Inzicht in bedrijven die hun eerste. werknemer aantrekken. Haalbaarheid van een volwaardige dataset. S. Vollebregt W.H.J.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inzicht in bedrijven die hun eerste. werknemer aantrekken. Haalbaarheid van een volwaardige dataset. S. Vollebregt W.H.J."

Transcriptie

1 Inzicht in bedrijven die hun eerste werknemer aantrekken Haalbaarheid van een volwaardige dataset S. Vollebregt W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, juni 2010

2 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Gehanteerde aanpak 7 3 Analyse van het bestand Bedrijven Banen Kenmerken 15 4 Conclusies deel Kenmerken van de ondernemer Verdeling banen DGA s naar leeftijd bedrijf en sector Kenmerken 28 6 Aanvullende kenmerken van werknemers/banen Opleidingniveau Beroepsniveau 36 7 Conclusies deel 2 39 Bijlagen I Sectorafbakening volgens sbi

4

5 1 Inleiding In 2008 is een pilot project uitgevoerd om te bezien in hoeverre het mogelijk is om met behulp van micro data van het CBS een (geaggregeerde) dataset samen te stellen met aspecten van ondernemingen die hun eerste personeelslid hebben aangetrokken. Het onderzoek heeft een schat aan informatie over dit type ondernemingen opgeleverd. Het blijkt haalbaar een dataset over dit onderwerp op te zetten, waarbij voor 20 sectoren inzicht wordt verkregen in de verdelingen naar dienstverband, geslacht, leeftijd, nationaliteit en etniciteit (van het eerste personeelslid). Naast de rapportage naar aanleiding van de pilot werd in 2009 tevens een minirapportage gewijd aan dit onderwerp. 1 Naar aanleiding van de aanbevelingen uit de pilot, is voorgesteld in 2009 een vervolgproject uit te voeren. Het vervolgproject moet leiden tot een volwaardige dataset m.b.t. het aannemen van het eerste personeelslid door ondernemingen, die we vervolgens periodiek actualiseren. Gezien het belang van deze groep voor de werkgelegenheid van het MKB, willen we deze groep ondernemingen binnen MKB en Ondernemerschap kunnen blijven volgen. We verwachten dat in 2010 de data beschikbaar komen ten behoeve van een actualisatie over 2006 en Deze actualisatie maakt geen onderdeel uit van dit projectvoorstel, maar zal naar verwachting als voorstel worden ingediend in de 1e tranche In bijlage 1 wordt een overzicht gepresenteerd van de onderscheiden sectoren en bijbehorende sbi indeling drs. W.H.J. Verhoeven, J.A.C. Vollebregt, drs. G.W. Brummelkamp, Nieuwe werkgevers in 2004; de stap naar het aannemen van personeel,

6

7 2 Gehanteerde aanpak Het vervolgproject uit 2009 heeft de volgende doelstellingen: 1 Het toetsen en vergelijken van de uitkomsten uit de pilot (ontwikkeling 2004/2005) met een 'benchmarkjaar', 2002/2003, om de robuustheid van de uitkomsten te analyseren en de verschillen in de tijd te kunnen duiden. Voor het benchmarkjaar moest een data-aanvraag aan het CBS gedefinieerd worden. Het gaat hierbij om ABR bestanden van 2002 en 2003 en de SSB banen bestanden voor dezelfde jaren. De aangevraagde data worden door EIM verwerkt in de CEREM omgeving van het CBS. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat voor de verwerking gebruik gemaakt kan worden van de ontwikkelde programmatuur ten behoeve van het pilot-project. In het kort betekent het bovenstaande: het verwerken van ABR en SSB banen en koppelen tot een analysebestand. Het analysebestand dient vervolgens vergeleken te worden met het pilotbestand over de jaargang Het bewerkstelligen van een verbreding en verdieping van de pilot, door enerzijds kenmerken van de ondernemer toe te voegen en anderzijds van de kenmerken van de werknemers een beter beeld te krijgen, door een koppeling aan te brengen met het EBB (Enquête Beroeps Bevolking) van het CBS. Concreet betekent het bovenstaande dat geprobeerd wordt aan de resultaten van de pilot over kenmerken van werknemers(j2004/2005), kenmerken van ondernemers toe te voegen met behulp van het SSB-zelfstandigen. Voorts wordt getracht een koppeling aan te brengen tussen de kenmerken van werknemers uit de pilot (leeftijd, geslacht, etniciteit) met de kenmerken uit de EBB 2005, zoals dienstverband, maar tevens positie in de werkkring en opleiding. Voor deze exercitie zal de programmatuur uitgebreid moeten worden zodat de benodigde bestanden gekoppeld kunnen worden en er sprake is van een analysebestand. Vervolgens wordt het zo uitgebreide bestand nader geanalyseerd met als beoogd resultaat een verbreding en verdieping van het pilotbestand. 3 Verslaglegging van de uitkomsten van de analyses in een korte rapportage en ontsluiten van de data op Tevens dient bepaald te worden welke data ontsloten worden op basis van de analyses die zijn uitgevoerd onder stap 1 en stap 2 en hoe de data aangeleverd dienen te worden teneinde te kunnen ontsluiten. 7

8

9 DEEL I: Benchmark 2002/2003 9

10

11 3 Analyse van het bestand 3.1 Bedrijven Uit het ABR zijn die bedrijven geselecteerd, die in 2002 geen personeel hadden, maar in 2003 wel. Het kan hierbij gaan om bedrijven die in die periode gestart zijn, maar tevens om reeds bestaande bedrijven. In de selectie van bedrijven die in 2003 hun eerste personeelslid aannamen werden bijna opgenomen, die verdeeld zijn naar sector en grootteklasse (zie tabel 1). Hierbij is een indeling gemaakt voor 20 sectoren, 5 grootteklassen en het totaal. Ter vergelijking: in de pilotstudie over 2004/2005 werden bedrijven getraceerd die hun eerste personeel aantrokken. Tabel 1 Aantal bedrijven met in 2003 wel personeel en in 2002 geen personeel sectoren 2002 bedrijfsomvang in 2003 Totaal 1 wn 2-<5 wn 5-<10 wn 10-<20 wn 20 wn Landbouw en visserij Delfstoffen Voedingsmiddelenindustrie Overige industrie Olie-industrie en chemie Metaalindustrie Nutsbedrijven Bouwnijverheid Autobedrijven Groothandel Detailhandel Horeca Transport Communicatie Bank- en verzekeringswezen Onroerend goed Zakelijke diensten Overheid Zorg Overige diensten Totaal selectie bron:cbs/abr De grootteklasseindeling is gebaseerd op het aantal werknemers gemeten in arbeidsjaren. Tabel 1 laat zien dat er in 2003 in totaal bedrijfseenheden waren die overgingen tot het aannemen van hun eerste personeelslid. Dit komt neer op ruim 5.5% van de populatie van bedrijven zonder personeel per Tabel 2 geeft de procentuele verdeling van de geselecteerde bedrijven die in 2003 hun eerste personeelslid aannamen weer. De zakelijke dienstverlening en de detailhandel scoren met ca. 23% respectievelijk bijna 12% vrij hoog. Bijna 11

12 Niet minder dan 69% van de selectie betreft bedrijven die niet meer dan één personeelslid aangetrokken hebben. Vergelijking met het totaal van alle bedrijven in Nederland met een of meer werknemers op 1 januari 2003 (laatste kolom tabel 2) laat zien dat bij de procentuele verdeling van het geselecteerde bestand een aantal sectoren sterker vertegenwoordigd zijn. Het betreft de sectoren horeca, transport, communicatie, bank en verzekering, onroerend goed, zakelijke diensten en overige diensten. Ten aanzien van de grootteklassen blijkt oververtegenwoordiging van het geselecteerde bestand in de grootteklasse 1-5 werknemers (zie vergelijking met laatste rij van tabel 2). De overige grootteklassen zijn behoorlijk ondervertegenwoordigd. Dit beeld lijkt ons logisch voor bedrijven, die voor het eerst een personeelslid (of soms meerdere) aantrekken. Tabel 2 Procentuele verdeling van selectie sectoren Totaal waarvan: Alle bedrijven 1 wn 2-<5 5-<10 10-<20 20 wn wn wn wn Landbouw en visserij 1,9 1,3 0,5 0,1 0,1 0,0 6,7 Delfstoffen 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Voedingsmiddelenindustrie 0,5 0,3 0,1 0,0 0,0 0,0 1,2 Overige industrie 2,5 1,9 0,4 0,1 0,1 0,0 3,4 Olie-industrie en chemie 0,3 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,5 Metaalindustrie 2,2 1,5 0,4 0,1 0,1 0,0 3,4 Nutsbedrijven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bouwnijverheid 7,4 5,6 1,2 0,3 0,2 0,0 9,1 Autobedrijven 2,9 2,2 0,4 0,1 0,1 0,0 3,8 Groothandel 8,9 6,3 1,8 0,4 0,3 0,1 9,3 Detailhandel 11,7 9,3 1,8 0,3 0,2 0,1 13,8 Horeca 8,8 6,2 1,8 0,4 0,2 0,1 8,4 Transport 4,0 2,8 0,8 0,2 0,1 0,0 3,7 Communicatie 0,8 0,5 0,2 0,1 0,0 0,0 0,3 Bank- en verzekeringswezen 5,7 3,7 1,3 0,4 0,3 0,1 2,3 Onroerend goed 3,5 2,2 0,9 0,2 0,2 0,0 1,4 Zakelijke diensten 22,9 14,9 4,6 1,6 1,2 0,7 13,5 Overheid 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 Zorg 4,8 2,2 1,7 0,5 0,3 0,0 7,5 Overige diensten 11,1 7,5 2,5 0,7 0,3 0,1 10,6 Totaal selectie 100,0 68,7 20,7 5,6 3,7 1,4 100,0 Alle bedrijven 1 werknemer 67,4* 13,1 8,8 10,6 100,0 * betreft grootteklasse 1-<5 werknemers Bron:CBS/ABR Vergelijking van het selectiebestand met het analysebestand uit de eerder uitgevoerde pilot 2004/2005 naar sector, laat één opvallend verschil zien: de sector landbouw en visserij. In de pilot over 2004/2005 was sprake van 979 bedrijven (4,4%), in het selectiebestand van 2002/2003 slechts 384 bedrijven (1,9%). Indien de verdeling naar grootteklasse wordt vergeleken dan is het effect in de landbouw en visserij vooral zichtbaar in de grootteklasse 1 werknemer. Daarnaast heeft de sector zakelijke diensten een opvallend hoog aandeel in de groot- 12

