Oefenopgaven INDUSTRIËLE CHEMIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oefenopgaven INDUSTRIËLE CHEMIE"

Transcriptie

1 Oefenopgaven INDUSTRIËLE CHEMIE vwo OPGAVE 1 Bij de productie van ethanol wordt eerst synthesegas geaakt in een reforer: [1] CH 4 (g) + H 2 O(g) CO(g) + 3 H 2 (g) E( ) > 0 01 Bereken de energieverandering van bovenstaande reactie in joule per 3 CH 4 (bij T = 298 K en p = p 0 ). In de reforer (reactor 1) kiest en zodanige ostandigheden dat het ingeleide CH 4 volledig et H 2 O wordt ogezet. Hiertoe kiest en onder andere een teperatuur van ca K en een druk van 18 bar. 02 Welk ander hulpiddel kan en toepassen o in de reforer evenwicht [1] volledig naar rechts te laten aflopen? De gassen CO(g) en H 2 (g) worden in de olverhouding 1 : 3 in reactor 2 geleid. Hierin stelt zich het volgende evenwicht in: [2] CO(g) + 2 H 2 (g) CH 3 OH(g) E( ) < 0 De ostandigheden in reactor 2 zijn zodanig dat het ingeleide CO en H 2 slechts gedeeltelijk wordt ogezet in CH 3 OH. Van het CO en H 2 dat niet in reactor 2 wordt ogezet, wordt een deel gerecirculeerd. Een ander deel wordt afgevoerd. Hieronder is het blokschea onvolledig weergegeven: In het blokschea ontbreken stofnaen, pijlen, recirculatie- en afvoerstofstroen. 03 Nee het blokschea over en vul de ontbrekende gegevens in. Het afvoeren van een deel van de CO en H 2 die teruggeleid wordt is nodig, odat anders in reactor 2 en in scheidingsruite 2 de druk voortdurend zou stijgen. 04 Leg uit hoe het kot dat in dat geval de druk zou stijgen. In reactor 2 wordt 50% van het ingeleide CO en H 2 ogezet in CH 3 OH. Van de hoeveelheid CO en H 2 die niet heeft gereageerd in reactor 2, wordt 20% afgevoerd. In deze situatie is de toestand stabiel (dat wil zeggen dat er een constante en regelatige aan- en afvoer van stoffen is) wanneer er per seconde 100 ol CO en 300 ol H 2 uit de reforer koen. 05 Bereken hoeveel ol CO en hoeveel ol H 2 er per seconde gerecirculeerd oeten worden. 1

2 OPGAVE 2 Bij het kraken van aardolie ontstaat onder andere buta-1,3-dieen. Deze verbinding wordt gebruikt bij de bereiding van 4-vinylcyclohexeen: De bereiding van 4-vinylcyclohexeen verloopt via een continu proces. In een reactor wordt een oplossing geleid van buta-1,3-dieen in het oplosiddel tetrahydrofuran (THF). Die oplossing is geengd et een niet-oplosbare fijnverdeelde vaste stof als katalysator. Een groot deel van de ingeleide hoeveelheid buta-1,3-dieen wordt in de reactor ogezet in uitsluitend 4- vinylcyclohexeen; een klein gedeelte van de hoeveelheid buta-1,3-dieen wordt in de reactor niet ogezet. Evenals buta-1,3-dieen is ook 4-vinylcyclohexeen goed oplosbaar in THF. De (slechte) oplosbaarheid van de katalysator wordt niet beïnvloed door de voring van 4-vinylcyclohexeen. Hoe het continue proces verder verloopt, is weergegeven in het onderstaande blokschea. 06 Geef de naa van de scheidingsethode die en kan toepassen in scheidingsruite 1. In scheidingsruite 2 wordt buta-1,3-dieen als gas afgescheiden. De stoffen 4-vinylcyclohexeen en THF verlaten scheidingsruite 2 als vloeistoffen. 07 Geef de naa van de scheidingsethode die en toepast in scheidingsruite 2 o 4-vinylcyclohexeen en THF van elkaar te scheiden. Een fabriek die zou werken volgens het bovenstaande blokschea, aakt geen efficiënt gebruik van stoffen. 08 Nee het blokschea over en geef hierin et lijnen aan welke verbeteringen in het blokschea van de fabriek aangebracht kunnen worden, zodat volgens het verbeterde blokschea efficiënter gebruik wordt geaakt van stoffen. 2

