FCL regelgeving voor zweefvliegers en recreatieve ballonvaarders

Transcriptie

1 Handreiking FCL regelgeving voor zweefvliegers en recreatieve ballonvaarders Inleiding in de nieuwe regelgeving FCL Doelgroep instructeurs en veiligheidsfunctionarissen De overgang van GPL naar LAPL(S)/SPL De overgang van KNVvL-BPL naar LAPL(B)/BPL Aanvullende en nieuwe bevoegdheden De opleidingsinstituten De examinatoren De administratieve procedures Eerste versie: maart 2016 Update: januari 2017

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Achtergrond en doel De regelgeving en de toepassing in deze handreiking Opbouw van de regelgeving De ATO en de DTO in ontwikkeling De belangrijkste elementen en verschillen in brevetsystemen De autoriteit De overgang Brevet Eisen voor de afgifte van LAPL(S) Eisen voor de afgifte van LAPL(B) Aanvullende bevoegdheden/aantekeningen Brevetten afgegeven in een ander lidstaat Medisch certificaat Instructiebevoegdheid Conversie van brevetten Conversie eisen Stroomschema s De opleidingen bij ATO of DTO Kenmerkende verschillen ATO-DTO Training programma s Creditering van opleidingen De toetsen: vaardigheid/bekwaamheid/vakbekwaamheid Examinatoren Conversie Het LAPL(S)/SPL/LAPL(B) afgifteproces...14 Afkortingen...16 Bijlagen

3 Inleiding De EU heeft besloten tot verdergaande harmonisatie van de regels in de luchtvaart. Daartoe is een aantal Verordeningen van kracht geworden die ook gevolgen hebben voor zweefvliegers en ballonvaarders. De ILT geeft voorlichting over de nieuwe regels met het oog op de goede eenvormige toepassing daarvan. In dit geval betreft het de inhoudelijke aspecten van het FCL brevetsysteem en de rol van de (chef-)instructeur. De voorlichting richt zich op de (chef-) instructeurs, de (beoogde) Head of Training (HoT) en/of compliance/veiligheidsmanagers. Deze zijn primair aanspreekpunt voor de instructeurs binnen de club of opleiding, die op hun beurt de dagelijkse informatiebron en vraagbaak voor de (leerling)zweefvlieger of ballonvaarder zijn. Bovendien hebben instructeurs direct met de wijzigingen van de regels te maken. De accountable manager is betrokken als primair aanspreekpunt van de ILT, eindverantwoordelijk voor de opleiding. Deze moet er op toe zien dat aan de voorwaarden die voor de opleiding gelden, is voldaan. Achtergrond en doel Deze handreiking behandelt de regelgeving op het gebied van de brevetten, de opleidingen bij de vliegscholen en de effecten die de regels hebben op de praktijk van de doelgroepen. De verschillen met het bestaande KNVvL brevetsysteem en KNVvL gedefinieerde en/of gecoördineerde (club-) opleidingen en de overgangsregelingen komen aan bod. Het is daarnaast bedoeld als hulpmiddel bij de introductie van de nieuwe regelgeving in de sector. De ILT geeft een eenmalige trainde-trainer introductie aan de instructeurs, de HoT (of zijn vervanger), vervolgens is deze handreiking bruikbaar voor de HoT om andere instructeurs of vliegers te informeren. De handreiking wijst de weg door FCL regelgeving zodat het helpt bij het zich eigen maken van de nieuwe regels. Let op: het is geen volledig overzicht van alle regelgeving die van toepassing is. hij, waar ook zij bedoeld wordt) de wet- en regelgeving kent. Deze handreiking schetst op basis van wetgeving in januari Het is aan de gebruiker van de wetgeving om zich er van te overtuigen dat hij de meest actuele versie van de regelgeving gebruikt. Voor de conversie van KNVvL instructeur bevoegdheden naar FI(S)/FI(B) moet aan de eisen voor het verlengen van de FCL instructeurs bevoegdheid zijn voldaan. Daarmee is de basis voor de competentie van de instructeur bevestigd. FCL vereist een opfriscursus voor instructeurs. Een update van relevante wet- en regelgeving is onderdeel van het opfrisprogramma zoals dat is voorgeschreven. De handreiking kan daarvoor als hulpmiddel gebruikt worden. Opfriscursus instructeurs (conversie) Specifiek kunnen de trainers en de handreiking worden ingezet als onderdeel van de opfriscursus voor instructeurs voor het conversieproces. Door ILT wordt slechts een deel aangeboden. Een volledige opfriscursus dient te worden samengesteld en uitgevoerd langs de toepasselijke regels in AMC1.FCL.940. De organisator van de opfriscursus is daarvoor verantwoordelijk en tekent de deelnameformulieren af. De invulling van het programma en eventuele samenwerking met andere clubs/inleiders zijn opties waarvan de organisator gebruik kan maken. De onderwerpen die de organisator aan ILT heeft opgegeven dienen wel gedekt te zijn. Die zijn immers gebaseerd op de (in zijn club) vastgestelde behoefte aan opfrissing. Details over de eisen zijn te vinden op het deelnameformulier (course completion) op de ILT website. Van diegene die het betreft wordt verwacht dat hij of zij (verder gebruiken we het woord 3

