting: de aanwezigheid van radioactieve stoffen in een materiaal, in of op een oppervlak, in een omgeving, of uitwendig op of inwendig in een persoon; Beveiligingsdeskundige: deskundige op het gebied van bewaring en beveiliging van splijtstoffen, ertsen, inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder a en b, van de wet, alsmede radioactieve stoffen, als bedoeld in bij minsteriële regeling aan te geven gevallen; blootgestelde werknemer: werknemer die gedurende zijn werktijd ten gevolge van handelingen een blootstelling ondergaat die kan leiden tot een dosis die hoger is dan een der in artikel 76 genoemde dosislimieten; blootstelling: het blootgesteld zijn aan ioniserende straling; bron: toestel dan wel radioactieve stof; broncontainer: insluiting van een bron die geen geïntegreerd onderdeel van die bron is, maar uitsluitend is bedoeld voor tijdelijke behuizing van die bron voor transport, verlading en dergelijke; bronhouder: behuizing van een ingekapselde bron, die ter plaatse van het uittredevenster van de bronhouder is voorzien van een voorziening, waarmee de uittredende stralenbundel kan worden onderbroken en waaruit de bron niet zonder hulpgereedschap kan worden verwijderd; B-werknemer: andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer; bijlage: bij dit besluit behorende bijlage; coördinerend deskundige: stralingsbeschermingsdeskundige die namens de ondernemer ervoor zorgt dat handelingen of werkzaamheden plaatsvinden binnen het kader van de regels bij of krachtens de wet, die daarop toezicht houdt en controle uitoefent en die andere zaken die betrekking hebben op stralingsbescherming coördineert; deskundige: een persoon die een diploma, certificaat, of een ander getuigschrift ter afsluiting van een opleiding op het gebied van stralingsbescherming heeft behaald bij een instelling als bedoeld in artikel 7f; dosisbeperking: dosiswaarde die bij de planning van handelingen wordt vastgesteld als plafondwaarde voor het optimaliseringsproces van de bescherming tegen ioniserende straling bij een handeling, taak of beroep of een categorie daarvan; P a g i n a 2 geldend per 1 januari Januari 2015

18 Besluit Stralingsbescherming effectieve dosis: effectieve dosis als bedoeld in de bijlage; effectieve volgdosis: effectieve volgdosis als bedoeld in de bijlage; eindberging: de plaatsing van radioactieve afvalstoffen of verbruikte splijtstoffen in een inrichting zonder de bedoeling die afvalstoffen of splijtstoffen terug te halen; equivalente dosis: equivalente dosis als bedoeld in de bijlage; externe werknemer: A-werknemer die onder verantwoordelijkheid van een ondernemer die in een andere lidstaat van de Europese Unie of een derde land is gevestigd, werkzaam is op Nederlands grondgebied in een zone als bedoeld in artikel 83, eerste lid, onder a, onderdeel 1 ; gezondheidsschade: de geschatte kans op een kortere levensduur en verminderde kwaliteit van leven voor een persoon door de negatieve effecten van lichamelijke afwijkingen, kanker, en ernstige genetische effecten als gevolg van blootstelling aan ioniserende straling; handeling: het bereiden, voorhanden hebben, toepassen of zich ontdoen van een kunstmatige bron of van een natuurlijke bron, voor zover deze natuurlijke bron is of wordt bewerkt met het oog op zijn radioactieve eigenschappen dan wel het gebruiken of voorhanden hebben van een toestel, uitgezonderd bij een interventie, een ongeval of een radiologische noodsituatie; hoogactieve bron: ingekapselde bron die een radionuclide bevat waarvan de activiteit een waarde overstijgt die gelijk is aan of hoger is dan het voor die bron krachtens artikel 3, eerste lid, geldende activiteitsniveau; industriële radiografie: het door middel van ioniserende straling vanuit een toestel of apparaat via een stralingsdetector produceren van een visueel waarneembaar beeld door het geproduceerde signaal om te zetten naar een videosignaal, dat wordt weergegeven door een monitor dan wel een methode waarbij de projectie van het te onderzoeken object wordt vastgelegd op filmmateriaal; ingekapselde bron: radioactieve stoffen die zijn ingebed in of gehecht aan vast dragermateriaal of zijn omgeven door een omhulling van materiaal met dien verstande dat hetzij het dragermateriaal hetzij de omhulling voldoende weerstand biedt om onder normale gebruiksomstandigheden elke verspreiding van radioactieve stoffen te voorkomen; inspecteur: als zodanig bij besluit van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangewezen ambtenaar; kunstmatige bron: bron, niet zijnde een natuurlijke bron en niet zijnde een toestel; leverancier: natuurlijke of rechtspersoon die een hoogactieve bron levert of ter beschikking stelt; lid van de bevolking: een persoon uit de bevolking binnen of buiten een locatie, niet zijnde een werknemer gedurende zijn werktijd of een persoon die een radiologische verrichting ondergaat; locatie: inrichting als aangewezen krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer of plaats, waar een handeling of werkzaamheid wordt verricht; lozing: lozing op of in de bodem, in de lucht, in het openbare riool of in het oppervlaktewater; P a g i n a 3 geldend per 1 januari Januari 2015

