IDPB veiligheid Site Olen

Transcriptie

1 IDPB veiligheid Site Olen H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan Opgesteld door: Goedgekeurd door: Versie 1 G. Janssens I. Jordens 23/02/ Doel Dit verkeersreglement heeft tot doel de personen die zich waar dan ook op onze bedrijfsterreinen bevinden te informeren over: - de verkeersregels die die je moet volgen - de aandachtspunten waarmee je rekening moet houden en de veilige gedragshoudingen die je moet toepassen om zowel je eigen veiligheid als die van je collega s te verzekeren. We kunnen verkeersveiligheid pas realiseren als iedereen zich houdt aan dit verkeersreglement en ernaar handelt om de risico s in het verkeer op onze bedrijfsterreinen maximaal uit te sluiten. 2. Toepassingsgebied Het intern verkeersreglement van Umicore in Olen geldt voor alle gebruikers van onze interne wegen: - medewerkers van Umicore ( ook van andere sites ) - externen die een opdracht uitvoeren ( contractoren) - andere externen ( bezoekers, vrachtwagenchauffeurs,.. ) In dit reglement wordt eerst aandacht besteed aan het verkeersplan, dit is de organisatie van ons wegennet. Voorts wordt het reglement besproken in drie verschillende delen. In het eerste deel wordt de algemene wegcode omschreven. Deze wegcode is van toepassing op alle fabriekswegen, dus ook op de parkings, en geldt voor alle weggebruikers binnen het bedrijf. Het tweede deel bevat de richtlijnen en afspraken die binnen een operatieveld worden toegepast. In het derde deel worden de specifieke regels voor de zwakke weggebruikers ( voetgangers en fietsers ) omschreven. 3. Definities & afkortingen NVT H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 1/9

2 4. Wettelijke eisen en voorschriften 4.1. Wegcode: Gevaarsborden: Gevaarsbord A7b: Rijbaanversmalling langs links Gevaarsbord 7Ac; Rijversmalling langs rechts Gevaarsbord A43: overweg zonder slagbomen Gevaarsbord A51: Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald. Een onderbord duidt de aard van het gevaar aan Voorrangsborden: Voorrangsbord B1: Voorrang verlenen Voorrangsbord B5: Stoppen en voorrang verlenen Voorrangsbord B19: Smalle doorgang, gebod doorgang te verlenen aan de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen Voorrangsbord B21: Smalle doorgang, voorrang ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen Verbodsborden: Verbodsbord C1: verboden richting voor iedere bestuurder Verbodsbord C3: verboden voor alle verkeer in beide richtingen Verbodsbord C5: verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan Verbodsbord C11: verboden voor fietsers Verbodsbord C19: verboden voor voetgangers Verbodsbord C27: Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de breedte, lading inbegrepen, groter is dan het aangeduide Verbodsbord C29: Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan het aangeduide H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 2/9

3 Verbodsbord C31a: Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven Verbodsbord C31b: Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven Verbodsbord C35: Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen, links in te halen Verbodsbord C43: Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid Gebodsborden Gebodsbord D1a: verplicht rechtdoor Gebodsbord D1b: Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen. ( hier links ) Gebodsbord D1e: Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen. ( hier links ) Gebodsbord D7: fietspad verplicht Gebodsbord D9a: fietser en voetganger verplicht door dit bord aangeduide weg te volgen Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren E9a: Parkeren toegelaten Aanwijzingsborden F19: Openbare weg met éénrichtingsverkeer. F45: Doodlopende weg H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 3/9

4 Onderborden M2 M3 M4 De onderborden M2 M3 M4 M5 kunnen in combinatie de verkeersborden C1 en F19 aanvullen M5 M9:: Wanneer er bij het oprijden van een kruispunt een fietspad dat in twee richtingen bereden wordt gemarkeerd is M10: Wanneer op een openbare weg met éénrichtingsverkeer het verkeer van fietsers en eventueel van bestuurders van tweewielige bromfietsen in beide richtingen toegelaten is. Voorbeelden: 5. Verantwoordelijkheden Elke weggebruiker o De verkeersregels volgen o Gevaarlijke situaties melden o Elkaar aanspreken op risicovol gedrag of niet naleven van de verkeersregels IDPB: o Up to date houden verkeersplan o Communiceren over regels o Onderhoud en slechte toestand van verkeerssignalisatie en- voorzieningen o Opvolgen van meldingen van gevaarlijke situaties (meldingen via Action Management ) Waakdienst: o Voorzien van omleidingen o Uitvoeren van snelheidscontroles H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 4/9

