CHECKLIST ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN MAGAZIJNEN

Transcriptie

1 CHECKLIST ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN MAGAZIJNEN Inleiding In de bestaande literatuur over de Arbo-wet en de uitvoering daarvan in de bedrijven zijn allerlei vormen van checklists vermeld, die zijn bedoeld om de controle uit te kunnen voeren naar de mate waarin aan de Arbo-wetgeving wordt voldaan in het bedrijf. Net als bij de wetgeving zelf is echter onmogelijk een standaard checklist op te stellen die alle risico s voor veiligheid en arbeidsomstandigheden laat ontdekken in alle bedrijfsomstandigheden, omdat geen enkel bedrijf volledig vergelijkbaar is met het andere bedrijf. Desondanks kunnen de checklists wel worden gebruikt als leidraad, waarbij voor verfijning heel goed en kritisch naar de eigen bedrijfssituatie, processen en omstandigheden gekeken moet worden. Omdat de situatie in magazijnen weer anders is dan die in productieomgevingen en kantoren, heeft de EVO meegewerkt aan een aparte lijst die door de GSF (Groep Stelling Fabrikanten) is opgesteld. Omdat deze lijst nogal complex is, volgt hierbij een samenvattende lijst, waarmee zowel de grotere als kleinere magazijnsituaties kunnen worden beoordeeld. Deze lijst is geen vervanging voor de algehele risico-analyse in het bedrijf, maar uitsluitend bedoeld om de magazijnsituatie te beoordelen en als zodanig een aanvulling ter ondersteuning van de risico-analyse. 1

2 A. Organisatie magazijn 1. Is er een duidelijke omschrijving van de doelstellingen, functie en taak van het magazijn in de bedrijfsorganisatie? 2. Zijn er functieomschrijvingen van de leiding en de medewerkers in het magazijn, zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden daarin duidelijk vastgelegd? 3. Dekken deze alle werkzaamheden die in het magazijn worden verricht en is er een akkoordbevinding van de medewerkers? 4. Is er een duidelijke leiding, een goede leiderschapsstijl en goede discipline in het magazijn aanwezig? 5. Is er sprake van orde en netheid alsmede een goede hygiëne in het magazijn aanwezig? 6. Zijn regels, procedures, instructies en het onder punt 2 gestelde voor de betrokkenen direct beschikbaar en zodanig gesteld dat alle betrokkenen deze zonder tussenkomst kunnen begrijpen? 7. Is er een structuur van overleg in de magazijnorganisatie? 8. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, van knelpunten en een advies van de Arbodienst conform de risico-analyse en -evaluatie gemaakt? 2

3 B. Opleiding en instructie 1. Zijn de magazijnmedewerkers voldoende opgeleid voor het verrichten van de hen toegedachte taken? 2. Heeft op doeltreffende wijze voorlichting en opleiding plaatsgevonden en is er sprake van een vastgelegde inwerkperiode? 3. Zijn er in het magazijn tijdelijke krachten als uitzendkrachten, stagiaires, vakantie en invalkrachten werkzaam en is daarvoor een vaste procedure en informatie aanwezig voor hun instructie? 4. Zijn er in het magazijn apparaten en instrumenten aanwezig die in de zin van de wet als gevaarlijke apparaten aangemerkt kunnen worden? 5. Zijn er instructies en regels omtrent het gebruik daarvan en zijn deze conform hetgeen in de Arbowetgeving, machine-richtlijn en AI14 zijn vastgelegd? 6. Is er sprake van regelmatig verrichten van handelingen of gebruik maken van magazijnpaden door anderen dan de magazijnmedewerkers? Indien de vraag met ja beantwoord moet worden, zijn zij op de hoogte van de veiligheidsrisico s en kennen zij de regels? 7. Indien vraag 6 met nee beantwoord wordt, is er sprake van begeleiding door magazijnpersoneel? 8. Is er rekening gehouden met eventueel aanwezig personeel dat de Nederlandse taal niet goed beheerst? 9. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 3

