KERNCIJFERS Bert Coenen, financieel-administratief directeur JUNI 2015 INTRO 1

Transcriptie

1 KERNCIJFERS 2014 Bert Coenen, financieel-administratief directeur JUNI 2015 INTRO 1

2 KERNCIJFERS 2 ACTIVITEITEN Deze grafiek geeft de evolutie weer van de activiteiten in het St-Franciskusziekenhuis op basis van een aantal belangrijke parameters. In 2014 zagen we een stijging van alle activiteiten, zowel van de klassieke hospitalisatie als de Spoed- en de OK-activiteit. Het aantal forfaits (als parameter voor de dagziekenhuisactiviteit) daalde sterk. Dit kunnen we volledig verklaren door de schrapping van het miniforfait. Laten we voor de voorbije jaren het miniforfait buiten beschouwing? Dan blijven de activiteiten in het dagziekenhuis in 2014 nagenoeg gelijk. Aantal opgenomen patiënten Aantal opnames Heelkunde ,4% Geneeskunde ,5% Kinder- en Jeugdgeneeskunde ,4% Kraamafdeling ,0% Neonatale ,7% Geriatrie ,4% PAAZ ,5% Intensieve Zorgen ,2% Totaal ,2% Het aantal opnames in klassieke hospitalisatie kende in 2014 een uitgesproken groei. En zowel op de afdelingen geriatrie en PAAZ, als op de heelkundeafdelingen zagen we een sterke groei. Vooral voor deze laatste afdeling was de ingebruikname van 24 bedden voor kortverblijf (sinds 1 februari 2014) een belangrijke hefboom. Door die extra bedden kwam er ook op de afdeling inwendige geneeskunde wat meer opnamecapaciteit. Aantal verpleegdagen Aantal verpleegdagen Heelkunde ,0% Geneeskunde ,4% Kinder- en Jeugdgeneeskunde ,6% Kraamafdeling ,3% Neonatale ,4% Geriatrie ,3% PAAZ ,9% Intensieve Zorgen ,5% Totaal ,4% Het aantal verpleegdagen in klassieke hospitalisatie steeg minder sterk dan het aantal opnames. Dat zorgde voor een daling van de gemiddelde ligduur (van 6,57 in 2013 naar 6,33 in 2014). De bijkomende erkende bedden voor kortverblijf zorgden ervoor dat de bezettingsgraad daalde van 84,1 % in 2013 naar 79,1 % in Activiteit dagziekenhuis Aantal forfaits ,9% Aantal forfaits excl mini ,3% In 2014 werd het miniforfait afgeschaft en gedeeltelijk opgenomen in het BFM. Om een correct beeld te krijgen van de evolutie van de dagziekenhuisactiviteit, corrigeren we daarom de cijfers van de voorgaande jaren door de miniforfaits uit te sluiten. Het aantal dagziekenhuisforfaits bleef in 2014 dan nagenoeg gelijk. Herkomst van de opgenomen patiënten Deze tabel geeft een beeld van de regionale verdeling van het aantal patiënten dat de voorbije vijf jaar in klassieke hospitalisatie werd opgenomen. Aantal patiënten uit gemeente: Heusden-Zolder Koersel Houthalen-Helchteren Beringen Beverlo Leopoldsburg Paal Lummen Heppen Zonhoven Ham Hechtel-Eksel Andere Totaal Heusden-Zolder, Koersel en Houthalen-Helchteren zorgden voor ruim 55 % van onze rekrutering. Aantal bevallingen Na een dalend aantal bevallingen in de voorbije twee jaar, zagen we in 2014 opnieuw een stijging. We blijven wel nog ruim onder het uitzonderlijke jaar Aantal spoedgevallen Ambulant ,3% Gehospitaliseerd ,4% Totaal ,9% Aantal MUG-ritten Procentueel aandeel gemeente: 30% 29% 29% 28% 27% 14% 14% 14% 15% 15% 14% 14% 15% 15% 14% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 