4 Terminologie In deze handreiking wordt gebruik gemaakt van luchtvaarttermen en niet altijd even consequent, mede omdat in de luchtvaart Engelse termen en jargon vaak wordt gebruikt. Bevoegdheden en aantekening op een brevet betekent hetzelfde, profcheck is een vaardigheidstest. Daarnaast wordt verwezen naar in het Engels gestelde regelgeving. Dit is omdat (officiële) vertalingen niet altijd up to date en juist zijn in de technische termen. Update januari 2017 Wetgeving is aan verandering onderhevig. Hoewel deze handreiking geschreven is voor de bijeenkomt begin 2016 zal deze ook later gebruikt worden. De update van januari 2017 maakt de handreiking weer actueel en corrigeert fouten of onduidelijkheden in de eerder versie. Het blijft zo dat de handreiking een handreiking is, uitgegeven tbv de bijeenkomst in maart 2016 en dat formele wet- en regelgeving bepalend is. Bij twijfel of vragen is het nazoeken van de regels noodzakelijk. 1. De regelgeving en de toepassing in deze handreiking De regelgeving is beschikbaar op de website van de EU, of de website van EASA. Officiële nieuwe publicaties geven alleen de wijzigingen op bestaande regels weer. Om praktische redenen is het daarom handiger om uit te gaan van de geconsolideerde documenten van EASA. Deze versies zijn formeel niet bindend en actualiteit is daarom niet 100% gewaarborgd. Ook deze zijn daarom altijd een punt van aandacht. In de handreiking wordt verwezen naar de geconsolideerde versies d.d. januari Echter, alleen EU/EASA publicaties zijn de officieel geldige Opbouw van de regelgeving De nieuwe regelgeving kent een hiërarchische opbouw. De Basic Regulation, (Verordening 216/2008) behandelt de zaken op het hoogste abstractieniveau. Onder de Basic Regulation vallen diverse Verordeningen waaronder de Aircrew Verordening 1178/2011. De belangrijkste documenten in dit kader zijn: Part FCL, het deel met de voor vliegbrevetten geldige harde regelgeving. Voor dit stuk is dit deel het meest relevant. De Acceptable Means of Compliance (AMC) geeft nadere uitleg en invulling van de elementen van de FCL. Het is zachte regelgeving van EASA. Dat wil zeggen dat het eenvoudiger aanpasbaar is, maar desalniettemin bindend is. Guidance material is richtinggevend, maar niet bindend. Andere relevante Parts voor het zweefvliegen zijn Part MED (Medische eisen en certificaten) en Part ORA (Organisational Requirements for Aircrew), (regels rond de erkende vliegscholen). Interessant kan ook het Part ARA (Authority Requirements for Aircrew) zijn waarin de eisen aan de autoriteit (ILT) zijn vastgelegd. Naast deze handreiking is ook de website van de ILT een bron van (aanvullende) informatie De ATO en de DTO in ontwikkeling Op het moment van schrijven is een proces gaande tot vereenvoudiging van de regels rond vliegscholen (Approved Training Organisation, ATO). De BTO (Basic Training Organisation)-definitie als alternatief voor de ATO definitie was in ontwikkeling (voor de recreatieve luchtvaart) maar is ondertussen 4