5 Negeren van verkeersreglementen en verkeerstekens betekent risico s nemen die de veiligheid van jezelf en je collega s kan schaden. 6. Werkwijze 6.1. Verkeersplan en logistieke bewegwijzering. Uitleg verkeersplan Hoofd- en secundaire wegen op de site. Bij de organisatie van het wegenplan werd een maximale scheiding van gemotoriseerd en voetgangers / fietsverkeer gerealiseerd om de veiligheid van de zwakke weggebruiker te verhogen. De hoofdwegen worden op het intern verkeersplan aangeduid in groene kleur. Zij hebben als begin- en eindpunt ingang A en hebben als doel de verschillende zones over gans de site vlot te kunnen bereiken.( Exit-bordjes in zwart-gele kleur) De blauwe wegen zijn de fiets- en voetgangerspaden. De rode wegen zijn enkel voor voetgangers. Zones uitgezonderd plaatselijk verkeer. Deze worden aangeduid met dito signalisatie ( signalisatiebord C3 en voorzien van een onderbord). In deze zone is uitsluitend plaatselijk verkeer toegelaten, d.w.z. verkeer dat H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 5/9

6 er werkzaamheden dient uit te voeren en extern transport in het kader van plaatselijk laden en lossen. Uitgezonderd plaatselijk verkeer Ter hoogte van kruisingen met de hoofdwegen worden deze zones enerzijds aangegeven met op het wegdek geschilderde witte driehoeken (haaientanden) en anderzijds met een volle witte streep waar stoppen verplicht is Algemene verkeersregels. Het wegennet binnen de fabriek vertoont een uitgesproken gelijkenis met het openbare wegennet, ook hier wordt de wegcode toegepast. GSM gebruik. Communiceren via een GSM in een voertuig of op de fiets (ook handenvrij!!) is niet toegelaten terwijl je rijdt. Zet je met je voertuig / fiets eerst veilig aan de kant van de weg vóór je een oproep beantwoordt. Oortjes in het verkeer. Het gebruik van oortjes is niet toegelaten (ook niet voor fietsers en voetgangers ) op de wegen of werkzons omwille van veiligheidsrisico s: Mogelijke afleiding tijdens het uitvoeren van je job Te luid volume kan alarmsignaal overstemmen Rijden met voertuigen is een veiligheidsfunctie Besturen voertuigen ( heftrucks, auto s, vrachtwagens ) Bindende kracht van de verkeerstekens. Je moet de verkeersborden en wegmarkeringen in acht nemen Plaats van de bestuurder op de weg. Je moet steeds zo dicht mogelijk tegen de rechterrand van de rijbaan blijven voor zover de omstandigheden dit toelaten. Bochten worden altijd met aangepaste snelheid genomen en nooit afgesneden waardoor je op het rijvak van het tegenliggende verkeer zou terechtkomen. Indien de voorziene wegen onbruikbaar zijn door werkomstandigheden, volg je de omleiding Kruisen van voertuigen. Je moet bij het kruisen voldoende afstand laten en indien nodig naar rechts uitwijken. Kruisen van voertuigen bij hindernissen op de weg: het voertuig op het rijvak waar de hindernis zich bevindt, verleent voorrang. Hoffelijkheidsregel: als er een hindernis aan beide zijden van de weg is, geldt het principe van oogcontact en hoffelijkheid Inhalen: Op de fabriek geldt een formeel inhaalverbod voor elk gemotoriseerd voertuig. Het voorbijrijden van stilstaande voertuigen of ander hindernissen wordt uiteraard niet als inhalen beschouwd. H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 6/9