3 OPGAVE 3 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan en als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 09 Nee bovenstaande reactievergelijking over en aak he kloppend door de juiste coëfficiënten in te vullen. Bij deze fosforbereiding gebruikt en als grondstoffen: zand, cokes en een fosfaaterts. 10 Geef voor achtereenvolgens Ca 3 (PO 4 ) 2, SiO 2 en C aan in welke van de hierboven genoede grondstof ze voorkoen. 11 Bereken de atooeconoie van deze reactie. Zie tabel 37H van BINAS. De bereiding en zuivering van fosfor kan als volgt worden weergegeven: Uit het reactieengsel dat in ruite I is ontstaan, wint en fosfor door gebruik te aken van verschillen in seltpunten en kookpunten. In de volgende tabel staan enkele selt- en kookpunten in Kelvin (0 C = 273 K) vereld: CaSi O 3 seltpun t 1540 K kookpu nt P K 554 K CO 68 K 82 K In de ruites II en III koelt en het reactieengsel stapsgewijs af: eerst in II tot 400 C en daarna in III tot 70 C. 12 Leg uit dat op deze anier fosfor van de andere reactieproducten wordt gescheiden. Het gas koolstofonooxide heeft een eigenschap waardoor het niet in het ilieu terecht ag koen. Dankzij een andere eigenschap van koolstofonooxide kan het bij deze fosforbereiding weer nuttig gebruikt worden. 13 Geef deze beide eigenschappen. 14 Bereken de E-factor van dit proces. Zie tabel 37H van BINAS. Nee aan dat het rendeent 100% is. 3

4 OPGAVE 4 Titaandioxide kent vele toepassingen zoals onderstaande figuur laat zien. Het titaandioxide dat in de natuur wordt gevonden is niet geschikt o coercieel te gebruiken. Men gaat dan ook uit van het erts ileniet, FeTiO 3, voor de synthese van titaandioxide. Titaandioxide wordt op twee anieren uit ileniet gesynthetiseerd: via het sulfaatproces en via het chlorideproces. PRODUCTIEPROCES I: Het sulfaatproces (rendeent: 80%) 1. Fijngealen erts, ileniet, wordt et een overaat geconcentreerd zwavel-zuur vrijwel volledig ogezet in TiOSO 4 volgens: FeTiO 3 (s) + 5 H 2 O(g) + 2 H 2 SO 4 (l) TiOSO 4 (s) + FeSO 4 7H 2 O(s) Bij het afkoelen tot 15 C ontstaat er FeSO 4 7H 2 O(s) dat wordt afgefiltreerd. 2. TiOSO 4 wordt et stoo verhit tot ongeveer 110 C. Hierbij ontstaan een grote hoeveelheid geleiachtig, gekristalliseerd titaandioxide en zwavelzuur volgens: TiOSO 4 (s) + (n+1)h 2 O(g) TiO 2 nh 2 O(s) + H 2 SO 4 (l) Zwavelzuur wordt weggewassen en later door indapen weer ogezet in geconcentreerd zwavelzuur dat weer bij stap 1 gebruikt kan worden. 3. Het titaniu bevattende product wordt gedroogd bij een teperatuur tussen de 200 en 300 C. Wanneer het water is verwijderd, wordt de teperatuur langzaa verhoogd. Bij 480 C beginnen de kristalletjes te groeien. TiO 2 nh 2 O(s) TiO 2 (s) + n H 2 O(g) 15 Bereken van het sulfaatproces de atooeconoie. 16 Bereken van het sulfaatproces de E-factor. PRODUCTIEPROCES II: Het chlorideproces (rendeent: 85%) 1. Ileniet wordt et cokes verhit tot boven de 1600 C. Hierdoor treedt een reactie op, waarbij titaandioxide, vloeibaar ijzer en koolstofdioxide ontstaan volgens: 2 FeTiO 3 (s) + C(s) 2 Fe(l) + 2 TiO 2 (s) + CO 2 (g) Het vloeibare ijzer wordt afgetapt en het CO 2 wordt afgevoerd. 4