5 gevolgd door de ontwikkeling van de definitie van de Declared Training Organisation (DTO). Voor de DTO is EASA Opinion verschenen. Het definitieve besluit over de aanpassing van de regelgeving is nu voorzien derde kwartaal Ter herinnering: vanaf 8 april 2018 mag alleen nog worden opgeleid bij een ATO of DTO De belangrijkste elementen en verschillen in brevetsystemen De systemen rond vliegbrevetten lijken in hoofdlijnen sterk op elkaar, ze hebben hun oorsprong in het gemeenschappelijke ICAO aanpak. Op details en voorwaarden zijn er verschillen in benadering ontstaan. Met FCL is daar in Europa nu weer een eenheid in gekomen. Het brevetsysteem van de KNVVL lijkt daar ook sterk op. De basis is namelijk ook ICAO en het is gebouwd op het systeem van de toenmalige Rijksluchtvaartdienst in de tijd dat zweefvliegen en ballonvaren nog gereguleerd was (tot 2004) De autoriteit Met de AirCrew verordening 1178/2011 is het zweefvliegen en ballonvaren (weer) onder overheidstoezicht geplaatst. Een EUverordening heeft directe werking. Dit betekent dat er geen (aanvullende) nationale regels van toepassing zijn. Voor het toezicht op naleving is de ILT als competente autoriteit aangewezen. De beleidsdirectie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) is betrokken bij (aanpassingen van) EU-regelgeving, maar heeft daarna in beginsel geen rol meer met de toepassing of handhaving. Signalen uit het toezicht worden door beleid meegenomen bij eventuele aanpassingen van de regelgeving. De ILT heeft eerder de administratieve afhandeling van vliegbrevetten bij KIWA ondergebracht. Met de invoering van zweefvlieg- en recreatieve ballonbrevetten is echter besloten dat de ILT deze nieuwe brevetten (LAPL(S), LAPL(B), SPL afgeeft De overgang De implementatie van FCL verloopt gefaseerd. Dit heeft te maken met het verder ontwikkelen van regelgeving en de mogelijkheid om op tijd de daarmee verbonden acties uit te kunnen voeren. Uitstelregelingen maken het lidstaten mogelijk delen van FCL later in te voeren. Het is aan de individuele lidstaten om daar al dan niet gebruik van te maken. Nederland heeft gekozen voor de opt-out tot 8 april Landen om ons heen hebben de overgang naar FCL intussen wel gemaakt. Er zijn regelingen getroffen waardoor de bestaande KNVvL brevetten in het buitenland tot 8 april 2018 worden geaccepteerd. Vanaf de oorspronkelijke invoeringsdatum, 8 april 2015, zijn zowel het KNVvL brevet als het FCL brevet geldig om te vliegen/varen. Tot 8 april 2018 kan de KNVvL de brevetten afgeven. Vanaf 8 april 2015 geeft ILT de FCL-brevetten ook af. Na 8 april 2018 moet men in het bezit zijn van een Europees brevet. In de tussenliggende periode tot 8 april 2018 wordt een geleidelijke omzetting voorzien. Conversie is mogelijk van een bestaand brevet naar een nieuw brevet of van genormeerde informele opleidingen/ervaring naar een aantekening op het brevet; creditering betreft het waarderen van nietafgeronde opleidingen. Deze overgangsregelingen zijn in overleg met KNVvL en in consultatie met EASA vastgesteld. Zie voor het hele overzicht van de invoering van de FCL brevetten de ILT website. Op de ILT website is ook te vinden hoe de overgang van de bestaande nationale brevetten van ballonnen naar het (commerciële) EU-BPL en het LAPL(B) verloopt. 5

6 2. Brevet Het recreatief vliegbrevet Light Aircraft Pilot Licence (LAPL), is er in verschillende categorieën. Deze handreiking beperkt zich tot zweefvliegen LAPL(S) en ballonvaren LAPL(B). Een LAPL is Europees geldig. Voor commercieel vliegen en wereldwijde geldigheid is het Sailplane Pilot License, SPL dan wel het Balloon Pilot license BPL nodig. Inhoudelijk vergelijkbaar met LAPL(S) resp. LAPL(B), wordt SPL resp. BPL slechts verleend indien een medisch certificaat level 2 beschikbaar is bij de aanvraag van het brevet. Commercieel vliegen met SPL en BPL is mogelijk na een extra examen. Bij een SPL of BPL wordt op het brevet ook de LAPL bevoegdheid aangegeven. In onderstaande tabellen worden alleen de kenmerkende verschillen tussen GPL en LAPL(S)/SPL resp. BPL en LAPL(B)/BPL vliegbrevet genoemd. Waar niets in ingevuld zijn de voorwaarden gelijk of vergelijkbaar. Het LAPL vliegbrevet is onbeperkt geldig. Het is de verantwoordelijkheid van de vlieger om steeds bij te houden dat hij voldoet aan de recente ervaringeisen als hij gaat vliegen. Let daarbij op dat de recente ervaring per klasse geldt (TMG is een andere klasse dan zweefvliegtuigen) en voor de startmethode ook een specifieke eis is. Daarnaast zijn trainingsvluchten met instructeur verplicht. Voldoet men niet dan mag alleen onder toezicht gevlogen worden tot de ervaring is behaald. Overigens zijn er aanvullende eisen aan de bij te houden gegevens (AMC1 FCL.050). De KNVvL heeft een nieuw formaat logboek uitgebracht wat aan de FCL eisen voldoet. De ervaringuren die onder het GPL zijn gemaakt tellen voor het LAPL/SPL. De termijn voor de trainingsvlucht gaat in bij afgifte van het FCL brevet. Verschillen brevetsystemen GPL/KNVvL-BPL LAPL(S)/SPL/ LAPL(B)/BPL 1178 ref(erentie) afgifte KNVVL-KEI (privaat) ILT (bevoegde autoriteit) geldigheidsduur incl. 2 jaar onbeperkt* aantekeningen recente ervaring eis via verlenging GPL/KNVvL-BPL via vlieger s eigen verantwoordelijkheid * FCL.140.S FCL.140.B aanvullende aantekeningen; kunst-, Nee Ja FCL.800 FCL.830 nacht-, wolken-, bergvliegen aantekening TMG Nee Ja FCL.135.S aantekening ballonklasse Nee Ja FCL.135.B Instructiebevoegdheid aantekening VO op aparte specifieke FCL.900 GPL/BPL (FI(S) of FI(B)) bevoegdheid instructie aan Nee aparte specifieke FCL.905.FI (i) instructeuropleiding (FI.FI(S) of FI.FI(B)) bevoegdheid geldigheid 2 jaar 3 jaar FCL.940 instructiebevoegdheid examinatorbevoegdheid lijst examinatoren bij apart ILT-certificaat FCL

