RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ PRISMA VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ PRISMA VOOR SPECIAAL ONDERWIJS Plaats : Alphen aan de Rijn BRIN-nummer : 04EF Cluster : 3 Onderzoek uitgevoerd op : 24 en 25 januari, 6 februari 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op 23 april 2012 HB /7 Documentnummer: H

2 Pagina 2 van 13

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 24 en 25 januari en op 6 februari 2012 een onderzoek uit op Prisma te Alphen aan de Rijn om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en in de naleving van wet- en regelgeving. Prisma is een school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen (zml) en voor meervoudig gehandicapte (mg) kinderen. Dit rapport heeft betrekking op de afdeling voor speciaal onderwijs. Aanleiding Op 3 november 2011 is tijdens het bestuursgesprek afgesproken dat de inspectie op de school Prisma voor so en vso in het eerste kwartaal van 2012 een onderzoek uitvoert naar de kwaliteit van het onderwijs om vast te stellen of de school het basisarrangement kan krijgen. Zowel so als vso hebben in 2007 en opnieuw in 2009 een aangepast arrangement gekregen voor zwakke kwaliteit. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Toezichthistorie Naar aanleiding van het kwaliteitsonderzoek van februari 2007 kwam de inspectie tot de conclusie dat zich tekortkomingen voordeden in de basiskwaliteit van de school en werd een PKO2-arrangement aan de school toegekend. In januari en juli 2008 vinden er bestuursgesprekken plaats waarin afgesproken is dat het onderwijs weer aan de basiskwaliteit voldoet in het schooljaar Hierop aansluitend voert de inspectie in november 2009 een kwaliteitsonderzoek uit. Gezien de geconstateerde tekortkomingen wordt de kwaliteit van het onderwijs wederom als zwak beoordeeld. Dit arrangement handhaaft de inspectie tijdens de bestuursgesprekken van september 2010 en november Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die de school aan de inspectie heeft toegestuurd en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school. Onderzoek op locatie waarbij de inspectie: o dossiers, waaronder handelingsplannen, bestudeerde en beoordeelde; o gesprekken voerde met de directie en de commissie voor de begeleiding; o de onderwijspraktijk observeerde in alle groepen; o bevindingen en conclusie besprak met de directie en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie bij dit onderzoek de kern- en normindicatoren. Voor een volledig en actueel kwaliteitsprofiel voegde zij daaraan de indicatoren van de aspecten 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' toe. Pagina 3 van 13

4 Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Deze documenten zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 4 van 13

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen staan weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Pagina 5 van 13

6 Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. (Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja nee Pagina 6 van 13

7 2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de school voor speciaal onderwijs Prisma te Alphen aan de Rijn als zwak, evenals in 2007 en De inspectie concludeert dit op basis van het systeem van leerlingenzorg, waar drie van de vier normindicatoren als onvoldoende zijn beoordeeld. De inspectie wijkt af van de beslisregels van de inspectie door de school niet als zeer zwak, maar opnieuw als zwak te beoordelen. Hieronder volgt een verklaring voor dit afwijkende oordeel. De huidige beoordeling van het systeem van leerlingenzorg vertoont een discrepantie met de oordelen in 2009 toen nog twee van deze vier indicatoren voldoende waren. De ogenschijnlijke terugval in de kwaliteit van het systeem van leerlingenzorg heeft mogelijk te maken met de implementatie van de ced-leerlijnen, in combinatie met de gelijktijdige invoering van een leerlingvolgsysteem (lvs). De school werkt sinds de invoering van het lvs namelijk met zeer beknopte individuele handelingsplannen, waarin voor de didactische doelen slechts wordt verwezen naar de groepsplannen die vanuit het lvs gegenereerd kunnen worden. Voor haar oordeel op de normindicatoren leerlingenzorg gaat de inspectie - in lijn met de wetgeving echter uit van individuele handelingsplannen met doelen die zijn afgestemd op individuele leerlingen. Daarnaast hebben de handelingsplannen en groepsplannen ook inhoudelijke tekortkomingen. Ook ziet de inspectie duidelijke risico s in de kwaliteitszorg, doordat de school belangrijke kwaliteitsaspecten niet - op een systematische wijze evalueert. De school heeft daardoor geen breed en objectief beeld van haar eigen kwaliteit. De reden om te spreken van zwak in plaats van zeer zwak ligt voornamelijk in de acties die nodig zijn vanuit de school om de basiskwaliteit te behalen. De inspectie is van mening dat de school voldoende aannemelijk heeft gemaakt de tekortkomingen binnen de leerlingenzorg op korte termijn te kunnen opheffen. Dit heeft de school gedaan door te noemen welke acties zij in de komende tijd uit gaat zetten, namelijk: De mondelinge evaluatie van de handelingsplannen legt de school ook schriftelijk vast in het handelingsplan waarbij zij bevorderende en belemmerende factoren zal beschrijven en de gevolgen van het wel of niet behalen van doelstellingen inzichtelijk worden gemaakt voor het opeenvolgende handelingsplan. De school legt ook de didactische doelen vast in het handelingsplan, met daaraan gekoppeld het leerstofaanbod en de wijze hoe leraren dit aanbieden. De sociaal-emotionele ontwikkeling zal de school volgen door een instrument in te voeren, waarbij de school duidelijk in het handelingsplan op dit gebied doelen formuleert en aangeeft hoe zij die doelen wil bereiken. Daarnaast zal de school inzichtelijk maken waarom zij aan bepaalde doelen werkt, zowel op didactisch als sociaal-emotioneel gebied. Tevens zal de school ook de methodetoetsen nu meer systematisch gaan gebruiken, zodat leraren dichter op het leerproces zitten en vervolgens sneller kunnen ingrijpen wanneer de ontwikkeling van een leerling stagneert. Pagina 7 van 13

8 Toelichting Systeem van kwaliteitszorg De school kent haar populatie en heeft voldoende zicht op de mogelijkheden en belemmeringen van de leerlingen en heeft structuurgroepen voor leerlingen met specifieke problematiek. De school heeft in het schoolplan haar visie en missie geformuleerd. Leerlingen zijn ingedeeld in drie uitstroomprofielen op grond van het IQ als indelingscriterium en hiervoor didactische doelen voor het lezen vastgelegd, met een bijbehorend aanbod vanuit de cedleerlijnen. Het schoolplan bevat globale informatie over de school- en klassenorganisatie en het onderwijskundig beleid, maar vermeldt niet welke doelen de school wil bereiken voor haar diverse leerlingenpopulatie en hoe het traject naar de uitstroombestemmingen is uitgewerkt. Tevens staat in het schoolplan beschreven dat de school opbrengstgericht wil werken en voor haar kwaliteitsevaluatie gebruik maakt van de opbrengsten. De school meldt de inspectie dat dit nog niet te realiseren is omdat het leerlingvolgsysteem (LVS) onvoldoende operationeel is. Het so gebruikt weliswaar landelijk genormeerde instrumenten om de vorderingen van leerlingen te volgen, maar deze gegevens worden nog niet gebruikt om te evalueren of de resultaten van de leerlingen conform de verwachtingen zijn die in de drie gehanteerde uitstroomprofielen zijn benoemd. De school weet dan ook niet of de door- en uitstroomdoelen zijn behaald en of zij uit de leerlingen heeft gehaald wat erin zit. De school heeft gekozen voor een kwaliteitszorgsysteem en heeft in 2010 de quickscan bij het personeel van de so (en vso) afgenomen. In het schoolplan is een planning opgenomen voor het afnemen van de kwaliteitskaarten tussen 2011 en 2015, de looptijd van het schoolplan. Dit is uitgangspunt voor het kwaliteitsbeleid van de school. Desondanks constateert dat de inspectie dat het systeem op een aantal onderdelen onvoldoende functioneert. De kwaliteitskaart voor het leren en onderwijzen op schoolniveau is nog niet aan bod geweest. In 2011 heeft het team de kwaliteitskaart voor zorg en begeleiding besproken en de school heeft een ontwikkelplan leerlingenzorg waarin zij voor het vso verschillende activiteiten in de loop van een schooljaar heeft benoemd. De school heeft echter noch op so noch op vso een analyse gemaakt van de sterke kanten en de verbeterpunten voor het systeem van leerlingenzorg. Hier ziet de inspectie een relatie met de beslissing van de school om voor de didactische doelen van individuele leerlingen uit te gaan van de groepsplannen die het LVS genereert, zonder dat dit vanuit een evaluatie is verantwoord. Vanuit de quickscan staan in het schoolplan de sterke en zwakke punten benoemd. Daarnaast is er een ontwerp jaarplan met de onderdelen waar de school voor aan werkt aan de hand van een globaal tijdpad. Het is onduidelijk wat de school nu moet doen om de algemene doelen te bereiken. De school heeft tijdens dit proces een verbeterplan gehanteerd, maar het is onduidelijk welke onderdelen hiervan nu wel en niet zijn bereikt omdat de evaluatie hiervan ontbreekt. Dit geldt ook voor de jaarplannen waarmee de school werkt. Dit wekt de indruk dat de school enthousiast begint aan verbeteringen, maar deze onvoldoende planmatig doorvoert en ook niet tussentijds evalueert om vast te stellen of alles volgens plan verloopt. De school heeft een aanzet gedaan tot het borgen van verbeteracties, onder andere in een algemeen zorgplan dat vooral betrekking op het so, waarvoor de leerroutes zijn vastgelegd en de bijbehorende leerlijnen zijn gekoppeld aan de materialen. Maar het zorgplan vermeldt niet welke consequenties dit heeft voor het aanbod, het schoolklimaat en het pedagogisch en Pagina 8 van 13

9 didactisch handelen. Ook zijn de gerealiseerde verbeteringen in het onderwijsleerproces onvoldoende beschreven. Tot slot heeft de school geen jaarverslag waarin de school terugblikt op de ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Voor een deel staat in het jaarplan van het afgelopen jaar in het kort vermeld of bepaalde doelen zijn behaald, maar dit is als verantwoording naar bijvoorbeeld ouders of andere belanghebbenden onvoldoende. Systeem van leerlingenzorg en functionaliteit van de handelingsplanning Het systeem van leerlingenzorg is grotendeels van onvoldoende niveau. Op 3 van de 4 indicatoren oordeelt de inspectie dat de school niet voldoet aan de norm. De commissie voor de begeleiding (cvb) maakt voor alle leerlingen een startdocument waardoor de beginsituatie voor alle leerlingen is vastgesteld. In dit document wordt een beeld van de leerling gegeven op basis van de IQ gegevens en gegevens omtrent het sociaalemotioneel en didactisch functioneren. Deze gegevens komen voort uit de observatie van de cvb bij de school van herkomst en de ontvangen informatie vanuit verschillende bronnen, waaronder de school van herkomst. Op basis van deze informatie plaatst de cvb de leerling in één van de groepen op Prisma. Op basis van de adviezen van de cvb stelt de mentor het handelingsplan op dat de leerling ter ondertekening van de ouders meekrijgt naar huis, of de mentor stuurt het plan per post naar de ouders. Ondertekende exemplaren worden vervolgens door school ontvangen. Ouders kunnen de school verzoeken om het individuele handelingsplan te bespreken. In de praktijk gebeurt dit nauwelijks. Daarnaast kunnen ouders tijdens ouderavonden het groepsplan inzien. De inspectie komt tot de conclusie dat de school het handelingsplan in onvoldoende mate vaststelt in overeenstemming met de ouders. Prisma biedt onvoldoende gelegenheid om ouders uitvoerig op de hoogte te brengen van waar aan gewerkt wordt met de specifieke leerling. Ook de nieuwsbrief die de school regelmatig uitbrengt biedt hiervoor geen oplossing, omdat het onvoldoende ingaat op de individuele situatie van de leerlingen. Prisma maakt sinds enige tijd gebruik van de ced-leerlijnen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen via het lvs. Hiermee kijkt de school op een aantal momenten in het jaar waar de leerling staat wat betreft de beoogde doelen. Daarnaast neemt de school volgens een toetskalender methode onafhankelijke toetsen af. Als aandachtspunt wil de inspectie meegeven dat een meer systematisch gebruik van methodegebonden toetsen de school meer inzicht kan verschaffen in de ontwikkeling van de leerlingen en daarop vervolgens met de leerstof kan aansluiten. Ondanks bovenstaande oordeelt de inspectie niet positief op deze indicator. De koppeling van de gegevens in het lvs naar de doelen in het handelingsplan ontbreekt. Zo is niet duidelijk waarom leerlingen aan bepaalde doelen werken op basis van de gegevens die bekend zijn over de leerling. Daarnaast is op dit moment nog geen sprake van het systematisch volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De school is voornemens om een instrument te gaan gebruiken om dit te realiseren, maar dat doet zij nu nog niet. Ook de evaluatie van de cvb beoordeelt de inspectie als onvoldoende. In het lvs houdt de school bij of een doel wel of niet behaald is, maar een analyse ontbreekt hierbij. Hiermee bedoelt de inspectie dat de reden van het wel of niet behalen van een doel op basis van bevorderende en belemmerende factoren niet staat vermeld in het handelingsplan. De gevolgen hiervan zijn eveneens onduidelijk. De cvb overlegt wel mondeling met de mentor hierover, maar dit wordt niet vastgelegd in het individuele handelingsplan. Pagina 9 van 13

10 De individuele handelingsplannen zijn niet aangetroffen in de klassen, evenals in de meeste gevallen de groepsplannen. Leraren stellen dat de didactische doelen zijn vermeld in het groepsplan, maar dat is evenmin in de klassen aanwezig. De doelen die in de individuele plannen staan, bieden de leraren onvoldoende houvast om te beoordelen waar een leerling zit in zijn ontwikkeling om vervolgens het aanbod aan te koppelen. Daarnaast bieden ook de groepsplannen te weinig houvast voor het dagelijks werk van de leraren in de groep. Hiermee is de functionaliteit van de handelingsplannen onvoldoende. Daarmee loopt de school het risico dat de leerlingen niet de leerstof krijgen aangeboden welke is toegesneden op hun onderwijsbehoeften. Het onderwijsleerproces De inspectie van het onderwijs oordeelt positief over de wijze waarop de afdeling so van Prisma haar onderwijsleerproces vorm heeft gegeven. Dit is zichtbaar in de voldoende beoordelingen van vrijwel alle kwaliteitsaspecten die behoren tot het onderwijsleerproces, welke onderstaand worden toegelicht. Sterke punten van dit onderwijsleerproces op Prisma zijn de afstemming van het (ortho)pedagogisch handelen van de teamleden op de onderwijsbehoeften van de leerlingen, de taakgerichte werksfeer en de duidelijke uitleg die leraren in vrijwel alle klassen geven. Echter, de planmatigheid van het didactisch handelen dat op basis van groepsplannen en individuele handelingsplannen moet plaatsvinden schiet ernstig tekort omdat er geen goed functionerend systeem van leerlingenzorg is. De school heeft een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. De school heeft gewerkt aan de implementatie van leerlijnen en het team is hiervoor geschoold door een landelijke instelling. De leerlijnen voor taal en lezen zijn uitgelijnd en in de praktijk functioneel, onder andere doordat de materialen zijn gecategoriseerd bij de verschillende niveaus en subdoelen van de leerlijn. Daarnaast heeft het so een nieuwe leesmethode ingevoerd die de leraren groepsdoorbrekend gebruiken. Voor het rekenen heeft de school nu wel een methode, maar daar is zij niet tevreden over. Daarom wil de school een nieuwe methode invoeren welke uitgezet moet worden door de rekenwerkgroep. De leerlijn voor rekenen is echter nog niet uitgewerkt voor de uitstroomprofielen en ook niet voor de niveaus binnen de leerlijn. Om deze reden wordt indicator 5.4 als onvoldoende beoordeeld. Evenmin is er een planning voor de invoering en ontbreekt nog de aansluiting tussen het so en vso. Het leerstofaanbod biedt voldoende gelegenheid om in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Er is sprake van efficiënt gebruik van de onderwijstijd. De lessen worden niet tot nauwelijks onderbroken en er gaat weinig tijd verloren tijdens de lessen. Met name in de structuurgroepen is de afstemming van tijd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen goed zichtbaar. Er is een duidelijke afwisseling in taken die leerlingen zelfstandig doen, die de groep in zijn geheel doet of taken die in kleine groepjes worden gedaan. Leraren variëren in de mate waarin inspanning en ontspanning elkaar afwisselen per individuele leerling waarbij de problematiek van de leerling als uitgangspunt wordt genomen. Binnen de reguliere groepen is de afstemming in tijd niet zichtbaar. Uit de gesprekken komt naar voren dat leraren op individuele basis wel keuzes in vakken kunnen maken, bijvoorbeeld door het volgen van het vak Engels wat niet standaard tot het leerstofaanbod behoort. De school heeft echter niet bepaald hoeveel lestijd per uitstroomroute voor de vakken nodig is en dit is evenmin uitgewerkt in de lesroosters. Het (ortho)pedagogisch en (ortho)didactisch handelen van de leraren is van voldoende kwaliteit zoals hierboven al is benoemd, hoewel de planmatigheid van het onderwijs ernstig Pagina 10 van 13

11 tekortschiet. Leraren gaan respectvol met de leerlingen om en beschikken over ruimschoots voldoende pedagogische en didactische capaciteiten. Leraren variëren heel duidelijk in houding, stem en wijze van communiceren bij de leerlingen, hierdoor is er goede afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarnaast is de inspectie zeer te spreken over de duidelijke uitleg die zij zag in de lessen. Het directe instructie model is bij een aantal leraren goed zichtbaar. Een ander sterk punt van de school is de taakgerichte werksfeer binnen de lessen. De leraren benutten de denkstimulerende gesprekstechniek goed, waardoor zij de leerlingen uitdagen om zelf antwoorden te vinden. Een verbeterpunt is echter dat de leerlingen te weinig de mogelijkheid krijgen om zelfverantwoordelijkheid te ontwikkelen voor hun eigen werk. Leraren geven de leerlingen per les op welke opdrachten zij moeten doen, met - eventueel - nog een vervolgopdracht voor wanneer zij klaar zijn. Dit gecombineerd met het gegeven dat leraren onvoldoende gebruikmaken van methodetoetsen als middel om feedback te geven, maakt dat leerlingen te weinig de kans krijgen om een zelfstandige werkhouding te ontwikkelen en zo intrinsiek gemotiveerd te raken. Voor een deel van de leerlingen moet het mogelijk zijn om een grotere mate van vrijheid te krijgen en zo zelfverantwoordelijkheid te ontwikkelen. Het schoolklimaat beoordeelt de inspectie positief. In het schooljaar is een onderzoek naar het pedagogisch klimaat en schoolklimaat uitgevoerd onder de medewerkers. Daarnaast zijn ook de leerlingen bevraagd in Leraren en leerlingen geven aan zich voldoende veilig te voelen. In het zorgplan zijn protocollen opgenomen m.b.t. het voorkomen van agressief gedrag en het afhandelen ervan. Ondanks de kleine opkomst van de ouders op de avonden die de school organiseert, doet de school wel diverse pogingen om de ouders te betrekken. De opkomst van ouders is een blijvend punt van aandacht bij de directie en de ouderraad. De inspectie is van mening dat de school hier tekortschiet vanwege haar verantwoordelijkheid in het betrekken van de ouders bij de ontwikkeling van hun kind(eren). Opbrengsten De inspectie beoordeelt de resultaten van het onderwijs nog niet. De school heeft geen eigen doelen gesteld voor haar leerlingen en kan de resultaten van de leerlingen daar vervolgens niet aan afmeten. De school heeft er daardoor geen zicht op of de leerlingen voldoende vorderingen maken. Aan de andere kant ontbreekt het de inspectie nog aan standaarden waaraan zij de opbrengstgegevens van scholen kan afmeten. De inspectie verwacht van scholen dat zij met ingang van de nieuwe wetgeving voor alle leerlingen ontwikkelingsperspectieven opstellen en werken met door- en uitstroomniveaus voor leerlingen. Wet- en regelgeving De inspectie heeft geen tekortkomingen op het gebied van wet- en regelgeving geconstateerd. Pagina 11 van 13

12 Pagina 12 van 13

13 3. TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen. Daarom beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit als zwak en kent zij de school voor speciaal onderwijs Prisma te Alphen aan de Rijn opnieuw een aangepast arrangement toe. De school voor speciaal onderwijs Prisma valt onder intensief toezicht. De inspectie is met het bevoegd gezag overeengekomen dat de onderwijskwaliteit in juni 2012 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert op 27 juni 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de school de tekortkomingen heeft opgeheven. Naleving De inspectie heeft geen tekortkomingen vastgesteld op het gebied van wet- en regelgeving. Pagina 13 van 13