5 2. O TiO 2 te zuiveren wordt het product verhit in aanwezigheid van chloorgas en cokes. De exothere reactie die bij 950 C optreedt is: TiO 2 (s) + 2Cl 2 (g) + C(s) TiCl 4 (g) + CO 2 (g) Het gasvorig engsel bevat etaalchloriden, koolstofdioxide en andere verontreinigingen. 3. Het engsel wordt afgekoeld o de onzuiverheden et een lager kookpunt af te scheiden en ook het CO 2 wordt afgevoerd. 4. Het zuivere TiCl 4 wordt et zuurstofgas verbrand rond de 1000 C o ervoor te zorgen dat zoveel ogelijk TiCl 4 verbrandt. Er wordt zuiver TiO 2 gevord en er ontstaat chloorgas dat gerecirculeerd kan worden voor stap 2. De reactievergelijking luidt: TiCl 4 (g) + O 2 (g) TiO 2 (s) + 2 Cl 2 (g) 17 Bereken van het chlorideproces de atooeconoie. 18 Bereken van het chlorideproces de E-factor. 19 Bepaal welk proces op grond van de atooeconoie en E-factor het eest groene proces is. OPGAVE 5 Vanadiu wordt gewonnen uit het ineraal vanadiniet. De forule van dit ineraal is Pb 5 (VO 4 ) 3 Cl. Dit ineraal wordt sos ook gebruikt als grondstof voor de bereiding van lood. 20 Leg uit, zonder een berekening, wat hoger is: het assapercentage vanadiu in vanadiniet of het assapercentage lood in vanadiniet. Bij de productie van vanadiu uit vanadiniet wordt het vanadiniet eerst verhit et natriucarbonaat. Er ontstaat dan natriuvanadaat: NaVO 3. Dit is de enige Na- en V-bevattende stof die ontstaat. Behalve natriuvanadaat ontstaan nog drie stoffen. Deze ozetting is géén redoxreactie. Er reageren geen andere stoffen dan vanadiniet en natriucarbonaat. 21 Geef de reactievergelijking van deze ozetting. In de tweede stap lost en het natriuvanadaat op en laat en het reageren et een oplossing van aoniuchloride. Hierbij ontstaat een neerslag van aoniuvanadaat volgens NH VO 3 - NH 4 VO 3 (s) Vervolgens wordt het aoniuvanadaat afgescheiden en verhit, waarbij de stof vanadiupentaoxide ontstaat: 2 NH 4 VO 3 V 2 O NH 3 + H 2 O 22 Leg uit bovenstaande reactie een ontledingsreactie is. 23 Leg uit of bovenstaande reactie een redoxreactie is. Tenslotte laat en het vanadiupentaoxide reageren et een onedel etaal. Hierbij ontstaan vanadiu en het oxide van het desbetreffende onedele etaal. Als te gebruiken onedel etaal koen aluiniu en calciu in aanerking. Beide onedele etalen reageren in een exothere reactie et vanadiupenta-oxide. O te beoordelen welk etaal wordt gebruikt, kunnen principes uit de groene cheie worden toegepast. Eén van die principes is dat een proces energie-efficiënt wordt ontworpen. Daarvoor oet worden nagegaan in welke reactie de eeste warte vrijkot. 5

