RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. DaCapo College, unit BL/KL VMBOB VMBOK

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK DaCapo College, unit BL/KL VMBOB VMBOK Plaats : Sittard BRIN nummer : 02IB C1 BRIN nummer : 02IB 00 VMBOB BRIN nummer : 02IB 00 VMBOK Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 24, 31 maart, 15 april, 2 en 3 juni 2015 Datum vaststelling : 24 november 2015

2 Pagina 2 van 15

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 en 31 maart, 15 april en op 2 en 3 juni 2015 een onderzoek uitgevoerd op verschillende locaties en afdelingen van het DaCapo College in Sittard. Op de locatie Rijksweg Zuid hebben wij onderzoek gedaan op de vmbo-basis en -kaderafdelingen om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. Daarnaast heeft de inspectie van het onderwijs onderzoek gedaan op de onderbouwafdelingen vmbo-basis en -kader van de locatie President Kennedysingel en op de zorglocatie Eysenhegge aangezien veel leerlingen van deze locaties doorstromen naar de bovenbouw van de locaties Rijksweg Zuid. De locatie Rijksweg Zuid herbergt de bovenbouw vmbo-basis en -kader voor de afdelingen techniek. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Wij hebben voor de afdelingen vmbo-basis en -kader op de Rijksweg Zuid een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten op deze afdelingen onvoldoende zijn. Uit deze analyse kwam tevens naar voren dat er mogelijk tekortkomingen zijn op het gebied van de kwaliteit van het onderwijsproces en de naleving van wet- en regelgeving. Op 5 juni 2014 hebben wij de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren op de Rijksweg Zuid. Toezichthistorie Op 20 en 21 februari 2013 hebben wij onderzoek gedaan op unit basis en kader, die op dat moment gevestigd waren op de Rijksweg Zuid en de Kleine Steeg. In de rapportage van dit onderzoek heeft de inspectie aangegeven dat de school haar wettelijke verplichtingen ten aanzien van de BRIN's na moet komen. Onderzoeksopzet De inspectie vormt haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het Pagina 3 van 15

4 zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. Schoolbezoek op 31 maart 2015, waarbij wij op verschillende locaties waaronder de locatie Rijksweg Zuid in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met de directie en de locatieleidingen, leraren, zorgcoördinatoren en leerlingen. Schoolbezoek op 15 april 2015 op de zorglocatie Eysenhegge, waarbij wij in verschillende lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Schoolbezoek op 2 en 3 juni, waarbij wij op verschillende locaties waaronder Rijksweg Zuid in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met de locatieleidingen, leraren, zorgcoördinatoren en leerlingen. Aan het eind van het schoolbezoek op 3 juni heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met het bestuur, de directie en de locatieleidingen en met een deel van het personeel van de verschillende locaties. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 4 van 15

5 2. CONCLUSIES EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht inhouden. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusies voor de afdelingen vmbo-basis en vmbo-kader van de Rijksweg Zuid zijn als volgt: De opbrengsten voor de afdelingen vmbo-basis en -kader van de Rijksweg Zuid zijn op de opbrengstenkaarten 2015 onvoldoende. De opbrengsten van deze afdelingen zijn bij het nieuwe opbrengstenresulatenmodel echter voldoende. Op basis van de voldoende opbrengsten in het nieuwe opbrengstenresultatenmodel wijken wij beredeneerd af van onze beslisregel en kennen aan de afdelingen vmbo-basis en -kader een basisarrangement toe. Wel hebben wij nadere afspraken gemaakt met het bevoegd gezag. Deze afspraken zullen tijdens het eerstvolgende bestuursgesprek besproken worden. Afspraken: 1. De school voert landelijk genormeerde toetsen in en geeft aan hoe de bovenbouwlocatie Rijksweg Zuid gebruik gaat maken van deze gegevens. 2. De school evalueert de opbrengsten, trekt conclusies en stelt doelen tot op het niveau van vaksecties en individuele leraren. 3. De school evalueert het didactisch handelen van de leraren tot op teamniveau en trekt daaruit conclusies voor teambrede ontwikkelpunten. 4. De school werkt met verbeterplannen voor opbrengsten en onderwijsproces, waarin duidelijke en concrete einddoelen en tussenresultaten zijn genoemd met bovendien een concrete tijdsplanning. In de plannen is duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. De plannen zijn aantoonbaar gekoppeld aan de doelstellingen van het DaCapo College. 5. De school heeft een plan van aanpak om de kwaliteit van de toetsing te waarborgen. Er is sprake van een tekortkomingen in de naleving van wettelijke vereisten, namelijk: Pagina 5 van 15