13 teklasse meer dan 20 werknemers. Voor het overige komt de structuur van het selectie- en het pilotbestand naar sector en grootteklasse redelijk overeen. 3.2 Banen Door koppeling van de geselecteerde bedrijven die in 2003 hun eerste personeelslid aannamen aan de SSB-kernbestanden, wordt het mogelijk om een analyse te doen op de bijbehorende banen en algemene kenmerken daarvan. Het ABR biedt tevens de mogelijkheid om een wat grove koppeling te maken met de registratiedatum van het ontstaan en het opheffen van een (lokale) bedrijfseenheid. De eerste match tussen een bedrijfsidentificatienummer en het startjaar van een bedrijfseenheid wordt beschouwd als een indicatie van het startjaar van de onderneming. In tabel 3 worden de resultaten gepresenteerd. In totaal konden bijna banen gekoppeld worden. Ter vergelijking in de pilotstudie over 2004/2005 konden banen worden gekoppeld. Tabel 3 Procentuele verdeling banen van selectie naar startjaar (lokale) bedrijfseenheid sectoren vóór 1990 tussen 1990 en Totaal Landbouw en visserij Delfstoffen Voedingsmiddelenindustrie Overige industrie Olie-industrie en chemie Metaalindustrie Nutsbedrijven Bouwnijverheid Autobedrijven Groothandel Detailhandel Horeca Transport Communicatie Bank- en verzekeringswezen Onroerend goed Zakelijke diensten Overheid Zorg Overige diensten Totaal selectie Bronnen:CBS/ABR/SSB Opgemerkt dient te worden dat er met enige voorzichtigheid met de resultaten moet worden omgegaan, met name daar waar het kleine populaties betreft en sectoren met een hoog personeelsverloop. Daarnaast dient men zich ervan bewust te zijn dat uit het Sociaal Statistisch Bestand stroomgegevens worden afgeleid, waarbij bijvoorbeeld alle banen die in de loop van het jaar zijn ingestroomd en/of uitgestroomd worden meegeteld. Doordat alle banen meetellen, ongeacht het aantal dagen dat de baan heeft bestaan, komt het totaal aantal banen veel 13

14 hoger uit dan het gemiddeld aantal banen, waarop de Arbeidsrekeningen gebaseerd zijn. Bijna van het totaal aantal banen bij bedrijven die in 2003 personeel hebben aangenomen, zijn te vinden in de zakelijke dienstverlening. Hiervoor lijken vooral de uitzend- en reclamebureaus verantwoordelijk. Andere sectoren die een behoorlijk aandeel hebben zijn de detailhandel (circa banen), horeca (bijna banen) en overige diensten (ongeveer banen). Wordt naar het startjaar van bedrijfseenheden gekeken, dan dan blijkt dat bijna 70% van de banen wordt gecreëerd door bedrijven die 4 jaar of minder oud zijn. Dit komt overeen met het analysebestand uit de eerdere pilot. In tabel 4 wordt de verdeling van het aantal banen behorend bij de selectie bedrijven die in 2003 hun eerste personeelslid aannamen per sector gepresenteerd. Met andere woorden hoe is de verdeling van de bijna gevonden banen van de selectie naar sector. Tabel 4 Procentuele verdeling van banen naar 20 sectoren sectoren selectie 2002/2003 pilot 2004/2005 Landbouw en visserij 1,7 3,8 Delfstoffen 0,0 0,0 Voedingsmiddelenindustrie 0,9 0,6 Overige industrie 0,8 0,7 Olie-industrie en chemie 0,2 0,2 Metaalindustrie 1,2 1,2 Nutsbedrijven 0,0 0,0 Bouwnijverheid 2,5 2,5 Autobedrijven 0,9 0,8 Groothandel 4,4 4,3 Detailhandel 5,3 6,1 Horeca 9,5 8,4 Transport 2,1 3,3 Communicatie 0,8 0,6 Bank- en verzekeringswezen 1,4 1,9 Onroerend goed 1,1 1,2 Zakelijke diensten 55,4 54,3 Overheid 0,1 0,1 Zorg 2,3 3,3 Overige diensten 9,1 6,9 Totaal 100,0 100,0 Totaal aantal banen Bronnen:CBS/ABR/SSB Wat voor de bedrijven geldt (opvallend verschil in de sector landbouw en visserij tussen selectie- en pilotbestand) gaat eveneens op voor het banenbestand. Het andere opvallende aspect in deze tabel is het aandeel van de sector overige diensten in totaal aantal banen. Dit percentage is behoorlijk hoger in het selectiebestand dan in het analysebestand van de eerder gehouden pilot. 14

15 3.3 Kenmerken Beleidsmatig zijn niet alleen de aantallen van belang, maar ook de kenmerken van het aangenomen personeel. Het SSB kernbestand laat eveneens toe om de gemaakte selectie te koppelen aan een aantal kenmerken van banen. Er is gekozen voor de navolgende kenmerken: dienstverband, geslacht, leeftijd, nationaliteit en een indeling in westers/niet-westers. Zoals reeds eerder gememoreerd bestaat de gemaakte selectie uit stroomgegevens en wordt er alleen op hoofdlijnen een vergelijking gemaakt met bijvoorbeeld de gegevens in de Arbeidsrekeningen van de Nationale Rekeningen. Niet alle banen konden voor alle kenmerken gekoppeld worden, waardoor de kenmerken met verschillende randtotalen gepubliceerd en besproken worden Dienstverband Voor ruim waarnemingen beschikken wij over een verdeling naar voltijd en deeltijd dienstverband. In tabel 5 worden de resultaten getoond naar grootteklasse voor het totaal en de zakelijke diensten. Tabel 5 Procentuele verdeling van selectie naar dienstverband en grootteklasse Totaal sectoren wv Zakelijke diensten grootteklasse voltijd deeltijd voltijd deeltijd 1 werknemer 30,5 69,5 26,2 73,8 2-<5 werknemers 33,0 67,0 34,3 65,7 5-<10 werknemers 33,9 66,1 32,7 67,3 10-<20 werknemers 33,3 66,7 36,9 63,1 20 werknemers 32,8 67,2 43,9 56,1 totaal 32,3 67,7 35,7 64,3 Bronnen:CBS/ABR/SSB De Arbeidsrekeningen van de Nationale Rekeningen heeft informatie over banen van werknemers naar dienstverband. Van 2002 naar 2003 laten de cijfers een verschuiving in de verhouding voltijd:deeltijd zien van 54/46 naar 53/47, wat betekent dat het aandeel deeltijd toegenomen is. De grootste toename vindt plaats in de sector zorg en overige dienstverlening. De verhouding voltijd/deeltijd in de gebruikte selectie ligt op 32/68, waarbij de grootteklasse 1 werknemer het hoogste aandeel deeltijd heeft. Het hogere percentage deeltijders in de selectie lijkt plausibel, omdat het aannemen van personeel een hele stap is, waarbij door de werkgever voorzichtigheid wordt betracht. De sector zakelijke diensten wijkt niet heel erg veel af van het geschetste beeld voor het totaal van de selectie, echter de grootteklassen bedrijven met 1 werknemer en bedrijven met 20 of meer werknemers tonen wel een afwijkende verdeling. Wel is het opvallend dat het aandeel deeltijd in de zakelijke diensten lager is dan dat van het totaal van de 20 sectoren. In het analysebestand van de pilot 2004/2005 is het aandeel deeltijd in de zakelijke diensten juist 8 procentpunten hoger dan gemiddeld over alle sectoren Vast/flexibel Met behulp van het bovenstaande gegevens over het dienstverband en de beschikbare gegevens over oproep/afroep/invalkrachten is het eveneens mogelijk uitspraken te doen over de verhouding vast/flexibel. Naast de ruim waarnemingen over vast dienstverband (=voltijd en deeltijd) hebben bijna waarnemingen het kenmerk flexibel (oproep/afroep/inval). 15