6 24 Geef de vergelijking van de reactie van vanadiupentaoxide et aluiniu. 25 Geef de vergelijking van de reactie van vanadiupentaoxide et calciu. 26 Toon door iddel van een berekening aan bij welk van de twee processen de eeste warte vrijkot. Ook andere principes uit de groene cheie kunnen worden gebruikt o een keuze te aken. Bijvoorbeeld de atooeconoie en de E-factor. 27 Bereken voor beide processen de atooeconoie en bepaal op grond daarvan welk proces de voorkeur heeft. 28 Bereken voor beide processen de E-factor en bepaal op grond daarvan welk proces de voorkeur heeft. OPGAVE 6 In een koelinstallatie circuleert een koeliddel in een gesloten kringloop zoals scheatisch is weergegeven in onderstaande figuur. In de verdaper verdapt het koeliddel. Hierdoor daalt de teperatuur in de koelruite. 29 Leg uit dat door het verdapen van het koeliddel de teperatuur in de koelruite daalt. Als koeliddel werden in het verleden CFK s gebruikt. CFK s zijn verbindingen van chloor, fluor en koolstof. Tegenwoordig ogen CFK s niet eer worden gebruikt, odat ze de ozonlaag aantasten. Ozon wordt daarbij ogezet in zuurstof. 30 Geef de reactievergelijking van de ozetting van ozon in zuurstof. Tegenwoordig wordt in koelinstallaties vaak gebruik geaakt van HFK s, die de ozonlaag niet aantasten. Dit zijn verbindingen van waterstof, fluor en koolstof. Een veel gebruikt koeliddel is HFK-134a (CH 2 F-CF 3 ). Hiernaast staat de structuurforule: 31 Geef de systeatische naa van HFK-134a. Bij de productie van HFK-134a is etheen een beginstof. De productie gebeurt in drie stappen die hieronder in een blokschea zijn weergegeven. 6

7 32 Is de reactie die plaatsvindt in reactor 1 een additiereactie? Geef een verklaring voor je antwoord. 33 Geef de vergelijking van de reactie die plaatsvindt in reactor 2. Gebruik hierbij de forules zoals ze in blokschea 2 zijn weergegeven. 34 Beredeneer aan de hand van het blokschea hoeveel ol HCl er in totaal ontstaat bij de productie van 1,0 ol HFK-134a uit etheen. Er is een ethode ontwikkeld voor de recycling van de grote hoeveelheid HCl die bij de productie van HFK-134a ontstaat. Bij deze ethode wordt door iddel van elektrolyse het gas HCl ogezet in H 2 en Cl 2. Bij de elektrolyse wordt aan de ene elektrode het gas HCl ogezet in Cl 2 en H +. De vergelijking van deze halfreactie is: 2 HCl Cl H e - Het H + dat ontstaat, gaat naar de andere elektrode en wordt ogezet in H Vindt de ozetting van HCl in Cl 2 en H + plaats aan de positieve of aan de negatieve elektrode? Geef een verklaring voor je antwoord. Bij de elektrolyse van HCl gas ontstaan dus Cl 2 gas en H 2 gas. Al het Cl 2 gas en een deel van het H 2 gas worden opnieuw gebruikt voor de productie van HFK-134a, de rest van het H 2 gas wordt afgevoerd. Het blokschea van de productie van HFK-134a kan worden uitgebreid et de stofstroen die ontstaan doordat het proces wordt uitgebreid et de elektrolyse van het geprodu-ceerde HCl gas. 36 Geef in het blokschea de ontbrekende stofstroen op de juiste wijze weer. O te bepalen of de productie van HFK-134a uit etheen een groen proces is, kan de atooeconoie en de E-factor berekend worden. 37 Geef in de productie van HFK-134a uit etheen in één reactievergelijking weer. Gebruik hierbij de forules zoals ze in blokschea 2 zijn weergegeven. 38 Bereken de atooeconoie van dit proces. Zie tabel 37H van BINAS. 39 Bereken de E-factor van dit proces. Ga uit van 100% rendeent. 40 Noe twee uitgangspunten in de groene cheie die voor dit proces nog verbeterd zouden kunnen worden. Geef een toelichting bij je antwoord. Maak gebruik van tabel 97F van BINAS. Overige oefenopgaven kunnen het beste uit exaenopgaven gehaald worden. 7