6 De school heeft nu geen geldig schoolplan. Het conceptschoolplan is ter goedkeuring voorgelegd aan de MR. Uiterlijk voor 1 december 2015 moet een goedgekeurd schoolplan in het bezit zijn van de inspectie. De afdeling vmbo-kader heeft een te groot verschil tussen het schoolexamencijfer (SE) en het cijfer voor het centraal eindexamen (CE). Op basis hiervan kennen wij aan de afdeling vmbo-kader een aangepast arrangement handhaving toe, met de volgende prestatie-afspraken: In het examenjaar is het SE-CE-verschil van dat examenjaar kleiner zijn dan 0,5; In het examenjaar is driejaarlijkse gemiddelde SE-CE-verschil kleiner zijn dan 0,5. Pagina 6 van 15

7 3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op de afdelingen vmbo-basis en -kader op de locatie Rijksweg Zuid van het DaCapo College. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen beeld Het DaCapo College is een school met betrokken docenten, een positief schoolklimaat, personeel dat blijkt geeft van een lerende houding en een toenemend opbrengstenbewustzijn. Vanuit deze houding kan gericht gewerkt worden aan hogere opbrengsten, mits de school ook nog gaat analyseren wat de oorzaken zijn van tegenvallende opbrengsten en hypotheses over de oorzaken daadwerkelijk onderzoekt. De opbrengsten op de vmbo-basis en -kaderafdelingen van de Rijksweg Zuid zijn onvoldoende. Het onvoldoende onderbouwrendement komt met name doordat veel leerlingen op de zorglocatie twee jaar over de onderbouw doen. De locatie heeft een begin gemaakt met opbrengstgericht werken, maar gaat dit nog verder doorvoeren. Het invoeren van landelijk genormeerde toetsen kan daarbij behulpzaam zijn en biedt de mogelijkheid om de leerprestaties van de leerlingen systematisch te volgen. Het onderwijsproces is voldoende, maar kan nog verbeteren door leerlingen te vertellen wat ze gaan leren en hier tijdens of aan het eind van de les op terug te komen. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende Pagina 7 van 15

8 4. goed 5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. 02IB 00 VMBOB - VMBOB De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 02IB 00 VMBOK - VMBOK De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. Pagina 8 van 15

9 Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten De school evalueert systematisch de opbrengsten De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces De school evalueert systematisch het onderwijsproces De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Nalevingsindicatoren 2013 ja nee N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). Pagina 9 van 15