19 Besluit Stralingsbescherming lozing op of in de bodem: het definitief op of in de bodem brengen of doen brengen van vloeibare of in vloeistof opgeloste radioactieve stoffen dan wel van in een vloeistofstroom meegevoerde deeltjes van radioactieve stoffen, of het op de bodem brengen van deze stoffen indien daarbij vloeistof voor een deel in de bodem treedt, niet zijnde meststoffen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Meststoffenwet; lozing in het openbare riool: het in het openbare riool ontsnappen of laten ontsnappen van vloeibare of in vloeistof opgeloste radioactieve stoffen dan wel van in een vloeistofstroom meegevoerde deeltjes van radioactieve stoffen; lozing in de lucht: het in de lucht ontsnappen van of laten ontsnappen van gasvormige radioactieve stoffen dan wel van in een gasstroom meegevoerde deeltjes van radioactieve stoffen; lozing in het oppervlaktewater: het in het oppervlaktewater ontsnappen of laten ontsnappen van vloeibare of in vloeistof opgeloste radioactieve stoffen dan wel van in een vloeistofstroom meegevoerde deeltjes van radioactieve stoffen; meet-, regel- of ijkbron: bron die uitsluitend wordt gebruikt in een al dan niet vaste meet-, regel- of ijkopstelling; meldpunt stralingsincidenten: meldpunt als bedoeld in artikel 12a; mijnbouw: handelingen of werkzaamheden in het kader van het verrichten van verkenningsonderzoek, het opsporen of het winnen van delfstoffen of aardwarmte, dan wel het opslaan van stoffen; natuurlijke bron: kosmische straling of bron van natuurlijke oorsprong, niet zijnde een toestel; omgevingsdosisequivalent: omgevingsdosisequivalent als bedoeld in de bijlage; omgevingsdosisequivalenttempo: omgevingsdosisequivalenttempo als bedoeld in de bijlage; ondernemer: degene onder wiens verantwoordelijkheid een handeling of werkzaamheid wordt verricht; ongewilde verspreiding: ongewilde verspreiding van een radioactieve stof als gevolg van een handeling of werkzaamheid die onder verantwoordelijkheid van een ondernemer is verricht en die niet meer onder controle van de betrokken ondernemer is; Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken; Onze Ministers: Onze Ministers van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; open bron: bron, niet zijnde een ingekapselde bron en niet zijnde een toestel; oppervlaktebesmetting: oppervlaktebesmetting als bedoeld in de bijlage; overbestraling: blootstelling, waarbij de in de artikelen 76, 77 en 78 genoemde effectieve dosis of equivalente dosis wordt overschreden; P a g i n a 4 geldend per 1 januari Januari 2015