4 C. Magazijngebouw en -inrichting 1. Is er een volledige inventarisatie gemaakt van de activiteiten in het magazijn, die transportroutes, transportmiddelen en indeling van het magazijn? 2. Is er een inventarisatie gemaakt van de aard, gewichten, maten en andere eisen van de producten die in het magazijn worden opgeslagen en zijn de gegevens geregistreerd? 3. Is het magazijn voldoende aangepast aan de eisen die uit 2 voortgekomen zijn? 4. Is er een inventarisatie gemaakt van de eisen, aard, maten en gewichten van de in het magazijn gebruikte apparatuur? 5. Is het magazijn voldoende aangepast aan de eisen die uit 4 voortgekomen zijn? 6. Is er voldoende rekening gehouden bij het gebruik van het magazijn met de maximale vloerbelasting en de eigenschappen van de magazijnvloer? 7. Zijn eventuele naden, scheuren en drempels, waardoor sterke schokken optreden wanneer een intern transportmiddel er overheen rijdt, voldoende weggewerkt? 8. Is voorkomen dat extreme stofvorming optreedt? 9. Is er bij het onderwerp van de lay-out rekening gehouden met de bestaande routing, werkwijze en werkorganisatie in het magazijn? 10. Is voorkomen dat er zogenaamde black spots in het magazijn aanwezig zijn, alwaar door onoverzichtelijkheid ongevallen kunnen voorkomen? 11. Indien er intensief intern transport plaatsvindt zijn de routes daarvan goed aangegeven? 12. Is er een goede regelgeving aanwezig dat het samengaan van voetgangers en intern transport regelt? 13. Is overal in het magazijn voldoende licht aanwezig om ter plekke te verrichten werkzaamheden zonder extra moeite te kunnen verrichten? * Verlichting moet voldoende zijn om veilig te kunnen werken, maar ook om documenten te kunnen lezen. Op plaatsen waar ander werk moet worden verricht moet het licht daaraan aangepast zijn. 14. Is tocht-, vocht- en kouvorming zoveel mogelijk voorkomen? 15. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 4

5 D. Fysieke belasting en ergonomie 1. Wordt zittend werk verricht in het magazijn? Zo ja, is de langst aaneengesloten periode korter dan 2 uur? 2. Is de totale werktijd in staande houding korter dan 4 uur per dag? 3. Wordt staand werk afgewisseld met lopend en zittend werk? 4. Wordt er gebruik gemaakt van een sta-steun? 5. Is er een zit mogelijkheid vlak bij de werkplek? 6. Is de werkopstelling en werkhoogte afgestemd op de individuele lichaamsmaten en -voorkeuren? 7. Wordt hurken en knielen tijdens de normale werkzaamheden zoveel mogelijk voorkomen? 8. Zijn goede kniebeschermers aanwezig? 9. Worden kniebeschermers gebruikt? 10. Wordt minder dan 2 uur per dag tilwerk verricht? 11. Wordt het maximaal te tillen gewicht van 25 kg voor mannen en 15 kg voor vrouwen gerespecteerd? 12. Is de reikafstand minder dan 63 cm? 13. Is de reikhoogte maximaal 175 cm? 14. Is de rompdraaiing bij het tillen maximaal 45 graden? 15. Kan tilwerk worden uitgevoerd in een gunstige lichaamshouding? 16. Kan er getild worden met een rechte rug? 17. Zijn er til hulpmiddelen? 18. Wordt trek- en duwwerk verricht en zo ja, is de uit te oefenen trek- of duwkracht kleiner dan 500 Newton?* Zonder meting is een dergelijke waarde, die wel is vastgesteld, moeilijk aan te geven. Een deskundige van de Arbodienst zou deze meting kunnen verrichten. Op zicht kan wel geconstateerd worden of dergelijk trek- en duwwerk aanzienlijke inspanning vergt. 19. Kan het trek- of duwwerk worden uitgevoerd in een gunstige lichaamshouding? 20. Is het te verplaatsen voorwerp voorzien van handgrepen? 21. Is de vloer vlak en vrij van obstakels? 22. Is bij het gebruik van hulpmiddelen voldoende rekening gehouden met de ergonomische aspecten? 23. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 5

6 E. Beveiligingen en markeringen 1. Zijn er voorzieningen getroffen indien in het magazijn aanwezige machines schadelijk geluid voortbrengen? Het geluid mag de belasting van 80 dba niet overschrijden. 2. Indien desondanks schadelijk geluid voorkomt, hebben de aanwezige medewerkers gehoorbescherming? 3. Zijn instructies daarover aanwezig en wordt gehoorbescherming gedragen? 4. Zijn in het magazijn aanwezige machines voorzien van beveiligingen conform de machinerichtlijn en worden deze gebruikt volgens de voorschriften? 5. Zijn persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig, voor zover van toepassing? * Het gaat hierbij om veiligheidsschoenen, handschoenen, beschermende kleding. Dergelijke middelen moeten worden toegepast zodra gevaar bestaat van verwonding bij het behandelen van goederen. 6. Zijn over het gebruik daarvan instructies aanwezig en worden ze ook conform de instructies gebruikt? 7. Zijn veiligheidsmarkeringen en -tekens aanwezig op plekken waar ze noodzakelijk zijn? 8. Zijn ze in de voorgeschreven kleuren? Deze zijn: Geel vlak met zwarte letters = aanwijzingen van algemene aard met extra attentie. Rood vlak met witte letters = aanwijzingen ter voorkoming van schades. Groen vlak met witte letters = Aanwijzingen voor eerste hulp en nooduitgang. Blauw vlak met witte letters = Aanwijzing of gebod Andere aanduidingen overeenkomstig reglement verkeersregels en verkeerstekens. 9. Zijn de markeringen te allen tijde afleesbaar? 10. Is het lettertype en -grootte zodanig dat ze zijn aangepast aan de afstand waarop gelezen wordt? 11. Komt de betekenis goed over? 12. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 6