5% 6% 6% 5% 5% 5% 5% 5% 4% 4% 4% 4% 5% 3% 3% 3% 3% 3% 2% 2% 3% 2% 3% 2% 3% 2% 2% 3% 2% 2% 2% 1% 2% 1% 1% 1% 2% 1% 10% 10% 11% 10% 12% 100% 100% 100% 100% 100% Aantal bevallingen ,8% Aantal MUG-ritten ,9% Het totale aantal spoedgevallen nam toe met net geen 4 %. Opmerkelijk in vergelijking met de voorbije jaren is de sterke stijging van het aantal aanmeldingen op de spoedgevallendienst die aanleiding gaven tot een hospitalisatie. Het aantal MUG-ritten steeg beperkt met 0,9 %. We merken op dat de MUG in 2014 meermaals met technische problemen te kampen had. Aan het einde van het jaar namen we het nieuwe MUG-voertuig in gebruik. Dat moet nu tot een grotere bedrijfszekerheid kunnen leiden. JUNI 2015 INTRO 3

3 Aantal chirurgische ingrepen Algemene narcose ,0% Lokale ingrepen ,5% Totaal ,3% De OK-activiteit nam in 2014 beduidend toe. Dat stond rechtstreeks in verband met de extra bedcapaciteit van de afdeling kortverblijf. De stijging van de activiteit was het meest uitgesproken bij de ingrepen onder algemene narcose. Dit zijn bij uitstek ingrepen met een klassieke ziekenhuisopname. Andere cijfergegevens Aantal RX-onderzoeken ,2% Aantal labo-onderzoeken ,3% Het aantal RX-onderzoeken is na de daling van 2013, opnieuw gestegen. Het aantal labo onderzoeken bleef toenemen. Balans en resultatenrekening In 2014 sloten we voor het tweede jaar op rij af met een negatief resultaat. Met de voltooiing van de herconditioneringswerken, de erkenning van 24 extra CD-bedden, en de exploitatie daarvan onder de vorm van een afdeling kortverblijf, werd de basis gelegd voor een stabilisatie in de kostengroei en de verdere ontwikkeling van onze activiteit. We geven hier een overzicht van de evolutie van enkele belangrijke ratio s over de laatste vijf jaar. Vervolgens lichten we de balans en de resultatenrekening van 2014 toe en vergelijken we die met Enkele ratio s FINANCIEEL VERSLAG Liquiditeit Current Ratio 1,39 1,29 1,21 1,09 0,79 Liquiditeit Acid Ratio 1,34 1,24 1,16 1,06 0,75 Solvabiliteit (EV/TV) 37,01% 34,86% 32,71% 27,17% 27,67% BEDDENSTRUCTUUR Erkende bedden versus verantwoorde bedden Het SFZ beschikt sinds 22 juni 2009 over 244 erkende bedden. In de onderstaande tabel geven we weer hoe ze verdeeld zijn over de verschillende diensten. Sinds de invoering van het huidige financieringssysteem op 1 juli 2002 is echter het aantal verantwoorde bedden van belang voor de bepaling van het budget dat het ziekenhuis jaarlijks toekomt. Het aantal verantwoorde bedden wordt berekend op basis van de behandelde pathologie, in combinatie met de ernstgraad gedurende een bepaald jaar. Het aantal verantwoorde bedden in het SFZ nam in 2013 met drie bedden toe en ligt nu al jaren beduidend hoger dan het aantal erkende bedden. Erkende bedden vanaf 1/2/2014 Heelkunde 77 Geneeskunde 54 Kinder- en Jeugdgeneeskunde 15 Kraamafdeling 20 Geriatrie 48 Intensieve 9 PAAZ (30+15 vanaf 22/06/09) 45 Chirurgisch dagziekenhuis Totaal 268 Verantwoorde bedden 1/7/09-1/7/10-1/7/11-1/7/12-1/7/13-1/7/14-30/6/10 30/6/11 30/6/12 30/6/13 30/6/14 30/6/ Excel-data aanleveren, 60 aub De liquiditeitsratio