16 Tabel 6 Procentuele verdeling van selectie naar vast/flexibel en grootteklasse Totaal sectoren wv Zakelijke diensten grootteklasse vast flexibel vast flexibel 1 werknemer 76,7 23,3 59,9 40,1 2-<5 werknemers 74,9 25,1 63,6 36,4 5-<10 werknemers 69,3 30,7 60,9 39,1 10-<20 werknemers 51,9 48,1 32,5 67,5 20 werknemers 46,8 53,2 32,8 67,2 totaal 62,7 37,3 44,6 55,4 Bronnen:CBS/ABR/SSB Door de beschikbaarheid van de Enquête Werkgelegenheid en Lonen (EWL) en het Loonstructuuronderzoek (LSO) is het mogelijk een vergelijk met de selectiecijfers te maken. Zowel het laatst beschikbare LSO (2002) als het EWL gemiddelde over 2003, laten een aandeel flexibel in totaal aantal banen van bijna 10% zien. De gemaakte selectie (bedrijven die in 2003 hun eerste personeelslid aannamen) wijkt daar sterk van af met een aandeel flexibel van ruim 35%. In de EWL heeft de sector onroerend goed en zakelijke diensten een aandeel van circa 25% aan flexibele banen waarvan een groot gedeelte voorkomt bij de uitzendbureaus. De sector zakelijke diensten in het selectiebestand heeft eveneens een hoger aandeel flexibel, namelijk 55%. Zoals tabel 6 weergeeft is het aandeel flexibel in de sector zakelijk diensten voor iedere grootteklasse hoger dan voor het totaal van de sectoren. Vergelijking van het aandeel vast personeel in het selectiebestand met de EWL gegevens laat zien dat voor vrijwel alle sectoren het aandeel vast in het selectiebestand lager is dan in het EWL bestand. Opvallende uitzondering daarop vormt de sector detailhandel Geslacht Vooraf dient opgemerkt te worden dat de koppeling naar geslacht plaats vindt via de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Onderzoek heeft uitgewezen dat deze koppeling voor circa 90% dekkend is, de overige 10% krijgt het predikaat onbekend. In de Enquete Werkgelegenheid en Lonen (EWL) worden cijfers gepresenteerd over de verdeling van het gemiddeld aantal banen per jaar naar geslacht. Daaruit blijkt dat in 2003 mannen een aandeel van 55% hebben in het totaal aantal banen van ruim 7,0 miljoen. In het selectiebestand (ruim waarnemingen) is het aandeel vrouwen ongeveer 40%%. In tabel 7 wordt een vergelijking per sector gepresenteerd naar geslacht, waarbij de EWL gegevens en de selectiegegevens naast elkaar staan. De sectoren transport en communicatie en onroerend goed en zakelijkde diensten zijn in de tabel gecombineerd. 16

17 Tabel 7 Procentueel aandeel vrouwen per sector EWL Selectiebestand sectoren aandeel vrouwen aandeel vrouwen Landbouw en visserij Delfstoffen Voedingsmiddelenindustrie Overige industrie Olie-industrie en chemie Metaalindustrie Nutsbedrijven Bouwnijverheid 8 9 Autobedrijven Groothandel Detailhandel Horeca Transport en communicatie Bank- en verzekeringswezen Onroerend goed en zakelijke diensten Overheid Zorg Overige diensten Totaal Bronnen:CBS/ABR/SSB/EWL De sectoren delfstoffen en nutsbedrijven hebben weinig waarnemingen in het selectiebestand, waardoor een vergelijking met EWL niet reëel is. Voor de sectoren voedingsmiddelenindustrie, overige industrie, olie-industrie en chemie en groothandel is het aandeel vrouwen in het selectiebestand behoorlijk groter dan volgens de EWL. In de sector overige diensten is het omgekeerde aan de hand, namelijk een groter aandeel mannen ten opzichte van de EWL gegevens. Het selectiebestand biedt eveneens de mogelijkheid om te kijken naar verschillen per grootteklasse. Alle grootteklassen hebben een groter aandeel mannen dan vrouwen. Bovendien wijkt de verhouding mannen: vrouwen in die grootteklassen niet sterk af van de verhouding voor het totaal van het selectiebestand Leeftijd Het selectiebestand van bedrijven die in 2003 hun eerste personeelslid aannamen, laat ten aanzien van het kenmerk leeftijd van de werknemers een scheve verdeling zien ten opzichte van vergelijkbare gegevens uit de EWL. Bedrijven die voor het eerst personeel hebben aangenomen, hebben vooral jong personeel in dienst, terwijl het totale bedrijfsleven een meer evenwichtige leeftijdsverdeling van het personeel hebben. De leeftijd is daartoe in tabel 8 in drie leeftijdsklassen met aan- en uitloop ingedeeld. 17

18 Tabel 8 Procentuele verdeling van werknemers in selectie en EWL naar leeftijd EWL Selectiebestand wv Zakelijke diensten leeftijd tot 20 jaar 6,0 21,2 19,8 20 tot 35 jaar 35,3 50,7 51,2 35 tot 50 jaar 38,7 21,2 22,4 50 tot 65 jaar 19,5 6,2 6,2 ouder dan 65 jaar 0,5 0,7 0,5 totaal 100,0 100,0 100,0 Bronnen:CBS/ABR/SSB/EWL Naast het feit dat bijna 70% van de banen wordt gecreëerd door bedrijven die 4 jaar of minder oud zijn, is ruim 70% van de aangetrokken werknemers jonger dan 35 jaar, dus minder dan 30% is ouder dan 35 jaar. In de EWL gegevens ligt deze verhouding rond de 40/60. Iets meer dan de helft van de werknemers in het selectiebestand vindt emplooi in de zakelijke diensten. Vooral in de leeftijdsklasse 20 tot 35 jaar is het aandeel van de zakelijke diensten meer dan proportioneel. In het selectiebestand is tevens de verdeling van leeftijden per grootteklasse bekend. In tabel 9 is voor de zakelijke diensten hiervan een overzicht gemaakt. Tabel 9 Procentuele verdeling van leeftijd en naar grootteklasse voor zakelijke diensten leeftijd Zakelijke diensten waarvan: 1 wn 2-<5 wn 5-<10 wn 10-<20 wn 20 wn tot 20 jr 17,8 11,9 18,0 21,9 17,8 19,8 20 tot 35 jaar 54,2 56,7 52,2 56,0 57,7 51,2 35 tot 50 jaar 21,4 24,3 21,7 16,9 18,9 22,4 50 tot 65 jaar 6,0 6,6 6,7 5,0 5,1 6,2 ouder dan 65 0,6 0,5 1,4 0,3 0,5 0,5 jaar totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Bronnen:CBS/ABR/SSB De leeftijdsklasse werknemers van 20-<35 jaar heeft in alle grootteklassen een aandeel van 50% of meer van het randtotaal. Wat tevens opvalt is het lage aandeel van de grootteklasse 1 werknemer in de leeftijdsklasse werknemers tot 20 jaar en het relatief hoge aandeel in de grootteklasse 2-<5 werknemers van de leeftijdsklasse werknemers 65 jaar. De grootteklasse 1 werknemer heeft het hoogste aandeel (ruim 30%) van werknemers ouder dan 35 jaar Nationaliteit In deze paragraaf wordt het kenmerk nationaliteit behandeld, waarbij onderscheid in Nederlands en niet-nederlands gemaakt wordt. De Nederlandse nationaliteit hebben personen die Nederlander zijn volgens de Rijkswet op het Nederlanderschap, maar eveneens personen die worden behandeld als Nederlander. Hierbij doet zich het probleem voor van de tweede en derde generatie allochtonen en/of de dubbele nationaliteiten. Voorzichtigheid is dus geboden bij de interpretatie van de gegevens. Zoals tabel 10 toont heeft van het selectiebestand meer dan 80% de Nederlandse nationaliteit. Bijna de helft hiervan heeft emplooi gevonden in de zakelijke diensten ( van de in totaal circa werknemers met een Nederlandse nationaliteit). 18

