Capita Selecta Onderwijskunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Capita Selecta Onderwijskunde"

Transcriptie

1 Faalangst "een storm die woedt in je hersenen" Capita Selecta Onderwijskunde naam: Wouter J. Bokhove studienummer: Faculteit TNW juli 2001 Afdeling Technische Natuurkunde Technische Universiteit Delft

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Wat is faalangst? Oorzaken Gevolgen Signalen Begeleiden en voorkomen Bronnen...14 Bijlage 1 Tips voor leerlingen met faalangst Bijlage 2 Tips voor ouders Bijlage 3 Tips voor docenten en school Faalangst 2/22

3 1. Inleiding Iedereen is wel eens bang om fouten te maken. Bij de meeste mensen is dit een natuurlijke angst, een reactie van ons lichaam op dreigend gevaar, die heel positief kan werken. De spanning maakt dat je alerter, prestatiegerichter en strijdvaardiger bent en daardoor ook beter presteert. Dit werkt zowel bij een proefwerk als een belangrijke sportwedstrijd of een muzikaal optreden. Deze angst om te falen wordt dan ook positieve faalangst genoemd wegens z'n positieve effecten. Aan de andere kant kan iemand ook zo bang zijn om te falen dat hij of zij helemaal blokkeert. De spanning maakt dat je niet meer helder na kunt denken en je volledig dichtklapt of juist alles door elkaar gooit. Hierdoor presteer je dan veel slechter. Deze angst wordt dan ook negatieve faalangst genoemd wegens de negatieve effecten. Aangezien ongeveer tien procent van de leerlingen last heeft van faalangst wordt in deze Capita Selecta dieper ingegaan op wat voor elke docent belangrijk is om te weten over faalangst: wat is faalangst precies (zie hoofdstuk 2), waar wordt faalangst door veroorzaakt (zie hoofdstuk 3), wat zijn de gevolgen van faalangst (zie hoofdstuk 4), hoe kan ik als docent faalangst bij leerlingen constateren (zie hoofdstuk 5), wat kan ik als docent er aan doen en hoe kan ik als docent faalangst proberen te voorkomen (zie hoofdstuk 6)? Bij het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van verschillende bronnen op internet, waaronder de site van de Counselor van de Digitale School [3] en het boek 'faalangst op school' van Ard Nieuwenbroek e.a.[1]. "Iedereen kan nummer één zijn, dat is geen kunst. De kunst is uit te vinden waarin", Midas Dekkers Faalangst 3/22

4 2. Wat is faalangst? kenmerken Om faalangst beter te begrijpen (en dus beter te diagnosticeren) is het belangrijk om goed te weten wat faalangst precies is: faalangst is een vorm van angst. Een schijnbaar triviale opmerking, maar opgemerkt moet worden dat angst niet iets verkeerds is. Angst kan nut hebben en is vaak een overlevingsmechanisme. In het verkeer zorgt angst er voor dat je niet regelmatig in het ziekenhuis belandt bij het oversteken van een weg. De angst om te falen is voor vele leerlingen niet meer dan een manier om de risico's in te schatten van een bepaalde taak. Faalangstige leerlingen moeten leren de verlammende angst constructief te gebruiken. faalangst heeft een negatieve invloed op het leveren van (school)prestaties. Faalangst beïnvloedt het leven en de schoolresultaten van een leerling negatief. faalangst is een vorm van angst als toestand. Er bestaat een onderscheid tussen angst als eigenschap en angst als toestand. Leerlingen die alleen angst ervaren in bepaalde situaties kunnen faalangstig zijn, terwijl leerlingen die altijd last hebben van angstgevoelens en voor wie angst dus meer een gedeelte van de persoonlijkheid is, weliswaar geholpen moeten worden, maar niet voor faalangst. vormen Volgens Ard Nieuwenbroek is faalangst "blokkerende angst om te mislukken in taaksituaties. Daardoor presteert de cliënt onder zijn mogelijkheden qua cognitieve taken, sociale taken of motorische taken." Faalangst kan op verschillende vlakken optreden en zijn vaak erg specifiek. Er worden drie verschillende vormen van faalangst onderscheiden. cognitieve faalangst Deze vorm van faalangst slaat voornamelijk op opdrachten die te maken hebben met schoolwerk waar een beoordeling aan vast zit (b.v. reproduceren van kennis, toepassen van vaardigheden, aantonen van samenhang).een leerling kan beoordeeld worden door de docent, z'n klasgenoten, z'n ouders of zichzelf. Het kan zijn dat als de docent nieuwe leerstof aankondigt de leerling al last krijgt van klamme handen, hoofdpijn, buikpijn, enz. De concentratie wordt verstoord door de vrees dat iets niet gesnapt zal worden. Het vooruitzicht van een toets of overhoring zorgt voor een piek in de cognitieve faalangst. Vaak hangt de angst af van het schoolvak: een leerling heeft bijvoorbeeld wel last bij Engels, maar niet bij natuurkunde. sociale faalangst Deze vorm van faalangst slaat voornamelijk op angst bij contacten met anderen en komt voort uit de angst om afgewezen of negatief beoordeeld te worden. Leerlingen die last hebben van deze vorm van faalangst ervaren de school niet als een rustige, veilige plek en vinden het een ramp om een hele dag (in groepsverband) met andere leerlingen op te trekken. Sociaal faalangstige leerlingen zijn vaak bang voor kritiek, vinden het niet prettig om bekeken te worden tijdens het werk, zijn bang om niet geaccepteerd te worden en treden liever niet op de voorgrond. Deze leerlingen worden geremd in het contact leggen met anderen en hebben vaak weinig sociale vaardigheden. Ook bij sociale faalangst hangt de mate van angst af van de situatie: een leerling heeft bijvoorbeeld wel last van faalangst bij het in de rij staan bij de winkel en niet bij verjaardagsfeestjes; motorische faalangst Deze vorm van faalangst slaat voornamelijk op situaties waarbij een beroep wordt gedaan op het motorisch handelen. Leerlingen ondervinden hier last van bij bijvoorbeeld tekenen, handvaardigheid en lichamelijke opvoeding. Door de angst verkrampt het lichaam en is de leerling niet meer in staat een oefening uit te voeren. Deze drie vormen van faalangst komen ook in combinatie met elkaar voor: een leerling die een beurt voor de klas krijgt, herinnert zich niets meer van de theorie (cognitieve faalangst) doordat alle klasgenoten naar hem of haar kijken (sociale faalangst). Faalangst 4/22

5 Behalve verschillende vlakken waarop faalangst zich manifesteert zijn er ook twee verschillende manieren waarop door faalangstigen met faalangst wordt omgegaan: actief faalangstig: leerlingen die actief faalangstig zijn, werken hard, kunnen geen afstand doen van het werk en komen nauwelijks aan ontspanning toe. Deze leerlingen zijn vaak de populair bij docenten en de favoriet van de ouders. Vaak ook stampen deze leerlingen zich vol met feiten en conformeren ze zich aan wat de docent van hen verwacht, waardoor ze niet meer in staat zijn om creatief met hun kennis om te gaan en nauwelijks kritisch zijn. passief faalangstig: leerlingen die passief faalangstig zijn, stoppen met werken omdat ze niet geloven dat ze een goed resultaat zullen behalen, slapen veel en stellen het werken uit: hoe meer je je inspant, hoe groter de teleurstelling. "Ik heb liever dat ze me lui noemen dan dom." Faalangst werkt als een olievlek die zich langzaam uit spreidt. Waar een leerling in het begin alleen angstig is bij proefwerken Engels, breidt deze angst zich makkelijk ongemerkt uit naar de andere vreemde talen en vandaar naar de exacte vakken en de meer motorische vakken. Langzamerhand kan een leerling op deze manier last krijgen van alle drie de vormen van faalangst. Een vroege diagnose (zie hoofdstuk 5) is een dus noodzakelijk om het kwaad zo vroeg mogelijk te stoppen (zie hoofdstuk 6). Faalangst 5/22