7 KNVvL * de geldigheid van het brevet zelf verloopt niet. Om te vliegen dient u recente ervaring te hebben waaronder training vluchten met instructeur. Voldoet u daar niet aan, dan moet u onder toezicht vliegen of een proficiency check afleggen Eisen voor de afgifte van LAPL(S) Vlieger eis GPL LAPL(S)/SPL 1178 ref. minimum leeftijd LAPL Idem solo Opleiding losse instructeurs ATO/DTO FCL.100 FCL.020 FCL.115 theorie examen KNVvL-KEI KNVvL organiseert* FCL.025 dbo/solo ervaring FCL.110.S overland ervaring nee Vereist FCL.110.S praktisch examen aanvullende startmethoden examen ervaring onder toezicht instructeur 2.2. Eisen voor de afgifte van LAPL(B) FCL.125 FCL.130.S Vlieger eis KNVvL-BPL LAPL(B)/BPL 1178 ref. minimum leeftijd LAPL Idem solo FCL.100 FCL.020 Opleiding losse instructeurs ATO/DTO FCL.115 theorie examen KNVvL-KEI KNVvL organiseert* FCL.025 dbo/solo ervaring FCL.110.B overland ervaring nee Vereist FCL.110.B praktisch examen verankerde vlucht uitbreiding examen ervaring onder toezicht instructeur FCL.125 FCL.130.B * KnVvL organiseert en neemt examen af, echter exclusief het bepalen van de uitslag van het examen 2.3. Aanvullende bevoegdheden/aantekeningen Bevoegdheid GPL/KNVvL-BPL LAPL/SPL/BPL aanpak 1178 ref. Aerobatic nvt ATO/DTO FCL.800 slepen met een TMG nvt ATO/DTO FCL.805 nachtvliegen (TMG) nvt ATO/DTO FCL.810 Nachtvaren brevetaantekening Instructie FCL.810 bergvliegen (TMG)* nvt ATO/DTO + examen FCL.815 wolkenvliegen* nvt ATO/DTO + examen FCL.830 * een bergvlieg of wolkenvlieg aantekening kan in NL niet worden gehaald, ze kunnen wel (op basis van een buitenlands certificaat) op het brevet vermeld worden. 7

8 2.4. Brevetten afgegeven in een ander lidstaat FCL vereist dat alle FCL-brevetten en medische certificaten worden afgegeven bij één autoriteit. Is men in het bezit van een brevet in een ander categorie, afgegeven in een ander land, dan moet men het LAPL daar aanvragen dan wel overdracht van het brevet naar ILT regelen. Acceptatie van de GPL conversie kan een probleem zijn in het buitenland. In voorkomende gevallen is het het best om tijdig met de ILT contact op te nemen Medisch certificaat De medische keuring onder FCL wijkt qua eisen af van die onder het KNVvL systeem. Een medisch certificaat dient specifiek voor LAPL (LAPL keuring) dan wel SPL/BPL (level 1 of 2 keuring) te zijn afgegeven. Niet alle KNVvL keuringsinstituten zullen dit doen. De geldigheidstermijnen van de FCL keuringen zijn langer dan die van de KNVvL medicals. Verlengingskeuringen kunnen in andere lidstaten worden uitgevoerd. Het keuringsrapport moet wel door de arts of het keuringsinstituut naar de ILT worden gezonden. Voor het overdragen van medische gegevens vanuit de autoriteiten in ander landen (bijvoorbeeld om alle brevetten in één land te krijgen) zie de SOLI procedure op de ILT website: Omdat Duitse privacy regelgeving dit niet toe laat, kunt u geen SOLI vanuit Duitsland laten doen. Zoals hierboven aangegeven kunt wel een herhalingskeuring bij een Duits Medisch Centrum doen) Instructiebevoegdheid De instructiebevoegdheid Flight Instructor, FI(S)/FI(B), vereist een opleiding. Deze is anders gefaseerd dan onder het KNVvL systeem: praktijkervaring wordt (onder toezicht) opgedaan ná het FI(S)/FI(B) examen. Theorie opleiding is onderdeel van het opleidingsprogramma bij de ATO/DTO, er is geen theorie examen. In de FCL systematiek wordt periodiek, bij verlenging van het certificaat, zeker gesteld dat de kennis van de instructeur op peil is door een cursus of herexamen. Instructeur eis GPL (VO)/BPL (VO) FI(S)/FI(B) 1178 ref. minimum leeftijd FCL.915 vliegervaring als PIC FCL.915.FI Toelatingstoets FCL.930.FI Opleiding losse mentoren ATO/DTO FCL.930.FI theorie examen apart examen vereist theorie is onderdeel FCL.935 (b.2) praktisch examen instructie ervaring vóór examen na FI(S)/FI(B) FCL.910.FI (stagestarts) examen (eerst beperkte bevoegdheid) praktijk examen FCL.935 Verlengingseis recente ervaring mix van recente ervaring, opfriscursus, examen. FCL.940.FI 2.7. Conversie van brevetten AirCrew Regulation (artikel 4) geeft aan dat bestaande nationale brevetten kunnen worden omgezet. Via derogation ( een EUgeaccepteerde afwijking van de regelgeving) is die ook van toepassing verklaard voor private brevetten zoals het GPL/KNVvL-BPL. Conversierapporten op basis van achterliggende eisen zijn in samenwerking met de KNVvL opgesteld en door EASA geaccepteerd. In het conversierapport staat wanneer aanvullend kennis/ervaring/vaardigheid moet worden aangetoond.