8 Oefenopgaven INDUSTRIËLE CHEMIE vwo UITWERKINGEN OPGAVE 1 01 E = (+0,76 + 2,42 1,105) 10 5 J ol -1 = +2, J ol -1. V = 24,5 d 3 ol -1, dus 1 3 (1000 d 3 ) Dus E = 40,8 2, = + 8, J Een overaat H 2 O(g) gebruiken ,5 = 40,8 ol CH Uit [1] wordt CO en H 2 in de verhouding 1 : 3 verkregen. In [2] reageren ze 1 : 2. Daardoor blijft een deel van de hoeveelheid H 2 ongebruikt. Als dit niet wordt afgevoerd, zal de hoeveelheid H 2 voortdurend stijgen en daardoor ook de druk. 05 Aannae: in reactor 2 is x ol CO en y ol H 2 aanwezig voordat de reactie plaatsvindt. Een deel hiervan kot uit reactor 1 (100 ol CO en 300 ol H 2 ) en de rest kot uit scheidingsruite 2 (het deel dat gerecirculeerd wordt). Tevens geldt in reactor 2 een rendeent van 50%. In schea: in R2 reactie = uit R2 (= in S2) 80% recirc. in R2 = uit R1 + recirc. CO x 1 / 2 x = 1 / 2 x 2 / 5 x x = / 5 x <1> H 2 y x = y x 4 / 5 y 4 / 5 x y = / 5 y 4 / 5 x <2> Uit <1> volgt: x = 166,7 ol er wordt dus 166,7 100 = 66,7 ol CO gerecirculeerd. Uit <2> volgt: y = 833,3 ol er wordt dus 833,3 300 = 533 ol H 2 gerecirculeerd. OPGAVE 2 06 Filtreren. 07 Destilleren. 08 8

9 OPGAVE Ca 3 (PO 4 ) SiO C 1 P CO + 6 CaSiO Ca 3 (PO 4 ) 2 kot voor in fosfaaterts. SiO 2 kot voor in zand. C kot voor in cokes. 11 assa gewenst product Atooeconoie = totale assa beginstoffen 100%. Het gewenste product is het P ,97 Atooeconoie = 100% = 11,25% , , ,01 12 In ruite II wordt afgekoeld tot 400 C. Dit is 673 K. Hierbij stolt CaSiO 3. P 4 en CO blijven gasvorig en worden naar ruite III getransporteerd. In ruite III wordt afgekoeld toto 70 C. Dit is 343 K. Hierbij wordt P 4 vloeibaar en blijft CO gasvorig CO is giftig. 2. CO is brandbaar en kan daaro als brandstof gebruikt worden. 14 beginstoffen werkelijke opbrengst product ,9 E-factor = = = 7,9. 123,9 werkelijke opbrengst product OPGAVE 4 15 Totale reactie (de cursieve forules vallen geheel tegen elkaar weg): FeTiO 3 (s) + 5 H 2 O(g) + 2 H 2 SO 4 (l) TiOSO 4 (s) + FeSO 4 7H 2 O(s) TiOSO 4 (s) + (n+1)h 2 O(g) TiO 2 nh 2 O(s) + H 2 SO 4 (l) TiO 2 nh 2 O(s) TiO 2 (s) + n H 2 O(g) + FeTiO H 2 O + H 2 SO 4 TiO 2 + FeSO 4 7H 2 O product 79,87 Atooeconoie = = 100% = 22,32% (151, , ,097) 16 E-factor = beginstoffen beginstoffen werkelijk opbrengst product werkelijk opbrengst product = 357,907 0,80 79,87 = 4,60 0,80 79,87 17 Totale reactie (de cursieve forules vallen geheel tegen elkaar weg): 2 FeTiO 3 (s) + C(s) 2 Fe(l) + 2 TiO 2 (s) + CO 2 (g) TiO 2 (s) + 2Cl 2 (g) + C(s) TiCl 4 (g) + CO 2 (g) TiCl 4 (g) + O 2 (g) TiO 2 (s) + 2 Cl 2 (g) + 2 FeTiO C + O 2 2 Fe + 2 TiO CO 2 oschrijven na 1 ol TiO 2 : FeTiO 3 + C + ½ O 2 Fe + TiO 2 + CO 2 product 79,87 Atooeconoie = = 100% = 44,44% (151,72 12, ,00) 18 E-factor = beginstoffen beginstoffen werkelijk opbrengst product werkelijk opbrengst product 179,73 0,85 79,87 = = 1,65 0,85 79,87 19 De atooeconoie oet zo hoog ogelijk zijn (bij 100% heb je geen afval). Op grond daarvan verdient het chlorideproces de voorkeur. 9