6 3. Oorzaken I. Coomans zegt "faalangst is het geheel van fysieke, cognitieve en gedragsmatige reacties op een situatie waarbinnen men, naar eigen aanvoelen, een prestatie moet leveren die om een of andere reden belangrijk wordt geacht, en waarbij men de kans op mislukking reëel inschat." Faalangst treedt dus op in situaties waarbij iemand beoordeeld wordt of beoordeeld denkt te worden. Faalangst treedt vaak alleen op bij bepaalde situaties: bijvoorbeeld alleen bij proefwerken natuurkunde of alleen bij beurten voor de klas bij Engels. Aangezien de middelbare school vol zit met beoordeling is het niet zo gek dat juist op school faalangst veel voorkomt: tien procent van de leerlingen heeft last van faalangst. In een gemiddelde klas zitten dus gemiddeld meer dan twee leerlingen die leiden aan faalangst! De omgeving van een kind heeft een grote invloed op de ontwikkeling van het kind en daarmee op het zelfbeeld van het kind. Als een kind opgroeit in een gezonde, warme omgeving ontwikkelt het kind een positief zelfbeeld. Een negatief zelfbeeld kan worden veroorzaakt als het kind regelmatig negatieve ervaringen heeft. Het zelfbeeld bepaalt hoe een kind zich voelt en hoe z'n eigen mogelijkheden en beperkingen ervaren worden. Als een leerling regelmatig negatieve ervaringen heeft kan dit een negatieve invloed hebben op het zelfbeeld van de leerling. Deze leerling zal dan z'n eigen mogelijkheden kunnen gaan onderschatten en alleen nog maar letten op de negatieve ervaringen: tunneldenken. Alle positieve ervaringen zullen worden toegeschreven aan externe factoren (b.v. "het proefwerk was te makkelijk", "ik heb toevallig goed gegokt", etc.) en de negatieve ervaringen zullen worden toegeschreven aan interne factoren (b.v. "ik kan het gewoon niet", "ik snapte er niets van", etc.). Dit kan een proces worden dat zich eindeloos blijft herhalen waardoor de leerling uiteindelijk helemaal geen vertrouwen meer heeft in zichzelf en faalangst ontwikkelt. Het is dus van groot belang deze cirkel te doorbreken en dus de faalangstige leerling als zodanig te herkennen. Bij het zoeken naar de oorzaak van faalangst is het belangrijk om na te gaan waar die oorzaak ligt: thuis: de leerling voelt van huis uit een grote druk om goed te presteren en wordt zo bang om te falen. Hierbij komt het begrip loyaliteit kijken: kinderen hebben hun bestaan te danken aan hun ouders en zijn daardoor loyaliteit aan hen verschuldigd. Door deze loyaliteit, die voor kinderen vaak heel vanzelfsprekend is, kan faalangst gemakkelijk en onbedoeld ontstaan. Door allerlei uitspraken van ouders kunnen kinderen faalangst ontwikkelen. b.v. "Een examen was voor mij altijd het ergste dat ik mij voor kon stellen." Als een ouder zo'n uitspraak doet, kan het kind zich verplicht gaan voelen om examens ook niet leuk te gaan vinden en op zo'n manier kan een kind faalangst ontwikkelen. Ook uitspraken als "oma zou het prachtig gevonden hebben, als " kunnen kinderen het gevoel geven goed te moeten presteren. op school: de school, klas of docent is erg prestatiegericht. De leerling voelt dan vanuit school een grote druk om goed te presteren en wordt zo bang om te falen. Uit onderzoek is gebleken dat cultuurverschillen slechts een secundaire rol spelen bij het verklaren van faalangst. Het zelfbeeld van de leerling en de situaties waarin de leerling faalangstig is, zijn in de eerste plaats de zaken waarop gelet moet worden bij het verklaren van de faalangst. Als dit niet helpt, kan gekeken worden naar cultuurverschillen. Dit kunnen verschillen zijn tussen landen, maar ook binnen een land (b.v. de Randstad vs. het platteland) en tussen scholen bestaan cultuurverschillen: masculien vs. feminien: De Nederlandse onderwijscultuur is redelijk feminien (er is veel aandacht voor zwakke leerlingen, de gemiddelde leerling is de norm en vriendelijke docenten worden gewaardeerd), terwijl veel allochtone leerlingen een meer masculiene cultuur zijn gewend (de goede leerling is de norm, een docent draagt kennis en wijsheid over). machtsafstand: Met machtsafstand wordt bedoeld de mate waarin een hiërarchie bestaat op school: hoe spreek je de docenten aan?, kan je in debat gaan met je docent?, etc. Faalangst 6/22

7 individualiteit vs. collectiviteit: In sommige culturen bestaat een collectieve samenleving waarin je je meningen, normen en waarden aanpast aan de groep waar je deel van uitmaakt. In een individuele samenleving wordt je opgevoed tot een zelfstandige volwassene met een eigen mening. onzekerheidsvermijding: Sommige scholen kennen een heleboel structuur en duidelijkheid, terwijl op andere scholen veel minder duidelijkheid bestaat. Er bestaat dus een groot verschil in de mate waarin onzekerheden worden vermeden. kortetermijngerichtheid tegenover langetermijngerichtheid: Waar wordt de aandacht op gelegd: op resultaten op korte termijn (een proefwerk) of resultaten op lange termijn (het diploma of een bepaalde baan). Al deze cultuurverschillen kunnen ervoor zorgen dat leerlingen onzeker worden of zelfs faalangst gaan ontwikkelen. Faalangst 7/22

8 4. Gevolgen Faalangst kan voor leerlingen gevolgen hebben op verschillende gebieden: fysieke gevolgen, cognitieve gevolgen en gedragsreacties. Deze gevolgen kunnen plaats hebben tijdens alle fasen van de 'faalangst-aanval': voor, tijdens en ook na de toets. fysiek Vaak wordt bij faalangst de analogie getrokken met vecht-vlucht-situaties in het dierenrijk. Hierbij wordt faalangst gezien als natuurlijke reactie op gevaarlijke situaties. In het dierenrijk moet bij grote spanning gekozen worden tussen vechten en vluchten. Het lichaam (ook bij de mens) maakt zich in moeilijke situaties op om óf te vechten óf te vluchten. In beide gevallen maakt het lichaam zich klaar door: een snelle hartslag; een snelle ademhaling; afkoeling door middel van zweten; een zintuiglijke alertheid naar de buitenwereld (snel afgeleid); tijdelijk weinig pijn ervaren; gespannen spieren (trillen); een vertraagde of gestopte spijsvertering (vreemd gevoel in de maag en darmen); het geheugen en denken zijn uitsluitend gericht op het gevaar (er is geen theoretisch logisch denken meer) Bij faalangstige leerlingen wordt de grote spanning opgeroepen door de taak die ze moeten uitvoeren. Leerlingen moeten dan ook kiezen tussen vluchten (ziek melden of het werk uitstellen) en vechten (extra hard voorbereiden door nog meer te leren). In de hypothalamus wordt op dat moment het hormoon CRF gemaakt dat de productie van adrenaline en noradrenaline beïnvloedt. Zodra dit gebeurt, maakt het lichaam zich onmiddellijk klaar voor het vecht-vlucht-gedrag. Het effect bij leerlingen is natuurlijk duidelijk: het rationele denken wordt steeds moeilijker en de leerling voelt zich gespannen en angstig door de lichamelijke effecten (hartkloppingen, zweten, versnelde ademhaling, misselijkheid, dichtgeknepen keel, black-out). Het CRF stimuleert ook de productie van ACTH dat zorgt voor de productie van corticosteroïden. Deze hormonen zorgen er uiteindelijk voor dat het lichaam zich na ongeveer een half uur gaat herstellen van de vecht-vlucht-inspanning (ook als die niet geleverd is) door de spijsvertering te starten, een verhoogde eetlust en een sterk vermoeidheidsgevoel. cognitief Doordat het denken van de leerling wordt geblokkeerd kan het voorkomen dat een leerling helemaal niet meer kan nadenken. Deze leerlingen spreken na de toetsvaak van een blackout. Na de toets verdwijnt de adrenaline snel uit het bloed en komt het denkvermogen weer terug: de leerling weet nu alles weer waar het tijdens de toets niet op kon komen. Andere cognitieve reacties zijn: negatief voorspellen, doemdenken, negatief evalueren of juist extreem relativeren. gedragsreacties Door de grote spanning in het lichaam kan de leerling erg chaotisch te werk gaan, erg detaillistisch studeren, veel wiebelen, voortdurend onderbreken en weglopen, afdwalen met gedachten, etc. Faalangst 8/22

9 5. Signalen Een leerling die faalangstig is, kan herkend worden aan bepaalde signalen die de leerling uitzendt. De meeste van deze signalen zijn voor een docent duidelijk herkenbaar. fysiologische reacties Faalangstige leerlingen hebben vaak last van: zweten; trillen; misselijkheid; hoofdpijn; rode vlekken / blozen; koude handen en voeten; veel plassen; overbeweeglijkheid; black-out; een oppervlakkige ademhaling; adem inhouden; hartkloppingen; psychische reacties Faalangstige leerlingen hebben last van: piekergedachten; angst als toestand; gevoelens van agressie, teleurstelling en verdriet; gedragsreacties Sommige faalangstige leerlingen: vertonen gesloten gedrag: zijn stil, teruggetrokken en zonderen zich af; verbergen zich graag in de grote groep; hebben stroeve sociale contacten; vermijden intensief persoonlijk contact; hebben een in elkaar gedoken houding; zijn makkelijk te beïnvloeden door klasgenoten; maken moeilijk oogcontact / slaan ogen neer; zijn agressief, brutaal; doen stoer, clownesk; zijn onrustig, druk, nerveus; zijn onredelijk; hebben depressieve gedragingen; maken veel negatieve opmerkingen tegen zichzelf en anderen; stellen zich afhankelijk op (naar de docent): willen veel feedback; willen veel bevestiging; accepteren moeilijk complimenten; zijn overgevoelig voor kritiek; een droge mond; maagpijn; stotteren; gespannen spieren; slecht slapen; trillende stem; huilen; frunniken met de handen / tikken oid met voeten; geen hap door de keel krijgen; een 'dichtgeknepen' keel / niet kunnen praten. wanhoop; ongeconcentreerdheid; laag zelfbeeld; blokkering. vragen constant om hulp; vertonen vluchtgedrag: vermijden opdrachten en lopen ervoor weg; verzetten zich tegen opdrachten; vertonen destructief gedrag bij te hoge eisen; hebben een hekel als over de schouder wordt meegekeken; zijn zeer gevoelig voor de verwachtingen van belangrijke anderen; missen veel van nieuwe uitleg; kijken eerst hoe anderen het doen; kunnen moeilijk 'nee' zeggen; zitten erg lang op hun huiswerk; stampen de stof erin; raken in paniek als de vraag net iets anders; voeren opdrachten overdreven precies uit; schrijven slagen toe aan externe factoren; schrijven falen toe aan interne factoren; zijn nonchalant bij correcties; Faalangst 9/22