19 Tabel 10 Procentuele verdeling van selectie naar nationaliteit en sector sectoren Nederlands Niet-Nederlands Landbouw en visserij 80,7 19,3 Delfstoffen 71,4 28,6 Voedingsmiddelenindustrie 67,5 32,5 Overige industrie 84,9 15,1 Olie-industrie en chemie 91,7 8,3 Metaalindustrie 82,9 17,1 Nutsbedrijven 83,3 16,7 Bouwnijverheid 87,5 12,5 Autobedrijven 90,6 9,4 Groothandel 77,3 22,7 Detailhandel 90,7 9,3 Horeca 85,7 14,3 Transport 84,0 16,0 Communicatie 91,2 8,8 Bank- en verzekeringswezen 89,4 10,6 Onroerend goed 91,8 8,2 Zakelijke diensten 74,5 25,5 Overheid 85,5 14,5 Zorg 88,0 12,0 Overige diensten 88,5 11,5 Totaal 80,2 19,8 Bronnen:CBS/ABR/SSB Van alle werknemers met een niet-nederlandse achtergrond (12.100), heeft bijna vijfenzestig procent (ruim 7.800) een baan in de zakelijke diensten. In de zakelijke diensten, delfstoffen, voedingsmiddelenindustrie en de groothandel hebben niet-nederlanders een aandeel van meer dan 20%. De sectoren olieindustrie en chemie, autohandel, detailhandel, communicatie en onroerend goed scoren laag indien gekeken wordt naar het aandeel per sector. In tabel 11 wordt de verdeling van etniciteit van de werknemers naar grootteklasse voor het totaal en de zakelijke diensten gepresenteerd. Opvallende zaken in deze tabel zijn de volgende: 1 Het hogere aandeel niet-nederlanders voor alle grootteklassen in de zakelijke diensten ten opzichte van het totaal. 2 Zowel voor het totaal als voor de zakelijke diensten is in de grootteklasse 1 werknemer het aandeel niet-nederlands het laagst en in de grootteklasse 10- <20 werknemers het hoogst. Tabel 11 Procentuele verdeling van selectie naar nationaliteit en grootteklasse Totaal wv Zakelijke Diensten Nederlands Niet- Nederlands Nietgrootteklasse Nederlands Nederlands 1 werknemer 84,1 15,9 79,2 20,8 2-<5 werknemers 82,6 17,4 77,8 22,2 5-<10 werknemers 82,1 17,9 76,6 23,4 10-<20 werknemers 75,2 24,8 68,6 31,4 20 werknemers 76,0 24,0 72,4 27,6 totaal 80,2 19,8 74,5 25,5 Bronnen:CBS/ABR/SSB 19

20 3.3.6 Westers/Niet-westers In deze paragraaf wordt het onderscheid Westerse/niet-Westerse allochtonen besproken. Westerse allochtonen zijn allochtonen met als herkomst (=geboorteland) Europa (exclusief Turkije), Canada en de VS, Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië en Japan. Niet-westerse allochtonen hebben als herkomst alle andere landen. Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren. Vooraf is een waarschuwing op zijn plaats. De begrippen autochtoon en Nederlandse nationaliteit zijn niet zonder meer vergelijkbaar. Veel allochtonen hebben inmiddels de Nederlandse nationaliteit. Het percentage Nederlander is voor alle sectoren dan ook hoger dan het percentage autochtoon. Vooral in de sector zakelijke diensten komt het verschil in definiëring sterk aan het licht. Lees hiervoor ook de geplaatste opmerkingen in de vorige paragraaf. Tabel 12 Procentuele verdeling van selectie naar autochtoon/allochtoon per sector sectoren Autochtoon Westers Allochtoon Niet-westers Landbouw en visserij 72,3 5,5 22,2 Delfstoffen 71,4 14,3 14,3 Voedingsmiddelenindustrie 52,5 11,6 35,9 Overige industrie 75,3 9,0 15,7 Olie-industrie en chemie 76,9 10,2 13,0 Metaalindustrie 71,8 10,4 13,0 Nutsbedrijven 66,7 33,3 0,0 Bouwnijverheid 78,4 7,3 14,3 Autobedrijven 80,4 8,7 10,9 Groothandel 65,3 11,7 23,1 Detailhandel 79,7 9,0 11,3 Horeca 74,2 9,7 16,1 Transport 75,2 8,3 16,5 Communicatie 78,2 10,7 11,1 Bank- en verzekeringswezen 80,2 8,1 11,7 Onroerend goed 82,8 8,5 8,7 Zakelijke diensten 61,0 10,7 28,3 Overheid 81,9 10,8 7,2 Zorg 77,9 8,3 13,8 Overige diensten 75,0 15,3 9,7 Totaal 67,8 10,6 21,6 Bronnen:CBS/ABR/SSB Het aandeel niet-westerse allochtonen is in veel sectoren gelijk of groter dan het aandeel westerse allochtonen, wat voor het totaal resulteert in een verhouding 1/2. De sectoren landbouw en visserij, voedingsmiddelenindustrie, groothandel en zakelijke diensten hebben een groter dan gemiddeld aandeel niet-westerse allochtonen. Bij de zakelijke diensten spelen vermoedelijk de uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven hierbij een belangrijke rol. De sector nutsbedrijven heeft een opvallend aandeel Westerse allochtonen. In tabel 13 wordt de verdeling autochtoon/allochtoon naar grootteklasse gepresenteerd. Wat hierbij opvalt is het hogere aandeel allochtonen in de zakelijke diensten voor alle grootteklassen ten opzichte van het totaal naar grootteklassen. Het aandeel allochtoon is in de grootteklasse 1 werknemer in de zakelijke diensten het laagst. 20

21 Deze bevindingen verschillen niet veel met die van het in de vorige paragraaf besproken kenmerk nationaliteit. Tabel 13 Procentuele verdeling van selectie naar etniciteit per grootteklasse Totaal wv Zakelijke diensten Autochtoon Allochtoon Autochtoon Allochtoon grootteklasse Westers Nietwesters Westers Nietwesters 1 werknemer 73,4 9,9 16,7 66,3 10,6 23,0 2-<5 werknemers 70,8 9,3 19,9 64,3 9,0 26,8 5-<10 werknemers 70,6 10,6 18,8 64,3 10,9 24,8 10-<20 werknemers 61,8 11,3 27,0 54,3 12,4 33,3 20 werknemers 61,4 11,9 26,6 58,5 10,5 31,0 totaal 67,8 10,6 21,6 61,0 10,7 28,3 Bronnen:CBS/ABR/SSB 21

22

23 4 Conclusies deel 1 Aan de eerste doelstelling van het vervolgproject het toetsen en vergelijken van de uitkomsten uit de pilot (jaargang 2005) met een 'benchmarkjaar' (jaargang 2002), om de robuustheid van de uitkomsten te analyseren en de verschillen in de tijd te kunnen duiden is ruimschoots voldaan. In de loop van 2002 heeft ruim 5,5% van de bedrijven die op 1 januari 2002 zonder personeel waren de stap naar werkgeverschap gezet. Het gaat daarbij om bijna bedrijven. Uit de pilot van 2004/2005 kwam een aantal van ongeveer bedrijven naar voren, wat neerkwam op een aandeel onder bedrijven zonder personeel in 2004 van 5,4%. In totaal ontstonden bij de bedrijven uit de selectie 2002/2003 bijna banen. Uit de pilot van 2004/2005 kwam een aantal banen van ruim naar voren. De meest opvallende resultaten van de beide analyses van deze werkgevers en de banen die zij creëerden zijn: De meeste bedrijven die in de loop van 2002 voor het eerst personeel hebben aangenomen zijn jong. Zeventig procent was niet ouder dan vier jaar. Uit de pilot kwam naar voren dat van de bedrijven die in de loop van 2004 personeel aannamen, 78% niet ouder was dan 4 jaar. Uit de selectie van 2002/2003 komt naar voren dat een meerderheid (55%) van de banen werd gecreëerd in de zakelijke dienstverlening, een sector met een grote baandynamiek hetgeen wil zeggen dat banen ook snel weer verdwijnen. In de pilot van 2004/2005 was dit aandeel 64%. Bijna 70% van de banen uit de selectie van 2002/2003 zijn op part-time basis (minder dan 32 uur per week). In de pilot 2004/2005 was dit aandeel 69%. In de selectie 2002/2003 is ruim 70 % van de aangetrokken werknemers jonger dan 35 jaar. In de pilot 2004/2005 is dit aandeel 71%. Het aandeel van vrouwen in de banen die in de loop van 2002 zijn gecreëerd ligt op ongeveer 40%. In de pilot 2004/2005 lag het aandeel vrouwen eveneens op 40%. In de selectie van 2002/2003 wordt bijna 70% van de banen ingenomen door autochtonen, dat wil zeggen door mensen die in Nederland zijn geboren en waarvan de ouders ook in Nederland zijn geboren. In de pilot van 2004/2005 lag dit aandeel op 69%. De algemene conclusie is dat de cijfers stabiel zijn en daarmee een goede beschrijving van de bedrijven die voor het eerst personeel aannemen. 23