7 F. Opslagmiddelen en opslaghulpmiddelen 1. Is er sprake van blokopslag (dus stapeling op de vloer)? 2. Zijn de palleteenheden daarbij voldoende stabiel? 3. Zijn de pallets zelf in goede staat? 4. Is er geen risico van schuiven van lasten? 5. Is rekening gehouden met de maximale vloerbelasting? 6. Blijft de palletlading onder de maximale palletbelasting? 7. Vindt goed onderhoud plaats? 8. Indien er sprake is van gebruik van stellingen, zijn bij het ontwerp de maximale gewichten en de maatvoeringen van de opslageenheden bekend geweest? 9. Zijn de stellingen gebouwd door een officiële stellingbouwer? 7

8 F. 1. Stellingen algemeen 10. Zijn de stellingen geleverd door een gespecialiseerde leverancier? 11. Zijn de stellingen ontworpen conform de eisen van NEN 5051, 5052 en 5053, 6702, 6770 en 6773? *Indien dit door de leverancier al niet is aangegeven in documentatie kan dit worden gevraagd. 8

9 F. 2. Vakstellingen met verdiepingen of entresols 12. Is de gangpadbreedte bij vakstellingen minimaal 90 cm? 13. Is de vrije hoogte boven de vloer minimaal 220 cm? 14. Is er een draagkracht aanduiding voor gelijkmatig verdeelde vloerbelasting en voor intern transportmiddelen? 15. Is daarmee rekening gehouden bij de actuele belasting? 16. Staat de stellingvloer los van wanden en dak van de gebouwconstructie? 17. Is de opstelling van het bordes stabiel? 18. Is bij het ontwerp van de stelling rekening gehouden met de maximale vloerbelasting? 19. Voldoet de afscherming van verdiepingen en vloeropeningen? 20. Voldoet de trap (kunnen medewerkers met veiligheidsschoenen hun voeten goed neerzetten en is de trap niet te steil, is de trap voorzien van een deugdelijke leuning? 21. Is de afzetplaats voor palletlasten op de verdieping voldoende afgeschermd? * Hierbij gaat het erom dat de afzetplaats aan de bordeszijde is afgeschermd zodra er een last wordt geplaatst en de afzetting aan de rand open is. Zodra men bij de pallet wil komen opent men aan bordeszijde en moet langs de rand de afzetting gesloten zijn. 22. Zij de stellingvloerdelen, afzetting en dragende delen onbeschadigd? 23. Zijn de vakstelling-jukken onbeschadigd? 24. Zijn de schoringen in goede staat? 25. Zijn de legplanken in goede staat? 26. Zijn de goederen opgeslagen binnen de vakmaten? 27. Is met de gewichten van de goederen rekening gehouden met het maximale draaggewicht per vak? 28. Is de vloer van een zodanig gesloten constructie dat geen goederen er doorheen kunnen vallen? 9

10 F.3. Palletstellingen 29. Is bij het ontwerp van de palletstellingen rekening gehouden met de palletmaten en -gewichten die moeten worden opgeslagen? 30. Zijn de maximale draaggewichten per liggerpaar bekend? 31. Zijn de borgingen van de palletstellingen alle aanwezig? 32. Zijn de jukken onbeschadigd? 33. Zijn de liggers onbeschadigd? 34. Zijn de schoringen in goede staat? 35. Zijn de lasverbindingen ongescheurd? 36. Zijn de staanders nog in contact met de vloer? 37. Zijn er bij rug-aan-rug geplaatste stellingrijen de rugafstandhouders aanwezig en vast? 38. Staat de palletstelling los van dak en wanden van het gebouw? 39. Is de hoogte van de stellingrij in verhouding tot de diepte gelijk of minder dan 4:1? 40. Is slechts sprake van palletstellingen (of zijn er ook inrij- of doorrijstellingen of doorrolstellingen)? 41. Indien beide voorgaande vragen met nee beantwoord worden, zijn verankeringen van staanders aanwezig? 42. Zijn hoeken en kopse kanten tegen aanrijdingen afdoende beschermd? 43. Zijn hoeken, doorgangen en liggers erboven voldoende gemarkeerd? 44. Zijn lasten op pallets zodanig geplaatst dat zij er niet af kunnen vallen? 45. Zijn palleteenheden goed in de stellingen geplaatst? 46. Zijn pallets in de vakken van voldoende kwaliteit? 10