s dalen jaar na jaar. In 2014 daalde die zelfs tot onder de 1. De solvabiliteitsratio vertoonde daarentegen een lichte verbetering in vergelijking met In 2014 werd een aanzienlijke inspanning geleverd om zowel de langetermijnschuld als de kortetermijnschuld af te bouwen. Het effect hiervan op de solvabiliteit ging deels verloren door het negatieve resultaat en de afschrijving op de kapitaalsubsidie. Daardoor daalde het eigen vermogen. Enkele ratio s Het netto bedrijfskapitaal zonder de vordering op VIPA werd negatief. Rekenen we daarentegen ook de vordering op VIPA (voor het nog te ontvangen kapitaaldeel van de gebruikstoelage)? Dan blijft er een bedrijfskapitaal van ruim 5,3 miljoen. Het negatieve resultaat van het boekjaar wijzen we integraal toe aan het overgedragen resultaat. Door de schulden verder af te bouwen zal de solvabiliteit verbeteren. De daling van de te betalen intresten en kapitaalaflossingen zal een positief effect hebben op de netto cashflow en het resultaat. Netto-bedrijfskapitaal (excl vordering op VIPA) Netto Cash-flow (CF-aflossingen) Overgedragen resultaat + reserves JUNI 2015 INTRO 5

4 Balans ACTIVA Codering Boekjaar 2014 Boekjaar 2013 Vaste activa 20/ , ,35 I. Oprichtingskosten , ,61 II. Immateriële vaste activa , ,24 III. Materiële vaste activa 22/ , ,67 IV. Financiële vaste activa , ,83 Vlottende activa 29/ , ,86 V. Vorderingen op meer dan 1 jaar , ,37 VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering , ,07 VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 40/ , ,30 A. Vorderingen voor prestaties 400/ , ,44 B. Overige vorderingen , ,86 VIII. Geldbeleggingen 51/ , ,07 IX. Liquide middelen 54/ , ,72 X. Overlopende rekeningen 490/ , ,33 TOTAAL DER ACTIVA 20/ , ,21 PASSIVA Codering Boekjaar 2014 Boekjaar 2013 Eigen vermogen 10/ , ,50 I. Dotaties, inbreng en giften in kapitaal , ,78 II. Herwaarderingsmeerwaarden 12 0,00 0,00 III. Reserves , ,00 IV. Overgedragen resultaat , ,21 V. Investeringssubsidies , ,51 VI. Sluitingspremies 18 0,00 0,00 VII. Voorziening voor risico's en kosten , ,82 Schulden , ,89 VIII. Schulden op meer dan 1 jaar , ,33 A. Financiële schulden 170/ , ,76 B. Handelsschulden 175 0,00 0,00 C. Voorschotten Ministerie van Volksgezondheid , ,57 D. Overige schulden 178/9 0,00 0,00 IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar 42/ , ,32 A. Schulden > 1 jr die binnen het jaar vervallen , ,30 B. Financiële schulden , ,36 C. Lopende schulden , ,95 D. Ontvangen vooruitbetalingen 46 0,00 0,00 E. Schulden m.b.t. belast., bezold. & soc. lasten , ,21 F. Overige schulden 47/ , ,50 Resultatenrekening I. Bedrijfsopbrengsten 70/ , ,18 A. Omzet , ,29 Verpleegdagprijs , ,87 Inhaalbedrag , ,01 Supplementen kamers , ,78 Forfaits conventies RIZIV , ,23 Opbrengsten nevenactiviteiten , ,87 Farmaceutische en andere producten , ,89 Honoraria , ,64 B. Geactiveerde interne productie , ,59 C. Overige bedrijfsopbrengsten , ,30 Bedrijfssubsidies 740 0,00 0,00 Overige 741/ , ,30 II. Bedrijfskosten 60/ , ,53 A. Voorraden en leveringen , ,80 1. Inkopen 600/ , ,93 2. Wijziging voorraad , ,87 B. Diensten en leveringen