20 Besluit Stralingsbescherming overmatige blootstelling: blootstelling die plaats vindt bij een onvoorzienbare of onbedoelde gebeurtenis, die kan leiden tot een blootstelling die hoger is dan bepaald in de risicoanalyse; potentiële blootstelling: blootstelling die niet met zekerheid zal optreden maar waarvan de waarschijnlijkheid van optreden en de grootte van de daarbij eventueel optredende blootstelling van tevoren kunnen worden geschat en die voor de aanvang van de handelingen en werkzaamheden met behulp van een risicoanalyse is bepaald; radioactieve afvalstof: radioactieve stof die krachtens artikel 38 als zodanig is aangemerkt en die niet wordt geloosd; radiologische verrichting: medische handeling met gebruikmaking van ioniserende straling als bedoeld in artikel 53, eerste lid; radiotoxiciteitsequivalent: de activiteit die bij inname leidt tot een effectieve volgdosis van 1 sievert voor een volwassen referentiepersoon; reguliere blootstelling: blootstelling onder normale bedrijfsomstandigheden, welke voor de aanvang van de handelingen of werkzaamheden met behulp van een risicoanalyse is geschat; richtlijn 2011/77/Euratom: richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (Pb EU 2011, L 199); risicoanalyse: risico-inventarisatie en -evaluatie als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet; schade: nadelige gevolgen van ioniserende straling voor mensen, dieren, planten en goederen; stralingsarts: een persoon, die als stralingsarts is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 7, eerste lid; stralingsincident: onvoorziene gebeurtenis, situatie of ongewilde verspreiding waarbij gevaar bestaat, dan wel gevaar is opgetreden, anders dan een reguliere of potentiële blootstelling, voor: een blootstelling aan ioniserende straling van leden van de bevolking van meer dan 0,1 msv per jaar, een lozing op of in de bodem, in het riool, in het oppervlaktewater of in de lucht boven een door Onze Minister vastgestelde waarde, of een overmatige blootstelling of overbestraling van werknemers; toezichthoudend deskundige: deskundige die een handeling of werkzaamheid uitvoert, of onder wiens toezicht een handeling of werkzaamheid wordt uitgevoerd; werknemer: persoon die, hetzij in dienst of onder gezag van een ondernemer, hetzij als zelfstandige, arbeid verricht; werkzaamheid: het bereiden, voorhanden hebben, toepassen van of zich ontdoen van een natuurlijke bron voor zover die niet wordt of is bewerkt wegens zijn radioactieve eigenschappen, uitgezonderd bij een interventie, een ongeval of een radiologische noodsituatie; wet: Kernenergiewet. P a g i n a 5 geldend per 1 januari Januari 2015

21 Besluit Stralingsbescherming 2. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder «voorhanden hebben» mede verstaan: het vervaardigen, bewerken,hanteren en opslaan, met uitzondering van opslag in verband met vervoer. 3. Met betrekking tot dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden bij de bepaling van wat «redelijkerwijs mogelijk» is de economische en sociale factoren in aanmerking genomen. Daarnaast wordt ingeval van blootstelling in aanmerking genomen de mate waarin een blootstelling en de kans van optreden van die blootstelling kunnen worden beperkt. Artikel 2 Dit besluit is niet van toepassing op: a. lozing of het zich ontdoen van radioactieve stoffen waarvoor de in de artikelen 35, 37 en 108 gestelde verboden niet gelden; b. het vervoeren van radioactieve stoffen buiten een locatie en het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen daarvan; c. het vervoeren van toestellen, die tijdens vervoer niet gebruikt worden; d. handelingen met een toestel met een maximale hoogspanning van 5 kv; e. blootstelling aan radon en dochternucliden, afkomstig uit de onverstoorde aardkorst of uit bouwmaterialen gebruikt in gebouwen; f. bovengrondse blootstelling aan radionucliden die zich bevinden in de onverstoorde aardkorst of in bouwmaterialen gebruikt in gebouwen; g. ioniserende straling ten gevolge van radionucliden die van nature in het menselijk lichaam aanwezig zijn; h. kosmische straling ter hoogte van het aardoppervlak; i. kosmische straling in een vliegtuig voor leden van de bevolking en voor werknemers, die niet behoren tot de vliegtuigbemanning; j. blootstelling aan radon en dochternucliden die vrijkomen bij het verbranden of afblazen van aardgas. Artikel 3 1. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld: a. voor de bepaling van de omgevingsdosisequivalenten; b. voor de bepaling van de equivalente en de effectieve doses; c. met betrekking tot de waarden voor de activiteitsconcentraties en de totale activiteit voor radionucliden; d. betreffende de aanwijzing van radionucliden die bij de toetsing van natuurlijke bronnen zijn vrijgesteld van sommatie; e. voor de bepaling van het activiteitsniveau van radionucliden. 2. Bij regeling van Onze Minister kunnen: a. methoden worden aangewezen voor de wijze waarop de in het eerste lid, onder b, bedoelde doses worden getoetst aan de in dit besluit genoemde doses; b. regels worden gesteld voor de meetmethoden van activiteiten, activiteitsconcentraties of oppervlaktebesmetting. 3. Ten behoeve van de bepaling van doses worden alle effectieve of equivalente doses P a g i n a 6 geldend per 1 januari Januari 2015