9 Voor de aanvullende bevoegdheden FCL 800 en verder, waarvoor in het huidige systeem geen equivalent is, is een proces ontwikkeld die tot een aantekening kan leiden. Deze verloopt via aanbevelingen van door de ILT aangestelde evaluatoren. Conversie is niet onbeperkt. Alleen vóór 8 april 2018 afgegeven, geldige KNVvL documenten en evaluator-aanbevelingen zijn converteerbaar. Zie voor het hele overzicht van de invoering van de FCL brevetten ook de ILT website Conversie eisen De bestaande KNVvL- en nationale (CPL(FB)) brevetten worden geconverteerd met alle daarop aangetekende bevoegdheden. In onderstaande tabel zijn de bovengenoemde aanvullende voorwaarden opgenomen. Conversietype aan te tonen/aanbeveling 1178 ref./conversie ref. GPL naar LAPL (incl. sleep/ Overlandvlucht FCL.110.S zelfstart aantekening) VO(S)/VO(L) naar FI(S) LAPL verlengingseisen - mix van recente ervaring, FCL 940.FI AMC1 FCL.940 opfriscursus, examen opgedane kunstvlieg ervaring aanbeveling van een ILT- procedure conversierapport naar aantekening LAPL(S) evaluator mentorschap naar FI.FI(S) aanbeveling van een ILTevaluator procedure conversierapport FI.FI RPL(A)TMG naar LAPL(S)TMG aantekening uitvoering specifieke vluchten (uitwijk, laag/slecht zicht) conversierapport RPL(A)TMG naar LAPL(A)TMG, AMC1 FCL.135.S sleepervaring TMG naar aantekening LAPL(S)TMG LAPL(S)TMG, aanbeveling van ILT-evaluator procedure conversierapporten slepen RFI(A)TMG naar FI(S)TMG LAPL(S)TMG, FI(S) conversierapport De opfriscursus voor instructeurconversie wordt door de KNVvL of bij clubs georganiseerd. Zie het hoofdstuk aan het begin van de Handreiking Stroomschema s In de bijlagen staan stroomschema s waarmee de verschillende brevetten en conversies samenhangen. Daarin is ook aangegeven welke certificerende personen betrokken zijn De opleidingen bij ATO of DTO De opleidingen volgens FCL worden gegeven bij een ATO/DTO. Deze zorgt voor de structuur waarbinnen instructeurs actief zijn en adviseert voordat een (kwalificatie-) toets/examen kan worden afgenomen. De ATO/DTO dient een goedgekeurd opleidingsprogramma of handreiking te hebben. De AMC s geven aan welke inhoudelijke eisen aan het programma worden gesteld. Voor een ATO gelden precieze regels rond de beheersing van de processen, een duidelijke taak- en verantwoordelijkhedenverdeling en (administratieve) verantwoording (de ILT houdt daar toezicht op). Externe (bv. KNVvL) audit-gegevens) kunnen de ATO helpen bij de verantwoording van de ATO aan de ILT. De besturing bij de ATO kent de accountable manager, head of training, compliance manager en safety manager. Deze functionarissen zijn formeel aangewezen binnen de ATO. Met de invulling van de DTO zijn de voorwaarden anders. De eisen waaraan de opleiding inhoudelijk moet voldoen, inclusief de kwalificaties van de instructeurs zijn ongewijzigd. De eisen voor organisatie, 9