10 Bij toetsen zijn faalangstige leerlingen te herkennen doordat ze: veel om zich heen kijken; later beginnen dan de anderen; onrustig zijn; vaak met het moeilijkste beginnen; chaotisch werken; onrustig bewegen, bepaalde lichaamsdelen zijn overactief; in paniek raken bij tijdsdruk. Op school zijn het niet alleen de leerlingen die onder presteren maar ook leerlingen die juist erg perfectionistisch zijn die last kunnen hebben van faalangst. Deze laatste groep leerlingen mag van zichzelf geen fouten maken en is ook niet tevreden als het cijfer lager is dan een acht. diagnosticeren Natuurlijk hebben niet alle faalangstigen al deze kenmerken. Maar als een leerling veel van deze kenmerken vertoont, is de kans groot dat deze leerling last heeft van faalangst. Het is dan ook belangrijk om eerst zorgvuldig vast te stellen dat een leerling last heeft van faalangst voordat begonnen wordt met de begeleiding van deze leerling. Een nauwkeurige omschrijving van faalangst voorkomt dat het als verklaring gegeven wordt voor andere problemen. Faalangst kan niet zomaar als etiket geplakt worden op bepaald gedrag! Er zijn tenslotte ook andere oorzaken mogelijk waardoor een leerling slechter presteert dan verwacht: een gebrek aan capaciteiten of sociale vaardigheden. Ook kan kindermishandeling, een leerstoornis (b.v. dyslexie) of problemen thuis een rol spelen. Een goede diagnose zorgt er tevens voor dat leerlingen faalangst niet als excuus kunnen gebruiken voor een mislukt proefwerk. Een diagnose van faalangst kan gedaan worden door professionele hulpverleners (b.v. RIAGG) omdat de kennis op school vaak ontoereikend is. Er bestaan verschillende tests die voor het voortgezet onderwijs te gebruiken zijn om faalangst te signaleren: de Schoolvragenlijst (SVL); de Vragenlijst Studie Vaardigheden (VSV); de ZelfKonfrontatieMethode (ZKM); de Situatie Specifieke Angst Test (SSAT); de Prestatie Motivatie Test voor Kinderen (PMT-K). Een uitgebreide beschrijving van deze tests is te vinden in [1]. Faalangst 10/22

11 6. Begeleiden en voorkomen Als geconstateerd is dat een leerling faalangstig is, kan de begeleiding van deze leerling beginnen. Deze begeleiding is er op gericht om het zelfbeeld van de leerling weer positief te krijgen. Voor de verbetering van het zelfbeeld zijn drie groepen verantwoordelijk: de leerling zelf, de docenten & school en de ouders. Tevens zijn de hier gegeven tips een goede richtlijn ter voorkoming van faalangst bij daarvoor gevoelige leerlingen. leerlingen met faalangst Leerlingen met faalangst worden aangeraden een paar van de tips (bv. vijf) aan te strepen waarvan ze denken dat deze zouden kunnen helpen. Tevens moeten ze een strategie bedenken om de gekozen activiteiten ook werkelijk in de praktijk te brengen (bv. ze één voor één inoefenen en toepassen, elke dag na afloop nagaan in hoeverre je de nieuwe gedragingen hebt gebezigd of ergens in huis een papier ophangen met herinnerende teksten of symbolen). De tips zijn te vinden in bijlage 1. ouders Ook voor de ouders is er een rol weggelegd in de begeleiding van hun faalangstige kinderen. De tips voor ouders kunnen worden gevonden in bijlage 2. Belangrijk is om te onthouden dat een aanpak van faalangst geen enkele kans van slagen heeft zonder dat de ouders hierbij betrokken worden! docenten & school Faalangstige leerlingen moeten natuurlijk leren omgaan met onzekere situaties en faalangstonvriendelijke situaties. Dat is echter een proces dat heel lang kan duren. In de tussentijd is het goed om een vriendelijke en veilige sfeer in de klas te scheppen. Dit helpt niet alleen de faalangstige leerlingen maar voorkomt ook dat faalangst geïntroduceerd wordt bij daarvoor gevoelige leerlingen. Het motto in de klas zou moeten zijn "Fouten maken mag!". Niet alle faalangst is problematisch en niet alle faalangstige leerlingen ervaren faalangst als een probleem aangezien faalangst ook positieve effecten kan hebben (bv. de angst werkt stimulerend en de leerling blijft goed functioneren). Een leerling heeft in ieder geval hulp nodig als: de leerling zelf aangeeft dat het een probleem vormt; de leerling in zijn functioneren wordt beperkt; de huidige of toekomstige ontwikkeling van de leerling waarschijnlijk wordt geschaat. Hou ouder de leerling is, hoe beter de leerling aan kan geven of de faalangst een probleem vormt. Hoe jonger de leerling is, hoe meer je als docent moet afgaan op je eigen oordeel en dat van de ouders. Aangezien faalangst meestal begint als een klein probleem bij één docent/vak, heeft het de neiging uit te breiden naar andere docenten/vakken en ook naar buiten het schoolleven. Het is dus belangrijk om zo spoedig mogelijk in te grijpen bij een zich ontwikkelende faalangst. De docent kan hier van alles aan doen: Geef structuur, zekerheid, houvast, veiligheid en duidelijkheid; Zorg voor een vriendelijke sfeer; Let op je manier van feedback geven; Stel reële eisen; Geef het goede voorbeeld. Een uitwerking van deze tips is te vinden in bijlage 3. Aan de basis van al deze tips ligt het belang dat de leerling weer een positief zelfbeeld op moet bouwen en het gevoel moeten krijgen dat ze invloed kunnen uitoefenen op de dingen die hen overkomt. Om faalangst aan te pakken zijn behalve deze tips ook een paar andere hulpmiddelen beschikbaar: Relationeel communiceren: relationele communicatie is het uitwisselen van de bedoeling en het effect van boodschappen. Hierdoor maak je de invloed van de ander zichtbaar. v.b. docent: "Je hebt een goed cijfer voor je toets. Heerlijk! Iedere voldoende die ik geef, is een bloemetje in mijn agenda." Faalangst 11/22

12 Met zulke communicatie maakt de docent de invloed zichtbaar van zijn gedrag en dat is goed voor het zelfbeeld van de leerling. Het G-denken of Rationeel-Emotieve-Therapie (RET): Het G-denken probeert het gevoel van faalangst te rationaliseren: door invloed uit te oefenen op je denken kun je komen tot gedragsveranderingen. Het G-denken (Gebeurtenissen leiden tot Gedachten) bestaat uit vijf stappen die een faalangstige leerling moet doorlopen bij het aanpakken van faalangst. Het voorbeeld is afkomstig uit [1]. 1. Kijk naar de Gebeurtenis en wat het Gevolg ervan is De Gebeurtenis: ik heb een repetitie Het Gevolg (gevoel/gedrag): droge keel, buikpijn, trillende handen, verlies zelfvertrouwen. 2. Formuleer de Gedachten die leiden tot het Gevolg De Gedachten: Het zal wel weer een onvoldoende worden. Ik sla altijd dicht. Mijn ouders balen ervan als ik onvoldoendes haal. Ik ben minder dan mijn klasgenoten. Een onvoldoende is een ramp. 3. Ga na of de Gedachten waar zijn en of ze helpen # Het zal wel weer een onvoldoende worden. De kans is aanwezig. Wanneer je de zaken goed geleerd hebt, hoeft het helemaal niet, natuurlijk. Zeker is het pas wanneer je het blaadje met de onvoldoende terugkrijgt. # Ik sla altijd dicht. Het woordje 'altijd' maakt deze gedachte ongeloofwaardig. En daarbij: wat betekent dichtslaan? Dat je helemaal niets meer weet, of dat je veel niet meer weet? # Mijn ouders balen ervan als ik onvoldoendes haal. Weet je dat zeker? Uit deze uitspraak blijkt het niet, maar het kan waar zijn, natuurlijk. Maar wat betekent het eigenlijk 'als je ouders balen'? # Ik ben minder dan mijn klasgenoten. Zelfs wanneer jij de enige met een onvoldoende zou zijn, betekent dat niet dat je minder bent dan je klasgenoten. Hooguit gaat dit op voor deze ene toets. # Een onvoldoende is een ramp. Een onvoldoende is geen ramp. Bij rampen vallen doden en gewonden. 4. Vervang niet-helpende Gedachten door helpende Gedachten # Het zal wel weer een onvoldoende worden. Ik leer goed dus heb ik een goede kans op een voldoende. # Ik sla altijd dicht. Er zijn een aantal repetities waarbij ik niet ben dichtgeslagen. Waarom zou dat hier weer gebeuren? # Mijn ouders balen ervan als ik onvoldoendes haal. Ze zullen het vervelend voor me vinden, maar ze zullen er heus niet minder door van me houden. # Ik ben minder dan mijn klasgenoten. Een onvoldoende doet niets af aan al mijn andere klasgenoten. En waarom zouden klasgenoten mij beoordelen op schoolresultaten? Er zijn toch veel belangrijkere dingen! # Een onvoldoende is een ramp. Een onvoldoende kan ik compenseren. 5. Het ankeren van de beleving bij helpende Gedachten De mentor kan een leerling in een specifieke stemming brengen door de leerling terug te laten denken aan een waarop hij dat gevoel beleefde. Wanneer de leerling dat gevoel voldoende beleefd heeft, moet dit gevoel gekoppeld worden aan een bepaalde impuls (een kneepje, een woordje, ). Als dit gevoel op deze manier verankerd wordt, kan dezelfde impuls het gevoel weer terugbrengen vlak voor een proefwerk. Attributie: Hoe verklaart een leerling zijn succes of mislukking? Leerlingen met faalangst ontkennen vaak hun eigen invloed op het resultaat. Als het een goed resultaat is, schrijven ze dit toe aan externe factoren (b.v. "het proefwerk was makkelijk"), terwijl ze slechte resultaten aan interne stabiele factoren toeschrijven (b.v. "ik kan het gewoon niet"). Begeleiding moet erop gericht zijn om deze gedachten te veranderen en de invloed die de leerling zelf heeft te benadrukken en het zelfbeeld in een positieve zin veranderen. Het stellen van doelen: Begeleiding van faalangstige leerlingen moet ook gericht zijn op de doelen die leerlingen zichzelf stellen. Belangrijk is dat leerlingen zichzelf reële en haalbare doelen stellen. Deze doelen moeten ook concreet en meetbaar zijn (dus niet: "ik ga beter mijn best doen"), zodat de invloed van de leerling zichtbaar gemaakt kan worden. Faalangst 12/22