22 Besluit Stralingsbescherming gesommeerd die een persoon ontvangt ten gevolge van handelingen en werkzaamheden, voor zover geregeld bij of krachtens dit besluit, met uitzondering van een radiologische verrichting, bij of krachtens het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen en bij of krachtens het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen. 4. Ten behoeve van de toetsing aan de krachtens het eerste lid, onder c, vastgestelde waarden worden alle activiteiten die zich op enig moment binnen een locatie bevinden of worden geloosd, gewogen en gesommeerd voor zover geregeld bij of krachtens dit besluit, bij of krachtens het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen en bij of krachtens het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen. 5. In afwijking van het vierde lid worden de activiteiten of activiteitsconcentraties in natuurlijke bronnen niet gesommeerd met de activiteiten of activiteitenconcentraties in kunstmatige bronnen. Hoofdstuk 2. Rechtvaardiging en optimalisatie Artikel 4 1. Een handeling is slechts toegestaan indien zij door Onze Minister is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door Onze Minister is gerechtvaardigd. Onze Minister rechtvaardigt een handeling of een categorie van handelingen slechts indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling of categorie van handelingen opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. 2. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de bekendmaking van: a. welke handelingen of categorieën daarvan overeenkomstig het eerste lid zijn gerechtvaardigd, en b. welke handelingen of categorieën daarvan overeenkomstig het eerste lid niet zijn gerechtvaardigd. 3. Indien nieuwe, belangrijke gegevens over de doeltreffendheid of de gevolgen van de daarin opgenomen handelingen daartoe aanleiding geven kan de rechtvaardiging van de handeling worden herzien. Een wijziging als bedoeld in de vorige volzin wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is van kracht. 4. Indien een vergunning wordt aangevraagd of een melding wordt gedaan voor een handeling die als gerechtvaardigd is bekendgemaakt, wordt in de melding of de vergunningaanvraag verwezen naar die bekendmaking. 5. Indien een vergunning wordt aangevraagd of een melding wordt gedaan voor een handeling die niet of als niet-gerechtvaardigd is bekendgemaakt, omvat de vergunningsaanvraag, onderscheidenlijk de melding tevens een verzoek om rechtvaardiging van die handeling. De vergunningsaanvraag of de melding bevat dan tevens de gegevens met betrekking tot de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling en met betrekking tot de gezondheidsschade die erdoor kan worden toegebracht, die nodig zijn met het oog op de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van de handeling. 6. Dit artikel is niet van toepassing op de rechtvaardiging, bedoeld in de artikelen 55, 56 en 57. P a g i n a 7 geldend per 1 januari Januari 2015

23 Besluit Stralingsbescherming 7. Naast de handelingen of categorieën van handelingen die krachtens het eerste lid zijn gerechtvaardigd, kan Onze Minister van Defensie, met het oog op het belang dat de krijgsmacht dient, een andere handeling of categorie van handelingen rechtvaardigen. Deze handeling of categorie van handelingen wordt door Onze Minister van Defensie bekendgemaakt op een bij regeling van deze Minister bepaalde wijze. 8. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op het verzoek om rechtvaardiging als bedoeld in het eerste en zevende lid. Artikel 5 1. De ondernemer zorgt ervoor dat de effectieve of equivalente doses van individuele personen, in samenhang met het aantal blootgestelde personen, ten gevolge van een handeling zo laag zijn als redelijkerwijs mogelijk is. 2. De ondernemer zorgt ervoor dat met betrekking tot potentiële blootstellingen zowel de dosis bij een blootstelling als de kans op een blootstelling zo laag als redelijkerwijs mogelijk is. Artikel 6 1. Onverminderd artikel 48, zorgt de ondernemer ervoor dat plaatsen binnen een locatie waar handelingen worden verricht, zodanig zijn ingericht dat voor personen die zich daarbuiten bevinden, ten gevolge van de handelingen tezamen een dosisbeperking van 1 msv effectieve dosis in een kalenderjaar wordt gehanteerd. 2. De ondernemer zorgt ervoor dat bij het verrichten van handelingen die overeenkomstig artikel 21 worden gemeld, voor personen op enig punt buiten de locatie ten gevolge van die handelingen tezamen een dosisbeperking van 10 µsv effectieve dosis in een kalenderjaar wordt gehanteerd. 3. Indien het redelijkerwijs niet mogelijk is met bouwkundige voorzieningen te voldoen aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid, wordt deze verkregen door middel van organisatorische maatregelen. 4. Bij regeling van Onze Minister of Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen andere dosisbeperkingen worden vastgesteld voor daarbij aangegeven categorieën van handelingen, taken of functies. Hoofdstuk 3. Algemene voorschriften 3.1. Bevoegdheden en taken van de stralingsarts en de algemeen coördinerend, coördinerend en toezichthoudend deskundige Artikel 7 1. De ingevolge dit besluit door een stralingsarts te verrichten taken worden slechts uitgevoerd door een persoon die door Onze Minister als stralingsarts is ingeschreven in een door Onze Minister gehouden register en die zijn taken uitvoert in overeenstemming met een persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b of c, van die wet of de arbodienst. P a g i n a 8 geldend per 1 januari Januari 2015