7 Hoffelijkheidsregel: als trage voertuigen (heftrucks, hoogwerkers, ) files achter zich zouden veroorzaken, kunnen ze veiliger handelen door zich even aan de kant te zetten en stil te staan op een zijstrook of aan de rand van een voldoende brede weg, om zo de ander voertuigen veilig te laten passeren Snelheid. Op de fabriek geldt een snelheidsbeperking tot 30 km/u. Deze maximum snelheid moet aangepast worden aan de risico s en omstandigheden ter plaatse. Ook fietsers moeten hun snelheid aanpassen Voorrangsregeling. Op de hele fabriek hebben de voertuigen op de hoofdwegen voorrang, tenzij anders is aangegeven. Alle wegen hebben voorrang op in- en uitgangen van werkzones en gebouwen. Hier geldt de regel dat elke bestuurder zijn snelheid aan de risico s en omstandigheden aanpast. Als je een kruispunt oprijdt, een oversteekplaats voor fiets- en voetgangers kruist, in- en uitgangen van gebouwen en werkzones passeert, moet je dubbel zo voorzichtig zijn, om ongevallen te voorkomen Parkeren. Parkeren van voertuigen is enkel toegelaten op de afgetekende parkeerplaatsen. Wild parkeren is niet toegestaan. De diensten treffen de nodige maatregelen om voldoende en veilige parkeerplaatsen te voorzien op het aan hen toegekende terrein op de site. Het is verboden om je voertuig te laten draaien in vrijloopstand (neutraal). Leg bij het uitstappen steeds je motor stil Oversteekplaatsen. De oversteekplaatsen in de fabriek dienen verplicht door voetgangers en fietsers gebruikt te worden Veiligheidsgordels. Dragen van veiligheidsgordels is verplicht op heel de site en dit in alle voertuigen. Enkel in gebouwen en op operatievelden geldt een uitzondering voor het dragen van de gordel in de heftruck Gebruik van lichten, richtingaanwijzers en zwaailichten. Zet dimlichten overdag maximaal op. Uitzondering voor voertuigen die sterke werklichten als dimlicht hebben. Richtingsaanwijzers worden gebruikt op alle wegen op de site om iedereen in de buurt zo duidelijk en vroeg mogelijk zijn intenties om af te wijken van zijn normale lijn, aan te geven. Gebruik de zwaailampen van je voertuig altijd, zowel overdag als s nachts op de hoofdwegen en in de werkzones Gebruik van verkeersspiegels. Een spiegel is een hulpmiddel om de zichtbaarheid te vergroten, maar mag nooit als zekerheid beschouwd worden, omdat hij geen volledig zicht garandeert en niet toelaat de juiste afstand in te schatten. Daarom altijd je snelheid aanpassen waar verkeersspiegels zijn aangebracht, om zo op onverwachte toestanden te kunnen reageren. Wees extra voorzichtig aan fiets- en voetgangersoversteekplaatsen. H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 7/9