11 F.3. Palletstellingen 47. Vindt doorbuiging van pallets of liggers plaats? 48. Zijn pallets zodanig geplaatst dat zij niet verlichting, verwarmingsunits of eventuele sprinklerdelen kunnen raken? 49. Zijn de locaties in de stellingen voor plaatsen of weghalen van pallets goed te benaderen? 50. Zijn de gangpaden breed genoeg voor het manoeuvreren van het in het magazijn gebruikte intern transportmiddel met last? 51. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 11

12 G. Intern transportmiddelen 1. Worden in het magazijn door motoren aangedreven intern transportmiddelen gebruikt? Zo ja, zijn deze voorzien van gebruiksinstructies en technische specificaties? 2. Zijn de betreffende intern transportmiddelen voorzien van een CE-keurmerk? 3. Voldoen de betreffende intern transportmiddelen aan de specificaties en veiligheidsmaatregelen conform de bijbehorende instructies en specificaties? 4. Worden de intern transportmiddelen regelmatig onderhouden volgens een onderhoudsplan door een door het bedrijf aangewezen functionaris? 5. Vindt regelmatige controle op functioneren en veiligheid aan de intern transportmiddelen plaats door een terzake deskundige (bijv. een onderhoudsmonteur van de leverancier)? 6. Is er een onderhouds- en gebruiksregister van elk motorisch aangedreven intern transportmiddel aanwezig? 7. Zijn eventuele aanpassingen aan dergelijke apparaten aangebracht door terzake deskundigen? 8. Zijn heftrucks voorzien van een werklast-diagram? 9. Zijn intern transportmiddelen voorzien van een in werking zijnde inrichting die voorkomt dat het transportmiddel kan rijden zonder dat hij onder controle van de bestuurder is, en die remmen in werking zet zodra de controle achterwege blijft (zgn. dodemansknop)? 10. Worden intern transportmiddelen gebruikt binnen volgens technische specificaties en instructies geldende grenzen (voorkomen van overbelasting in enige vorm)? 11. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 12

13 H. Diversen 1. Zijn nooduitgangen goed gemarkeerd, vrij bereikbaar en van binnenuit vrij te openen? 2. Zijn blusmiddelen aanwezig en goed bereikbaar? 3. Indien sprake is van een of meer acculaadinrichtingen voor intern transportmiddelen, zijn deze zodanig geplaatst dat voldoende ventilatie plaatsvindt? 4. Voldoen acculaadinrichtingen aan de NEN1010 norm? 5. Zijn duidelijke gebruiksinstructies aanwezig? 6. Zijn oogdouche en stromend water in de buurt? 7. Is er een verboden te roken bord aanwezig? 8. Zijn laad/losplaatsen gelijkvloers? 9. Indien er sprake is van een bordes of perron, zijn deze afgeschermd tegen afvallen indien geen vervoermiddel aanwezig is? 10. Indien sprake is van een laaddock, zijn er beveiligingen die voorkomen dat, indien er geen vrachtauto aanwezig is, een persoon of heftruck naar beneden kan vallen? 11. Zijn deuropeningen en dergelijke voldoende tochtvrij, indien gesloten? 12. Zijn bij elektrische bediening van deuropeningen beveiligingen aanwezig die voorkomen dat in de deuropening aanwezige personen of transportmiddelen door de bewegende deur bekneld kunnen raken? 13. Zijn in het magazijn aanwezige hefmiddelen als laadbruggen en heftafels voldoende tegen afknelling beschermd? 14. Zijn in het magazijn aanwezige hijsmiddelen als bovenloop- en andere kranen voldoende volgens voorschriften toegerust en onderhouden? 15. Zijn toegangen tot in het magazijn aanwezige kantoren, persoonlijke verzorgingsruimten, kantines en werkplaatsen zodanig geplaatst, dat bij het verlaten ervan voldoen loopruimte overblijft en er geen risico ontstaat dat passerend intern transport personen kan raken? 16. Indien een van deze vragen met nee is beantwoord, 30 januari