13 Omgaan met lichamelijke spanning: om de onvermijdelijke lichamelijke spanning van een faalangstige leerling te beheersen zijn allerlei oefeningen te doen: bijvoorbeeld ademhalingsoefeningen, spierontspanningsoefeningen en concentratieoefeningen. In [2] is een uitgebreide handleiding te vinden om faalangst zelf te overwinnen. Dit boek gaat weliswaar niet specifiek over leerlingen met faalangst in het voortgezet onderwijs, maar geeft wel een aantal methoden weer (waaronder bovengenoemde) om faalangst te overwinnen. Faalangst 13/22

14 6. Bronnen literatuur [1] Nieuwenbroek, A., Ruigrok, J., Vries, J. de, Faalangst op school, EPN, 1996 Handleiding voor leerkrachten en leerlingbegeleiders voor het onderkennen en aanpakken van faalangst bij leerlingen. [2] Nieuwenbroek, A., Ruigrok, J., Faalangst de baas, Kosmos-Z&K Uitgevers, 1996 Praktische handreiking om faalangst zelf te overwinnen. websites [3] de counselor van de Digitale School Een uitgebreide site met veel informatie o.a. over faalangst. instanties / personen [4] de onderwijstelefoon De onderwijstelefoon is voor leerlingen met problemen (ook bereikbaar via ICQ). Vaak een oplossing, altijd een opluchting [5] de kindertelefoon De kindertelefoon is er voor alle kinderen van 8 tot 18 jaar. Je kan hier gratis naar toe bellen voor een goed gesprek over problemen [6] de vertrouwenspersoon op school [7] de counselor op school [8] de huisarts [9] het RIAGG Faalangst 14/22

15 Bijlage 1 Tips voor leerlingen met faalangst Als het ernstig is en je wilt er graag vanaf: Wacht niet te lang met het bezoeken van iemand op je school die je professioneel kan helpen. Zoek naar een faalangstreductiebegeleider, gespecialiseerd leerlingbegeleider, counselor of vraag bij je mentor, coördinator, afdelingsleider, conrector of rector wie bij jou op school faalangstreductietraining aanbiedt. Weet dat angst een buitengewoon belangrijk hulpmiddel is voor de mens om te kunnen overleven. Wie geen angst kent, neemt veel te grote risico's. Dat wat jij ervaart als heel vervelend is eigenlijk een hele goede reactie van je lichaam op spanning (voor de toets of voor iets anders). Weet dat de vervelende lichamelijke sensaties als hartkloppingen, trillen, rood worden, zweverig worden, zweten, warm worden, misselijkheid, vreemd gevoel e.d. allemaal uitingen zijn die zo nuttige angst, die jou wil helpen om te overleven. Het onhandige is dat al die lichamelijke veranderingen bedoeld zijn om heel hard te vluchten of te vechten, terwijl jij juist stil moet zitten om een toets te maken of die spreekbeurt te houden. Zorg voor een duidelijk studieschema voor minstens enige weken vooruit en zorg dat je je eraan houdt! Stel NIET uit: uitstellen maakt dat je tijdschema's in de war raken, waardoor je uiteindelijk te weinig tijd hebt en daardoor slechtere cijfers gaat halen of je denkt dat je slechtere cijfers gaat halen. uitstellen roept vanwege dat tijdgebrek vaak grote spanning op als je uiteindelijk toch gaat leren. uitstel betekent dat je alles in één keer met te weinig tijd moet leren en dat helpt dus fantastisch om juist meer faalangst te krijgen. Heb positieve verwachtingen over jezelf. Zorg dat de eisen die je aan jezelf stelt niet te makkelijk zijn, maar wel haalbaar zijn zodat je ze met succes kunt afsluiten (en zodat je een volgende keer verwacht dat je het weer kunt). Leer jezelf om positief te denken i.p.v. negatief. Zoek in de bibliotheek of boekhandel naar zelfhulp-boekjes over faalangst-stressexamenvrees. Meestal geven die boekjes ook tips over hoe je jezelf met ontspanningsoefeningen van een heleboel spanning af kunt helpen. Noteer de positieve gedachten op kleine of grote al dan gekleurde kaartjes die je zodanig plaatst dat je ze vaak tegenkomt en leest. Maak een complimenten-successen-boekje waarin je elke dag een paar succesvolle gebeurtenissen noteert. Alleen wat goed gaat, mag er in komen. Lees het elke avond voor het slapen helemaal door en feliciteer jezelf dat er al zoveel wél goed gaat. Leer ontspanningsoefeningen ver voordat de toets of het spannende moment daar is. Train jezelf zo goed dat je met een enkel inwendig gesproken woordje (bv. "Ontspan je maar") jezelf al meer kunt laten ontspannen. Vermijd opgewonden groepjes die vóór of zelfs ín de toetsruimte nog van alles aan elkaar aan het vragen en vertellen zijn. Dit helpt je aan veel spanning en levert je bijna nooit iets op. Vertrouw maar op jezelf. Bestudeer af en toe zo'n opgewonden groepje voor de toets. Hoor ze met elkaar praten, zie hoe ze erbij staan, hoe ze bewegen. Maak als je klaar bent met het proefwerk een klein verslag over het nut van wat ze doen. Als je bij een toets een vraag niet weet: geen man overboord! Sla de vraag over. Grote kans dat je van de rest wel veel weet! Voel je je op een proefwerk of op het examen gespannen? Concentreer je even op je rug, je billen en de stoel. Voel de stoel. Zak er maar lekker in. Voel ook met je voeten waar de grond zit. Denk aan de aarde die jou op dat moment draagt. Ga dan dat proefwerk maar maken. Doe vlak voor of tijdens een spannende gebeurtenis de volgende oefening: Ga in gedachten naar een plaats waar jij je gewoonlijk goed en prettig ontspannen voelt. Faalangst 15/22