10 documentatie en verantwoording worden voor de DTO echter lichter. De functies die in de ATO worden vervuld, vinden we ook terug in de DTO, maar niet geformaliseerd. Slechts de accountable manager is het formele aanspreekpunt (voor de ILT) Kenmerkende verschillen ATO-DTO (gebaseerd op de Opinion ) Verschillen ATO DTO FCL ref (NPA) geldigheidstermijn onbeperkt DTO.GEN.135 taken/ verantwoordelijkheden DTO.GEN.210 GM1 DTO.GEN.210 GM2 DTO.GEN.210 organisatie handboek verplicht GM4 DTO.GEN.210 veiligheidbewustzijn handboek cultuur ingevoerd DTO.GEN.210 AMC1 DTO.GEN.210 training handboek verplicht GM5 DTO,GEN.210 personeel één eindverantwoordelijk vertegenwoordiger DTO.GEN.210 AMC2 DTO.GEN.210 GM3 DTO.GEN.210 training programma verplicht verplicht DTO.GEN.230 AMC1 DTO.GEN.230 kwaliteitbewaking jaarlijkse interne review DTO.GEN.270 AMC1 DTO.GEN.270 distance learning in principe niet deels mogelijk DTO.GEN.260 instructeuropleiding alle categorieën alleen zweef-ballon FCL.930 instructeur opfris niet gedefinieerd examinator alle categorieën alleen zweef-ballon* FCL.1015 standaardcursus examinator alleen zweef-ballon* FCL.1025 opfriscursus Certificatie ARA.GEN.310 toezicht ILT periodiek (risico-afh.) risico-gebaseerd ARA.GEN.305 * in Nederland worden deze door de ILT georganiseerd De eisen aan de training syllabi en - programma s zijn voor ATO en DTO gelijk. Deze documenten moeten goedgekeurd zijn door de ILT op basis van een Compliance Check List (CCL) waarin het verband met het voorschift per onderdeel is aangegeven. Bij een DTO hoeft het programma niet specifiek voor die DTO te zijn, een algemeen verkrijgbaar opleiding programma (mits goedgekeurd) is voldoende. 10

11 2.12. Training programma s ATO/DTO voor LAPL(S)/SPL Syllabus ** FCL/AMC ref. syllabus theorie cursus LAPL(S) FCL.115 AMC1 FCL.115 instructie programma LAPL(S) FCL.110.S AMC1 FCL.110.S startmethode uitbreiding FCL.130.S instructie programma TMG (theorie en praktijk) FCL.135.S AMC1 FCL.135.S aerobatic opleiding FCL.800 AMC1 FCL.800 slepen met TMG FCL.805 AMC1 FCL 805 ATO/DTO voor LAPL(B) Syllabus ** FCL/AMC ref. syllabus theorie cursus LAPL(B) FCL.115 AMC1 FCL.115 instructie programma LAPL(B) FCL.110.B AMC1 FCL.110.B instructie programma uitbreiding verankerde vlucht FCL.130.B; FCL 220.B AMC1 FCL.130.B theorie opleiding uitbreiding klasse ballon FCL.135.B; FCL 225.B AMC1 FCL.135.B instructie programma uitbreiding klasse ballon FCL.135.B; FCL 225.B AMC2 FCL.135.B ATO/DTO voor instructeur Syllabus ** FCL/AMC ref. toelatingstoets opleiding FCL 930.FI kennis eisen Instructeur FCL.920 AMC1 FCL.920 instructeuropleiding FCL.930 AMC2 FCL.930.FI* instructeur opfriscursus AMC1 FCL.940 * deze AMC bevat zeer gedetailleerde opleiding elementen voor de LAPL opleiding. ** de door ILT geaccepteerde uitwerkingen van de eisen naar (opleiding) programma s. Ten tijde van het schrijven en de update nog niet aanwezig 11