24

25 DEEL 2: Verdere verdieping 2004/

26

27 5 Kenmerken van de ondernemer In de pilotstudie over 2004/2005 zijn kenmerken van de banen nader onderzocht. Het betrof hier aspecten, zoals leeftijd, geslacht, voltijd/deeltijdarbeid, flexibel/vast contract, nationaliteit en etniciteit. In dit hoofdstuk kijken we in hoeverre de DGA-ondernemers (directeurgrootaandeelhouders die niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen) hiervan afwijken. DGA s worden hiervoor binnen het SSB afgezonderd met het criterium soortinkomenbaan. Van de ruim banen uit de pilot 2004/2005 konden 400 banen als DGA gedefinieerd worden. 1 De cijfers zijn door de kleine aantallen vooral indicatief. 5.1 Verdeling banen DGA s naar leeftijd bedrijf en sector Allereerst is naar het startjaar van de lokale bedrijfseenheid (vestiging) gekeken. Zowel het totaal aantal banen van de pilot, als de banen van DGA s zijn hiervoor naar startjaar verdeeld in tabel 14. Tabel 14 Procentuele verdeling totaal aantal banen en banen DGA s naar leeftijd bedrijf, 2005 jaar totaal aantal banen 2005 DGA s in 2005 in pilot vóór % 34% % 8% % 7% % 19% % 14% % 18% % 1% Bronnen:CBS/ABR/SSB De DGA s zijn oververtegenwoordigd in de oudere bedrijven (> 5 jaar oud). In afwijking van de pilot, waarbij 81% van de banen gecreëerd wordt door bedrijven die vóór 2001 zijn opgericht, is er bij DGA s sprake van een percentage van 58% over dezelfde periode. In tabel 1 wordt de verdeling van het aantal banen behorend bij de pilot van bedrijven die in 2005 hun eerste personeelslid aannamen per sector gepresenteerd. In de kolom erna staan de gegevens van de DGA s over dezelfde periode. Om te bezien of de verdeling plausibel is, is ook naar de verdeling van het aantal DGA s in 2004 gekeken. Deze zijn in de laatste kolom toegevoegd. 1 Van veel banen die binnen het SSB worden getraceerd, is het op dit moment (nog) niet mogelijk deze te koppelen aan het criterium soortinkomenbaan. 27

28 Tabel 15: Procentuele verdeling van totaal aantal banen pilot en banen DGA s naar 20 sectoren sectoren aantal banen pilot aantal banen DGA s Landbouw en visserij 3,8 1,3 3,8 Delfstoffen 0,0 0,0 0,0 Voedingsmiddelenindustrie 0,6 0,3 0,7 Overige industrie 0,7 2,3 3,0 Olie-industrie en chemie 0,2 0,3 0,7 Metaalindustrie 1,2 2,3 4,1 Nutsbedrijven 0,0 0,0 0,0 Bouwnijverheid 2,5 7,0 8,8 Autobedrijven 0,8 1,5 3,4 Groothandel 4,3 14,3 14,3 Detailhandel 6,1 5,5 6,5 Horeca 8,4 4,3 2,8 Transport 3,3 2,5 3,2 Communicatie 0,6 0,0 0,3 Bank- en verzekeringswezen 1,9 15,3 13,0 Onroerend goed 1,2 4,5 4,1 Zakelijke diensten 54,3 30,3 24,2 Overheid 0,1 0,3 0,6 Zorg 3,3 3,3 3,8 Overige diensten 6,9 5,0 2,6 Totaal 100,0 100,0 100,0 Bronnen:CBS/ABR/SSB/EIM De opvallende verschillen in de verdeling naar sectoren tussen het aantal banen van DGA s en het totaal aantal banen in de pilot zijn gelegen in de overige industrie, metaalindustrie, bouwnijverheid, groothandel, horeca, bank- en verzekeringswezen, onroerend goed, zakelijke diensten en overige diensten. Of deze verschillen plausibel zijn is onderzocht het bestand met aantallen DGA s naar sector uit 2005 te vergelijken met het aantal in De sectoren met een hoog aandeel DGA s, zoals groothandel, bank- en verzekeringswezen en zakelijke diensten zijn ook in de selectie goed vertegenwoordigd. 5.2 Kenmerken Beleidsmatig zijn niet alleen de aantallen van belang, maar eveneens kenmerken van het aangenomen personeel. Het SSB kernbestand laat het toe om de gemaakte selectie te koppelen aan een aantal kenmerken van banen. Er is gekozen voor de navolgende kenmerken: dienstverband, geslacht, leeftijd, nationaliteit en een indeling in westers/niet-westers. Niet alle banen konden voor alle kenmerken gekoppeld worden, waardoor de kenmerken met verschillende randtotalen gepubliceerd en besproken worden. Dienstverband Voor de bijna 400 waarnemingen DGA s beschikken wij over een verdeling naar voltijd en deeltijd dienstverband. In tabel 16 worden de resultaten getoond naar grootteklasse voor het totaal en de zakelijke diensten. 28

29 Tabel 16 Procentuele verdeling van DGA s naar dienstverband en grootteklasse Totaal sectoren wv Zakelijke diensten grootteklasse voltijd deeltijd voltijd deeltijd 1 wn <5 wn <10 wn <20 wn =>20 wn totaal Bronnen:CBS/ABR/SSB De Arbeidsrekeningen van de Nationale Rekeningen heeft informatie over banen van werknemers naar dienstverband. Van 2004 naar 2005 laten de cijfers een verschuiving in de verhouding voltijd/deeltijd zien van 52/48 naar 50/50, wat betekent dat het aandeel deeltijd behoorlijk toegenomen is. De grootste toename vindt, zoals verwacht, plaats in de financiële- en zakelijke dienstverlening en de sector zorg en overige dienstverlening. De verhouding voltijd/deeltijd bij DGA s ligt op 72/28, waarbij de grootteklasse bedrijven met 20 of meer werknemers het hoogste aandeel deeltijders heeft. Het hoge percentage voltijders bij DGA s lijkt plausibel, omdat DGA s beschouwd mogen worden als ondernemers die hun salaris uit het bedrijf betaald krijgen en daarvoor meer uren wensen te maken. De sector zakelijke diensten wijkt als totaal niet heel veel af van het geschetste beeld voor het totaal van de 20 sectoren, echter de grootteklasse bedrijven met 5-<10 werknemers en 10-<20 werknemers tonen wel een afwijkende verdeling. Vast/flexibel Met behulp van het bovenstaande gegevens van DGA s over het dienstverband en de overige beschikbare gegevens is het eveneens mogelijk uitspraken te doen over de verhouding vast/flexibel. Tabel 17: Procentuele verdeling van DGA s naar vast/flexibel en grootteklasse Totaal sectoren wv Zakelijke diensten grootteklasse vast flexibel vast flexibel 1 werknemers <5 werknemers <10 werknemers <20 werknemers werknemers totaal bronnen:cbs/abr/ssb Door de beschikbaarheid van de Enquête Werkgelegenheid en Lonen (EWL) en het Loonstructuuronderzoek (LSO) is het mogelijk een vergelijking met de DGAcijfers te maken. Zowel het laatst beschikbare LSO (2002) als de EWL over 2005, laten een aandeel flexibel in het totaal aantal banen van bijna 10% zien. Zoals te verwachten was, is het aandeel flexibel bij DGA s gemiddeld genomen laag: bijna 2%. In de EWL heeft de sector onroerend goed en zakelijke diensten een aandeel van circa 25% aan flexibele banen waarvan een groot gedeelte voorkomt bij de uitzendbureaus. De zakelijke diensten in het DGA bestand heeft eveneens een hoger aandeel flexibel, namelijk ruim 3%. Zoals tabel 17 weergeeft, is het aandeel flexibel in de sector zakelijk diensten vooral in de grootteklasse bedrijven 29