16 Kijk in gedachten om je heen. Luister naar de geluiden die daar zijn. Voel en ruik de omgeving. Voel je innerlijk tot rust komen. Zeg een positieve helpende gedacht tegen jezelf. Keer in jouw tempo terug naar de werkelijkheid van toets of huiswerk waarbij je de rust in jezelf vasthoudt. Stel jezelf realistische doelen. Natuurlijk wil je graag zo hoog mogelijk scoren, maar een zes is ook voldoende en als je voor alle andere vakken redelijke cijfers hebt, dan je kun je zelfs met een vijf of een vier nog wel slagen of over gaan. Oefen met het voorspellen van je cijfer: Voorspel je cijfer voor je gaat leren. Voorspel je cijfer nadat je het hebt geleerd. Voorspel je cijfer nadat je de toets hebt gehad. Vergelijk je voorspellingen met het cijfer dat je uiteindelijk echt krijgt. Herhaal het voorspellen vele malen en je zult merken dat je steeds preciezer al van te voren weet dat je het goed genoeg geleerd hebt. Voor je start met een proefwerk, tentamen of examen: Bepaal hoe jij die toets graag wilt maken, zoals bv. rustig, ontspannen, geconcentreerd, vol aandacht. Of op een andere door jou te bepalen manier. Stel je voor dat je dat nú al beleeft. Kijk in gedachten om je heen, hoor de geluiden die er dan zijn, doe wat je dan doet, voel hoe het voelt. Als het echt genoeg is geweest stop je met de verbeelding en ga je in het echt aan het werk. Als je maar vaak genoeg voorstelt hoe het kan gaan, dan heb je het al zoveel keer beleefd en dan is de kans dat het zo zal gaan ook veel groter. Als je blokkeert tijdens een proefwerk, stop dan even helemaal. Doe een ontspanningsoefening: Kijk even om je heen (maar niet zo dat de docent denkt dat je afkijkt!) Neem waar hoe groot het lokaal is Kijk wat voor weer het is ga dan verder met de volgende vraag. Later kun je de blokkerende vraag alsnog maken. Goede kans dat je hem dan meteen goed kunt beantwoorden. Zeg dingen tegen jezelf als: Ik heb mijn best gedaan, meer kan ik niet doen. Ik heb het goed geleerd, grote kans op een voldoende. Ik kan het, anders zat ik hier nu niet. Tijdens de overhoring thuis kende ik het heel goed, dus ik heb het goed genoeg geleerd. Ik kan beter rustig werken en dan misschien een enkele vraag niet af hebben dan te haastig werken en in alle vragen domme fouten maken. Iedereen maakt wel eens een fout. Dan kun je nog steeds een goed cijfer halen. De fouten uit het verleden vormen de wijsheid van het heden. Ik heb dit heel goed voorbereid, ik weet er meer van dan alle anderen in de klas (bij een spreekbeurt). Zorg dat je uitgerust en fit bent. Het helpt meestal niets meer om de avond of nacht tevoren nog heel lang door te werken en je wordt er wel zó moe van dat je angsten de volgende dag nog gaan uitkomen ook. Fit en uitgerust werken je hersenen ook het beste. Ga, in plaats van té lang doorwerken, lekker sporten of wandelen. Beweging is altijd goed om spanning te verminderen. Een rondje snelwandelen in de pauze helpt ook heel goed. Wees NIET gehaast. Maan jezelf tot rustig doorlezen van de vragen, tot rustig vertellen van je spreekbeurt. Haast leidt onvermijdelijk tot onnodige vergissingen. Blijf niet piekeren over iets wat je niet weet. Dat gaat ten koste van de andere vragen: beter één vraag niet af, dan alle vragen afgeraffeld. Schrijf in elk geval iets op. Gok maar! Dat verhoogt je kansen. Niet geschoten is altijd mis! Stel reële eisen aan jezelf. Wees niet te perfectionistisch. 100% volmaakt bestaat niet en als je dat dus nastreeft, dan zul je altijd mislukken. Wees tevreden met 70 of 80 procent. Faalangst 16/22

17 Vraag eens aan een medeleerling die wel rustig is bij proefwerken: "Hoe doe je dat nou om je niet op te winden en niet gespannen te raken?" Vraag flink door. Pas dezelfde technieken toe bij jezelf. Wees rustig bang, maar doe het toch. Ofwel: Ook als je er geen zin in hebt, als je je misselijk voelt alleen al bij de gedacht aan die toets, dat proefwerk of die spreekbeurt, ga dan toch door. Help jezelf met rustgevende gedachten of een ontspanningsoefening. (Want door vermijden ga je uitstellen en andere dingen doen, en door uitstel krijg je nog meer faalangst). Faalangst 17/22

18 Bijlage 2 Tips voor ouders Neem het angstgevoel serieus (dus niet: Stel je niet aan, Wat een onzin, Doe nou gewoon ) zonder zelf bezorgd te worden. Geef het kind veiligheid: complimenteer het en applaudisseer voor alle kleine en grotere successen. Veel feedback geven over de vorderingen. Ook kleine stapjes voorwaarts benomen. NIET melden wat er nog niet goed gaat. Veel feedback en terugkoppeling over gedane zaken. Liefst positief en evt. op verbetering in de toekomst gericht. Dus: Je hebt al vijf plaatsen goed, zoek de andere nog eens op in de atlas. Dus: erbij vertellen HOE ze evt. fouten verbeteren kunnen. Je gedraagt je versus je bent : Bij fouten: WEL taakgerichte kritiek (vertellen hoe het wel moet) en beslist GEEN persoonsgerichte kritiek (Wat ben je toch stom ). Bij succes: Hetzelfde. Met name het benoemen van hoe het kind zelf invloed had op dit succes geeft zelfvertrouwen en een toenemend geloof in toekomstig succes. Geef Ik-boodschappen ipv Jij-boodschappen Besef dat het kind (nog) niet anders kan en wees daarom NIET ongeduldig en NIET geïrriteerd en NIET agressief en WEL vriendelijk. Laat ze ook los, geef ze de kans te oefenen en te experimenteren. Al te beschermend zijn geeft het kind de indruk dat hij het 'dus' niet zelf kan. We noemen dat "aangeleerde hulpeloosheid". Geef uw kind keuzemogelijkheden (bv. Wat gaan we vanmiddag doen, hoe wil jij je kamer inrichten, wanneer zullen we, ) Laat ze uitdagingen zoeken in minder bedreigende situaties. Stimuleer het kind om toch de dingen te ondernemen die het spannend vindt. Eventueel in kleine stapjes onderverdelen. Help daarbij wel met tips, duwtje in de rug, vertrouwen dat hij het kan, advies, e.d. Geef de grenzen van wat helder en duidelijk moet zijn. Ook kleine successen leiden tot veel zelfvertrouwen. Geef gewoonlijk geen kant en klare oplossingen maar laat het kind vragenderwijs zelf zijn oplossingen ontdekken. Vertel het kind niet de antwoorden, maar leer het om zelf antwoorden op vragen te vinden, bv. in eenwoordenboek, encyclopedie, bibliotheek, door logisch nadenken, Als je het kind overhoort, controleer dan of het ook begrip heeft van en inzicht in de stof. Dus dat het niet alleen feiten of hele zinnen letterlijk maar uit het hoofd geleerd heeft en nu zonder nadenken gewoon opdreunt. Blijf zelf ik elk geval volledig rustig als het kind toch zenuwachtig is of mislukkingen ervaart. (in tegenstelling tot "Nu weet ik het ook niet meer", "Weet je zeker dat je het echt heel goed geleerd hebt?"). Wees heel precies in opdrachten aan en wensen t.a.v. het kind. Wat moet ze precies doen? Geef vertrouwen! Geloof in het kind dat hij het kan. Geef uw kind regelmatig gelegenheid initiatief te nemen en zelfstandig te opereren. Geef daarover zeer positieve feedback (zodat het kind NIET ALLÉÉN voor jou graag iets doet omdat het ALLEEN DÁN de ouderlijke goedkeuring krijgt). Op school moet het kind ook alleen en zelfstandig initiatief nemen en opereren. Dat kan het ook thuis leren. Andere zaken dan leerprestaties zijn ook van belang. Modelgedrag: Laat ze zien dat jij ook weleens iets fout doet en hoe je daarmee omgaat: relativeren, de wereld vergaat niet, volgende keer beter. Vertel over vroeger en hoe je er zelf wel last van had en wat je dan deed om het op te lossen. Maak duidelijk dat jouw kind niet de enige is. Stel reële eisen aan het kind. Ondervraag niet, maar wees ook niet te makkelijk. Help uw kind reële eisen aan zichzelf te stellen! Zorg voor reële positieve verwachtingen. (Pas op: dus niet zeggen: "Het lukt wel" als de taak of het niveau echt te hoog gegrepen is) Vermijd meegaan in negatieve verwachtingen. Oorzaken van slagen bij het kind leggen, oorzaken van falen in de buitenwereld zoeken. Het aandurven van nieuwe situaties belonen. Faalangst 18/22

19 Vluchten uit situaties NIET belonen, NIET afkeuren, wel vertellen dat ze beter kunnen volhouden en waarom. Kinderen accepteren zoals ze zijn, onafhankelijk van hun prestaties en succes of zgn. 'mislukking'. NIET er van uit gaan dat het bij een bepaald vak - een bepaalde situatie toch niets meer zal worden omdat het een paar keer niet goed ging. Niet vergelijken met klasgenoten/leeftijdgenoten. Wel vooruitgang ten opzichte van zichzelf waarnemen en benoemen. Help kinderen tijdschema's te maken voor huiswerk, schoolwerk en hobby's. Uitstellen van leren leidt al gauw tot paniek. Pauzes om even iets anders te doen zijn daarin ook heel belangrijk. Zorg voor evenwicht tussen leren en ontspanning. Sport en andere leuke dingen doen zijn essentieel om de spanning te kunnen laten wegvloeien. Met betrekking tot de Faalangst-situatie: Elk klein miniem stapje vooruit benoemen en bekrachtigen met complimenten. Eventueel de schaalvraag gebruiken: Op een schaal van 0 tot 100 waar sta je nu? Wat is het kleinste stapje vooruit waaraan jij zou merken dat het probleem iets minder is? Waar stond je vorige week? Hoe deed je dat om deze week hoger uit te komen? Samen met de leerkrachten van uw kind: Maak een complimenten-successen-boekje waarin op school elke dag een paar successen worden genoteerd. Laat je het kind elke dag mee naar huis nemen. Neem het boekje elke dag ter hand en prijs je kind uitgebreid voor de behaalde successen. Geduld, geduld, geduld! Faalangst 19/22

