CARPAAL TUNNELSYNDROOM LOMMEN FRANCISCUS VLIETLAND

Transcriptie

1 CARPAAL TUNNELSYNDROOM LOMMEN FRANCISCUS VLIETLAND

2 Inleiding Bij u is carpaal tunnelsyndroom geconstateerd. Dit is door een kleine operatie te verhelpen. In deze folder leest u meer over deze aandoening en de behandeling. Carpaal tunnelsyndroom Dit is een beknelling van de middelste zenuw (nervus medianus). Deze zenuw verloopt van de onderarm naar de handpalm via een tunnel die wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad. Door die tunnel lopen ook de buigpezen van de vingers. De beknelling van de zenuw ontstaat door zwelling van het bindweefsel, waardoor de druk in de tunnel toeneemt. Om zeker te weten of er sprake is van het carpaal tunnelsyndroom, is soms een spieronderzoek nodig. Dit onderzoek noemt men een EMG (Electro-MyoGrafie). Klachten De klachten kunnen nogal verschillen. Zo kunt u last hebben van: Een prikkelend en pijnlijk gevoel of tintelingen in de vingers en in de hand. Een doof gevoel in de handpalm en in de vingers. Soms een gevoel alsof de hand opgezwollen is, zie figuur 1. Een uitstralende pijn naar de onderarm, de elleboog en de schouder. Soms krachtverlies in uw hand waardoor u zomaar dingen kunt laten vallen. Veel patiënten hebben vooral 's nachts last. Meestal komen de klachten aan één hand voor. Figuur 1. Tintelende gevoelloosheid of irriterende pijn in de gearceerde gebieden.

3 De behandeling In minder ernstige gevallen kan spalken of een injectie met ontstekingsremmers in enkele weken de conditie verbeteren. Bij ernstige gevallen is een operatie de enige optie om de klachten te verminderen. De operatie De operatie is erop gericht om de druk op de zenuw weg te nemen. Het is een kleine ingreep die wordt uitgevoerd door de chirurg of plastisch chirurg. Dit kan Poliklinisch of via Dagbehandeling. De specialist zal de keuze met u bespreken. Bij de Poliklinische Operatie krijgt u plaatselijke verdoving en mag u na de ingreep gelijk naar huis met bijbehorende controle afspraak. Bij de plaatselijke verdoving is alleen de arm gevoelloos. Voor de verdoving geeft de arts u een aantal prikken. Deze prikken doen pijn, maar van de ingreep zelf voelt u bijna niets. Bij de operatie via de Dagbehandeling krijgt u op de operatiekamer een regionale verdoving Bij terug komst op de Dagbehandeling mag U nadat de verdoving is uitgewerkt naar huis. Bij het naar huis gaan krijgt U via de Dagbehandeling een afspraak mee om terug te komen voor controle op de Poli Chirurgie/Plastisch Chirurgie. De arts maakt tijdens de operatie een sneetje aan de binnenkant van uw hand, zie figuur 2. Figuur 2. Er wordt een snede gemaakt van de palm naar de pols om toegang te krijgen tot het weefsel dat het knellen veroorzaakt. Daarna verbreedt de arts de tunnel waardoor de middelste armzenuw loopt. De dwarse polsband wordt daarbij

4 doorgesneden, zie figuur 3. Figuur 3. Het strakke gedeelte van de tunnel is gekliefd, waardoor de druk op de zenuw afneemt en de hand zijn normale functie weer terug kan krijgen. In de zenuw zelf wordt niet gesneden. Uw hand wordt dus niet stijf of verlamd. Tot slot hecht de arts de wond en wordt er een handverband aangelegd. De operatie duurt ongeveer tien minuten. Na de operatie De hand moet gedurende 2 dagen na de operatie door middel van een draagdoek (mitella) hoog worden gehouden. Het verband zit te strak als de vingers opzwellen of verkleuren. We adviseren u om direct na de ingreep niet zelf auto te rijden. U bent door de operatie niet verzekerd bij een ongeval. U krijgt een drukverband. Dit mag u er op dag 4 na de operatie zelf eraf halen. U mag na de ingreep douchen. Het is niet erg als de hechtingen nat worden. U kunt de hechtingen na het douchen afdekken met een pleister. De pijn na de ingreep neemt meestal na een dag snel af. U kunt een gewone pijnstiller nemen. Na tien tot veertien dagen kunnen de hechtingen eruit. Dit kan op de polikliniek. Uw huisarts kan dit ook doen als de reisafstand een bezwaar is. Om uw hand snel en zo goed mogelijk te kunnen gebruiken, raden wij u het volgende aan: Gebruik de mitella alleen de dag van de operatie en daarna niet meer.

5 Oefen voorzichtig met uw hand en vingers door piano te spelen in de lucht en door er zoveel mogelijk dagelijkse dingen mee te doen. In het begin zal dit moeilijk gaan, maar na verloop van tijd wordt het steeds gemakkelijker. Wringen blijft nog lang moeilijk. U kunt in het begin beter niet zelf autorijden. Maak geen bewegingen die pijn veroorzaken. Mogelijke complicaties Bij elke ingreep is er kans op complicaties. Bij de operatie is er een kleine kans op een bloeding en een wondinfectie. Dit komt gelukkig zelden voor. Bloedingen en soms wondinfecties zijn de belangrijkste. Let goed op als uw vingers op de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud worden of als u veel meer pijn krijgt. Neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis, Resultaat In hoeverre de operatie een succes zal zijn, hangt af van de klachten die u voor die tijd had, maar ook hoe lang de klachten al bestonden. Uw klachten zijn na de operatie vaak meteen verdwenen. Het is ook mogelijk dat u enige tijd pijn houdt in en om de pols. Bij sommige patiënten duurt het bijna een jaar, voordat zij weer alles normaal met hun hand kunnen doen. Het litteken aan de pols blijft vaak langer gevoelig, met name bij druk ter plaatse, zoals bij het steunen op de pols. U moet erop rekenen dat u lange tijd veel minder kracht in uw duim zult hebben. Vragen? In deze folder hebben we alleen de meest belangrijke vragen beantwoord. Als iets u niet duidelijk is, vraag dit dan aan de arts, bij uw volgende bezoek. Niet vergeten Zijn uw gegevens gewijzigd? Geef dit dan vóór uw afspraak door bij de Inschrijfbalie op de begane grond. April