10 Bij de E-factor wordt gekeken naar de hoeveelheid afval per kg product. Deze oet dus zo laag ogelijk zijn. Op grond hiervan verdient het chlorideproces de voorkeur. LET OP: Als bij een proces H 2 O ontstaat, gebruik je de volgende forule voor de E-factor: alle producten werkelijk opbrengst product en laat je de assa van H 2 O weg bij alle producten, want H 2 O is niet werkelijk opbrengst product een ilieuvervuilend product. OPGAVE 5 20 Massapercentage lood is hoger dan van vanadiu. M(Pb) > M(V) en bovendien is de index van Pb groter dan van V in vanadiniet Pb 5 (VO 4 ) 3 Cl + 3 Na 2 CO 3 6 NaVO PbO + PbCl CO 2 22 Er is één beginstof en eerdere producten, dus is het een ontleding. 23 Er is geen verandering van oxidatiegetallen, dus geen redoxreactie. (V 5+ in VO - 3 en in V 2 O 5 ; N 3- in NH + 4 en in NH 3 ) 24 3 V 2 O Al 6 V + 5 Al 2 O 3 25 V 2 O Ca 2 V + 5 CaO 26 De voringswarte van V 2 O 5 is niet bekend. E is dan niet te berekenen. Je kunt wel de reacties oschrijven et een coëfficiënt 1 voor V 2 O 5 en dan de waarden voor de voringswarte van Al 2 O 3 en CaO et elkaar vergelijken. 1 V 2 O Al 2 V Al 2 O , = 27, J 1 V 2 O Ca 2 V + 5 CaO 5 6, = 31, J Bij de reactie et calciu kot dus de eeste warte vrij. N.B. De eleenten kun je buiten beschouwing laten. Hiervoor geldt E voring = Atooeconoie voor reactie et aluiniu: 6 50,94 100% = 37,48% 3 181, ,98 Atooeconoie voor reactie et calciu: 2 50,94 100% = 26,65% 181,9 5 40, 08 De atooeconoie oet zo hoog ogelijk zijn (dan koen de eeste atoen van de beginstoffen in het product terecht), dus verdient op grond van de atooeconoie de reactie et aluiniu de voorkeur. 28 E-factor voor de reactie et aluiniu: 3 181, , ,94 = 1, ,94 E-factor voor de reactie et calciu: 181,9 5 40, ,94 = 2, ,94 De E-factor oet zo laag ogelijk zijn, dus verdient de reactie et aluiniu de voorkeur. 10

11 OPGAVE 6 29 O het koeliddel te laten verdapen is energie / warte nodig. Deze energie wordt onttrokken aan de koelruite (waardoor de teperatuur daalt) 30 2 O 3 3 O ,1,1,2-tetrafluorethaan. 32 Er ontstaat niet één stof / de dubbele binding blijft behouden. Dus geen additie. 33 CCl 2 =CCl 2 + Cl HF CCl 2 F-CF HCl 34 Bij stap 1 kot 4,0 ol HCl vrij en bij stap 2 kot 4,0 ol HCl vrij. Bij stap 3 kot 2,0 ol HCl vrij. Totaal: 10 ol HCl. 35 Het gaat o elektrolyse, dus een gedwongen reactie. In de halfreactie reageert een reductor. Deze wordt gedwongen e - af te staan bij de positieve elektrode CH 2 =CH HF CH 2 F-CF H 2 38 M(CH 2 F-CF 3 ) = 102,036 u 102, 036 Atooeconoie = 102, , % = 94,40%. 39 Bij 100% rendeent kun je de E-factor vaak sipeler als volgt berekenen: afval E-factor =. product Odat waterstof het enige afvalproduct is, geldt: E-factor = 3 2,016 = 0, , Nuer 6: energie-efficiënt ontwerpen. Er wordt elektrolyse gebruikt en dat kost veel elektrische energie. Nuer 8: reacties in weinig stappen. Er zijn nu vier stappen (inclusief elektrolyse). Het kan (isschien) in inder stappen. Operking: Sos zijn eer stappen te verkiezen. Bijvoorbeeld als bij een proces et inder stappen een reactie niet verloopt of een (veel) lager rendeent oplevert. 11