effectief , ,79 Vergoeding honoraria geneesheren , ,80 C. Bezoldigingen en sociale lasten , ,87 D. Afschrijvingen , ,50 E. Waardeverminderingen 631/ , ,67 F. Voorzieningen voor risico's en kosten 635/ , ,99 G. Overige bedrijfskosten 640/ , ,09 III. Bedrijfswinst 70/ , ,35 Bedrijfsverlies 64/70 IV. Financiële opbrengsten , ,00 A. Opbrengsten financiële vaste activa 750 0,00 0,00 B. Opbrengsten vlottende activa , ,62 C. Subsidies in kapitaal en intresten , ,38 D. Andere financiële opbrengsten 754/ , ,00 V. Financiële kosten , ,35 A. Kosten investeringsleningen , ,43 B. Kosten kredieten korte termijn ,41 142,41 C. Diverse financiële kosten 657/ , ,51 VI. Winst 70/ , ,70 Verlies 65/70 X. Overlopende rekeningen 492/ , ,24 TOTAAL DER PASSIVA 10/ , ,21 6 JUNI 2015 INTRO 7

5 Resultatenrekening VII. Uitzonderlijke opbrengsten , ,09 A. Terugneming van afschrijvingen 760 0,00 0,00 en van waardevermindering op IVA B. Terugneming van waardevermindering FVA 761 0,00 0,00 C. Terugneming van voorzieningen voor , ,40 uitzonderlijke risico's en kosten D. Meerwaarden bij de realisatie VA 763 0,00 0,00 E. Andere uitzonderlijke opbrengsten van het boekjaar 764/ , ,71 F. Opbrengsten m.b.t. vorige boekjaren , ,98 VIII. Uitzonderlijke kosten , ,69 A. Uitz. afschrijvingen en waardeverm. op , ,05 oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa B. Waardeverm. op financiële vaste activa 661 0,00 0,00 C. Voorzieningen voor uitz. risico's en kosten , ,01 D. Minderwaarden bij de realisatie van VA 663 0,00 0,00 E. Andere uitz. kosten van het boekjaar 664/ , ,45 F. Kosten m.b.t. vorige boekjaren , ,18 IX. Winst van het boekjaar 70/ , ,30 Verlies van het boekjaar 66/70 Korte bespreking van de balans en de resultatenrekening De balans Het balanstotaal daalde met ruim 9 miljoen van euro in 2013 naar euro in Aan de actiefzijde stegen de vaste activa met 2,55 miljoen euro. Enerzijds door een verdere stijging van het immaterieel vast actief, anderzijds door de verdere aangroei van het materieel vast actief. De vlottende activa daalden met 11,7 miljoen. Die daling situeert zich bij de geldbeleggingen en liquide middelen. Die werden aangewend om de investeringen van 2014 en de afbouw van schulden op korte en lange termijn te financieren. Aan de passiefzijde daalde het eigen vermogen met 1,84 miljoen euro. De financiële schulden op lange termijn daalden met 5,12 miljoen en de schulden op ten hoogste 1 jaar met 2,6 miljoen euro. De resultatenrekening In 2014 werd een negatief resultaat geboekt van euro. Vóór uitzonderlijke kosten en opbrengsten was het resultaat euro. De belangrijkste verklaringen voor het negatieve resultaat zijn: de stijging van de loonkost (0,82 miljoen) door een toename van het aantal FT-E s; de aangroei van de uitbetaalde honoraria, die hoger is dan de aangroei van de geïnde honoraria; de verdere toename van de afschrijvings- en financieringskosten, die vanuit het voorzichtigheidsprincipe mogelijk onvoldoende werden meegenomen in de raming van het BFM. In 2015 willen we aan elk van deze punten werken om het resultaat van de volgende jaren positief te beïnvloeden. 8