10 3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens aan bod: de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg van de Rijksweg Zuid. Vervolgens gaan we in op een aantal specifieke punten van de onderbouwlocatie vmbo-basis en - kader gevestigd aan de President Kennedysingel en de zorglocatie, waarvan veel leerlingen doorstromen naar de Rijksweg Zuid. Ten slotte geven de sterke punten en verbeterpunten van het DaCapo College als geheel. Opbrengsten Op de afdeling vmbo-basis zijn de driejaarlijkse gemiddelden van het onderbouwrendement en van het gemiddelde cijfer voor het centraal examen (CE) onvoldoende. De doorstroom bovenbouw van de afdeling vmbo-basis is voldoende, maar lag in de afgelopen twee examenjaren ruimschoots onder het landelijk gemiddelde. Als deze trend zich voortzet wordt deze indicator op de volgende opbrengstenkaart ook onvoldoende. Het verschil tussen het schoolexamencijfer (SE) en het gemiddelde CE ligt ruimschoots binnen onze norm van 0,5. Op de afdeling vmbo-kader zijn alle vier de indicatoren, onderbouwrendement, doorstroom bovenbouw, gemiddelde cijfer voor het CE en verschil tussen SE en CE onvoldoende. Op de locatie is inmiddels het bewustzijn ontstaan dat deze opbrengsten moeten verbeteren. Docenten en schoolleiding zijn op zoek naar oorzaken van de lage opbrengsten en willen meer opbrengstgericht gaan werken. Didactisch handelen Docenten leggen duidelijk uit en leerlingen zijn actief betrokken. Ook de effectieve feedback beoordelen wij als voldoende. In de meeste praktijklessen en in een aantal theorielessen zien we dat docenten ingaan op vragen van leerlingen op een zodanige manier dat leerlingen stappen kunnen maken in hun leerproces. De doelgerichtheid van de lessen kan beter door naast leerlingen duidelijk te maken wat ze gaan doen ook duidelijk te maken wat ze gaan leren en hier tijdens of aan het eind van de les op terug te komen. In een aantal lessen zien we dat docenten er bij het voeren van een onderwijsleergesprek vooral op gericht zijn de goede antwoorden te horen. Bij foute antwoorden stellen docenten dezelfde vraag aan een andere leerling, terwijl juist foute antwoorden de docenten en de leerling zelf inzicht kunnen Pagina 10 van 15

11 geven in het leerproces. Bovendien stellen docenten vooral reproductievragen en minder toepassings- en inzichtvragen. Kwaliteitszorg De locatie Rijksweg Zuid heeft een begin gemaakt met opbrengstgericht werken door te gaan onderzoeken wat de oorzaken zijn van tegenvallende opbrengsten. Docenten en secties zijn meer opbrengstenbewust en zijn in meer of mindere mate begonnen analyses te maken van de opbrengsten om goed in beeld te krijgen wat mogelijke oorzaken zijn van tegenvallende resultaten. Dit kan echter op een meer systematische wijze. Secties maken bijvoorbeeld nog geen gebruik van Wolf-analyses wat een belangrijke bron van informatie voor opbrengstenanalyses kan zijn. De locatie is nu op zoek naar de juiste sturingsmechanismen om daadwerkelijk de opbrengsten structureel te verbeteren. Door onder meer doelen te stellen, hypotheses over het achterblijven van resultaten te onderzoeken, oorzaken voor achterblijvende resultaten in beeld te brengen en informatie uit lesbezoeken te gebruiken voor een sterkte/zwakte-analyse van het didactisch handelen. De school kan deze gegevens vervolgens koppelen aan de opbrengsten, zodat de school op een meer systematische en planmatige wijze kan werken aan verbetering van de opbrengsten. De school krijgt de kwaliteit van het lesgeven in de klas beter in beeld door de informatie uit lesbezoeken systematisch te analyseren, waardoor ook de eigen succesfactoren beter in beeld komen. Zonodig kan deze informatie gebruikt worden als sturingsmiddel om de kwaliteit van het didactisch handelen te verbeteren. Onderbouw vmbo-basis en -kader op de President Kennedysingel Didactisch handelen en kwaliteitszorg In de onderbouw van de vmbo-basis en -kaderafdeling zien we lessen met een duidelijke structuur. Docenten leggen over het algemeen helder uit. Leerlingen zijn actief betrokken alhoewel wij weinig werkvormen met interactie tussen leerlingen zelf hebben gezien. De feedback beoordelen wij als onvoldoende en bij de opbouw van de les is het benoemen van het leerdoel en een terugkoppeling naar dit doel nog een aandachtspunt. Op deze afdeling worden systematisch lesbezoeken gedaan. De informatie wordt gebruikt voor gesprekken die gericht zijn op de ontwikkeling van docenten. Pagina 11 van 15