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Groene chemie versie

Groene chemie versie Groene chemie versie 01-07-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 14 Chemische processen bladzijde 1 Opgave 1 Wat denk je, zijn de volgende processen continuprocessen of batch-processen? a productie van verschillende soorten medicijnen b productie van verschillende

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOX vwo Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2002-I 4. Antwoordmodel Rood kwik 1 Een juiste afleiding leidt tot de lading 5+. berekening van de lading van twee kwik(ii)ionen en zeven oxide-ionen: tweemaal 2+ optellen bij zevenmaal 2-1 conclusie 1 Indien

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2

Nadere informatie

Kleinschalige chloorproductie (ce)

Kleinschalige chloorproductie (ce) Kleinschalige chloorproductie (ce) Bij deze opgave horen drie bronnen. Bron 1: artikel uit 'C2W Life Science' van 31 mei 2008. Bron 2: Het kwikelektrolyseproces. In een schuine goot ligt op de bodem een

Nadere informatie

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO UITWERKING TOELICTING OP DE ANTWOORDEN VAN ET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: SCEIKUNDE AVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Examen HAVO. Scheikunde (oude stijl)

Examen HAVO. Scheikunde (oude stijl) Scheikunde (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 24 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen; het examen bestaat uit 34 vragen.

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen

Nadere informatie

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW. OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo 2002-II 4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II Ammoniak Ammoniak wordt bereid uit een mengsel van stikstof en waterstof in de molverhouding N 2 : H 2 = 1 : 3. Dit gasmengsel, ook wel synthesegas genoemd, wordt in de ammoniakfabriek gemaakt uit aardgas,

Nadere informatie

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 20 september 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65592 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 30 januari 2013 tot en met woensdag 6 februari 2013 Deze voorronde bestaat uit 22 meerkeuzevragen verdeeld

Nadere informatie

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen Oefen-SE SE4 Havo 5 Bij alle berekeningen moeten de antwoorden in wetenschappelijke notatie, in het juiste aantal significante cijfers en indien nodig met de juiste eenheid weergegeven worden. Micro-organismen

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : woensdag 26 januari 2011

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : woensdag 26 januari 2011 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : woensdag 26 januari 2011 tijd : 19.00 tot 22.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot II

Eindexamen havo scheikunde pilot II Zelfbruiners 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Bij de reactie reageert de dubbele binding tot een enkele binding / verdwijnt de dubbele binding, dus het is een additiereactie. de

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en

Nadere informatie

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties 3 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Massaverhouding) Afronding voor volgende week Bestuderen (Rekenen met de massa verhouding)

Nadere informatie

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef

Nadere informatie

Examen HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl) Scheikunde (nieuwe stijl) Examen AVO oger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 24 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen; het examen bestaat uit 35 vragen.