24 Besluit Stralingsbescherming 4.2. Vergunningen voor handelingen Artikel Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister een handeling te verrichten met: a. een toestel voor: 1. industriële radiografie; 2. bewerking van producten; 3. onderwijsdoeleinden; 4. blootstelling van personen en dieren voor therapeutische doeleinden; b. een ander toestel dan bedoeld onder a met een maximale hoogspanning van 100 kv of meer; c. een toestel dat deeltjes versnelt en ioniserende straling met een energie van meer dan 1 MeV kan uitzenden. 2. Het is voorts verboden zonder vergunning van Onze Minister onderzoeks- en ontwikkelingswerk te verrichten aan een toestel. 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor: a. handelingen met elektronenmicroscopen; b. het uitsluitend in opslag hebben van toestellen ten behoeve van de handel in deze toestellen; c. een toestel dat wordt gebruikt voor onderwijsdoeleinden, dat onder normale bedrijfsomstandigheden op 0,1 meter afstand van enig bereikbare buitenzijde van het toestel geen hoger omgevingsdosisequivalenttempo veroorzaakt dan 1 µsv per uur en dat behoort tot een type dat door Onze Minister is goedgekeurd op grond van bij regeling van Onze Minister gestelde regels; d. handelingen met toestellen die zijn bestemd en worden gebruikt ten behoeve van de volgende toepassingen: 1. diergeneeskundige diagnostiek, uitsluitend voor zover het veterinaire toepassingen betreft met een toestel met alleen een verticaal neerwaarts gerichte bundel met een vaste focus- film afstand; 2. röntgendiffractie of spectrografie toegepast in een gesloten veiligheidskabinet; 3. bagagecontrole met een vaste opstelling, met uitzondering van een toestel dat deeltjes versnelt en ioniserende straling met een energie van meer dan 1 MeV kan uitzenden; 4. kwaliteitscontrole van levensmiddelen en andere producten. Artikel 24 Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister: a. radioactieve stoffen toe te dienen aan personen en, voor zover het de bescherming van mensen tegen ioniserende straling betreft, aan dieren voor: 1Â. het stellen van medische of veterinaire diagnoses; 2Â. therapie of (bio)medisch onderzoek; b. radioactieve stoffen toe te voegen aan producten, bestemd voor gebruik op of in de directe omgeving van personen; c. met radioactieve stoffen handelingen te verrichten voor: 1Â. industriële radiografie; 2Â. bewerking van producten; 3Â. onderwijsdoeleinden en wetenschappelijk onderzoek. P a g i n a 22 geldend per 1 januari Januari 2015