12 Locatie Eysenhegge Onderbouwrendementen van het DaCapo College Het onvoldoende onderbouwrendement komt met name door de doorstroom in de onderbouw. Veel leerlingen die het onderwijs in de onderbouw van de zorglocatie Eysenhegge volgen doen drie jaar over de onderbouw. Onderwijsproces Wij beoordelen de kwaliteit van de lessen als voldoende. De lesopbouw is duidelijk en de stimulerende feedback van docenten draagt over het algemeen bij aan de actieve betrokkenheid van de leerlingen. Differentiatie is in de bezochte lessen weinig zichtbaar en uit zich eerder door aanvullende instructie dan door afstemming van de verwerkingsopdrachten. De zorgbehoefte per leerling wordt vastgelegd in een zogenaamd ontwikkelingsperspectiefplan. Drie keer per jaar wordt dit plan geëvalueerd. Er worden dan werkpunten vastgesteld op cognitief en sociaal emotioneel vlak. De zorg van de locatie Eysenhegge richt zich op vmbo leerlingen van alle niveaus die extra zorg nodig hebben. Na een speciale procedure via het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek worden ze als LWOO leerlingen toegelaten. De onderbouw duurt in de praktijk voor het merendeel van de leerlingen drie jaar. De kleinschaligheid van de locatie en de op zorg gerichte houding van mentoren en docenten bevorderen een goede informele communicatiecultuur. De lijnen zijn kort. Wekelijks is er een leerlingenbespreking. Voor rekenen en taal hanteert Eysenhegge de methode Muiswerk. Verder worden er naast de methodetoetsen geen andere objectief genormeerde toetsen voor de kernvakken ingezet. Kwaliteitszorg Eysenhegge heeft zijn beleid op het vlak van onderwijs en zorg verwoord in een werkdocument schoolplan, dat in januari 2015 voor het laatst is geactualiseerd. In het kader van de functioneringscyclus evalueert de locatieleiding met regelmaat de lessen aan de hand van een kijkwijzer. Er is nog geen document beschikbaar waarin de gedeelde opvattingen over een goede Eysenhegge-les zijn doorvertaald in observatiecriteria. De locatieleiding beschikt over opbrengstanalyses die echter op zichzelf nog onvoldoende gewicht in de schaal leggen voor de verbetering van het onderwijsproces. Bijvoorbeeld met het oog op de hoge afstroom in de onderbouw. De conclusies van de locatieleiding ten aanzien van de validiteit van Pagina 12 van 15

13 de basisschooladviezen worden niet verrijkt met de conclusies uit de analysegegevens van de andere onderbouwlocaties van DaCapo op dit punt. Locatie-overstijgende bevindingen Wat zijn de sterke punten van DaCapo College? Positief schoolklimaat Op alle locaties heerst een positief schoolklimaat en in de meeste klassen een positief klassenklimaat. Docenten zijn betrokken en tonen een zorgzame houding voor hun leerlingen. Hierdoor is aan een belangrijke voorwaarde om tot leren te komen voldaan. Lerende houding van docenten, coördinatoren en schoolleidingen In de verschillende gesprekken die wij gevoerd hebben, zowel formeel als in de wandelgangen, komt de wens om de resultaten en het onderwijs te verbeteren naar voren. Docenten, coördinatoren en schoolleidingen geven blijk van reflectiviteit en een lerende houding. Personeelsleden van DaCapo die wij gesproken hebben zien mogelijkheden om het onderwijs te verbeteren, bijvoorbeeld op het gebied van opbrengstgericht werken, het gebruik en de ontwikkeling van vakwerkplannen of toetsing. Energiek zetten ze zich, alleen, in secties of in andere verbanden in om op deze gebieden verbeteringen te bedenken en zo mogelijk te implementeren. Wat kan beter? Systematische analyses en opbrengstgericht werken Zoals eerder genoemd wordt op alle niveaus gewerkt aan verbetering van het onderwijs. Conclusies over tekortkomingen worden veelal getrokken op basis van beelden en niet op basis van analyses. Op alle locaties van het DaCapo College zien wij tekortkomingen in het opbrengstgericht werken, waarbij er wel verschillen zijn in de mate waarin opbrengstgericht werken daadwerkelijk is geïmplementeerd. Op de verschillende niveaus in de organisatie zien we het bewustzijn dat goede opbrengsten van belang zijn terug. De school kan scherper onderzoeken of hypotheses over oorzaken van lage opbrengsten juist zijn. Door in onvoldoende mate te onderzoeken wat de oorzaken zijn van minder goede resultaten, mist de school kansen om de opbrengstengerichte manier van werken te versterken en de opbrengsten te verbeteren. Pagina 13 van 15

14 Wij zien dat er tussen verschillende secties grote verschillen zijn in de resultaten die ze met hun leerlingen weten te bereiken. Sommige secties zijn wel in staat zijn om goede resultaten te behalen met de leerlingen van het DaCapo College. Genormeerde toetsen DaCapo maakt nog geen gebruik van (landelijk) genormeerde toetsen. Hierdoor is het niet goed mogelijk om te analyseren of de voortgang die leerlingen boeken op de verschillende domeinen voor taal en rekenen hoger of lager ligt dan de gemiddelde voortgang in Nederland. Het is zowel lastiger om de voortgang van individuele als groepen leerlingen in beeld te krijgen als om te analyseren wat de eigen sterkten en zwakten zijn bij het aanbod van taal en rekenen. Gebrek aan uniformiteit in de kwaliteitszorg Bij de kwaliteitszorg zien we verschillen tussen de verschillende locaties, zowel tussen de mate waarin er opbrengstgericht gewerkt wordt als in de mate waarin de schoolleiding zicht heeft op de sterkten en zwakten in het onderwijsleerproces. Uniformiteit is geen doel op zich, maar door het gebrek aan uniformiteit is het lastiger voor de bovenschoolse leiding om zicht te krijgen op de mate waarin de kwaliteitszorg op de verschillende locaties voldoet aan wat daar bovenschools van verwacht mag worden. Of en op welke manier er lesbezoeken worden gedaan en met behulp van welk instrument verschilt per locatie en soms ook per teamleider. Sommige teamleiders gebruiken informatie uit lesbezoeken om ontwikkelingsgerichte gesprekken met docenten te voeren. Bij andere gebeurt dat niet of nauwelijks. Doordat er niet op een systematische en eenduidige manier informatie verzameld wordt aan de hand van lesbezoeken kan er ook niet op locatieoverstijgend niveau een analyse van het didactisch handelen gemaakt worden. Daarnaast zien we dat er op verschillende locaties aan vergelijkbare verbeteringen wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld vakwerkplannen, waar geen locatie-overstijgende afstemming over is, terwijl docenten baat kunnen hebben bij elkaars bevindingen. Wij missen bovendien in veel gevallen criteria op basis waarvan locatie- en bovenschoolse leiding conclusies kunnen trekken over de mate waarin verbeteringen succesvol zijn geïmplementeerd. Conclusie Op het DaCapo College heerst een goed schoolklimaat, werken betrokken docenten en is bij de docenten die wij gesproken hebben sprake van lerend vermogen. Hiermee is aan belangrijke voorwaarden om een goede school te Pagina 14 van 15

15 worden voldaan. Het lerend vermogen van docenten en ander personeel kan echter beter benut worden. Er zijn wel een aantal locatie-overstijgende werkgroepen waarin nagedacht wordt over locatie-overstijgende verbeteringen van het onderwijs, bijvoorbeeld bij het aanbod van taal en rekenen en bij toetsing. Pagina 15 van 15