20 Bijlage 3 Tips voor docenten en school Geef structuur, zekerheid, houvast, veiligheid: Geef zekerheid over toekomstige gebeurtenissen, laat ze vast wennen aan veranderingen. Geef een programma per les of lessenserie (bv. studiewijzer) Verdeel opdrachten in stapjes. Bespreek de stappen afzonderlijk en heel precies. Geef de stappen als apart opdrachten. Geef extra uitleg indien nodig. Geef ze veel informatie bv. over rapporten, beoordeling, cijfervaststelling, overgangsnormen, e.d. Wees heel duidelijk over de proefwerken: wat te leren, hoe te leren, welke inhoud, wat voor soort vragen? Geef eventueel oefenproefwerken waarvan het cijfer niet meetelt (variant: alleen meetelt als het een voldoende is). Geef de leerlingen ruim de tijd. Biedt herkansingsmogelijkheden. Oefen met toetsprognoses - schatten van cijfers vooraf. Wees duidelijk over werkvormen en gewenst gedrag in de klas. Wees precies over de gewenste vorm en uitvoering van opdrachten. Doe voor! Wees duidelijk over de manier waarop het huiswerk dient te worden geleerd/gemaakt. Wees helder in wat mag en wat niet. Spreekbeurten eventueel niet voor de klas houden, maar individueel of in kleine groepjes. Opstellen niet voor de hele klas voorlezen. Spreekbeurten eventueel van tevoren doornemen en tips en hulp aanbieden. Ruim van tevoren je les- en toetsprogramma aankondigen. Ze eventueel zelf laten kiezen voor het moment van overhoring of proefwerk. Geef voldoende gelegenheid om zelfstandig (evt. kleine) prestaties te leveren. Heb positieve verwachtingen over de leerling (De leerling leest dat gegarandeerd trefzeker af uit uw non-verbale mimiek en gedrag en reageert daarop). Verklein of vereenvoudig eventueel opdrachten zodat je congruent positief kunt blijven. Zorg dat de leerling de tijd krijgt van andere leerlingen om ook tot een antwoord of activiteit te komen. Zorg dat de klasgenoten ook positief zijn naar het kind, althans in elk geval niet negerend of afkeurend of tevoren al ontmoedigend over de te verwachten prestatie. ("Jij haalt toch weer een onvoldoende", "Jij kan dat toch niet") Leer de leerling dat hij niet alles perfect hoeft te kennen/kunnen. Ga bij succes heel geleidelijk, afhankelijk van de vorderingen van de leerling, de begeleiding en speciale maatregelen voor de leerling verminderen. Als de leerling in de klas uitgelachen wordt, neem dan stelling en grijp in middels gesprekken en het vaststellen van een klassenregel: "dat we elkaar niet uitlachen". Vriendelijke sfeer De faalangstige leerling is bang voor falen en de afkeuring die daarmee gepaard zou kunnen gaan. Hoe minder angst voor die afkeuring hoe minder faalangstig! Fouten maken mag! Geef positieve feedback. Vertel nadrukkelijk wat goed ging, wees heel erg voorzichtig met wat mis ging. Geen irritatie, cynisme, sarcasme, boosheid! Gebruik woorden en zinnen die de leerling ook tegen jou zou mogen zeggen. Let op je non-verbale boodschappen Een bepaalde manier van staren wordt soms al angstig gevonden Boos kijken Boos praten En als docent hoef je dat helemaal niet zo te bedoelen om toch een ongewenst effect bij de leerling op te roepen. Manier van feedback geven: Faalangst 20/22

21 Zorg dat de leerling successen kan boeken door: het aanpassen van het: niveau tempo inhoud van de opdracht Het geven van: extra hulpmiddelen extra voorbeelden extra uitleg Geef vaak en precieze feedback duidelijk en precies: "Je hebt blz.6 onderdeel 2 nog niet goed genoeg geleerd" i.p.v. "Je hebt blz. 6 niet geleerd". Niet alleen of iets goed of fout is, maar ook waarom iets goed of fout is. taakgericht: "Zorg dat je een volgende keer ook zo'n plaatje goed bestudeert" i.p.v. "Wat ben je weer stom geweest dat je dat plaatje hebt overgeslagen". "Lees die zin nog eens door" i.p.v. "Denk toch eens na " Zo snel mogelijk toetsresultaten teruggeven. Kijk toetsen na op de manier van: zoveel antwoorden goed i.p.v. zoveel fout. Lees de cijfers niet hardop voor en al helemaal niet in volgorde van hoog naar laag! Laat merken dat je de inspanningen van de leerling hebt waargenomen, ook als het cijfer wat minder is. Vraag hoe het kind iets doet, zodat je bij kunt sturen. Leer het kind positieve dingen over zichzelf zeggen. Oefen met kritiek krijgen en toch overeind blijven: Praat erover als het gebeurt Vertel een verhaal of metafoor waarin kritiek toch heel goed ontvangen wordt Doe rollenspellen Houd een klassengesprek over 'tegen kritiek kunnen' Oefen op dezelfde manier met complimenten krijgen en accepteren. Samen met de ouders: Maak een complimenten-successen-boekje waarin op school elke dag een paar successen worden genoteerd. Geef het mee naar huis. Spreek tevoren met de ouders af dat ze het boekje elke dag ter hand nemen en het kind uitgebreid prijzen voor de behaalde successen. Doe - voor zover van toepassing - alles wat in de 'tips voor ouders' staat. Stel reële eisen: De leerling stelt zichzelf vermoedelijk al te hoge eisen. Doe daar als docent NIET aan mee, want elke teleurstelling is voor de leerling het bewijs dat hij het inderdaad niet kan. Zorg dat de leerling succes kan behalen met kleine en grote dingen. Oefen met toetsprognoses - schatten van cijfers vooraf, zodat de leerling reëel naar zichzelf kan gaan kijken. "Dit kan ik wel, dat kan ik (nog) niet". Misschien is voor deze leerling voor dit vak een 5 wel een prachtig cijfer. Overleg met de leerling wat zijn (reëel haalbare) doel is en wees vol lof als dat gehaald wordt. Spreek alleen positieve verwachtingen uit. Geef het goede voorbeeld: Geloof in jezelf. Verwacht positieve dingen van jezelf. Geef voorbeelden van oplossingen in bv een poppenspel een rollenspel een dramales een metafoor of gewoon een verhaal Herkader opmerkingen van leerlingen in positieve richting (Dat lukt me nooit Ik heb er alles aan gedaan dus de kans is groot dat het goed gaat, dus als het niet gaat dan heb ik pech.) Faalangst 21/22

22 Zoek met de leerlingen naar meer reële gedachten in plaats van de angstgedachten die ze meestal hebben. Help ze een studieschema te maken, alles in kleine stapjes op te delen (Dan zien ze dat er nog voldoende tijd is en gaat het slapen beter) Verzuchtingen van faalangstige kinderen: Alsjeblief niet over de rug meelezen tijdens toetsen. Niet te vaak de tijd aangeven tijdens toetsen - Niet telkens het einde aankondigen: Nog 10 min., nog 5 min., nog 2, nog 1 Geen dingen zeggen als: "Je hebt het niet geleerd" als ze een slecht cijfer hebben. Goede kans dat deze leerling zich kapot heeft geleerd. "Je zit niet op te letten" als een leerling een vraag niet meteen kan beantwoorden. Zij kan het ook gewoon niet weten. "Zo kan je niet verder". "Dit moet volgende keer beter" Trek dus niet te snel conclusies op basis van de resultaten! Faalangst 22/22

7Omgaan met faalangst

7Omgaan met faalangst DC 7Omgaan met faalangst 1 Inleiding Faalangst kan jouw leerprestaties behoorlijk in de weg staan. In dit thema lees je iets over de oorzaken van faalangst en geven we je tips om ermee om te gaan. De inhoud

Nadere informatie

Tips voor Docenten & School

Tips voor Docenten & School Tips voor Docenten & School Natuurlijk zou het goed zijn als faalangstige leerlingen zouden leren om ook met onzekere situaties en een faalangstonvriendelijke omgeving goed om te gaan. Dat is echter niet

Nadere informatie

Faalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers

Faalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers Faalangst Informatie en tips voor ouders en verzorgers Wat is faalangst? Faalangst is angst die optreedt in situaties waarin er bepaalde prestaties van uw kind worden verlangd. Het is de angst om niet

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

1Wat is examenvrees eigenlijk?

1Wat is examenvrees eigenlijk? 8 1Wat is examenvrees eigenlijk? Lars is bang voor spinnen. Toen hij de foto op dit werkboek zag, kreeg hij kippenvel en ging hij anders ademhalen. Toen we Lars vroegen of de spin hem kon bijten, riep

Nadere informatie

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen 11 1Help: faalangst! Karel heeft moeite met leren. Dat zal wel faalangst zijn! zegt iemand. Een gemakkelijk excuus, want Karel is wel erg snel klaar met zijn huiswerk. Ellen, die ook moeite heeft met leren,

Nadere informatie

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd.