25 Besluit Stralingsbescherming Artikel Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister een andere handeling dan bedoeld in artikel 24 of 37, niet zijnde een lozing, met een radioactieve stof te verrichten. 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid en in artikel 24, onder c, geldt niet indien binnen een locatie: a. de activiteit van de radionucliden in de betrokken radioactieve stof lager is dan de krachtens artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, daarvoor vastgestelde waarde, b. de activiteitsconcentratie van die stof lager is dan de krachtens artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, daarvoor vastgestelde waarde, of c. een handeling wordt verricht met: 1. een Nikkel-63 bron die onderdeel is van analyseapparatuur met een maximale activiteit van 1 GBq, of 2. een meet-, regel- of ijkbron in een vaste opstelling met een activiteit van de gebruikte nuclide van minder dan 100 maal de activiteit van de krachtens artikel 3 daarvoor vastgestelde waarde. 3. Indien een radioactieve stof meer soorten radionucliden bevat, wordt de activiteitsconcentratie van de radionucliden gewogen gesommeerd volgens de bij regeling van Onze Minister aan te wijzen methode. Aan het tweede lid, onder b, wordt voldaan indien de uitkomst van deze sommatie kleiner of gelijk aan 1 is. 4. Indien binnen een locatie op enig moment meer handelingen plaatsvinden, worden de activiteiten van de radionucliden in de bij die handelingen betrokken radioactieve stoffen gewogen gesommeerd volgens de bij regeling van Onze Minister aan te wijzen methode. Aan het tweede lid, onder a, wordt voldaan indien de uitkomst van deze sommatie kleiner of gelijk aan 1 is. 5. Bij regeling van Onze Minister kunnen handelingen met producten als bedoeld in artikel 24, onder b, worden aangewezen, waarbij de aan deze producten toegevoegde radionucliden niet worden betrokken bij een sommatie als bedoeld in het derde lid. 6. De verboden, bedoeld in het eerste lid en in de artikelen 23 en 24, gelden niet voor bij regeling van Onze Minister aangewezen handelingen die een beperkt risico van blootstelling van mensen tot gevolg hebben. 7. Bij regeling van Onze Minister kunnen andere methoden worden aangewezen voor het bepalen en het toetsen van de schade in gevallen waarin de in het tweede lid bedoelde activiteitsconcentratie in combinatie met de in het tweede lid bedoelde activiteit geen juiste indicatie geeft van de schade die de bij de handeling betrokken radioactieve stoffen kunnen veroorzaken. 8. Bij regeling van Onze Minister kan in afwijking van het tweede lid, het eerste lid van toepassing worden verklaard in geval er sprake is van een te hoog risico van blootstelling van werknemers en leden van de bevolking. P a g i n a 23 geldend per 1 januari Januari 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 397 Besluit van 16 juli 2001, houdende vaststelling van het Besluit stralingsbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Besluit stralingsbescherming (Tekst geldend op: 17 01 2014) Besluit van 16 juli 2001, houdende vaststelling van het Besluit stralingsbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

De citeertitel is in de regeling vastgesteld

De citeertitel is in de regeling vastgesteld Besluit stralingsbescherming (Tekst geldend op: 19-08-2013) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort : Identificatienummer: Sociale Zaken

Nadere informatie

Casus vergunningverlening

Casus vergunningverlening Casus vergunningverlening Hielke Freerk Boersma Arbo- en Milieudienst / SBE 24 maart 2009 Niveau 3-2009 2 Vraag 1 Uit Handboek Radionucliden: e(50,w) inh = 4,1 E-9 Sv/Bq (Klasse M) 1 A Re,inh = 1 / e(50)

Nadere informatie

B-werknemer: Andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer.

B-werknemer: Andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer. Titel: definities en begripsomschrijvingen zoals gebruikt in de stralingsbeschermingsvoorschriften Nummer:, versie 1 Datum invoering: 1-10-2009 Datum laatste wijziging: 1-10-2009 Gebruikte acroniemen AID

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2003/15496 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2006/2956 DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/94538 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 33 Besluit van 18 december 2012, tot wijziging van het Besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten in verband met de vereenvoudiging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking concept-besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking concept-besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12582 19 juni 2012 Bekendmaking concept-besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten De Minister van Economische

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2005/25444 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 404 Besluit van 23 oktober 2017, houdende vaststelling van regels ter bescherming van personen tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/33964 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE No. 2011/1630-05 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Gezien de aanvraag d.d. 24 augustus 2011 en de aanvullende informatie d.d. 7 november 2011 van Eindhoven Airport N.V., gelegen

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2006/1467 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van, nr. );

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van, nr. ); 22022017 Besluit van (datum), houdende vaststelling van regels ter bescherming van personen tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende straling (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming)

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/46803 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/2447-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 16 november 2009 en de aanvulling

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/1601-08 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 25 juni 2010 en de aanvulling

Nadere informatie

REGELING VERWERKEN EN AFVOEREN VAN RADIOACTIEF AFVAL

REGELING VERWERKEN EN AFVOEREN VAN RADIOACTIEF AFVAL REGELING VERWERKEN EN AFVOEREN VAN RADIOACTIEF AFVAL Ingang: juni 2003 revisiedatum: mei 2010 Looptijd: tot 2015 Afdeling Veiligheid Gezondheid en Milieu 2010 Vastgesteld door het College van Bestuur 21

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/76765 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/1705-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 3 augustus 2010 van de Rechtbank

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; No. 2006/5113-07 DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 25 juli 2006