12 2.13. Creditering van opleidingen Opleidingen conform het KNVvL systeem leiden tot KNVvL brevet. Voor een FCL brevet is een opleiding conform FCL vereist. Op 8 april 2018 niet afgeronde opleidingen kunnen niet meer tot een converteerbaar KNVvL brevet leiden. Omdat er in de overgangsperiode geen ATO of DTO zijn en geen FCL opleidingen kunnen worden gegeven is de ILT over een creditering regeling met EASA in overleg. Volgens deze kan een opleiding, conform de lijnen van de DTO kan achteraf worden gewaardeerd door de ATO/DTO. Randvoorwaarden voor de te crediteren opleiding zijn een ILT goedgekeurd trainingprogramma en FCL bevoegde instructeurs. Uit de in de bijlage opgenomen schema s volgt de kritisch-pad analyse aan de hand waarvan KNVvL werkt aan de noodzakelijke syllabi om de juiste bevoegdheden te kunnen converteren en opleidingen te starten om de continuïteit van het systeem te waarborgen. Examen GPL/KNVvL-BPL LAPL/SPL/BPL FCL ref. aanbeveling opleiding nee verplicht FCL.025 aanbeveling geldig 12 mnd FCL.025 alle vakken binnen 48 mnd 18 mnd FCL.025 theorie geldig 48 mnd 24 mnd FCL De toetsen: vaardigheid/bekwaamheid/vakbekwaamheid Onder dit hoofdstuk vallen examens: toetsen worden uitgevoerd door Flight Examiners, FE (voor vliegbrevetten) of Flight Instructor Examiners, FIE (voor instructeur certificaten) of FI.FI (voor aanvullende instructie bevoegdheden). Onder FCL wordt geëist dat de ATO/DTO een aanbeveling afgeeft voor het examen, zowel voor theorie examen als voor vaardigheidstets. Verder zijn de geldigheidstermijnen onder FCL anders van onder het KNVvL systeem. Het afnemen van de theorie examens wordt uitgevoerd door de KNVvL. De systematiek wijzigt naar multiple choice en alleen schriftelijk. In de volgende twee tabellen staan de relevante elementen waarop moet worden getoetst en de eisen die aan het examen zelf worden gesteld. Ze zijn relevant voor de instructeurs wegens de examennorm. In de examinator-standaardisatie en opfriscursus wordt deze en detail behandeld, hier wordt daar niet nader op ingegaan. Inhoudelijke eisen (S) door Syllabus ** FCL/AMC/GM ref. theorie examen LAPL(S)/SPL ILT* (indirect) FCL.120 AMC1 FCL.120 vaardigheidtoets LAPL(S) FE(S) FCL.125 AMC1 FCL125 uitbreiding startmethode FI(S) FCL.130.S vakbekwaamheidtoets commercieel in SPL FE(S) FCL.205 AMC1 FCL.205.S(b) vaardigheidtoets TMG FE(S) FCL.135.S vakbekwaamheidtoets voor instructeur FIE(S) FCL.935 AMC1 FCL

13 vakbekwaamheidtoets voor instructeur-instructeur (FI.FI) bekwaamheidtoets voor instructeur voor aerobatic bekwaamheidtoets voor instructeur voor slepen met TMG vakbekwaamheidtoets voor instructeur op TMG FIE(S) FI.FI(S) FI.FI(S) FI.FI(S) AMC3 FCL.935 FCL.FI.905 FCL.905.FI (AMC1 FCL.800) FCL.905.FI (AMC1 FCL 805) FCL.915.FI (AMC1 FCL.135.S) Inhoudelijke eisen (B) door Syllabus ** FCL/AMC/GM ref. Theorie examen LAPL(B)/BPL ILT* (indirect) FCL.120 AMC1 FCL.120 Vaardigheidtoets LAPL(B) FE(B) FCL.125 AMC2 FCL125 Uitbreiding verankerde vlucht FI(B) FCL.130.B; FCL.220.B AMC1 FCL.130.B vakbekwaamheidtoets commercieel in BPL FE(B) FCL.205 AMC1 FCL.205.B vakbekwaamheidtoets voor instructeur FIE(B) FCL.935 AMC1 FCL.935 AMC3 FCL.935 vakbekwaamheidtoets voor instructeur-instructeur (FI.FI) FIE(B) FCL.FI.905 * uitvoering examen door KNVvL onder verantwoordelijkheid ILT. ** de door ILT vastgestelde, uitgewerkte toetsnormen (indien van toepassing). 4. Examinatoren Examinatoren staan los van de opleiding en de ATO/DTO om hun onafhankelijkheid te waarborgen. Een examinator mag maximaal 25% van de opleiding van de kandidaat als instructeur hebben gefungeerd. Examinatoren hebben een bredere verantwoordelijkheid dan onder het KNVvL systeem. Zij moeten relevante voorwaarden voor brevetafgifte (al dan niet op basis van certificerende verklaringen) onderzoeken. Deze rol wordt nu nog deels (bij KNVvLzweef) door de examencoördinator vervuld. Examinatoren staan onder toezicht van de ILT en worden opgenomen in het monitorsysteem. De details van de rol van de examinator zijn nog niet helemaal ingevuld. De ILT verzorgt de standaardisatie cursussen, nodig voor aanstelling als examinator, waarin een en ander wordt opgenomen. Examinatoren in FCL worden aangesteld na een vakbekwaamheidtoets. Deze toets wordt door de inspecteur van de ILT of door ILT aangestelde senior examinatoren uitgevoerd. De ILT beheert het examinatoren systeem. De FIE is equivalent aan de FE voor het examineren van instructeurs. Daarvoor is FI.FI schap een voorwaarde. Het verschil in de manier van aanstellen tussen FE en FIE, 13