8 Fietsers en voetgangers Algemeen: Bij verplaatsingen binnen de fabriek moet altijd een fluohesje of- jas gedragen worden Gebruik van paden. Voetgangers en fietsers moeten zich verplaatsen indien mogelijk op de voorziene paden. Deze paden zijn volledig gescheiden van de wegen en staan op het verkeersplan met een blauwe lijn aangeduid. De paden zijn zowel voor voetgangers als voor fietsers. Daar waar de fiets- en voetpaden de hoofdwegen en secundaire wegen kruisen zijn oversteekplaatsen voorzien van grondmarkeringen. Deze oversteekplaatsen geven geen voorrang op wegen met het gemotoriseerde verkeer. Indien de voorziene fiets- en voetpaden onbruikbaar worden door werkomstandigheden, volg je de bewegwijzerde alternatieve route. Indien een zebrapad aanwezig is dien je dit verplicht te gebruiken. Als fietsers en/of voetgangers elkaar kruisen, fiets of stap je steeds achter elkaar en uiterst rechts van de weg. Als fietsers voetgangers passeren: geef je met de fietsbel te kennen dat je nadert, waarna de voetgangers achter elkaar en uiterst rechts van het pad stappen en de fietsers links van de voetgangers passeren. Bij gelijktijdig tegenliggend verkeer, zal de fietser eerst wachten tot de tegenliggers gekruist werden en dan passeren. Als de eindbestemming niet door de voorziene paden kan worden bereikt, mag de fietser en voetganger de bedrijfswegen gebruiken. Op bedrijfswegen : o Stapt de voetganger uiterst links, tegen de rijrichting in, om aankomend verkeer onmiddellijk op te merken. o Fietst de fietser uiterst rechts op de weg in de rijrichting van de bestemming Hoe je als zwakke weggebruiker gedragen als je in buurt van een voertuig komt? Iedereen die in de buurt van voertuigen komt, vragen we volgende veilige gedragsregels toe te passen: Blijf altijd op gepaste * afstand van een voertuig, zodat je bij een onverwacht manoeuvre niet door dit voertuig kan aangereden worden. * gepast: dit verschilt van voertuig tot voertuig. B.v.: afstand tot heftruck is kleiner dan de afstand tot wiellader. Neem in ieder geval deze afstand voldoende groot voor jezelf!!! Beweeg je pas in de zone van het voertuig, nadat: o Je eerst oogcontact hebt gemaakt met de chauffeur. o Je de chauffeur te kennen hebt gegeven waar je naartoe wil gaan. o De chauffeur aangegeven heeft dat hij zal wachten en je eerst doorgang zal verlenen. o Waarschuw de chauffeur ook wanneer je zijn werkzone verlaat. Zo stel je een chauffeur ook gerust wanneer hij je plots niet meer ziet Gedragsregels voor fietsers. Fietsen betekent: Snelheid aanpassen aan de omstandigheden Stuur met beide handen vasthouden Geen GSM gebruiken tijdens het rijden Zorgen dat je fiets technisch in orde is Alleen op de fiets ( geen passagier ) Niet door operatievelden fietsen Niet fietsen in bedrijfsgebouwen H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 8/9

9 Bij duisternis rijden fietsers met geactiveerde verlichting Het is verboden te fietsen met een te grote of te zware lading. De lading mag in de lengte niet meer dan 0,5 meter over je fiets uitsteken, langs beide zijden niet verder dan de breedte van het stuur. Het totale gewicht van de lading op de fiets mag niet meer dan 10 kg bedragen. Om ladingen hoger dan 10 kg te vervoeren moet de fiets voorzien worden van een bak of kar. Voor vervoer van dossiers of kleine zaken, kan je een fietstas gebruiken Operatievelden. Operatievelden zijn zones waarbinnen logistieke activiteiten worden uitgevoerd door personeel eigen aan de afdeling en bijhorend extern transport, uitsluitend werkverkeer dus. Uitsluitend mensen en voertuigen nodig voor de operaties op het operatieveld mogen dit betreden. Het gebied van een operatieveld wordt afgebakend met een wit-gele lijn en is aangeduid met het volgend bord. Aandachtspunten binnen een operatieveld. Zien en gezien worden: anticiperen en eerst oogcontact maken bij het naderen van voertuigen. Voorrang vragen in plaats van nemen. Veiligheidschoenen dragen. Niet fietsen. Fluohesje dragen Externe chauffeurs. We informeren externe chauffeurs met een flyer en een infobord aan ingang A. Ze krijgen informatie over de belangrijkste verkeersregels die ze in acht dienen te nemen in de fabriek. Externe chauffeurs kennen de situatie op onze site niet altijd. We vragen iedereen te allen tijde rekening te houden met het mogelijk verschillend rijgedrag. Anticipeer dus altijd wanneer je in de buurt van externe chauffeurs komt. Gedraag je steeds hoffelijk en wees een heer in het verkeer. 7. Gerelateerde documentatie 8. Revisie overzicht Revisiehistoriek Datum: Uitvoerder: Wijziging: H3-PRO-02 Afspraken intern verkeersplan 9/9