Nadere informatie

Besluit van 4 september 1969, tot uitvoering van de artikelen 16, 19, eerste lid, 21, 29, 30, tweede lid, 31 en 32 van de Kernenergiewet

Besluit van 4 september 1969, tot uitvoering van de artikelen 16, 19, eerste lid, 21, 29, 30, tweede lid, 31 en 32 van de Kernenergiewet (Tekst geldend op: 21-04-2005) Besluit van 4 september 1969, tot uitvoering van de artikelen 16, 19, eerste lid, 21, 29, 30, tweede lid, 31 en 32 van de Kernenergiewet Wij JULIANA, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 313 Wet van 5 juli 2000 tot wijziging van de Kernenergiewet (implementatie richtlijn 96/29/Euratom tot vaststelling van basisnormen voor de bescherming

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/1136-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 20 mei 2010 van V.O.F. Bestralingscentrum

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/2304-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de e-mail d.d. 7 oktober 2009 van L3 Communications

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2007/1776-06 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 11 juni 2007 van Sectra imaxperts

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/42265 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN No. 2012/0860-08 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Gezien de aanvraag d.d. 28 september 2012, alsmede de aanvulling daarop d.d. 15 oktober 2012 en d.d. 29 november 2012, van Stichting Jeugdzorg St. Joseph

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/2220-08 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 26 september 2008, aangevuld

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/1729-10 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 13 juli 2009, aangevuld d.d.

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2003/53699 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Regeling bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling

Regeling bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling VROM, SZW Regeling bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling Regeling van 18 december 2002, nr. SAS/2001144917, inzake bekendmaking van al dan niet gerechtvaardigde handelingen en werkzaamheden

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2006/6251-05 DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de Minister

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2005/18427 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3. Kernenergiewetgeving deel 1

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3. Kernenergiewetgeving deel 1 Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3 Kernenergiewetgeving deel 1 Inhoud presentatie (inter)nationaal kader Kernergiewetgeving Organisatie van stralingszorg ICRP 103 (2007) Internationaal kader ICRP

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/74893 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

ARTIKELEN CONSULTATIEVERSIE. Besluit van (datum)

ARTIKELEN CONSULTATIEVERSIE. Besluit van (datum) ARTIKELEN 01092016 CONSULTATIEVERSIE Besluit van (datum), houdende vaststelling van regels ter bescherming van personen tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende straling (Besluit basisveiligheidsnormen

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN No. 2013/0255-05 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Gezien de aanvraag d.d. 8 maart 2013 en de aanvullende informatie d.d. 7 juni 2013 van Wintershall Noordzee B.V. te Rijswijk om een vergunning als bedoeld

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE No. 2011/1517-05 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Gezien de aanvraag d.d. 16 augustus 2011 van Sencio B.V. te Nijmegen om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 4, artikel 23,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2007/2726-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 29 oktober 2007 van NS Fiets

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/2484-08 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 23 oktober 2008 en de aanvulling

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/69506 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen (tekst geldig vanaf )

Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen (tekst geldig vanaf ) Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen (tekst geldig vanaf 01-07-2011) Besluit van 4 september 1969, tot uitvoering van de artikelen 16, 19, eerste lid, 21, 29, 30, tweede lid, 31

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/2464-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 26 oktober 2009 van Vredestein

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/3675 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2007/2119-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 23 juli 2007 van New Wisseloord

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/1364-15 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 16 juni 2008 van de Belastingdienst/Douane

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/79473 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/67091 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/65458 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/86554 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/46267 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/33964 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/0191-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 29 januari 2010 van Nordson

Nadere informatie

Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg

Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg Programma: Mondzorg: radiologie Versie: 1 Datum: april 2017 Inleiding Dit toetsingskader vormt het kader voor de uitvoering van het toezicht van de Inspectie

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/43357 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/2680-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 27 november 2008 van Friesland

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN No. 2012/1035-06 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Gezien de aanvraag d.d. 23 november 2012, van het Paleis van Justitie te Arnhem, om wijziging van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 4, artikel 23,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/2450-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de e-mail d.d. 25 oktober 2008 van De Ottenhorst,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/0787-04 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag van het Special Tribunal for Lebanon

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN No. 2012/1014-06 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Gezien de aanvraag d.d. 21 november 2012 van Hogeschool Utrecht/Faculteit Educatie te Utrecht, om wijziging van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE No. 2012/0026-05 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Gezien de ingediende aanvraag d.d. 9 januari 2012 van het Bestuur van de Rechtbank Amsterdam, Gemeentelijke Beheerdienst Parnas