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Chemisch rekenen versie 22-03-2016

Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven

Nadere informatie

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 11 February 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/57859 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties 1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen

Nadere informatie

Scheikunde VWO. Vrijdag 19 mei 1995 13.30 16.30 uur. vragen

Scheikunde VWO. Vrijdag 19 mei 1995 13.30 16.30 uur. vragen Scheikunde VWO vragen Vrijdag 19 mei 1995 1330 1630 uur toelichting Dit examen bestaat uit 23 vragen Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden instructie

Nadere informatie

Inleiding in de RedOx chemie

Inleiding in de RedOx chemie Even opfrissen: Drie hoofdcategorieën stoffen: Inleiding in de RedOx chemie Moleculaire stoffen: Atoombinding in molecuul (sterk), Van der Waals binding tussen moleculen (zwak), polaire/apolaire (atoom)bindingen,

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 20 tot en met 24 maart 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven met

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIES VOORTENTAMEN TENTAMEN SCHEIKUNDE. Voorbeeldtentamen 1

CENTRALE COMMISSIES VOORTENTAMEN TENTAMEN SCHEIKUNDE. Voorbeeldtentamen 1 CENTRALE COMMISSIES VOORTENTAMEN TENTAMEN SCHEIKUNDE Voorbeeldtentamen 1 tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt (want voor iedere opgave is er een

Nadere informatie

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9 SCHEIKUNDE Hoofdstuk 9 Par. 1 Elke chemische reactie heeft een energie-effect. De chemische energie voor én na de reactie is niet gelijk. Als de reactie warmer wordt is de chemische energie omgezet in

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - - Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u) Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie

Nadere informatie

Oefentoets polymeren havo en vwo

Oefentoets polymeren havo en vwo Oefentoets polymeren havo en vwo Opgave 1 Kunststofrecycling Sinds een aantal jaar wordt in Nederland kunststof op verschillende manieren apart ingezameld. In het scheikundige tijdschrift chemische feitelijkheden

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat

Nadere informatie

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl) Scheikunde (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 68 punten te behalen; het examen bestaat uit 26

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

Chemisch rekenen versie

Chemisch rekenen versie Chemisch rekenen versie 27-01-2017 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde II

Eindexamen havo scheikunde II Radon 1 maximumscore 1 edelgassen 2 maximumscore 1 2+ Indien het antwoord positieve lading is gegeven 0 3 maximumscore 3 aantal protonen: 84 aantal neutronen: 134 naam element X: polonium aantal protonen:

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-I

Eindexamen scheikunde havo 2007-I Beoordelingsmodel Nitraat in drinkwater 1 maximumscore 2 aantal protonen: 32 aantal elektronen: 34 aantal protonen: 32 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 2 1 2 maximumscore 1 2+ 3 maximumscore

Nadere informatie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie 3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie

Nadere informatie

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn? Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2002-I Eindexamen scheikunde havo 2002-I Rood kwik tekstfragment 1 Er verschenen de afgelopen jaren met enige regelmaat artikelen over rood kwik in de pers, zonder dat bewijzen boven tafel kwamen over het bestaan

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl

Examen HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl Scheikunde oude stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Vrijdag 26 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Reacties en stroom 1

Reacties en stroom 1 Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

_ Examen VWO. tij ~.- Q)

_ Examen VWO. tij ~.- Q) _ Examen VWO ~ Voorbereidend C Wetenschappelijk :::J Onderwijs ~.- Q) J: e tij VWO Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur Scheikunde 1 (nieuwe stijl) Examen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 68 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Eindexamen scheikunde havo 2003-II 4 Antwoordmodel Superzwaar 1 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 50 (neutronen). opzoeken van het atoomnummer van krypton (36) 1 berekening van het aantal neutronen: 86 verminderd met het atoomnummer

Nadere informatie

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen Examen scheikunde HAV tijdvak 2 2018 uitwerkingen Bodem bedekken 1p 1 fotosynthese/koolzuurassimilatie 2 25,0 kg 3 Aantal m 3 polymelkzuur in 1,00 m 3 bolletjes = 3 3 1,24 10 kg/m 2,016 10 2 m 3 4 Volume

Nadere informatie

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt.. Steenkool Steenkool komt in heel veel verschillende vormen voor. Dat geldt voor het uiterlijk van de steenkool. De kleur van steenkool kan bijvoorbeeld variëren van bruin tot zwart, steenkool kan hard

Nadere informatie