30 met 1 werknemer en 20 werknemers hoger dan voor het totaal van de sectoren. Geslacht Vooraf dient opgemerkt te worden dat de koppeling naar geslacht plaats vindt via de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Onderzoek heeft uitgewezen dat deze koppeling voor circa 90% dekkend is, de overige 10% krijgt het predikaat onbekend. In de Enquête Werkgelegenheid en Lonen (EWL) worden cijfers gepresenteerd over de verdeling van het gemiddeld aantal banen per jaar naar geslacht. Daaruit blijkt dat in 2005 mannen een aandeel van 55% hebben in het totaal aantal banen van bijna 7.0 miljoen. In het DGA bestand (bijna 400 waarnemingen) is het aandeel vrouwen ongeveer 32%. In tabel 18 wordt een vergelijking per sector gepresenteerd naar geslacht, waarbij de EWL gegevens en de DGA gegevens naast elkaar staan. De sectoren transport en communicatie zijn in de tabel gecombineerd. Tabel 18: Procentuele verdeling van DGA s naar geslacht en sectoren EWL DGA s sectoren % vrouwen % vrouwen Landbouw en visserij Delfstoffen 14 Voedingsmiddelenindustrie 32 0 Overige industrie Olie-industrie en chemie Metaalindustrie Nutsbedrijven 20 Bouwnijverheid 9 25 Autobedrijven Groothandel Detailhandel Horeca Transport en communicatie Bank- en verzekeringswezen Onroerend goed Zakelijke diensten Overheid 48 0 Zorg Overige diensten Totaal bronnen:cbs/abr/ssb/ewl De sectoren delfstoffen en nuts hebben geen waarnemingen in het DGA bestand, waardoor een vergelijking met EWL niet reëel is. Voor de sectoren overige industrie, Olie-industrie en chemie, metaalindustrie, bouwnijverheid, autobedrijven en transport en communicatie is het aandeel vrouwen in het DGA bestand behoorlijk groter dan volgens de EWL (alle werknemers). In de overige sectoren, met uitzondering van de groothandel, is veelal het omgekeerde aan de hand, namelijk een groter aandeel mannen in het DGA bestand ten opzichte van de EWL gegevens. 30

31 Het DGA bestand biedt eveneens de mogelijkheid om te kijken naar verschillen per grootteklasse. Alle grootteklassen hebben een groter aandeel mannen dan vrouwen. Bovendien wijkt de verhouding mannen: vrouwen in een aantal grootteklassen niet sterk af van de verhouding voor het totaal van het DGA bestand (68:32). Uitzonderingen hierop vormen de grootteklassen 5-<10 werknemers en 20 werknemers. Een waarschuwing voor het geringe aantal waarnemingen per sector/grootteklasse combinatie is in deze wel op zijn plaats. Leeftijd Het gekoppelde DGA bestand van bedrijven die in 2005 hun eerste personeelslid aannamen, laat ten aanzien van het kenmerk leeftijd een scheve verdeling zien ten opzichte van vergelijkbare gegevens uit de EWL (alle werknemers). De leeftijd is daartoe in tabel 19 in drie leeftijdsklassen met aan- en uitloop ingedeeld. Tabel 19: Procentuele verdeling van DGA s naar leeftijd EWL DGA s wv Zakelijke diensten leeftijd tot 20 jaar tot 35 jaar tot 50 jaar tot 65 jaar ouder dan 65 jaar <1 2 1 Totaal bronnen:cbs/abr/ssb/ewl Wat direct opvalt is dat de DGA s die in 2004/2005 hun eerste personeelslid aannamen, gemiddeld ouder zijn dan de doorsnee werknemer. Naast het feit dat slechts bijna 65% van de banen wordt gecreëerd door bedrijven die 5 jaar of minder oud zijn, is bijna 75% van de DGA s ouder dan 35 jaar, dus ongeveer 25% jonger dan 35 jaar. In de EWL gegevens ligt deze verhouding rond de 60:40. Ongeveer 30% van de banen in het DGA bestand vindt zijn oorsprong in de zakelijke diensten. De aandelen naar leeftijdsklasse wijken niet sterk af van het totaal DGA bestand. In het DGA bestand is tevens de verdeling van leeftijden per grootteklasse bekend. In tabel 20 is hiervan voor het DGA bestand een overzicht gemaakt. Tabel 20 Procentuele verdeling van leeftijden naar grootteklasse voor DGA bestand Totaal waarvan: leeftijd 1 wn 2-<5 wn 5-<10 wn 10-<20 wn 20 wn tot 20 jr 1,0 1,1 0,0 0,0 5,0 0,0 20 tot 35 jaar 24,1 21,1 37,5 10,0 25,0 66,7 35 tot 50 jaar 47,2 47,0 48,6 50,0 50,0 0,0 50 tot 65 jaar 25,6 28,7 12,5 35,0 20,0 33,3 ouder dan 65 2,0 2,2 1,4 5,0 0,0 0,0 jaar totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 bronnen:cbs/abr/ssb De leeftijdsklasse 35-<50jr heeft in vier grootteklassen een aandeel van bijna 50% van het randtotaal. Opvallend is het grote aandeel jongeren bij de bedrijven van 20 of meer werknemers (67%). 31

32 Nationaliteit In deze paragraaf wordt het kenmerk nationaliteit behandeld, waarbij onderscheid in Nederlands en niet-nederlands gemaakt wordt. De Nederlandse nationaliteit hebben personen die Nederlander zijn volgens de Rijkswet op het Nederlanderschap, maar eveneens personen die worden behandeld als Nederlander. Het geboorteland is gebruikt als benadering van de nationaliteit. Hierbij doet zich het probleem voor van de tweede en derde generatie allochtonen en/of de dubbele nationaliteiten. Voorzichtigheid is dus geboden bij de interpretatie van de gegevens. Zoals tabel 21 toont heeft van het totaal DGA bestand meer dan 90% de Nederlandse nationaliteit. Tabel 21 Procentuele verdeling van DGA s naar nationaliteit en sector Sectoren Nederlands niet-nederlands Landbouw en visserij Delfstoffen Voedingsmiddelenindustrie Overige industrie Olie-industrie en chemie Metaalindustrie Nutsbedrijven Bouwnijverheid 93 7 Autobedrijven Groothandel Detailhandel Horeca Transport Communicatie Bank- en verzekeringswezen Onroerend goed 94 6 Zakelijke diensten 92 9 Overheid Zorg 92 8 Overige diensten 95 5 Totaal 91 9 bronnen:cbs/abr/ssb Dit percentage ligt 10 procentpunten hoger dan het aandeel werknemers met een Nederlandse nationaliteit in de pilot (zie deel 1). De overige industrie, metaalindustrie, groothandel, detailhandel en horeca hebben een aandeel niet- Nederlanders van meer dan 10%. De sectoren landbouw en visserij, voedingsmiddelenindustrie, Olie-industrie en chemie, autohandel, transport en de overheid scoren laag indien gekeken wordt naar het aandeel niet-nederlanders per sector. In tabel 22 wordt de verdeling van nationaliteiten naar grootteklasse voor het totaal en de zakelijke diensten gepresenteerd. In grote lijnen is het beeld in de zakelijke dienstverlening niet anders dan voor het totaal. Een uitzondering vormt de grootteklasse 10-<20 werknemers, waar iedereen de Nederlandse nationaliteit heeft. 1 1 De populatie is echter klein. 32

33 Tabel 22 Procentuele verdeling van DGA s naar nationaliteit en grootteklasse Totaal wv Zakelijke Diensten Nederlands Nederlands Niet- Niet- grootteklasse Nederlands Nederlands 1 werknemer <5 wn <10 wn ,0 10-<20 wn =>20 wn totaal bronnen:cbs/abr/ssb Westers/Niet-westers In deze paragraaf wordt het onderscheid Westerse/niet-Westerse allochtonen besproken. Westerse allochtonen zijn allochtonen met als herkomst (= geboorteland) Europa (exclusief Turkije), Canada, de VS, Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië en Japan. Niet-westerse allochtonen hebben als herkomst alle andere landen. Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren. Vooraf is een waarschuwing op zijn plaats. De begrippen autochtoon en Nederlandse nationaliteit zijn niet zonder meer vergelijkbaar. Het percentage Nederlander is voor alle sectoren hoger of gelijk aan het percentage autochtoon. Lees hiervoor ook de geplaatste opmerkingen in de vorige paragraaf. Door de kleine populatie is geen onderscheid aangebracht tussen eerste en tweede generatie allochtonen. Tabel 23 Procentuele verdeling van DGA s naar autochtoon/allochtoon per sector Autochtoon Allochtoon sectoren Westers Niet-westers Landbouw en visserij Delfstoffen Voedingsmiddelenindustrie Overige industrie Olie-industrie en chemie Metaalindustrie Nutsbedrijven Bouwnijverheid Autobedrijven Groothandel Detailhandel Horeca Transport Communicatie Bank- en verzekeringswezen Onroerend goed Zakelijke diensten Overheid Zorg Overige diensten Totaal bronnen:cbs/abr/ssb 33

34 Het beeld over de sectoren is, zoals tabel 23 laat zien, heel divers, wat uiteindelijk voor het totaal resulteert in een verhouding 10westerse allochtonen ten opzichte van 8 niet-westerse allochtonen. Vooral de voedingsmiddelenindustrie, Olie-industrie en chemie en zorg hebben een hoog percentage westerse allochtonen. In tabel 24 wordt de verdeling autochtoon/allochtoon naar grootteklasse gepresenteerd. Wat hierbij opvalt is het hogere aandeel westerse allochtonen in de zakelijke diensten voor alle grootteklassen t.o.v. hetzelfde aandeel in het totaal naar grootteklassen. Het aandeel allochtoon is in de grootteklasse 2-<5 wn en 10-<20 wn in de zakelijke diensten het hoogst. De verdeling naar autochtoon/allochtoon wijkt in de zakelijke diensten in de grootteklasse 2-<5 wn het sterkst af van de verdeling voor het totaal per grootteklasse. Tabel 24 Procentuele verdeling van DGA s naar autochtoon/allochtoon per grootteklasse Totaal wv Zakelijke diensten Autochtoon Allochtoon Autochtoon Allochtoon Westers Nietwesterwesters Westers Niet- grootteklasse 1 wn <5 wn <10 wn <20 wn wn totaal bronnen:cbs/abr/ssb 34

35 6 Aanvullende kenmerken van werknemers/banen In dit hoofdstuk kijken we naar het opleidingsniveau het de beroepen die behoren bij de gecreëerde banen. Hiervoor is een koppeling gemaakt tussen de banen uit de pilot en kenmerken uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB). De drie belangrijkste kenmerken worden hierna besproken en betreffen beroepsniveau, beroepsrichting en opleidingsniveau. Van de ruim banen uit de pilot konden er bijna 600 gekoppeld worden naar beroepsniveau en beroepsrichting. Voor het kenmerk opleidingsniveau zijn ongeveer 825 gekoppelde waarnemingen beschikbaar 1.De cijfers zij door de kleine aantallen vooral indicatief. 6.1 Opleidingniveau Voor bijna 825 waarnemingen bleek het mogelijk een koppeling te maken naar opleidingsniveau. De indeling vindt plaats naar de publicatie-indeling Standaard Onderwijs Indeling (SOI) 2006 naar hoogst behaalde opleiding. Onderscheid wordt daarbij gemaakt naar lager, middelbaar en hoger. Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun voorgangers) en het laagste niveau van het beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo kwalificatieniveau 1). Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn. Tabel 25 Procentuele verdeling van opleidingsniveau naar grootteklasse voor gekoppeld EBB bestand Totaal waarvan: 1 wn 2-<5 wn 5-<10 wn 10-<20 wn 20 wn opleidingsniveau lager middelbaar hoger onbekend totaal bronnen:cbs/abr/ssb/ebb De grootteklassen 5-<10 werknemers en 20 en meer werknemers wijken het meest af van de verdeling van het opleidingsniveau voor het totaal. In de grootteklasse 5-<10 werknemers trekt vooral het aandeel hoger de aandacht. De 1 Van de banen uit deel 1, konden er 600 teruggevonden worden in de steekproef van de EBB met betrekking tot het beroepsniveau en -richting. Bij het opleidingsniveau zaten 825 banen in de steekproef. 35

36 grootteklasse 20 en meer werknemers heeft een andere verdeling van de aandelen lager en middelbaar. Statline geeft op basis van het totale EBB-bestand een verdeling van de beroepsbevolking naar opleidingsniveau. Hierbij zijn de gegevens afzonderlijk beschikbaar voor werknemers en zelfstandigen. In tabel 30 wordt een vergelijking met werknemers gemaakt. Tabel 26 Procentuele verdeling EBB bestand vs. Statline EBB gekoppeld Statline opleidingsniveau lager middelbaar hoger onbekend 4 1 totaal Bron: CBS/ABR/EBB Wat opvalt is de afwijking in het EBB bestand van de opleidingsniveaus lager en hoger ten opzichte van de statline-informatie. Het EBB bestand kent een behoorlijk hoger aandeel lager opleidingsniveau (37 t.o.v. 24), maar daarnaast een fors lager aandeel hoger opleidingsniveau (16 t.o.v. 31). 6.2 Beroepsniveau Het beroepsniveau is ingedeeld in elementair, lager, middelbaar, hoger en wetenschappelijk. De indeling naar beroep is overeenkomstig de Standaard Beroepenclassificatie 1992 (SBC 1992). Voor het vaststellen van het beroep worden de volgende gegevens gebruikt: de beroepsomschrijving, de voornaamste werkzaamheden, de leiding geven, de leidinggevende werkzaamheden en het aantal mensen waaraan leidinggegeven wordt, de omschrijving van het soort bedrijf. In tabel 25 wordt het beroepsniveau naar grootteklasse gepresenteerd. Tabel 27 Procentuele verdeling van beroepsniveau naar grootteklasse voor EBB bestand Totaal waarvan: 1 wn 2-<5 wn 5-<10 10-<20 20 wn beroepsniveau wn wn elementair lager middelbaar hoger wetenschappelijk totaal bronnen:cbs/abr/ssb/ebb Alhoewel de verwachting is dat er sprake is van enige spreiding naar beroepsniveau per grootteklasse zijn de verschillen toch behoorlijk. De grootteklasse 1 werknemer en 20 en meer werknemers hebben het grootste aandeel elementair en lager namelijk 70%. De grootteklasse 2-<5 werknemers het laagste, iets meer dan 50%. Indien de belangrijkste sector, de zakelijke diensten, met het bovenstaande vergeleken wordt dan wijkt die sector hiervan niet veel af. Alleen de grootteklasse 5-<10 werknemers heeft eveneens een aandeel elementair en lager opgeleid van circa 50%. 36

R200912. Inzicht in bedrijven die hun eerste. werknemer aantrekken. Creëren van een dataset. Sjaak Vollebregt Wim Verhoeven

R200912. Inzicht in bedrijven die hun eerste. werknemer aantrekken. Creëren van een dataset. Sjaak Vollebregt Wim Verhoeven R200912 Inzicht in bedrijven die hun eerste werknemer aantrekken Creëren van een dataset Sjaak Vollebregt Wim Verhoeven Zoetermeer, juli 2009 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB

Nadere informatie

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt M200919 Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt Zoetermeer, december 2009 Nieuwe werkgevers Boodschap Nederland kent over de

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

9. Werknemers en bedrijfstakken

9. Werknemers en bedrijfstakken 9. Werknemers en bedrijfstakken Niet-westerse allochtonen hebben minder vaak een baan als werknemer vergeleken met autochtonen. De positie van de tweede generatie is gunstiger dan die van de eerste generatie.

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Waar zijn allochtone werknemers in dienst?

Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Dr. Chantal Melser, drs. Jo van Cruchten en Leo van Toor In het najaar van 2 waren er 6,9 miljoen werknemers tussen de 15 en 65 jaar met één of meerdere banen.

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Arbeidsmarktstructuur in 2005 Uitkomsten en toelichting. Karin Hagoort en Luuk Schreven

Arbeidsmarktstructuur in 2005 Uitkomsten en toelichting. Karin Hagoort en Luuk Schreven Arbeidsmarktstructuur in 2005 Uitkomsten en toelichting Karin Hagoort en Luuk Schreven Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken vanwege te kleine

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

OSB Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten

OSB Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten OSB 2017 Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten Februari 2019 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Sociaal Statistisch Bestand

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens Bijlage B3 Eerste treden op de arbeidsmarkt Ans Merens Inhoud Figuur B3.1... 3 Figuur B3.2... 4 Tabel B3.1... 5 Figuur B3.3... 6 Figuur B3.4... 6 Figuur B3.5... 7 Tabel B3.2... 8 Figuur B3.6... 9 Figuur

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid Lonen van niet-westers bij de overheid Karin Hagoort en Maartje Rienstra Over het algemeen verdienen minder dan en niet-westerse n minder dan autochtonen. Bij de overheid hebben autochtone gemiddeld het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1 Tabel III.1 Verdeling en gemiddelde bruto-uurloon van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven naar diverse categorieen. Verhouding bruto-uurloon vrouwen als percentage bruto-uurloon mannen. (kolom %: verticaal

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt

M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt M200412 Opleidingsniveau in MKB stijgt A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Meer hoger opgeleiden in het MKB Het aandeel hoger opgeleiden in het MKB is de laatste jaren gestegen. Met name in de

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 08 07 Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 Karin Hagoort, Kathleen Geertjes en Osman Baydar Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Rapport. Maatwerk voor brancheverenigingen. FHI federatie van technologiebranches

Rapport. Maatwerk voor brancheverenigingen. FHI federatie van technologiebranches Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen FHI federatie van technologiebranches CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 0i08 08 Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 Maaike Hersevoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv Migratieachtergrond van uitgestroomde studenten naar regio, onderwijssoort en studierichting Uitstroom na studiejaar 2016/ 17 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren

Nadere informatie

Vormgevers in Nederland (verdieping) Uitkomsten en toelichting

Vormgevers in Nederland (verdieping) Uitkomsten en toelichting Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek in Nederland (verdieping) Uitkomsten en toelichting Daniëlle ter Haar en Frank van der Linden juni 2007 Inleiding In februari 2007 heeft

Nadere informatie

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1)

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1) Tijdelijke en langdurige banen, 2000 A.W.F. Corpeleijn 1) Veel bedrijven werken met een combinatie van vaste en losse krachten. Werknemers met tijdelijke contracten worden onder meer ingezet voor speciale

Nadere informatie

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW) Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren - 309.900 lopende WW-uitkeringen, 1,8 procent meer dan in tember - Bovengemiddelde stijging lopende WW-uitkeringen horeca (+6,3%)

Nadere informatie

Arbeidsmigratie en verschuivingen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmigratie en verschuivingen op de arbeidsmarkt Arbeidsmigratie en verschuivingen op de arbeidsmarkt Uitkomsten kwantitatieve analyse 28 juni 2014 www.seo.nl - e.berkhout@seo.nl - +31 20 525 1630 Inhoud 1. verschuiving in herkomst werknemers naar herkomst

Nadere informatie

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Mariëtte Goedhuys-van der

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)

Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2013 ISBN : 978-90-371-1114-9 Rapportnummer : A201408 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)

Nadere informatie

Presentatie WAI database November 2012. Hoe ziet het werkvermogen van de Nederlandse werkende beroepsbevolking eruit?