Nadere informatie

Stralingsveiligheid niveau 5

Stralingsveiligheid niveau 5 26-01-2011 1 Stralingsveiligheid niveau 5 René Heerlien, Mieke Blaauw 03-06-2015 26-01-2011 2 Meerdere bronnen ICRP-adviezen International Commission on Radiological Protection onafhankelijke commissie

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/90740 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER. Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; No. 2006/5676-05 DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 27 september

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2006/6168-06 DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de Minister

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE No. 2010/2446-05 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Gezien de aanvraag d.d. 25 oktober 2010 van de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam te Rotterdam, om uitbreiding van een vergunning

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/4015 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/2083-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 1 september 2008 van Huisman

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/68270 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/1677-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Economische Zaken; Gezien de aanvraag

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/0232-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de minister van Volksgezondheid,

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/59427 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

O nieuwe keten ga door naar 5

O nieuwe keten ga door naar 5 Bijlage 76, behorende bij artikel 710 van de Regeling Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ Formulier voor ketenmelding Deel I Algemeen A Gegevens van de ketenmelder 1 Naam en adres van degene die

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2007/0395-07 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 22 januari 2007, aangevuld d.d.

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2005/14203 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2010/1571-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 20 juli 2010 van Philips Stralingsbeschermingsdienst

Nadere informatie

KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN DE TWEEDE LIJN B.V., VOOR. 1. Het besluit AANTEKENEN

KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN DE TWEEDE LIJN B.V., VOOR. 1. Het besluit AANTEKENEN > Retouradres Postbus 93144, 2509 AC Den Haag AANTEKENEN De Tweede Lijn B.V. Koningin Wilhelminalaan 29 8384 GG Wilhelminaoord Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.rvo.nl/

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2003/36456 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2007/2166-10 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 24 juli 2007, aangevuld d.d.

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/1731-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de minister van Volksgezondheid,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/1757-02 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien het verzoek d.d. 20 juli 2009 van voestalpine

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/79810 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/48977 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN No. 2013/0380-05 DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Gezien de brief d.d. 25 maart 2013 van Dienst Justitiële Inrichtingen, strekkende tot wijziging van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 4, artikel

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/76763 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/66015 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

No. 2008/ DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

No. 2008/ DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/1402-03 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 20 maart 2008 van de heer J.F.

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/75272 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2005/26452 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/IO/BES No. 2004/10503 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Toezichthouder Stralingsbescherming meet- en regeltoepassingen verspreidbare radioactieve stoffen - D. Proefexamen uitwerking open vragen

Toezichthouder Stralingsbescherming meet- en regeltoepassingen verspreidbare radioactieve stoffen - D. Proefexamen uitwerking open vragen Toezichthouder Stralingsbescherming meet- en regeltoepassingen verspreidbare radioactieve stoffen - D Proefexamen uitwerking open vragen Frits Pleiter 31/01/2019 toezichthouder stralingsbescherming - mr

Nadere informatie

KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN INSPECTION SERVICES DINTELMOND B.V. VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET. 1. Het besluit AANTEKENEN

KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN INSPECTION SERVICES DINTELMOND B.V. VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET. 1. Het besluit AANTEKENEN > Retouradres Postbus 93144, 2509 AC Den Haag AANTEKENEN Inspection Services Dintelmond B.V. t.a.v. dhr. F. Vogt, directeur Sluisweg 10 A 4794 SW Heijningen Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2008/1555-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid,

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/4833 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER No. 2009/1613-05 DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gezien de aanvraag d.d. 19 juni 2009 van de Belastingdienst/Douane

Nadere informatie

1. Het besluit. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland AANTEKENEN

1. Het besluit. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland AANTEKENEN Rijksdienst voor Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus 93144, 2509 AC Den Haag Prinses Beatrixiaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag AANTEKENEN wwwrvonh/ stralingsbeschermi ng Visuray

Nadere informatie

HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET IONISERENDE STRALING UITZENDENDE TOESTELLEN. 1. Het besluit

HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET IONISERENDE STRALING UITZENDENDE TOESTELLEN. 1. Het besluit > Retouradres Postbus 93144, 2509 AC Den Haag AANTEKENEN Cargo Screeners B.V. t.a.v. de heer D. de Nuijl Shannonweg 27 1118 LB Schiphol Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den

Nadere informatie