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd. ZELFVERTROUWEN Zelfvertrouwen is het vertrouwen dat je in jezelf hebt. Zelfvertrouwen hoort bij ieder mens en het betekent dat je een reëel zelfbeeld hebt, waarin ruimte is voor sterke kanten, maar ook

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Wees duidelijk tegen je klanten

Wees duidelijk tegen je klanten Ronald Dingerdis Wees duidelijk tegen je klanten 3 In onze training Klantgerichtheid en communicatie vroeg een cursist me onlangs of je tegen je klant kan zeggen dat hij extreem vervelend is. Dat hij onredelijk

Nadere informatie

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE op 14 NOVEMBER 2006 IN OLV-college Ilse Dewitte overdonderde het publiek (meer dan 200 ouders en leerkrachten waren aanwezig!) al meteen met een onmogelijke opdracht.

Nadere informatie

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST?

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST? HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST? Faalangst kan omschreven worden als de angst om te mislukken in situaties waarin men beoordeeld wordt (of denkt beoordeeld te worden) en de behoefte om mislukkingen

Nadere informatie

Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN?

Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN? Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN? Opzet Workshop 1 Testje 2 Achtergrond van faalangst 3 Tips en aanpak voor de dagelijkse praktijk 4 Faalangst en het staatsexamen 5 Rondvraag/conclusie 1

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

informatiebrochure Faalangstreductie training (frt) Examenvreesreductie training (evt) Sociale vaardigheid training (sova)

informatiebrochure Faalangstreductie training (frt) Examenvreesreductie training (evt) Sociale vaardigheid training (sova) informatiebrochure Faalangstreductie training (frt) Examenvreesreductie training (evt) Sociale vaardigheid training (sova) Faalangstreductie training (frt) Wat is faalangst? Het zal je maar gebeuren..

Nadere informatie

Les 13: Leren en emotie (2) Controle over je gevoelens

Les 13: Leren en emotie (2) Controle over je gevoelens Les 13: Leren en emotie (2) Controle over je gevoelens Waarom moet ik controle krijgen over mijn gevoelens? Door negatieve ervaringen, gedachten of gevoelens kan het leren blokkeren. Als dit vaak gebeurt,

Nadere informatie

Toelichting bij de MZO screening voor ouders

Toelichting bij de MZO screening voor ouders Toelichting bij de MZO screening voor ouders 1 Copyright 2014 Bureau Perspectief Amsterdam Zie voor meer informatie www.motivatiezelfonderzoek.nl 2 De schalen van de MZO screening De MZO screening is gericht

Nadere informatie

Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps

Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps Wat halen ze in hun hoofd? Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps Dit zijn ze nou.. 3 Fasen Vroege adolescentie Midden adolescentie Late adolescentie Doelstellingen Kennismaking met informatie over

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Faalangst. Spreken in het openbaar Waar herken je faalangst aan?

Faalangst. Spreken in het openbaar Waar herken je faalangst aan? Spreken in het openbaar Waar herken je faalangst aan? Wanneer deze spanning een negatieve invloed heeft zou je het liefst willen vluchten, onzichtbaar willen zijn. De omgeving maakt dit niet mogelijk:

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Faalangst en rekenen. Agenda. 22 februari 2012 13.30 16.00 uur. Berber Klein b.klein@vu.nl

Faalangst en rekenen. Agenda. 22 februari 2012 13.30 16.00 uur. Berber Klein b.klein@vu.nl Faalangst en rekenen 22 februari 2012 13.30 16.00 uur Berber Klein b.klein@vu.nl Agenda 1. Introductie 2. Wat is faalangst 3. (faal) angst bij rekenen 4. Oorzaken van angst bij rekenen 5. Gevolgen van

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Wat is assertiviteit en hoe kan het je helpen met je persoonlijke wellness?

Wat is assertiviteit en hoe kan het je helpen met je persoonlijke wellness? Wellness Ontwikkelings Activiteit Assertief zijn Hoe deze techniek je leven kan verbeteren Voordelen Meer zelfvertrouwen Meer geloof in je eigen kunnen Eerder nee durven te zeggen Vermindering van Weinig

Nadere informatie

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost Beantwoord eerst de volgende vragen: 1. Welke inzichten heb je gekregen n.a.v. het vorige deel en de oefeningen die je hebt gedaan? 2. Wat heb je er in de praktijk mee gedaan? 3. Wat was het effect op

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

We voelen ons allemaal wel eens ongerust, angstig, gespannen of gestresst. Daar is vaak een reden voor.

We voelen ons allemaal wel eens ongerust, angstig, gespannen of gestresst. Daar is vaak een reden voor. 220 denk goed voel je goed Angst de baas worden We voelen ons allemaal wel eens ongerust, angstig, gespannen of gestresst. Daar is vaak een reden voor. Iets nieuws of iets moeilijks doen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden zelfstandig leren Leren leren is veel meer dan leren studeren, veel meer dan sneller lijstjes blokken of betere schema s maken. Zelfstandig leren houdt in: informatie kunnen verwerven, verwerken en toepassen

Nadere informatie

25-9-2014. Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

25-9-2014. Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan. Compaen pakt aan. Ik weet hoe ik jou kan bereiken Versterk je leerkracht: Hoe bereik ik de kinderen in mijn klas? 19 maart 2014 Jelte van der Kooi trainer/ adviseur schoolbegeleider

Nadere informatie

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS WWW.PESTWEB.NL DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS Kinderen en jongeren willen je hulp, als je maar (niet)... Wat kinderen zeggen over pesten Kinderen gaan over het algemeen het liefst met hun probleem naar hun

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Faalangst. Faalangst algemeen begeleidleren.be 1/6

Faalangst. Faalangst algemeen begeleidleren.be 1/6 Faalangst Wat is angst? Angst hoort bij het leven en het is voor iedereen een bekend verschijnsel. Normale angst is voor kinderen meestal goed te hanteren. Angst heeft een beschermende functie, het houdt

Nadere informatie

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL Stationsstraat 81 3370 Boutersem 016/73 34 29 www.godenotelaar.be email: directie.nobro@gmail.com bs.boutersem@gmail.com HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL 1. Het standpunt van de school: Pesten is geen

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Wat is faalangst? Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor:

Wat is faalangst? Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor: Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor: Wat is faalangst? Het mislukken op zich en de gevolgen ervan. Teleurstellen van de

Nadere informatie

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst SIPP persoonlijkheidsvragenlijst Deze vragenlijst bestaat uit een aantal stellingen. Deze stellingen hebben betrekking op de laatste 3 maanden. Door per stelling aan te geven in hoeverre u het hier bent,

Nadere informatie

Oefening buikademhaling

Oefening buikademhaling Omgaan met stress Oefening buikademhaling Adem langzaam in gedurende drie tellen (door je neus) Adem langzaam uit gedurende vijf tellen (door je mond) Leg je hand op je buik om te voelen of je buik beweegt:

Nadere informatie

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten Samenvatting op kaarten 16 kaarten met samenvattingen van de inhoud van de module, psychoeducatie over een Lichte verstandelijke Beperking (LVB) voor cliënten en hun naasten. De kaarten 1 14 volgen de

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching Speciaal voor jou! De leergierige scholier Huiswerk tips! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching Schipperswijk 10 9665PM Oude Pekela tel: 06-10318833 info@moniquecoachtkids.nl www.moniquecoachtkids.nl

Nadere informatie

PERFECTIONISME. www.berenvanjouwweg.nl info@berenvanjouwweg.nl Boomstraat 127A, 5038 GP Tilburg, 06-154 08 602

PERFECTIONISME. www.berenvanjouwweg.nl info@berenvanjouwweg.nl Boomstraat 127A, 5038 GP Tilburg, 06-154 08 602 PERFECTIONISME overgenomen uit; Teaching gifted kids in the regular classroom. Susan Winebrenner, free spirit, 2001. Vertaald en aangepast door Marita van den Hout, 2011, Beren van jouw weg. Het zal u

Nadere informatie

Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2015-2016

Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2015-2016 Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2015-2016 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 4 4. TRAINING... 5 5. ORGANISATIE... 5 Handboek Leerlingbegeleiding

Nadere informatie

Slaapproblemen? Gezonde slaap

Slaapproblemen? Gezonde slaap Dit is een folder van www.orthoconsult.nl geschreven door dhr. drs. Ard Nieuwenbroek, trainer/ therapeut bij Ortho Consult. Deze folder is op een aantal punten aangepast en aangevuld door de stressbegeleiders

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. -----

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. ----- Test: Je persoonlijke afweerprofiel Met de volgende test kun je bepalen welk afweermechanisme je het meest gebruikt. Iedereen gebruikt alle afweervormen, maar er bestaan verschillen in de frequentie waarmee

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. 2 5 Ik hoef niet aangespoord te worden om mijn taken te maken. Niemand hoeft mij te zeggen

Nadere informatie

Oefeningen om om te gaan met moeilijke momenten. Algemeen. Overzicht:

Oefeningen om om te gaan met moeilijke momenten. Algemeen. Overzicht: Oefeningen om om te gaan met moeilijke momenten Algemeen In dit document vind je een overzicht terug van oefeningen die je kan doen om de psychologische vaardigheden te versterken en de deelnemers te ondersteunen

Nadere informatie

Kenmerken van werkstress en werkplezier en tips en handreikingen

Kenmerken van werkstress en werkplezier en tips en handreikingen Kenmerken van werkstress en werkplezier en tips en handreikingen Ten aanzien van de kenmerken van de gevolgen van werkstress werkplezier wordt een viertal categorieën onderscheiden, t.w. 1. emotionele

Nadere informatie

Voormeting kandidaat

Voormeting kandidaat K1 Voormeting kandidaat Beste kandidaat, Het CBR is aan het onderzoeken of het nieuwe faalangstexamen voldoet aan de verwachtingen en aan de eisen van de minister van Verkeer en Waterstaat. Dit onderzoek

Nadere informatie

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. Bij SNAP leren we ouders en kinderen vaardigheden om problemen op te lossen en meer zelfcontrole te ontwikkelen. Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. SNAP (STOP

Nadere informatie

E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES. kinderen en Emoties 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES

E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES. kinderen en Emoties 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES VOORWOORD In 2016 schreef ik de Gids over emoties bij kids 80 praktische tips. Mijn kennis en ervaring blijft zich echter door ontwikkelen. Daarom deel ik

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd Assertiviteitstest Kun je duidelijk jouw grenzen aangeven? Vink steeds het antwoord aan dat het best bij je past. 1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven.