Presentatie WAI database November 2012. Hoe ziet het werkvermogen van de Nederlandse werkende beroepsbevolking eruit? Presentatie WAI database November 2012 Hoe ziet het werkvermogen van de Nederlandse werkende beroepsbevolking eruit? Over de data De WAI vragenlijsten worden afgenomen door verschillende WAI licentienemers

Nadere informatie

Internationale Benchmark 2009 Extra landen

Internationale Benchmark 2009 Extra landen M200907 Internationale Benchmark 2009 Extra landen Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans drs. W.H.J. Verhoeven R. in 't Hout Zoetermeer, mei 2009 1 Inleiding EIM publiceert jaarlijks de Internationale Benchmark.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Maatwerk voor brancheverenigingen

Maatwerk voor brancheverenigingen Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen FEDA branchevereniging op het gebied van Aandrijf- en Automatiseringstechniek CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit CBS januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers Regio september 208 Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers regio In aansluiting op de brochure Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers is in deze factsheet aanvullende arbeidsmarktinformatie

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Verklaring van tekens niets (blanco) = het cijfer kan op logische

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers september 208 Regio Food Valley Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers regio Food Valley In aansluiting op de brochure Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers is deze aanvullende

Nadere informatie

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Jong en oud op de arbeidsmarkt, Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het CBS

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarapportage 2008 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen Mei 2009 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland oktober 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Regio Flevoland oktober 2018 Daling WW in Flevoland veel sterker dan landelijk Het aantal WW-uitkeringen in de provincie Flevoland blijft dalen. De huidige arbeidsmarkt staat in

Nadere informatie

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de 300.000 - Lopende WW-uitkeringen met 2 procent gestegen tot 304.000 - Aantal lopende uitkeringen in onderwijssector met 27 procent toegenomen - Uitkeringen

Nadere informatie

Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en LISA vergeleken

Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en LISA vergeleken Duizenden Duizenden Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en vergeleken Zowel het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als het Landelijk InformatieSysteem Arbeidsplaatsen en vestigingen ()

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Artikelen. Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, Wilmie Weltens

Artikelen. Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, Wilmie Weltens Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, 2002 Wilmie Weltens Eind december 2002 hadden werknemers in Nederland in totaal ruim zeven miljoen banen. Ten opzichte van december 2001 betekent dit een stijging

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30. November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008-322.300 lopende WW-uitkeringen, 4 procent meer dan in ober - Veel meer uitkeringen voor jongeren (+13,4%) - Sterkste toename sectoren

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Fact sheet. Ondernemerschap in Noord. In stadsdeel Noord zijn er in ves gekeken of de gemiddelde bedrijfsgrootte van

Fact sheet. Ondernemerschap in Noord. In stadsdeel Noord zijn er in ves gekeken of de gemiddelde bedrijfsgrootte van Fact sheet november 11 Ondernemerschap in Stadsdeel is van oudsher een woongebied (voor arbeiders) met aan de oevers grote industriële bedrijven. Na de de-industrialisatie in de jaren zeventig en tachtig

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Fact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

Fact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010 Fact sheet november 11 Ondernemerschap in In is relatief veel werkgelegenheid maar er zijn wat minder bedrijven. Dit komt door de aanwezigheid van meerdere grote bedrijven op en rond het bedrijven terrein

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2007

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2007 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2007 Amsterdam, juni 2007 Forse daling aantal niet-werkende werkzoekenden In 2007 daalde het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww) met 13.500 (-2,6) naar 512.907. Dit is

Nadere informatie

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden - 464.300 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - In i vrijwel evenveel werkzoekenden als in - Van de 55-plus beroepsbevolking is 9,4 procent

Nadere informatie

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald - 477.800 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Minder werkzoekenden van 35-45 jaar dan een jaar geleden - Toename werkzoekenden met (para)

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Januari 2016

Rapportage WW 50plus. Januari 2016 Rapportage WW 50plus Januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2016 2015 2015 2014

Nadere informatie

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 465.000 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Aantal jonge werkzoekenden met 5,6 procent afgenomen - Vooral daling werkzoekenden met korte

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Artikelen. Organisatiegraad van werknemers, 2001. Jo van Cruchten en Rob Kuijpers

Artikelen. Organisatiegraad van werknemers, 2001. Jo van Cruchten en Rob Kuijpers Organisatiegraad van werknemers, 2001 Jo van Cruchten en Rob Kuijpers Een kwart van alle werknemers in de leeftijdscategorie 15 64 jaar met betaald werk voor tenminste twaalf uur per week was in 2001 lid

Nadere informatie

Beroepsbevolking en opleidingsniveau De Deventer beroepsbevolking nader belicht

Beroepsbevolking en opleidingsniveau De Deventer beroepsbevolking nader belicht De Deventer beroepsbevolking nader belicht Eenheid Strategische Ontwikkeling Team Kennis en Verkenning Juni 2007 Chantal van den Boorn INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 1. METHODE VAN ONDERZOEK EN KADERSTELLING...

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Havo 5, Wiskunde A. Computertoets beroepsbevolking. Inleiding

Havo 5, Wiskunde A. Computertoets beroepsbevolking. Inleiding Havo 5, Wiskunde A Computertoets beroepsbevolking Inleiding In deze toets maak je gebruik van een groot gegevensbestand van het CBS namelijk de enquête beroepsbevolking van 2011. Het bestand bevat 76746

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO ZEELAND

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO ZEELAND SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO ZEELAND December 2012 WW-rechten Het aantal WW-uitkeringen steeg in december met 13,2 % tot 6.470. Deze forse toename van de WW populatie wordt mede veroorzaakt door het

Nadere informatie

Maatwerk voor brancheverenigingen

Maatwerk voor brancheverenigingen Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen VNFKD Vereniging van Nederlandse Fabrikanten in Kinder- en Dieetvoeding CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70

Nadere informatie

Snapshots van de regionale economie

Snapshots van de regionale economie Snapshots van de regionale economie Een Groene, Gezonde en Slimme Regio Provincie Utrecht Economische groei (%) bbp/brp, Provincie Utrecht en, 1996- Beroepsniveau banen (%), Provincie Utrecht en, 4 4 7%

Nadere informatie

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011 Fact sheet november 11 Ondernemerschap in Stadsdeel telt veel kleine bedrijven die zich voornamelijk bevinden in de en in de explosief groeiende cultuur en recreatie sector. Het hoge aantal starters zorgt

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017 Daling WW-uitkeringen vlakt af In augustus blijft het aantal lopende WW-uitkeringen in Haaglanden en Zuid- Holland Centraal nagenoeg

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

JONGE MOEDERS EN HUN WERK AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JONGE MOEDERS EN HUN WERK Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,

Nadere informatie

KvK-barometer provincie Utrecht

KvK-barometer provincie Utrecht KvK-barometer De economie in de blijft zwaar onder druk staan. Dit blijkt vooral uit het aantal bedrijven dat een verslechtering ziet van het economisch klimaat. Daarnaast verwachten meer ondernemers een

Nadere informatie

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen - 483.000 werkzoekenden ingeschreven bij UWV WERKbedrijf - Vooral meer jonge werkzoekenden - Sterke toename werkzoekenden met transport beroep maar

Nadere informatie

BIJLAGEN A EN C. Bijlage A Het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS... 2 Bijlage C Bijlage bij hoofdstuk Beperkt aan het werk

BIJLAGEN A EN C. Bijlage A Het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS... 2 Bijlage C Bijlage bij hoofdstuk Beperkt aan het werk Beperkt aan het werk Rapportage ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en arbeidsparticipatie Gerda Jehoel-Gijsbers (red.) BIJLAGEN A EN C Bijlage A Het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS... 2

Nadere informatie

Banen van jongeren. Centraal Bureau voor de Statistiek. Maartje Rienstra en Mathilda Copinga. Centrum voor Beleidsstatistiek

Banen van jongeren. Centraal Bureau voor de Statistiek. Maartje Rienstra en Mathilda Copinga. Centrum voor Beleidsstatistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Postbus 4000 2270 JM Voorburg Banen van jongeren Maartje Rienstra en Mathilda Copinga Centrum voor Beleidsstatistiek Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie

Nadere informatie