14 zoals dat nu bij het KNVvL systeem bestaat, vervalt onder FCL. Examinator/ examen eis Syllabus ** FCL/AMC/GM ref. standaardisatie cursus examinatoren* FCL.1015 AMC1 FCL.1015 AMC2 FCL 1015 GM1 FCL.1015 specificatie uitvoering examen FCL.1030, FCL.935 AMC FCL.935 eis van onafhankelijkheid nvt FCL.1005 GM1 FCL.1005 (b) vakbekwaamheidtoets examinator FCL.1020 AMC1 FCL,1020 kwalificatie senior examinator FCL.1020 AMC1 FCL.1020 opfriscursus examinatoren AMC1 FCL.1025 AMC1 FCL.1015 * Deze cursus door of onder direct management van de autoriteit gegeven. ** de door ILT vastgestelde, uitgewerkte toetsnormen (indien van toepassing) Conversie Er is geen equivalent van het FCL examinator certificaat onder het KNVvL systeem. Conversie is daarom niet mogelijk. De algemene procedure voor het aanstellen van examinatoren wordt gevolgd. Daarvoor worden, door en naast de inspecteur-vlieger van ILT, senior examinatoren aangesteld die op hun beurt, namens ILT, examens voor het examinatorcertificaat afnemen. Senior examinatoren dienen zich eerst met de standaardisatietraining en AoC bij de ILT inspecteur te kwalificeren. Examinatoren worden opgenomen in het ILT systeem waarin ook de examinatoren van andere categorieën luchtvaartuigen zijn opgenomen. De FCL examinatoren hebben een meer onafhankelijker positie dan onder het KNVvL-systeem gebruikelijk was. 5. Het LAPL(S)/SPL/LAPL(B) afgifteproces De afgifte van brevetten en certificaten vindt plaats nadat is vastgesteld dat de juiste verklaringen van de bevoegde personen beschikbaar zijn. Het aanvraagformulier vraagt specifiek te verklaren dat de ingestuurde informatie aantoont dat aan de eis is voldaan. De aanvrager neemt verantwoordelijkheid, daardoor blijven de toezichtlast en afgiftekosten laag. Steekproefsgewijs wordt de opgave inhoudelijk gecontroleerd, risico- en ervaring gebaseerd. Blijkt achteraf onjuiste informatie te zijn aangeleverd, dan kan de ILT tot schorsing of intrekking over gaan. Aanvraagformulieren staan op de ILT website. Daarop is ook vermeld welke bijlagen noodzakelijk zijn. 14

15 Aanbeveling evaluator t.b.v. conversie FI.FI verklaring FI verkla- ring in logboek Ervaring via logboek Certificaat opleiding/ toets** Examen uitslag formulier* Medisch certificaat FCL regelgeving voor zweefvliegers en recreatieve ballonvaarders ILT Januari 2017 Aeromedisch DTO, DTO evaluator FE, FIE ATO, Aanvrager FI ATO, ILT Afgegeven door voor centrum etc LAPL(S)/SPL/ LAPL(B) Startmethode/ Verankerde vlucht TMG SPL commercieel BPL commercieel Aanvullende bevoegdheden*** Radio Telefonie FI(S)/FI(B) beperkt FI(S)/FI(B) onbeperkt FI.FI FI(S)/FI(B) aanvullende bevoegdheden*** * examen: afgenomen vaardigheidstest, bekwaamheidsproef of vakbekwaamheid beoordeling. ** certificaat: door erkend instituut afgegeven verklaring van succesvolle deelname of toets *** aanvullende bevoegdheden: nacht-, wolken-, kunst- of bergvliegen, slepen met TMG. 15

16 Afkortingen ATO Approved Training Organisation BTO DTO Basic Training organisation Declared Training Organisation FCL (Part) Flight Crew Licensing van 1178/2011 LAPL(x) Light Aircraft Pilot Licence (x)= S,B; S=sailplane, B= balloon SPL Sailplane Pilot licence BPL Balloon Pilot licence GPL Glider pilot licence (KNVvL) BPL Balloon Pilot licence (KNVvL) HoT Head of Training AMC Acceptable Means of Compliance GM Guidance Material ILT Inspectie Leefomgeving en Transport KIWA Deel van de bevoegde autoriteit dat brevetten afgeeft EASA European Aviation Safety Agency FI Flight Instructor FI.FI Flight Instructor Instructor FE Flight Examiner FIE Flight Instructor Examiner TMG Touring Motor Glider KNVvL Koninklijke Vereniging voor Luchtvaart KNVvL KEI KNVvL Examinering Instituut Bijlagen 1. Stroomschema verbinding brevettensystemen 2. Stroomschema conversie bestaande RPL-TMG en RFI-TMG bevoegdheden 16

17 17

18 Dit is een publicatie van: Inspectie Leefomgeving en Transport Postbus BD Den Haag T Januari