Nadere informatie

http://www.nietbangvoorangst.nl Stress en Overmatige Stress wat kun je er aan doen? Stress alleen is niet slecht en kan je helpen goed te presteren. Zolang stress wordt afgewisseld door voldoende perioden

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen. Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen. In de TA wordt gesproken over het begrip strook. Een strook is een eenheid van erkenning. Mensen hebben een sterke

Nadere informatie

Hoe kunt u angst herkennen? Wanneer reden tot zorg?

Hoe kunt u angst herkennen? Wanneer reden tot zorg? 1 Bang zijn mag! 2 Bang zijn mag! Iedereen is wel eens bang. Angst is een alarm dat afgaat als er gevaar dreigt. Zonder deze waarschuwing zouden we in zeven sloten tegelijk lopen. Deze folder legt in het

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen www.incontexto.nl De begeleider als instrument bij gedragsproblemen Nathalie van Kordelaar Mirjam Zwaan Doel voorlichting Grip krijgen op (probleem) gedrag Evalueren In kaart brengen Uitvoeren Analyse

Nadere informatie

Als opvoeden even lastig is

Als opvoeden even lastig is Als opvoeden even lastig is Hoe pak je dat dan aan? Soms weet ik niet meer wat ik moet doen om hem stil te krijgen. Schattig? Je moest eens weten. Hoezo roze wolk? Mijn dochter kan af en toe het bloed

Nadere informatie

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Iedere tiener is weleens somber en verdrietig, en vaak is het in één, twee dagen voorbij zonder dat je als

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Hoofdpijn Duizeligheid Vermoeidheid Concentratieproblemen Vergeetachtigheid

Hoofdpijn Duizeligheid Vermoeidheid Concentratieproblemen Vergeetachtigheid Hersenschudding In deze folder vertellen we wat de gevolgen van een hersenschudding kunnen zijn en wat u kunt verwachten tijdens het herstel. Ook geven we adviezen over wat u het beste wel en niet kunt

Nadere informatie

7 HEERLIJKE ONTSPANNINGSOEFENINGEN

7 HEERLIJKE ONTSPANNINGSOEFENINGEN 7 HEERLIJKE ONTSPANNINGSOEFENINGEN VOOR THUIS OF OP JE WERK Kom tot rust met deze eenvoudige ontspanningsoefeningen Door te ontspannen krijgt je lichaam de mogelijkheid om zich te herstellen van de dagelijkse

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

ZELFVERTROUWEN EN ZELFBEELD BIJ KINDEREN Rehobothschool Geldermalsen. Karolijn Ilsink-Erwich

ZELFVERTROUWEN EN ZELFBEELD BIJ KINDEREN Rehobothschool Geldermalsen. Karolijn Ilsink-Erwich ZELFVERTROUWEN EN ZELFBEELD BIJ KINDEREN Rehobothschool Geldermalsen Karolijn Ilsink-Erwich 1 Wat wil ik u vertellen Wat is zelfvertrouwen? Wat is het belang van zelfvertrouwen? Hoe kan je het zelfvertrouwen

Nadere informatie

Leeratelier: Stress. Hoe kan ik hiermee omgaan?

Leeratelier: Stress. Hoe kan ik hiermee omgaan? Leeratelier: Stress Hoe kan ik hiermee omgaan? Doe de stress-test! Wat is stress? Hoe (examen)stress voorkomen en ermee omgaan? < 7: Ook jij hebt af en toe last van zenuwen tijdens de examenperiode, maar

Nadere informatie

Bewustwording dag 1 Ik aanvaard mezelf zoals ik nu ben.

Bewustwording dag 1 Ik aanvaard mezelf zoals ik nu ben. Het meditatieprogramma duurt veertig dagen en bestaat uit tien affirmaties. Het is fijn om gedurende dit programma een dagboek bij te houden om je bewustwordingen en ervaring op schrijven. Elke dag spreek

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

13 Jij en pesten. Ervaring

13 Jij en pesten. Ervaring 82 13 Jij en pesten Wat doe ik hier vandaag? P Ik word me ervan bewust hoe erg het is om iemand te pesten en gepest te worden. P Ik leer dat ik met anderen steeds weer respectvol moet omgaan. P Ik ken

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

Bijlage 4.2.2 Vragenlijst voor stotterende kinderen

Bijlage 4.2.2 Vragenlijst voor stotterende kinderen Bijlage 4.2.2 Vragenlijst voor stotterende kinderen bussum 2011 Wij wijzen erop dat het gebruik van de bijlagen bedoeld is voor de praktijk van de therapeut die de in het boek Stotteren: van theorie naar

Nadere informatie

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind moeilijk lerend is en wat 3

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek Online Psychologische Hulp Angst & Paniek 2 Therapieland Therapieland Online Psychologische Hulp In deze brochure maak je kennis met de online behandeling Angst & Paniek van Therapieland. Je krijgt uitleg

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Inleiding Agenda van vandaag

Inleiding Agenda van vandaag Inleiding Agenda van vandaag Werkgebied GGD Deelname aan het ZAT Afname KIVPA vragenlijst Jongerenspreekuur op aanvraag (per mail aangevraagd) overleg mentoren, zorg coördinator en vertrouwenspersoon Preventief

Nadere informatie

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17 Inhoud Waarom dit boek? 7 1 De ik-fabriek, wat is dat? 10 2 Lichaamsseintjes 14 3 Je lichaam is net een fabriek 17 4 De ik-fabriek, hoe ziet die eruit? 18 4.1 De eerste verdieping: voelen 20 4.2 De tweede

Nadere informatie

WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT

WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT 1 Je leest waarschijnlijk dit boekje omdat je mama of papa of iemand anders speciaal in je familie Amyotrofische Laterale Sclerose heeft. Het is een lang woord en

Nadere informatie

Doelstellingen van PAD

Doelstellingen van PAD Beste ouders, We kozen er samen voor om voor onze school een aantal afspraken te maken rond weerbaarheid. Aan de hand van 5 pictogrammen willen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen

Nadere informatie

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf. Je leest waarschijnlijk dit boekje omdat je mama of papa of iemand anders speciaal in je familie Amyotrofische Lateraal Sclerose heeft. Het is een lang woord en het wordt vaak afgekort tot ALS. Niet veel

Nadere informatie

Angstige leerlingen in de klas en het Vriendenprogramma. Drs. N.E. de Vries

Angstige leerlingen in de klas en het Vriendenprogramma. Drs. N.E. de Vries Angstige leerlingen in de klas en het Vriendenprogramma. Drs. N.E. de Vries Aandachtspunten in de klas Het Vriendenprogramma Onderdelen Vriendenprogramma in de klas Online programma s voor jongeren Aandachtspunten

Nadere informatie

Onzichtbare koffer WERKBLAD 1. De onzichtbare koffer van. Overtuigingen over zichzelf: Overtuigingen over anderen: Overtuigingen over de wereld:

Onzichtbare koffer WERKBLAD 1. De onzichtbare koffer van. Overtuigingen over zichzelf: Overtuigingen over anderen: Overtuigingen over de wereld: WERKBLAD 1 Onzichtbare koffer De onzichtbare koffer van Overtuigingen over zichzelf: Overtuigingen over anderen: Overtuigingen over de wereld: Wat kan ik doen om de koffer van deze leerling opnieuw in

Nadere informatie

Omgaan met spanning. Faalangst: waar komt het vandaan en wat ermee te doen

Omgaan met spanning. Faalangst: waar komt het vandaan en wat ermee te doen Omgaan met spanning Inleiding: Iedereen krijgt in het leven te maken met spanning. Bij competitiesporten komt dit extra tot uiting: er is de druk om te presteren, de tegenstander om te verslaan, de reactie

Nadere informatie

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Het kinderprotocol Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Slot 1. Het kinderprotocol: Op de Flamingoschool vinden we het erg

Nadere informatie

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie? Carol Dweck Wat is Intelligentie? 1 Wat is Intelligentie? Wat is Intelligentie? Meervoudige Intelligentie - Gardner 2 Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie