Premie voor zoogkoeien campagne 2011

Transcriptie

1 Brussel, 01/06/2011 Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling Markt- en Inkomensbeheer Premie voor zoogkoeien campagne 2011 Het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer wenst de landbouwers te informeren over de voorwaarden en modaliteiten betreffende de premieaanvragen zoogkoeien voor de campagne Modaliteiten Premieaanvraagformulier Voor alle landbouwers die over een zoogkoeienquotum beschikken, werd een aanvraagformulier klaargemaakt. NIEUW! Vanaf de campagne 2011 is er een wijziging in de manier waarop de aanvraagformulieren worden verspreid. Landbouwers die hun premieaanvraag voor zoogkoeien in 2010 hebben ingediend via het e-loket, zullen dit jaar geen papieren formulier toegestuurd krijgen. Zij zullen via of per brief op de hoogte worden gebracht dat hun aanvraag klaarstaat op het e-loket. Landbouwers die hun premieaanvraag voor zoogkoeien in 2010 nog niet via het e-loket hebben ingediend, zullen hun formulier dit jaar via op per post toegestuurd krijgen. Landbouwers die beschikken over een elektronische identiteitskaart en een kaartlezer kunnen ook dit jaar de premieaanvraag zoogkoeien online via het internet indienen. Het e-loket Landbouw en Visserij staat 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 voor u klaar op Een groot voordeel is dat het e-loket de premieaanvraag al controleert vooraleer ze wordt ingediend. De kans op een verkeerd ingevulde premieaanvraag vermindert dus sterk. Als u uw premieaanvraag elektronisch indient, moet u het papieren formulier niet meer invullen en opsturen. U krijgt bovendien een ontvangstbevestiging per . Meer informatie over het online indienen van de premieaanvraag vindt u terug in de korte handleiding die wordt meegestuurd met het aanvraagformulier. De premieaanvraag kan tot uiterlijk 30 september 2011 ingediend worden via het e-loket of door het originele aanvraagformulier aangetekend naar de provinciale buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer te versturen of er tegen ontvangstbewijs af te geven. Aanvragen die na 30 september 2011 worden ingediend kunnen nog tot 25 oktober 2011 aanvaard worden, maar zullen een vermindering van het premiebedrag tot gevolg hebben (1% per werkdag laattijdigheid). In normale omstandigheden zal een voorschot worden uitbetaald begin december 2011: - voor aanvragen ingediend via het e-loket uiterlijk op 31 augustus 2011; 1

2 - voor aanvragen ingediend via het papieren formulier uiterlijk op 31 juli De landbouwers die hun aanvraagformulier eind juni nog niet hebben ontvangen via of per post of landbouwers die toch een papieren formulier wensen, moeten zelf een duplicaat aanvragen bij hun buitendienst. Het Agentschap voor Landbouw en Visserij wil in de toekomst bovendien meer en meer papierloos communiceren met de landbouwers. Daarom is het belangrijk dat wij over een actueel e- mailadres beschikken dat we kunnen gebruiken voor officiële communicatie vanuit het Agentschap Landbouw en Visserij. Indien u over een adres beschikt, vragen wij u om dit te melden. U kunt desgevallend een ontbrekend of een gewijzigd adres doorgeven door een te sturen naar uw buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij. Vergeet daarbij niet om uw naam en landbouwernummer te vermelden! Aanvraagprocedure De landbouwers moeten enkel aangeven voor hoeveel zoogkoeien en hoeveel vaarzen ze de premie wensen aan te vragen. Men dient geen individuele nummers van zoogkoeien of vaarzen op te geven. De landbouwer mag niet meer zoogkoeien en vaarzen aangeven dan hij in werkelijkheid bezit op de datum van indiening van de aanvraag. Zoniet zal hij gesanctioneerd worden. De landbouwers met een melkquotum moeten eerst over voldoende melkkoeien beschikken vooraleer ze zoogkoeien en vaarzen kunnen aangeven voor de zoogkoeienpremie. Kort nadat de landbouwer zijn premieaanvraag heeft ingediend zal via de gegevens in Sanitel worden nagegaan of er, op de indieningsdatum van de aanvraag, wel degelijk voldoende premiewaardige zoogkoeien en vaarzen in het veebeslag van de aanvrager aanwezig waren. Met voldoende wordt bedoeld dat het aantal premiewaardige zoogkoeien en vaarzen in Sanitel, verminderd met de nodige melkkoeien, tenminste even groot moet zijn als het aantal waarvoor de aanvraag werd gedaan. Indien er voldoende zoogkoeien en vaarzen in Sanitel worden teruggevonden, zal de administratie via een automatische methode een selectie uit de aanwezige runderen maken. Het is voor deze geselecteerde zoogkoeien en vaarzen dat de premie uiteindelijk zal worden toegekend en uitbetaald. Een overzicht met alle geselecteerde dieren zal een drietal weken na de indiening van de aanvraag naar de landbouwer worden verstuurd. Door deze manier van werken is het uiteraard best mogelijk dat de aanvraag die door de administratie wordt samengesteld andere dieren bevat dan de dieren die de landbouwer zelf zou hebben aangegeven, bijvoorbeeld omdat hij van plan is bepaalde dieren vóór het einde van de verplichte aanhoudingsperiode van 6 maanden te verkopen. Dit hoeft evenwel geen bezwaar te zijn. Als er dieren uit het premiedossier het bedrijf in de loop van de aanhoudingsperiode verlaten, kunnen deze worden vervangen. De landbouwer dient er enkel op toe te zien dat hij gedurende de verplichte aanhoudingsperiode steeds voldoende premiewaardige runderen aanhoudt en dat de verhouding tussen de zoogkoeien en de vaarzen binnen de toegelaten grenzen blijft (zie verder). Verder moet hij er ook op letten dat aangekochte zoogkoeien of vaarzen die werden geselecteerd op zijn bedrijf minstens 1 voor de vleesproductie bestemd kalf moeten voortbrengen vooraleer ze het bedrijf verlaten. Indien de aanvrager toch runderen uit het voorstel wil schrappen, bijvoorbeeld omdat er aangekochte runderen werden geselecteerd waarvan de landbouwer op voorhand al weet dat ze niet op zijn bedrijf zullen kalven, dan moet hij die in zijn aanvraag vervangen en dit meedelen aan zijn provinciale buitendienst binnen de 10 dagen na het ontvangen van zijn ontvangstbewijs. De sleutelvoorwaarde van de procedure is de informatie van de runderen in Sanitel. Het is dan ook van cruciaal belang dat de premieaanvragers hun Sanitelverplichtingen strikt naleven, in het bijzonder het CORRECT en TIJDIG melden van alle wijzigingen binnen de veestapel (geboortes, aankopen, verkopen, sterfte, ). Dankzij de technologieën die door Dierengezondheidszorg Vlaanderen beschikbaar worden gesteld (meldingen via de telefoon of via de computer) moet het 2

3 voor iedere premieaanvrager mogelijk zijn om aan de identificatie- en registratievoorwaarden te voldoen. Ingeval wordt vastgesteld dat, al dan niet opzettelijk, foutieve of laattijdige informatie aan Sanitel wordt gemeld, dan kan de premietoekenning via dit aanvraagsysteem niet worden gegarandeerd en zullen bij vaststellingen sancties worden toegepast. De meest voorkomende problemen zijn meldingen die niet binnen de toegelaten periode van 7 kalenderdagen worden gedaan en foutieve meldingen van geboorte- en vertrekdata, moeders, geslachten en rastypes. Om eventuele problemen te vermijden, raden wij alle premieaanvragers sterk aan om regelmatig het aantal aanwezige dieren, het aantal paspoorten en het aantal dieren in het register met elkaar te vergelijken voor zowel de mannelijke als voor de vrouwelijke runderen (apart). Het volledige jaar door kan in het veeportaal een nieuw bedrijfsregister (beslaginventaris) met een overzicht van de runderen en hun kenmerken, zoals deze in Sanitel zijn geregistreerd, worden verkregen. Een meer gedetailleerde beschrijving van de aanvraagprocedure voor de zoogkoeienpremie is weergegeven in een toelichting die samen met de premieaanvraagformulieren wordt verstuurd of die beschikbaar is op Ook bij de medewerkers van de provinciale buitendiensten van de afdeling Markt- en Inkomensbeheer (adressen onderaan vermeld) kan men steeds met specifieke vragen of voor meer informatie terecht. Documenten mee te sturen met de aanvraag (enkel voor melkveehouders) De landbouwer die wenst dat voor de bepaling van de aan te houden melkkoeien rekening wordt gehouden met het gemiddelde werkelijke melkrendement, zoals vastgesteld bij de officiële melkcontrole van zijn melkveestapel ( MPR of MelkProductieRegistratie genoemd), dient dit werkelijke melkrendement op zijn aanvraagformulier te vermelden. Een fotokopie van het MPR JAAROVERZICHT van 2010 moet dan samen met het aanvraagformulier voor de zoogkoeienpremie worden opgestuurd. Voor landbouwers die pas tijdens het laatste jaar gestart zijn met de melkcontrole en dus nog niet over een volledige jaaruitslag beschikken, of voor landbouwers die zeer recent een belangrijke hoeveelheid melkquotum hebben bijgekocht, kan per uitzondering een gedeeltelijke uitslag van de melkcontrole worden aanvaard, op voorwaarde dat die gedeeltelijke uitslag minimaal 6 controles of een periode van 6 maanden omvat. In dit geval moeten alle MPR-uitslagen van de laatste 6 controles of laatste 6 maanden als bijlage aan uw aanvraag worden toegevoegd. Het Rollend Jaargemiddelde (per koe) van uw meest recente MPR-uitslag kan dan als werkelijk melkrendement worden aanvaard. Premievoorwaarden Verzamelaanvraag en aanhoudingsplaats van de dieren De landbouwers zijn verplicht om alle landbouwgronden die ze gebruiken aan te geven via de verzamelaanvraag. Deze verzamelaanvraag moest uiterlijk op 21 april 2011 worden ingediend. De dieren mogen in principe enkel worden gehouden op weiden die de landbouwer zelf in zijn verzamelaanvraag van 2011 heeft aangegeven. Indien de landbouwer bepaalde weiden pas na het indienen van zijn verzamelaanvraag in gebruik genomen heeft of nog in gebruik gaat nemen, moet hij die zo snel mogelijk en in elk geval voor controle (of aankondiging ervan) melden aan de buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer. Indien hij weiden gebruikt waarvoor hij een inscharingscontract heeft en die hij niet in zijn verzamelaanvraag heeft aangegeven, dan dient hij deze weiden bijkomend op te geven in de zoogkoeienpremieaanvraag. 3

4 Melkquotum De referentiehoeveelheid melk die bij de berekening van het minimale aantal aan te houden melkkoeien wordt gehanteerd, is het melkquotum (leveringen en/of rechtstreekse verkopen) dat aan de landbouwer is toegekend op 31 maart Het betreft hier het melkquotum van het melkjaar Evenwel, voor landbouwers die met ingang van 1 april 2011 melkquotum geheel of gedeeltelijk vrijgeven via het quotumfonds of overdragen aan andere landbouwers, respectievelijk overnemen van het quotumfonds of van andere landbouwers, wordt het nieuwe melkquotum op 1 april 2011 als referentie genomen. Het melkquotum dat op het premieaanvraagformulier is voorgedrukt, is het melkquotum dat gekend is op het moment van het afdrukken van de formulieren. De landbouwers dienen bij het invullen van de aanvraag steeds rekening te houden met alle eventuele ingediende, maar nog niet afgehandelde dossiers (overdracht of quotumfonds) en desgevallend het voorgedrukte melkquotum aan te passen. Voor landbouwers die niet deelnemen aan de melkcontrole van de VRV wordt een theoretisch melkrendement van liter (6.920 kg) in rekening gebracht. Tijdens de volledige aanhoudingsperiode van 6 maanden moeten steeds voldoende melkkoeien worden gehouden. Dit minimum aantal melkkoeien zal vermeld zijn op het ontvangstbewijs dat na de indiening van de premieaanvraag wordt verstuurd. Specifieke voorwaarden voor de zoogkoeienpremie - Definities Zoogkoe, Vaars en Melkkoe Zoogkoe: Een vrouwelijk rund van een vleesras of geboren uit de kruising met een vleesras, dat behoort tot een veebeslag bestemd voor de opfok van kalveren voor de vleesproductie en dat minstens één kalf heeft voortgebracht dat werd geoormerkt en geregistreerd in Sanitel. Vaars: Een vrouwelijk rund van minstens 8 maanden oud, van een vleesras of geboren uit de kruising met een vleesras, dat behoort tot een veebeslag bestemd voor de opfok van kalveren voor de vleesproductie en dat nog géén enkel kalf heeft voortgebracht dat geregistreerd is in Sanitel. Een rund dat nog nooit een levensvatbaar kalf heeft voortgebracht dat werd geoormerkt en geregistreerd in Sanitel (bv. vrucht verworpen of doodgeboren kalf dat niet werd geoormerkt), wordt beschouwd als vaars en dus niet als zoogkoe! Melkkoe: Een vrouwelijk rund dat wordt gebruikt voor de melkproductie en dat minstens één kalf heeft voortgebracht dat werd geoormerkt en geregistreerd in Sanitel. - Aanhoudingsperiode en verhouding zoogkoeien/vaarzen De landbouwer moet zich ertoe verbinden op zijn bedrijf gedurende minstens 6 maanden volgend op de dag van de aanvraag een aantal zoogkoeien, vaarzen en melkkoeien aan te houden dat minstens gelijk is aan het aangegeven aantal. Het percentage aan te houden zoogkoeien dient steeds tenminste 60 % te bedragen van het totaal aantal runderen waarvoor de premie werd aangevraagd. Er kunnen dus maximum 40% vaarzen voor de premie in aanmerking komen. 4

5 De landbouwers dienen er bij de vervanging van zoogkoeien die het bedrijf verlaten op toe te zien dat ze steeds aan het minimum percentage van 60% zoogkoeien blijven voldoen. - Bijkomende voorwaarden voor aangekochte dieren Indien er onvoldoende zoogkoeien en vaarzen die op het bedrijf van de premieaanvrager zelf zijn geboren voor het premiedossier kunnen worden geselecteerd, zullen ook aangekochte runderen worden geselecteerd. Deze aangekochte zoogkoeien en vaarzen dienen wel steeds minstens één keer te kalven op het bedrijf van de premieaanvrager (kalven = kalf voortbrengen dat werd geoormerkt en geregistreerd in Sanitel), zoniet kan er geen premie voor worden toegekend. Aangekochte zoogkoeien en vaarzen die in 2011 reeds in een premieaanvraag van een vorige eigenaar zijn geselecteerd, komen evenwel niet in aanmerking. - Rastype Enkel zoogkoeien en vaarzen die in Sanitel zijn geregistreerd met rastype 2 (vleestype) of rastype 3 (gemengd type) worden beschouwd als premiewaardig. Vrouwelijke runderen die behoren tot de volgende rassen moeten in Sanitel steeds geregistreerd worden met rastype 1 (melkrastype) : Zwart-bont, Holstein, Angler Rotvieh - Rød dansk mælkerace, Ayrshire, Armoricaine, Bretonne pie-noire, Groninger Blaarkop, Guernsey, Jersey, Malkeborthorn, Reggiana, Valdostana, Nera, Itäsuomenkarja, Länsissuomenkarja, Pohjoissuomenkarja. Deze runderen worden uitgesloten van de zoogkoeienpremie. - Gedwongen vermindering en natuurlijke omstandigheden (zonder vervanging) In geval van gedwongen vermindering of natuurlijke omstandigheid (zonder vervanging) van het aantal opgegeven koeien of vaarzen, of ingeval de landbouwer vaststelt dat hij niet binnen de verplichte percentages vaarzen en zoogkoeien kan blijven, dient hij binnen de 10 werkdagen schriftelijk zijn buitendienst te verwittigen en alle bewijsstukken over te maken. - Intrekking van de premieaanvraag De landbouwer kan op ieder moment zijn aanvraag geheel of gedeeltelijk intrekken voor zover hij nog niet in kennis werd gesteld van bepaalde onregelmatigheden of voor zover nog geen bedrijfscontrole werd aangekondigd. Aanhouden van een bestand dat is bestemd voor het opfokken van kalveren voor de vleesproductie De landbouwers die van de zoogkoeienpremie wensen te genieten, dienen een zoogkoeienbestand aan te houden dat minimaal aan de onderstaande criteria voldoet. Deze criteria worden door middel van administratieve controles op basis van de Sanitelgegevens geverifieerd. 5

6 A) Productiviteit van de zoogkoeien in het zoogkoeienbestand (minimum aantal kalvingen) Algemene regel: Tussen 1 januari en 31 december 2011 moet het aantal geboren, geoormerkte en in Sanitel geregistreerde kalveren (vleesrastype of gemengd rastype) op het bedrijf van de premieaanvrager tenminste 70 % bedragen van het aantal voor de premie aangegeven zoogkoeien (= het totale aantal runderen min het aantal vaarzen). Uitzonderingen: Voor landbouwers die voor minder dan 14 en meer dan 7 runderen (= zoogkoeien + vaarzen) de zoogkoeienpremie aanvragen bedraagt het verplichte percentage 60 %; Voor landbouwers die voor ten hoogste 7 runderen de zoogkoeienpremie aanvragen bedraagt het verplichte percentage 50 %. Melkveehouders die ook dieren van het gemengde rastype op hun bedrijf hebben, zullen er rekening moeten mee houden dat er een minimum aantal vereiste kalvingen wordt vooropgesteld in het kader van de melkproductie. Met andere woorden, voor 70% van de nodige melkkoeien, moet een kalf geboren zijn in de loop van het kalenderjaar. Indien onvoldoende kalveren van het melktype geboren zijn om aan deze 70% te voldoen, zullen hiervoor ook kalveren van het gemengde type in aanmerking worden genomen. Die kalveren van het gemengde type komen dan niet langer in aanmerking voor de berekening van het aantal kalvingen in kader van de vleesproductie. B) Aanhouding van de kalveren in het zoogkoeienbestand Tenminste 50 % van het aantal onder punt A berekende kalveren moet gedurende een minimumperiode van 3 maanden op het bedrijf worden aangehouden. C) Uitzonderingen Landbouwers die de minimumnormen inzake het aantal kalvingen en de aanhouding van kalveren als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden niet halen, dienen dit tijdig, spontaan en schriftelijk aan de buitendienst van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer te melden en naar behoren te motiveren. Deze melding dient in elk geval te gebeuren vóór 31 december 2011 of vóór dat men van een vastgestelde onregelmatigheid in kennis werd gesteld. Specifieke voorwaarden voor het minimaal gebruik van het premiequotum De landbouwer die voor de campagne 2011 geen 90 % van zijn premierechten gebruikt, zal het niet-gebruikte deel van het premiequotum definitief verliezen na de campagne Uitzondering: De landbouwer die ten hoogste 7 premierechten bezit, moet slechts één jaar op twee 90 % van zijn quotum gebruiken. Als hij dit dus niet gedaan heeft in 2010, is hij verplicht in 2011 wel 90 % van zijn quotum te gebruiken, anders verliest hij in 2011 het niet gebruikte deel van zijn quotum. Omgekeerd, wanneer hij in 2010 wel 90 % van zijn rechten heeft gebruikt, mag hij in 2011 minder dan 90 % gebruiken zonder gevaar zijn quotum te verliezen. Randvoorwaarden 6

7 De toekenning van de premie is gekoppeld aan de naleving van de randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden bestaan uit : - de beheerseisen die voortvloeien uit 18 Europese richtlijnen en verordeningen die betrekking hebben op volksgezondheid, diergezondheid, gezondheid van planten, milieu en dierenwelzijn; - de normen inzake de goede landbouw- en milieucondities voor landbouwgrond met betrekking tot de bodemerosie, de organische stof in de bodem, de bodemstructuur, het minimale onderhoud en de waterbescherming en het waterbeheer; - de voorwaarde dat de totale oppervlakte blijvend grasland in Vlaanderen in het referentiejaar 2003 moet behouden blijven. Aanvragers van rechtstreekse EU-steun (waaronder ook de zoogkoeienpremie) moeten al deze beheerseisen en normen naleven. Indien bij een controle wordt vastgesteld dat de landbouwer één of meerdere randvoorwaarden niet naleeft, zal er afhankelijk van de ernst van de niet-naleving een verlaging van zijn totale rechtstreekse inkomenssteun (= bedrijfstoeslag + gekoppelde premies, waaronder ook de zoogkoeienpremie) worden toegepast. Meer gedetailleerde informatie over de randvoorwaarden is vermeld in de brochure De randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die begin 2009 aan alle landbouwers werd toegestuurd. Deze brochure kan ook nog worden aangevraagd bij de buitendiensten van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer en is te vinden op het internet ( Premiebedragen De zoogkoeienpremie bestaat sedert 2005 uit de basispremie (200 euro/rund) en de aanvullende premie (50 euro/rund). In totaal bedraagt de premie dus maximaal 250 euro per rund. Dit bedrag moet voor de campagne 2011 nog verminderd worden met de verplichte modulatieheffing van 9% en in het uiterste geval bestaat er nog een kans op verlaging wegens overschrijding van het beschikbare budget. Contact In het kader van zijn verantwoordelijkheid als EU-betaalorgaan voor de rechtstreekse inkomenssteun is het voor het Agentschap voor Landbouw en Visserij deontologisch niet verantwoord individuele dossiers in te vullen én er controle te moeten op uitoefenen. De medewerkers van de buitendiensten van het Agentschap zullen natuurlijk alle mogelijke algemene inlichtingen over diverse aangiften en steunaanvragen blijven geven, maar voor een gepersonaliseerde advisering en het effectief invullen van formulieren neemt u best contact met de specifieke bedrijfsbegeleidingsdiensten in de landbouwsector. Landbouwers die toch nog problemen hebben wordt aangeraden telefonisch contact op te nemen met hun buitendienst. Markt- en Inkomensbeheer Vlaams-Brabant Vlaams Administratief Centrum Diestsepoort 6, bus Leuven Tel Fax:

8 Marian Van den Bossche, ingenieur Markt- en Inkomensbeheer Antwerpen Vlaams Administratief Centrum Lange Kievitstraat , bus Antwerpen Tel Fax Kristien Vaes, ingenieur Markt- en Inkomensbeheer Limburg Vlaams Administratief Centrum (Blok A, niveau 2) Koningin Astridlaan 50 bus Hasselt Tel Fax Lieve Put, ingenieur mib.limburg@lv.vlaanderen.be Markt- en Inkomensbeheer Oost-Vlaanderen Burgemeester Van Gansberghelaan Merelbeke Tel Fax Katrien Billiet, ingenieur mib.oostvlaanderen@lv.vlaanderen.be Markt- en Inkomensbeheer West-Vlaanderen Baron Ruzettelaan Brugge Tel Fax Freddy Dedeyne, ingenieur mib.westvlaanderen@lv.vlaanderen.be De buitendienst Markt- en Inkomensbeheer is bereikbaar: - telefonisch : alle werkdagen van 9.00 uur tot uur en van u tot uur - bezoekuren : alle werkdagen o voormiddag: open van 9.00 uur tot uur; o namiddag: enkel op afspraak en beperkt tussen en uur. Woordvoerder Landbouw en Visserij Patricia De Clercq Tel patricia.declercq@lv.vlaanderen.be Afdeling Organisatie en Strategisch Beleid (Persverantwoordelijke) Inge Piessens Tel Fax inge.piessens@lv.vlaanderen.be Meer info over het beleidsdomein Landbouw en Visserij: Het beleidsdomein Landbouw en Visserij valt onder de bevoegdheid van Kris Peeters: minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid. Het beleidsdomein omvat het Departement Landbouw en Visserij, het Agentschap voor Landbouw en Visserij, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM). Meer info kan u vinden op 8